afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en...

21
Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Bijlage II: Stedenbouwkundige Voorschriften

Transcript of afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en...

Page 1: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

afbakening zeehavengebied Antwerpen

Bijlage II: Stedenbouwkundige Voorschriften

Page 2: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

afbakening zeehavengebied Antwerpen

de ontwerper

Hans Leinfelder

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘afbakening zeehavengebied Antwerpen’.

de minister-president van de Vlaamse regering de Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport

Kris Peeters Philippe Muyters

Page 3: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 7

Verordenende stedenbouwkundige voorschriften

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel 1. Afbakeningslijn zeehavengebied

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen.

Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel 2. Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het grootstedelijk gebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen.

Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvgheid’.

Artikel R1. Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven

Het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten. Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvigheid’.

Artikel R2. Specifiek regionaal bedrijventerrein voor afvalverwerking en recyclage

Het gebied is bestemd voor regionale bedrijven met afvalverwerkende en recyclerende activiteiten.

Daarnaast zijn de volgende activiteiten toegelaten:

- verwerking en bewerking van mest of slib;

- grondopslag en grondbewerking en –verwerking.

Installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie, energierecuperatie of warmtekrachtkoppeling zijn toegelaten.

Page 4: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 8

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvigheid’.

Artikel R3. grensgebied met het grootstedelijk gebied

Het gebied is bestemd voor zeehaven- en watergebonden bedrijven zoals omschreven in lid 1 van artikel R1. en voor de bestaande bedrijven of activiteiten die aanwezig zijn in dit gebied op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande bedrijven of activiteiten kunnen blijven bestaan tot de stopzetting. De handelingen die nodig zijn om een bestaand bedrijf of activiteit te bestendigen zijn toegelaten voor zover zij beperkt zijn tot het behoud binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Andere verbouwingen of uitbreidingen zijn niet toegelaten.

Er moet bijzondere aandacht gaan naar een ruimtelijk kwalitatieve en representatieve inpassing in het beeld van het aangrenzende grootstelijke gebied en naar een kwalitatieve inrichting van de publieke ruimte en inpassing van de bebouwing.

Artikel R4. externe veiligheid

Voor zover er geen algemene adviesverplichting is, zijn handelingen in een gebied dat valt onder artikel R1., R2. of R3. die tegelijk aan de onderstaande voorwaarden voldoen slechts toegelaten nadat de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering advies heeft verstrekt volgens de bepalingen van de wetgeving ruimtelijke ordening over niet-bindende adviesvragen met betrekking tot vergunningsaanvragen:

- Het gaat over handelingen voor een nieuwe inrichting die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

- De geplande inrichting is gelegen binnen een straal van 2 km van een gebied waar wonen is toegelaten, of van een aanwezige of geplande cluster van ten minste vijf niet-onteigende woongelegenheden, of van een gebied waar een ziekenhuis of een school of een verzorgingsinstelling of van een door publiek bezochte plaats of gebouw met inbegrip van recreatiegebied, aanwezig of gepland is.

Deze bepaling vervalt vanaf de inwerkingtreding van wetgeving waarin de adviesverplichting van de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering voor stedenbouwkundige vergunningen wordt gereglementeerd.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘lijninfrastructuur’.

Artikel R5. Gebied voor waterweginfrastructuur

Dit gebied is bestemd voor waterweginfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van die waterweginfrastructuur en aanhorigheden.

Daarnaast zijn toegelaten:

- alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;

- het bergen van baggerspecie in onderwatercellen.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvigheid’.

Artikel R6. Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek – Logistiek park Schijns

Artikel R6.1.

Het bedrijventerrein is bestemd voor regionale bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten:

- op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en logistiek

- ondersteunende dienstverlenende bedrijven gericht op transport, distributie en logistiek;

- installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie, energierecuperatie of warmtekrachtkoppeling.

De volgende activiteiten zijn niet toegelaten:

- autonome kantoren;

- kleinhandel.

Page 5: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 9

Het gebied moet zo ingericht zijn dat er een geluidsbuffer is tussen de havenactiviteiten en de kern Hoevenen.

Artikel R6.2.

Bij vergunningsaanvragen voor werken voor de realisatie van het logistiek park of van delen ervan, wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

De inrichtingsstudie geeft aan hoe:

- het logistiek park op een ruimtelijk kwalitatieve en representatieve wijze wordt ingepast langsheen de A12;

- de inrichting van de publieke ruimte en de inpassing van de bebouwing op een kwalitatieve wijze wordt gerealiseerd;

- de inplanting van de bebouwing bijdraagt tot de buffering van het geluid van de havenactiviteiten naar de kern Hoevenen;

- de afwatering van het Groot Schijn zal gebeuren. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied.

De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Artikel R6.3.

Voor zover er geen algemene adviesverplichting is, zijn handelingen die tegelijk aan de onderstaande voorwaarden voldoen slechts toegelaten nadat de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering advies heeft verstrekt volgens de bepalingen van de wetgeving ruimtelijke ordening over niet-bindende adviesvragen met betrekking tot vergunningsaanvragen:

- Het gaat over handelingen voor een nieuwe inrichting die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

- De geplande inrichting is gelegen binnen een straal van 2 km van een gebied waar wonen is toegelaten, of van een aanwezige of geplande cluster van ten minste vijf niet-onteigende woongelegenheden, of van een gebied waar een ziekenhuis of een school of een verzorgingsinstelling of van een door publiek bezochte plaats of gebouw met inbegrip van recreatiegebied, aanwezig of gepland is.

Deze bepaling vervalt vanaf de inwerkingtreding van wetgeving waarin de adviesverplichting van de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering voor stedenbouwkundige vergunningen wordt gereglementeerd.

(overdruk - symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R6.4. ontsluiting van het logistiek park

De hoofdontsluiting van het logistiek park voor gemotoriseerd verkeer sluit rechtstreeks aan op het op- en afrittencomplex aan de A12. De pijl duidt symbolisch aan waar de hoofdtoegang tot het bedrijventerrein wordt gesitueerd.

Om het deel van het logistiek park ten noorden van de ‘bunkergordel’ ( caponnières ) voor gemotoriseerd verkeer te verbinden met het deel van het logistiek park ten zuiden van de ‘bunkergordel’ zijn maximum twee toegangswegen toegelaten die de ‘bunkergordel’ kruisen. Voor het spoorverkeer is maximum één doorsteek door de bunkergordel toegelaten.

Artikel R6.5.

Handelingen die nodig of nuttig zijn voor:

- het behoud, het herstel of de aanpassing van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,

- het behoud, het herstel of de aanpassing van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen en de verbindingsfunctie,

- het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,

- het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen

zijn toegelaten.

De in artikel R6.1. genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘lijninfrastructuur’.

Artikel R7. Gebied voor spoorinfrastructuur

Page 6: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 10

Dit gebied is bestemd voor spoorinfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die spoorinfrastructuur en aanhorigheden.

Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘lijninfrastructuur’.

Artikel R8. Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur

Dit gebied is bestemd voor verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Een deel van het gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur aan de R2 wordt ingericht met ecologische infrastructuur. Deze ecologische infrastructuur moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van landschappelijke inpassing.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R9. bouwvrije strook

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, geldt een verbod om vergunningsplichtige gebouwen en constructies op te richten behalve handelingen voor leidingen, telecommunicatie infrastructuur, ecologische infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor nietgemotoriseerd verkeer.

Het gebied met de overdruk grenst aan de hoofdweg A12 Havenweg Antwerpen- Bergen-op-Zoom en is 35m breed.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R10. gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren en de aanpassing van de ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn handelingen in functie van de ruimtelijke inpassing, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren en leidingen toegelaten.

(overdruk – symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R11. verbinding voor fietsers

Om functionele relaties te leggen worden op verschillende plaatsen verbindingen gerealiseerd voor fietsers. De pijlen duiden symbolisch aan

Page 7: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 11

welke plaatsen met elkaar verbonden moeten worden.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R12. buffer – ten westen van Berendrecht en Zandvliet

Tussen de zeehaven en de aangrenzende zones wordt in een buffer voorzien. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming, landschappelijke inpassing en afstand. Het gebied kan ook gebruikt worden voor laagdynamisch recreatief medegebruik.

Alleen handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer zijn toegelaten.

De volgende handelingen zijn eveneens toegelaten:

- het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied;

- het herstellen,(her)aanleggen of verplaatsen van leidingen onder voorwaarden van het behoud van het ecologisch karakter van het gebied.

Het waardevolle ecologische karakter van de Zouten, het meest zuidelijke deel van de buffer, dient te worden bestendigd.

In de zone palend aan het kanaal zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die waterweginfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op deruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokale dienstwegen, jaagpaden, recreatienetwerk en waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R13. bufferdijk - Stocatradijk

Tussen de zeehaven en de aangrenzende zones wordt in een buffer voorzien. De buffer, inclusief de hoogte, moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming en landschappelijke inpassing.

De buffer wordt aangelegd als een dijk waarin leidingen kunnen worden geïntegreerd.

De dijk wordt ten laatste aangelegd bij de inrichting van het naastgelegen natuurgebied Opstalvalleigebied. De bufferdijk moet worden afgewerkt met beplanting.

Alleen handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer zijn toegelaten met inbegrip van de aanleg en het onderhoud van toegangswegen en met inbegrip van de aanleg van brandwegen in waterdoorlatende verharding indien dit om redenen van brandveiligheid wordt opgelegd en met inbegrip van de aanleg van infrastructuur in functie van natuur.

Bij vergunningsaanvragen voor handelingen voor de aanleg of de wijziging van (een deel van) de bufferdijk wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

De inrichtingsstudie geeft aan hoe:

- de visueel-ruimtelijke relatie ten aanzien van de landschappelijke identiteit van het natuurgebied Opstalvalleigebied, het beschermd landschap ‘Antitankgracht’ en de historische kernen Berendrecht en Zandvliet en het havengebied gelegd wordt;

- de landschappelijke inbedding in het natuurgebied Opstalvalleigebied, in de nederzettingsstructuur en in het maritiem-industriële landschap gerealiseerd wordt.

De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied.

De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘overig groen’.

Artikel R14. zone voor permanente ecologische infrastructuur

Page 8: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 12

Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden.

Alle handelingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch milieu en van landschapswaarden zijn toegelaten.

Alle handelingen voor de bestaande leidingen in het gebied zijn toegelaten voor zover het functioneren van de ecologische infrastructuur niet in het gedrang wordt gebracht.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvigheid’.

Artikel R15. zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’

Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden.

Alle handelingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch milieu en van landschapswaarden zijn toegelaten.

De volgende handelingen zijn eveneens toegelaten:

- het herstellen,(her)aanleggen of verplaatsen van openbare wegen, spoorlijnen, leidingen, aardgasinstallaties, waterpompstations en waterzuiveringsstations;

- het aanbrengen van windturbines en windturbineparken, alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie. De mogelijke effecten van de inplanting ten aanzien van efficiënt bodemgebruik, eventuele verstoring van de uitbating(smogelijkheden) en landschappelijke kwaliteiten dienen in een lokalisatienota te worden beschreven en geëvalueerd;

- het verbouwen, uitbreiden of herbouwen van de bestaande brandweerkazerne voor zover de bestemming van het gebied niet in het gedrang wordt gebracht. De uitbreiding van de kazerne is beperkt tot de percelen in eigendom of gebruik door de kazerne op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

(overdruk – symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R16. Hoogspanningsleiding

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming.

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht.

(overdruk – symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R17. Leidingstraat

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming.

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht

Page 9: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 13

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘reservaat en natuur’.

Artikel R18. natuurgebied

Artikel R18.1.

Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de ontwikkeling, de instandhouding en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu, bos en van de landschapswaarden zijn toegelaten.

Artikel R18.2.

Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn handelingen toegelaten die nodig of nuttig zijn voor het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden.

Artikel R18.3.

In het meest noordelijk gelegen natuurgebied zijn alle handelingen die nodig zijn voor de nazorg van het bestaande en afgedekte baggerstort toegelaten.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R18.4. overdruk grote eenheid natuur

Het in overdruk aangeduide gebied is een Grote Eenheid Natuur (GEN).

(overdruk - symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R18.5. geluidsbuffer – Opstalvalleigebied

Tussen het natuurgebied ‘Opstalvallegebied’ en de verkeersinfrastructuur A12 Havenweg Antwerpen- Bergen-op-Zoom wordt in een buffer voorzien. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van geluidsafscherming.

De buffer wordt aangelegd als een dijk of een scherm. De buffer wordt aangelegd gelijktijdig met de inrichting van het natuurgebied ‘Opstalvalleigebied’.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘landbouw’.

Artikel R19. agrarisch gebied

Artikel R19.1.

Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw, zorgboerderijen en landbouweducatie.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten.

Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, alsook verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover die een integrerend deel van het bedrijf uitmaken en ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie landbouw.

Verblijfsgelegenheid binnen de bestaande hoofdzakelijk vergunde gebouwen, sanitaire voorzieningen voor hoevekamperen en ondergeschikt aan het landbouwbedrijf zijn toegelaten.

Artikel R19.2.

Page 10: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 14

In het gebied zijn ook aan de landbouw verwante bedrijven toegelaten voor zover hun aanwezigheid in het agrarisch gebied nuttig of nodig is voor het goed functioneren van de landbouwbedrijven in de omgeving en ze gevestigd worden in bestaande hoofdzakelijk vergunde constructies. Die bedrijven moeten een directe en uitsluitende relatie hebben met de aanwezige landbouwbedrijven door afname of toelevering van diensten of producten. Primaire bewerking of opslag van producten is toegelaten. Verwerking van producten is uitgesloten, met uitzondering van mestbehandeling en mestvergisting.

Artikel R19.3.

Handelingen die nodig of nuttig zijn voor:

- het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,

- het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,

- het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,

- het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen

zijn toegelaten.

De in artikel R19.1. tot R19.2. genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘landbouw’.

Artikel R20. bouwvrij agrarisch gebied

Artikel R20.1.

Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten.

Het oprichten van constructies is niet toegelaten.

Artikel R20.2.

Handelingen die nodig of nuttig zijn voor:

- het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,

- het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,

- het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,

- het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen

zijn toegelaten.

De in artikel R20.1. genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ’recreatiegebied’.

Artikel R21. gebied voor recreatievliegen

Artikel R21.1.

Het gebied is bestemd voor aanleg en exploitatie van een vliegveld voor recreatie- en scholingsvliegen. Gebruik van het gebied voor andere sporten en laagdynamisch recreatief medegebruik is toegelaten voor zover dat de exploitatie van het vliegveld niet in het gedrang brengt.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de aanleg of exploitatie van het vliegveld en andere ermee verenigbare sporten zijn toegelaten, onverminderd de bepalingen over de zone in overdruk voor specifieke constructies, en op voorwaarde dat het overwegend onbebouwd en onverhard karakter van het gebied behouden blijft.

Page 11: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 15

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R21.2. gebouwen, verhardingen en verharde parkeerplaatsen

Gebouwen (clubhuis, loods, …), verhardingen en verharde parkings voor de exploitatie van het vliegveld die een vloeroppervlakte hebben groter dan 10 m², zijn enkel toegelaten in de zones aangeduid in overdruk. De ruimtelijke, landschapsecologische en milieuhygiënische impact van deze constructies op de omgeving wordt minimaal gehouden.

Artikel R21.3.

Handelingen die nodig of nuttig zijn voor:

- het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,

- het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,

- het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,

- het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen

zijn toegelaten.

De in artikel R21.1. en R21.2. genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘gemeenschaps- en nutsvoorzieningen’.

Artikel R22. gebied voor gemeenschaps- en openbaar nutsvoorzieningen

Het gebied is bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, specifiek in functie van een wachtboezem en bijhorigheden.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van een wachtboezem en aanhorigheden zijn toegelaten.

Gronden die niet voor de inrichting of het functioneren van de wachtboezem gebruikt worden, worden op een kwaliteitsvolle manier geïntegreerd in de omgeving.

Op het ogenblik dat een stedenbouwkundige vergunning wordt verleend voor de realisatie van een deel van het logistiek park Schijns (artikel R6.), meer bepaald voor de realisatie van het deel ten noorden van de ‘bunkergordel’, en waarbij het Verlegd Schijn niet wordt gedempt, geldt voor het gebied de bestemming natuurgebied. Op dat ogenblik geldt artikel R18. voor het gebied.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel R23. Erfgoedlandschap

Het gebied is een erfgoedlandschap in de zin van het landschapsdecreet.

De waarden en typische landschapskenmerken van dit erfgoedlandschap zijn: ... - het open agrarische landschap dat getuigt van de initiële ontginning, met langgerekte tot blokvormige percelen en met zowel akker- als

grasland; - het historische wegenpatroon en afwateringsstelsel; - de oude dijkstructuren: ’s Hertogendijk; - de waterlopen; - de kleine landschapselementen zoals houtkanten, bomenrijen en rietkragen; - het bouwkundig erfgoed en het archeologisch patrimonium.

Page 12: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 16

Alle handelingen zoals opgenomen in de artikels R19., R20. en R21. zijn toegelaten voor zover ze het erfgoedlandschap niet geheel of gedeeltelijk vernietigen en geen betekenisvolle schade veroorzaken aan de waarden en de typische landschapskernmerken ervan. Bij afwezigheid van een alternatief kan voor zo'n handeling toch een vergunning worden afgeleverd om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvigheid’.

Artikel L1. Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven

Het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten. Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast zijn toegelaten:

- de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur;

- alle handelingen nodig voor de tijdelijke instandhouding of de tijdelijke ontwikkeling van natuur en het natuurlijk milieu.

Voor zover er geen algemene adviesverplichting is, zijn handelingen die tegelijk aan de onderstaande voorwaarden voldoen slechts toegelaten nadat de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering advies heeft verstrekt volgens de bepalingen van de wetgeving ruimtelijke ordening over niet-bindende adviesvragen met betrekking tot vergunningsaanvragen:

- Het gaat over handelingen voor een nieuwe inrichting die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

- De geplande inrichting is gelegen binnen een straal van 2 km van een gebied waar wonen is toegelaten, of van een aanwezige of geplande cluster van ten minste vijf niet-onteigende woongelegenheden, of van een gebied waar een ziekenhuis of een school of een verzorgingsinstelling of van een door publiek bezochte plaats of gebouw met inbegrip van recreatiegebied, aanwezig of gepland is.

Deze bepaling vervalt vanaf de inwerkingtreding van wetgeving waarin de adviesverplichting van de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering voor stedenbouwkundige vergunningen wordt gereglementeerd.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvigheid’.

Artikel L2. Gebied voor productie van energie

Het gebied is bestemd voor de productie van energie.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

Voor zover er geen algemene adviesverplichting is, zijn handelingen die tegelijk aan de onderstaande voorwaarden voldoen slechts toegelaten nadat de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering advies heeft verstrekt volgens de bepalingen van de wetgeving ruimtelijke ordening over niet-bindende adviesvragen met betrekking tot vergunningsaanvragen:

- Het gaat over handelingen voor een nieuwe inrichting die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

- De geplande inrichting is gelegen binnen een straal van 2 km van een gebied waar wonen is toegelaten, of van een aanwezige of geplande cluster van ten minste vijf niet-onteigende woongelegenheden, of van een gebied waar een ziekenhuis of een school of een verzorgingsinstelling of van een door publiek bezochte plaats of gebouw met inbegrip van recreatiegebied, aanwezig of gepland is.

Page 13: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 17

Deze bepaling vervalt vanaf de inwerkingtreding van wetgeving waarin de adviesverplichting van de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering voor stedenbouwkundige vergunningen wordt gereglementeerd.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘lijninfrastructuur’.

Artikel L3. Gebied voor waterweginfrastructuur

Dit gebied is bestemd voor waterweginfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van die waterweginfrastructuur en aanhorigheden.

Daarnaast zijn toegelaten:

- alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;

- het bergen van baggerspecie in onderwatercellen;

- werken ter voorbereiding van verplaatsbare infrastructuurelementen;

- alle werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen nodig voor de tijdelijke instandhouding of de tijdelijke ontwikkeling van natuur en het natuurlijk milieu.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvigheid’.

Artikel L4. Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek – Logistiek park Waasland

Artikel L4.1.

Het bedrijventerrein is bestemd voor regionale bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten:

- op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en logistiek

- ondersteunende dienstverlenende bedrijven gericht op transport, distributie en logistiek;

- installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie, energierecuperatie of warmtekrachtkoppeling.

De volgende activiteiten zijn niet toegelaten:

- autonome kantoren;

- kleinhandel.

Tussen het logistiek park Waasland en de N451 wordt in een buffer voorzien. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming en landschappelijke inpassing. De buffer wordt aangelegd als een 20m brede strook die dicht beplant wordt met streekeigen struiken en hoogstammige bomen met het oog op het bufferen van de bedrijfsactiviteiten ten opzichte van de N451. In de buffer kunnen leidingen, een brandweg in waterdoorlatende verharding en bufferbekkens in functie van waterberging worden geïntegreerd. De buffer wordt ten laatste aangelegd wanneer in het deel van het logistiek park Waasland ten westen van de ‘Westelijke Ontsluiting van de Waaslandhaven’ vergunde handelingen uitgevoerd worden. Uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning voor handelingen in het deel van het logistiek park Waasland ten westen van de ‘Westelijke Ontsluiting van de Waaslandhaven’, na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, moet de buffer beplant zijn.

Er moet bijzondere aandacht gaan naar een ruimtelijk kwalitatieve en representatieve inpassing in het beeld van het logistiek park langsheen de E34 en naar een kwalitatieve inrichting van de publieke ruimte en inpassing van de bebouwing.

Artikel L4.2.

Voor zover er geen algemene adviesverplichting is, zijn handelingen die tegelijk aan de onderstaande voorwaarden voldoen slechts toegelaten nadat de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering advies heeft verstrekt volgens de bepalingen van de wetgeving ruimtelijke ordening over niet-bindende adviesvragen met betrekking tot vergunningsaanvragen:

- Het gaat over handelingen voor een nieuwe inrichting die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

- De geplande inrichting is gelegen binnen een straal van 2 km van een gebied waar wonen is toegelaten, of van een aanwezige of geplande cluster van ten minste vijf niet-onteigende woongelegenheden, of van een gebied waar een ziekenhuis of een school of een verzorgingsinstelling of van een door publiek bezochte plaats of gebouw met inbegrip van recreatiegebied, aanwezig of gepland is.

Deze bepaling vervalt vanaf de inwerkingtreding van wetgeving waarin de adviesverplichting van de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering voor stedenbouwkundige vergunningen wordt gereglementeerd.

Page 14: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 18

(overdruk - symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L4.3. ontsluiting van het logistiek park

De hoofdontsluiting van het logistiek park voor gemotoriseerd verkeer sluit aan op de weg die rechtstreeks leidt naar het op- en afrittencomplex aan de ‘Westelijke Ontsluiting van de Waaslandhaven’ (het Watermolen Complex). De pijl duidt symbolisch aan waar de hoofdtoegang tot het bedrijventerrein wordt gesitueerd.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘lijninfrastructuur’.

Artikel L5. Gebied voor spoorinfrastructuur

Dit gebied is bestemd voor spoorinfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die spoorinfrastructuur en aanhorigheden.

Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘lijninfrastructuur’.

Artikel L6. Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur

Dit gebied is bestemd voor verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Een deel van het gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur aan de R2 wordt ingericht met ecologische infrastructuur. Deze ecologische infrastructuur moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van landschappelijke inpassing.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L7. bouwvrije strook

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, geldt een verbod om vergunningsplichtige gebouwen en constructies op te richten behalve handelingen voor leidingen, telecommunicatie infrastructuur, ecologische infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer.

Page 15: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 19

Het gebied met de overdruk grenst aan de hoofdweg E34 en is 100m breed.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L8. gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren en de aanpassing van de ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn handelingen in functie van de ruimtelijke inpassing, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren en leidingen toegelaten.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘lijninfrastructuur’.

Artikel L9. Gebied voor weginfrastructuur

Dit gebied is bestemd voor wegeninfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van wegeninfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L10. bufferdijk

Tussen de zeehaven en de aangrenzende zones wordt in een buffer voorzien. De buffer, inclusief de hoogte, moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming en landschappelijke inpassing.

De buffer wordt aangelegd als een dijk waarin leidingen kunnen worden geïntegreerd.

De dijk wordt ten laatste aangelegd wanneer op minder dan 500 meter van de uiterste grens van het zeehavengebied (artikel 1.), langs de zijde van de zone voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, vergunde handelingen uitgevoerd worden.

De bufferdijk moet worden afgewerkt met beplanting.

Alleen handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer zijn toegelaten met inbegrip van de aanleg van brandwegen in waterdoorlatende verharding indien dit om redenen van brandveiligheid wordt opgelegd, met inbegrip van de aanleg van een verbindingsweg voor woon-werkverkeer tussen Kieldrecht en het havengebied.

Tussen het bedrijventerrein ten noorden van het Saeftinghedok en de estuariene natuur zal de bufferdijk bestaan uit een Sigmadijk verhoogd met een dijk voor de visuele en landschappelijke inpassing.

Na aanleg van de bufferdijk kunnen voor het gedeelte van de overdrukzone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

Bij vergunningsaanvragen voor handelingen voor de aanleg of de wijziging van de bufferdijk of delen ervan, wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

De inrichtingsstudie geeft aan hoe:

- de visueel-ruimtelijke relatie ten aanzien van de landschappelijke identiteit van de aangrenzende natuurgebieden, het polderlandschap, de nederzettingsstructuur en het maritiem-industriële landschap gelegd wordt;

- de landschappelijke inbedding in de aangrenzende natuurgebieden, het polderlandschap, de nederzettingsstructuur en het maritiem-

Page 16: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 20

industriële landschap gerealiseerd wordt.

De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied.

De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

(overdruk - symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L11. buffer omheen Kallo

Tussen de zeehaven en het geheel van de kern Kallo en de omliggende koppelingsgebieden wordt in een buffer voorzien. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming en landschappelijke inpassing. Alle handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer zijn toegelaten.

(overdruk - symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L12. buffer ten oosten van Groot Rietveld

Tussen het natuurgebied ‘Groot Rietveld’ en het zeehavengebied wordt in een buffer voorzien. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van geluidsafscherming.

De buffer wordt aangelegd als een dijk of een scherm. De hoogte van de dijk of het scherm voldoet aan de voorwaarden van geluidsafscherming. De buffer wordt ten laatste aangelegd wanneer op minder dan 500 meter van de uiterste grens van het zeehavengebied (artikel 1.), langs de zijde van de zone voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, vergunde handelingen uitgevoerd worden.

(overdruk - symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L13. buffer ten westen van de kerncentrale

Tussen het noordelijk natuurgebied en het zeehavengebied wordt in een buffer voorzien. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van afstand, visuele afscherming en landschappelijke inpassing.

De buffer wordt aangelegd als een dijk.

Alleen handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer zijn toegelaten met inbegrip van de aanleg van brandwegen in waterdoorlatende verharding indien dit om redenen van brandveiligheid wordt opgelegd.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘overig groen’.

Artikel L14. zone voor permanente ecologische infrastructuur

Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden,.

Alle handelingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch milieu en van landschapswaarden zijn toegelaten.

Alle handelingen voor de bestaande leidingen in het gebied zijn toegelaten voor zover het functioneren van de ecologische infrastructuur niet in het gedrang wordt gebracht.

Page 17: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 21

In de westelijke strook ecologische infrastructuur, namelijk het gebied tussen de grens van het zeehavengebied en de bufferdijk (tussen Putten-West en Drydijck, ten zuiden an Drydijck, omheen het Spaans fort en Hoge Watergang), zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg van nieuwe leidingen op voorwaarde dat zij worden aangelegd op 5 m diepte onder het maaiveld en voor zover het functioneren van de ecologische infrastructuur niet in het gedrang wordt gebracht.

In het gebied grenzend aan en ten zuiden van het Spaans fort zijn alle handelingen toegelaten voor:

- de aanpassing en het onderhoud van de Schoorhavenweg;

- het behoud, de aanpassing en de uitbreiding van het waterpompstation ‘Watermolen’ en het waterpompstation ‘Stenen Goot’.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrjivigheid’.

Artikel L15. zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’

Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden,.

Alle handelingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch milieu en van landschapswaarden zijn toegelaten.

De volgende handelingen zijn eveneens toegelaten:

- het herstellen,(her)aanleggen of verplaatsen van openbare wegen, spoorlijnen, leidingen en waterpompstations;

- het aanbrengen van windturbines en windturbineparken, alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie. De mogelijke effecten van de inplanting ten aanzien van efficiënt bodemgebruik, eventuele verstoring van de uitbating(smogelijkheden) en landschappelijke kwaliteiten dienen in een lokalisatienota te worden beschreven en geëvalueerd.

(overdruk – symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L16. Hoogspanningsleiding

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming.

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht.

(overdruk – symbolische aanduiding)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L17. Leidingstraat

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming.

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht

De leidingen ter hoogte van de Sint-Michielstraat in Verrebroek doorheen het natuurgebied Drydijck moeten minstens 3,5 m onder het huidige maaiveld aangelegd worden.

Page 18: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 22

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘reservaat en natuur’.

Artikel L18. natuurgebied

Artikel L18.1.

Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de ontwikkeling, de instandhouding en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu, bos en van de landschapswaarden zijn toegelaten.

Artikel L18.2.

Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn handelingen toegelaten die nodig of nuttig zijn voor het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden,.

Artikel L18.3.

Voor zover de bestemming van het gebied niet in het gedrang wordt gebracht is het toegelaten de bestaande woningen op de percelen 46012_A_0001_R_031_02, 46012_A_0001_ K_033_02 en 46015_A_0349_L_000_00 en de bestaande woning op het geheel van de percelen

46012_A_0001_ M_024_02 en 46012_A_0001_ K_024_02 en de bestaande stal op het perceel 46015_A_0381_W_000_00 te herbouwen.

In functie van de toeristische uitbouw van het fort Liefkenshoek is in de onmiddellijke omgeving van het fort een parking toegelaten.

(overdruk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L18.4. overdruk grote eenheid natuur

Het in overdruk aangeduide gebied is een Grote Eenheid Natuur (GEN).

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘landbouw’.

Artikel L19. agrarisch gebied

Artikel L19.1.

Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw, zorgboerderijen en landbouweducatie.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten.

Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, alsook verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover die een integrerend deel van het bedrijf uitmaken en ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie landbouw.

Verblijfsgelegenheid binnen de bestaande hoofdzakelijk vergunde gebouwen, sanitaire voorzieningen voor hoevekamperen en ondergeschikt aan het landbouwbedrijf zijn toegelaten.

Artikel L19.2.

In het gebied zijn ook aan de landbouw verwante bedrijven toegelaten voor zover hun aanwezigheid in het agrarisch gebied nuttig of nodig is voor het goed functioneren van de landbouwbedrijven in de omgeving en ze gevestigd worden in bestaande hoofdzakelijk vergunde constructies. Die bedrijven moeten een directe en uitsluitende relatie hebben met de aanwezige landbouwbedrijven door afname of toelevering van diensten of producten. Primaire bewerking of opslag van producten is toegelaten. Verwerking van producten is uitgesloten, met uitzondering van mestbehandeling en mestvergisting.

Artikel L19.3.

Page 19: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 23

Handelingen die nodig of nuttig zijn voor:

- het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,

- het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,

- het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,

- het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen

zijn toegelaten.

De in artikel L19.1. tot L19.2. genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.

(overdruk – aanduiding met symbool)

Dit gebied behoort tot 1 januari 2025 tot de bestemmingscategorie ‘landbouw’ en vanaf 1 januari 2025 tot de bestemmingscategorie ‘reservaat en natuur’.

Artikel L19.4. nabestemming natuurgebied

In het gebied aangeduid in overdruk met bovenstaand symbool gelden tot 1 januari 2025 de bepalingen van de artikels L19.1. en L19.3. Ongeacht de bepalingen in artikel L19.1. zijn in het gebied aangeduid in overdruk met bovenstaand symbool nieuwe landbouwbedrijfszetels of aan de landbouw verwante bedrijven niet toegelaten.

Vanaf 1 januari 2025 treedt het artikel L18. in werking en wordt het gebied natuurgebied.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘wonen’.

Artikel L20. gebied voor wonen, landbouw, landschapszorg en toeristisch-recreatieve activiteiten

Artikel L20.1.

Het gebied is bestemd voor wonen, landbouw, openbare groene ruimten en openbare verharde ruimten en aan het wonen verwante activiteiten. Onder aan het wonen verwante activiteiten wordt verstaan: handel, horeca, bedrijven, kantoren en diensten, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, socioculturele voorzieningen en recreatieve voorzieningen.

Nieuwe landbouwbedrijfszetels of aan de landbouw verwante bedrijven zijn niet toegelaten.

Bijkomende woningen zijn enkel toegelaten in het gebied aangeduid met de overdruk L20.3. kern Prosperdorp.

Nieuwe constructies of nieuwe gebouwen, andere dan woningen of landbouwbedrijfszetels, zijn, buiten het gebied aangeduid met de overdruk L20.3. kern Prosperdorp, enkel toegelaten als bijgebouw bij een bestaande woning of landbouwbedrijfszetel.

De handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving.

Artikel L20.2.

Bij vergunningsaanvragen voor een verkaveling of voor het bouwen van nieuwe woningen, nieuwe gebouwen of nieuwe constructies wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

De inrichtingsstudie geeft aan hoe de landschappelijke inbedding in de aangrenzende natuurgebieden, het polderlandschap, de nederzettingsstructuur en het maritiem-industriële landschap gerealiseerd wordt.

In de inrichtingsstudie wordt aangegeven op welke manier de aanvraag tot verkavelingsvergunning of stedenbouwkundige vergunning voldoet aan de bepalingen in artikel L20. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied.

De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Page 20: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 24

(overduk)

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

Artikel L20.3. kern Prosperdorp

In het gebied aangeduid in overdruk is het toegelaten nieuwe woningen, nieuwe constructies of nieuwe gebouwen, andere dan nieuwe landbouwbedrijfszetels, te bouwen met een maximum bouwvolume van 1000 m³. Nieuwe bebouwing kan toegelaten worden, voor zover de functie van de nieuwe bebouwing betrekking heeft op:

- wonen;

- kantoor- of dienstenfunctie die aan een landbouwbedrijf of wonen complementair is, tot een maximum van 100 m², en waarbij de landbouw- of woonfunctie een grotere oppervlakte beslaat dan de complementaire functie;

- aan het wonen complementaire toeristisch-recreatieve verblijven tot een maximum van acht verblijfseenheden;

- de opslag van allerhande materialen of materieel;

- een café of restaurant, jeugdlogies, kinderboerderij of instelling waar hulpbehoevenden al dan niet tijdelijk verblijven en landbouwactiviteiten of aan de landbouw verwante activiteiten uitoefenen.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvigheid’

Artikel L21. gebied voor kleine en middelgrote ondernemingen

Het gebied is bestemd voor lokale kleine-en middelgrote bedrijven.

Afvalwerverking is niet toegelaten.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘overig groen’

Artikel L22. koppelingsgebied

Het gebied is bestemd voor een buffering ten opzichte van de omgevende gebieden of vormt een overgang tussen de omgevende gebieden.

De volgende handelingen en inrichtingen zijn toegelaten:

- herbouwen, verbouwen, uitbreiden van bestaande gebouwen en constructies is toegelaten. Nieuwe woningen zijn niet toegelaten. Aanleg of inrichting van nieuwe infrastructuur voor de ontsluiting van het gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven is niet toegelaten.

- Nieuwe inplantingen van recreatieve activiteiten, gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen en inrichtingen voor de huisvesting van bewakingspersoneel voor zover aan de volgende voorwaarden voldaan is:

- de functies zijn complementair met de bestemmingen van de omgevende gebieden;

- ze doen geen afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgevende gebieden;

- ze doen geen afbreuk aan de functie van overgang tussen bestemmingen

- Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van de bestaande landbouwbedrijven zijn toegelaten.

- Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied, op natuureducatie of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer.

- Het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en leidingen.

De gemeente kan een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan maken voor een verdere ordening van het gebied.

Aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning worden voor advies voorgelegd aan de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering wanneer het voorwerp van de aanvraag tegelijk aan de onderstaande voorwaarden voldoet:

- Het gaat over handelingen voor een woning binnen een groep van minimum vijf niet onteigende woongelegenheden of voor een ziekenhuis, een school of een verzorgingsinstelling of van een door publiek bezochte plaats of gebouw met inbegrip van recreatiegebied;

- De geplande handelingen zijn gelegen binnen een straal van 2 km van een een inrichting die valt onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

Deze adviesvraag wordt behandeld in overeenstemming met, naar gelang het geval, artikel 4.7.16 dan wel artikel 4.7.26, § 4, lid 1, 2° Vlaamse

Page 21: afbakening zeehavengebied Antwerpen · -verwerking en bewerking van mest of slib; -grondopslag en grondbewerking en –verwerking. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare

Provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen - gemeenten Antwerpen, Stabroek, Zwijndrecht, Beveren en Sint-Gillis-Waas

Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00202_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften afbakening zeehavengebied Antwerpen 25

Codex Ruimtelijke Ordening en heeft de gevolgen zoals bepaald in artikel 4.3.3 en artikel 4.3.4 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Deze bepaling vervalt vanaf de inwerkingtreding van wetgeving waarin de adviesverplichting van de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering voor stedenbouwkundige vergunningen wordt gereglementeerd.

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘wonen’.

Artikel L23. gebied voor woonuitbreiding

Het gebied voor woonuitbreiding is bestemd voor wonen en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: winkels voor dagelijkse aankopen, horeca, kleine bedrijven, openbare en private nutsvoorzieningen en diensten, parkeer- en openbaar vervoervoorzieningen, sociaal-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen, voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Het gebied kan ontwikkeld worden nadat de noodzaak tot aansnijding ervan werd aangetoond in een woonbehoeftestudie en het bestemd wordt voor de aanleg van woonwijken die als een stedenbouwkundig geheel zijn opgevat.

Aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning worden voor advies voorgelegd aan de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering wanneer het voorwerp van de aanvraag tegelijk aan de onderstaande voorwaarden voldoet:

- Het gaat over handelingen voor een woning binnen een groep van minimum vijf niet onteigende woongelegenheden of voor een ziekenhuis, een school of een verzorgingsinstelling of van een door publiek bezochte plaats of gebouw met inbegrip van recreatiegebied;

- De geplande handelingen zijn gelegen binnen een straal van 2 km van een een inrichting die valt onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

Deze adviesvraag wordt behandeld in overeenstemming met, naar gelang het geval, artikel 4.7.16 dan wel artikel 4.7.26, § 4, lid 1, 2° Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en heeft de gevolgen zoals bepaald in artikel 4.3.3 en artikel 4.3.4 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Deze bepaling vervalt vanaf de inwerkingtreding van wetgeving waarin de adviesverplichting van de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de veiligheidsrapportering voor stedenbouwkundige vergunningen wordt gereglementeerd.