antieke automoBielen - Conam Driebergen... · 2017. 1. 16. · De machinekamer van de door de K.N...

3
Een hoogleraar aan een onzer universiteiten betoogde kortelings tijdens een zijner college's. „Imbe- ciliteit en seniele aftakeling ver- tonen zich in deze wereld onder allerlei aspecten, waarvan een zeer belangrijke is de verzamel- woede. Men verzamelt postzegels, lucifersmerken, sigarenbandjes, schelpen, kortom alles wat maar verzamelaar is." Zijn Hooggeleerde geloofde daarmede ongetwijfeld te hebben afgerekend met alle soorten van verzamelaars, waaronder dan ook de musea zouden moeten vallen en zy die deze musea opbouwen. Is het een verre, gedachten- sprong, hierbij de woorden van wijlen prof. Huizinga in herinne- ring te brengen: „Wie zich afge- sneden denkt van de herinnering aan zijn herkomst, groei en lotge- val, staat redeloos voor het le- ven"? Wij zouden redeloos staan voor het leven van datgene, wat het middelpunt van ons aller bestaan uitmaakt: de automobiel, en daar- aan nimmer met toewijding en resultaat kunnen werken, wan- neer wij ons niet interesseerden voor haar „herkomst, groei en lotgeval" En het is dus maar ge- lukkig, dat er in de wereld ver- scheidene van die „imbecielen" zgn, die zich toeleggen op het verzamelen van antieke automo- bielen en alles wat daarmee sa- menhangt. Wij zijn altijd een beetje jaloers geweest op het Musée de la voi- ture in het Palais de Compiègne, het museum van Ford en de an- dere verkeers- en „auto"-musea in de wereld, doch wij moesten er- kennen, dat wij als — tot voor kort niet auto-producerend land minder aanleiding en vooral kans hadden, iets dergelijks hier te lande in te richten. Dientenge- antieke automoBielen en het „nationaal museum van óe automoBiel" volge kennen wij bij ons ook geen organisaties als in Engeland de „Veteran Car Club of Great Bri- tain" met zijn 1000 en de „Vintage Sports-Car Club" met zijn wel 2000 leden, allen bewonderaars, verzamelaars en zelfs berijders van antieke vehikels. Wél hadden onze toeristenorganisaties zoals de K.N.A.C. en de A.N.W.B. zo nu en dan, wanneer zich daartoe de gelegenheid bood, een of ander ouderwets motorrijtuig aange- kocht en met min of meer succes gerestaureerd en treffen wij hier en daar bij oude gevestigde auto- mobielhandelaren en importeurs van dergelijke veteranen aan, die zij bij de gelegenheid van een tentoonstelling of een feestelijke gebeurtenis te voorschijn halen en aan het publiek tonen. Verleden jaar October, tijdens de Salon te Parijs, hadden wij gelegenheid enkele antieke auto's te bekijken in de omgeving van het Grand Palais, waar zij door de eigenaren waren opgesteld wellicht ten mogelijke verkoop. Wij hebben daar maar niet naar geïnformeerd, toch niet kapitaalkrachtig genoeg zijnde om over aankoop te kun- nen denken. Maar wel ging het door ons hoofd, dat deze en der- gelijke vehikels nu eens min of meer stelselmatig moesten wor- den verzameld en tentoongesteld, ter voorlichting vooral van de jeugd, die zo bitter weinig veel minder nog dan wij ouderen van de geschiedenis van de auto afweet. De beschouwing en bestudering dier voorvaderen van ons heden- daags meest populaire vervoer- middel zijn niet slechts een plato- nisch genoegen, maar kunnen we- zenlijke voordelen afwerpen. Hoe vaak toch treft men in nieuwe constructies niet een teruggrijpen naar vroegere vindingen, die onder de vroegere omstandigheden niet voldeden en weer losgelaten wer- den, doch die in verbinding met voortgeschreden techniek op an- der gebied nu weer van groot be- lang blijken te zijn. Wij hadden er toen verleden jaar in Parijs geen idee van dat onze collega— we mogen de heer G. Riemer wel zo noemen, want hij was de eerste BOVAG-redac- teur en dus onze — zij het niet onmiddellijke voorganger reeds geruime tijd bezig was, op de marché aux puces en elders naarstig te speuren naar voor- werpen, onderdelen e.d., betrek- king hebbend op de geschiedenis van de auto, met in het achter- hoofd de gedachte aan een Natio- naal Museum van de Automobiel. En daar staat dan thans dat museum in Driebergen, tegenover De Bunte, terwijl er vier maan- den geleden nog letterlijk geen steen van te zien was, als het ware als een paddestoel uit de grond gerezen. Met — daar op de zand- grond minder fundamenten dan een paddestoel, doch niettemin duurzamer, en nog slechts bedoeld als eerste aanloop, wachtend op uitbreiding, met de verwachte hulp van geïnteresseerden. Aantrekkelijk ziet het front er uit van het even eenvoudige als smaakvol opgetrokken gebouw, versierd als het is met een drietal fraaie mozaïeken. Op Zaterdagmiddag l Augustus werd het „Nationaal Museum van de Automobiel", gelegen aan de Buntlaan bij de Oude Rijksweg Utrecht-Arnhem, door de burge- meester van Driebergen, de heer W. H. Baron Taets van Ameron- gen van Renswoude, officieel ge- opend. Het museum bevat een grote hal, waar vier maal per dag auto- films zullen worden vertoond. In BOVAG 1517

Transcript of antieke automoBielen - Conam Driebergen... · 2017. 1. 16. · De machinekamer van de door de K.N...

  • Een hoogleraar aan een onzeruniversiteiten betoogde kortelingstijdens een zijner college's. „Imbe-ciliteit en seniele aftakeling ver-tonen zich in deze wereld onderallerlei aspecten, waarvan eenzeer belangrijke is de verzamel-woede. Men verzamelt postzegels,lucifersmerken, sigarenbandjes,schelpen, kortom alles wat maarverzamelaar is."

    Zijn Hooggeleerde geloofdedaarmede ongetwijfeld te hebbenafgerekend met alle soorten vanverzamelaars, waaronder dan ookde musea zouden moeten vallenen zy die deze musea opbouwen.

    Is het een verre, gedachten-sprong, hierbij de woorden vanwijlen prof. Huizinga in herinne-ring te brengen: „Wie zich afge-sneden denkt van de herinneringaan zijn herkomst, groei en lotge-val, staat redeloos voor het le-ven"?

    Wij zouden redeloos staan voorhet leven van datgene, wat hetmiddelpunt van ons aller bestaanuitmaakt: de automobiel, en daar-aan nimmer met toewijding enresultaat kunnen werken, wan-neer wij ons niet interesseerdenvoor haar „herkomst, groei enlotgeval" En het is dus maar ge-lukkig, dat er in de wereld ver-scheidene van die „imbecielen"zgn, die zich toeleggen op hetverzamelen van antieke automo-bielen en alles wat daarmee sa-menhangt.

    Wij zijn altijd een beetje jaloersgeweest op het Musée de la voi-ture in het Palais de Compiègne,het museum van Ford en de an-dere verkeers- en „auto"-musea inde wereld, doch wij moesten er-kennen, dat wij als — tot voorkort niet auto-producerendland minder aanleiding en vooralkans hadden, iets dergelijks hierte lande in te richten. Dientenge-

    antiekeautomoBielenen het „nationaal museum van óe automoBiel"

    volge kennen wij bij ons ook geenorganisaties als in Engeland de„Veteran Car Club of Great Bri-tain" met zijn 1000 en de „VintageSports-Car Club" met zijn wel2000 leden, allen bewonderaars,verzamelaars en zelfs berijdersvan antieke vehikels. Wél haddenonze toeristenorganisaties zoalsde K.N.A.C. en de A.N.W.B. zonu en dan, wanneer zich daartoede gelegenheid bood, een of anderouderwets motorrijtuig aange-kocht en met min of meer succesgerestaureerd en treffen wij hieren daar bij oude gevestigde auto-mobielhandelaren en importeursvan dergelijke veteranen aan, diezij bij de gelegenheid van eententoonstelling of een feestelijkegebeurtenis te voorschijn halen enaan het publiek tonen. Verledenjaar October, tijdens de Salon teParijs, hadden wij gelegenheidenkele antieke auto's te bekijkenin de omgeving van het GrandPalais, waar zij door de eigenarenwaren opgesteld wellicht tenmogelijke verkoop. Wij hebbendaar maar niet naar geïnformeerd,toch niet kapitaalkrachtig genoegzijnde om over aankoop te kun-nen denken. Maar wel ging hetdoor ons hoofd, dat deze en der-gelijke vehikels nu eens min ofmeer stelselmatig moesten wor-den verzameld en tentoongesteld,ter voorlichting vooral van dejeugd, die zo bitter weinig — veelminder nog dan wij ouderenvan de geschiedenis van de autoafweet.

    De beschouwing en bestuderingdier voorvaderen van ons heden-daags meest populaire vervoer-middel zijn niet slechts een plato-nisch genoegen, maar kunnen we-zenlijke voordelen afwerpen. Hoevaak toch treft men in nieuweconstructies niet een teruggrijpennaar vroegere vindingen, die onder

    de vroegere omstandigheden nietvoldeden en weer losgelaten wer-den, doch die in verbinding metvoortgeschreden techniek op an-der gebied nu weer van groot be-lang blijken te zijn.

    Wij hadden er toen — verledenjaar in Parijs — geen idee van datonze collega— we mogen de heerG. Riemer wel zo noemen, wanthij was de eerste BOVAG-redac-teur en dus onze — zij het nietonmiddellijke voorgangerreeds geruime tijd bezig was, opde marché aux puces en eldersnaarstig te speuren naar voor-werpen, onderdelen e.d., betrek-king hebbend op de geschiedenisvan de auto, met in het achter-hoofd de gedachte aan een Natio-naal Museum van de Automobiel.

    En daar staat dan thans datmuseum in Driebergen, tegenoverDe Bunte, terwijl er vier maan-den geleden nog letterlijk geensteen van te zien was, als het wareals een paddestoel uit de grondgerezen. Met — daar op de zand-grond — minder fundamenten daneen paddestoel, doch nietteminduurzamer, en nog slechts bedoeldals eerste aanloop, wachtend opuitbreiding, met de verwachtehulp van geïnteresseerden.

    Aantrekkelijk ziet het front eruit van het even eenvoudige alssmaakvol opgetrokken gebouw,versierd als het is met een drietalfraaie mozaïeken.

    Op Zaterdagmiddag l Augustuswerd het „Nationaal Museum vande Automobiel", gelegen aan deBuntlaan bij de Oude RijkswegUtrecht-Arnhem, door de burge-meester van Driebergen, de heerW. H. Baron Taets van Ameron-gen van Renswoude, officieel ge-opend.

    Het museum bevat een grotehal, waar vier maal per dag auto-films zullen worden vertoond. In

    BOVAG 1517

  • deze hal zal nog een wandschilde-ring worden aangebracht over eenbreedte van 24 m, die een histo-risch overzicht zal geven van hetvervoer per wiel.

    Binnengekomen ontmoet menonmiddellijk een „doubledeckér"uit Londen, die, hoewel van 1933,reeds voorzien blijkt van eenvloeistofkoppeling en een Wilsonsemi-aütomatische versnellings-bak.

    Hiernaast een rij „Old-Timers",waarvan als eerste een, slechtstot l October a.s. als gast aanwe-zige Buick twee-zitter, met eenviercyl. motor, reeds met kleppenin de kop, doch de cylinders nogin paren gegoten. Zijn buurmanis een Panhard Levassor Coupé deVille met enorme koperen schijn-werpers, carbid-generator en eenprachtige motor met een ingenieu-ze versnellingsbak. Vervolgens eenCyklon driewieler uit 1912, welbijzonder geschikt voor mensenmet slechts één arm, want éénhand kan alle bedieningsorganen,inclusief het stuur, verzorgen.

    Een enorme Lancia 7-persoonsopen wagen heeft op het spatbordeen Boa Constrictor met wijdopengesperde muil als signaal-hoorn, wat in de jaren na de eer-ste wereldoorlog zeer modern was!

    Vervolgens zien wij één van deoudste benzinepompen uit onsland en verschillende opengesne-den modellen, waaronder een half-automatische Reo gangwissel naastde moderne „Hydramatic" vol-automatische versnellingsbak metVloeistofkopeling. Ook de in de

    laatste wereldoorlog berucht ge-worden gasgenerator ontbreektniet op het appèl.

    Belangwekkend zijn de beidechassis: Benz 1913 en een Spijker1901, van welk laatste prototypede buitenwereld het bestaan nieteens wist. De cylinders zijn afzon-derlijk gegoten. Dit is nl. een dereerste zes-cylinderwagens, dieechter nooit in productie kwamen,en waarop Spijker ook reeds eenvierwielaandrijving construeerde.Blijkbaar was dit vehikel be-doeld als terreinwagen voor mili-taire doeleinden, hoewel het Ne-derlandse Leger pas in 1914 in hetbezit kwam van automobielen.

    Op een podium, dat langs de ge-hele achterwand loopt, staan eenzestal, wel zeer oude automobie-len, een driewielige Léon Bollêeuit 1896, die pas in het voorjaarhieraan toegevoegd kon worden.werd beschikbaar gesteld uit par-ticulier bezit. De heer Riemerhoopt hier nog een Panhard Le-vassor van vóór 1900 te kunnenbijvoegen, omdat de Panhard welDE luxe wagen was uit wat mennoemt „het heroïsche tijdperk vande automobiel"

    Verder de Senior van al dezeautomobielen, een Benz uit 1894.beschikbaar gesteld door de K.N.A.C. Het is de moeite waard hierlanger bij sul te staan, want hierziet men nog het oude „Rijtuig"hoog oprijzend op zijn enormehouten wielen van meer dan lmeter doorsnee.

    Voorop de „bok" en naar ach-teren twee drie-persoons banken

    tegenover elkaar, wat men inDuitsland een „Jachtwagen"noemde. De „machinekamer" be-staat uit massa's koper en bronsen één machtige, liggende cylin-der, geïnspireerd op de gasmotor.Benz maakte nl. voordien gasmo-toren, waarvan de Fransman Lé-noir de primeur bezat. De drijf-stang en krukas liggen open enop ieder lager zit een enorme vet-pot. De bestuurder moest zo nuen dan even stoppen om de ver-schillende vetpotten een slag aante draaien. Met poelies en drijf-riemen worden de versnellingenverkregen en de kracht wordt viakettingen op de achterwielenovergebracht.

    Of het nu de stuurconstructie is,of de wijze waarop men de drijf-riemen weer kan spannen, het isalles op eigen gevonden maniergeconstrueerd en, staande voordeze wagen voelt men hoeveelmoeite en inspanning het heeft ge-kost, eer wij de gehoorzame,trouwe vervoermiddelen hadden,waaraan wij nu gewend en meeverwend zijn en die wij als ietsvanzelfsprekends aanvaarden. Bij ldeze verzameling der alleroudstewagens vinden wij trouwens nogmeer vehikels, die door middel vanpoelies en drijfriemen hun ver-snellingen regelden en waarbij jnatuurlijk van een achteruit geensprake was.

    Een prachtig museumstuk isook de De Dion Bouton, het pro-duct van samenwerking tussen deMarkies de Dion, de man met deverre, scherpe blik in de toekomsten George Bouton, de knappemecanicien en ingenieur.

    De firma „De Dion Bouton" isook daarom zo belangwekkend,omdat deze in die periode gelijk-tijdig „drie ijzers in het vuurhield" en naast de benzine-autoook de electrische en de stoorn-automobiel fabriceerde, want indie beginjaren wist niemand, wel-ke van deze drie het uiteindelijkzou winnen.

    De hier aanwezige wagens zijnvoor een belangrijk deel afkomstigvan de A.N.W.B., die hiermedezijn gewaardeerde bijdrage lever-de aan dit Museum, o.a. de F.N.1900 met „kattebak", de Darracq1902 in Duitsland door Opel ge-ïmporteerd en verkocht als Opel-Darracq en een 2-cyl. Spijker uit1906.

    Ook van het rijwiel in vroegere

    De oudjes die de ereplaats hebben ge-kregen op een podium langs de achter-wand van de grote hal.

    1518 BOVAG

  • De machinekamer van de door de K.N .A .C. beschikbaar gestelde Benz van 1894.

    tijd vinden wij hier enige exem-plaren met toebehoren. Merk-waardig, hoe de kettingaandrij-ving bij de automobiel heeft afge-daan, terwijl bij de fiets de car-dan-overbrenging naarstig werdgeprobeerd, doch weer verdween.

    In een vitrine enkele figurenvan was. Een ouderwetse automo-bilist met bakkebaarden en sik,gekleed in een ruige, van geite-vellen gemaakte bontjas, die toenmode was. De pet omgekeerd ophet hoofd, om met de klep de halstegen het stof te beschermen.Naast hem een elegante jongevrouw, gekleed in een mantel metpofmouwen, sterk getailleerd enmet fluwelen kraag. Zij draagteen hoed als een oorlogsschip, meteen dichte shawl er omheen, ookalweer wegens de stof plaag in diedagen en aan hun voeten de Ierseterriër, voorzien van een... auto-bril, want ook de hond kon niettegen al dat stof en die wind bijeen snelheid van 30 km/h.

    Een collectie fotografieën, sa-mengevat onder de naam „DeAuto verovert Nederland", toontde bezoekers enkele bekende auto-mobilisten; de eerste auto die inNederland op de weg kwam, eenstoomauto, veel lijkende op eenwég-locomotief en in Nijmegengebouwd; interieurs van oude ga-rages, die sterk doen denken aaneen oude smidse, enz. enz.

    Shell Nederland heeft althansgedurende deze zomer — gezorgdvoor een tentoonstelling van dio-rama's e.d. die een totale indrukgeven van de aardolie-industrie,

    zo na verwant aan de auto-industrie, al is het terrein, datdeze industrie bestrijkt, zowelmet benzine als smeerolie nogaanzienlijk groter.

    Men weet, dat het tegenwoor-dig hier en daar mogelijk is, bui-tenlandse nummerplaten te kopenbjj wijze van reissouvernir. Opdeze wijze zal de collectie, bijeen-gebracht door de heer K. H.Stoel uit Utrecht, en thans in het„Museum Riemer" ondergebracht,wel niet tot stand zijn gekomen.Uiteraard is het nut van een der-gelijke verzameling niet zo grootals die van de auto's en onderde-len, toch is het wel de moeitewaard, de ganse collectie eensaandachtig te bekijken. Er zijn talvan niet-alledaagse exemplaren bij.

    Voor modelbouwers is, samenmet de uitgevers van het knutsel-blad „Handig Bekeken", een wed-strijd uitgeschreven. Men kan eencopie maken van de geëxposeerdeDe Dion Bouton, of een vrij mo-del. Het volgend voorjaar zullende winnende modellen in het mu-seum worden tentoongesteld envoor beide categorieën zijn fraaieprijzen beschikbaar.

    Ook de postzegelliefhebber kanhier zijn hart ophalen aan eenprachtige collectie zegels, waaropautomobielen staan afgebeeld.

    De heer Riemer is zich volko-men bewust dat een en andernog slechts een begin is; maar eengoed begin, met onvervangbarestukjes automobielgeschiedenisdie, eenmaal bijeengebracht, eenkostelijk geheel vormen. Zeer sterk

    leeft dan ook de hoop door mede-werking van vele automobilistenin staat te zijn over enkele jareneen grote zaal aan deze eerste tekunnen toevoegen.

    Als bijzondere attractie wordentot en met 10 September viermaal daags autofilms vertoond,nl. „De historie van de Diesel-motor" en „De 24-uursrace vanLe Mans 1952".

    Het museum is dagelijks, ookZondags, geopend van 9-6 uur en's Woensdags ook 's avonds tot9 uur. Een extra filmvoorstellingis er om 8 uur 's avonds, opWoensdag.

    De dagelijkse voorstellingen zijnom 11 u., 2.30 u., 4 u. en 5 u. Zon-dags vervalt echter de filmvoor-stelling van 11 u.

    Voor het publiek is het Museumgeopend van Zaterdag vóór Pasentot 16 October; voor grote gezel-schappen kan ook gedurende dewintermaanden een bezoek wor-den gearrangeerd.

    JUBILEUM BilH. J.DE GROOT,TILBURG

    Vrijdag 31 Juli j.l. werd bjj deEerste Tilburgse Auto-garageH. J de Groot te Tilburg het feitherdacht, dat de heer A. van Baest25 jaar geleden in dienst trad bijde firma als boekhouder. De heerVan Baest heeft de gehele ont-wikkeling van het nog onlangsvergrote bedrijf medegemaakt enis in die jaren geworden tot eenvraagbaak voor ieder, zijn patroonincluis, bij wie nimmer vergeefswordt aangeklopt. Geen wonder,dat laatstgenoemde een en anderin een intieme bijeenkomst in dezaak met warme woorden vanerkentelijkheid herdacht, waarbijdeze de heer van Baest voorsteldeals voorbeeld van plichtsbetrach-ting.

    Wij wensen de jubilaris geluk,alsmede de firma De Groot meteen dergelijke boekhouder.

    1520 BOVAG