‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ ·...

32
‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’

Transcript of ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ ·...

Page 1: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

‘Het meisje was al geboren’‘Blij met MIST’

‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’

Page 2: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle2

Inhoud

4 Vijf jaar ROAZ

5 ROAZ heeft handen vol

10 Suïcidaliteit

11 Steunpunt OTO

12 Netcentrisch werken

13 Emergo Train System

15 GAGS

16 Steunpunt OTO

20 Nascholing

22 Traumaregistratie

26 Code Rood

31 Medewerkers Netwerk Acute Zorg Zwolle

In het netwerk van het Netwerk Acute Zorg Zwolle worden veel afkortingen en namen gebruikt. Hieronder een overzicht van de afkortingen gebruikt in deze uitgave

Afkortingenlijst:AIS Abbreviated Injury ScaleAKO Acute Kinder OpvangCBRN Chemisch Bacteriologisch Radiologisch NucleairCIVO Centraal Instituut voor Verpleegkundig vervolg OnderwijsCRPS-1 Complex Regionaal Pijnsyndroom type 1CRKBO Centraal Register Kort BeroepsonderwijsCT CrisisteamETS Emergo Train SystemFDM Fundamental Disaster ManagementGGD Gemeentelijke of Gemeenschappelijke GezondheidsdienstGGZ Geestelijke GezondheidszorgGHOR Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en RampenHAP HuisartsenpostHaROP Huisartsen RampenopvangplanIC Intensive CareIGZ Inspectie voor de GezondheidszorgISS Injury Severity Score LNAZ Landelijk Netwerk Acute ZorgLvTC Landelijke Vereniging van TraumacentraMICU Mobiele Intensive Care Unit NIAZ Nederlands Instituut voor Accreditatie in de ZorgNIVEL Nederlands Instituut voor Onderzoek van de GezondheidszorgNVvH Nederlandse Vereniging voor HeelkundeOK OperatiekamerOT Operationeel Team OTO Opleiden, Trainen en OefenenRAV Regionaal Ambulance VervoerROAZ Regionaal Overleg Acute ZorgROTS Rampen Opvang Training SetRvB Raad van BestuurRVZ Raad voor de Volksgezondheid en ZorgSEH Spoedeisende HulpTAZ Thema-avond Acute ZorgUT Universiteit TwenteVMS VeiligheidsmanagementsysteemVNOG Veiligheidsregio Noord en Oost GelderlandZKHn ZiekenhuizenZiROP Ziekenhuis RampenOpvangPlan

14 Handreiking chemische besmetting

6 Blij met MIST

25 Sven van Helden

Accreditatie

9 RVZ-rapport

29 MICU goed op weg

Page 3: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 3

Van Traumac enTrum naar n eTwer k acuTe Zorg Zwolle

Verbreding van taken, nieuwe naamSinds zijn oprichting in 1999 is het takenpakket van Traumacentrum Zwolle flink uitgedijd. Door de verbreding naar alle acute zorg dekte de term traumacentrum de lading niet meer. ‘Dat vroeg om een nieuwe naam’, verklaart Gijs van Aken. Op 1 september 2011 werd Traumacentrum Zwolle officieel omgedoopt in Netwerk Acute Zorg Zwolle.

Richtte het Traumacentrum zich aanvankelijk vooral op de trauma-zorg, in de loop der jaren zijn daar

allerlei activiteiten aan toegevoegd. Van het opzetten van een opleidingsinstituut voor crisispreparatie in de zorg tot het ontwikkelen van de MICU-centrumfunctie. Ook het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) werd ondergebracht bij het Traumacentrum en hetzelfde geldt voor de OTO-stimuleringsgelden. ‘We zijn uitge-groeid tot een regionaal netwerk op het gebied van acute zorg. De nieuwe naam is dus een logische keus’, vindt het hoofd van het Netwerk Acute Zorg Zwolle.Dat de naam niet eerder is veranderd heeft een goede reden. ‘De Landelijke Vereniging van Traumacentra (LvTC) heeft zijn naam op 1 juli 2011 gewijzigd in Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Als regionaal

netwerk hebben wij ervoor gekozen om de landelijke naamsverandering te volgen.’

SamenwerkingIn 2011 zijn verschillende activiteiten geïnitieerd. Zo klonk het startschot van de Meetperiode Acute Zorg, waarmee vraag, aanbod en kwaliteit van de acute hulp-verlening in kaart worden gebracht. Bij de start van dit traject vond nauwe afstem-ming plaats met Enschede en Tilburg. ‘Door een gezamenlijke, uniforme dataset vast te stellen, kunnen we in de toekomst onze meetresultaten onderling vergelijken’, verklaart Van Aken. Ook op andere terreinen krijgt de interregionale samen-werking steeds meer vorm. ‘Denk aan het CBRN-project, waarin we afstemming vinden met het AMC en het Medisch Spectrum Twente.’ •

‘In 2011 zijn er allerlei rapporten verschenen over de Acute Zorg. In een aantal daarvan werd het

bestaansrecht van met name kleine SEH’s en IC’s ter discussie gesteld. Deze notities hebben in het veld veel stof doen opwaaien en dat is heel begrij-pelijk. Ziekenhuisbestuurders uit deze regio hebben hun twijfels geuit over de haalbaarheid van de plannen en gewaarschuwd voor de mogelijke conse-quenties. Daar sluit ik me graag bij aan. Want als je rücksichtslos gaat snijden in het aantal SEH’s en IC’s, heeft dat gevolgen voor de betreffende zieken-huisorganisatie maar ook voor de rest van de regio. Door SEH en IC te sluiten, verwijder je de ruggengraat van een ziekenhuis. Dan snijd je dus meer weg dan je lief is.’

De discussie over de inrichting van de Acute Zorg leidde in deze regio tot veel vragen. In hun zoektocht naar antwoor-den trokken ketenpartners regelmatig bij ons aan de bel. Men weet ons steeds beter te vinden en dat beschouw ik als een compliment. Die pluim geef ik graag door aan de medewerkers én de vier medisch coördinatoren van het Netwerk Acute Zorg Zwolle. We hebben een deskundig team met veel ervaring en een sterke relatie met de regio. Die combinatie van kennis, kunde en de wil om samen te werken is de kracht van ons netwerk.’ •

Gijs van Aken, hoofd Netwerk Acute Zorg Zwolle

een roerig jaar

Page 4: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle44 Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle

‘Gezamenlijk belang prevaleert’Volgens Pauline Terwijn heeft het ROAZ zich in vijf jaar dubbel en dwars bewezen. ´Dankzij dit regionale platform zijn acute patiënten in Hardenberg en omgeving verzekerd van de beste zorg op de juiste plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar-naast is zij goed te spreken over de sfeer waarin dit overleg plaats-vindt. ´De ROAZ-leden gaan respectvol met elkaar om en stellen hun gezamenlijke doel boven ieders eigenbelang.’ Voor de toekomst hoopt Terwijn dat de acute sector gevrijwaard blijft van marktwer-king. ‘Ik moet er niet aan denken dat Hardenberg op dat terrein zou moeten concurreren met Zwolle.’

‘Verbind diverse ketens’Volgens Mieke Wassink, manager ambulancezorg bij RAV IJsselland, is het ROAZ goed op weg om de oorspronkelijke doelstelling te bereiken. ‘Door betere afstemming tussen ketenpartners krijgt de acute patiënt de juiste zorg op de juiste plaats en tijd.’ Vooral het werk van enkele focusgroepen oogst waardering. ‘Zo is de focusgroep Obstetrie verrassend succesvol gebleken.’ De komende jaren zou het ROAZ moeten investeren in het verbinden van activiteiten in de diverse ketens (acute zorg, veiligheid, GGZ). ‘Dat deze regio’s niet overeenkomen, is een knelpunt. Daar ligt een uitdaging’, vindt Wassink. ‘Als dezelfde mensen elkaar vinden in de diverse ketens ontstaat meer continuïteit, slagvaardigheid en cohesie.’

‘Bereid om de dialoog aan te gaan’‘De deelnemers aan het ROAZ weten elkaar steeds beter te vinden. Men is in toenemende mate bereid over de grenzen van de eigen instelling heen te kijken en de dialoog aan te gaan. Dat is de groot-ste winst van vijf jaar ROAZ’, verklaart Roelf Lindeboom, coördinator ROAZ. Tegelijkertijd is het een ‘constante uitdaging’ om alle spelers aan de ROAZ-tafel te houden. ‘Als coördinator investeer ik continu in het onderhouden van contacten. Dit betekent dat ik me veel in het netwerk beweeg en de ketenpartners waar mogelijk faciliteer en ondersteun. Dus niet afwachten maar proactief aan de slag.’

Vijf jaar roaZ: Wat heb je er van gemerkt en wat wil je het ROAZ meegeven.

‘Tandenloze tijger ruimer mandaat geven’Na vijf jaar ROAZ hebben de ketenpartners meer inzicht in en begrip voor elkaar gekregen, constateert Robbin Thieme Groen, ROAZ-voor-zitter en RvB-lid van de Isala klinieken. Ook de focusgroepen die door het ROAZ in het leven zijn geroepen, hebben ‘goed werk’ verricht. Tegelijkertijd moet hij concluderen dat het de meeste ROAZ-deelne-mers ontbreekt aan voldoende mandaat om spijkers met koppen te slaan. ‘Door die geringe bestuurlijke kracht lijkt het ROAZ op een tan-denloze tijger. We kunnen problemen signaleren en oplossingen aan-dragen, maar wezenlijke veranderingen doorvoeren is een brug te ver. Dat lukt alleen als het ROAZ een ruimer bestuurlijk mandaat krijgt.’

ketenpartners

Page 5: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

5Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle

Ook in 2011 was er weer veel te doen rond de spoedeisende en intensieve zorg in Nederland. De kwaliteit van veel SEH’s zou te wensen overlaten en het aantal IC’s werd ter discussie gesteld. Ook de acute obstetrie werd door beleidsbepalers als ‘zorgenkindje’ aangemerkt. ‘Er was veel onrust in de acute sector’, resumeert Suzanne Kruizinga, medisch coördinator Acute Zorg. ‘Binnen het ROAZ hebben we daar onze handen vol aan gehad.’

roaZ heeft handen vol aan onrust

ExpertmeetingAls reactie op deze onheilstijdingen riep het Netwerk Acute Zorg Zwolle in 2011 alle bestuurders van de aangesloten zieken-huizen bijeen voor overleg. Tijdens deze drie expertmeetings bespraken zij de recente ontwikkelingen en discussieerden over de te kiezen strategie. ‘De bestuur-ders hebben bepaald dat elk ziekenhuis in deze regio over een basisafdeling acute zorg moet kunnen blijven beschikken’, verklaart Kruizinga. ‘Zo’n afdeling is essentieel voor zowel de opvang van externe acute patiënten als voor klinische patiënten wiens gezondheid plotseling verslechtert.’ Ook spraken de bestuurders af om de SEH- en IC-perikelen in geza-menlijkheid aan te pakken. ‘Die bereid-heid is door alle deelnemers aan de expertmeeting uitgesproken.’

MeetperiodeIn 2011 is de eerste Meetperiode Acute Zorg uitgevoerd. Dit instrument biedt inzicht in de vraag, het aanbod en de kwa-liteit van de acute hulpverlening. ‘Als de keten niet goed functioneert, maakt de meetperiode dat zichtbaar’, verzekert de medisch coördinator Acute Zorg. Lag de focus in 2011 op de individuele zorginstel-lingen, de hoop is dat vanaf 2013 de gehe-le acute zorgketen onder de loep wordt genomen. ‘Dat vereist echter forse inves-teringen’, benadrukt Kruizinga.

Focusgroep Acute obstetrieDe focusgroep Acute obstetrie van het ROAZ heeft een richtlijn ontwikkeld om de acute overdracht tussen verloskundigen

en de meldkamer te verbeteren. Deze richtlijn, die bekend staat als De MIST, is afgeleid van het gelijknamige landelijke protocol voor de overdracht van patiënten van ambulance naar SEH. ‘Dit protocol leidt tot het vlot en gestructureerd over-brengen van relevante informatie van problemen rond de geboorte’, oordeelt Kruizinga.

Focusgroep Acute psychiatrieAcute psychiatrie is voor partijen in de zorgketen een lastig onderwerp, vooral als het suïcidale patiënten betreft. De grote vraag is: wie heeft wanneer welke verant-woordelijkheid? Om daar meer helderheid over te krijgen, is op 7 november 2011 een congres over dit thema gehouden. In Harderwijk kwamen de verschillende hulpverleners uit de zorgketen bijeen om te spreken over het kwaliteitsdocument Ketenzorg bij Suïcidaliteit. Dit document is gepubliceerd door het Trimbos-insti-tuut. Voor de vertaalslag naar de regio is de focusgroep Acute psychiatrie om advies gevraagd. •

Suzanne Kruizinga, medisch coördinator Acute Zorg: ‘Veel agendapunten in 2011.’

Page 6: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle6

Overdracht verloskundige - meldkamer ambulancezorg

Telefoonnummer meldkamer

(Schrijf hier het nr. van de meldkamer die voor u van toepassing is)

Geef aan hoe snel u een ambulance wilt

• binnen 15 minuten

(Spoed, ambulance rijdt met signalen)

• binnen 30 minuten

(Spoed, ambulance rijdt zonder signalen)

De Demografische gegevens van de patiënt:

Naam, geboortedatum, adres.

M Mother

I Infant

S Signs: De waarden, controles, bevindingen

T Treatment given:

De ingezette behandeling

BestemmingMoet naar ziekenhuis X.

(In spoedeisende situaties kan deze vooraankondiging

beter geregeld worden als de ambulance

er is en er meer “handen” zijn.)

‘De MIST’

Verloskundige keten blij met De mISTOnderzoeksbureau NIVEL constateerde in 2010 dat er geen consistente manier van overdracht bestaat tussen verloskundigen en de meldkamer. Omdat ze elkaars taal niet spreken, bestaat het risico dat de hulpvraag niet goed wordt ingeschat. Voor de focusgroep Acute Obstetrie van het ROAZ was dit rapport reden genoeg om een nieuwe richtlijn te ontwikkelen. Het doel: een vlotte en gestructureerde overdracht van relevante informatie tijdens calamiteiten.

De nieuwe richtlijn, die bekend staat als De Mist (zie afbeelding), is gebaseerd op het gelijknamige

landelijke protocol voor traumaslachtof-fers. In geval van een acute situatie neemt de verloskundige contact op met de betref-fende meldkamer en geeft aan hoe snel de ambulance gewenst is. Vervolgens ver-strekt zij de demografische gegevens van de patiënt, zoals naam, geboortedatum en adres. Daarna benoemt de verloskundige de eigenlijke hulpvraag. Oftewel: hoe gaat het met de moeder, haar (ongeboren) kind, wat zijn de waarden en bevindingen en is er al een behandeling gestart? Deze nieuwe richtlijn is eind 2011 gepre-senteerd en werd door de verloskundigen meteen als zeer bruikbaar gekwalificeerd. Inmiddels mag De MIST zich verheugen in een landelijke belangstelling. ‘Vanuit alle hoeken van het land krijgen we verzoeken om extra informatie’, vertelt Karen Mentink, adviseur beleid en ondersteu-ning. ‘Daar werken we graag aan mee, de richtlijn is gratis te downloaden op de website van Netwerk Acute Zorg Zwolle.’•

Page 7: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 7

Su parTo BamBang oeTomo

‘De MIST leidt tot minder fouten’‘Dankzij De MIST-richtlijn weet de centra-list van de meldkamer heel snel wat er aan de hand is en kan daardoor adequaat handelen. Anders gezegd, door de commu-nicatie binnen de keten te verbeteren, neemt de kans op fouten af’, verklaart Suparto Bambang Oetomo, medisch manager van de meldkamer Oost Nederland. Hij is zo enthousiast over De Mist-richtlijn, dat hij ook Acute Zorg Euregio en Oost (regio Nijmegen) op dit concept heeft geattendeerd. ‘Als er een goed initiatief ligt, moet je niet zelf het wiel gaan uitvinden’, luidt zijn devies. •

B en gooSSelI n k

‘Een mooie coproductie’Missie geslaagd. Die conclusie trekt Ben Goosselink, verpleegkundig specialist Acute Zorg bij RAV IJsselland en lid van de focusgroep Acute Obstetrie, als hij terugkijkt op de totstandkoming van De MIST-richtlijn. Dat traject was volgens hem een ‘mooie coproductie’ tussen zijn focus-groep en het Netwerk Acute Zorg Zwolle. ‘Wij hebben de richtlijn opgesteld, zij namen de praktische ondersteuning voor hun rekening.’ Wat Goosselink betreft blijft de MIST op de agenda staan. ‘Dit thema moet je regelmatig onder de aandacht brengen bij de gebruikers, anders verdwijnt de focus.’ •

Karen Mentink en Ben Goosselink in een ambulance van RAV IJsselland.

Page 8: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle8

De casusEen verloskundigenpraktijk in de Utrechtse binnenstad krijgt op maandagmiddag om 16.30 uur een telefoontje van een 34-jarige vrouw die 39 weken zwanger is. Ze meldt helderrood vaginaal, pijnloos bloedverlies. De verloskundige gaat meteen naar het bewuste adres aan de gracht. Lastig parkeren. De verloskundige schat het bloed-verlies op 500 cc, CT is goed maar er is sprake van placentaloslating. Kind verkeert in direct gevaar, moeder is stabiel en goed mobiel. De wens: z.s.m. naar het ziekenhuis voor keizersnede. Eigen vervoer is geen optie, kost te veel tijd, zeker in de spits.De verloskundige belt de meldkamer voor een ambulance, maar is niet duidelijk over de reden van het ambulanceverzoek. Het gesprek kost (te) veel tijd en de ambulancemede-werkers zijn in de veronderstelling dat zij ter plekke eerste hulp moeten verlenen. De verloskundige legt uit dat dit niet nodig is en uiteindelijk wordt de patiënt met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Aldaar wordt het kindje met een keizersnede in redelijke conditie geboren en knapt het snel op.

‘Vijf letters kunnen het verschil maken’De Utrechtse casus toont goed aan hoeveel verwarring en vertraging er kan ontstaan tussen verloskundige en centralist. ‘Helaas is miscommunicatie tussen deze partijen geen uitzondering in Nederland’, weet François Hesseling, verloskundige in Raalte en lid van de Focusgroep Acute Obstetrie van het Netwerk Acute Zorg Zwolle.

Volgens Hesseling, medeopsteller van De MIST, kan deze nieuwe richtlijn veel leed voorkomen. ‘Gebruik van

De MIST garandeert een gestructureerde en eenduidige overdracht van informatie. Door de vijf letters consequent te volgen, weet je als verloskundige zeker dat de centralist snel over alle benodigde informatie beschikt. ‘Daardoor is de ambulance eerder ter plaatse en soms kan een minuut tijd-winst het verschil maken. Niet alleen voor het kind, maar ook voor de moeder.’

BevallingDe verloskundige heeft De MIST al eens in de praktijk toegepast. ‘Ik kreeg recent een telefoontje van een vrouw thuis bij wie de bevalling al was begonnen. Ik heb meteen 112 gebeld en de situatie volgens de richtlijn uitgelegd.’ Daarbij maakte hij overigens geen gebruik van het handzame en geplas-tificeerde kaartje waarop De MIST staat beschreven. ‘Dat was niet nodig, als mede-

samensteller van deze richtlijn ken ik dat protocol namelijk uit m’n hoofd.’Hoe is het met deze mevrouw en haar kind afgelopen? ‘Goed. Toen ik arriveerde, was het meisje al geboren. Gelukkig kwam de ambulance twee minuten later, zodat de ambulancemedewerkers zich op de moeder konden concentreren, terwijl ik me op de baby richtte. We vulden elkaar prima aan,

een schoolvoorbeeld hoe het in dit soort situaties zou moeten gaan’, oordeelt Hesseling.Gezien de grote waarde, de eenvoud en de lage kosten hoopt hij dat De MIST de lande-lijke standaard wordt. ‘Dit geheugensteun-tje kan letterlijk het verschil betekenen tussen leven en dood.’ •

‘Het meisje was al geboren’

Ben Goosselink, Francois Hesselink en Karen Mentink

Page 9: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 9

Volgens de ziekenhuisbestuurders geeft het RVZ-rapport een verte-kend beeld op drie onderdelen:

kwaliteit, kosten en toegankelijkheid. Aller-eerst plaatsen zij vraagtekens bij de beleidsmatige grens die de RVZ trekt rond de acute, electieve en chronische zorg. Bestuurslid Terwijn spreekt van een kunst-matige scheiding met negatieve effecten. ‘Acute zorg is vaak een vraag van patiënten die al bij de huisarts zijn geweest of onder behandeling zijn van het ziekenhuis. De discussie over SEH-zorg gaat voorbij aan de samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuis.’De RVZ-veronderstelling dat concentratie van acute zorg tot lagere kosten zou leiden, weerspreekt Terwijn eveneens. ‘In Harden-

regionaal alternatief voor rVZ-advies

In 2011 adviseerde de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) om het aantal SEH-afdelingen in Nederland drastisch te reduceren. Dit plan viel bij de ziekenhuisbestuurders in de regio Zwolle in slechte aarde. In een zogeheten expertmeeting bundelden zij hun krachten om een krachtig tegengeluid te laten horen. De bestuurders vertaalden hun zorg en alternatieve voorstel in een heldere regiovisie. ‘Ons plan leidt tot meer samenhang, kwaliteit en efficiency in de acute zorg’, benadrukt Pauline Terwijn, bestuurslid van de Saxenburgh groep.

berg is geen sprake van extra financiering, dus levert sluiting van de SEH op zich geen besparing op. De kosten worden juist hoger als je acute patiënten uit je eigen regio naar een ander ziekenhuis moet verwijzen.’Tot slot beperkt het RVZ-plan de toeganke-lijkheid van de acute zorg. ‘De Raad gaat er vanuit dat de patiënt zelf kan inschatten bij wie hij moet aankloppen met zijn acute zorgvraag. Maar triage is een taak van zorgprofessionals.’

Drie pijlersDe regiovisie waarin de ziekenhuisbestuur-ders hun alternatieve plan hebben verwoord, rust op drie pijlers. Ten eerste pleiten zij vanuit patiëntenperspectief

Pauline Terwijn: ‘Ons plan leidt tot meer samenhang, kwaliteit en efficiency in de acute zorg.’

voor het adagium ‘Zorg dichtbij waar dat kan en verderop waar dat moet’. Daarnaast menen de deelnemers aan de Zwolse expertmeeting dat de totale spoedzorg regionaal moet worden ingericht. Ten derde erkennen en waarderen medici elkaars professionele deskundigheid. ‘De totale zorg is zodanig ingericht dat hun kennis naadloos op elkaar aansluit.’De Zwolse Isala klinieken en het Röpcke Zweers ziekenhuis in Hardenberg hebben een indeling gemaakt van patiënten die spoedzorg dichtbij kunnen krijgen en zij die naar de Isala klinieken worden verwe-zen. Deze indeling is ook bij de ambulances bekend zodat men na triage naar de juiste spoedafdeling rijdt. Door deze invulling blijft een basisziekenhuis recht doen aan de acute zorgvragen uit zijn verzorgings-gebied.’

SamenvoegingDe vraag of een patiënt zich op de SEH of de huisartsenpost (HAP) moet vervoegen, wordt voorkomen door het samenvoegen van HAP en SEH. In Hardenberg bestaat deze samenwerking al tien jaar. Triage aan de poort zorgt ervoor dat de patiënt bij de juiste professional terechtkomt. De regio-nale samenhang in de acute zorg wordt verder versterkt door kwaliteitstoetsing op basis van onderlinge visitaties, regionale bij- en nascholing en dito refereeravonden en casusbesprekingen.Volgens Terwijn doet de ‘Zwolse’ regiovisie recht aan de toegankelijkheid en de kwali-teit van acute zorgverlening. ‘Omdat binnen onze visie ook een efficiencyslag wordt gemaakt, realiseren we eveneens een kostenbesparing. De winst van onze samenwerking is dus drieledig.’•FO

TO: A

RCH

IEF

SAx

ENBU

RGH

GRO

EP

Page 10: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle10

Suïcidaliteit in de schijnwerpers

Om suïcidale patiënten adequaat te kunnen opvangen, is het van groot belang dat de verschillende hulpverleners weten wat er van hen wordt verwacht. Om meer duidelijkheid te verschaffen over ieders taken en verantwoordelijkheden, presenteerde het Trimbos-instituut in 2010 het ‘Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij Suïcidaliteit’. Dit rapport stond op 7 november 2011 centraal op een congres in Ziekenhuis St Jansdal in Harderwijk. Medeorganisator Rudy Hoogenberg, hoofd crisisdienst bij de GGz in Harderwijk, licht het document en congres toe.

In Nederland vormt continuïteit van zorg voor patiënten met suïcidaal gedrag een van de belangrijkste aan-

dachtspunten. Omdat sluitende keten-afspraken soms ontbreken, ontvangen suïcidale patiënten niet altijd de juiste (na)zorg, constateert het Trimbos-instituut. Vooral de overdrachtsmomenten tussen en binnen zorgorganisaties worden als risico-vol aangemerkt. Ook (onrealistische) verwachtingen over ieders taken en ver-antwoordelijkheden vormen een knelpunt.Dit landelijke beeld mag dan zorgen baren, volgens Hoogenberg is de problematiek op de Veluwe veel minder nijpend. ‘In deze regio bestaat een uitstekende afstemming tussen SEH, crisisdienst GGz, ambulance-dienst, politie en huisartsen(posten). We kennen elkaar en voeren regelmatig overleg. Bij iedereen bestaat de wil om de opvang van deze patiëntencategorie goed te regelen.’ Maar waarom dan een congres over dit onderwerp? ‘Ten eerste vormt zo’n bijeenkomst een prima gelegenheid om je kennis over suïcidaliteit op peil te houden. Daarnaast is het heel belangrijk om de contacten binnen de keten te onderhouden en te verdiepen.’

HandvattenTijdens het congres (mede mogelijk gemaakt door het ROAZ Zwolle) werd onder meer ingezoomd op de essentie van genoemd kwaliteitsdocument. Dit boekje bevat concrete handvatten om lokaal afspraken te maken over ieders taken en verantwoordelijkheden, de overdracht en terugkoppeling van patiënten. Daarnaast

gaat het document in op de wijze van evalueren en het borgen van de samen-werking. De richtlijn bevat een stappen-plan, inhoudelijke bouwstenen en

checklist. ‘Dankzij de set van afspraken weten alle partijen waar hun verantwoor-delijkheden beginnen én eindigen. Kortom, ze weten wat zij van elkaar mogen

verwachten’, concludeert het Trimbos- instituut.Gezien de hoge opkomst en de positieve feedback sluit Hoogenberg een vervolg niet uit. ‘Wat mij betreft vormt dit congres de start van periodieke bijeenkomsten over acute psychiatrische zorg. De aard en ernst van suïcidaliteit zijn te belangrijk om deze zorgvraag op z’n beloop te laten’, vindt het hoofd crisisdienst. ‘Door taken en verant-woordelijkheden af te bakenen en duidelij-ke afspraken te maken over bereikbaar-heid, overdracht en terugkoppeling krijgt de ketensamenwerking een flinke impuls. Uiteindelijk is dat beter voor de patiënt.’ •

Rudy Hoogenberg, hoofd crisisdienst bij de GGz in Harderwijk: ‘In deze regio bestaat bij iedereen de wil om de opvang van suïcidale patiënten goed te regelen.’

‘Onderhoud en verdiep de

contacten’

Page 11: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 11

Deze ondersteuning heeft vorm gekregen in de OTO-toolkit, die eind 2011 is geïntroduceerd. ‘Deze

gereedschapskist bevat onder meer een diagnose-instrument. Daarmee krijgen onze ketenpartners aan de hand van een vragenlijst (via www.otoportaal.nl) inzicht in hun OTO-ontwikkeling. Kortom, wat gaat goed en wat kan beter?’De OTO-toolkit biedt eveneens handvatten om landelijk OTO-beleid te vertalen in regionale OTO-activiteiten. Deze kit bestaat uit vijf instrumenten: de leidraad crisis-organisatie in zorginstellingen en kwalifi-catieprofielen voor sleutelfunctionarissen, het OTO kwaliteitskader, de OTO catalogus, de handreiking OTO portfolio en het online OTO Kennisportaal ‘Vakbekwaamheid voor Opgeschaalde Zorg’.

CBRNBehalve de introductie van deze toolkit stonden er in 2011 nog meer activiteiten op de OTO-agenda. De OTO-coördinator verwijst naar de presentatie van de hand-reiking Opvang van chemisch besmette patiënten op de SEH (onderdeel van het CBRN-traject). ‘In deze handleiding staat systematisch beschreven hoe SEH-profes-sionals moeten handelen in geval van een chemische besmetting. In 2012 wordt daar een OTO-traject aan gekoppeld’, belooft Heupers.Een andere ontwikkeling betreft de start van het project Netcentrisch werken. Deze methodiek en het bijbehorende online netwerk moeten ertoe leiden dat alle sleutelfunctionarissen tijdens een crisis-situatie gelijktijdig over dezelfde actuele

Steunpunt oTo richt blik naar buiten

Een belangrijke taak van het Regionaal Steunpunt OTO is het beoordelen van subsidieaanvragen voor OTO-activiteiten. ‘Die toetsing is echter niet het enige waar we ons mee bezighouden’, benadrukt OTO-coördinator Wim Heupers. ‘Integendeel, we proberen onze geneeskundige ketenpartners op OTO-gebied zoveel mogelijk te ondersteunen. Onze blik is nadrukkelijk naar buiten gericht.’

‘Wat gaat goed, wat kan beter?’

informatie beschikken. ‘Daardoor kunnen ze de calamiteit gerichter en adequater bestrijden.’

RechercheVerder maakt Heupers gewag van een bij-zondere samenwerking met de recherche. Wim Veldhuizen, technisch rechercheur, is

bereid gevonden om SEH-verpleegkundi-gen te informeren over de rol van politie en recherche bij geweldsdelicten. Tijdens regionale bijscholingbijeenkomsten bena-

drukte hij het belang van sporenonderzoek en hoe SEH-verpleegkundigen daar reke-ning mee kunnen houden. ‘Door verpleeg-kundigen inzicht te geven in het werk van de recherche, hopen we het wederzijdse begrip te vergroten’, benadrukt Heupers.Tot slot wijst hij op introductie van ETS, het Emergo Train System. Dit simulatiepro-gramma, de opvolger van het Rampen Oefen Training Systeem (ROTS), biedt mogelijkheden om gegevens en ervaringen met andere regio’s te delen. Bovendien is ETS - in tegenstelling tot ROTS - ook geschikt voor de prehospitale setting. ‘We gaan nu onderzoeken of we ETS ook naar de politie en brandweer kunnen uitrollen.’ •

Wim Heupers

Page 12: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle12

ruim baan voor netcentrisch werken

Dat de informatievoorziening rond grote calamiteiten vaak te wensen overlaat, werd op 5 januari 2011 pijnlijk duidelijk. De crisiscommunicatie rond de ramp bij Chemie-Pack in Moerdijk was namelijk een chaos, zo concludeerde de Onderzoeksraad voor de Veiligheid. Hoog tijd om de informatievoorziening rond calamiteiten op een andere leest te schoeien, oftewel ruim baan voor netcentrisch werken!

De situatie in Moerdijk was overi-gens geen uitzondering. In de eer-ste uren van een ramp hebben de

hulpdiensten vaak een verschillend beeld van de werkelijkheid. Dat leidt tot ver-traging in zowel de besluitvorming als de bestrijding van de calamiteit. ‘Een onwenselijke situatie’, concludeert Eric-Jan Broeken, projectleider Netcentrisch werken. Voor het Netwerk Acute Zorg Zwolle en Acute Zorg Euregio was dit gegeven begin 2011 voldoende reden om gezamenlijk met het project Netcentrisch werken te starten. Uit de nulmeting bleek dat er nog veel onduidelijkheid bestond over de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende hulpdiensten tijdens een ramp. Verder was onbekend wie welke informatie wanneer zou moeten delen. De nulmeting bracht ook een positief aspect naar voren: alle spelers in de witte kolom waren bereid om hun eigen infor-matie met anderen te delen. ‘Iedereen voelde de urgentie om dit probleem aan te pakken’, blikt Broeken terug.

WorkshopsNa de nulmeting werden in 2011 circa tien workshops voor alle ketenpartners van beide regio’s gehouden. Tijdens die bijeen-

nor B erT BoSman, Sen Ior B eleI DSmeDewer ker gHor

‘Facebooken in rampenbestrijding’

Eric-Jan Broeken, projectleider netcentrisch werken

komsten werden ieders informatiebehoef-te en de gewenste communicatiestructuur besproken. Ook de invulling van het gemeenschappelijk geneeskundig beeld kwam aan de orde. De input van de work-shops is vertaald in een blauwdruk van de informatievoorziening en -organisatie. Wat houdt dit in? ‘Dat de informatie tijdens calamiteiten niet via de klassieke hiërarchische lijn, maar via een online netwerk wordt gedeeld. Zodoende heeft iedereen een actueel totaalbeeld van de calamiteit.’Verder wordt geïnvesteerd in het herin-richten van werkprocessen en het opleiden van zogeheten informatiecoördinatoren. Deze functionarissen, die per ketenpartner worden aangesteld, verzamelen alle rele-vante informatie en sluiten die met elkaar kort.Het plan is dat er in de loop van 2012 een start wordt gemaakt met de daadwerkelijke implementatie. •

De Veiligheidsregio IJsselland heeft al langer ervaring met netcentrisch werken. Samen met politie, brandweer en gemeen-ten heeft de GHOR begin 2012 de applicatie LCMS in gebruik genomen. De essentie is eigenlijk kinderlijk eenvoudig, verklaart Norbert Bosman, senior beleidsmede-

werker bij de GHOR. ‘Bij een incident creëer je met LCMS een online ontmoetingsplek, zodat iedereen gelijktijdig over dezelfde informatie beschikt. Het is een soort Facebooken, maar dan binnen de rampen-bestrijding.’ Volgens Bosman is het belang-rijk dat elke deelnemende

organisatie een informatiecoördinator aanwijst. ‘Stel mensen aan die deskundig zijn en die weten waar ze informatie moeten halen en brengen’, adviseert Bosman. ‘Investeer eerst in de organisatie en staar je niet blind op de techniek.’ •

Page 13: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

13Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle

De uitbreiding met ETS heeft ver-schillende redenen. Allereerst wordt het in Zweden ontwikkelde

ETS ook in andere Nederlandse regio’s gebruikt. ‘Omdat ETS is voorzien van een centrale databank, kunnen we gegevens en ervaringen eenvoudig uitwisselen met onze collega’s in Noord-Holland, Brabant, Limburg en Twente’, licht Heupers toe.Daarnaast is ETS breder toepasbaar dan ROTS. ‘Wordt ROTS vooral gebruikt door ziekenhuizen, ETS is ook geschikt voor de

prehospitale setting zoals de ambulance-dienst.’ Tot slot wijst Heupers op de voor-delen van samenwerking met de ETS- leverancier. ‘We worden vanuit Zweden continu op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen.’

ScholingParallel aan de introductie van ETS zijn alle ROTS-deskundigen bijgeschoold. Verschil-lende functionarissen zijn opgeleid tot senior instructors, die draaiboeken

uitbreiding met redenHet Netwerk Acute Zorg Zwolle maakt al jaren gebruik van ROTS, voluit Rampen Oefen Training Systeem. In 2011 is daar ETS, oftewel Emergo Train System als simulatie-programma bij gekomen. Om alle ROTS-instructeurs hiermee vertrouwd te maken, zijn zij medio 2011 bijgeschoold in de ETS-methodiek. Wim Heupers, coördinator van het Zwolse ETS-programma, geeft tekst en uitleg.

Netwerk Acute Zorg Zwolle is een erkende ETS-faculty. Met toestemming van ETS Zweden leidt de faculty in Nederland senior ETS-instructeurs op.

opstellen, ETS-trainingen begeleiden en evaluaties verzorgen. Verder zijn twaalf ROTS-instructeurs omgeschoold tot basic instructors die de senior instructors onder-steunen en de deelnemers begeleiden. Dat scholingstraject was kort en to the point. ‘ROTS en ETS verschillen inhoudelijk weinig van elkaar en daarom volstond een een-daagse cursus’, verduidelijkt Heupers.Vanwege het enthousiasme van de gebrui-kers hoopt hij dat Emergo Train System ook buiten de witte kolom beschikbaar komt. ‘De komende tijd gaan we bekijken of het programma ook kan worden uitgerold naar de politie en brandweer’, verklaart de Zwolse ETS-coördinator. ‘Door die verbre-ding ben je als acute zorgketen nog beter voorbereid op grootschalige incidenten.’ •

Cursisten in opleiding tot senior instructeur, 2011.

Instructeurs van de seniorcursus 2011.

FOTO

: ARC

HIE

F N

ETW

ERK

AC

UTE

ZO

RG Z

WO

LLE

FOTO

: ARC

HIE

F N

ETW

ERK

AC

UTE

ZO

RG Z

WO

LLE

Page 14: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle14

Een pragmatisch document dat gebruikers veel houvast biedt. Zo omschrijft projectleider Ir. Pieter Janssen de handreiking Opvang van chemisch besmette patiënten op de SEH, die ‘zijn’ projectgroep eind 2011 presenteerde. Nog voordat de handreiking is geïmplementeerd, is er al veel interesse vanuit andere regio’s. ‘We hebben gekozen voor een nuchtere en realistische aanpak. We keep it simple en dat wordt gewaardeerd.’

Handreiking chemische besmetting: keep it simple

Het opstellen van zo’n handreiking kwam op nadrukkelijk verzoek van de regionale ziekenhuizen in de

regio Zwolle. ‘De SEH-hoofden spraken begin 2011 de ambitie uit om de opvang van chemisch besmette slachtoffers te verbeteren. Voor het Netwerk Acute Zorg Zwolle was deze vraag voldoende aan-leiding om dit project te faciliteren.’In het voorjaar van 2011 werd een project-groep geformeerd, bestaande uit verschil-lende deskundigen en betrokkenen (zie kader). Besloten werd om binnen het chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN-)traject te focussen op de chemische paragraaf. ‘Binnen ziekenhuizen in deze regio komen chemische besmettin-gen verreweg het meeste voor’, verduide-lijkt de projectleider.

InventarisatieDe projectgroep begon met een inventari-satie van beschikbare informatie over dit onderwerp. Uit deze(inter)nationale zoek-tocht bleek dat die info amper bruikbaar was voor de Zwolse situatie. ‘De protocol-

Harry Naber, anesthesioloog en medisch coördinator educatie Netwerk Acute Zorg ZwolleRik van de Weerdt, arts M&G medische milieukunde, toxicoloog en gezondheids-kundig adviseur gevaarlijke stoffen, GGD Gelderland MiddenPeter van den Hazel, arts M&G medische milieukunde, gezondheidskun-dig adviseur gevaarlijke stoffen, GGD Gel-derland Midden

Rieneke Klappe, regionaal opleidings-coördinator RAV IJssellandArjan Bisschop, hoofd SEH, SxB-groep, Röpcke-Zweers Ziekenhuis HardenbergElfriede Thiessens, zelfstandig SEH-verpleegkundigeRonald Gerrits, SEH-verpleegkundige plus Educatie, Isala klinieken ZwolleWim Heupers, coördinator OTO Netwerk Acute Zorg ZwollePieter Janssen, projectleider Spectigron

len die wij tegenkwamen, waren vaak veel te specifiek. Daarom hebben we besloten zelf een handreiking op te stellen’, ver-klaart Janssen. De rode draad van deze kersverse hand reiking wordt gevormd door CSCATTT, voluit Command & Control, Safety, Communication, Assessment, Triage en Treatment &Transport. ‘Dit is een goed principe om in geval van een chemische besmetting de juiste prioriteiten te stellen. Bovendien is CSCATTT gebaseerd op een vast format waar een SEH altijd op kan terugvallen. Zowel dagelijks als in opgeschaalde situaties’, verzekert de projectleider.Stap 2 is de implementatie en die staat voor 2012 gepland. Om de nieuwe handrei-king in de regioziekenhuizen te introduce-ren, zal eerst een groep ‘kwartiermakers’ worden opgeleid. Zij zullen op hun beurt hun collega’s op de SEH informeren over de werkwijze rond chemische besmetting. Volgens Janssen is het vervolgens een koud kunstje om de ‘chemische handreiking’ te vertalen naar de andere drie componenten van het CBRN-traject. ‘We hebben gekozen voor een all hazard approach oftewel een formule die multi-toepasbaar is.’De projectleider kijkt terug op een geslaag-de missie. ‘Dankzij het enthousiasme van de projectgroep hebben we samen iets moois neergezet. Dat blijkt ook wel uit de reacties vanuit de verschillende SEH’s. Het veld is heel blij met deze handreiking en daar doen we het tenslotte voor.’ •

projectgroep handreiking chemische besmetting

Ir. Pieter Janssen, projectleider

Page 15: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 15

Wat doet een GAGS precies?‘Wij worden geconsulteerd in geval van chemische incidenten waarbij de bloot-stelling of besmetting plaatsvindt via de luchtwegen of de huid.’

Wie trekt bij jullie aan de bel?‘Als de ambulancedienst geconfronteerd wordt met een chemisch ongeval, wordt meestal de officier van dienst-geneeskun-dig opgetrommeld. Die bepaalt of onze deskundigheid vereist is. Als dat het geval is, worden wij via de meldkamer opge-piept. Meestal kunnen wij telefonisch een behandeladvies geven, bij grote calamitei-ten bieden wij ondersteuning vanuit het Regionaal Operationeel Team.’

In hoeverre heeft u contact met de SEH’s in de regio?‘Nadat wij de ambulancemedewerkers een behandeladvies hebben gegeven, nemen we altijd contact op met de betreffende SEH. In dat gesprek verstrekken we alle relevante informatie over de besmetting en de vereiste behandeling. Daarnaast mogen SEH’s bij twijfel over een besmet-ting altijd contact met ons opnemen. Wat ons betreft ligt daar geen enkele drempel.’

Waarom is de handreiking chemische besmetting eigenlijk opgesteld?‘Op de meeste SEH’s is weinig kennis aan-wezig over chemische blootstelling en besmettingen. Dat komt omdat hier tij-dens de opleiding geen aandacht voor is. Hoewel chemische ongevallen niet vaak voorkomen (jaarlijks circa 40 incidenten in Overijssel en Gelderland), moet je als SEH-

verpleegkundige of -arts wel weten hoe je die patiënten moet opvangen.’

Er ligt een nieuwe richtlijn, hoe nu verder?‘Medio 2012 wordt in de regio ziekenhuizen een groep kwartiermakers opgeleid, die vanaf dat najaar hun collega’s over dit onderwerp informeren. Die nascholing is primair bedoeld om SEH-medewerkers een aantal handvatten, zeg maar basisprinci-pes te geven als het gaat om de opvang van chemisch besmette patiënten en per-soonlijke bescherming. Allemaal heel basaal, we houden het zo simpel mogelijk.

‘gebruik je gezonde verstand’

Tegelijkertijd geven we hen mee dat ze altijd contact met ons mogen opnemen. Daar zijn we voor.’

En moeten ziekenhuizen ook investeren in mooie ontsmettings-voorzieningen?‘Nee, dat hoeft niet. Zorg voor de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en een eenvoudige ruimte waarin je patiën-ten kunt afspoelen met water. Dure facili-teiten zijn helemaal niet nodig, bij de opvang van chemisch besmette patiënten geldt eigenlijk maar één stelregel: gebruik je gezonde verstand.’ •

Rik van de Weerdt is toxicoloog en arts medische milieukunde bij de GGD in Arnhem. Daarnaast werkt hij als Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) voor de Veiligheidsregio’s in Oost-Nederland. Vanuit die hoedanigheid was hij betrokken bij het opstellen van de handreiking Opvang van chemisch besmette patiënten op de SEH. Van de Weerdt vertelt over zijn rol en het belang van deze nieuwe richtlijn.

‘We houden het zo simpel

mogelijk’

Rik van de Weerdt, gezondheidskundig adviseur

gevaarlijke stoffen (GAGS): ‘SEH-medewerkers mogen

altijd contact met ons opnemen.’

Page 16: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle16

Hoewel het misschien lijkt of dit steunpunt de royaal gevulde OTO-pot naar eigen inzichten mag

verdelen, is deze veronderstelling onjuist. ‘Het ROAZ stelt de criteria vast en het steunpunt toetst de aanvragen. Als wij een subsidiebedrag toewijzen, verantwoorden wij ons besluit altijd bij het ROAZ’, schetst Van der Meulen.Behalve zijn toetsende rol initieert het steunpunt ook nieuwe opleidingen en projecten. ‘In 2011 hebben we bijvoorbeeld ingezet op CBRN-trainingen en het project Netcentrisch werken binnen de witte kolom’, verduidelijkt de beleidsmedewerker.

HaROPEen substantieel deel van de OTO-gelden wordt besteed aan trainingen in zieken-huizen. Van der Meulen verwijst naar scho-lingstrajecten op de SEH om medewerkers voor te bereiden op de opvang van grote groepen slachtoffers. Ook de bij- en nascho-ling van crisisteams vormt een behoorlijke ‘kostenpost’. Verder is in 2011 geïnvesteerd in de ontwikkeling van een HaROP, de huisartsenvariant op het ZiROP. ‘Er is een

projectleider benoemd, een plan van aanpak gepresenteerd en vervolgens zal een opleidingstraject opgesteld worden’, licht de beleidsmedewerker toe.Ook de ambulancediensten in deze regio hebben (net als de ziekenhuizen) OTO- gelden ontvangen voor onder meer de

ontwikkeling van e-learningprogramma’s. Tot slot zijn gelden gereserveerd voor slachtofferregistratie en een bijbehorend vervolgsysteem.

AmbitieusVoor 2012 ligt het accent op de verdere ontwikkeling van het netcentrisch werken (gedeeld geneeskundig beeld) en de imple-mentatie van CBRN-trainingen. ‘Ook het opzetten van een poule van oefenleiders en het realiseren van een portfolio staan op de agenda’, verklaart Van der Meulen. Zij heeft nog wel een tip voor ketenpartners die een aanvraag willen indienen voor een OTO-activiteit. ‘Plan zo’n scholing tijdig in, want de voorbereiding ervan vergt vaak veel tijd.’•

Binnen de regio van het Netwerk Acute Zorg Zwolle is jaarlijks ruim negen ton beschikbaar voor OTO-activiteiten ten behoeve van crises en rampen. Om er zeker van te zijn dat deze gelden goed worden besteed, toetst het Regionaal Steunpunt OTO alle ingediende subsidie-aanvragen. Roept een enkele aanvraag wel eens vraagtekens op, het merendeel voldoet aan de gestelde eisen, verklaart beleidsmedewerker Elly van der Meulen, die namens de GHOR Drenthe zitting heeft in het Regionaal Steunpunt OTO.

OTO

Het Regionaal Steunpunt Zwolle is samen-gesteld uit vertegenwoordigers van Netwerk Acute Zorg Zwolle en de veilig-heidsregio’s IJsselland, Drenthe en Noord en Oost Gelderland, te weten:Wim Heupers, Coördinator Opleidin-gen, Netwerk Acute Zorg Zwolle en tevens voorzitter; Roelf Lindeboom, Beleidsmedewerker en

coördinator ROAZ-regio Zwolle, Netwerk Acute Zorg Zwolle; Petra Kruijt, Beleidsmedewerker OTO, Veiligheidsregio IJsselland; Theo Klein Bleumink, Opleidingscoördi-nator, Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland; Elly van der Meulen, Beleidsmedewerker Veiligheidsregio Drenthe.

regionaal Steunpunt oTo toetst en initieert

Elly van der Meulen, lid van het Regionaal Steunpunt OTO: ‘Plan een OTO-activiteit tijdig in, want de voorbereiding ervan vergt veel tijd.’

Samenstelling regionaal Steunpunt oTo

FOTO

: SA

ND

ER D

ROO

GLE

VER

Page 17: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 17

R.A. (Robbin) Thieme Groen, artsLid van de Raad van BestuurIsala kliniekenProf. dr. M.J. (Maarten) IJzermanProfessor of Clinical Epidemiology & HTA Department chairProgram director Health SciencesCoördinator Technology in Healthcare UTUniversiteit Twente

koppelt praktijk aan theoriekoppelt praktijk aan theoriekoppelt praktijk aan theoriekoppelt praktijk aan

RAMPm

eester.nuPRIKBORD

nieuwsTraumacenTrum Zwolle coördineerT en regisseerT de regionale afsTemming acuTe Zorg in heT belang van de paTiënT

‘horen, zien en meten’

Speciale editie 21 februari 2011

Dit is de eerste uitgave van de nieuwsbrief over de meetperiode Acute zorg. Deze nieuwsbrief wordt verspreid onder de leden van het roAz zwolle en de contactpersonen voor de meetperiode van de verschillende deelnemende organisaties. met behulp van deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte houden van de ontwikkelingen rondom de meetperiode.

Vier weken metenVandaag uur begint de 4 weken durende meetperiode. Deelnemers aan deze meet­periode zijn:

Ziekenhuis St Jansdal, Harderwijk •Röpcke Zweers Ziekenhuis, Hardenberg•Gelre ziekenhuizen, Gelre Apeldoorn•Gelre ziekenhuizen, Gelre Zutphen•Deventer Ziekenhuis, Deventer •Isala klinieken, Zwolle•Connexxion ambulancezorg NOG •Ambulancedienst RAV IJsselland •HAP SDH/Huisartsenpost Zwolle, • Hardenberg en ElburgHAP Harderwijk •HAP Apeldoorn •HAP Zutphen •HAP CHP Salland•

Universiteit TwenteVoor de uitvoering van de meetperiode is samenwerking gezocht met de Universiteit Twente. De Universiteit richt zich op de data­verwerking en analyse. Het Traumacentrum heeft een coördinerende rol. Het projectteam van de meetperiode wordt gevormd door een onderzoeker en projectleider van de Universiteit Twente, een coördinator vanuit het Traumacentrum Zwolle en een medisch inhoudelijk deskundige vanuit het Trauma­centrum Zwolle.

Karen Mentink heeft de contactpersonen van de deelnemende organisaties bezocht en geïnformeerd over de Meetperiode Acute Zorg. Hierbij zijn geen grote problemen naar voren gekomen ten aanzien van het regis­treren. Het is prettig om te merken dat men enthousiast is over dit onderzoek.

Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat het belangrijk is om binnen de organi satie meerdere malen onder de aandacht te bren­gen dat een goede registratie van belang is. Halverwege de meetperiode zullen wij een

verrassing laten bezorgen aan u met het ver­zoek deze te verspreiden onder de afdelingen die deelnemen.

Belangrijke dataStart meetperiode 21 februari 2011•Einde meetperiode 20 maart 2011•Uiterlijke datum aanleveren gegevens •17 april 2011

Voor vragen kunt u mailen naar Karen Mentink: [email protected]

Meetperiode Acute Zorg van START!

Het projectteam

Voor de onderzoeker van de Universiteit Twente loopt momenteel een aanstellingsprocedure.

Dr. Carine J.M. DoggenAssociate Profes­sor, Epidemiology, Universiteit Twente

Karen MentinkBeleidsmedewerker Trauma centrum Zwolle, project coördinator

Suzanne KruizingaMedisch coördinator Acute Zorg Trauma­centrum

Onderzoeker

?

nieuwsTraumacenTrum Zwolle coördineerT en regisseerT de regionale afsTemming acuTe Zorg in heT belang van de paTiënT

‘horen, zien en meten’

Speciale editie 24 maart 2011

Afgelopen zondag, 20 maart 2011, was de laatste dag van de 4 weken durende meetperiode acute zorg!

in deze nieuwsbrief aandacht voor ondertekening van de onderzoeksovereenkomst, het voorstellen onderzoeker Universiteit twente en

het vervolgtraject van de meetperiode acute zorg.

Onderzoeksovereenkomst getekend!

De samenwerking tussen de Isala klinieken

en de Universiteit Twente werd op 9 maart

2011 bekrachtigd met het zetten van hand­

tekeningen onder de onderzoeksovereen­

komst. Dit gebeurde onder toeziend oog van

het projectteam en werd gevierd met gebak.

Zowel de Isala klinieken als de Universiteit

Twente zijn erg blij met de samenwerking.

R.A. (Robbin) Thieme Groen, arts

Lid van de Raad van Bestuur

Isala klinieken

Prof. dr. M.J. (Maarten) IJzerman

Professor of Clinical Epidemiology & HTA

Department chair

Program director Health Sciences

Coördinator Technology in Healthcare UT

Universiteit Twente

Onderzoeker aangesteld

In de vorige nieuwsbrief stelden wij het

projectteam aan u voor. Op dat moment

liep er nog een aanstellingsprocedure voor

de onderzoeker van de Universiteit Twente.

Inmiddels is Yvonne Roelofsen aangesteld als

onderzoeker.

Vervolgtraject

Zodra de gegevens ontvangen zijn, wordt

gestart met de controle van de data. Mochten

hierbij vragen ontstaan dan ontvangt de con­

tactpersoon van de betreffende organisatie

hiervan bericht.

Vervolgens start Yvonne Roelofsen met de

verwerking van de gegevens. Zij koppelt

de data, zodat het mogelijk is om analyses

op de data uit te voeren. De resultaten van

gemaakte analyses worden beschreven in

een rapport. Vervolgens worden alle keten­

partners uitgenodigd voor een bijeenkomst

waarin de resultaten besproken worden.

De uiterlijke datum voor het aanleveren van

gegevens is vastgesteld op 17 april 2011.

U kunt uw gegevens toesturen aan

[email protected]. Voor vragen kunt u

tevens mailen naar genoemd mailadres.

Einde Meetperiode Acute Zorg

Ik ben Yvonne Roelofsen, 26 jaar oud. Sinds

kort woon ik in Hengelo.

In 2008 heb ik de opleiding Biologie en

Medisch Laboratoriumonderzoek aan de

Saxion Hogeschool afgerond. Tijdens en na

mijn studie heb ik met veel plezier bij het

microbiologisch laboratorium van de Isala

klinieken gewerkt. In 2010 heb ik de Master

Gezondheidswetenschappen aan de Univer­

siteit Twente afgerond. Ik ben afgestudeerd

bij de vakgroep Health Technology and

Services Research. Het komende jaar ga ik mij

vol enthousiasme bezighouden met de Meet­

periode Acute Zorg in de regio Zwolle op het

gebied van data verwerking en analyse. • Uitnodiging

Familieopvang: van onderbelicht naar uitgelichtDonderdag 16 juni 2011

Thema-avond Acute zorgForensisch bewustzijn Dinsdag 8 februari 2011 Biddinghuizen Woensdag 30 maart 2011 Stompe thoraxletsels en de Syncope zorgstraat Dinsdag 13 september 2011Behandeling van hypertensie Donderdag 27 oktober 2011 De kwetsbare oudere Dinsdag 29 november 2011

Thema-avond Acute zorg en Regionale IC-refereeravond‘De moeilijke luchtweg’ Dinsdag 31 mei 2011

Meetperiode Acute Zorg De taartgrafiek laat het totaal aantal vragen naar acute zorg binnen de gren-zen van Netwerk Acute Zorg Zwolle zien, evenals het aantal vragen naar acute zorg per type instelling/afdeling. In totaal zijn er gedurende de Meetperiode 36989 vragen naar acute zorg geweest. Huisartsenposten hebben veruit de meeste vragen naar acute zorg te ver-werken gekregen (58.6%). Opgemerkt moet worden dat één patiënt bij meer-dere instellingen kan zijn geregistreerd.

n Ambulancedienst (2 instellingen) A1 en A2 rittenn Huisartsenpost (7 posten)n Spoedeisende Hulp (7 afdelingen)n Intensive Care (8 afdelingen)538n Coronary Care Unit (6 afdelingen)407n Eerste Hart Hulp (4 afdelingen)928

4.091

21.665

9.360

538407

928

nieuwsNetwerk acute zorg zwolle coördiNeert eN regisseert de regioNale afstemmiNg acute zorg iN het belaNg vaN de patiëNt

Belangrijk bericht 1 september 2011

Tien jaar na oprichting krijgt Traumacentrum Zwolle op 1 september 2011 een nieuwe naam: Netwerk Acute Zorg Zwolle. Dat is alles. Want afgezien van een aangepast logo verandert er niets aan onze activiteiten en service. Die blijven van het vertrouwde niveau dat u van ons gewend bent.

een patiënt met een acute zorgvraag zo snel mogelijk op de juiste bestemming te krijgen.

LvTC wordt LNAZ De naamsverandering van Trauma­centrum in Netwerk Acute Zorg Zwolle staat niet op zichzelf. Zo heeft de Lan­delijke Vereniging voor Traumacentra (LvTC) per 1 juli zijn naam gewijzigd in Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ).

Even voorstellen:

Het LNAZ noemt deze naamsverande­ring ‘een logische stap in de ontwikke­ling die de elf ziekenhuizen met een traumacentrum de afgelopen jaren doormaakten. Ze transformeerden langzaam tot Acute Zorgnetwerken met een focus op drie beleidsterreinen: Traumazorg, Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) en Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO).’ (Bron: website LNAZ).

‘Nieuwe naam, vertrouwde kwaliteit’

Maar als er inhoudelijk niets verandert, waarom dan een nieuwe naam en bijpassend logo? Heel simpel: aanlei­ding hiervoor is het besluit van VWS om het takenpakket van Traumacentra te verbreden van traumatologie naar alle acute zorg. Het Netwerk Acute Zorg Zwolle heeft een coördinerende taak in de regionale acute zorg. Het Netwerk Acute Zorg Zwolle werkt nauw samen met alle regionale ketenpartners om

Wij verzoeken u om de naam Traumacentrum in uw verzendlijst te wijzigen in Netwerk Acute Zorg Zwolle. Onze adresgegevens blijven (met uitzondering van het e-mail- en webadres) onveranderd:

Wijziging

PostadresNetwerk Acute Zorg ZwollePostbus 104008000 GK Zwolle

BezoekadresDr. Spanjaardweg 11Zwolle

t (038) 424 52 70

Nieuw [email protected]

Nieuw webadreswww.netwerkacutezorg.nl

Page 18: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle18

ako2 van, voor en door het veld

Deelnemers aan AKO2 krijgen inzicht in een aantal acute ziekte-beelden en worden voorgelicht

over het opvangen en behandelen van een acuut ziek kind. ‘De systematische ABCDE-benadering biedt een goede kap-

stok om veilige en kwalitatief hoogwaar-dige zorg te bieden’, verklaart Harry Naber, medisch coördinator Educatie. ‘Bovendien is AKO2 van, voor en door het veld.’ Kan hij dat toelichten? ‘De twee-daagse cursus is ontwikkeld door de

Zwolse kinderartsen en als medisch coör-dinator bewaak ik de inhoud en kwaliteit. Voor de uitvoering hebben we een docen-tenpoule geformeerd, die bestaat uit nurse practitioners en ervaren verpleeg-kundigen uit de regio. De regionale hoof-den SEH zijn van mening dat verpleeg-kundigen periodiek hun kennis omtrent acute kinderopvang zouden moeten bij-schaven. ‘Zodoende blijven ze goed op de hoogte van de laatste inzichten.’ Vandaar dat het Netwerk Acute Zorg gevraagd is ook een eendaagse herhaling-cursus op te zetten. Dit programma zal vanaf 2012 als AKO3 aangeboden worden.

KENNISCENTRuM

In 2008 oordeelde de overheid dat de zorg voor acuut zieke kinderen beter kon. Vooral de scholing van verpleegkundigen verdiende aandacht, vond het ministerie van VWS. Op verzoek van de hoofden SEH ontwikkelde het Netwerk Acute Zorg Zwolle met stoom en kokend water de basiscursus Acute Kinder Opvang (AKO). Eind 2011 werd deze eendaagse ‘stoomcursus’ verruild voor een volwaardige tweedaagse opvolger: AKO2.

Was AKO1 een basale eendaagse opfriscursus, zijn opvolger geldt als compleet en volwaardig. De cursus Acute Kinder Opvang 2, die eind 2011 van start ging, is volgens cursus-leider Alies Lula van de Isala Academie een schot in de roos. ‘We krijgen heel veel aanmeldingen en de deelnemers zijn hartstikke enthousiast.’

Dat enthousiasme kan zij goed verklaren. ‘De cursus is een mix van theorie en praktijkcompo-

nenten. Op de tweede dag komt alles samen in een scenariotraining, waarin een complexe casus wordt gesimuleerd.’ Een tweede pluspunt betreft de betrok-kenheid van specialisten. ‘AKO2 is mede samengesteld door de kinderartsen van de Isala klinieken en Harry Naber, medi-sche coördinator Educatie. Dat heeft

‘Deze cursus is compleet en volwaardig’

geresulteerd in een cursus van niveau.’Ook externe partijen zijn die mening toe-gedaan. Opleider CIVO in Hengelo heeft besloten om de AKO2-cursus op te nemen in de reguliere SEH opleiding. ‘Daardoor krijgen SEH-verpleegkundigen in oplei-

ding belangrijke tools in handen om het acuut zieke kind beter op te vangen’, benadrukt Lula. De cursusleider is ver-heugd over de belangstelling van het CIVO. ‘Dat voelt als erkenning, daar word ik heel blij van.’ •

Alies Lula tijdens de les AKO2.

FOTO

: VIN

CEN

T JA

NN

INK

Page 19: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 19

Fundamental Disaster management

Nederlandse ziekenhuizen investeren volop in rampenopvangplannen en bijbehorende OTO-trajecten. Daarbij ligt de focus vooral op de opvang op de SEH en de aansturing door het beleids- en operationeel team. Op IC-afdelingen is er tot dusver veel minder aandacht voor het onderwerp rampenpreparatie. Maar wat te doen bij een grieppandemie die elk voorstellingsvermogen te boven gaat en IC- afdelingen langdurig ontwricht? Het antwoord, overgewaaid uit Amerika en neergedaald in Zwolle, luistert naar de naam Fundamental Disaster Management, kortweg FDM.

Volgens Harry Naber, anesthesio-loog/intensivist Isala klinieken en FDM-docent, komt de FDM-cursus

als geroepen. ‘De meeste Nederlandse IC’s zijn niet ingesteld op een invasie van ern-stig zieke patiënten. Zeker als deze groep langdurig intensieve zorg behoeft, komen veel IC’s in grote problemen’, voorspelt Naber. De oorzaken zijn divers: een tekort aan (beademings)apparatuur, te weinig medewerkers, logistieke problemen en een haperende aansturing.Dat het anders kan, is in de Verenigde Staten al langer bekend. Naber verwijst naar het St. Vincent ziekenhuis in

Manhattan, dat lering trok uit de chaos na de bomaanslag op het World Trade Center in 1993. ‘Dankzij een goed rampen-opvangplan was men op 9/11 wél voor-bereid op zijn taak. Iedereen wist wat te doen, de triage verliep uitstekend en er stond voldoende apparatuur stand-by. Goede voorbereiding is dus essentieel.’

KatrinaGezien de Amerikaanse ervaring met grote rampen is het niet zo vreemd dat FDM zijn oorsprong aan de andere kant

van de oceaan vindt. ‘Grote calamiteiten zijn bij ons in de VS geen uitzondering’, weet James Geiling, mede-auteur van het FDM-programma. ‘Want behalve terroris-tische aanslagen wordt Amerika ook regelmatig geconfronteerd met tornado’s en orkanen’, verwijzend naar de Katrina-tragedie.Vanwege de Amerikaanse voorsprong op dit terrein heeft het Netwerk Acute Zorg Zwolle gekozen voor de FDM. De principes zijn vertaald in een eendaagse cursus, die op 6 december 2011 in Zwolle zijn Nederlandse première beleefde.

ProgrammaWat houdt het FDM-programma precies in? ‘De cursisten worden eerst geïnfor-meerd over de organisatie van de IC tijdens een ramp. Vervolgens wordt verteld hoe je de IC-capaciteit in geval van een ramp kunt vergroten’, verduidelijkt Naber. Daarna komt de specifieke medische opvang en behandeling van rampen-slachtoffers aan bod. Denk daarbij aan chemische rampen, slachtoffers van explosies, maar ook aan de duurbelasting van patiëntenopvang bij epidemieën en pandemieën. Een onderdeel hiervan is het herkennen van noodsituaties, die de inzet van persoonlijke beschermingsmiddelen vereisen en de IC-triage.

Twee pijlers‘Het FDM-programma rust op twee pijlers: kennis van specifieke rampen plus de medische gevolgen daarvan én het goed organiseren van je IC-zorg’, resu-meert co-auteur James Geiling. Dit laatste vereist veel meer dan het bijwonen van de FDM-cursus. ‘Elk ziekenhuis zal zijn ZiROP moeten optimaliseren en waar nodig concrete voorbereidingen treffen.’James Geiling is blij dat ook Nederland het belang van Fundamental Disaster Management onderschrijft. ‘Failing to prepare is preparing to fail’, klinkt het in Amerikaanse tongval. ‘Let’s hope you never use it, but you better take care.’ •

‘Goede voorbereiding is

essentieel’

Page 20: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle20

De keuze voor het onderwerp kwaliteitsdenken is niet toevallig. ‘Vanuit de overheid en Inspectie

worden ziekenhuizen geconfronteerd met allerlei kwaliteitstrajecten.’ Gerrits verwijst naar het VMS-programma, waarmee ver-mijdbare onbedoelde schade moet worden voorkomen. ‘Veel SEH-verpleegkundigen

nascholing met interactie

Bewustwording rond het thema kwaliteit en het uitwisselen van ideeën en ervaringen. Deze twee aspecten stonden in 2011 centraal op de regionale nascholing voor SEH-verpleegkundigen. ‘In die opzet zijn we ruimschoots geslaagd’, vindt Ronald Gerrits, medeorganisator en SEH-verpleegkundige in de Isala klinieken.

waren onvoldoende bekend met de uit-gangspunten en de tien VMS-thema’s. Daarom was het goed om dit thema eens voor het voetlicht te brengen.’

EyeopenerEen van de sprekers was Bruno Hamelink, projectleider NIAZ en projectfunctionaris

Tweehonderddertien SEH-verpleeg kundigen volgen de eendaagse regionale nascholing in 2011. De onderwerpen waren veiligheid en grootschaligheid, VMS kwaliteitsdenken en nieuwe ontwikkelingen op de SEH, waaronder de aanwezigheid van SEH-artsen en de Nurse Practitioner.

patiëntveiligheid en medische techniek bij Zorgcombinatie Noorderboog. Hij vertelde aan de hand van concrete cijfers en voor-beelden wat vermijdbare onbedoelde scha-de ‘kost’. ‘Zijn verhaal stond heel dicht bij de belevingswereld van SEH-verpleeg-kundigen. Het was echt een eyeopener.’Verder waren er enkele presentaties over de verschillende VMS-thema’s. Bovendien was er voor de deelnemers volop gelegen-heid om kennis, ervaringen en tips uit te wisselen. ‘Niet alleen vanuit Isala richting de regioziekenhuizen, maar ook omge-keerd’, benadrukt Gerrits. ‘Van eenrich-tingsverkeer was geen sprake, de nadruk lag op interactie.’•

Ronald Gerrits

Page 21: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 21

rechercheren op de SeHSlachtoffers van geweldsincidenten moeten altijd - net als reguliere acute patiënten - snel en adequaat worden behandeld. Toch is er een belangrijk verschil tussen beide patiëntencategorieën: zodra er geweld in het spel is, krijgt de SEH veelal bezoek van politieagenten. Waar liggen de prioriteiten en hoe ver reikt hun gezag? Wim Veldhuizen, senior technisch rechercheur, verzorgde in 2011 vier lezingen voor SEH-verpleegkun-digen uit de regio Zwolle.

In zijn presentatie gaf Veldhuizen inzicht in het werk van de recherche en de raakvlakken met de zorg. Aan de

hand van (bloederige) foto’s schetste hij een beeld van verschillende geweldsdelic-ten en het bijbehorende sporenonderzoek. ‘Als recherche zijn wij altijd bijzonder geïn-teresseerd in sporen van geweld zoals schot- en steekwonden. Uit deze sporen en eventuele bloedpatronen op kleding kun-nen we veel afleiden. Het geeft ons infor-matie over het soort wapen en over de schotafstand van vuurwapens.’Daarom is het volgens Veldhuizen van groot belang dat SEH-verpleegkundigen mogelijke sporen geen ‘geweld’ aandoen. ‘Let goed op waar je kleding losknipt en ga zorgvuldig met bloedpatronen om.’ Toch rijst de vraag of (SEH-)verpleegkundigen überhaupt mogen of moeten meewerken

aan dit soort verzoeken. ‘Natuurlijk zijn zij gebonden aan hun beroepsgeheim, maar door behoedzaam om te gaan met sporen schend je geen privacy. Dat valt eerder onder de burgerplicht.’ •

Sporenonderzoek, Wim Veldhuizen.

‘Doe sporen geen geweld aan’

FOTO

: ARC

HIE

F W

IM V

ELD

HU

IZEN

Page 22: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle22

TRAuMAREGISTRATIE

Dat de regio aanvankelijk niet warm liep voor de traumaregistra-tie, had verschillende oorzaken. ‘Het

opzetten van zo’n registratiesysteem vergt veel tijd en energie van ICT’ers, lokale trau-maregistratiemedewerkers en manage-ment. Soms lagen de prioriteiten elders’, vermoedt Coenraads. Ook het ontbreken van sancties (ondanks verplichting tot aan-levering) vormde een vertragende factor.

regio loopt warm voor traumaregistratie

Na een moeizame aanloopperiode komt de regionale traumaregistratie eindelijk van de grond. Nadat de Isala klinieken in 2008 het voortouw namen, zijn in 2010 en 2011 de eerste regioziekenhuizen aangehaakt. ‘Ik verwacht dat de andere ziekenhuizen in 2012 volgen’, verklaart Jacqueline Coenraads, adviseur Beleid en Ondersteuning bij het Netwerk Acute Zorg Zwolle.

Dat de traumaregistratie in 2011 wél op de regionale agenda’s is beland, kan de beleidsmedewerker goed verklaren. ‘Externe instanties stelden de traumare-gistratie als voorwaarde voor het erkennen van opleidingen. Verder wordt er door de aanstelling van de projectleider trauma-registratie bij de LNAZ meer daadkracht getoond.’

MeerwaardeEen andere opsteker betreft de publicatie van het boekje ‘Traumapatiënten van opname ontslag’, dat een overzicht geeft van traumaregistratie in de Isala klinieken van 2008 tot en met 2010. Deze uitgave omvat een gedetailleerde rapportage met patiëntenaantallen en ernst van het letsel. ‘Dit boekje toont de praktische meerwaar-de van traumaregistratie aan. Het geeft informatie over de aard en ernst van het letsel, de opnameduur en het vervolgtra-

ject. Deze data vormen zeer bruikbare managementinformatie waarmee je het acute zorgproces snel kunt bijsturen. Tevens kan het als basis dienen voor aller-lei onderzoek, lokaal, regionaal, landelijk en zelfs internationaal’, oordeelt Coenraads.Ook buiten de muren van de Isala klinie-ken lijkt dit besef gestaag te groeien. Nam Hoogeveen in 2010 al deel aan de trauma-registratie, in 2011 haakten ook Apeldoorn, Zutphen en Hardenberg aan. Jacqueline Coenraads, die dit traject samen met colle-ga Petra Krijgsman verzorgt, heeft een dui-delijke wens: ‘Ik hoop dat alle regiozieken-huizen eind 2012 actief deelnemen aan traumaregistratie.’ •

‘Soms lagen de prioriteiten elders’

Petra Krijgsman en Jacqueline Coenraads

Page 23: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 23

1.200

960

720

480

240

0

2010 Totaal: 2.439 2011 Totaal: 3.011

ISS 0 ISS 1-3 ISS 4-8 ISS 9-15 ISS 16-75

Injury Severity Score (ISS) Netwerk Acute Zorg Zwolle

Om patiënten met meerdere letsels te kunnen beschrijven en een totale ernst score toe te kennen, is de Injury Severity Score (ISS) ontwikkeld. Op basis van de ISS worden de traumapatiënten ingedeeld in vijf categorieën: ISS 0, ISS 1 t/m 3, ISS 4 t/m 8, ISS 9 t/m 15 en ISS 16 t/m 75.

Ziekenhuis Bethesda pionier traumaregistratie Ziekenhuis Bethesda startte in 2010 met de traumaregistratie en daarmee had de Hoogeveense kliniek de regionale primeur. ‘Ons management hecht veel waarde aan een goede registratie, dat helpt enorm’, verklaart Hilda Schraa, SEH-verpleegkundige en verantwoordelijk voor de feitelijke registratie.

Aanvankelijk vergde deze taak veel tijd en energie. Vooral de aanle-vering van data aan het Netwerk

Acute Zorg Zwolle leidde in 2010 tot hoofdbrekens. ‘Het Excelbestand waarin ik de gegevens registreerde, was niet te koppelen aan de landelijke database’, blikt Schraa terug. Grote vraag was: hoe verder? ‘Door de gegevens rechtstreeks in Eridanos (het ICT-programma van de Isala klinie-ken - red.) in te voeren, was het probleem opgelost.’

Naarmate Schraa langer registreert, krijgt zij er ook meer handigheid in. ‘Ik raak steeds beter bekend met de codes die ik moet invoeren.’

BenchmarkDe traumaregistratie is niet alleen ver-plichte kost, uiteindelijk levert het de deelnemende ziekenhuizen ook iets op. Dat is althans de verwachting van Peter

Schlepers, hoofd IC en SEH van Ziekenhuis Bethesda. ‘Als alle regioziekenhuizen hun traumaregistratie op orde hebben, kun je die data gaan vergelijken. Met behulp van zo’n benchmark kun je de kwaliteit van de traumazorg verbeteren.’De pioniersrol van Ziekenhuis Bethesda heeft één nadeel: in Hoogeveen kunnen ze de kunst niet afkijken. ‘Bij vragen kan ik

gelukkig altijd bij het Netwerk Acute Zorg Zwolle terecht’, reageert Hilda Schraa. ‘Mijn contactpersoon Jacqueline Coenraads (adviseur Beleid & Ondersteuning - red.) is altijd bereid te helpen.’ Daarnaast orga-niseert het Zwolse Netwerk elk jaar een informatiebijeenkomst over dit onderwerp. ‘Die ondersteuning is wat mij betreft ruimschoots voldoende.’ •

‘Ik raak steeds beter bekend met

de codes’

Page 24: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle24

Aanvankelijk lag de Zwolse trauma-registratie op het bordje van arts-assistenten, maar dat bleek

geen succes. ‘Veel assistenten hebben een broertje dood aan verslaglegging. Boven-dien moesten we de nieuwkomers steeds inwerken, dat was geen doen.’ Uiteindelijk is besloten die taak aan SEH-verpleegkun-digen Satink en Schulten over te dragen. Waren zij daar destijds voldoende voor geëquipeerd? ‘ Vanuit het Netwerk Acute Zorg Zwolle zijn we de eerste maanden goed begeleid. Verder maken we veelvul-dig gebruik van het coderingenboek en in geval van twijfel kunnen we altijd de trau-matoloog raadplegen.’

Traumaregistratie ‘afwisselend en leerzaam’

Karin Satink, SEH-verpleegkundige in de Isala klinieken, is al drie jaar betrokken bij de traumaregistratie. Samen met collega Anja Schulten codeert ze wekelijks vele tientallen (multi)traumapatiënten. ‘De registratie is een leuke afwisseling én heel leerzaam.’

PuzzelenHoewel het duo steeds meer handigheid heeft gekregen in hun registratietaken, is het coderen allerminst een invuloefening. ‘Zeker bij grote trauma’s is het echt puzze-len om het plaatje compleet te krijgen. Dan moeten we de huisartsenbrief, de lab- en röntgenuitslagen en het OK-rap-port erop naslaan om zekerheid over het exacte letsel te krijgen.’Volgens Satink staat de Zwolse trauma-registratie inmiddels goed op de kaart. ‘Omdat we zo nauwkeurig werken en extra controles uitvoeren, zijn onze data zeer betrouwbaar. Daarnaast doen we er alles aan om geen achterstand op te lopen en tot dusver zijn we daarin geslaagd.’

Karin Satink en Anja Schulten, traumaregistratie medewerkers in de Isala klinieken: ‘Soms is het echt puzzelen om het plaatje compleet te krijgen.’

Hebben Satink en Schulten nog tips voor hun collega’s in de regioziekenhuizen? ‘Wat echt helpt, is een goede ICT-structuur. Het traumaregistratiesysteem van de Isala klinieken is rechtstreeks gekoppeld aan het

Elektronisch Patiënten Dossier (EPD), waar-door we alle benodigde gegevens direct kunnen overzetten.’ Een rustige werkplek is eveneens voorwaarde. ‘Ik voer de codes thuis in of op het kantoor van het Netwerk Acute Zorg Zwolle, want op de SEH is het veel te onrustig.’ •

‘Onze data zijn zeer betrouwbaar’

Page 25: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 25

accreditatie voor refereeravond

Ook in 2011 stonden er weer drie regionale refereeravonden Traumazorg op het programma. Deelname aan deze bijeenkomst levert sinds mei 2011 twee accreditatiepunten op. ‘Hopelijk leidt dit tot een extra toeloop van belangstellenden’, verklaart medisch coördinator Traumatologie dr. Sven van Helden.

Wat houdt een refereeravond precies in?‘Dat is een bijeenkomst voor alle specialis-ten en assistenten die betrokken zijn bij de traumazorg. Deze avond, die drie maal per jaar wordt georganiseerd, is bedoeld om het medisch handelen te toetsen, invulling te geven aan het regionale netwerk en het verdiepen van sociale contacten. Daar-naast biedt deze avond assistenten een podium om hun presentatievaardigheden aan te scherpen.’

Wie organiseert de refereeravonden?‘Dat is, bij toerbeurt, de taak van de drie ziekenhuizen met een chirurgische oplei-ding: Apeldoorn, Deventer en Zwolle. In

2011 kwamen onder meer de volgende onderwerpen aan bod: secundaire trauma-tologie, traumatische schouderinstabiliteit, de behandeling van CRPS-1 en traumare-gistratie. Verder werd de concept richtlijn distale radiusfracturen besproken.’

Wat houdt deze nieuwe richtlijn in?‘Het betreft voorschriften van de Neder-landse Vereniging van Heelkunde (NVvH) ten aanzien van de (na)behandeling van polsfracturen. De richtlijn beschrijft de diagnostiek en zowel het conservatieve als het chirurgische behandeltraject. Ook de nazorgfase en polsfracturen bij kinderen

komen aan de orde. Zo’n protocol biedt de behandelend arts dus een heel praktisch handvat.’

Maar een arts kan zo’n richtlijn toch gewoon downloaden?‘Dat kan, maar in de praktijk gebeurt dat weinig. Een refereeravond is een uitste-

kend middel om de richtlijn in korte tijd bij iedereen op het netvlies te krijgen.’

Welke rol spelen de kleinere regioziekenhuizen tijdens de refereeravonden?

‘Zij kunnen een casus uit de dagelijkse praktijk inbrengen, die aan het eind van de avond wordt

besproken. Daarbij zijn de deelnemers niet zozeer geïnteresseerd in succes-verhalen, als wel in voor-

beelden waarin het een en ander is misgegaan. Want uiteindelijk leer je het meeste van elkaars fouten.’

Wat is de rol van het Netwerk Acute Zorg Zwolle omtrent de refereeravonden?‘De ziekenhuizen zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de presentaties, het Netwerk faciliteert en bewaakt de continu-iteit.’

Hoe zie je de toekomst van de refereeravond?‘Daar heb ik een goed gevoel bij. Zowel de frequentie als de opzet van de bijeen-komsten spreekt velen aan, zo blijkt uit de reacties. De opkomst kan soms iets hoger; wellicht leidt de accreditatie tot wat meer belangstelling. Dat zou mooi zijn, want hoe meer zielen hoe meer vreugd.’ •

Sven van Helden, traumachirurg en medisch coördinator: ‘Je leert het meeste van elkaars fouten.’

‘Hoe meer zielen, hoe meer vreugd’

Page 26: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle26

In 2011 heeft aanbieder Code Rood vooral geïnvesteerd in de functionaliteit, toe-gankelijkheid en het gebruiksgemak

van ZiROP.nl. Door de informatie compac-ter te maken, de leesbaarheid ervan te ver-groten en afbeeldingen toe te voegen, beklijft de lesstof beter. Deze verbeterslag is bij de gebruikers in goede aarde geval-len. ‘Tijdens de ZiROP-trainingen hoor ik van de deelnemers zeer positieve geluiden.

ZiROP.nl staat stevig op de kaart. Sinds de introductie in 2010 is dit instrument in 2011 door bijna twintig ziekenhuizen (zie overzichtskaart) in licentie genomen. ‘Bovendien zijn de gebruikers erg tevreden over de toegankelijkheid van de informatie’, constateert Mark Hekkert, OTO-coördinator bij Code Rood. ‘We zijn op de goede weg.’

goed van start

Vooral de presentatie en de informatie op maat worden gewaardeerd.’Ook het interactieve karakter van het e-learningsprogramma valt in de smaak. Gebruikers kunnen studeren waar en wan-neer het hen uitkomt. ‘Anytime, anyplace, anywhere’, resumeert Hekkert.

PortfolioAan ZiROP.nl is een digitaal portfolio gekoppeld, waarin de individuele OTO-ont-wikkelingen van de gebruiker wordt bijge-houden. ‘Dit instrument maakt inzichtelijk in hoeverre je bent voorbereid op ernstige calamiteiten.’ Die informatie is niet alleen nuttig voor gebruikers zelf, ook het management kan er zijn voordeel mee

doen. ‘Onder het motto ‘Meten is weten’ krijgen leidinggevenden een duidelijk beeld van het preparatieniveau binnen de organisatie per persoon of per groep func-tionarissen. Blinde vlekken worden direct zichtbaar en zo nodig kun je daar meteen een opleidingscyclus aan koppelen’, oppert de OTO-coördinator.Is er in 2011 al veel bereikt, in 2012 gaat de ontwikkeling van ZiROP.nl ‘gewoon’ door, zoals de ontwikkeling van de CBRN-modu-le. OTO-coördinator Mark Hekkert: ‘Eind 2011 had circa twintig procent van de Nederlandse ziekenhuizen een licentie van ZiROP.nl. Deze gebruikers zijn hartstikke tevreden, betere reclame kunnen we ons niet wensen.’

‘We zijn op de goede weg’

Mark Hekkert

Page 27: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Deze cursus is bedoeld voor SEH-verpleegkundigen, -leidinggevenden, -coördinatoren, -artsen en medisch coördinatoren van de SEH. Omdat de cursus enkele keren

per jaar wordt gegeven, is deze met name geschikt voor nieuwe SEH-medewerkers. ‘Een regulier OTO-programma duurt twee jaar en heeft een vaste volgorde van Opleiden, Trainen en dan pas Oefenen. Wanneer nieuwkomers na het Opleidingtraject instro-men, hebben ze een opleidingsachterstand en kunnen niet volwaardig deelnemen aan Trainingen en Oefeningen. Dankzij deze cursus kunnen ze nu snel instromen en krijgen zij op korte termijn wél de gewenste theoretische bagage’, verklaart Van Aken.

FictiefDe cursus ‘SEH in opgeschaalde situatie’ is praktisch van opzet. De deelnemers verrichten een praktijkopdracht op een fictieve SEH, die speciaal voor deze module is ontwikkeld. Zij worden als team geconfronteerd met een calamiteit in de omgeving van het ziekenhuis. Aan de cursisten de taak om de opvang en behande-ling van slachtoffers binnen de SEH zo goed mogelijk te organise-ren. Hierbij maken zij gebruik van een simulatieprogramma. Ter voorbereiding op het programma krijgen de deelnemers het draaiboek toegestuurd. Dit draaiboek bevat informatie over het fictieve ziekenhuis en het afdelingsplan SEH uit het betreffende ZiROP.Aan het programma kunnen per keer zeven functionarissen uit verschillende ziekenhuizen gelijktijdig deelnemen. De training wordt betaald uit de OTO-stimuleringsgelden. ‘Voor de cursist is deelname aan de cursus kosteloos’, verzekert Van Aken.

nieuwe cursus ‘SeH in opgeschaaldesituatie’

Kennis van en inzicht in de SEH in een opgeschaalde situatie ten behoeve van nieuwe SEH-medewerkers. Dat is het primaire doel van de basiscursus ‘SEH in opgeschaalde situatie’ die in 2011 van start ging. ‘Daardoor zijn SEH-afdelingen in de regio beter geprepareerd op calamiteiten’, benadrukt Gijs van Aken, hoofd Netwerk Acute Zorg Zwolle.

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 27

Deze cursus die hij in Zwolle volgde, had volgens Nauta één nadeel: de samenstelling van de cursusgroep. ‘De

deelnemers waren afkomstig uit verschillende ziekenhuizen. En als je elkaar niet kent, weet je niet goed wat je aan elkaar hebt.’ Volgens de SEH-verpleegkundige is het veel leerzamer om deze cursus met je eigen collega’s te volgen. ‘Een vertrouwde setting vergroot de interactie. Bovendien kun je de oefening dan volledig op je eigen ZiROP baseren.’ Ondanks deze kanttekening geeft hij deze scholing het rapportcijfer 7,5. ‘Qua opzet en inhoud kan ik deze cursus iedereen aanbeve-len’, oordeelt Joost Nauta. ‘Het was zeer de moeite waard.’

‘Het was zeer de moeite waard’

‘Ik voelde wel degelijk een stukje spanning’Joost Nauta, SEH-verpleegkundige in Gelre Apeldoorn, is goed te spreken over de cursus ‘SEH in opgeschaalde situatie’. Vooral het praktische deel, waarin een rampscenario werd nagebootst, sprak hem aan. ‘Daarbij maakten we weliswaar gebruik van plastic poppetjes, maar dat deed niets af aan het realistische karakter van de oefening. Ik voelde wel degelijk een stukje spanning.’

Page 28: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle28

Als Hulshof de term samenwerken gebruikt, bedoelt hij ook samen wer-ken. ‘Wij geven aan waar onze

behoeften en leerdoelen liggen, waarna Code Rood ons adviseert over de invulling van het OTO-programma. Er is echt sprake van wisselwerking’, verzekert de ZiROP-

beheerder.Behalve advies op maat levert Code Rood ook persoonlijke begeleiding tijdens OTO-workshops en ETS-oefeningen. Vooral de opzet van die trainingen spreekt Hulshof aan. ‘De trainers van Code Rood creëren een zeer veilige omgeving, zodat de deelnemers

zich volledig op hun gemak voelen en ‘nor-maal’ kunnen functioneren. Dat is een grote plus.’ Hulshof hoopt dat de samenwerking tussen Acute Zorg Euregio en het Netwerk Acute Zorg Zwolle nog lang blijft bestaan. ‘Ik zou de Zwolse expertise en kundigheid niet graag willen missen.’

Sjaak Hulshof, teammanager SEH en ZiROP-beheerder in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) in Winterswijk, is vol lof over zijn samenwerking met ‘Zwolle’. ‘Code Rood beschikt over giga-expertise op het gebied van opleiden, trainen en oefenen (OTO). Ook de wijze waarop zij ons daarin begeleiden, is meer dan uitstekend. Die ondersteuning en samenwerking krijgt van mij een tien met een griffel.’

‘een tien met een griffel’

Ook in 2011 stonden er weer talloze OTO-ontwikkelingen op het programma. Jan Atsma, coördinator opleiden, trainen en oefenen bij Code Rood, blikt terug én kijkt vooruit.

oTo steviger op de kaart

Wat waren de belangrijkste OTO-ontwikkelingen in 2011?‘In dat jaar zijn veel ziekenhuizen gestart met de tweede cyclus van opleiden, trai-nen en oefenen. Verder hebben we qua ontwikkeling en uitrol van ZiROP.nl nauw samengewerkt met Euregio in Enschede. Daarnaast heeft Code Rood het program-ma ‘SEH in opgeschaalde situatie’ opgezet en is een deel van onze opleidingsactivitei-ten geaccrediteerd. Tot slot is Code Rood opgenomen in het landelijke CRKBO- register.’ Wat ging goed en wat kon beter?‘De aandacht voor het ZiROP-dossier van-uit de ziekenhuizen neemt toe. Zieken-huizen besteden in toenemende mate tijd en geld aan de preparatie. De samenhang in de deelname door sleutelfunctionarissen uit het ZiROP aan opleidingsactiviteiten kan beter.’

Hoe ziet de samenwerking tussen Zwolle en Enschede (Euregio) eruit?‘In beide regio’s wordt in de ziekenhuizen hetzelfde opleidingsprogramma gehan-teerd. Verder werken de ZiROP-beheerders uit beide regio’s en de betrokken GHOR-regio’s samen. Daarnaast biedt Code Rood ondersteuning bij het opleiden van regio-nale ETS-instructeurs.’ Wat levert die samenwerking op?‘Gezamenlijke OTO-activiteiten versterken de onderlinge relaties. De deelnemers ervaren kennisuitwisseling en het delen van ervaringen als positief en leerzaam.’ Welke plannen/ambities heb je voor de (nabije) toekomst?‘Meer betrokkenheid van de afdeling Opleidingen vanuit de ziekenhuizen bij de implementatie en uitrol van ZiROP-oplei-dingsactiviteiten. Verder ontwikkelen we

een basisprogramma ‘Ziekenhuis in opgeschaalde situatie’ voor sleutelfunctio-narissen uit het Operationeel Team en Crisisbeleidsteam.’

Jan Atsma

Page 29: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 2929Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle

mIcu goed op weg

Na drie jaar Mobiele Intensive Care Unit (MICU) maakt Koos van de Wetering, intensivist en medisch coördinator MICU, de balans op. Volgens hem heeft de ‘IC op Michelinbanden’ zijn meerwaarde ruimschoots bewezen. ‘Dankzij de MICU kunnen we IC-patiënten veilig en snel naar de juiste plek vervoeren. Dat is absoluut winst.’

Werd de MICU van de Isala klinie-ken in 2009 102 keer ingezet, in 2011 stond de teller op 126. Het

gros van deze ritten (lees: 86) was bedoeld om patiënten naar een hoger level IC te vervoeren. ‘Van Hardenberg naar Emmen en van Deventer naar Zwolle’, somt Van de Wetering op. Ook in de weekenden werd regelmatig gereden, maar dan voor twee regio’s. ‘Sinds 2011 hebben we onze week-enddiensten verdeeld met onze Groningse collega’s. Dat scheelt flink in de dienstbe-lasting.’

Hard rijdenIn 2011 werd de MICU in dertien gevallen opgetrommeld wegens plaatsgebrek in een bepaald ziekenhuis. Dat lijkt weinig, maar voor de betreffende patiënten kan het MICU-transport een wereld van ver-

schil maken. ‘Voorheen werden ernstig zieke IC-patiënten bij plaatsgebrek in een reguliere ambulance vervoerd. Toen was het een kwestie van hard rijden, improvise-ren en er het beste van hopen. Dankzij de MICU zijn de risico’s tijdens het transport minimaal. In 2011 heeft zich tijdens het ver-voer geen enkele complicatie voorgedaan met nadelige gevolgen voor de patiënt’, verzekert Van de Wetering.De medisch coördinator kan dat goede resultaat wel verklaren. ‘Ten eerste is de bemensing van de MICU goed geregeld. Alle intensivisten van de Isala klinieken doen mee en daarnaast beschikken we over een poule van vijftien ervaren IC-verpleegkundigen. Om iets meer ruimte in het dienstrooster te creëren, hopen we in 2012 twee nieuwe IC-verpleegkundigen te verwelkomen.’

KwetsbaarOok de communicatielijnen met de regioziekenhuizen en het UMCG krijgen het predicaat prima. ‘We voeren regelma-tig overleg en die gesprekken verlopen in een open sfeer. Als een bepaald aspect voor verbetering vatbaar is, kunnen we dat altijd naar elkaar terugkoppelen.’Tot slot verwijst hij naar de goede relatie met de afdeling Medische Technologie. ‘De apparatuur is per definitie een kwetsbaar onderdeel van de MICU. Daarom zijn goede afspraken over technisch onderhoud en service van groot belang.’Mede om deze laatste reden noemt hij het vrijgeven van MICU-transporten een slech-te zaak. ‘Een private partij beschikt meestal niet over de organisatie, de ervaring en de technici om de MICU goed en veilig te exploiteren. Juist die taak is bij de huidige

Koos van de Wetering

‘Veilig en snel naar de juiste plek’

MICU-trolley Document Eindoplevering

zeven MICU-centra in goede en vertrouwde handen.’Voor wat betreft de toekomst hoopt Van de Wetering de MICU-uitrusting uit te brei-den. ‘We zouden graag een klein formaat hart-longmachine aan de trolley willen bevestigen.’ Hij benadrukt dat dit plan nog in de kinderschoenen staat. ‘Dit voorstel vereist eerst nog veel overleg met de perfusionisten en hartchirurgen.’ •

Page 30: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle30

Gemiddelde ritduur 2009-2011

2009 02:57 2010 02:55 2011 02:54

Toelichting: De genoemde ritduur is gerekend vanaf het moment van vertrek uit de Isala klinieken, locatie Sophia, tot terugkomst bij de Isala klinieken, locatie Sophia. Dit is de totale duur dat het MICU-team onderweg is (zowel met als zonder patiënt).

MICu

Geweigerde ritten en reden

A B C D E Totaal

2009 3 8 2 9 4 262010 1 3 2 3 17 262011 1 2 0 10 0 13

A = Micu bezet B = Buiten operationele uren C = Technische problemen D = Geen Micu criteria E = Personele problemen

MICU ritten 2009 2010 2011Beademend Invasief 99 103 120Non Invasief beademend 1 2Spontaan met O2 3 5 4Totaal 102 109 126

Indicaties MICU ritten 2011

Sepsis/ MOF 21 Endocarditis 2 H1N1/ARDS/Ecmo 2 Infarct 2 Astma card/dec cordis 4 Pneumonie/Resp insuff/ langdurige beademing 28 CVVH/nierfalen 6 Thuisbeademing centrum 2 Neurochirurgisch 18 Abd chirurgie 7 Thoraxchirurgie/card 14 TIPSS 1 Second opinion 2 Brandwonden 2 Trauma 3 Coiling/stenting[geen neuro] 1 Epiglottitis/ abces 1 [Necrotiserende]pancreatitis 3 Forse Neusbloeding 1 Reanimatie na verbloedingshock 1 Longbloeding 1 Shock Anaphalactisch 1 Niet gedef. 2

Totaal 126

Intern SZ- Wl 15 Hoger level 86 Plaatsgebrek 13 Terug naar woonomg. 5 Bekend in 7

Totaal 126

MICU-verpleegkundigenIn 2009 is gestart met een MICU-verpleegkundige poule van vijfendertig IC-verpleegkundigen. Deze verpleegkundigen zijn werkzaam op een van de IC’s binnen de Isala klinieken.Door natuurlijk verloop is er in 2011 een poule van vijftien verpleegkundigen over. Er is voor gekozen dit aantal niet aan te vullen. Doordat de verpleegkundigen vaker een transport uitvoeren, worden zij meer ervaren en dit komt de kwaliteit van het transport ten goede.

Overdag, van 8:00 uur tot 16:00 uur gaat er een MICU-verpleegkundige mee vanaf de werkvloer. Na 16:00 uur draait deze bereikbaarheidsdienst tot 24:00 uur. In de weekenden van 8:00-24:00 uur is er een bereikbaarheidsdienst.

Page 31: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2011 Netwerk Acute Zorg Zwolle 31

ColofonDit is het jaaroverzicht 2010 van het Netwerk Acute Zorg Zwolle

E-mail: [email protected]

Teksten:Tjerk Ykema

Eindredactie:Petra Krijgsman, Netwerk Acute Zorg Zwolle

Fotografie:Frans Paalman (tenzij anders vermeld)

Vormgeving:Haagsblauw, Den Haag

Drukwerk:Upmeyer, Zwolle

Medewerkers Netwerk Acute Zorg Zwolle 2011

Gijs van Aken

Wim Heupers

Anita Brouwer

Hoofd

Coördinator OTO

Beleidsmedewerker

Educatie Harry Naber

Medisch Coördinatoren

TraumatologieSven van Helden

MICu en IC netwerkKoos van de Wetering

Acute ZorgSuzanne Kruizinga

Roelf Lindeboom

Adviseurs Beleid en Ondersteuning

Karen Mentink Jacqueline Coenraads Petra Krijgsman

Elina Versluis

Verpleegkundig Coördinatoren MICu

Simone Hof

Sonja Boogaard

Yvonne van der Perk

Code Rood Coördinatoren Opleiden, Trainen en Oefenen

Secretariaat

Mark Hekkert

Jolanda Kloosterman

Jan Atsma

Irmgard Wilke

Page 32: ‘Het meisje was al geboren’ ‘Blij met MIST’ ‘Doe sporen geen ‘geweld’ aan’ · plaats´, benadrukt het bestuurslid van de Saxenburgh Groep. Daar - naast is zij goed

Jaaroverzicht 2008 Traumacentrum Zwolle32

‘Hoe meer zielen, hoe meer vreugd’‘Verbind diverse ketens’

‘Met stoom en kokend water’

www.netwerkacutezorg.nl