Ajodakt taalmix groep 4 werkboek

6
2 Inhoud Introductie aan de leerling 3 1 Taal 4 2 Spelling 6 3 Woordenschat 8 4 Taal 10 Puzzelmix 1 12 5 Spelling 14 6 Woordenschat 16 7 Taal 18 8 Spelling 20 Puzzelmix 2 22 9 Woordenschat 24 10 Taal 26 11 Spelling 28 12 Woordenschat 30 Puzzelmix 3 32 13 Taal 34 14 Spelling 36 15 Woordenschat 38 Puzzelmix 4 40 Puzzelverzamelmix 1 42 Puzzelverzamelmix 2 44 Superpuzzelverzamelmix 46 9006627855.indd 2 28-02-13 12:03

description

Ajodakt taalmix groep 4 werkboek

Transcript of Ajodakt taalmix groep 4 werkboek

Page 1: Ajodakt taalmix groep 4 werkboek

2

Inhoud

Introductie aan de leerling 3

1 Taal 4 2 Spelling 6 3 Woordenschat 8 4 Taal 10 Puzzelmix 1 12

5 Spelling 14 6 Woordenschat 16 7 Taal 18 8 Spelling 20 Puzzelmix 2 22

9 Woordenschat 2410 Taal 2611 Spelling 2812 Woordenschat 30 Puzzelmix 3 32

13 Taal 3414 Spelling 3615 Woordenschat 38 Puzzelmix 4 40

Puzzelverzamelmix 1 42 Puzzelverzamelmix 2 44 Superpuzzelverzamelmix 46

9006627855.indd 2 28-02-13 12:03

Page 2: Ajodakt taalmix groep 4 werkboek

4

Taak 1 Taal

Schrijf het nieuwe woord op.

1 Een bal van sneeuw is een sneeuwbal .

2 Een broek om in te zwemmen is een .

3 Een mat om in te hangen is een .

4 De deur van een kast is een .

5 Het vet van een kaars is .

6 Een plaat om te kleuren is een .

Los de rebus op.

kerk + = kerkklok

+ dier =

hang + =

+ pomp =

Vul in.aMaak het woord klein.

1 haan haantje de voorste zijn.

2 hoed Zich een schrikken.

3 oog Een op iemand hebben.

4 duim De weg op je kennen.

5 mond Niet op zijn gevallen zijn.

bWat betekenen de zinnen van oefening a?Schrijf het cijfer van de zin achter de betekenis.

a de weg goed weten d verliefd zijn

b altijd als eerste er bij zijn e heel erg schrikken

c duidelijk zeggen wat je vindt

1

2

oor + =

duik + =

+ vet =

+ dag =

3

9006627855.indd 4 28-02-13 12:03

Page 3: Ajodakt taalmix groep 4 werkboek

5

Maak het woord klein.Wat komt erachter? -je, -tje of -pje?Schrijf het woord in de goede rij.

-je -tje -pje

lampje

Maak de zin goed.Het eerste woord staat er al.

1 een spuit dokter Pieterse geeft

Dokter Pieterse geeft een spuit.

2 het gras de tuinman maait

De tuinman

3 een leuk boek Josje leest

Josje

4 de kip op het hok zit

De kip

Welke stukjes passen bij elkaar?Trek een lijn.

Een muur wordt gemaakt

Pim zit op een bank en leest

Papa rijdt naar school in

Oom Koos verft

Mama bakt

een auto.

van steen.

een ei met spek.

een boek.

de deur geel.

4

lamp

riem

stoel

armboek

worm

haar

geitduif boom

koe broer

5

6

9006627855.indd 5 28-02-13 12:03

Page 4: Ajodakt taalmix groep 4 werkboek

6

SpellingTaak 2

Je schrijft een woord kort. Maar soms lijkt het alsof je een extra letter hoort.Bijvoorbeeld: Je schrijft melk, maar je zegt soms melluk. Je schrijft hark, maar je zegt soms harruk.

Schrijf het woord op.Schrijf daarna een rijmwoord op.

warm k st

z p dw

Vul het goede woord in.

1 Op mijn wondje smeer ik .

2 Roel zaagt de door.

3 Kim ziet een hoge in zee.

4 Mama gaat vroeg naar haar .

5 Mark zag de boef en riep om .

Maak het nog meer.

leuk – leuker – leukst dun – dunner –

laag – lager – fijn – fijner –

laat – later – diep – dieper –

!

1

2

zalf

balk

werk

golf

hulp

3

9006627855.indd 6 28-02-13 12:03

Page 5: Ajodakt taalmix groep 4 werkboek

7

Schrijf de woorden op de goede plek.

1 danst – straat Marieke op .

2 strooit – stroop Hij suiker en schenkt .

3 liefst – worst Het eet ik .

4 tekst – streep Jochem zet een door de .

5 sprak – markt Mijn moeder de juf op de .

Vul in: s of z.

1 Ik heb rode okken. 3 Een haas kan nel rennen.

2 Poes Mies is wart. 4 Deze tas is heel waar.

Vul in: f of v.

1 Lars gaat aak zwemmen. 3 Tom alt van de trap.

2 Fiene houdt niet van ruit. 4 Ik ga morgen naar de ilm.

Over de welke woorden liep de poes?Schrijf de woorden achter de zin.

Het zijn woorden met een s of z.

1 Er zit and in mijn ok.

2 Ik geef de olifant een oen op zijn lurf.

3 De oep smaakt out.

Het zijn woorden met een f of v.

4 We gebruiken de les als aas.

5 Met een aartje iets ik naar beneden.

6 Ik raag of hij kan luiten.

4

5

6

7

9006627855.indd 7 28-02-13 12:03

Page 6: Ajodakt taalmix groep 4 werkboek

12

Puzzelmix 1

Kleur de vakjes.Klopt het woord bij de zin? Dan kleur je het vakje bij goed.Klopt het woord niet bij de zin? Dan kleur je het vakje bij fout.

goed foutg a Een schort draag je bij het koken.a l In een vergiet kun je melk bewaren.n k In het kookboek kijk je om liedjes te leren. s b Met een mixer meng je het beslag goed door elkaar.r e Een ovenwant draag je buiten in de winter.a z Kopjes, borden en schaaltjes noem je bestek.f n Met een deegroller maak ik het deeg voor koekjes plat.a d De lunch is het eten tussen de middag.o e Als je siroop mengt met water, krijg je limonade.n p Een milkshake is een lekker warm drankje.

Vul de letters in van de vakjes die niet gekleurd zijn.

Het vlees is zwart! Je hebt het laten …

Vul in.

de of het de of het dit of deze dit of deze

1 taart 5 plant 9 rups 13 behang

2 koe 6 land 10 glas 14 bed

3 boek 7 potlood 11 stoel 15 vork

4 foto 8 poes 12 mes 16 emmer

Kijk naar oefening 2.Waar schreef je het en dit?Kleur de vakjes met dat nummer.

1

2

3

2 12 13 10 1 15 2 12 14 3 8 13 14 7 11 15

3 3 5 7 8 11 1 3 4 7 6 12 5 3 6 14

15 8 2 10 3 8 4 6 15 4 11 4 1 2 5 7

11 4 11 8 14 9 10 12 11 5 4 14 7 10 12 3

2 15 1 9 6 3 7 1 9 2 9 3 8 9 11 15

9006627855.indd 12 28-02-13 12:03