‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de...

28
‘Jongeren en watersport’ Op zoek naar gegevens Lelystad, 20 september 2012 “Vol gas! We gaan echt als de brandweer”

Transcript of ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de...

Page 1: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

‘Jongeren en watersport’ Op zoek naar gegevens

Lelystad, 20 september 2012

“Vol gas! We gaan echt als de brandweer”

Page 2: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

Voorwoord

Vindt de jeugd watersport nog leuk? Het zijn onze klanten van de toekomst. Willen ze het water nog

wel op en wat kunnen we doen om het aantrekkelijker voor ze te maken? Is watersport saai? Doen we

iets verkeerd? Gaat het trouwens wel slecht met de ontwikkelingen in de watersport? Is het een

gevolg van de crisis, een autonome ontwikkeling waar we niks aan kunnen doen of is er wat anders

aan de hand?

Bovenstaande vragen zijn actueel. Watersportondernemers in Fryslân maken zich zorgen en hebben

gevraagd of de provincie actie wil ondernemen. Afgesproken is om in eerste instantie zoveel mogelijk

feiten boven tafel te krijgen. Wat weten we over de jongeren en watersport? Ten behoeve van deze

rapportage is door Waterrecreatie Advies overleg gepleegd met een aantal bekende nationale

onderzoeksinstellingen zoals het CBS, het CPB, TNS NIPO, NBTC en met belangenorganisaties en

ondernemers.

Foto voorpagina: bijlage bij mail van Paul, met 6 huisgenoten op de Risico onderweg naar

Terschelling.

Opdrachtgever: Opgesteld door:

Provincie Fryslân, Friese Merenproject Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden Contactpersoon: Judith Porsius, projectleider T 058 292 56 35

Bataviahaven 1, 8242 PR Lelystad T 0320-218847, F 0320-281308 E [email protected] www.waterrecreatieadvies.nl

Page 3: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

Inhoudsopgave

1. Inleiding 1

2. Nationaal onderzoek over jongeren en watersport 2

2.1. Surfen op internet 2

2.2. De jeugd van tegenwoordig 2

2.3. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 3

2.4. NBTC-NIPO Research, het CVO en het CVTO 5

2.4.1. Het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) 5

2.4.2. Het Continu VrijeTijds Onderzoek (CVTO) 8

2.5. Het Sociaal Cultureel Planbureau (CPB) 11

2.6. NOC*NSF 12

3. Ontwikkeling watersport in Nederland, trends 14

3.1. Toekomstvisie Waterrecreatie 2025 14

3.2. Brancherapport Special Watersport, mei 2011 14

3.3. Ontwikkeling watersport IJsselmeergebied, Friese kust 15

3.4. Sluispassages 16

3.5. Leeftijd watersporters en vergrijzing 17

4. Watersportorganisaties en jongeren 19

4.1. Watersportverbond: meetbrieven, Combi’s, CWO 19

4.2. Nationaal Platform voor Waterrecreatie (NPvW), “de overige gebruikers” 20

4.2.1. Sportvisserij Nederland 21

4.2.2. De Nederlandse Kitesurf Vereniging 22

4.2.3. De Nederlandse Waterski- en Wakeboard Bond 23

4.2.4. Overigen 23

5. Conclusies 24

Page 4: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 1 -

1. Inleiding

De markt is onrustig, er is crisis en dat baart zorgen. We worden in de media geconfronteerd met

faillissementen en ontslagrondes bij grote bedrijven. Ook bij het midden- en kleinbedrijf is er onrust.

De watersportindustrie bestaat uit veel kleine bedrijven met meestal maar enkele werknemers. Als de

banken geen geld meer uit willen lenen of onhaalbare eisen stellen aan een hypotheek, dan heeft dat

effect op de verkoop van huizen, maar ook op de verkoop van boten. Jachtwerven en importeurs van

boten hebben het moeilijk, net als de bouwbedrijven. Jachtmakelaars kunnen de gebruikte boten niet

kwijt, net als collega huizenmakelaars. Dat heeft effect op de prijzen. “Cash is king”, als u een boot wilt

kopen en het kan betalen, dan is dit een mooi moment. Aanbod voldoende, al dan niet gedwongen

door de economische omstandigheden.

In het kielzog van de werven, importeurs en makelaars is nog een hele industrie actief die onderdelen

en toebehoren leveren, zoals masten, zeilen en scheepsmotoren. Zij leveren aan jachtwerven, maar

ook aan onderhoudsbedrijven en watersportwinkels die zich net als de jachthavens vooral richten op

de bestaande vloot. Zo lang er geen “botenkerkhof” is, kan de bezettingsgraad eigenlijk niet naar

beneden. Voor nagenoeg elk schip is, of was altijd wel een koper te vinden. Boten schuiven misschien

van de ene haven naar de ander, maar dat is “natuurlijk verloop”. De consument kiest op basis van

kwaliteit en prijs en zal hoogstens wat minder gaan varen.

En dan de jeugd. Vroeger werden hele vakanties in een huisje aan het water of trekkend in een 16m²

of Valk doorgebracht. Heeg, Langweer, Sneek en Grou, er zijn weinig watersporters in Nederland die

deze plaatsen niet uit hun jeugd kennen. Dat verandert door o.a. internet en de lage vliegtarieven.

Men gaat vaker en verder op vakantie. Even naar de zon, de wintersport of een popfestival in

Hongarije om maar iets te noemen. Uiteraard voor zover men zich dat kan en vooral wil veroorloven.

Veel jongeren beginnen tegenwoordig met een flinke studieschuld en een krappe arbeidsmarkt. Dat

zijn andere zorgen dan de aanschaf van een boot. De huidige jeugd, de X, de Y en de Z generatie valt

niet te benijden.

En toch, we zullen om moeten leren gaan met de crisis. Wat kan je wel doen om de jeugd te binden. Is

watersport saai, zijn er combinaties mogelijk die inspelen op de behoeften en wensen van jongeren?

Dit rapport is een bouwsteen in een proces dat op gang komt, met dank aan de provincie Fryslân en

een ondernemer die aan de bel trok. Niks doen is geen optie en struisvogels wonen in Afrika.

Om in het vervolgproces verstandige besluiten te nemen is het in ieder geval zinvol om cijfermateriaal

en feiten die met dit onderwerp te maken hebben, in beeld te brengen. Wat is er bekend over de

jongeren en watersport? Is of wordt er gericht onderzoek gedaan naar de generatie die straks de

vergrijzende Babyboom generatie op moet volgen als die hun schepen verkopen? Komen de jongeren

naar Fryslân voor het landschap, de natuur, de rust en de ruimte zoals Fryslân wordt “verkocht”? Het

“product” watersport is gevormd door de huidige generatie, die wil geen herrie en overlast. Kunnen we

de jongeren nog wel wat leuks bieden, of sturen we ze onbewust zelf naar het buitenland? Het zijn

interessante vragen waar velen waarschijnlijk en gelukkig maar, een mening over zullen hebben. Maar

dat komt nog, dat is voor de fase hierna. Daarom is dit rapport ook niet volledig, maar bedoeld als

aanzet. Het zal naar verwachting ook buiten Fryslân wel tot vervolgonderzoek en actie leiden. Maar

Fryslân ligt weer voor en zal ongetwijfeld zijn best doen voor te blijven.

Page 5: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 2 -

2. Nationaal onderzoek over jongeren en watersport

2.1. Surfen op Internet

Om uit te vinden wat er over jongeren en watersport is geschreven, is Google uiteraard een

hedendaagse en interessante bron. Het levert een aantal in dit kader relevante artikelen op, zoals

navolgend artikel uit HISWA Magazine1.

Jongeren anno nu zoeken gezelligheid en beleving in de watersport

Gingen jongeren vroeger nog braaf met hun ouders ieder weekend het water op, de jongeren van nu

zoeken graag zelf uit wat ze leuk vinden. Zelf ondervinden, beleving, ervaringen opdoen die je nog

niet eerder hebt gedaan, uitvissen wat je wel of niet kan en dat het liefst met vrienden, staan nu

voorop. Dat stelt Inez Groen, schrijver en onderzoeker op het gebied van jongerencultuur. Deze

jongerentrends zijn natuurlijk ook te zien in hoe zij watersport beleven. De HISWA Amsterdam Boat

Show, die van 1 tot en met 6 maart 2011 plaatsvindt in Amsterdam RAI speelt hier op in. Zo biedt de

Water Fun Zone spectaculaire watersporten, die jongeren zelf kunnen uitproberen.

Advies van generatiegenoten

Jongeren van tegenwoordig willen zelf dingen doen, uitproberen en vooral zelf kiezen. Daarbij laten ze

zich graag omringen en adviseren door generatiegenoten met dezelfde interesses. De mening van

ouders speelt een veel minder prominente rol dan voorheen. Onder invloed van internet, commercie

en opvoeding is de jongere van nu veel zelfbewuster. Authenciteit, respect, zelfontplooiing en

gezelligheid zijn de jongerenwaarden anno nu. Dat heeft zijn weerslag op de nieuwe generatie

watersporters.

Ook Vinea speelt in op het uitproberen en zelf kiezen. Het opdoen van ervaringen en belevingen, het

met leeftijdsgenoten uitvissen van wat je wel en niet kan2:

Proef van diverse watersporten

Wil je graag meerdere water- of boardsporten proberen in een week? Ook dan zit je bij Vinea

helemaal aan het goede adres! Zeilen en kiten op de wadden? Of zon, windsurfen en catamaranzeilen

in Frankrijk! Keuze genoeg om er een fantastische zomervakantie van te maken!

2.2. De jeugd van tegenwoordig

Op hoofdlijnen worden in de watersport vaak 4 leeftijdgroepen onderscheiden:

a. 0 t/m 7 jaar (vaart met ouders of grootouders mee)

b. 8 t/m 12 jaar (heeft zwemdiploma en mag naar zeilschool of zeilkamp)

c. 13 t/m 18 jaar (middelbare school, feest en gezelligheid, ervaringen op doen)

d. 19 t/m 25 jaar (studeert, zoekt nieuwe uitdagingen en belevingen)

Dit onderzoek beperkt zich in principe tot jongeren. Bij onderzoek naar jongeren stuiten we al snel op

benamingen zoals de X, de Y en de Z generatie, de generaties die zijn ontstaan na de Babyboom

generatie. De Babyboom generatie is geboren na de Tweede Wereldoorlog, grofweg tussen 1945 en

1955 en ging studeren tussen 1965 en 1975.

1 Bron Google: Watersport-Bank.nl uit HISWA Magazine

2 Bron Google: Vinea, Multiboardkamp jongeren, alle toffe watersporten in één Vinea vakantie

Page 6: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 3 -

Na de oorlog nam het

aantal geboorten toe3. De

babyboom heeft aan het

begin van de 21e eeuw

nog steeds grote gevolgen

voor de samenstelling van

de bevolking. Veel landen

kampen met een

vergrijzende bevolking.

Als de babyboom-

generatie stopt met varen,

ontstaat er een gat.

De X, Y en Z generaties

zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht

zoals de generatie Nix, de generatie Einstein en de patat-, knip en plakgeneratie. Kris Kompiet geeft in

haar Blog een leuk overzicht van de verschillende generaties en vooroordelen4:

“Bij het bestuderen van de verschillende generaties valt op dat een nieuwe generatie in eerste

instantie vaak stuit op kritiek van de vorige generaties. Van de ‘generatie Nix’ werd weinig verwacht:

zij kregen te kampen met grote jeugdwerkeloosheid en de economische recessie die de BabyBoomers

achterlieten. Uit onderzoek van de Universiteit Tilburg (1999) en het Sociaal Cultureel Planbureau

(2010) bleek echter dat de Nix generatie helemaal niet zo verloren was. Ze waren hoger opgeleid en

hadden betere banen dan de leden van de protestgeneratie in dezelfde periode van hun leven. Ook

de pragmatische generatie had in eerste instantie een negatieve bijklank: doordat jongeren

opgroeiden in een welvarend Nederland en niet hoefden te vechten voor hun vrijheid werden ze als lui

en verwend beschouwd (patatgeneratie). Diezelfde generatie bekritiseert nu op eenzelfde manier de

volgende generatie. Jongeren van nu werden in eerste instantie ook lui (achterbank generatie),

verwend, maar ook arrogant en weinig vernieuwend (knip en plak generatie) genoemd. Nu groeit

daarentegen het besef dat een groot deel van deze generatie juist ambitieus, zelfverzekerd en

prestatiegericht is, een prestatiegeneratie. Elke generatie verschilt van de vorige en stuit daarmee op

weerstand, zo ook de huidige en komende generaties. Naarmate de generaties echter langer bestaan

en de tijd krijgen om zich te bewijzen, worden hun positieve kenmerken meer belicht en blijkt het keer

op keer wel mee te vallen met die “jeugd van tegenwoordig”.

2.3. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Als het over cijfers in Nederland gaat, dan gaat het al snel over het CBS, het Centraal Bureau voor de

Statistiek. Volgens de website heeft het CBS tot taak het publiceren van betrouwbare en

samenhangende statistische informatie, die inspeelt op de behoefte van de samenleving. De

informatie die het CBS publiceert, omvat vele maatschappelijke aspecten, van macro-economische

indicatoren als economische groei en consumentenprijzen, tot de inkomenssituatie van personen en

huishoudens. Het onderzoeksprogramma (meerjarenprogramma en werkprogramma) van het CBS

wordt vastgesteld door de Centrale Commissie voor de Statistiek (CCS). Voor haar onderzoek maakt

het CBS gebruik van bestanden van de overheid en aanvullend houdt ze jaarlijks enquêtes onder

bedrijven en burgers. Het CBS is sinds 3 januari 2004 een Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO).

In het Regionaal beeld voor de jeugd 2011 geeft het CBS aan dat het aantal 0- tot 25-jarige jongeren

in Nederland in de komende jaren licht af neemt. Volgens de meest actuele bevolkingsprognose zal

3 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:LevendGeborenenNL.png

4 Chris Kompiet: http://blog.youngworks.nl/specials/van-patatgeneratie-tot-prestatiegeneratie

Page 7: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 4 -

het aantal jongeren in 2020 ruim 4,8 miljoen bedragen. Dat is ruim 2 procent minder dan in 2011, 109

duizend minder dan nu. Omdat de rest van de bevolking tot 2020 blijft groeien, zal het aandeel

jongeren in de totale bevolking dalen van 30 procent in 2011 tot 28 procent in 2020.

De afname komt vooral door

een daling van de

geboortecijfers in het begin

van de 21ste eeuw die

waarschijnlijk doorzet tot

2015. Tot eind jaren 60 lag

het aandeel jongeren nog

rond de 45 procent. Door

introductie van de pil en

omdat de babyboomgeneratie

de leeftijd van 25 passeerde,

is het percentage jongeren

daarna snel gedaald tot ruim

30 procent in 1998. Tot 2011

is dit aandeel nagenoeg niet

veranderd.

De daling doet zich vooral voor onder de autochtone jongeren. Het aantal westerse allochtone

jongeren en niet-westerse allochtonen van de tweede generatie neemt daarentegen naar verwachting

toe. Op dit moment is 76,2 procent van alle jongeren autochtoon. Door een daling van het aantal

autochtone jongeren met bijna 155 duizend, bedraagt hun aandeel in 2020 nog 74,7 procent. Het

aantal westerse allochtonen zal juist toenemen, waardoor hun aandeel groeit van 7,4 naar 8,4

procent. Ook het aantal jongeren van niet-westerse afkomst stijgt licht5.

Totaal aantal jongeren van 0 tot 25 jaar, 2011 - Provincies uit Nederland

Totaal aantal jongeren van 0 tot 25 jaar

Groningen 177.082

Friesland 194.191

Drenthe 138.513

Overijssel 353.625

Flevoland 135.517

Gelderland 604.308

Utrecht 386.999

Noord-Holland 780.759

Zuid-Holland 1.059.784

Zeeland 106.231

Noord-Brabant 714.117

Limburg 297.422

Totaal 4.948.548

Bron: CBS Bevolkingsstatistieken

Het aantal jongeren in Fryslân is het grootst in de gemeenten Leeuwarden en Súdwest Fryslân. Dat

ligt ook wel voor de hand.

5 Bron: Landelijke Jeugdmonitor, Prognose; persoonskenmerken (2011-2060)

Page 8: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 5 -

2.4. NBTC-NIPO Research, het CVO en het CVTO

NBTC-NIPO Research is een joint venture tussen het Nederlands Bureau voor Toerisme &

Congressen (NBTC) en marktonderzoekbureau TNS NIPO en gespecialiseerd in marktonderzoek op

het gebied van vakanties, vrije tijd en zakenreizen van Nederlanders. Men doet continu en ad-hoc

onderzoek naar ontwikkelingen en trends binnen deze drie deelmarkten.

In het verleden brachten het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Nederlands Bureau voor

Toerisme (NBT) en het Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme (NRIT) ieder hun

eigen publicaties op de markt. Vanaf 1995 gaven genoemde organisaties de ‘Publicatiereeks

Toerisme en Recreatie’ uit. Deze reeks gaf elk jaar een beeld van de ontwikkelingen binnen de

toeristisch-recreatieve sector. Het NBT werd ondergebracht bij de koepelorganisatie Toerisme

Recreatie Nederland (TRN). De naam TRN werd in 2004 gewijzigd in het Nederlands Bureau voor

Toerisme & Congressen (NBTC). In 2011 is het NRIT failliet gegaan. Een ander groot bureau dat veel

onderzoek deed binnen de recreatiesector, de Stichting Recreatie is eind december 2011 opgeheven.

Het CVO en het CVTO worden nog steeds uitgevoerd, nu door NBTC-NIPO Research. Door wijziging

van de methodiek zijn de gegevens van voor 2002 niet meer vergelijkbaar met de huidige gegevens.

2.4.1. Het Continu Vakantie Onderzoek (CVO)

Eén van de bekende onderzoeken van NBTC-NIPO Research is het Continue Vakantie Onderzoek

(CVO). Een deel van de resultaten van het CVO is door het CBS gepubliceerd in het rapport Vakantie

van Nederlanders 20116. Als gevolg van een nieuwe opzet van het CVO in 2002 zijn enkele

uitkomsten vanaf het vakantiejaar 2002 niet goed vergelijkbaar met die van voorgaande jaren.

Het CVO wordt sinds 2002 jaarlijks gehouden onder een steekproef van circa 6.500 á 7.000 personen

die vier keer per jaar een vragenlijst krijgen toegezonden (tegenwoordig digitaal). Gevraagd wordt

informatie te verstrekken over hun vakantie(s) in de drie voorafgaande maanden. Om zoveel mogelijk

te voorkomen dat vakanties vergeten worden, is respondenten gevraagd om een aantal kerngegevens

direct na afloop van iedere vakantie in een speciaal elektronisch schema te noteren. De kans op

onderschatting van het werkelijk aantal doorgebrachte vakanties is daardoor verkleind. De definitieve

cijfers worden jaarlijks gepresenteerd in diverse StatLine-tabellen van het CBS. Bij de interpretatie van

de uitkomsten moet men er rekening mee houden dat een steekproef geen exacte uitkomsten

oplevert, maar dat de uitkomsten statistische marges kennen. De grootte van deze marges is mede

afhankelijk van het aantal personen of vakanties in de onderscheiden categorieën waar de uitkomsten

betrekking op hebben. In het algemeen geldt dat de betrouwbaarheid van de uitkomsten groter is

naarmate deze op meer waarnemingen (van verschillende respondenten) berusten.

Tot de seizoenrecreatieve logiesvormen worden gerekend: zomerhuisje, vakantiebungalow,

tweede woning, stacaravan, boot, kajuitboot of volkstuinhuisje in het bezit van het huishouden en een

eigen tent, bungalowtent, tourcaravan, vouwcaravan of vouwwagen op een vaste seizoen- of

jaarplaats. Een cruiseschip en een gehuurde zeil- of motorboot wordt gerekend als toeristische

logiesvorm (niet in bezit van het huishouden).

Navolgende tabellen komen uit het rapport ‘Vakantie van Nederlanders 2011’ van het CBS.

Opmerkelijk in de rapportage van het CBS is dat zowel de lange vakanties op een boot (van 300 naar

190) en de korte vakanties op een boot (van 460 naar 250) sinds 2002 fors zijn gedaald. Het gaat hier

om de seizoenrecreatieve logiesvorm, oftewel de eigen boot. Ook de toeristische logiesvorm (cruise

en huur van motor- of zeilboot) is gedaald van resp. 70 naar 50 en 90 naar 30. Daarentegen is de boot

als logiesvorm voor lange vakanties in het buitenland gestegen van 100 naar 190 (alle getallen keer

1.000, zie volgende pagina’s).

6 Vakantie van Nederlanders 2011, Centraal Bureau voor de Statistiek

Page 9: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 6 -

Page 10: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 7 -

Conclusie

Binnen het panel van ca. 6.500 personen zit een groep watersporters die bovenstaande gegevens

over het aantal bootvakanties heeft aangeleverd. In 2008 bestond deze groep uit 200 personen

(N=200). Extrapolatie van de gegevens van deze 200 personen levert 790.000 bootvakanties in

Nederland op in 2008. Het is daarom niet vreemd dat de cijfers per jaar nogal fluctueren. Het weer zal

daarbij ook een rol spelen, maar er wel een trend zichtbaar. Het totale aantal vakanties in Nederland

daalt en het totale aantal vakanties in het buitenland neemt toe. Hetzelfde geldt voor de

bootvakanties. De bootvakanties in Nederland zijn in 10 jaar bijna gehalveerd (van 920.000 naar

520.000). De (lange) bootvakanties in het buitenland zijn bijna verdubbeld (van 100.000 naar

180.000). Het totale aantal vakanties in het buitenland, lang en kort, eigen boot, huurboot inclusief het

verblijf aan boord van een cruiseschip, is toegenomen van 195.000 in 2002 naar 260.000 in 2011.

Page 11: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 8 -

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1.000

2002 2004 2006 2008 2010

x 1.000 Bootvakanties

Binnenland

Buitenland

Bron: NBTC-NIPO

Research (CVO),

bewerking

Waterrecreatie

Advies

Omdat watersporters in het CVO onderzoek qua aantal niet breed zijn vertegenwoordigd, heeft NBTC-

NIPO Research in 2009 onderzoek gedaan onder 550 eigenaren en huurders van kajuitboten·.

Het

levert een aantal interessante gegevens op o.a. over het aantal bootvakanties in Nederland (576.000

vakanties, 1.080.000 dagtochten met de eigen boot, gemiddeld 9 dagtochten per jaar en 38

vaardagen met de boot per jaar), de populairste vakantiebestemming (Fryslân), de gemiddelde duur

van een bootvakantie (eigen boot 7,9 dagen, huurboot 5,3 dagen) en de bestedingen van

watersporters per dag (aanzienlijk meer dan de bestedingen tijdens kampeervakanties).

2.4.2. Het Continu VrijeTijds Onderzoek (CVTO)

Het CVTO is een onderzoek naar de omvang en structuur van de vrijetijdsmarkt van Nederlanders.

Wekelijks worden ca. 350 personen uit een bestand van ruim 150.000 mensen uit de TNS NIPO

database bevraagd over hun vrijetijdsgedrag van de afgelopen week (ca 18.000 respondenten per

jaar). Het geeft inzicht in de ondernomen activiteiten en de frequentie. Onder vrijetijdsactiviteiten

worden alle dagrecreatieve activiteiten verstaan die buitenshuis zijn ondernomen en waarbij men

tenminste 1 uur en hooguit 1 dag van huis was (dus zonder overnachting). Bezoek aan familie /

vrienden kennissen en activiteiten ondernomen tijdens vakanties blijven buiten beschouwing. Over de

ondernomen activiteiten worden weer allemaal vragen gesteld. In het onderzoek worden ook vragen

gesteld over waterrecreatie- en watersportactiviteiten. Gevraagd wordt of men aan navolgende

activiteiten heeft deelgenomen:

Kanoën

Roeien

Surfen

Varen met een motorboot / jacht

Vissen

Zeilen

Zwemmen in binnenbad

Zwemmen in buitenbad

Ook wordt gevraagd of men aan navolgende buitenrecreatie-activiteiten heeft deelgenomen:

Recreëren aan water (zee, meer, rivier, plas e.d.)

Tocht met rondvaartboot

Over de ondernomen activiteiten worden weer meer vragen gesteld zoals de locatie waar de activiteit

heeft plaatsgevonden (land, regio, gemeente), aantal personen, leeftijd en uitgaven.

Page 12: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 9 -

100.000

300.000

500.000

700.000

900.000

1.100.000

1.300.000

1.500.000

2004 - 2005 2006 - 2007 2008 - 2009 2010 - 2011

kanoën

roeien

surfen

motorboot

vissen

zeilen

Aan NBTC-NIPO Research is gevraagd uit het CVTO de participatie van jongeren aan bovenstaande

watersportgerelateerde activiteiten in beeld te brengen en een opsplitsing per leeftijdscategorie. Het

CVTO heeft 4 keer plaatsgevonden: in 2004 – 2005, 2006 – 2007, 2008 – 2009 en 2010 – 2011. Het

onderzoek geeft een indruk van de ondernomen watersport- of waterrecreatie gerelateerde activiteiten

van de respondenten uit het panel. Omdat het panel geen vaste groep is, maar permanent wijzigt,

moeten uitspraken over het aantal en het type dagtochten van Nederlanders met enig voorbehoud

worden beschouwd. Het aantal respondenten dat aangeeft tijdens een dagtocht (buiten de vakantie!)

met een kano te hebben gevaren is ten opzichte van alle andere ondernomen activiteiten natuurlijk

niet zo groot. Een opsplitsing van het kanoën naar leeftijdscategorie is dan nog minder zuiver. Daarom

komen in de tellingen ook grote verschillen voor en moet “het aantal ondernomen dagactiviteiten van

Nederlanders per categorie” als een indicatie worden beschouwd.

CVTO jaargangen

Activiteiten 2004 - 2005 2006 - 2007 2008 - 2009 2010 - 2011

Recreëren* aan water 2.762 2.378 2.014

Recreëren* aan strand bij zee 2.245

Recreëren* aan strand bij meer 1.236

Tocht met rondvaartboot 412 409 350 281

Kanoën 254 219 198 159

Roeien 150 99 108 86

Surfen 54 43 41 29

Varen met motorboot / jacht 464 432 457 442

Vissen 503 545 437 386

Zeilen 231 185 169 144

Zwemmen in binnenbad 2.677 2.535 2.307 2.064

Zwemmen in buitenbad 1.749 1.752 1.377 1.237

Totaal 9.975 8.981 7.822 6.842

* zonnen, luieren, lezen, picknicken

Respondenten

Subtotaal: Waterrecreatie, en -sport (N) 3.458 3.381 3.050 2.740

Totale steekproef 5.558 5.657 5.350 5.047

Bron: NBTC-NIPO Research, bewerking Waterrecreatie Advies

Van alle activiteiten zijn de gegevens van de activiteiten kanoën, roeien, surfen, het varen met een

motorboot, idem met een zeilboot en vissen nader bekeken. Dat geeft navolgend beeld:

Ondernomen dagactiviteiten van Nederlanders buiten de vakantie om. Bron NBTC-NIPO Research

Page 13: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 10 -

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

kanoën

roeien

surfen

motorboot

vissen

zeilboot

kanoën 15%

roeien 8%

surf 3%

motorboot 31%

vissen 31%

zeilboot 12%

Roeien en het varen met een motorboot zijn populaire activiteiten op het water. Het varen met een

motorboot lijkt iets toe te nemen, het zeilen daalt een beetje. Als alle watersport gerelateerde

dagactiviteiten zoals ontvangen van NBTC-NIPO Research worden opgeteld, dan hebben in 2010 –

2011 ruim 8,5 miljoen mensen een “watersport- of waterrecreatie gerelateerde activiteit” ondernomen.

Dit is behalve bovengenoemde activiteiten inclusief het recreëren (zonnen, luieren, lezen, picknicken

aan het water (zee, meer, rivier, plas), het maken van een tocht met een rondvaartboot, het zwemmen

in een binnenbad en/of in een buitenbad. Van deze ruim 8,5 miljoen dagactiviteiten gaat het om ruim 4

miljoen activiteiten in de categorieën kanoën, roeien, surfen, motorboot varen, vissen en zeilen,

conform navolgende verdeling:

Er van uit gaand dat de verdeling naar leeftijdscategorie per onderzoek en per activiteit in principe niet

veel kan verschillen, hebben wij er voor gekozen het aantal participanten per leeftijdscategorie uit de 4

onderzoeken op te tellen en daaruit de gemiddelde participatie (%) per leeftijdsgroep per categorie te

berekenen

Gemiddelde participatie per leeftijdscategorie van genoemde activiteiten in de 4 CVTO onderzoeken,

bewerking Waterrecreatie Advies.

Page 14: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 11 -

Sportvissen en het varen met een motorboot of motorbootje met een buitenboordmotor komt als

dagactiviteit veel voor. In alle categorieën zit een piek tussen de 6 en de 18 jaar. Dit zijn “de jongeren”.

Daarna daalt de participatie sterk, wordt er gestudeerd en doet men blijkbaar andere dingen. Er

ontstaat een nieuwe piek tussen 35 en 45 jaar. Daarna dalen alle watersportactiviteiten systematisch

tot de lijn bij nul eindigt (75 jarigen en ouder, ).

Moet je de marketinginspanningen richten op de “jongeren”, de “studenten” of op de “herintreders”?

Dit is een vraag die niet in dit onderzoek beantwoord hoeft te worden, maar wel interessant.

2.5. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP)

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) brengt elk jaar tientallen rapporten uit over ontwikkelingen in

de samenleving. De rapporten zijn gebaseerd op gegevens uit bestaande bronnen of uit enquêtes die

het SCP zelf laat uitvoeren. Bestaande bronnen waaruit het SCP put, zijn bijvoorbeeld de cijfers van

het CBS. Ook gebruikt het SCP gegevens van departementen, universiteiten of specifieke

organisaties op een bepaald terrein.

In samenwerking met het W.J.H. Mulier Instituut wordt onder andere de ‘Rapportage sport’

uitgebracht. Aan deze rapportages, verschenen in 2003, 2006 en 20087 werken een groot aantal

partijen mee. De laatste uitgave is van 2008. Daaraan hebben o.a. meegewerkt het Centraal Bureau

voor de Statistiek, de sportkoepel NOC*NSF, TNO Kwaliteit van Leven, de Universiteit Utrecht, de

Universiteit van Tilburg, de Universiteit van Amsterdam alsmede de Vrije Universiteit, de DSP-groep,

het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, Consument en Veiligheid en een klankbordgroep.

In de Rapportage sport 2008 staat een in dit kader interessant stukje over het veranderende

vakantiegedrag van Nederlanders8:

Door de gestegen welvaart is een buitenlandse vakantie binnen het financiële bereik van steeds meer

mensen gekomen. Voor een deel gaat het hierbij om sportieve vakanties, zoals wintersport, en om

deelname aan sportevenementen in het buitenland, zoals de marathon van New York. De

toegenomen vakantieactiviteit sluit aan bij een bredere lange termijn ontwikkeling, die door Schnabel

(2000) is aangeduid met ‘intensivering’. Deze ontwikkeling ‘verwijst naar de veranderende dynamiek

en de toenemende betekenis van de belevingscomponent in het moderne leven. Er moet veel meer in

een leven en dat meer moet zowel afwisselend als belonend zijn. De beleving van werk, relaties, het

eigen leven en het eigen lichaam, vrije tijd, sport enz. staat steeds sterker in het teken van het

verlangen naar een intense en intensieve beleving en ervaring’ (Schnabel 2000). De koppeling van

sport aan intense en intensieve beleving en ervaring ligt ook voor de hand. ‘Sport is een zoektocht

naar sensatie, want de samenleving is routine geworden, sport is wegkomen van de routine en de

sleur om nieuwe emoties te vinden’ (Dunning, geciteerd in de NRC,7 juli 2007; zie ook Elias en

Dunning 2007).

Ook over de vrijetijdsbesteding in combinatie met de organisatiegraad wordt een trend vermeld9:

Een van de algemene kenmerken van de vrijetijdsbesteding is de mate waarin Nederlanders zich bij

verenigingen aansluiten om gezamenlijk actief te zijn. Dit wordt ook wel de organisatiegraad van de

vrije tijd genoemd. Het verenigingsleven is een belangrijke sociale context van de vrijetijdsbesteding.

De organisatiegraad is in tabel 2.8 gemeten als het percentage van de bevolking dat lid is van een of

meer vrijetijdsverenigingen. Deze organisatiegraad gaf sinds 1995 een lichte daling te zien, zowel in

het percentage van de bevolking dat zich voor de vrijetijdsbesteding ergens bij aangesloten had, als in

het aantal lidmaatschappen van de verenigingen. Die trend heeft zich tussen 2003 en 2007

7 Rapportage sport 2008, CPB / W.J.H. Mulier Instituut, Den Haag, december 2008

8 Idem, bladzijde 34 door Annet Tiessen-Raaphorst en Jos de Haan

9 Idem, bladzijde 37

Page 15: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 12 -

voortgezet. Het gecombineerde effect van beide aspecten komt tot uiting in het aantal

lidmaatschappen per 100 personen. Dat daalde van 48 in 2003 naar 45 in 2007. Ook deze daling sluit

aan bij een langduriger proces van afname van aantallen lidmaatschappen. De daling deed zich

binnen alle leeftijdsgroepen voor, het sterkst onder de jongvolwassenen (Van den Broek et al. 2007).

Omdat een van de veronderstellingen is dat jongeren niet meer of in ieder geval minder

geïnteresseerd zijn in watersport is contact opgenomen met mevrouw Tiessen-Raaphorst van het

CPB. Zij gaf aan dat in 2007 (laatste meting) ca. 7% van de Nederlandse bevolking tussen de 6 en 79

jaar had aangegeven een van de activiteiten surfen, zeilen, kanoën en/of roeien te hebben geoefend.

De deelname bij de jeugd was in 2007 groter dan bij de ouderen: 11% van de 6-19 jarigen, 7% van de

20-64 jarigen en 2% van de 65-79 jarigen. Sinds 1979 is deelname aan genoemde sporten vrij

stabiel10

.

Deelname aan: 1979 1987 1995 1999 2003 2007

Zeilen, roeien, kanoën, surfen [%] 6 8 8 6 8 7

2.6. NOC*NSF

Wat betreft participatie aan genoemde activiteiten gaat het vooral om “recreatief gedrag”. Het heet wel

“watersport”, maar voor de meeste deelnemers gaat het om dagrecreatie of vakanties. Als het over

jongeren gaat, dan gaat het bij een deel om de “sport” als het over watersport gaat. Over

sportparticipatie wordt o.a. onderzoek gedaan door NOC*NSF. Navolgende gegevens komen van de

website van NOC*NSF en/of door hun uitgevoerde onderzoeken.

In Nederland zijn circa 29.000 sportverenigingen. NOC*NSF werkt vanuit verschillende invalshoeken

aan het versterken van de georganiseerde sport. Sterke verenigingen, sportaanbod op maat,

aantrekkelijke accommodaties, meer en beter betaald kader en lokale samenwerking staan hierbij

hoog op de agenda. Daarbij fungeren de sportbonden als aanjagers. Gemeenten hebben onder

andere vanuit sociaal-maatschappelijk oogpunt sportstimulering hoog op de agenda staan.

De sportbonden en NOC*NSF en hebben in de Sportagenda 2016 de ambitie uitgesproken om de

sportparticipatie te verhogen naar 75 procent. Dit betekent: (1) meer mensen (2) vaker (3) actief te

laten sporten (4) gedurende een langere periode in hun leven.

De ambitie bestaat uit vier concrete onderdelen:

1. Meer: sportparticipatie minimaal 12x per jaar van 65% naar 75% van de bevolking; een

toename van 1,8 miljoen sporters

2. Vaker: sportfrequentie minimaal 40 weken per jaar van 50% naar 60% van de bevolking;

3. Actief: combinorm van 60% naar 70% en het percentage sporters dat deelneemt aan

competities en wedstrijden met 10% verhogen;

4. Langere periode: lidmaatschappen van 29% naar 35% van de bevolking.

Sportaanbieders gaan de komende jaren in de volgende kansrijke leeftijdsdoelgroepen gerichte acties

uitvoeren: basisschooljeugd, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs, jongvolwassenen, oudere

volwassenen, gepensioneerden, gehandicapten. De focus ligt hierbij op behoud van sporters voor de

sport én werving van mensen die niet (meer) sporten.

NOC*NSF kent in 2010 in totaal 86 lidorganisaties11

. Het aantal leden van de sportbonden is in 2010

met 30.696 leden toegenomen tot een totaal van 4.774.826 leden.

10

SCP, AVO 1997 – 2007, Rapportage sport 2008, bladzijde 83 11

Bron: Ledental NOC*NSF over 2010, publicatienummer: 713

Page 16: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 13 -

In 2009 waren het er 4.744.130, een stijging van 0,6%. Sinds 2003 schommelde de jaarlijkse groei

van de sportbonden gezamenlijk rond de 1%.

Bij de sportbonden is het aantal junioren in 2010 met 5,0% toegenomen. In 2009 was de verhouding

junior/senior 34% tegenover 66%, in 2010 35% tegenover 65%. Deze toename wordt veroorzaakt

doordat het aantal jongeren bij sportbonden netto is toegenomen met 78.894, terwijl het aantal

senioren een daling kende van 48.198 netto. In 2010 maakten jongens 58% uit van de junioren en

meisjes 42%. Het aantal jeugdleden is in 2010 met 78.894 toegenomen. Dit komt vooral door de

stijging van het aantal meisjes met ruim 55.000. Het aantal sportende jongens nam toe met een kleine

20.000.

De stijging in het gezamenlijke ledental van de sportbonden komt voor een groot deel voor rekening

van de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond, de Nederlandse Golf Federatie en de

Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond. De stijging is voor het grootste deel te danken aan de

toename van het aantal vrouwelijke juniorleden.

NOC*NSF geeft een volledig overzicht van de leden van de aangesloten organisaties. Binnen die

organisaties zijn een aantal “watersportorganisaties” waaronder het Watersportverbond. In

onderstaande tabel zijn de leden van deze organisaties in 2009 en 2010 vermeld. Het

Watersportverbond toont een afname van het ledental, de Roeibond een toename van het aantal

leden. De afname van het aantal leden had volgens het Watersportverbond te maken met financiële

perikelen die toen speelden. In hoofdstuk 4.1. wordt hier nader op ingegaan.

Leden NOC*NSF 2009 2010

Holland Surfing Association 0 694

KNMC (Motorboot Club) 518 478

KNRB (Roeibond) 27.777 30.227

Kanobond 6.648 6.680

NOB (Onderwatersport Bond) 18.376 17.917

Ned. Drakenboot Federatie 0 227

Ned. Waterski & Wakeboard Bond 3.236 3.032

Watersportverbond 100.536 94.413

Totaal 157.091 153.668

Page 17: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 14 -

3. Ontwikkeling watersport in Nederland, trends

3.1. Toekomstvisie Waterrecreatie 2025

In maart 2011 hebben een aantal toonaangevende watersportorganisaties12

een toekomstvisie

opgesteld waarin het belang van de sector wordt aangegeven en een wensbeeld voor 2025 wordt

geschetst. Navolgend enkele relevant delen uit dit rapport:

Nederland heeft ruim 2 miljoen waterrecreanten – een groep die aandacht verdient en die een grote

maatschappelijke en economische waarde vertegenwoordigt. De waterrecreant is iedereen die op,

aan of in het water zijn vrije tijd doorbrengt, of een sport beoefent. Binnen de context van deze visie

gaat het specifiek over zeilen, motorbootvaren, sportvissen, kitesurfen, waterskien, wakeboarden,

sportduiken, kanoën en roeien. De bestedingen direct gerelateerd aan waterrecreatie - inclusief

watersport en watersportindustrie – bedragen € 5,9 miljard per jaar13

. Dat is ruim 30% van de

economische waarde van het binnenlands toerisme en de recreatie. De sector biedt werkgelegenheid

aan 92.000 mensen. De export van de watersportindustrie bedraagt € 1,4 miljard. De betekenis van

waterrecreatie zal in de komende jaren toenemen. Niet alleen vanuit economisch perspectief, maar

ook in relatie tot de kwaliteit van stad en platteland, natuur en landschap, wonen en werken, sport en

gezondheid en cultuurhistorie en sociale samenhang.

De Toekomstvisie is uitgewerkt aan de hand van 8 ambities. De ambitie voor 2025 is o.a. dat de

kennismaking van jongeren met waterrecreatie en het leren omgaan met water net zo

vanzelfsprekend is als schoolzwemmen of schoolschaatsen. Dat wil men bereiken door waterrecreatie

onderdeel te maken van het onderwijsprogramma op basisscholen, het voortgezet onderwijs en

beroepsonderwijs. Men wil kennismakingsprogramma’s ontwikkelen, zorgen voor informatie- en

promotiemateriaal, de samenwerking versterken en de gebruikswaarde van het water verhogen.

3.2. Brancherapport Special Watersport, mei 2011

Het is niet eenvoudig een totaaloverzicht te krijgen van de Nederlandse watersportmarkt. De

achtergrond daarvan is dat er veel verschillende soorten watersport- of watersport gerelateerde

bedrijven zijn die door het CBS in verschillende groepen zijn ingedeeld. Jachtbouwers maken deel uit

van “de industrie”, importeurs van jachten vallen onder de categorie “groothandel”, watersportwinkels

onder “detailhandel” en jachthavens onder “horeca”. Met enige regelmaat trachten partijen of

betrokkenen daar orde in te brengen, maar dat valt niet mee. Een recent rapport is de Special

Watersport van Delta Lloyd14

. In deze rapportage wordt aangegeven dat de omzet van de branche

€ 2,6 miljard bedraagt waarvan € 1,4 miljard export. De indirecte omzet naar andere sectoren van de

economie wordt geschat op € 1,5 miljard. Het aantal actieve watersporters, mensen die regelmatig

actief zijn op het water, bedraagt volgens Delta Lloyd ca. 1,5 miljoen. Over trends en ontwikkelingen

wordt het volgende gesteld:

De economische crisis van de afgelopen periode heeft geleid tot wat lagere omzetten in 2009 en

2010. Toch zijn de gevolgen in de meeste subbranches relatief beperkt gebleven in vergelijking met

de gevolgen van de crisis in sommige andere sectoren. Bij de verkoop van nieuwe pleziervaartuigen

en bijbehorende watersporttoebehoren heeft zich wel een flinke omzetdaling voorgedaan. Vanaf 2008

zijn er reeds omzetdalingen tot 25% geweest. Sinds 2011 trekt de verkoop van pleziervaartuigen weer

aan, met name die van gebruikte jachten. Op het water zelf is de drukte echter nog steeds groot.

Waarschijnlijk komt dit doordat de watersporters meer vrije tijd hebben gekregen. Dat leidt er toe dat

ze vaker korte vakanties vieren. HISWA Vereniging en het Watersportverbond onderkennen de risico’s

12

HISWA Vereniging, ANWB, Watersportverbond, Sportvisserij Nederland, Nederlands Platform voor Waterrecreatie en de Stichting Recreatietoervaart Nederland, maart 2011 13

Bron: RIKZ – RIZA 2003, NBTC 2010, HISWA Vereniging 14

Brancherapport Special Watersport; De watersportbranche, Markt, trends, ontwikkelingen en risico’s, mei 2011

Page 18: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 15 -

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

x 1.000 Bootvakanties

Nederland huurboot

Nederland eigen boot

Buitenland huurboot

Buitenland eigen boot

van vergrijzing en zetten in op de beoefening van de watersport door jeugdigen. Fabrikanten van

pleziervaartuigen ontwikkelen om die redenen nieuwe jeugdvaartuigen met specifieke eigenschappen

die de jeugd aanspreken. Er is de laatste jaren sprake van een lichte toename van het aantal

zeillessen in Nederland. De gevolgen van de crisis voor de jachtverhuurbranche lijken soms zelfs

positief. In Friesland zien sommige jachtverhuurders een flinke stijging van het aantal boekingen,

waaronder de grootste jachtverhuurder van Friesland, Ottenhome in Heeg. Ook de Friese bungalows

en campings spinnen garen bij een economische crisis. De afgelopen periode zijn er 40% meer

boekingen geweest voor bungalows en campings dan in de jaren daarvoor.

Blijkbaar verwachtte men in 2011 op basis van de meest recente cijfers van het CBS uit 2010 dat het

dieptepunt van de recessie voorbij was en de watersportmarkt zich herstelde. Op dat moment was

men wel positief over de huurmarkt. Die uitspraken worden gestaafd door de resultaten van het CVO

onderzoek. Het aantal vakanties in Nederland met de eigen boot neemt volgens de CBS cijfers echter

al af sinds 2002 (met wat schommelingen).

Bron: CVO en NBTC-NIPO Research, bewerking Waterrecreatie Advies

3.3. Ontwikkeling watersport IJsselmeergebied en Friese kust

Sinds 1994 doet Waterrecreatie Advies onderzoek naar de ontwikkeling van de watersport in het

IJsselmeergebied15

. Alle aan het gebied grenzende jachthavens (hoofd- en nevenactiviteit) ontvangen

jaarlijks een vragenformulier met daarop de gegevens van het afgelopen jaar en het verzoek

veranderingen aan te geven. Gestreefd wordt naar een respons van 100% (230 “jachthavens”) en dat

wordt ook nagenoeg gehaald. Daarom zijn uit dit onderzoek trends af te leiden, die in de meeste

gevallen ook voor de rest van Nederland gelden.

Globaal is het aantal ligplaatsen in het IJsselmeergebied (incl. Randmeren) sinds 1960 toegenomen

van 5.000 naar ruim 35.500. Het aantal vaartuigen is in deze periode meegestegen. Tijdens de crisis

in de tachtiger jaren stagneerde de markt, maar herstelde zich daarna. Het aantal ligplaatsen en het

aantal boten nam jaarlijks toe met ca. 300 tot 500. In de afgelopen 10 jaar nam de groei af, maar was

nog wel positief. In 2010 werd voor het eerst geen toename van het aantal boten gemeten. In 2012

(vooruitlopend op de rapportage 2012, publicatie december 2012) is voor het eerst een afname van

het aantal boten gemeten.

15

Ontwikkeling watersport IJsselmeergebied, jaarlijkse rapportages op www.waterrecreatieadvies.nl.

Page 19: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 16 -

350.000

375.000

400.000

425.000

450.000

25.000

35.000

1995 2000 2005 2010

Aantal bootover-

nachtingen

Aantal ligplaatsen en

boten

Jaar

Aantal ligplaatsen, boten en bootovernachtingen in het IJsselmeergebied

Aantal ligplaatsen in het IJsselmeergebied

Aantal boten met een vaste ligplaats

Aantal bootovernachtingen

Rond de Friese IJsselmeerkust bevinden zich (in 2010) 48 jachthavens met 6.166 ligplaatsen. De

gemiddelde bezettingsgraad bedraagt 89,0%. Het aantal bootovernachtingen van passanten in 2009

bedroeg 102.425. De verblijftijd van passanten in de havens was gemiddeld 1,3 nachten.

Hoewel het aantal

ligplaatsen tot 2010

jaarlijks toenam, daalt

sinds 2003 het aantal

bootovernachtingen.

Men vaart minder. Dit

komt dus overeen

met de trend in het

CBS onderzoek in het

vorige hoofdstuk.

3.4. Sluispassages

Niet overal in Nederland is de situatie gelijk. De sluispassages naar de Waddenzee worden sinds

1982 gevolgd en die geven in de meeste jaren een toename van het aantal passages te zien16

.

16

Bron: Monitor IJsselmeergebied 2010, deelregio provincie Fryslân

Page 20: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 17 -

20.000

21.000

22.000

23.000

24.000

25.000

26.000

27.000

28.000

29.000

2006 2007 2008 2009 2010 2011

Sluispassages recreatievaart

Roggebotsluis Nijkerkersluis

In de Randmeren daalt het aantal passages sinds 2005 van de daarvoor gebruikelijke 30.000 naar iets

meer dan 20.000 in 201117

.

De recessie en het weer in Nederland hebben ongetwijfeld invloed op deze cijfers, maar het is met

name een verandering in het vaargedrag. Men vaart minder en minder ver binnen het gebied. De

vakanties worden korter. Verwacht werd dat het aantal dagtochten met een boot wat toe zou nemen,

maar daar is geen gericht onderzoek naar verricht, anders dan de algemene gegevens van het CVTO.

Uit het CVTO moet worden afgeleid dat ook het aantal dagtochten met een zeil- of een motorboot

afneemt (zie hoofdstuk 2.4). Een vergelijkbare grafiek van de sluispassages langs de Friese kust is er

nog niet, maar ook daar zou een effect meetbaar kunnen zijn als onderbouwing voor de uitgesproken

zorgen van de Friese ondernemers die mede aanleiding vormen voor deze rapportage.

3.5. Leeftijd watersporters en vergrijzing

In 2007 is onderzoek gedaan naar het vaargedrag van watersporters in Fryslân18

. Het was op

hoofdlijnen een herhaling van een vergelijkbaar onderzoek in het IJsselmeergebied en de Waddenzee

(2003), de Noordzee (2004), Amsterdam (2006), Flevoland en de Randmeren (2006) en het

Deltagebied (2008). In alle onderzoeken is o.a. gevraagd naar de leeftijd van de schippers en of ze

kinderen aan boord hadden. De jongste schippers, jonger dan 30, varen in het Randmerengebied (5%

versus Fryslân 3%). 37% van de schepen in de Randmeren had kinderen mee aan boord

(Deltagebied 43%, Fryslân 33%). Het aantal schepen met kinderen aan boord was in Fryslân in

verhouding tot de Randmeren en het Deltagebied dus niet zo hoog. Op zich zegt dat nog niet zoveel

over het aantal actieve jonge watersporters in Fryslân. Dit onderwerp komt terug in hoofdstuk 4.1.

In de discussies over deze rapportage is wel gesteld dat de gemiddelde leeftijd van watersporters met

een boot overeenkomt met de doorsnee van de Nederlandse bevolking. Anders gezegd, de

watersporters vergrijzen net zo hard als de niet watersporters. Er is één onderzoek gevonden waaruit

blijkt dat dit niet klopt; de gemiddelde leeftijd van de watersporters is hoog.

17

Een nieuwe brug bij Roggebotsluis tussen de A50 en de N307, Waterrecreatie Advies, augustus 2012 18

Onderzoek vaargedrag Fryslân en Leeuwarden, Waterrecreatie Advies, oktober 2007

Page 21: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 18 -

Uit bovenstaand onderzoek van Eileen in 2010 blijkt dat bijna 45% van de bootbezitters ouder is dan

55 jaar. De blauwe balk geeft aan dat minder dan 30% van de Nederlanders ouder is dan 55. Uit

StatLine, de databank van het CBS, blijkt inderdaad dat 29,2% van de Nederlanders ouder is dan 55

jaar. Hoe groot de steekproef van Eileen is geweest, is onbekend, maar een significant deel van de

Nederlands watersporters is dus “oud”. De meeste kinderen die meevaren zijn 13 tot 17 jaar.

Page 22: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 19 -

1.000

1.100

1.200

1.300

1.400

1.500

1.600

1.700

1.800

1.900

2.000

1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010

Zeilers Jeugdzeilklassen (<18 jr.)

Zeilers overige klassen met vooral jeugd

4. Watersportorganisaties en jongeren

Zoals aangegeven in Toekomstvisie Waterrecreatie 2025 (zie hoofdstuk 3.1.) maken de

watersportorganisaties zich hard voor toename van het aantal jeugdige watersporters. Meetbaar zijn

bijvoorbeeld het aantal wedstrijdzeilers in jeugdklassen of het aantal kinderen dat naar een zeilschool

gaat of naar een zeilkamp. Over dit onderwerp is contact opgenomen met het Watersportverbond.

4.1. Het Watersportverbond: meetbrieven, Combi’s en CWO-opleidingen

Bij het Watersportverbond is informatie opgevraagd over het aantal uitgegeven meetbrieven van

wedstrijdboten en dan specifiek de jeugdklassen en het aantal deelnemers aan “de Combi’s”. De

Combi’s zijn regionale zeilwedstrijden voor jeugdklassen. Uiteraard zijn dit de wat fanatiekere

watersporters, het zijn niet de “recreanten” die af en toe een dagje met hun ouders meevaren of een

(open) zeilboot huren.

Van het Watersportverbond (met dank aan Christoffel van Hees!) is een overzicht ontvangen van het

aantal uitgegeven meetbrieven sinds 1992, opgesplitst naar wedstrijdklassen waarin de jeugd actief is.

Het betreft een aantal klassen waarin alleen door jongeren tot een bepaalde leeftijd mag worden

gevaren. In de Optimist (579 meetbrieven) en de Flits (104 meetbrieven) mag dat t/m 15 jaar. In de

Splash (465 meetbrieven) mag dat tot 18 jaar. Dit zijn de belangrijkste jeugdklassen als het om het

aantal meetbrieven gaat. Andere klassen in deze categorie zijn de Zoom 8, de Bic, de Cadet, de Pluis,

de RS en het aantal licenties jeugdsurfen. Dan is er nog een tweede groep klassen waarin veel

jeugdzeilers voorkomen, maar waarin geen leeftijdsgrens geldt. De belangrijkste klasse in deze groep

is de Laser (492 meetbrieven, gewone Laser, Laser Radiaal en Laser 4.7), de Flash (115) en de

Schakel (110). In onderstaande grafiek is het aantal zeilers uitgezet in beide categorieën. Het aantal

zeilers is iets groter dan het aantal meetbrieven omdat er boten zijn waarin met 2 personen wordt

gevaren zoals de Schakel, Vaurien, Cadet en de 420

.

Bron: Watersportverbond, uitgegeven meetbrieven, bewerking Waterrecreatie Advies

Geconcludeerd kan worden dat het aantal zeilers in jeugdklassen tot 18 jaar in ieder geval niet daalt,

zelfs een beetje groeit. In de andere klassen daalt de participatie, maar in aantallen zeilers is het “niet

heftig”. De meest populaire klasse in de 2e groep is de Laser waarin recent Marit Bouwmeester zilver

won op de Olympische Spelen. De Laserklasse is altijd een populaire klasse geweest en groeit de

laatste jaren weer hetgeen ten koste gaat van andere klassen zoals de Europe en de Splash. Er zijn

Page 23: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 20 -

500

1.500

2.500

3.500

4.500

5.500

6.500

7.500

8.500

9.500

Jeugdzeildiploma's Zwaardbootdiploma's Windsurfdiploma's

altijd schommelingen in wedstrijdklassen, dat is o.a. goed zichtbaar tijdens de Sneekweek. Het aantal

deelnemers is redelijk stabiel, maar de klassen en het aantal deelnemers per klasse varieert.

Door bovenstaande wedstrijdzeilers wordt deelgenomen aan zeilwedstrijden. Speciaal voor de jeugd

worden zogenaamde “Combi wedstrijden” georganiseerd, waaraan zeilers mee kunnen doen t/m 18

jaar in één- en tweemansboten. Nederland is verdeeld in 8 regio’s waar combi’s worden gevaren

(respectievelijk: Noord, Oost Zuiderzee, Amsterdam, Rotterdam, Delta, Zuid en Randmeren). De

Combi Amsterdam heeft de meeste deelnemers (356 in 2011), gevolgd door Rotterdam (207) en regio

Noord (206). Het totale aantal boten dat aan de 8 Combi’s in Nederland deelneemt is jaarlijks circa

1.000 en stabiel.

Niet iedereen wil wedstrijdzeilen. Een klein deel van de zeilers vindt wedstrijdzeilen leuk. De meeste

zeilers zijn minder fanatiek en varen “recreatief”. Er zijn verschillende manieren om met de watersport

kennis te maken. Sommigen leren het van hun ouders, anderen varen mee met vrienden of

vriendinnen en er is een behoorlijke categorie die het zeilen leert op een zeilschool of een zeilkamp.

Men kan daar zeildiploma’s halen. In de meeste gevallen worden CWO- diploma’s uitgereikt. De

Stichting CWO is een samenwerkingsverband van de ANWB, het Watersportverbond en de HISWA.

Deze stichting stelt zich tot doel een uniform diplomasysteem voor vrijwillige vaaropleidingen in te

richten en in stand te houden. Zo zijn er diploma’s voor bijna elke watersportdiscipline zoals

kielbootzeilen, jeugdzeilen, zeezeilen en brandingsurfen. Het aantal uitgereikte diploma’s wordt al

jaren bijgehouden en dat levert onderstaand beeld op.

Bron: Watersportverbond, aantal uitgegeven CWO-diploma’s

In 2011 bedroeg het totaal aantal jeugdzeildiploma’s 6.224, het aantal zwaardbootdiploma’s 2.233 en

het aantal windsurfdiploma’s 1.147. Het gaat dus om bijna 10.000 zeil- en surfdiploma’s per jaar.

Uit de grafiek blijkt geen afgenomen belangstelling voor de jeugd om kennis te maken met de

watersport. Het beeld is vrij stabiel.

4.2. Nationaal Platform voor WaterRecreatie (NPvW), “de overige gebruikers”

Het Nederlands Platform voor WaterRecreatie (NPvW) is de opvolger van het Watersportberaad, een

samenwerkingsverband van organisaties die actief zijn op het gebied van waterrecreatie.

Deelnemende organisaties in het NPvW zijn de ANWB, FONV (Federatie Oud Nederlandse

Vaartuigen), KNRM, de Reddingsbrigade, KNMC (Koninklijke Nederlandse Motorboot Club), de

KNSB, de NKV (Nederlandse Kitesurf Vereniging), de NOB (Nederlandse Onderwatersport Bond), de

Page 24: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 21 -

500

5.500

10.500

15.500

20.500

25.500

30.500

35.500

40.500

2007 2008 2009 2010 2011

0 t/m 7 jaar

8 t/m 12 jaar

13 t/m 18 jaar

19 t/m 25 jaar

NVvT (Nederlandse Vereniging van Toerzeilers), de Nederlandse Waterski- en Wakeboard Bond,

Scouting Nederland, Sportvisserij Nederland, de TKBN (Toeristische Kano Bond Nederland), de

Wadvaarders en de Koninklijke Nederlandse Roeibond. De organisaties vertegenwoordigen bij elkaar

ruim één miljoen georganiseerde watersporters en waterrecreanten in Nederland.

Voor dit onderzoek relevante organisaties die deel uitmaken van het NPvW zijn de Nederlandse Kanobond, de Nederlandse Kitesurf Vereniging, de Nederlandse Waterski- en Wakeboard Bond, Scouting Nederland, Sportvisserij Nederland en de Toeristische Kanobond Nederland. De Nederlandse Kanobond en de Waterski- en Wakeboard Bond zijn lid van het NOC*NSF. Onlangs is ook het kitesurfen een Olympische sport geworden. Genoemde organisaties zijn benaderd met vragen gericht op beschikbaar cijfermateriaal over jongeren en watersport. 4.2.1. Sportvisserij Nederland Zoals uit de informatie in hoofdstuk 2.4.2. bleek, is sportvissen een belangrijke watersportactiviteit. Om te mogen vissen is een VISpas nodig. Er wordt wel eens wat vreemd gekeken naar de sportvissers langs de waterkant, maar menig booteigenaar heeft een hengel aan boord. Ook andersom geldt dat veel sportvissers een boot hebben. Bij Sportvisserij Nederland zijn 861 verenigingen aangesloten19. Met elkaar hebben deze verenigingen ruim 484.000 leden die in het bezit zijn van een VISpas. Daarnaast zijn er nog ruim 100.000 sportvissers die niet bij een vereniging zijn aangesloten, maar een Kleine VISpas hebben gekocht en daarmee met maximaal 1 hengel mogen vissen in een beperkt aantal wateren. Het aantal leden van de bij Sportvisserij Nederland aangesloten verenigingen groeit gestaag. De VISpas is er voor sportvissers van 14 jaar en ouder. Er is een jeugdVISpas voor sportvissers tot 14 jaar. Een VISpas is het lidmaatschapsbewijs van de aangesloten vereniging. Via ruim 1.000 hengelsportcontroleurs en eigen Buitengewone Opsporingsambtenaren controleren de hengelsportorganisaties zelf of sportvissers wel in het bezit zijn van een VISpas en de visserijregels naleven. Uit de grafiek in hoofdstuk 2.4.2. bleek ook al dat het aantal jeugdige sportvissers hoog is. Navolgende gegevens over het aantal jeugdleden werden van Sportvisserij Nederland ontvangen:

2007 2008 2009 2010 2011

0 t/m 7 jaar 704 633 861 1.079 1.158

8 t/m 12 jaar 8.096 9.478 12.235 16.220 20.505

13 t/m 18 jaar 26.156 27.825 30.369 33.289 36.446

19 t/m 25 jaar 32.748 34.082 36.677 37.429 39.808

19

Jaarverslag Sportvisserij Nederland 2011

Het aantal aangesloten jeugdleden groeit gestaag. Dankzij de VISpas zijn veel gegevens bekend.

Page 25: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 22 -

Opgemerkt moet worden dat jongeren tot 14 jaar gratis kunnen meevissen met een volwassene die in

het bezit is van een geldige VISpas. Verder worden, met name in Friesland, Groningen en Drenthe,

éénhengelvergunningen uitgegeven, die niet of beperkt worden geregistreerd. De werkelijke deelname

van jeugd jonger dan 14 jaar zal dan ook fors hoger zijn dan uit bovengenoemde cijfers blijkt. Menig

watersportorganisatie zal jaloers zijn op dergelijke grafieken en trends. Door hengelsportverenigingen,

hengelsportfederaties en Sportvisserij Nederland worden ook veel activiteiten voor de jeugd

georganiseerd. Deze worden nader omschreven in het Beleidsplan en Jaarverslag van Sportvisserij

Nederland. Beiden zijn is te downloaden via: http://www.sportvisserijnederland.nl/over_ons/.

4.2.2. De Nederlandse Kitesurf Vereniging (NKV) Het Kitesurfen bestaat in Nederland nog maar ruim 10 jaar, maar inmiddels is het een Olympische sport geworden en Nederlanders zijn er ook nog goed in. De Nederlandse Kitesurf Vereniging is na haar oprichting explosief gegroeid. In het begin was kitesurfen nog een vrij gevaarlijke sport, omdat de vlieger moeilijk te controleren was. Inmiddels is de situatie veel beter geworden en telkens meer jongeren leren via speciale kitesurfscholen de charmes van deze sport kennen.

Qua vergunningen heeft Fryslân het kitesurfen goed geregeld. Er zijn meerdere kitesurflocaties op de Waddeneilanden en langs de Friese IJsselmeerkust. Op de website van de NKV staan geen recentere cijfers, maar de grafieken geven een beeld van een explosief groeiende vereniging in de beginjaren. Een deel van de jongeren heeft een sport ontdekt die uitdagender is dan het zeilen met een zeilboot. Het aantal leden neemt snel toe, o.a. omdat bij het lidmaatschap een WA- verzekering in zit. Het bestuur van de NKV bestaat uit enthousiaste vrijwilligers en direct betrokkenen

Page 26: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 23 -

4.2.3. De Nederlandse Waterski- en Wakeboard Bond

Het kitesurfen is een snelgroeiende en populaire sport onder jongeren, evenals het snowboarden in

de winter. Qua materiaal en techniek liggen kitesurfen, snowboarden en wakeboarden dicht bij elkaar,

allemaal “snelle sporten” dus het was interessant om te kijken of ook het wakeboarden in de lift zit.

Uit de gegevens van de Nederlandse Waterski- en Wakeboard Bond blijkt het aantal leden stabiel te

zijn en nu rond de 2.500 te liggen.

De grootste groep van de leden ligt toch ruim boven de 35 jaar. Als verklaring wordt gemeld dat de

bereidheid om lid te worden afhankelijk is van de economie en dat jongeren niet snel lid worden van

een vereniging. Verder is men uiteraard net als veel andere sporten wel actief om scholieren in deze

sport te interesseren.

4.2.4. Overigen

De Nederlandse Kano Bond, de Toeristische

Kanobond Nederland en Scouting Nederland zijn

benaderd voor informatie, maar dat heeft binnen de

periode waarin deze rapportage moest worden

afgerond geen informatie opgeleverd. Over kanovaren

als dagactiviteit is o.a. dankzij het CVTO wel vrij veel

bekend (zie hoofdstuk 2.4.2.).

Van Scouting Nederland en de Waterscouts werd ook

geen informatie ontvangen. In Fryslân zijn 2 groepen

waterscouts actief, in Sneek en in Harlingen.

Scouting is een organisatie gericht op de jeugd en de

Waterscouts zijn daarin een belangrijk onderdeel.

Scouting Nederland is de grootste jeugd- en

jongerenorganisatie van Nederland en heeft 100.000

actieve leden! De 87.000 jeugdleden en 25.000

vrijwilligers van Scouting zijn verdeeld over meer dan

1.100 Scoutinggroepen. Scoutinggroepen in Nederland

4 - 11 jr. 1%

12 - 17 jr. 4%

18 - 24 jr. 6%

25 - 34 jr. 16%

35 - 44 jr. 15%

45 - 64 jr 26%

65 + 32%

Page 27: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 24 -

5. Conclusies

Dit onderzoek was bedoeld om zoveel mogelijk feiten boven tafel te krijgen over ontwikkelingen in de

watersport en dan met name gericht op jongeren. Volgens een aantal Friese ondernemers is er sprake

van een zorgelijke situatie en een negatieve tendens. In deze rapportage zijn een aantal

ontwikkelingen en trends uit beschikbare onderzoeken bij elkaar gebracht. Is de situatie zorgelijk?

Er vinden inderdaad veranderingen plaats in het gedrag van watersporters en dat loopt al langer. Men

vaart minder en dat blijkt uit allerlei statistieken. Voor een deel is het weer daar debet aan en uiteraard

speelt de economische situatie daarin een rol. Het aanbod aan schepen is groot en er wordt weinig

verkocht. De huurmarkt lijkt of leek nog stabiel. Maar er is meer aan de hand. De zorgen concentreren

zich op het interesseren van jongeren in de watersport. Er wordt veel gedaan om jongeren kennis te

laten maken met de watersport. Open dagen, schoolzeilen en allerlei andere op de jeugd t/m 18 jaar

gerichte activiteiten. Daarna raken we ze kwijt. De grafiek uit het CVTO onderzoek laat dat duidelijk

zien.

Er zijn 4 fasen te onderscheiden. Na het aanvankelijk enthousiasme van de jeugd (fase 1), vallen we

in een diep gat (fase 2). Daarna krijgen we de “herintreders” en nieuwe watersporters (fase 3).

Ondanks alle inspanningen en hulpmiddelen om het varen te vergemakkelijken, houdt het een keertje

op (fase 4).

Vroeger gingen veel jongeren in fase 2 een weekje trekken met een Valk of een 16m2, dat is niet

meer zo. De 2e groep wordt kleiner en er zijn terecht zorgen of de 3

e groep wel in stand blijft of ook

afneemt. Er zijn allerlei argumenten te bedenken waarom de 2e groep kleiner wordt. De werkelijke

discussies hierover moeten nog gevoerd worden en belangrijker, wat zijn de oplossingen? Er zijn

hierover vragen gesteld aan studenten van Hogeschool Windesheim die deze maand bij Ottenhome in

Heeg een deel van hun introductieweek doorbrachten. De resultaten moeten nog worden afgewacht.

Intussen zijn wij uiteraard ook zelf kritische vragen gaan stellen aan onze “jongeren” en hun vrienden

tijdens een vaartocht over de Waddenzee afgelopen zomer. Het waren allemaal jongeren uit de 2e

groep, dus eigenlijk al bijzonder dat ze (in Nederland) varen. Bevestigd werd dat het steeds moeilijker

wordt om locaties te vinden waar je ’s avonds op een leuke manier met gelijkgestemden flink feest

kunt vieren. Als dat niet meer kan in Nederland, dan wordt zeilen met een boot een saaie vakantie.

Page 28: ‘Jongeren en watersport’ - Waterrecreatie Advies · De X, Y en Z generaties zijn geboren na de babyboomperiode. Aan generaties worden talloze eigenschappen toebedacht zoals de

- 25 -

En er zijn alternatieven (zie o.a. http://www.theyachtweek.com/home/concept/). Over de Nederlandse

variant, Valk Week 1.0 en 2.0 is flink gediscussieerd. Het enthousiasme over een weekje varen op het

Wad was groot, volgend jaar weer. De manier waarop door deze jongeren werd gevaren is ook van

deze tijd. Kitesurfers die over het Wad navigeren op een I-phone, het is even wennen. Ook voor de

voorlichters van het ministerie van EL&I toen ze een pomp vroegen om hun vlieger op te blazen…

De discussie over dit onderwerp moet nog beginnen, maar watersport kan heel leuk zijn!