Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die...

11

Click here to load reader

Transcript of Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die...

Page 1: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te

1001 BalspelenDuur : 45 minutenOntwikkelingsgebied : Spelontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkelingMotorische ontwikkeling

Doelgroep : 4-12 jaarLocatie : Grasveld

In de buurtSpeelplaatsSpeeltuin

Voordat je begintKies vooraf de spelen die je wilt doen en leg daar de materialen voor klaar. Je kunt er ook voor kiezen om in deActivitheek een spel apart te programmeren zodat je slechts 1 draaiboek hebt.

UitvoeringBlinde muur: Twee partijen kunnen elkaar niet zien. Over het volleybalnet hangt landbouwplastic of een aantal oude dekens.Je speelt volgens de regels van volleybal. Het verrassende is dat je niet weet waar de bal vandaan komt, datmaakt dit spel zo bijzonder en tevens erg moeilijk. Als het spel te snel gaat, is het beter om een strandbal tegebruiken. Burchtbal: Vooraf moeten er cirkels uitgezet worden. Bij dit spel moet de ene ploeg proberen om al samenspelend de pion of kegel van de andere partij om te gooienvan buiten de cirkel. Zowel de aanvallers als verdedigers mogen niet in de cirkel komen. Gebeurt dit wel, danmag de andere partij een bal aan de achter- of zijkant van het speelveld ingooien. Gebeurt het dat eenverdediger in de cirkel stapt en zo duidelijk een doelpunt voorkomt, dan mag de aanvallende partij een vrijeworp nemen vanaf de middenlijn (penaltyworp). Is er gescoord, dan mag de andere partij de bal vanaf demiddenlijn weer in het spel brengen. Variatie: In plaats van een kist of een kruk met een pion erop staat er nu een speler in de cirkel. Deze spelermoet de bal vangen. Centrumbal: Er wordt met 1 doel gespeeld, dat in het midden van het veld staat. Elke partij heeft een eigen helft om aan tevallen en één om te verdedigen. Bijvoorbeeld: op de linkerhelft moet de rode partij het doel verdedigen en moetwit aanvallen en op de rechterhelft moet de witte partij het doel verdedigen en moet de rode partij aanvallen.Alle spelers mogen alleen maar op hun eigen helft spelen en NIET over de middenlijn komen. Op iedere helft

Page 2: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te

staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te spelen en daar tescoren. Echter voordat een partij mag gaan aanvallen, moet deze eerst het "RECHT van AANVAL" halen. Ditrecht van aanval halen gaat als volgt: elke partij heeft een medespeler in de zone achter het aanvalsvak staan;nu is het zo dat een partij pas mag gaan aanvallen als de bal eerst naar deze medespeler is geweest. Despeler in het achtervak mag dit vak niet verlaten. Ter verduidelijking even een voorbeeld: Een witte aanvaller speelt over naar een medespeler. Een rodeverdediger springt ertussen een wint de bal. Hij speelt de bal naar en rode aanvaller (in het aanvalsvak). Dezerode speler moet de bal nu eerst naar zijn achterzone speler gooien. De achterzone-speler gooit de bal naareen aanvaller. Nu mag deze aanvaller proberen te scoren. Telkens als een partij de bal verovert, moet er eerst"het recht van aanvallen" gehaald worden. Cirkelbal: Vooraf worden twee cirkels uitgezet. Bij dit spel kun je niet alléén een doelpunt maken, je moet altijd met z'ntweeën zijn. Je kunt namelijk alleen scoren door de bal, via een stuit in de cirkel van de tegenpartij, naar eenmedespeler te gooien. Komt de bal na de stuit eerst tegen de grond, of raakt een tegenspeler hem aan, dan teltde score niet. Indien een partij gescoord heeft, dan mag dezelfde partij weer doorspelen, maar de bal moet weleerst teruggespeeld worden op de eigen helft, om recht van aanval te halen. Omdat het doel niet op deachterlijn ligt, is het ook mogelijk om achter het doel langs te spelen. Uiteraard is het niet toegestaan om doorde cirkel te lopen. Dit geldt zowel voor de aanvallers als voor de verdedigers. Variatie: Nu heeft elke partij 2 cirkels om te verdedigen. Of om op aan te vallen. Op deze manier wordt het voorde verdedigers moeilijker om goed te verdedigen en zal een aanvallende partij makkelijker kunnen scoren. Het'recht van aanval' wordt nu verkregen door over de middellijn te spelen. Mocht hierdoor een partij te lang aande bal blijven, dan kun je beslissen dat na een doelpunt de tegenpartij wel de bal krijgt. Spreek dit wel vantevoren af! Wees consequent. Dommelman: Een dobbelsteen bevindt zich op een verhoging midden in een cirkel (doorsnee ongeveer 4m). De groepenhebben allebei zo'n dobbelsteen. Het is de bedoeling om met de bal de dobbelsteen van de tegenpartij te rakenen van de verhoging af te gooien. Valt de dobbelsteen bijvoorbeeld op 4, dan heeft de partij die de dobbelsteeneraf gooide 4 punten. Niemand mag zich in de cirkel bevinden (alleen even om de dobbelsteen weer op deverhoging te leggen na een doelpunt). Bij een uitbal gooit de andere partij vanaf de zijlijn in. De balonderscheppen mag alleen wanneer de tegenstander hierbij niet geraakt wordt. Men mag niet lopen endribbelen met de bal. Opmerkingen: Hetzelfde spel kan ook met een dobbelplaats gespeeld worden. Door bijvoorbeeld op hetspeelveld een aantal banken in het midden van het veld te plaatsen, kan er nu met 4 partijen gespeeld worden.Je krijgt dus 2 velden. Per veld krijgt een groep de bal en moet proberen de dobbelsteen om te gooien. Deandere groep verdedigt de dobbelplaats. Wordt de bal onderschept of mislukt een doelpoging, waardoor deverdedigende partij de bal krijgt, dan moeten zij eerst het recht van aanval halen. Zij moeten de bal alsamenspelend naar de bank brengen en met de bal de bank aanraken. Nu zijn zij de aanvallende partijgeworden. Wanneer je geen dobbelsteen hebt, kun je ook drie stokken rechtop in de cirkel zetten of een kegel

Page 3: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te

of pion met daarop een tennisbal. (Een doelpunt is dan gewoon één punt). Emmerbal: Op elke speelhelft staat een speler op de stoel met een emmer. De overige spelers moeten, door samenspelen,een tennisbal in de eigen emmer werpen (kleine kinderen gewoon met de emmer op de grond laten staan!). Spelregels: Niet lopen met de bal. Niet als veldspeler in het vak komen. De bal mag maar kort (3 seconden) inde handen gehouden worden. Jagerbal: Verdeel de spelers in 2 ploegen en duidt per ploeg een kapitein aan. De ploegen nemen plaats in velden A enB, de kapiteins in A' en B': 1 van beide ploegen heeft de bal. Zij proberen de personen van de andere ploeg aante gooien. De andere ploeg mag de bal afweren met de vuisten. Wie aangegooid is moet bij zijn kapitein gaanstaan. Als je de bal kan pakken, is hij voor jouw team. De kapiteins (en de aangegooide spelers) mogen van deandere kant hun team helpen als de bal in hun gebied terechtkomt. Als een ploeg bijna volledig bij zijn kapiteinstaat en nog slechts uit 1 speler in het veld bestaat, dan komt de kapitein helpen. Hij heeft echter 3 levens. Hetspel eindigt als een ploeg volledig is uitgeroeid, kapitein inbegrepen. Jagers en hazen: De spelers bevinden zich in een grote kring. Dit zijn de hazen. De jager staat er buiten en gooit met een bal dehazen af. Wie af is, wordt ook jager. Variatie: Gebruik meer ballen om af te gooien. De hazen mogen zich verdedigen met handen en armen. Zijn dus alleen af als hun benen of lichaam wordtgeraakt. Lummelen: Zet 4 - 6 kinderen in een kring, 1 kind in het midden, dit is de lummel. De 4 kinderen gooien een bal naar elkaarover. Het kind dat in het midden staat, moet proberen deze bal te pakken te krijgen. Als het kind in het midden de bal onderschept, moet degene die de bal als laatste aangeraakt heeft, zelf in hetmidden gaan staan. Hij wordt dan lummel. Variatie: als je veel kinderen hebt, kun je ook van ca. 12 - 15 kinderen een kring maken, met 2 lummels erin. Stabal: Maak 2 groepen, 1 bal, men mag proberen de tegenpartij af te gooien met de bal, maar je moet staan blijven, jemag alleen met je bovenlichaam de bal ontwijken, vangen mag. Ben je geraakt dan ga je aan de kant staantotdat je eigen partij iemand van de tegenpartij heeft afgegooid dan mag je weer in het spel! Slagwip: Leg een tennisbal aan één kant van de wip. Men slaat met een slaghout op het hoge uiteinde van hetwipplankje, waardoor de tennisbal het veld in vliegt. Zodra de speler geslagen heeft, loopt hij het veld in enprobeert de bal te vangen. Iedere vangbal is 25 punten.

Page 4: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te

Stand in de bal: De kinderen rennen door het speelveld, totdat de jager stand roept. Alle kinderen moeten blijven staan. Dejager probeert één van de kinderen af te gooien met de bal. Is een speler af, dan wordt hij jager. Als de jagermist, dan krijgt hij een strafpunt. 3 strafpunten is af. Vijfkamp: Vanachter een lijn de bal zo ver mogelijk wegwerpen. Voor iedere meter 1 punt. In 20 sec. zo vaak mogelijk zijwaarts over een bal heen springen. Voor iedere 3x heen en weer springen krijg jeeen punt. Vanachter een lijn een bal met de rechterarm wegstoten, vervolgens met links. Beide worpen optellen en 1 puntper meter berekenen. bal-loop. Een rondje van ca. 30 meter afleggen met onder elke arm een bal. De tijd van de langzaamstedeelnemer minus de eigen looptijd is de verschiltijd. Per seconde levert deze geschiltijd 1 punt op. Met 2 handen een bal over het hoofd naar achteren werpen. Per meter verdien je 1 punt. Werpcurling: Op een afstand van 4 à 8 m (afhankelijk van leeftijd) hangt een touw met een groot aantal kartonnen plaatjesmet nummers erop. Hoe hoger het getal, hoe kleiner het plaatje. Wie haalt in 5 worpen het meeste aantalpunten. Je gooit met tennisballen, of andere ballen. 3 tikkers met bal Drie tikkers moeten de andere spelers aftikken met bal. Tikkers mogen niet lopen met bal en tijdens tikken balvasthouden. Tikkers mogen wel overgooien. Af = aan de kant. Variant 1: Getikte wisselt met tikker. Variant 2: Getikte helpt mee met tikken. 10-bal: Verdeel de leden in 2 ploegen. 1 Van de ploegen heeft de bal. Als zij er in slaagt om de bal 10 keer onderelkaar door te gooien zonder dat die de grond raakt, hebben zij een punt. De andere ploeg probeert dit tevoorkomen (door de bal te onderscheppen) en zij proberen de bal zelf onder elkaar 10 keer door te gooien. Bal in de ploeg Twee ploegen. 5x binnen ploeg overspelen geeft een punt. Andere ploeg probeert af te vangen, en mag danproberen 5x over te spelen. Ballenjongen: De spelers staan in een kring rond een speler. Een bal wordt over en weer geworpen. Kan de bal door despeler in het midden onderschept worden, dan mag hij in de kring komen staan en de speler die de bal wierpmoet dan in het midden komen staan. (Met dank aan Geert Geentjes die me dit spel toestuurde)

Page 5: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te

Bankkorfbal: Korfbal, 2 partijen. Doelen zijn spelers die op een bank met emmertje staan. Speler met bal mag niet lopen. Bom doorgeven Bom (bal) doorgeven, als fluit gaat is degene die de bal heeft af. Die mag dan de fluit ongezien bedienen. Wieblijft over? Variant: Spelers in 4 vakken verdeeld. Bom doorgeven (-gooien) naar ander vak (na binnen eigenvak 1x overspelen). Als fluit gaat krijgt vak waar de bal dan is een punt minder. Bomenvoetbal: Ieder heeft een boom. Als deze met voetballen geraakt wordt, punt aftrekken. Variant: Ieder moet eigen stokingraven die dan met de bal omgetrapt moeten worden. Chinese voetbal: De leden staan in een kring, gezicht naar binnen, benen gespreid, zodat je de voeten van de personen naast jeraakt. Met je vuisten klop je de bal verder, binnen de kring. Als de bal door iemands benen gaat, niet doortoedoen van een buur, dan mag die maar met 1 hand verder spelen. De volgende keer dat de bal tussen z'nbenen doorgaat moet hij zich omkeren en mag hij weer met 2 handen spelen. De keer daarop speelt hijomgedraaid met 1 hand en de 4de keer vliegt hij uit de kring. Cricket: Trefbalvariant waarbij een wicket omgegooid moet worden als de slagspeler slaat of rent. 2 honken, aan de eenstaat de werper, aan de ander staat de slagspeler. Punt voor iedere keer heen en weer tussen wickets. Dolle stier: 1 lid staat in het midden, de rest staat op de rand van de cirkel. Het lid in het midden is de dolle stier. Hij moetachter de bal aanrennen tot hij hem kan pakken. Intussen spelen de andere leden de bal steeds door aanelkaar. Als de stier de bal kan pakken, wordt degene die hem laatst aanraakte de stier en de stier mag diensplek innemen. Doorgeefslagbal: Slagbal waarbij de bal na het inwerpen eerst door alle veldspelers moet worden doorgegeven, voordat hetafgebrand mag worden. Ondertussen rent de slagspeler tussen 2 posten. Ieder rondje geeft een punt. Zie ookSlagbal. Doorsteekvoetbal: Men gebruikt 2 of 4 doelen. 2 ploegen spelen tegen elkaar. Het terrein loopt tot 5 m achter de normale lijnen.Om een geldig doelpunt te maken, moet de bal niet enkel tussen de palen gaan, doch moet hij bovendien dooreen medespeler terug opgevangen worden (= een pas geven) Drie appels: 1 speler tegen 1 speler aan weerszijden. Drie ballen op middellijn. Spelers pakken eerst een bal en leggen dieterug. Wie de laatste bal pakt heeft gewonnen.

Page 6: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te

Drijfbal: Twee ploegen tegenover elkaar. Met vele tennisballen te gooien een grote bal vanuit het midden naar deoverkant drijven. Als die de andere kant haalt, is dat een punt. Als een speler de grote bal aanraakt, punttegenpartij. Variëren met wel of niet van achter de achterlijn gooien. Variant: Op willekeurig moment met fluit spel stilzetten. Dan tellen hoeveel tennisballen op iedere helft liggen.Winnaar is die met de minste ballen. Dweilvoetbal: Er worden doelen en ploegen gemaakt zoals gewoon voetbal. In het midden ligt een dweil en elke speler krijgteen borstel. Het is de bedoeling de dweil in het doel van de tegenstander te krijgen en daarbij enkel de borstelte gebruiken (dus geen handen of voeten). Leg het spel stil wanneer de dweil te droog is geworden. maak hemterug nat en start opnieuw. Flipperspel: Spelers in kring, rug naar midden. 1 speler in kring moet bal proberen te ontwijken. Kringspelers 'flipperen' balvoorover buigend tussen de benen door. Bij iedere raker middenspeler een punt, als bal buiten de kring, punteraf. Wie haalt in vaste tijd de minste punten? Fopbal: Spelers in kring, handen op rug. Speler in midden gooit bal wel of maakt alleen schijnbeweging. Spelertegenover mag alleen handen naar voren als de bal gegooid wordt. Gloeiende ballen: Verdeel het lokaal in 2 en gooi aan iedere kant evenveel ballen. Op een teken van de leiding beginnen de ledende ballen naar de andere kant te gooien (alweer: een per een). Wie heeft na verloop van tijd het minste ballen?Variante: het wordt pas echt leuk als er een moedige leider in het midden blijft staan. Hinderbal: In een kring staan toestellen opgesteld. Op de toestellen zitten de spelers. De hinderman staat in het middenvan de kring. Vanaf de toestellen werpen de spelers elkaar de bal toe. De hinderman probeert de bal teonderscheppen (vangen of aanraken). Lukt dit deze middenspeler, dan wordt er gewisseld en wel vanhinderman als ook van plaats in de kring (alle spelers schuiven een plaats op). Een vereenvoudiging van ditspel is het bekende "lummelen, waarbij de spelers in plaats van op toestellen gewoon in een kring staanopgesteld. Door te bepalen dat de bal niet langer dan drie seconden mag worden vastgehouden, komt er vaartin het spel. Door een tweede speler in de kring te plaatsen wordt het spel moeilijker. Iemand, niemand: Soort trefbal met 1 speelveld. Ieder die de bal heeft mag een ander afgooien. Af = aan de kant. Varianten: Metof zonder afweer, bij vangbal is werper af. Variant 1: Speler die af is mag er pas weer in als zijn afgooier ook af gaat.

Page 7: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te

Variant 2: Maximum aantal spelers mag af zijn. Als dat wordt overschreden, mag de eerste weer spelen.Variant 3: Speler die af is mag weer spelen als degeen die hem afgegooid heeft af is. Variant 4: Met 2 handen gooien. Variant 5: Met voet de bal schieten. Variant 6: Als af ter plekke zitten, mag weer verder spelen als deze de bal aanraakt. Inhaalbal: Alle spelers staan in een kring. De kring is echter in twee ploegen verdeeld. Naast een speler van ploeg 1 staaneen speler van ploeg 2. Nu worden er twee ballen in het spel gebracht. Zij worden tegenover elkaar in het spelgebracht. Eén bal per ploeg. Op het startsignaal worden de ballen per ploeg doorgeworpen, persoon perpersoon. Als nu de ene bal de andere heeft ingehaald krijgt de ploeg van wie de bal is, één punt. Let op: Menmag de bal van de tegenpartij niet aanraken! Knieënvoetbal: Je verdeelt de groep in 2 ploegen, iedereen neemt een stoel en zet zich in 2 rijen met de gezichten naar elkaar.Men schuift dichter naar elkaar toe totdat de knieën geschrankt staan. Men laat in het midden van de rijen eenbal vallen, de bedoeling is nu om per ploeg de bal zo snel mogelijk in het doel van de tegenstander te krijgen.Het doel is het uiteinde van de rij. Dit kan een erg pijnlijk spelletje zijn dus speel het niet met TE jonge kinderen,aantal spelers is min 10 anders is er niet veel aan. Koppelvoetbal: Bind de spelers per 2 met de voeten aan elkaar. Speel gewoon voetbal. Variante: je kan, in plaats van 2 spelersvan team A aan elkaar te binden de koppels verdelen: bind een speler van team A aan een speler van team B. Koushockey: Verdeel de groep in twee ploegen. Stop nylonkousen vol met krantenpapier. Twee doelen aan weerszijden vanhet lokaal. De ploegen moeten proberen een ballon of een lichte bal in het doel te krijgen. De bal mag enkelmet de koussticks aangeraakt worden. Krachtbal: Verdeel de spelers in 2 ploegen en stel hen op tegenover elkaar, ongeveer in het midden van het grasveld. Debedoeling van het spel is te proberen de bal over de lijn tegenover je te krijgen. Elk van de ploegen wil dusvooruit met de bal. Een van beide ploegen begint en een van de spelers smijt de bal zo ver hij kan. Daar waarhij valt, mag een speler van de tegenpartij beginnen. Deze gooit op zijn beurt de bal zo ver hij kan, maar dan inde tegenovergestelde richting uiteraard. Zo komen een voor een de spelers aan de beurt. Het team dat hetverst kan gooien zal het eerst zijn lijn bereiken en winnen. Kringbal: De spelers staan in een kring op 2 meter van elkaar. In het midden staat een speler met een bal, hij werpt dezeop een speler uit de kring en loopt weg. De getroffen speler legt de bal in het midden van de kring en

Page 8: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te

probeert de weggelopen speler te tikken voor deze de bal uit de kring schopt. Kringtrefbal: Grote cirkel. 1 speler buiten gooit spelers in cirkel af. Als af, dan buiten cirkel mee afgooien. Tot iedereen af.Variant: Spel afgelopen als 1 bepaalde speler afgegooid is. Anderen verdedigen en kunnen (niet) zelf afgegooidworden. Latvoetbal: Voetbal met tennisbal en lat (ca 5x30 cm, 25 cm van muur af) als doel. 2 spelers. Als lat omvalt, wordtverliezende speler vervangen. Variant 1: Met 2 ploegen van max 3 spelers. Variant 2: Met 4 latten in hoeken en 4 spelers. Variant 3: Met koningslat in midden van speelveld. Levende voetbal: Elk ploegje heeft aan zijn kant een lijn. Eén van de ploegjes heeft de hoed (of muts) en iemand zet deze op. Hijis de voetbal, en kan een doelpunt maken door over de lijn van de tegenstander te lopen. Hij mag de hoed nietvasthouden. De andere ploeg kan in balbezit komen door de hoed van het hoofd van de "bal" te nemen en zelfop te zetten. Matbal: Trefbal. Afgooien mag de speler die op de mat staat in het veld van de tegenpartij. Variant: Degene die af is wordt matspeler. (En gaat daarna uit het spel). Middendoelvoetbal: Voetbal met 1 doel in midden. Ene kant is doel van ene partij, andere kant van de andere partij. Variant: Met 3ploegen, 2 ploegen spelen, als bal over de bank gaat, dan wisselen de ploegen. Muur jagerbal: Soort Jagerbal. Met bal via de muur iemand afgooien. Muur pion werpen: Twee ploegen. Een kant muur (boom) andere kant pion. 1 partij moet vanaf muur door middel van overgooien(niet lopen) naar pion gebracht worden en dan omgegooid. Als onderweg door andere partij afgevangen, daneerst bal naar muur spelen, en dan weer verder. Variant: Met 2 pionnen, ieder bij eigen muur. Als bal afgevangen door andere partij, eerst naar eigen muur(boom) spelen voordat pion aangevallen mag worden. Paaltjespakbal: Paaltjesvoetbalvariant: Iedere speler heeft een paal te verdedigen. Een speler pakt de paal die hij omtrapt enzet het naast zijn eigen paaltje. Ondertussen moeten de andere spelers heen en weer door zaal rennen, dan

Page 9: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te

gaat het spel verder. Spelers zonder paal spelen door om een andere paal te veroveren. Paaltjesvoetbal: Iedereen krijgt een plastic bekertje of een bierflesje. Deze moeten ze beschermen. Het is de bedoeling om metde bal een "paaltje" van een ander om te schoppen. Het omschoppen mag alleen met de bal gebeuren en het"paaltje" mag niet vastgezet worden door het bijvoorbeeld in een kuil te plaatsen. Is je paaltje omgevallen danheb je een strafpunt (of wordt voor een paar minuten het veld uitgestuurd). Je mag ook niet langer dan eenhalve minuut bij je paaltje blijven, tenzij je wordt aangevallen natuurlijk. Potje schup: Er zijn 2 tikkers, die iedereen komen zoeken. Als je getikt bent, moet je op een centrale plaats komen staan.Iedereen die daar staat is bevrijd als iemand de bal (die daar ook ergens ligt) wordt weggeschopt. De tikkersmoeten 3 meter van de bal blijven. Schildbal: 1 Speler heeft het schild. De ander proberen hem aan te gooien met de bal. De spelers mogen niet lopen metde bal. De speler met het schild, mag natuurlijk wel lopen, en mag afweren met het schild. Siamees voetbal: Voetbal, spelers in paren met 1 voet aan elkaar gebonden. Variant: met middenbeen schieten. Spiegelbeeld: Middellijn en 2 achterlijnen. Bal in midden. 2 spelers tegen elkaar. De een moet bal pakken en ongetikt achterzijn lijn komen. Ander moet als spiegelbeeld de een nadoen. Lijkt op Hond en Been. Stoelvoetbal: Test de creativiteit van je leden: geef ze een stoel en zeg dat we voetbal gaan spelen. Ze mogen de bal enkelvoortbewegen met de stoel. Opmerking: de handigste kant is de leuning !!! Stoepen: Twee spelers aan elke kant van de straat. De een gooit bal naar stoeprand overkant, raak is punt, mis is ander. Stokbal: Speel gewoon voetbal, maar je mag de bal enkel voortbewegen met de stok. Als de bal in de lucht is (= bovende gordel) moet je de stok met beide handen, aan beide uiteinden, vasthouden, om verwondingen vanmedespelers te vermijden. Tienen: Meerdere spelers, 1 doel. Bij ieder doelpunt doelman 1 punt minder van de 10. Bal mag ingeschopt als

Page 10: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te

overgespeeld zonder te stuiteren. Bij mis schieten of vangbal door doelman, moet die speler op doel. Toren met 2 cirkels: Twee concentrische cirkels, Twee partijen. Paal in midden. Buitenpartij probeert met bal paal om te gooien.Binnenpartij (tussen de 2 cirkels) verdedigt. Lijkt op Toren Omgooien. Vier doelen handbal: Vier lage doelen in vierkant, Daartussen niet al te groot speelveld. 4 spelers ieder voor 1 doel. Bal met handrollen naar een ander doel. Bij doelpunt doelverdediger wisselen. Viervakkenspel: Levend tafeltennis. Speelveld 4 kwadranten. 1 speler in ieder vak. Lichte bal overspelen met de hand mettafeltennisregels. Speler begint in vak 1, en draait door -als hij niet uit is- tot vak 4 en mag dan serveren. Als balin zijn vak op de grond komt, mag hij hem met een tik met de hand doorspelen naar een ander vak. Daar moetde bal op de grond komen voordat een andere speler hem verder speelt. Viervoetbal: In plaats van 2 speelt men hier met 4 ploegen en vier doelen. Langs elke zijde van het terrein staat een doel.Men kan ook met meerdere ballen spelen. Vliegen vangen: Zet de leden in een (halve) cirkel rond je. Jij hebt de bal. Iedereen houdt de handen samen. Gooi de bal naariemand. Deze mag even zijn handen van elkaar doen om de bal te vangen. Als je een schijnmanoeuvre doet,mag niemand zijn handen uit elkaar doen, of hij is al zijn vliegen kwijt. Als je de bal vangt heb je dus een vliegmeer. Doe je je handen uit elkaar, zonder de bal te vangen (of hij valt) ben je al je vliegen kwijt. Wie vangt demeeste vliegen? Vos en eend: De spelers zitten in een kring op de grond. De 2 grote ballen worden in een bepaalde richting doorgegeven. Ditzijn de vossen. De 3e, kleinere bal, is de eend. Aangezien eenden kunnen vliegen, mag de kleinere bal naareender welke speler doorgegooid worden. De vossen moeten proberen de eend te pakken te krijgen, door bijde speler te geraken die de bal heeft.

Page 11: Activitheek A4 speluitleg export, versie 2013 · staan dus wel spelers van beide partijen! Die partij die in balbezit is moet proberen, al samenspelend, in het eigen aanvalsvak te