Adoptiemagazine online #1 maart 2016
-
Upload
stichting-adoptievoorzieningen -
Category
Documents
-
view
218 -
download
2
description
Transcript of Adoptiemagazine online #1 maart 2016
J A A R G A N G 1 N U M M E R 0 1 M A A R T 2 0 1 6
‘Zo voorbeeldig, gewoon niet normaal…’
Schisisteam Zwolle heeft bijzondere band met adoptie
Op cursus leren kijken door een traumabril
THEMA
Trauma (herstel is mogelijk)
voor wie betrokken is bij afstand en adoptie magazine online
ACTUEEL
Afstand ter adoptie
Rond het thema afstand ter adoptie zijn diverse
ontwikkelingen gaande. Zo zijn door de tran
sitie Jeugdzorg nieuwe partijen betrokken,
verschuift de rol van de vader en brengt de
begeleiding van vluchtelingen specifieke
vragen met zich mee. Op donderdag 26 mei
houdt Fiom een werkconferentie over de
begeleiding bij afstandszaken.
De conferentie is in de eerste plaats bedoeld
voor mensen die vanuit hun werk met afstand
ter adoptie te maken hebben. Zij kunnen hier
informatie krijgen, inzichten opdoen, casussen
uitwisselen, dilemma’s bespreken en luisteren
naar verhalen van persoonlijk betrokkenen.
Aan de orde komt:
• Meer zicht op: wie doen er afstand? Hoe
vaak komt het voor? Wat zijn motieven?
• Een inleiding en deelsessie van dr. mr. Ian
CurrySumner over de rechten van de
biologische vader/verwekker
• Een helder beeld van de juridische gang
van zaken, samenwerkingsafspraken en
de begeleiding rond afstand ter adoptie
• Zicht op (on)mogelijkheden in de
begeleiding van getraumatiseerde vrouwen
bij afstand
• Inspiratie om de opgedane kennis toe te
passen in de eigen praktijk
• De gelegenheid casussen en/of ethische
dilemma’s uit te wisselen
• Ervaringsverhalen van persoonlijk
betrokkenen.
De deelsessies betreffen onder andere:
Hoe gaat afstand ter adoptie in zijn werk?
Fiommedewerkers vertellen over het herziene
protocol Afstand ter Adoptie,
de betrokken organisaties en hun rol.
Aan bod komt de begeleiding van de
afstandsmoeder(ouder) en de zorg voor
het kind.
De vader bij een voornemen tot ATA.
Wat heeft de presentatie en rechten van de
vader bij afstand ter adoptie voor gevolgen
voor de begeleiding van de vrouw? Wat kom je
hierin tegen in je praktijk? Hoe kunnen we dit in
de praktijk verwezenlijken? Wat moeten we
opnemen in de verslaglegging?
Interesse? Kijk voor meer informatie op www.fiom.nl.
Online!Een vertrouwde opmaak, een nieuwe verschijningsvorm. Dit is het eerste exemplaar van het Adoptie magazine online! Het is misschien even wennen. Gaat u de artikelen op de telefoon lezen, op de tablet, laptop of hebt u nog een echte pc? Kie-zen is niet vereist, het kan namelijk overal en altijd. Voortaan neemt u het magazine vaak onbewust met u mee. Zo kunt u onderweg in de trein even lezen, later nog verder ‘bladeren’ op de bank of in bed. Adoptie magazine online neemt geen ruimte in beslag, blijft nergens liggen maar gaat met u mee, overal waar u maar wilt.
Dat is het voordeel. Natuurlijk, wij missen dat ouderwetse papier ook wel een beetje. Het stapeltje op de leestafel groeit niet meer, artikelen uitknippen vergane glorie. Om de artikelen echter niet verloren te laten gaan hebben we een databank gemaakt waar op trefwoord gezocht kan worden. Alle nummers en losse artikelen uit het Adoptie magazine online zullen daar op termijn te vinden zijn. Zie: adoptieoudersonline.nl
Trauma (herstel is mogelijk)Het thema van het eerste nummer van Adoptie maga
zine online is: Trauma (herstel is mogelijk). Twee medewerkers van de Stichting Adoptievoorzie
ningen, Ans Rijk en Willemijn Bergman ontwikkelden een cursus om ouders te helpen beter om te gaan met hun getraumatiseerde kinderen. Twee deelneemsters, ouders van drie kinderen, vertellen in een ander verhaal, in het kort waar ze in het dagelijks leven tegenaan
lopen en hoe ze daar mee omgaan. Verder een interview met Leony Coppens. Zij schreef samen
met Marthe Schneijderberg en Carina Kregten het boek: Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen,
een praktisch handboek voor het basisonderwijs.
Daarnaast vindt u ook in deze nieuwe vorm de oude vertrouwde vaste rubriek Het Drieluik. Dit keer vertelt ge
adopteerde Rhido Ouwejan hoe hij samen met zijn adoptiemoeder, in Indonesië zijn biologische
moeder ontmoette. Ook advocaat Vera Kidjan is als vanouds van de partij, zij legt in Wetten
en Regels uit waarom de Wobka dringend aan vernieuwing toe is.
Veel leesplezier!
Angela JansHoofdredacteur
THEMA Trauma (herstel is mogelijk)
2 Actueel
2 Redactioneel
6 Leren kijken door een traumabril
– Ans Rijk en Willemijn Bergman
8 Zorgen voor getraumatiseerde kinderen
– Angela Jans
20 Leony Coppens: ‘Traumasensitief lesgeven
helpt! – Angela Jans
Het Drieluik
11 DE GEBOORTEMOEDER – ‘Te arm om de
baby te houden’ – Kamah Tuminem
17 DE GEADOPTEERDE – ‘Mijn leven is hier’
– Rhido Ouwejan
23 DE ADOPTIEOUDER - ‘Mijn hart ging gelijk
open voor hem’ – Mirjam Ouwejan-Aafjes
Vaste Rubrieken
4 KORT Ruimte voor aankondigingen, nieuws,
gadgets en een column van adoptiemoeder
Renée Wolfs
12 BEGELEIDING BESPROKEN - Zes operaties
geen uitzondering – Angela Jans
14 ONDERZOEK BELICHT – Adoptie in een
breder kader – Gera ter Meulen
18 ACHTER DE FEITEN Op zoek naar vrede in
mij – Anouk van Veluw
22 GELEZEN EN GEZIEN
24 VRAGENDERWIJS
26 WETTEN EN REGELS – Wobka toe aan een
nieuw jasje – Vera Kidjan
INH
OU
D
8
26
6
18
12
MAART – 2016 3
4 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
KORT In de rubriek Kort is ruimte voor aankondigingen,
nieuws en discussie. Heeft u een tip voor een
bijeenkomst, een film of een lezing?
Laat het ons weten: [email protected].
KroeshaargeheimenSandra Sprott en Janice Deul hebben samen het Little Black Hair Book gemaakt. Ze denken dat dit boek met kroeshaarverhalen en geheimen heel nuttig kan zijn voor ouders die kindjes hebben met kroeshaar. “Het is namelijk een veel voorkomend, maar onderbelicht ‘probleem’ voor ouders. Sterker nog, ik ben zelf gemixt: blonde moeder, Antilliaanse vader, en mijn moeder was vroeger de wanhoop nabij als het om mijn haar ging”, zegt Sandra. In het boek delen ruim 40 vrouwen (en een enkele man) op soms hilarische, dan weer ontroerende wijze hun haarverhaal. Onder hen modellen, studenten en ondernemers, maar ook bekende Nederlanders. Daarnaast komen praktische haarverzorgingstips aan bod.
Meer info: www.deboekfabriek.nl
TIPWereldkinderen-dag 2016
Vereniging Wereldkinderen viert op zaterdag 28 mei haar 45-jarig jubileum tijdens de Wereldkinde-rendag 2016 in Duinrell.
Het wordt een feestelijke dag waarop bijzondere ontmoetingen centraal staan met geadopteerden, ouders, vrijwilligers, (oud)medewerkers en buitenlandse contactpersonen van Wereldkinderen. Samen met onder andere geadopteerdenvereniging SiG en studenten van Hogeschool InHolland worden er vele festiviteiten georganiseerd voor jong en oud. Zo is er volop bedrijvigheid op de levendige Wereldmarkt, zijn er mooie prijzen te winnen bij de Wereldloterij en belooft het een feestje te worden op en rondom het Wereldpodium. Het is zelfs mogelijk om speciale weekendarrangementen bij Duinrell te boeken inclusief een bezoek aan de Wereldkinderendag. Meer informatie is te vinden op wereldkinderen.nl. Op de hoogte blijven kan ook door de Facebookpagina van Wereldkinderen te liken.
‘Roots: hoe ga je daarmee om?’Tijdens een regiobijeenkomst van vereniging Wereldkinderen in Meppel zal ontwikkelingspsycholoog en systemisch werker Rini van Dijkhuizen een lezing geven over vragen die adoptieouders kunnen hebben over de roots van hun kind. Helpt het voor de identiteitsontwikkeling van mijn kind om naar het geboorteland toe te gaan? En zo ja, op welke leeftijd zal ik dat dan doen? Is mijn kind nou Nederlands, of Chinees, ZuidAfrikaans, Colombiaans of...? Mijn kind wil niets weten over zijn geboorteland, zou een rootsreis helpen om zijn interesse te wekken? Hoe vertel ik mijn kind iets over zijn oorsprong?
Aan de hand van concrete voorbeelden zal Van Dijkhuizen ingaan op wat voor betekenis de oorsprong van een adoptiekind heeft en wat voor invloed dit kan hebben op de identiteitsontwikkeling. Ze is zelf geadopteerd uit Bangladesh en twee keer terug geweest naar haar geboorteland.
Aanvang 19.45 uur in wijkcentrum De Poele in Meppel.Meer informatie en aanmelden: www.wereldkinderen.nl
MAART – 2016 5
COLUMN Tekst Renée Wolfs
Vrolijke bloem“Zag ik er vroeger zó uit?”Mijn 15-jarige dochter kijkt zoals altijd ongelovig naar de videobeelden van vroeger. Ze is ander-half jaar oud, haar dikke, zwarte haren staan wild overeind, ze rent met een oorlogsblik door de kamer en maakt kabaal voor vier.“Hoe ging dat dan, toen ik naar Nederland kwam?”“Je huilde of je schreeuwde, en soms was je stil. Dan sliep je.” We kijken elkaar lachend aan. We hebben dit al zo vaak samen doorgesproken, maar toch wil ze het steeds opnieuw horen. “Maar in China noemden ze me toch vrolijke bloem?”“Ja lieverd, die naam kreeg je vóórdat je zo ziek was.”
Benauwd en ziek hadden we haar op eenjarige leeftijd naar Nederland gebracht; in het UMC hadden ze haar hart met spoed geopereerd.“Wat deed je dan, als ik zo hard huilde en schreeuwde?”“Ik droeg je de hele tijd. Net zolang tot je weer stil was.”“En dan?” “Dan zette ik je neer, en dan begon je meestal lawaai te maken.”“Dus het was huilen of lawaai maken?” Ik moet lachen.“Ja lieverd, zo was het inderdaad.”“Werd je daar dan niet een beetje gek van?”Ik lach nog harder. “Wat denk je?”Mijn dochter knijpt me in mijn zij en kruipt genoeglijk tegen me aan.“Dus je droeg me de hele tijd terwijl ik in je oren schreeuwde.”“Zo kun je het zien.”“Lekker gezellig. Hoe lang duurde het eigenlijk voor ik normaal was?”“Een jaar of twee, drie. Je hebt je verdriet er echt hélemaal uitgehuild.”“Heb je daarom van die versleten schouders?” Ik grinnik. “Zullen we vanavond samen een film kijken?” vraagt ze terwijl ze opgewekt van de bank springt. Met rechte rug begint ze aan de grote tafel aan haar huiswerk. Zacht licht strijkt over haar lange, donkere haren. Buiten steken de eerste narcissen hun felle kopjes vrolijk naar buiten. Het licht, de narcissen en mijn dochters rechte rug ontroeren mij. Daar zit ze, hersteld en genezen. Onze Vrolijke Bloem. Hoe gelukkig kun je zijn?
Renée Wolfs is moeder van drie geadopteerde tieners uit China. Ze is auteur van onder meer 'Wereldkind'. Zie: www.reneewolfs.com/blog
Suus en Luuk voor spraak- en taalontwikkeling
Suus en Luuk zijn de hoofdfiguren in de producten van IdeaLogo. In de boeken, spelletjes, apps en meer wordt een beroep gedaan op het luisteren, praten, denken en doen van kinderen. Het doel is de taal en spraakontwikkeling te stimuleren. Gemaakt door logopedisten en direct inzetbaar voor iedereen die met taal bezig is of wil zijn.
Zie www.idealogo.nl.
Gespreksgroepen geadopteerden Bij voldoende aanmeldingen start Praktijk Borkent & Mulder in Alkmaar in het voorjaar met verschillende gespreksgroepen voor adoptiekinderen en adoptieouders. Het gaat om een groep voor geadopteerden van 1215 jaar en een groep voor geadopteerden van 1418 jaar. Ouders kunnen terecht in een aparte groep voor ouders van adoptiekinderen in de puberleeftijd.
Info en inschrijven: www.praktijkborkentmulder.nl/groepshulpverlening
1. 37
Trauma
6 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Tekst Ans Rijk en Willemijn Bergman
Veel adoptiekinderen hebben traumatische ervaringen die steeds getriggerd worden in het dagelijks leven, met alle gevolgen van dien. Ze zijn continu op hun hoede en kun-nen onverwacht compleet uit hun dak gaan. Ouders zitten soms met de handen in het haar. Daarom heeft Stichting Adoptievoorzieningen (SAV) een cursus opgezet: ‘Zorgen voor getraumatiseerde kinderen’. Cursusleiders Ans Rijk en Willemijn Bergman vertellen
er meer over.
Leren kijken door een traumabril
Uitgangspunt voor de cursus is de training ‘Zorgen voor getraumatiseerde kinderen’ van Leony Coppens en Carina van Kregten. Deze is bestemd voor pleegouders. Ans Rijk
en Willemijn Bergman, zijn als medewerkers van SAV bij Coppens en Kregten opgeleid en hebben de informatie omgebouwd ten behoeve van adoptieouders. Daarnaast heb
ben ze hun eigen nazorgkennis en de inzichten van traumadeskundige dr. Renee Potgieter Marks toegevoegd. Zo kwamen ze tot drie bijeenkomsten met volgens hen de meest waarde
MAART – 2016 7
volle informatie en oefeningen voor adoptieouders.
Kennis helptSommige adoptiekinderen hebben ervaringen opgedaan die traumatiserend zijn geweest. Regelmatig ook in de relatie met hun verzorgers, zoals mishandeling en verwaarlozing. Deze ervaringen kunnen een grote invloed hebben op hun ontwikkeling en op het contact met hun omgeving. De kinderen hebben een hoog stressniveau, zijn steeds alert op gevaar en kunnen daardoor heftig gedrag vertonen, vaak uit hun dak gaan, of juist helemaal bevriezen. Ouders, maar ook leerkrachten en anderen
die bij het kind betrokken zijn, kunnen soms denken dat het kind het bewust doet of zich aanstelt en weten zich vaak geen raad. Het is ook niet gemakkelijk om te zien en te
snappen wat maakt dat het trauma weer getriggerd wordt.
De cursus is opgezet vanuit de gedachte dat kennis en uitleg over trauma ouders kan helpen. En passant, kijkend naar het volgende voorbeeld van Troy hieronder, helpt het (ook) kinderen... Als kinderen op heel jonge leeftijd, of tijdens de zwangerschap, in gevaar zijn geweest, zullen ze heftiger reageren op nieuwe bedreigingen dan andere kinderen. Ook zullen bepaalde situaties, geuren, beelden en bewegingen die herinneren aan het gevaar van vroeger, opnieuw een gevoel van angst en onmacht oproepen, ook al is die situatie nu helemaal niet meer gevaarlijk.
Honger is gevaarNeem Troy (10). Hij wordt heel onrustig en kan bijna niet meer blijven zitten als hij voelt dat hij honger krijgt. Vroeger raakte hij echt in paniek bij dat gevoel, ging hij schreeuwen en gillen totdat hij wat te eten kreeg. Nu voelt hij nog wel de stress maar kan hij het iets beter onder controle houden. Toch probeert hij te voorkomen dat hij heel veel trek krijgt, en zorgt hij dat hij altijd iets kleins te eten bij zich heeft. Dat helpt hem. Evenals even rustig ademen en contact maken met zijn omgeving. Zijn moeder heeft hem verteld dat hij toen hij tien dagen oud was, te vondeling is gelegd. Hij was zwaar ondervoed toen ze hem vonden. Eigenlijk was het een wonder dat hij nog leefde. Omdat je als baby jezelf niet kunt redden was de honger levensbedreigend, en is dat dan ook de verbinding die gelegd wordt in de hersenen: honger is gevaar. Troy vindt het fijn dat hij dit weet. En dat er in de hersenen nieuwe verbindingen gemaakt kunnen worden, maar dat daar wel veel oefening voor nodig is. Nu snapt hij ook waarom hij zich zo rot kan voelen als hij honger heeft. Dat geeft hem wat rust.
Tweede cursusDe eerste cursus heeft plaatsgevonden in het najaar van 2015, de tweede start binnenkort. Tijdens de
bijeenkomsten komen verschillende soorten trauma’s die kinderen kunnen hebben aan de orde en wat dat kan betekenen voor hun gevoel en gedrag. Ouders worden uitgenodigd om door een traumabril naar hun kind te kijken. Niet het gedrag is interessant, maar wat daaronder zit. Wat voelt het kind, hoe ervaart het kind zichzelf, de mensen die voor hem zorgen en de omgeving? Zit er veel spanning in het lijf? En wat helpt? Hoe kun je ervoor zorgen dat er nieuwe verbindingen in de hersenen worden gelegd zodat de paniek en machteloosheid in bepaalde situaties afnemen? Welke positieve zintuiglijke prikkels kunnen helpen? Hoe kun je het gevoel van veiligheid van je kind vergroten? Ook komen oefeningen voorbij die ouders helpen om zich in te leven in hun kind en die ze kunnen gebruiken om te ontspannen. Voor hun kind, maar ook voor zichzelf. Want trauma’s hebben niet alleen een heftige impact op het kind, maar ook op de ouders. En daarom is het prettig gelijksoortige ervaringen uit te wisselen met andere ouders. Ouders krijgen bovendien tips mee om thuis te oefenen met hun kind(eren), en de ervaringen daarmee worden weer besproken. Het is leuk om te zien hoe kleine dingen soms grote effecten kunnen hebben. Na de positieve evaluatie is door SAV besloten om door te gaan met de cursus. Op aanraden van de deelnemers zijn het voortaan vier bijeenkomsten geworden, zodat er iets meer tijd is voor uitwisseling, zonder dat er iets verdwijnt uit het programma. Om voldoende aandacht voor alles ouders en hun kinderen te hebben, bestaat de groep uit maximaal zeven gezinnen of maximaal twaalf personen. De groep wordt altijd begeleid door twee professionals van Stichting Adoptievoorzieningen.
Meer informatie/aanmelden: zie www.adoptie.nl.
Trauma
8 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Tekst Angela Jans
Steve was ruim 3,5 jaar toen hij door moeder Laura en vader Sjors werd opgehaald in een Afrikaans land. Ook Lindy en Tim zijn geadopteerd uit Afrika. Tim kwam als eerste
in het gezin van Karin en Henk. Hij was toen bijna 6. Zijn adoptiezusje Lindy volgde anderhalf jaar later, zij was toen 5,5 jaar oud. Dat is in beide gezinnen inmiddels al weer
een aantal jaar geleden. De ouders van beide families hebben onlangs deelgenomen aan de eerste versie van de cursus ‘Zorgen voor getraumatiseerde kinderen’ van Stich-
ting Adoptievoorzieningen. De moeders vertellen waarom.
Zorgen voor getraumatiseerde
kinderen
‘Heel langzaam kreeg ik het voordeel van de twijfel’
Karin over dochter Lindy: “Lindy (9) deed alles wat niet kon. Schoppen, slaan, in haar broek plassen. Het enige wat ze in haar hoofd leek te hebben was: snel, weg hier. Ze had ruim vijf jaar in een vrij klein tehuis gewoond. Met in totaal negen kinderen en veel persoonlijke aandacht. Het was eigenlijk bijna pleegzorg. Dat ze daar weg moest, is voor haar echt traumatisch geweest. Aanvankelijk was ze heel boos en ontzettend verdrietig. De weken dat we nog in Afrika waren, heeft ze bijna continu gehuild. Vervolgens werd ze compleet apathisch. Aan mij had ze echt een hekel. Ze keerde zich van mij af en keek mij nooit aan. Dat was heftig, kostte mij veel energie. Zeker omdat ik na een tijdje alleen met haar thuis was. Mijn man ging weer aan het werk en onze zoon naar school.”“Na een paar maanden zijn we met het gezin een weekje op vakantie geweest. Toen klaarde ze een beetje op. Heel langzaam kreeg ik het voordeel van de twijfel. Na een half jaar kreeg ik de kans om een week naar Israël te gaan. Ik twijfelde: Was dat wel verstandig in zo’n situatie? Kon ik de kinderen achterlaten? Ik besloot te gaan. Vooral omdat ik eraan toe was even iets voor mezelf te doen. Achteraf heeft dat goed uitgepakt. Toen ik terugkwam, pakte mijn dochter me op Schiphol vast om me niet meer los te laten. De volgende dat moest ze hard huilen en zei: ‘Mama, ik heb je heel erg gemist.’ Sindsdien zijn we dikke maatjes. Maar haar trauma is er nog steeds. Soms droomt ze dat ze in het vliegtuig zit en ons kwijt is… Ze kan dingen goed wegstoppen, maar gelukkig zie ik de stress in haar ogen en heeft ze geleerd dat ze er maar beter over kan praten. Dat lucht op. ”
MAART – 2016 9
“IK ZOU HET HEM GUNNEN DAT HET
VERLEDEN WAT MINDER GRIP OP HEM HEEFT. HIJ BLIJFT ER ERG IN HANGEN, WEET ZICH
DE GEKSTE DETAILS TE HERINNEREN. SOMS IS
HIJ OOK WEL EENS BANG DAT HIJ WEER WEG MOET.”
‘Zo voorbeeldig, gewoon niet normaal’
Karin over zoon Tim: “Vanaf de eerste ontmoeting gedroeg Tim (nu 11) zich voorbeeldig. Zo lief, gewoon niet normaal… Hij wilde weg uit Afrika, naar Nederland, het liefst zo snel mogelijk. Toen hij anderhalf jaar oud was, werd hij ernstig ziek en is hij in het tehuis terechtgekomen. Daar heeft hij gewoond tot we hem ophaalden, hij was toen bijna zes jaar. Dolgraag ging hij met ons mee. ““Later merkten we dat er bij hem toch wel degelijk een trauma zit. Dat hij bepaalde, in onze ogen simpele dingen, echt niet kan handelen. Bijvoorbeeld als er een snaar van de gitaar kapot gaat, de hond wegloopt of hij ergens de schuld van krijgt terwijl hij het niet heeft gedaan. Daardoor voelt hij zich afgewezen. Dan wordt hij heel boos, maakt dingen kapot en/of gaat hij op zijn kamer zitten mokken. Het is niet echt onbeheersbaar maar het beperkt hem. Ik zou het hem gunnen dat het verleden wat minder grip op hem heeft. Hij blijft er erg in hangen, weet zich de gekste details te herinneren. Soms is hij ook wel eens bang dat hij weer weg moet. Afrekenen met het verleden hoeft heus niet, maar ik hoop een manier te vinden dat hij er rustig mee kan leven. Daarom wil ik dat hij hulp krijgt. Hij wilde echt niet, maar ik heb hem uitgelegd dat het is om hem te helpen, niet om hem te pesten. Voor mezelf is het ook fijn om hulp te krijgen zodat ik signalen beter op kan pikken. Soms vraag ik me wel af: relateer ik niet te veel aan adoptie?”
10 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
‘Elke keer weer het vertrouwen herstellen’
Laura over zoon Steve: “In het voorstel stond dat het een gezond kind was, een jongetje van 3,5 jaar oud. Eén dingetje: hij keek scheel. Tsja, ach, als dat alles was. Natuurlijk gingen we akkoord. Bij aankomst viel me meteen op dat hij niet goed kon lopen. Toen ik dat opmerkte, zeiden ze dat hij net nieuwe schoenen had. Vanwege mijn medische voorgeschiedenis hadden we bewust gekozen voor adoptie van een gezond kind. Ik was ziekenhuizen meer dan beu.”“Na aankomst in Nederland vormden we niet meteen vanzelf een harmonieus gezin... En hij kon moeilijk lopen, hij bleef maar vallen. Steve (nu 10 jaar) bleek een beschadiging in de kleine hersenen te hebben. Hij is daardoor spastisch en heeft balansproblemen. En het zag ernaar uit dat er sprake was van een forse hechtingsproblematiek en PTSS (posttraumatische stressstoornis). Steve was snel geagiteerd, op straat moest je hem bij je zien te houden, want hij stortte zich zomaar voor een auto. Aanvankelijk dacht ik: misschien moet hij nog wennen. ’s Avonds was het vaak echt heel moeilijk, urenlang kon hij tekeer gaan. Achteraf bleek dat hij niet durfde te slapen door zijn nachtmerries. Hij is door vroege mishandeling vaak bang voor mensen die hem verzorgen. Kan ons moeilijk vertrouwen. Een gebaar dat hem aan vroeger doet herinneren kon en kan hem ineens doodsbang voor ons maken. Ik ben naar een preventieve cursus gegaan en daar begon me iets te dagen… Daarop hebben we videointeractiebegeleiding aangevraagd en vervolgens zijn we uiteindelijk, na een heel traject en therapie bij Basic Trust, in de psychiatrie terechtgekomen.”“Het afgelopen jaar was heel zwaar, waarschijnlijk omdat hij in therapie is voor de hechting en PTSS. Iedere dag hebben we scènes van zeker anderhalf uur lang. Nog steeds is er heel veel strijd, maar het gaat steeds beter. Mijn motto is: de aanhouder wint. Stapje voor stapje leren we hem vertrouwen in ons, vertrouwen op zichzelf. We passen de omgeving zoveel mogelijk aan door zo min mogelijk prikkels te geven. Maar geef je hem een correctie, dan kun je rekenen op een slechte bui. Soms gaat hij dan schelden en schoppen, vaak urenlang.”“Hij zit op een gewone school, want we wisten echt niet dat hij een handicap had. Met extra hulp gaat dat nog. Verbaal is hij heel sterk; als je hem hoort praten denk je: niks aan de hand, dat kan hij allemaal wel. Maar leren is voor hem echt heel moeilijk. Hij is heel waakzaam en wantrouwend, hij wordt snel getriggerd, voelt zich vaak afgewezen. Zijn eigen speelgoed delen met andere kinderen, dat lukte hem niet. Het gaat steeds iets beter, maar het geeft veel stress. Zwemmen, fietsen, rennen: door zijn handicap kan hij dat niet goed.”“Tijdens de cursus van de Stichting Adoptievoorzieningen heb ik geleerd dat zijn hersenen continu op ‘gevaar’ staan. We hebben er weer meer begrip door gekregen. Herkennen nog kleinere signalen. Ik kan het nu ook beter aan de buitenwereld uitleggen. Ik hoop dat we hem op termijn zo veel vertrouwen en handvatten kunnen geven, dat hij leert met zijn trauma’s te leven. Oplossen kunnen we dit niet, maar we hebben al veel vooruitgang geboekt en ik hoop heel erg dat hij gelukkig wordt.”
De namen van de kinderen en hun ouders zijn om redenen van privacy gefingeerd. Foto’s Thinkstock
MAART – 2016 11
drieluik
GEBOORTEMOEDER Kamah Tuminem
1Te arm om de baby te houden
misschien wel honderd keer heb gezegd.Rhido wilde weten of Wick zijn vader was. Dat was dus niet zo. Over zijn biologische vader kan ik hem ook verder niets vertellen. Daar weet ik gewoon echt niets van.De eerste ontmoeting duurde niet zo heel lang. We hebben met z’n allen gegeten en spraken af om elkaar de volgende dag weer te zien. Toen kwam Rhido met zijn ouders en nog wat mensen van het kindertehuis naar mijn dorp. Ze hadden allerlei cadeaus voor ons meegenomen uit Nederland. Rhido heeft eerst even rondgekeken in het dorp en
hij heeft foto’s gemaakt van ons huis. Daarna zijn we met z’n allen voor een picknick naar het strand
gegaan. We hebben er heel lang gepraat, hij spreekt Indonesisch, dat is
geweldig. Ik vertelde hem over mijn leven in de tijd van zijn geboorte
en daarna. De sfeer was heel fijn. Het voelde goed. Maar de volgende dag ging hij weer weg, terug naar Nederland…Na een tijdje kreeg ik brieven van hem, maar omdat ik niet kan lezen en schrijven is het heel lastig om daarop te rea
geren. Ik moet daar altijd andere mensen voor inschakelen. Dus
dat verliep stroef. Op een gegeven moment kwamen er geen brieven
meer. Hij heeft ons nog een tijd lang iedere maand geld gestuurd, via het kindertehuis, maar ook dat stopte op een gegeven moment. Sinds die twee dagen in 2007 hebben we elkaar niet meer gezien. Maar ik ben heel blij dat ik hem heb ontmoet en dat ik weet dat het goed met hem gaat.
Dit verhaal is niet verteld door Kamah Tuminem. Het is geschreven op basis van informatie die geadopteerde Rhido over zijn biologische moeder heeft verstrekt. Kamah Tuminem is de biologische moeder van Rhido op pagina 17
De zwangerschap was per ongeluk ontstaan. De man in kwestie was al lang weer uit beeld verdwenen toen ik ontdekte dat ik in verwachting was. Er was geen sprake van dat hij betrokken zou raken. Met de zwangerschap stond ik er helemaal alleen voor. Ik had ook amper fami-lieleden die me konden steunen. Gezien de armoedige omstandigheden waarin ik op dat moment verkeerde, zag ik geen enkele manier om de baby te kunnen houden. Al snel besloot ik dat ik mijn kind ter adoptie zou afstaan. Of eigenlijk was het geen besluit, ik voelde dat ik gewoon geen enkele keuze had. Ik vertelde dat tegen de maatschappelijk werkster in onze kampong.
Na de geboorte heb ik mijn baby aan haar gegeven. Zij heeft hem weggebracht naar het kindertehuis. Het was verschrikkelijk maar het kon niet anders, ik moest het wel doen, voor hem. Zijn gezondheid was slecht, hij was twee maanden te vroeg geboren. Niet lang daarna leerde ik Wick kennen. Hij was een stuk ouder dan ik. Ik kon bij hem gaan werken en we trouwden. Het huwelijk bleef kinderloos. Over mijn afgestane zoon had ik het nooit met mijn man, al wist hij er wel van.Dus toen ik jaren later, in 2007, het bericht kreeg van kindertehuis Kasih Bunda dat Rhido naar mij op zoek was, kon ik dat dan ook onmiddellijk met mijn man delen. Ik was echt dolgelukkig toen ik het nieuws hoorde, ik had nooit durven dromen dat ik hem ooit nog zou zien. Niet lang daarna werd er een ontmoeting geregeld. Dat gebeurde in het Sari Hotel in Bateng, vlak bij het dorp waar ik woon op NoordJava. Mijn man was meegegaan. Bij de eerste ontmoeting moest ik veel huilen. En ik zei de hele tijd: “Terima kasi, terima kasi. Bedankt, bedankt.” Ik denk dat ik dat
LEEFTIJD onbekend
BEROEP huisvrouw
WOONPLAATS Petarukan, Indonesië
12 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Tek
st A
ng
ela
Jan
s
Onder de ouders die Marieke begeleidt, bevinden zich ook adoptieouders. Die komen niet zelden al voor vertrek naar het land van herkomst van hun kind (vaak China) naar de consulente om te bespreken wat het kind na aankomst in Nederland te wachten staat. Marieke geeft dan voorlichting en tips: “Eigenlijk alles wat niet medisch is, bespreek ik met ze. Van praktisch advies tot een luisterend oor. Soms is het gewoon prettig om even rustig te praten over alles wat je meemaakt met je kind.” Ze is zo idealistisch dat ze in principe zeven dagen per week bereikbaar is voor deze zaak.
Het Zwolse schisisteam is dus ook persoonlijk betrokken bij adoptie en schisis, ook al heeft geen teamlid een kind dat zowel geadopteerd is als een schisis heeft. Die combinatie van adoptie en schisis is in Nederland niet ongebruikelijk. In de afgelopen vijf jaar was ongeveer 1 op de 5 kinderen die met een schisisbehandeling begonnen, een adoptiekind (zie kader).Bij vrouwen die zwanger zijn in Nederland wordt na twintig weken zwangerschap een echo gemaakt. Heeft het ongeboren kind een schisis, dan wordt dat op dat moment zo goed als zeker ontdekt. Dat gebeurde ruim ze
ven jaar geleden ook bij Marieke te Rijdt. Zij werd vervolgens zonder enige begeleiding naar huis gestuurd. Die gang van zaken is in Zwolle gelukkig verleden tijd. Inmiddels werkt Marieke zelf als schisisconsulent bij Isala. Ze bezoekt iedere zwangere vrouw die bij twintig weken te horen heeft gekregen dat haar baby een schisis heeft, binnen twee weken thuis. Tenminste, als daar behoefte aan is. Daarnaast steunt en begeleidt ze alle ouders en kinderen die bekend zijn bij schisisteam gedurende het gehele behandeltraject, bijvoorbeeld na een van de vaak vele operaties.
Het schisisteam van het Isala-ziekenhuis in Zwolle is een bijzon-der team en dat is het. Plastisch chirurg Peter Houpt is vader van een adoptiekind uit China met een frommeloortje, geen schisis. Keel-, neus- en oorarts Jurgen te Rijdt heeft samen met schisis-
consulent Marieke te Rijdt een biologisch kind met schisis. En dan maakt er nog een specialist met twee adoptiekinderen deel uit
van het team.
SCHISISTEAM ZWOLLE HEEFT BIJZONDERE BAND MET ADOPTIE
Zes operaties geen uitzondering
BEGELEIDING BESPROKEN
MAART – 2016 13
Zes operaties De meeste kinderen met een schisis komen tot hun achttiende regelmatig in het ziekenhuis. Gemiddeld hebben ze – afhankelijk van de ernst van de schisis – tot die tijd zo’n zes operaties ondergaan. Daarbij worden dan lip, kaak en gehemelte onder handen genomen. De operaties worden in Isala onder andere uitgevoerd door plastisch chirurg Peter Houpt. Hij voerde ook de eerste operatie uit bij de zoon van Marieke. Deze operatie onderging de jongen toen hij drie maanden oud was. “Ik vond het heel heftig om mijn baby naar de operatiekamer te laten gaan”, vertelt ze. “Maar ik schrok pas echt toen hij terugkwam met een gesloten lip, het was een compleet ander kind geworden, hij zag er heel anders uit. Toen hij zijn spleet nog had, kon hij heel breed lachen, dat vond ik echt leuk, en nu was dat weg. Gelukkig was ik ook weer snel gewend aan zijn nieuwe gezichtje.” Het was een heftige periode voor zowel het kind als de ouders. Door haar medische achtergrond en persoonlijke ervaringen kan Marieke vanuit twee perspectieven goede voorlichting en begeleiding geven.Peter bespreekt in zijn spreekkamer met name de inhoudelijke kant van de operaties: “Ik benadruk altijd dat het geen ziekte is. Het is een foutje in de ontwikkeling, een sluitingsstoornis. Hoe dat komt? Dat weten we niet. Er zijn allerlei theorieën over. Soms lijkt het te maken te hebben met een syndroom, er wordt gespeculeerd over gebrek aan foliumzuur. Het is ook echt niet zo dat het in China vaker voor
komt dan hier. In sommige regio’s lijkt dat misschien relatief vaker zo te zijn, maar waarschijnlijk is dat niet zo. We weten de oorzaak gewoon niet.”
ErvaringsdeskundigeAls hij adoptiekinderen op zijn spreekuur krijgt, houdt hij daar als ervaringsdeskundige in het bijzonder rekening mee: “Omdat ik als adoptievader weet dat een ziekenhuisopname voor een geadopteerde extra heftig kan zijn. Als het kind nog niet zo lang in Nederland is en ik merk dat de hechting nog pril is, stellen we de operatie ook wel eens uit. Liefst niet te lang, want vaak krijg je dan weer een extra taalachterstand door het spraakprobleem. Het ligt ook een beetje aan de leeftijd van het kind.”Marieke: “Maar veel ouders hebben dezelfde emotie. Veel schisisgerelateerde zorgen lijken hetzelfde te zijn voor adoptieouders en ouders van biologische kinderen. Er is veel onzekerheid, ook over reacties van de buitenwereld. Die probeer ik weg te nemen, want onzekerheid van ouders kan overslaan op kinderen. Ik probeer ze gerust te stellen door informatie te
verstrekken. Ik merk aan mijn zoon dat hij er gelukkig geen last van heeft. Vriendjes en klasgenootjes en leeftijdsgenootjes zien het nauwelijks.”
SchisisteamSchisis, ook wel een lip, kaak en gehemeltespleet of hazenlip genoemd, heeft niet alleen gevolgen voor het uiterlijk. Het kan ook problemen geven met voeding, spraak, het gehoor en de ontwikkeling van neus en gebit. Om deze reden bestaat een schisisteam altijd uit meerdere specialisten. In het Isalaziekenhuis in Zwolle zijn tijdens het schisisspreekuur de volgende mensen standaard aanwezig: plastisch chirurg, kaakchirurg, kinderarts, KNOarts, orthodontist, logopedist en schisisconsulent. Een maatschappelijk werker en psycholoog zijn niet standaard aanwezig, op indicatie worden mensen naar hen doorverwezen.
Cijfers Aantal nieuw geregistreerde kinderen per jaar met schisis in Nederland. Tussen haakjes de verhouding jongens/meisjes:
In 2010 totaal 409 (271/138) kinderen waarvan 87 geadopteerdIn 2011 totaal 399 (253/145) kinderen waarvan 76 geadopteerdIn 2012 totaal 439 (284/155) kinderen waarvan 114 geadopteerdIn 2013 totaal 365 (207/158) kinderen waarvan 65 geadopteerd In 2014 totaal 413 (247/166) kinderen waarvan 57 geadopteerd
Het complete team met schisisconsulent Marieke te Rijdt (links) en plastisch chirurg Peter Houpt
(zesde vanaf links).
14 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Tek
st G
era
ter
Meu
len
Wanneer over buitenlandse adoptie wordt gesproken, staan bij mensen vooral twee totaal verschillende plaatjes op het netvlies.
Aan de ene kant het kind dat in het land van herkomst geen kansen heeft en waarvoor een nieuwe liefdevolle familie gevonden wordt, waardoor het kan herstellen van verwaarlozing en een goed leven
kan krijgen. Aan de andere kant het kind dat zonder zelf er iets over mogen te zeggen uit zijn land wordt weggerukt naar een nieuwe familie in een vreemd land, soms zelfs via kinderhandel en illegale
middelen. Maar is dit nou het totaalplaatje?
CONFERENTIE VAN EURADOPT IN UTRECHT
Adoptie in een breder kader
ONDERZOEK BELICHT
MAART – 2016 15
Op 1 en 2 juni aanstaande wordt in Utrecht de EurAdoptconferentie gehouden met als titel ‘The Relevance of Adoption. Improving the Life for Children Who Cannot Live with Their Family’. Daar wordt geprobeerd gangbare beelden van adoptie in te passen in een breder verhaal. Op 1 juni worden alternatieve vormen van zorg beschreven voor kinderen die niet thuis kunnen wonen. Op 2 juni wordt ingegaan op allerlei vormen van zorg waarmee de ontwikkeling van buitenlands geadopteerden kan worden begeleid.Bij conferenties over adoptie worden meestal presentaties ‘over’ geadopteerden gehouden. Maar in Nederland wonen zeer mondige volwassen geadopteerden, van wie een deel zich heeft verenigd in organisaties. Voor de conferentie is op verschillende manieren geprobeerd de stem van de geadopteerden zo veel mogelijk te laten horen, naast presentaties van
wetenschappers en deskundigen vanuit de adoptiepraktijk. Zo zullen ook geadopteerden vertellen over wat adoptie voor hen betekent en worden zij, samen met afstandsouders en adoptieouders, betrokken in panels. Dagvoorzitter Annet Goltstein zal de deelnemers van de conferentie regelmatig betrekken in actieve discussies, waarbij de deelnemers onder andere kunnen meedoen aan stemmingen met behulp van een conferentieapp.Speciaal voor deze conferentie is een grote internetenquête onder volwassen geadopteerden uitgezet waarin is gevraagd hoe tevreden zij over hun adoptie zijn en hoe het met hen gaat. Ook hun adoptieouders is gevraagd hoe zij denken over de adoptie van hun kind(eren) en hoe tevreden zij zijn. De enquête is in februari al ingevuld door meer dan 1200 geadopteerden en meer dan 1300 adoptieouders, waardoor de relevantie van adoptie ook van ‘binnenuit’ kan worden geschetst.
Aanvullend hierop wordt aan alle geadopteerden gevraagd om op een A4’tje uit te beelden wat adoptie voor hen betekent. Zo zullen op de conferentie dus ook letterlijk beelden van adoptie te zien zijn.
Adoptie, pleegzorg en tehuisopvoedingWanneer kinderen niet bij hun eigen familie verzorgd kunnen worden, wordt gezocht naar alternative care. Een van de mogelijkheden is tehuisopvoeding. In Afrika zijn veel kindertehuizen gesticht, maar na veel wetenschappelijk onderzoek is duidelijk geworden dat een tehuisopvoeding voor kinderen veel nadelen heeft. Het gebrek aan iemand die er echt voor het kind is, kan zich vertalen in schade op veel gebieden: de ontwikkeling van de hersenen, het stresssysteem, hechting, IQ, beheersing van breinprocessen en groei en ontwikkeling. Natasha DobrovaKrol gaat hier dieper op in. Thomas Bosire uit Kenia, (van het Kescaproject: Kenya Society of Careleavers) vertelt over zijn ervaringen als tehuiskind. Tracy Kyagulanyi beschrijft hoe westerse goede doelen in Oeganda hebben geleid tot een explosie van kindertehuizen met vaak slecht opgeleide leiding. Ze vergelijkt de tehuisopvoeding met andere vormen van opvang, onder andere pleegzorg. Ook stelt ze voor onder welke omstandigheden interlandelijke adoptie een waardevolle plek kan innemen. Jim Dé schetst hoe de opvang van kinderen in India gaat en welke rol interlandelijke adoptie daar kan spelen.
SPECIAAL VOOR DEZE CONFERENTIE IS EEN INTERNETENQUÊTE ONDER VOLWASSEN GEADOPTEERDEN UITGEZET
16 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
© Shuttersto
ck.com
Adoptie wordt praktisch altijd voorafgegaan door afstand. De afstandsmoeders worden in beeld gebracht door professor Beth Neil, die al jaren onderzoek doet bij afstandsfamilies. Een afstandsmoeder zal ook de stem van de afstandsmoeders laten horen in de paneldiscussies.Vanuit een andere invalshoek vertelt professor Julie Selwyn over adoptie vanuit pleegzorg in GrootBrittannië. Daar is de keuze gemaakt voor adoptie, om zo de stabiliteit voor kinderen te vergroten. Zij vertelt over de indrukwekkende afname in ongewenst verbroken plaatsingen na adoptie, en over het doorzettingsvermogen van adoptieouders vanuit hun onvoorwaardelijke verbondenheid met hun kinderen.
Zorg voor geadopteerde kinderen Voorafgaand aan adoptie heeft altijd een scheiding van de oorspronkelijke moeder plaatsgevonden. Vaak is het kind daarna een tijd verwaarloosd geweest en heeft het traumatische gebeurtenissen meegemaakt. Bij interlandelijke adoptie wordt het kind bovendien overgeplaatst naar een ander land. Om kort te gaan: de start van het leven is zelden gemakkelijk geweest. Veelal is herstel noodzakelijk. Gelukkig weten we dat adoptie een van de ‘kinderbeschermingsmaatregelen’ is die de grootste kans op herstel bieden.Om te kunnen beoordelen of een adoptieprocedure ethisch verantwoord is, moet worden gekeken naar de organisatie, werkwijze en uitgangspunten. Effecten en neveneffecten van de belangrijkste internationale overeenkomst rond adoptie, het Haags Adoptieverdrag, worden toegelicht door Laura MartinezMores (HCCH, The Hague Conference on Private International Law). Hoe ethische normen een rol spelen bij bemiddelingen door adoptieorganisaties wordt beschreven door voormalig EurAdoptvoorzitter Angelo Moretti. Jurrijn Tack (SiG, Stichting Interlandelijk Geadopteerden) plaatst de eisen van sterke regulering en documentatie binnen het adoptieveld in een ander perspectief. Deze verschillende invalshoeken zul
len samengebracht worden in een paneldiscussie met regelgevers, bemiddelaars, betrokkenen en de deelnemers aan het congres.Bij adoptie ligt de kern uiteraard bij de geadopteerden zelf en de adoptieouders. Professor Femmie Juffer, hoogleraar adoptie aan de Universiteit Leiden, laat in vogelvlucht zien wat vanuit de wetenschap bekend is over de ontwikkeling van geadopteerden. Vanuit het onderzoek naar adopties uit Taiwan dat het ADOC (Kenniscentrum voor Adoptie en Pleegzorg) heeft uitgevoerd, zal An
neke Vinke ingaan op behoeftes en mogelijkheden bij adopties van kinderen met een medische achtergrond – een actueel onderwerp, aangezien de meeste huidige adopties special needsadopties zijn. Zij zal ook vertellen over de ervaringen die zij in haar gespecialiseerde adoptiepraktijk heeft opgedaan. Hilbrand Westra (UAI, United Adoptees International) laat zien hoe etnische identiteit een rol kan spelen in het leven van een geadopteerde.Nazorg bij adoptie blijft een onderwerp waar veel discussie over is. EurAdopt heeft in 2015 onder haar leden een vragenlijst doen uitgaan waarin de adoptienazorg geïnventariseerd werd. Irene ParssinenHentula bericht over de resultaten van deze vragenlijst. Corinne Verheule en Hilda Geerts van Stichting Adoptievoorzieningen vertellen wat het vernieuwende nazorgaanbod waar in Nederland de af
gelopen jaren mee is gestart, voor adoptieouders en kinderen kan betekenen.
Onderzoek naar tevreden-heid over adoptieAdoptieorganisaties doen hun uiterste best om kinderen zo goed mogelijk bij adoptieouders te plaatsen, maar uiteindelijk telt het resultaat. Hoe beoordelen volwassen geadopteerden, die als kind geen zeggenschap hadden over de beslissing dat ze werden geadopteerd, hun adoptie nu zelf? Daarom hebben de Nederlandse EurAdoptleden het ADOC gevraagd om speciaal voor deze conferentie onderzoek te doen naar de tevredenheid en het welzijn van volwassen interlandelijk geadopteerden in Nederland. Niemand heeft adressenbestanden van volwassen geadopteerden. Daarom hebben de adoptieorganisaties brieven en mails naar 5000 adoptieouders verstuurd, waarbij hun gevraagd is om een link naar een enquête door te sturen aan hun volwassen geadopteerde kinderen. Zij konden ook via een korte vragenlijst laten weten hoe zij vanuit hun ervaring denken over adoptie. De geadopteerden hebben onderling de link ook doorgegeven en ook de geadopteerdenorganisaties SiG en UAI hebben de link onder hun contacten verspreid. De vragenlijst voor geadopteerden gaat in op tevredenheid met hun leven, gevoelens rond adoptie en afstand, relaties, zoeken naar herkomst en nazorg.De resultaten van deze enquête zullen worden gepresenteerd en vervolgens in relatie tot alle eerdere informatie van de conferentie besproken worden met de deelnemers van de conferentie.
Drs. Gera ter Meulen is staf medewerker bij ADOC, kenniscentrum voor Adoptie en Pleegzorg van de faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden. Op de conferentie Euradopt presenteert ze de resultaten van het onderzoek.
ADOPTIEORGANISATIES
DOEN HUN UITERSTE BEST OM KINDEREN
ZO GOED MOGELIJK TE
PLAATSEN
MAART – 2016 17
drieluik
Op mijn vijftiende, in 1994, ben ik samen met mijn ouders en mijn zusje voor het eerst terug geweest naar Indone-sië. Gewoon op vakantie, we hebben een rondreis ge-maakt over Java en Bali. Ik had wel wat twijfels of ik naar mijn biologische moeder moest gaan zoeken of niet, maar ik was daar in die tijd niet zo mee bezig. Ik dacht: dat kan later nog wel.
Rond die tijd is bij mij de diagnose autisme vastgesteld. Dat gebeurde na een advies van de school. Daar ging het niet zo goed, naar school gaan was niet leuk. Ik zat op het speciaal onderwijs en daar zaten veel kinderen met gedragsproblemen... Ik kreeg nog wel eens een elleboogstoot of ze wilden mijn bril kapotmaken, van die dingen. Heel vervelend. Op mijn achttiende kon ik weg en mocht ik stage gaan lopen. Het liefst ging ik licht administratief werk doen, maar dat was er niet. Toen ben ik gaan sorteren bij de post. De werkdruk was daar echt te hoog voor mij, ik kon beter weggaan. Daarna kwam ik in een verzorgingshuis terecht. Daar heb ik jarenlang met veel plezier gewerkt. Ik deed licht administratief werk, voerde bijvoorbeeld in de computer in wat mensen wilden eten en verdiende er ook best goed mee. Helaas moest ik in 2015 stoppen vanwege bezuinigingen. Er was geen geld meer voor. Nu heb ik een Wajonguitkering en woon ik op mezelf. Een tijd lang heb ik begeleid wonen gehad, maar dat hoeft niet meer. Het gaat goed. Een paar keer per week ga ik naar het Papageno Huis in Laren, daar doe ik dagbesteding om in een ritme te komen. Het huis is opgericht door Jaap van Zweden, hij heeft ook een zoon die autistisch is. Het is wel leuk daar, het bevalt me goed. Tien jaar na mijn eerste bezoek ben ik weer teruggegaan naar Indonesië en een of twee jaar later weer. Toen heb ik een workshop ga
melan spelen gevolgd, ik bespeel dat instrument al vanaf mijn vijftiende. En rond mijn twintigste heb ik de Indonesische taal geleerd, ik spreek het vrij goed. Uiteindelijk was ik toch wel erg nieuwsgierig naar mijn biologische moeder en wilde ik haar graag ontmoeten. We zijn in 2006 gaan zoeken en via een kindertehuis hebben we haar uiteindelijk gevonden. Ze bleek nog steeds in hetzelfde dorp op Java te wonen. Na mij heeft ze nooit meer kinderen gekregen. Over mijn vader kon ze niets vertellen. Ik denk dat ze dat ook echt niet weet, omdat ze zo’n beetje alles rond mijn geboorte compleet verdrongen heeft.
Onze eerste ontmoeting was geregeld door mensen van het kindertehuis. Mijn adop
tieouders hadden die gegevens nog. Het tehuis was wel verplaatst maar
werd nu gerund door de schoondochter van de leidster van
destijds. Ze konden en wilden ons wel helpen. Toen ik haar zag, was ik vooral verbaasd over hoe klein mijn biologische moeder was. Zelf ben ik nogal stevig en zij is echt een heel tenger ding. We moesten al
lebei huilen. Ik moest erg aan het idee wennen, maar voelde
ook meteen wel een band: dit is mijn moeder.
Na terugkomst in Nederland heb ik nog donaties gestuurd. Daar had ze niet
om gevraagd, maar ik had het gevoel dat ik dat moest doen. Inmiddels ben ik daarmee gestopt. Er is geen contact meer. Al enkele jaren niet. Er kwam nooit een reactie terug. Voor mij hoeft het ook niet meer zo nodig. Momenteel ben ik niet zo bezig met mijn adoptie en Indonesië. Soms mis ik de cultuur van daarginds wel, daarbij voel ik me thuis, maar ik kan en wil daar niet leven. Mijn leven is hier.
Rhido is de zoon van Kamah Tuminem op pagina 11 en van Mirjam Ouwejan op pagina 23
‘Mijn leven is hier’
GEADOPTEERDE Rhido Ouwejan
2LEEFTIJD
37 jaar
BEROEP dagbesteding bij Papageno
Huis in Laren
WOONPLAATSWeesp
18 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Mijn verhaal begint zoals veel adoptieverhalen: geboren, afgestaan, geen reden bekend, geen gegevens beschikbaar. Soms kwamen in mijn leven vragen over mijn afkomst naar boven, maar vervolgens dreven ze weer af. Daar bleef het bij. Ik dacht dat ik niet de behoefte had om op zoek te gaan. Nu weet ik dat het gevoel zo diep in mij verborgen zat, dat ik er gewoonweg niet bij kon. Op bepaalde momenten vroeg ik me weleens af: wat heeft de adoptie met mij gedaan? Ik wist het niet. Pas veel later begon dat meer en meer te leven in mij. Tot het moment dat ik niet meer om de vraag heen kon. Wie ben ik?
Gevoelens van een puberDat was ongeveer twee jaar geleden. Ik was 35 jaar oud en kreeg de onweerstaanbare drang om te gaan zoeken naar mijn roots. Voor het eerst ging ik terug naar Seoul, de hoofdstad van mijn geboorteland. Daar, in een Koreaanse taxi op weg naar het kindertehuis van KSS, besefte ik voor het eerst echt dat ik ‘afgestaan’ ben. Ik voelde emoties opkomen, dikke tranen uit een deel van mij waarvan ik het bestaan niet kende. Het was verwarrend en bevrijdend tegelijk.In het tehuis bleken geen gegevens bekend te zijn van mijn biologische familie. Met meer vragen dan ant
woorden kwam ik thuis. Maar er was iets in gang gezet: het zoeken naar vrede in mij. Ik ben me gaan verdiepen in mijn eigen bewustwording, ik ging op ontdekkingstocht naar mijn identiteit. Hoewel ik nooit heb gepuberd, voelde ik mij nu een puber, maar dan wel een ‘bewuste’ puber. Het gaf mij het dankbare gevoel dat ik iets van mijzelf voelde.
Verdriet erkennenWat ik ook voelde, was heel veel energie en de drang om dat te uiten. Door verschillende spirituele cursussen en workshops te volgen, heb ik vrede teruggevonden in mezelf. Ik ben de on
Tek
st A
no
uk
van
Vel
uw
-Po
ng
er
Anouk kwam 37 jaar geleden als baby van twee maanden vanuit Zuid-Korea naar Nederland. Een groot deel van haar leven zag ze haar adoptie als een feit, zonder zich er echt bewust van te zijn. Tot het moment dat de grote vraag ‘Wie ben ik?’ zich aandiende. Toen ging ze voor het eerst terug naar haar geboorteland. Het was de start van de grootste ontdekkingsreis van haar leven.
Op zoek naar vrede in mij
ACHTER DE FEITEN
MAART – 2016 19
voorwaardelijke liefde gaan zien achter de reden van mijn adoptie. Drang maakte plaats voor inzicht: in mij, in mijn leven, in mijn doel hier op aarde. Voor mij heeft alles een reden, ik ben niet zonder reden ter adoptie afgestaan, ik voel dat ik bestemd ben om hier te zijn: bij mijn (adoptie)ouders en mijn familie. De vragen naar mijn afkomst hebben mij geleid naar de weg van liefde en dankbaarheid. Ik ben geboren met als doel om mijzelf te leren kennen, zodat ik mijzelf mag gaan érkennen. Door mijn adoptie heb ik de eerste prille maanden van mijn leven liefde en veiligheid gemist, dat is de basis van mijn verdere leven geworden. Vanaf toen ben ik in een veilige schulp
gekropen om te overleven. Als kind zag niemand dat aan mij omdat ik me schikte in alle situaties en er zelf geen weet van had – tot nu! Het allereerste begin van mijn leven vol verdriet erken ik nu en mag ik nu voelen.
Liefde voelen en doorgevenMijn verlangen naar mijn Koreaanse afkomst is hetzelfde als mijn verlangen om mijzelf te mogen zijn, de ik die in mijn lichaam woont.Dankzij mijn adoptie mag ik ervaren wat liefde, vergeving en dankbaarheid betekenen. Daarin liggen mijn uitdagingen op elk moment, in elke situatie, in de vele spiegels in mijn leven. Momenten waarop ik steeds bewust mag kiezen voor mezelf omdat ik een waardevolle vrouw ben. Een vrouw waarin ook een klein meisje schuilt dat nu gezien en gehoord is en waar ik mee mag samenwerken. Alleen door die verbinding kan ik liefde ontvangen, liefde voelen om zo oprecht liefde door te mogen geven. Liefde in eerste plaats aan mijzelf, aan mijn familie, aan de wereld, aan het leven om me heen. En via een gouden draadje onvoorwaardelijke liefde aan mijn biologische ouders en aan mijn geboorteland.Ik leef, niet in mijn verleden maar samen mét mijn verleden, niet in de toekomst maar in het nu, in dit moment. Ik ben geadopteerd maar in mij wonen mijn roots. Ik ben waardig, ik ben geliefd, ik ben dankbaar, ik leef!
LICHTBOOG
ik zie vandaag mezelf terugdoor mijn eigen ogen
vol moed de wereld ingekomenin een boog van licht
daar het besef verlaten, verloren, afgestaan
zoekend naar licht en houvastwarme armen te ver van mij
vandaan
ik roep vandaag mezelf teruguit plekken heel ver weg
kom terug, kom teruglicht verscholen in het donker
schijn, verbind, kom dichterbij!zo klein als ik was
zo groot het gevoel in mij
ik hoor vandaag mezelf terugik besta! toen en nu
onzichtbaar de wereld inomsloten door dichte deurenmaar hoor! het lichte zachte
kloppen de deur op een kier
licht straalt erdoor, niet te stop-pen
licht als in een boog
warme armen dichtbijmijn armen, mijn licht
dankbaarheid, open mij!
ik voel me vandaag een beetje dichter bij mezelfliefde en moed, omarm mij
in een boog van lichtzichtbaar de wereld in
zo klein en groot als ik benik, ik ben mijn eigen heldin
YoungSookAnouk
Tekst Angela JansTrauma
20 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Ze deed dat overigens niet in haar eentje, maar samen met Marthe Schneijderberg en Carina van Kregten. Het drietal leverde er bovendien een training bij en een tweedaagse workshop voor professionals, die deze training op hun beurt weer aan schoolteams en leerkrachten willen geven. Begin dit jaar, rond het verschijnen van het boek, ging de aandacht vooral uit naar de vluchtelingenkinderen die nu massaal in de Nederlandse schoolbanken aanschuiven. Het boek leek daar speciaal voor gemaakt. Dat was niet zo. Deze vluchtelingenkinderen hebben hoogstwaarschijnlijk tijdens hun vlucht afschuwelijke dingen meegemaakt, aldus Coppens, maar dat wil niet per definitie zeggen dat ze getraumatiseerd zijn. Adoptiekinderen zijn dat doorgaans wel: “De eerste maanden en jaren in het leven van een kind zijn cruciaal voor de ontwikkeling van de hersenen. Wanneer een kind in die periode onvoldoende is gesteund door ouders of verzorgers, bijvoorbeeld door verblijf in een tehuis, kan dit vergaande negatieve gevolgen hebben. Wanneer een kind in die fase chronische stress ervaart, zal dat er later vast en zeker uitkomen.” Toch is het boek niet speciaal ge
schreven voor adoptiekinderen. Het gaat om trauma en onderwijs: Hoe kun je als leraar de signalen van getraumatiseerde kinderen herkennen? Wat zijn manieren om ermee om te gaan? Wat voor praktische oplossingen zijn er? Het boek biedt leraren en andere onderwijsprofessionals de kennis en handvatten om de negatieve spiraal te doorbreken, zodat getraumatiseerde kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Problemen door chronische traumatiseringWat de gevolgen van trauma zijn, laat Coppens zien aan de hand van veel verschillende voorbeelden. Ze putte daarvoor uit ruim 25 jaar ervaring als klinisch psycholoog, cognitief gedragstherapeut en EMDRpractitioner. Ze werkte jarenlang bij verschillende organisaties en instellingen, waaronder de laatste jaren bij Intermetzo Zonnehuizen in Den Haag, en is tegenwoordig als zelfstandige actief, onder meer voor supervisie. De uiteenlopende problemen die ze bij kinderen en gezinnen tegenkwam, zijn vaak heftig en niet eenvoudig op te lossen, zoals huiselijk geweld, verslavingsproblematiek en verwaarlozing. Coppens: “Op een gegeven moment werd me duidelijk dat veel problemen samenhangen met chronische traumatisering. Toen ben ik me daarin gaan specialiseren. Ik heb me verdiept in diagnostiek en behandeling van traumagerelateerde problematiek bij kinderen, waaronder dissociatie en hechtingsproblematiek.”Ook Carina van Kregten en Marthe Schneijderberg hebben ruime ervaring in het werken met getraumatiseerde kinderen, zowel thuis, op school als ook in individuele behandelingen en
Rijk wordt ze er niet van; een boek schrijven kost anno 2016 meer dan het oplevert, althans uitgedrukt in euro’s. Maar het boek Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen
móést er gewoon een keer komen, geen houden aan. Leony Coppens wilde per se haar kennis en ervaring op het gebied van omgaan met getraumatiseerde kinderen opschrij-
ven. Er een praktisch boek van maken voor het onderwijs, zodat de kinderen die het betreft, beter gezien en geholpen kunnen worden.
Illustraties: Sjeng Schupp
‘Traumasensitief lesgeven helpt!’
MAART – 2016 21
(ouder)begeleidingen. In Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen hebben de drie hun kennis over de impact van chronische traumatisering op de ontwikkeling van kinderen gecombineerd. Het boek biedt volgens hen leerkrachten, intern begeleiders en schoolmaatschappelijk werkers onmisbare praktische kennis en vaardigheden om goed om te kunnen gaan met het vaak moeilijk te begrijpen gedrag van getraumatiseerde leerlingen waar ze op school in toenemende mate mee te maken hebben.
Gevoel van veiligheid vergrotenHet eerste deel van het boek beschrijft wat trauma is, hoe trauma de ontwikkeling van de hersenen negatief beïnvloedt en wat de gevolgen daarvan zijn voor het functioneren op school en de mogelijkheden om te leren. In het tweede deel wordt aangegeven hoe de theorie in de praktijk is toe te passen door traumasensitief les te geven. Traumasensitief lesgeven stimuleert de gezonde ontwikkeling, verbetert de schoolprestaties van getraumatiseerde kinderen en het klimaat in de klas voor alle kinderen en leidt tot meer tevredenheid bij leraren. Het vergroten van het gevoel van veiligheid en de veerkracht van getraumatiseerde kinderen staan hierin centraal.Uit het boek: “Door uiteenlopende omstandigheden kunnen kinderen op jonge leeftijd chronische stress erva
ren. De gevolgen van deze vroegkinderlijke chronische traumatisering zijn over het algemeen ernstig en vergaand doordat het de ontwikkeling van de hersenen negatief beïnvloedt. Kinderen hebben hierdoor onder meer moeite met leren, met het reguleren van hun emoties en gedrag en met vertrouwen op zichzelf en in de ander. Sommige kinderen zijn onrustig en kunnen zich niet concentreren omdat ze voortdurend alert zijn op gevaar. Andere kinderen maken zich juist zo onopvallend mogelijk omdat dat hun overlevingskansen heeft vergroot. Er zijn ook kinderen die door een schijnbaar kleine of voor anderen onbegrijpelijke aanleiding agressief reageren omdat hun hersenen nog in de vechtstand staan. Voor leerkrachten is dit gedrag vaak moeilijk te begrijpen.”
Leerkrachten moet letten op hun gezondheidTrauma heeft invloed op alle mensen rondom het kind: ouders, hulpverleners en ook leerkrachten. Getraumatiseerde kinderen kunnen herstellen in de interactie met volwassenen die veilig en voorspelbaar zijn, maar dat vraagt inspanning van leerkrachten. Coppens: “Zij houden het alleen vol als zij gezond en uitgerust zijn. Aan het boek is een training gekoppeld. Daarbij gaan we ook in op mogelijke negatieve effecten op de gezondheid die optreden bij leerkrachten die lesgeven aan getraumatiseerde kinde
ren. Aan bod komen daarom ook zaken als secundaire traumatische stress, burnout en uitputting. Er worden manieren aangereikt om dit te herkennen en zo veel mogelijk te voorkomen. De leerkracht is daarin zelf een belangrijke schakel, maar ook leidinggevenden, directeuren, bestuurders en anderen kunnen een bijdrage leveren aan een gezonde en veilige werkomgeving. Werken met getraumatiseerde kinderen vraagt om een lange adem en om voortdurend uitrusten en herstellen. Maar het is zeker de moeite waard: traumasensitief lesgeven helpt.”
Lesgeven aan getraumatiseerde kinderenEen praktisch handboek voor het basisonderwijsLeony Coppens, Marthe Schneijder berg en Carina van Kregten ISBN: 9789088505621
22 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
GELEZEN/GEZIEN
Eerste hulp bij hechting
Taal voor ouders en hun jonge kind
Paulien KuipersUitgeverij De Tijdstroom
Prijs € 24,–ISBN 9789058982834
Taal is een belangrijk medium voor een kind om zich begrepen te voelen. Zeker heftige gebeurtenissen zoals verlies, trauma en verwaarlozing ervaart een kind al op heel jonge leeftijd, ook als het er nog geen woorden voor heeft. Caroline Eliacheff beschreef in haar boek Het kind dat een kat wilde zijn (1995) al hoe het woorden geven aan deze gebeurtenissen bij baby’s kan werken als therapie en helend kan werken. Het jonge kind begrijpt de diepere betekenis van woorden, ook als het zelf de taal nog niet spreekt.Kinderpsycholoog Pauline Kuipers ziet het verwoorden van wat er met een kind gebeurt of gebeurd is, ook als een belangrijk onderdeel van haar behandelmethodieken om een veilige hechting te bevorderen. In haar boek Eerste hulp bij hechting beschrijft ze twee methodieken: het eengespreksmodel (vooral geschikt voor ouders en hun baby) en het vijfstappenmodel (minimaal vijf sessies). Het woorden geven aan ingrijpende gebeurtenissen helpt ouders hun kind (weer) te begrijpen en de band tussen ouders en kind te herstellen. Met mooie praktijkvoorbeelden verduidelijkt de auteur de methodieken. Voorafgaand aan de beschrijving van haar behandelmethodieken legt Kuipers in heldere taal uit hoe een veilige band tussen ouders en kind ontstaat en hoe veilige en onveilige hechting eruitzien. Ze licht toe wat belangrijke voorwaarden voor het ontstaan van een veilige gehechtheidsrelatie zijn (sensitiviteit, afstemming, beschikbaarheid, mentaliseren, comfortzone en stressregulatie) en wat de relatie is tussen enerzijds liefdevolle zorg en aandacht en anderzijds de hersenontwikkeling. Aan het einde van het boek gaat ze ook nog kort in op de ge
hechtheidsrelatie bij pleeg en adoptiegezinnen. Kuipers pleit voor een laagdrempelige hechtingsondersteuning door hechtingstherapeuten. Ze vindt dat dit aanbod standaard in de basisvoorziening van jeugdzorg zou moeten zitten. Haar boek is bedoeld voor zowel ouders als hulpverleners (pedagogen, psychologen, jeugd en kinderartsen, jeugdverpleegkundigen en jeugd en jongerenwerkers). Het is vlot geschreven en goed leesbaar voor ouders en hulpverleners die nog weinig over hechting gelezen hebben.
Anny Havermans
Oplossingsgericht opvoeden
Doen en denken in mogelijkheden
Lara de Bruin, Rian MeddensUitgeverij Hogrefe
€ 19,95 ISBN 9789079729708
Zelfreflectie en experimenteren, dat zijn de uitdagingen van dit boek. Oplossingsgericht opvoeden gaat ervan uit dat iedere ouder verschillende kwaliteiten en mogelijkheden heeft. Door juist deze mogelijkheden goed te onderzoeken en na te gaan welke dingen goed werken, ontstaan nieuwe originele ideeën om lastig gedrag bij te sturen. Het vraagt om oefening, een sterke motivatie voor verandering en een krachtig besef dat doorgaan op de oude voet niet helpt om de gewenste doelen te bereiken.Oplossingsgericht opvoeden stelt het
denken in mogelijkheden centraal. De auteurs nemen je mee vanuit je eigen obstakels en leren hoe je ook op andere manieren kunt kijken naar kinderen tussen de 0 en 18 jaar die te maken hebben met moeilijk emoties of lastige gebeurtenissen. Het is prettig dat direct erkend wordt dat de werkelijkheid niet zo snel verandert als we misschien zouden willen. Het is een echt doeboek. Als je geen zin hebt om na te denken over jezelf, over het functioneren van je gezin en over het functioneren van elk lid van je gezin, dan is het wellicht beter om er niet aan te beginnen. Kijken naar wat werkt, is dat niet een beetje simpel gedacht? Het is een pragmatische manier van denken, optimistisch ook, maar beslist niet naïef. Juist bij de opvoeding van adoptiekinderen is het ongelooflijk belangrijk dat gezinsleden zich trots voelen over de dingen die goed en prettig gaan. “Als iets werkt, doe het dan vaker” en “Als het dan werkt, leer het anderen” zijn een paar pareltjes van uitspraken die consequent worden benadrukt. In die uitspraken ligt vaak de sleutel verborgen die de toegang tot meer van dit soort adviezen kan ontsluiten. De praktische inzichten worden afgewisseld met inspirerende citaten, tips en oefeningen.In zeven hoofdstukken gaat het boek over: dingen die goed gaan in een gezin, omgaan met emoties, oplossingsgerichte communicatie, echt luisteren, het doel dat je als opvoeder nastreeft en wat te doen bij een weerbarstige werkelijkheid. Verweven met de tekst staan citaten, casussen, intermezzo's en oefeningen. Op een verfrissende wijze wordt met respect voor elkaars gevoelens geadviseerd en worden voorbeelden gegeven die gericht zijn op een positieve opvoeding. De complexe opvoedingsvragen ontbreken beslist niet.Het boek leest als een trein. Het lost niet al je dagelijkse problemen in één keer op, maar het geeft je als opvoeder een inspiratiebron zodat je weer met een frisse blik en nieuwe energie door kunt gaan met het belangrijkste en mooiste werk in de wereld, namelijk opvoeden.
Marion van Olst
MAART – 2016 23
drieluik
‘Mijn hart ging gelijk open voor hem’
ADOPTIEOUDER Mirjam Ouwejan-Aafjes
3niet mee naar Colombia om zijn zusje op te halen. Ik wilde hem ook niet alleen laten, daarom heeft mijn man Maryluz in zijn eentje opgehaald.De basisschool verliep prima. We vormden een fijn gezin. Omdat we buiten woonden, nam ik vaak kinderen mee naar huis, die mochten altijd bij ons komen spelen. Ik werkte bewust niet buiten de deur, ik heb altijd met de theepot klaar gestaan. Dat wilde ik graag zo. Op advies van de basisschool ging Rhido niet naar een gewone middelbare school – zo’n grote leerfabriek was niks voor hem, stelde zijn leerkracht – maar naar het speciaal
onderwijs. Na een tijdje werd ons daar aangeraden om hem te laten testen. Hij kreeg de diag
nose autisme. In eerste instantie kon ik het gewoon niet geloven. Maar na
verloop van tijd viel daardoor eigenlijk alles op z’n plek.
We hebben ons aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Autisme. Daar leerden we andere ouders van kinderen met autisme kennen. Samen hebben we toen een woonproject opgericht. Want
ik maakte me zorgen over de toekomst van Rhido. Hoe zou
dat moeten? Stapje voor stapje hebben we er naartoe gewerkt en
is hij daar gaan wonen, met begeleiding. Hij was toen 22. Na twaalf jaar
was hij eraantoe om helemaal op zichzelf te gaan wonen. Dat vond ik wel een logische stap, dus dat hebben we geregeld. Het gaat goed. Er is een kring van mensen rond Rhido die hem helpt en als ouders houden we natuurlijk ook een oogje in het zeil. We hebben een heel goede band, ook met zijn zus. Zij heeft een relatie en woont hier in de buurt. Eén keer per week komt ze bij ons eten. Meestal komt Rhido dan ook. Ze zijn dol op elkaar.
Mirjam is de moeder van geadopteerde Rhido op pagina 17
Omdat we vonden dat er al genoeg kinderen op de wereld waren die een goed leven verdienden, hoefden we niet zo nodig kinderen van onszelf. Wij kozen be-wust voor adoptie, vanuit ons hart. Tegen de tijd dat we een gezin wilden gaan vormen verlieten we Am-sterdam en gingen we buiten wonen, in Weesp. We meldden ons aan bij het Bureau Interlandelijke Adop-tie en kwamen op de wachtlijst. Na twee jaar kregen we een voorstel: een jongetje van twee maanden oud uit Indonesië. Geweldig!
Mijn hart ging gelijk open voor hem. Het was een heel teer poppetje. Als ik eraan denk, moet ik nog huilen. Hij was twee maanden te vroeg geboren en zijn gezondheid was nog behoorlijk zwak. In Indonesië zijn we al naar de dokter gegaan met hem. In het vliegtuig naar Nederland kreeg hij koorts, na aankomst moesten we meteen door naar het ziekenhuis. Daar heeft hij een maand gelegen. Ik wilde hem het liefst mee naar huis nemen om hem te koesteren, maar dat mocht niet. Tegenwoordig gaan ze daar heel anders mee om, maar in die tijd moest hij in het ziekenhuis blijven. Vanaf het moment dat hij thuis was, ging het beter met hem. Hij leek heel tevreden en we hadden het gevoel dat hij zielsgelukkig was, net als wij. Toen alles een beetje op rolletjes liep, hebben we ons aangemeld voor een tweede adoptie, want we wilden niet dat hij als enigst kind zou opgroeien. Na ruim een jaar kwam het voorstel: een meisje van dertien maanden uit Colombia. Rhido was inmiddels drie jaar en hij vond het geweldig dat hij een zusje kreeg. Hij selecteerde zijn speelgoed op dingen die volgens hem ook voor haar geschikt zouden zijn om mee te spelen, dat legde hij apart. Heel lief. Omdat hij op dat moment ziek was, kon hij
MOEDER VAN Rhido (37) en Maryluz (34)
BEROEP huisvrouw
WOONPLAATS Weesp
24 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
‘Onze zoon heeft slaapproblemen’ of ‘Onze puberdochter vliegt uit de bocht.’ Adoptieouders die vragen of twijfels hebben over de opvoeding van hun kinderen kunnen terecht bij de advieslijn van de afdeling Nazorg van Stichting Adoptievoorzieningen. Ook geadopteerden, leerkrachten of andere betrokkenen kunnen daar terecht. In deze rubriek komen zaken voorbij waarover
wordt gebeld.
Ook advies of hulp nodig? U kunt de Stichting Adoptie voorzieningen
als volgt bereiken: Tel. 030 2330340 (keuze 3), ma t/m do
van 9.30 tot 12.30 uur. E-mail [email protected]
Moeite met afscheid nemenYuLin is drie jaar geleden geadopteerd uit China toen ze ander-half jaar oud was. Nu ze naar school gaat, komen er angsten bij haar naar boven die eerder niet (zo duidelijk) zichtbaar waren. Moeder belt met de vraag hoe ze hierop moet reageren en of er wellicht externe hulpverlening nodig is om YuLin te helpen in haar ontwikkeling en met haar angsten.
YuLin heeft vooral moeite met afscheid nemen: afscheid van haar ouders, afscheid van de juf, afscheid van vriendjes in de klas, zelfs afscheidnemen van een oude jas of knuffel vindt ze heel lastig. Afscheid lijkt een groot thema in haar leven. Wanneer moeder vertelt over de eerste periode in China, blijkt dat YuLin meerdere malen is verhuisd van tehuis naar pleeggezin. Steeds is dit onaangekondigd gebeurd, waardoor YuLin hoogstwaarschijnlijk onzeker is geworden over de gebeurtenissen in haar leventje. De overdracht met haar adoptieouders heeft dit beeld versterkt: YuLin ging met de ouders spelen in een aparte kamer van het tehuis, waarna ze haar mochten meenemen. Ineens waren alle bekende verzorgers weg en zag ze haar vriendjes nooit meer, zonder dat ze afscheid had genomen. Dit maakt dat YuLin er ook nu nog weinig vertrouwen heeft dat haar ouders terugkomen, voor je het weet zijn ze immers weg, is haar ervaring…De nazorgmedewerkster vertelt moeder hoe ze het beste met het afscheid kan omgaan, hoe ze YuLin erop kunnen voorbereiden en hoe ze getroost kan worden. Bijvoorbeeld door altijd een vast ritueel in de klas te hebben voor het vertrek van de ouder en daarnaast duidelijk te vertellen wanneer je weer terugkomt. Ook kan het YuLin helpen om een foto van haar ouders bij zich te dragen of iets met hun geur, bijvoorbeeld een sjaal of Tshirt. Mochten de angsten van YuLin niet afnemen en de ouders het gevoel hebben dat ze wordt belemmerd in haar ontwikkeling, dan is het een idee om aan EMDRtherapie te denken (een vorm van traumaverwerking). Hierdoor kan YuLin haar verleden, angsten en tegenslagen een veilig plekje geven zodat ze er in de toekomst niet meer zo extreem door ontregelt.
24 ADOPTIE MAGAZINE
Klaar voor de startHeeft u een voorstel of verwacht u dit op korte termijn? Kom dan naar ‘Klaar voor de start’.
Tijdens deze bijeenkomst krijgt u pedagogische adviezen voor het moment van overdracht, de eerste tijd samen en het opbouwen van een band met elkaar. In het programma is ook ruimte voor uitwisseling van informatie met elkaar. De bijeenkomst wordt op dinsdag 14 juni vanaf 13.30 uur gehouden in Utrecht.
Meer informatie en aanmelden kan via www.adoptie.nl Aanmelden via http://adoptie.nl/p/1698/preview/
MAART – 2016 25
Adoptie en hechting als proces
Sommige adoptieouders hebben meteen bij de eerste ontmoeting het gevoel dat hun kind echt hun kind is. Anderen hebben daar wat meer tijd voor nodig. Ook adoptiekinde-ren reageren heel verschillend op de eerste ontmoeting met hun nieuwe ouders. Een-maal bij elkaar, begint het échte werk: een hecht gezin gaan vormen.
De brochure Adoptie en hechting als proces, informatie voor ouders kan daar misschien bij helpen. Deze brochure van de Stichting Adoptievoorzieningen is onlangs vernieuwd. De oude versie met dezelfde titel is compleet herschreven en weer helemaal uptodate. De brochure gaat in op het hechtingsproces tussen adoptieouders en hun kind(eren). Welke rol speelt de achtergrond van uw kind hierin? En die van uzelf? U krijgt inzicht in de fasen van het hechtingsproces, signalen van onveilige gehechtheid en adviezen die u helpen een positieve band met uw kind op te bouwen.
Bestellen of meer info? Kijk op www.adoptie.nl
AngstdromenAdoptiemoeder Hanneke belt met de afdeling Nazorg. Haar vijfjarige dochter Xia wordt de laatste twee weken regelma-tig huilend wakker en zegt dat ze bang is. Vervolgens vertelt ze een verward verhaal. Doorslapen is altijd al moeilijk ge-weest voor Xia, maar dit is duidelijk anders. Hanneke kan niet bedenken wat de oorzaak zou kunnen zijn. Voor zover zij weet, zijn er de laatste tijd geen bijzondere dingen gebeurd met Xia.
Hanneke krijgt van de nazorgmedewerkster te horen dat bijna alle kinderen weleens angstdromen hebben. De oorzaken kunnen verschillend zijn, bijvoorbeeld ergens bang voor zijn, fantaseren of angstige gevoelens uit het verleden die naar boven komen. Dit laatste komt zeker bij adoptiekinderen regelmatig voor. Een angstdroom kan een kind erg van streek maken. Als een kind vaker angstdromen heeft, durft het soms zelfs niet meer te gaan slapen, omdat het bang is dat het weer gaat dromen. De nazorgmedewerkster raadt de bezorgde moeder aan om haar dochter te troosten na een angstdroom en te proberen haar te laten ontspannen. Fysieke nabijheid is daarbij belangrijk. Ze kan Xia tegen zich aan houden en haar heen en weer wiegen. Ondertussen kan ze geruststellende woordjes herhalen zoals “Mama is bij je”. Het is van belang dat Xia zich begrepen voelt. Het zal haar niet helpen om te zeggen dat het maar een droom is. Xia beleeft het als waar gebeurd en de angstgevoelens ervaart zij echt. Het is geruststellend voor haar als Hanneke goed naar haar luistert en haar gevoelens erkent en benoemt. Als Xia zich niet zo goed kan uiten, kan Hanneke haar open vragen stellen, bijvoorbeeld: “Wat gebeurde er toen?”Als Hanneke het idee heeft dat er een onderliggende angst is, kan ze proberen te achterhalen waar Xia zo bang voor is. Dit kan Hanneke het best overdag doen, niet te kort voor het slapen gaan. Deze gesprekjes met Xia kan zij dan het best afsluiten met een leuk onderwerp of een voorleesverhaaltje. Hiermee kunnen de positieve gevoelens van Xia weer de overhand nemen en worden versterkt.Moeder vertelt dat Xia drukke dagen heeft. Ze gaat hele dagen naar school en spreekt vaak af met vriendinnetjes. Dit kan in de nacht ook zijn weerslag hebben. Hanneke kan proberen wat prikkels uit het dagprogramma weg te halen. Bijvoorbeeld door Xia wat minder vaak bij een vriendinnetje laten spelen en lekker even rustig thuis, samen een boekje te lezen. Kortom, wat meer tijd voor ontspanning door meer rust en regelmaat. Hierdoor kan het weer rustiger worden in Xia’s hoofdje en zullen de angstdromen hopelijk afnemen en zelfs helemaal verdwijnen.
Maak een goede start
In de eerste jaren na de komst van je kind kom je als ouders voor veel vragen te staan. Niet altijd zijn de antwoorden meteen duidelijk. De cursus Goede Start besteedt in drie avonden aandacht aan het proces van wennen en hechten. Het is de bedoeling dat je er antwoorden krijgt op vragen als: hoe voorkomen we het te vrije gedrag van ons kind, wanneer is ons kind eraan toe om naar school te gaan en hoe kunnen we zien of ons kind al voldoende is gehecht? Ook is er gelegenheid om ervaringen uit te wisselen met andere ouders.
Kosten: 60 euro per gezin. Meer weten? Kijk op www.adoptie.nl of stuur een e-mail naar [email protected]
26 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Tijdens het algemeen overleg van de Tweede Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie in januari 2013 1 werd de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven al belaagd met vragen naar de herziening van de Wobka. Wanneer moet deze plaatsvinden? Waarom is deze uitgesteld? De reactie van de staatssecretaris was kort en bondig: het onderwerp is gedeprioriteerd, dat wil zeggen: andere onderwerpen hadden voorrang. Het duurde tot november 20142 voordat Teeven het onderwerp weer oppakte. Aanleiding hiervoor was een advies van 27 juni 2014 dat was opgesteld door de samenwerkende vergunninghouders met de titel De adoptieketen in 2020. Het rapport bevatte een aantal aanbevelingen om te komen tot een betere kwaliteit van de adoptieketen en de daarbij behorende procedures. In mei 2015 reageerde Klaas Dijkhoff, de nieuwe staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, niet bijzonder enthousiast op het rapport 3. Het rapport miste concrete aanbevelingen die konden leiden tot verandering in de werkwijze of de organisatie van de vergunninghouders zelf. Evenmin be
Tek
st V
era
Kid
jan
De Wet opneming buitenlandse pleegkinderen ter adoptie (Wobka) staat al tijden ter discussie. De wet stamt uit 1988 en is
toe aan een herziening, vindt de politiek. Vera Kidjan zet op een rijtje waarom.
WETTEN EN REGELS
Wobka toe aan een nieuw jasje
MINISTERIE LAAT MOGELIJKHEDEN ONDERZOEKEN
MAART – 2016 27
vatte het een visie op de adoptieketen op lange termijn. Een gemiste kans, vond hij.
Oordeel van Inspectie JeugdzorgHet totaal aantal adoptiekinderen dat in Nederlandse gezinnen werd opgenomen bedroeg 705 in 2010, 528 in 2011, 488 in 2012, 401 in 2013 en 354 in 2014. Er is ook een dalende trend te bespeuren van het aantal aspirantadoptieouders. Bovendien is het profiel van de kinderen die ter adoptie worden aangeboden veranderd. Tegenwoordig is er sprake van oudere kinderen en meer kinderen met special needs.Deze ontwikkelingen kunnen gevolgen hebben voor de bestaansmogelijkheden van de verschillende partners in de adoptieketen. Daarnaast blijven de vergunninghouders de mogelijkheden verkennen voor
adoptie uit nieuwe landen, die vaak niet zijn aangesloten bij het Haags Adoptieverdrag. Hierdoor moet extra geïnvesteerd worden in een zorgvuldig proces. Dit roept de vraag op of het huidige sturingsmodel nog volstaat, meende de staatssecretaris. Hij heeft allereerst de Inspectie Jeugdzorg gevraagd om onderzoek te verrichten naar de praktijken van vier vergunninghouders. Het eindoordeel van de Inspectie luidt dat de kwaliteit van het bemiddelingsproces bij de vier vergunninghouders voldoende is, dat het belang van het adoptiekind in dat proces is gewaarborgd, maar dat zij op een aantal criteria niet volledig voldoen aan de verwachtingen die de Inspectie aan een goed bemiddelingsproces stelt 4. De dossieropbouw moet zorgvuldiger plaatsvinden en de informatie over de specifieke zorgbehoefte van het kind moet gedetailleerd worden vastgelegd. Ook heeft de Inspectie gesignaleerd dat de landen van herkomst steeds meer invulling zijn gaan geven aan de verantwoordelijkheden die zij op grond van het Haags Adoptieverdrag hebben. Hierdoor beslissen de landen van herkomst meer en meer zelf welke specifieke aspirantadoptieouders bij het specifieke kind passen.
AdviesbureauHet ministerie van Veiligheid en Justitie heeft inmiddels een adviesbureau dat is gespecialiseerd in maatschappelijke vraagstukken gevraagd om een aantal scenario’s uit te werken voor de inrichting van een toekomstbestendig stelsel voor interlandelijke adoptie. In die scenario’s moet het sturingsvraagstuk centraal staan. Het rapport van het adviesbureau zal een belangrijke bijdrage leveren aan de besluitvorming over een nieuwe inrichting van het adoptiestelsel en een wijziging van de Wobka. Hoe dit eruit gaat zien, is nu nog een raadsel. Uit de brief van de staatssecretaris van mei 2015 kan worden geconcludeerd dat het allemaal zorgvuldiger moet en dat de adoptieouders nog meer moeten worden doorgelicht om goed te kunnen beoordelen of zij wel voldoende geschikt zijn voor bijvoorbeeld kinderen met special needs.
Uiteraard zijn dit nobele gedachten, maar het zou niet moeten leiden tot nog dikkere adoptiedossiers en langere procedures, met een grotere kans dat de beginseltoestemming niet wordt toegekend.Ook zou een reactie moeten worden gegeven op de constatering van de Inspectie dat de landen waar het adoptiekind vandaan komt meer zeggenschap willen hebben over wie de adoptieouders worden. De Nederlandse autoriteiten zouden bijvoorbeeld een verbeterd overlegmodel kunnen hanteren waarbij in bijzondere gevallen afgeweken kan worden van de Nederlandse wetgeving, indien de autoriteiten van het land waar het adoptiekind vandaan komt adoptieouders aanwijzen die in hun ogen geschikt zijn voor dit specifieke adoptiekind. Wat ontbreekt in de brief is de discussie over de leeftijdsgrens die omhoog zou moeten, nu ook in de praktijk blijkt dat mensen op latere leeftijd kinderen krijgen en het statistisch is bewezen dat mensen ouder worden en langer gezond blijven. Dit jaar krijgen wij meer te horen, belooft de het ministerie van Veiligheid en Justitie. Wordt vervolgd.
1 TK 31 265 nr. 55, verslag van algemeen overleg 16 januari 2013
2 Brief 14 november 2014 van de SvV&J aan de voorzitter van de TK
3 Brief 28 mei 2015 van de SvV&J aan de voorzitter van de TK, kenmerknummer: 611945
4 Interlandelijke adoptie: herijking nodig (bijlage bij 31265, nr. 56) 22 september 2015
Mr. Vera Kidjan is werkzaam bij Everaert Advocaten (www.everaert.nl) in Amsterdam. Heeft u juridische vragen over adoptie, email deze dan naar haar: [email protected] of bel 0207523217.
28 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
COLOFON
Adoptie Magazine OnlineOnafhankelijk, informerend, signalerend en opiniërend. Voor aspirantadoptieouders, adoptieouders, geadopteerden, professionals op het gebied van adoptie en alle anderen die zich betrokken voelen bij afstand en adoptie. Adoptie Magazine Online is uit een uitgave Stichting Adoptievoorzieningen. Het online magazine verschijnt vier keer per jaar.
REDACTIEHoofdredacteur Angela JansAan dit nummer werkten meeErik Draaijer (eindredactie), Willemijn Bergman, Vera Kidjan, Meike Melenhorst, Gera ter Meulen, Ans Rijk, Chris Thie, Anouk van Veluw, Annemarie Vernooij, Astrid Werdmuller, Zindzi Folmer, Marion van Olst en Renée Wolfs.
Foto coverThinkstock
Vormgeving Studio Jorrit van Rijt
RedactieadresPostbus 290 3500 AG UtrechtTelefoon: 030 2330344email: [email protected]
zie ook: www.adoptieoudersonline.nl en of www.adoptie.nl
KopijBijdragen, ingezonden brieven of tips zijn van harte welkom. Neem daarvoor contact op met bovenstaand telefoonnummer of emailadres.Overname van artikelen is alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de redactie en desbetreffende auteur. Verzoeken tot overname dienen gericht te worden aan de hoofdredacteur.