Actieplan opvang en integratie statushouders 2016

44
1 Actieplan gemeente Houten Opvang en Integratie Statushouders Gemeente Houten in samenwerking met maatschappelijke organisaties en inwoners van Houten december 2015

Transcript of Actieplan opvang en integratie statushouders 2016

  • 1

    Actieplan gemeente Houten

    Opvang en Integratie Statushouders

    Gemeente Houten in samenwerking met maatschappelijke organisaties en inwoners van Houten

    december 2015

  • 2

    INHOUDSOPGAVE

    1. Inleiding pag. 3

    2. Vluchtelingenopvang tot 2016 pag. 4

    I Opvang in Nederland

    II Procedure na aankomst

    III Opvang in Houten

    3. Houtense opgave voor 2016 pag. 8

    I Doelstelling

    II Actieplan

    III werkelijkheid in beweging

    IV Totstandkoming actieplan

    V Inwonersberaad

    4. De Houtense Aanpak pag. 12

    I Huisvesting II Maatschappelijke begeleiding III Onderwijs IV Werk, inkomen en participatie

    5. Communicatie pag. 30

    6. Financin pag. 32

    Bijlagen 1. Asielprocedure

    2. Drie vormen van opvang asielzoekers

    3. Huisvesting vluchtelingen met verblijfsvergunning

    4. Resultaten inwonersberaad 28 november 2015

  • 3

    1. Inleiding

    Europa heeft momenteel te maken met een vluchtelingenstroom van

    grote omvang. De schrijnende beelden in de media spreken voor zich

    en het einde van deze humanitaire crisis is nog niet in zicht. Ook in

    Nederland melden zich dagelijks honderden asielzoekers. Het ziet er

    voorlopig niet naar uit dat deze toestroom zal stoppen.

    Als gemeente vangen we al jaren, vanuit onze wettelijke taak,

    vluchtelingen met een verblijfsstatus op: de zogeheten

    vergunninghouders of statushouders1. Naar verwachting zal hun aantal

    op korte termijn sterk toenemen. Op deze situatie willen we ons tijdig

    voorbereiden. Hoe we dat doen, is te lezen in dit actieplan Opvang en

    integratie statushouders.

    Het actieplan is tot stand gekomen in samenwerking met

    vertegenwoordigers van relevante maatschappelijke organisaties in

    Houten en op basis van de input uit het inwonersberaad van 28

    november 2015.

    In het actieplan beschrijven we de opgave die we als gemeente Houten

    voor ons zien, de stappen die we willen zetten om die opgave te

    realiseren en de middelen die daarvoor nodig zijn. Mocht blijken dat

    ook andere vormen van opvang in onze gemeente nodig zijn, dan zal

    hiervoor een apart traject inwerking worden gezet.

    1 In dit actieplan zal de term statushouder gebruikt worden.

    Diverse vraagstukken die in dit actieplan behandeld worden, zijn ook

    relevant voor andere groepen inwoners binnen de gemeente. Hoewel

    het college van B&W - vanwege de urgentie en complexiteit van het

    vraagstuk - heeft besloten tot de ontwikkeling van een plan speciaal

    gericht op statushouders, zijn de acties op korte en/of langere termijn

    ook ten bate van andere relevante inwoner van Houten.

    Op landelijk niveau worden eveneens initiatieven ontwikkeld om de

    asielproblematiek aan te pakken. Eind december ondertekenen Rijk en

    VNG naar verwachting het bestuursakkoord Verhoogde

    Asielinstroom. Het akkoord bevat een aantal nuttige afspraken voor

    gemeenten om de instroom in goede banen te leiden en zal na

    vaststelling concreet uitgewerkt worden. Het is daarom nog te vroeg

    om goed te kunnen inschatten wat het voor ons als gemeente kan

    betekenen.

    In dit actieplan gaan we uit van wat we nu weten, houden we rekening

    met wat er naar alle waarschijnlijk gaat komen en creren we ruimte

    om in te spelen op wat gedurende het jaar nodig zal zijn. Het actieplan

    dient als basis voor besluitvorming in de gemeenteraad in januari

    2016.

  • 4

    2. Vluchtelingenopvang tot 2016

    Al eeuwen lang zijn er plaatsen op de wereld waar inwoners zich om

    uiteenlopende redenen niet veilig voelen en vluchten. En al even lang

    zijn er andere landen die deze mensen opvangen en voor kortere of

    langere tijd onderdak bieden. Vluchtelingen zijn er dus altijd geweest,

    maar door de recente (burger)oorlogen in het Midden-Oosten en

    Afrika is de afgelopen tijd een ongekende stroom op gang gekomen.

    Vluchtelingewerk Nederland rapporteert op 2 september 2015:

    60 miljoen mensen op de vlucht Nooit eerder waren er zo veel mensen op de vlucht voor oorlog en geweld: eind 2014 bijna 60 miljoen mensen, 8,3 miljoen meer dan vorig jaar. 4 miljoen Syrirs zijn hun land ontvlucht Ruim 4 miljoen Syrirs zijn hun land ontvlucht, nog eens 7,6 miljoen zijn ontheemd in eigen land. 90% van de Syrische vluchtelingen wordt opgevangen in Turkije, Libanon of Jordani. Dramas op de Middellandse Zee Vanuit Noord-Afrika wagen veel vluchtelingen uit Syri, Eritrea en Afghanistan de levensgevaarlijke oversteek naar Europa. 137.000 mensen in de eerste helft van dit jaar. Bijna 2.000 mensen overleven de overtocht niet. Veel Eritreers in korte tijd In 2014 is er in april en mei een kortstondige piek van Eritrese vluchtelingen die asielaanvragen in Nederland. Ook in mei en juni van dit jaar zijn er opvallend veel Eritrese asielzoekers: 1.076 en 1.248 personen.

    Vluchtelingenwerk Nederland: Vluchtelingen in getallen 2015

    Opvang in Nederland

    Ook Nederland vangt van oudsher asielzoekers op. Onderstaande tabel

    laat een overzicht zien van de instroom vanaf 1990.

    Bovenstaande tabel is gebaseerd op cijfers t/m juni 2015. In de

    periode tot 1 oktober was het aantal opgelopen tot 39.500 en stijgt

    sindsdien nog steeds. In november kwamen gemiddeld 1700 per week

    naar Nederland, wat opmerkelijk is omdat in deze periode het aantal

    asielzoekers doorgaans daalt.

  • 5

    Procedure na aankomst

    Asielzoekers die Nederland binnenkomen, moeten een procedure

    doorlopen voordat ze als vergunninghouder of statushouder erkend

    worden. Zie bijlage 1. Het inwilligingspercentage op eerste

    asielaanvragen ligt in de periode januari t/m september 2015 rond de

    70%.

    Er zijn drie soorten opvang voor asielzoekers. De bekendste zijn de

    gewone asielzoekerscentra (AZCs) die vaak al jaren bestaan.

    Daarnaast bestaat er noodopvang en crisisnoodopvang waar

    asielzoekers kort verblijven. In bijlage 2 zijn de diverse vormen van

    asielopvang nader omschreven.

    Is een asielzoeker eenmaal als statushouder erkend dan krijgt hij een

    tijdelijke verblijfsvergunning die 5 jaar geldig is. Op dat moment krijgt

    hij verschillende rechten en plichten. Zo heeft hij recht op huisvesting

    binnen een gemeente en moet hij een inburgeringsexamen

    afleggen. Na 5 jaar bekijkt de IND of de statushouder nog steeds

    bescherming nodig heeft. Als dat het geval is dan krijgt hij een

    verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.

    Gemeenten ontvangen twee keer per jaar een brief van het Rijk waarin

    zij genformeerd worden over het aantal statushouders dat zij voor

    het komende half jaar moeten huisvesten. Dit wordt ook de

    Taakstelling Huisvesting Vergunninghouders genoemd. De

    taakstelling vindt plaats naar rato van het aantal inwoners van de

    betreffende gemeente.

    Schematisch ziet het proces er als volgt uit:

    Bron: Ministerie van Veiligheid en Justitie

  • 6

    Opvang in Houten

    Net als iedere gemeente heeft ook Houten de wettelijke verplichting

    om statushouders te huisvesten en zorg te dragen voor integratie en

    participatie. In onderstaande grafieken is te zien wat de taakstelling

    van de gemeente Houten was voor de jaren 2013 t/m 2015, de

    herkomst van de desbetreffende statushouders en de leeftijdsopbouw

    voor het jaar 2015.

    Nationaliteiten statushouders in Houten

    Zoals uit bovenstaande grafieken blijkt, heeft Houten in 2015 88

    statushouders toegewezen gekregen, 4x meer dan in 2013. Meer dan

    helft daarvan waren kinderen tot 23 jaar. Dit houdt verband met het

    feit dat in Houten veel gezinnen geplaatst zijn.

    Vanwege de grote stroom van asielzoekers die wekelijks ons land

    bereikt, bestaat er tevens een groot tekort aan opvangcapaciteit voor

    vluchtelingen die nog geen verblijfsstatus hebben. Om te voorkomen

    dat deze asielzoekers op straat belanden, heeft het Rijk een dringende

    oproepen gedaan aan gemeenten om noodopvang en crisisopvang

    beschikbaar te stellen. In oktober heeft de gemeente Houten in

    sporthal de Wetering twee weken crisisopvang geboden aan 170

    asielzoekers.

  • 7

    In onderstaand overzicht is te zien welke opvangvoorzieningen er op dit moment binnen onze provincie voor handen is.

    Schema opvangvoorzieningen provincie Utrecht , VRU 12 november 2015

  • 8

    3. Houtense opgave 2016

    In november 2015 heeft het Rijk de taakstelling voor de eerste helft

    van 2016 bekend gemaakt. Voor Houten bedraagt het 58

    statushouders. Naar verwachting zal dit aantal in de tweede helft van

    het jaar flink toenemen. Veel asielzoekers die in ons land verblijven,

    zijn immers nog in afwachting van een procedure. We anticiperen

    daarom op een taakstelling van 200 statushouders voor het gehele

    jaar. Dat is een aanzienlijke toename t.o.v. voorgaande jaren.

    Daarnaast zal in 2016 uitbreiding van noodopvangcapaciteit voor

    asielzoekers noodzakelijk blijven. VNG, IPO en het Rijk hebben in het

    bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom opgenomen dat er per 1

    februari 2016 plannen klaar moeten liggen voor 2500 extra

    opvangplekken per provincie waar asielzoekers langer dan een jaar

    kunnen blijven. De grootte van deze plekken staat daarbij open. Op dit

    moment is nog onduidelijk wat de gevolgen hiervan zijn voor onze

    gemeente. Mocht dit duidelijker worden en er concrete locaties in

    beeld komen, dan zal dit ter besluitvorming voorgelegd worden aan de

    gemeenteraad en besproken worden met omwonenden. In dat geval

    staan wij een doorgaande lijn voor, waarbij de asielzoekers in de

    noodopvang ook bij ons gehuisvest blijven als zij de verblijfstatus

    verkrijgen.

    Doelstelling

    Binnen de gemeente zijn er veel mensen en organisaties die zich willen

    inzetten voor een goede opvang van statushouders. Maar er is ook

    bezorgdheid. Hoe kunnen we een grote groep vluchtelingen opvangen

    en goed laten integreren in onze samenleving zonder dat dit ten koste

    gaat van de eigen inwoners? Ook zijn er vragen over de veiligheid en

    de toch al schaarse ruimte op de (sociale) woningmarkt en de

    arbeidsmarkt. We staan dus voor de uitdaging de benodigde opvang

    en integratie te regelen en tegelijkertijd zorgen weg te nemen. Het

    college van B&W heeft daarom de volgende doelstelling geformuleerd:

    De gemeente Houten draagt zorg voor een tijdige en adequate

    opvang en integratie van de verhoogde stroom statushouders in

    2016, rekening houdend met de zorgen van inwoners en passend

    bij de lokale mogelijkheden.

    Actieplan

    De realisatie van de doelstelling vereist inzet, afstemming en

    samenwerking op vele gebieden en tussen een groot aantal partijen.

    Om inzichtelijk te maken hoe dit bereikt kan worden en wat hiervoor

    nodig is, heeft het college opdracht gegeven tot het opstellen van een

    actieplan Opvang en integratie statushouders. Daarbij zijn de

    volgende uitgangspunten geformuleerd:

    1. Integrale aanpak. Opvang van statushouders betekent niet alleen

    het regelen van huisvesting maar vraagt ook om adequate

    maatschappelijk opvang, goede onderwijsvoorzieningen, de

    aanwezigheid van zorg op momenten dat het nodig is en het

  • 9

    creren van mogelijkheden om de kennis en ervaring te benutten

    die statushouders bezitten. Succesvolle opvang en integratie

    vereist dus een effectieve samenwerking tussen diverse

    aandachtsgebieden.

    2. Samen met de maatschappelijke partners. Bij de opvang en

    integratie van statushouders zijn veel partijen betrokken. Iedere

    organisatie vervult daarbij een eigen rol maar is tegelijkertijd

    afhankelijk van de acties van andere samenwerkingspartners.

    De gemeente Houten wil deze samenwerkingsverbanden

    ondersteunen en waar nodig uitbreiden.

    3. Voldoende draagvlak. Ervaringen tijdens de crisisopvang en ook

    elders in het land hebben laten zien dat onder burgers zowel

    betrokkenheid als bezorgdheid leeft. Om tot een breed gedragen

    plan te komen is het van belang de zorgen van burgers te kennen

    en ze met hun ervaringen en ideen te betrekken. Het organiseren

    van een inwonersberaad was een eerste stap om hierin te

    voorzien.

    4. Gelijk speelveld. De schaarste op bijvoorbeeld de huizen- en

    arbeidsmarkt maakt dat ook andere inwoners van de gemeente

    behoefte hebben aan betaalbare woningen en geschikt werk.

    Daarom willen we de druk die er op het moment bestaat op de

    opvang en integratie van vluchtelingen benutten als hefboom om

    ook deze knelpunten aan te pakken. We gaan dus op zoek naar

    oplossingen die ook ten goede kunnen komen aan de andere

    inwoners van de gemeente Houten.

    5. Kansrijk en innovatief. De opvang van een grotere groep

    vluchtelingen vraagt op onderdelen om een nieuwe kijk en maakt

    een andere aanpak noodzakelijk. Naast zorgen ontstaan er ook

    kansen, op korte en op langere termijn. Het is van belang deze

    kansen te herkennen en te benutten.

    Werkelijkheid in beweging

    Zoals vermeld anticiperen we op een taakstelling in 2016 van 200

    statushouders. Afhankelijk van de versnelling die de IND heeft ingezet

    in het afhandelen van de procedureaanvragen en van de instroom van

    nieuwe asielzoekers de komende maanden, kan dit aantal veranderen.

    Daarnaast wordt ook op landelijk niveau actie ondernomen om de

    vluchtelingenproblematiek aan te pakken. Ten tijde van het schrijven

    van dit actieplan hebben Rijk en VNG het bestuursakkoord Verhoogde

    Asielinstroom opgesteld. Het akkoord bevat een aantal nuttige

    afspraken voor gemeenten om de instroom in goede banen te leiden.

    Het akkoord zal naar verwachting voor het kerstreces 2015 vastgesteld

    worden, waarna op diverse punten verdere uitwerking zal

    plaatsvinden.

    Ontwikkelingen gaan snel. In dit actieplan gaan we uit van wat we nu

    weten, houden we rekening met wat er naar alle waarschijnlijk gaat

    komen en creren we ruimte om in te spelen op wat gedurende het

    jaar nodig zal zijn.

    Totstandkoming actieplan

    Het actieplan is ontwikkeld door een interne werkgroep in

    samenwerking met vertegenwoordigers van relevante

    maatschappelijke organisaties in Houten, zoals woningcorporatie

  • 10

    Viveste, Welzijnsorganisatie vanHouten&co, de koepel van

    onderwijsinstellingen, Werk en Inkomen Lekstroom, stichting Present

    en het Wereldhuis. Uiteraard zijn veel meer organisaties actief op het

    terrein van opvang en integratie statushouders. Ook zij zullen bij de

    verdere uitwerking betrokken worden.

    Tot slot is ook de input uit het inwonersberaad op 28 november in het

    gebouw van Houtens belangrijke input geweest.

    Houtens, school voor VMBO en MAVO+

    Inwonersberaad

    Ter voorbereiding op het actieplan vond een inwonersberaad plaats

    met een driedelig doel:

    1. Informeren: presenteren van facts en figures over de

    vluchtelingenstroom en -opvang.

    2. Peilen: onderzoeken hoe inwoners van Houten denken over de

    mogelijkheden en onmogelijkheden / kansen en risicos m.b.t.

    de opvang van vluchtelingen.

    3. Betrekken: met elkaar in gesprek gaan over een aantal

    concrete vraagstukken m.b.t. de opvang van de specifieke

    doelgroep statushouders

    Vanwege het interactieve karakter van de bijeenkomst waren voor het

    inwonersberaad 200 plaatsen beschikbaar. Vooraf hadden 1500

    inwoners op aselecte basis een brief ontvangen met de uitnodiging om

    deel te nemen aan het beraad. Daarnaast konden inwoners zich op

    eigen initiatief aanmelden. Dit is kenbaar gemaakt via diverse

    publicaties in de lokale media en de website van de gemeente.

    Het aantal aanmeldingen voor het inwonersberaad bedroeg 205; 133

    inwoners zijn daadwerkelijk op de 28 november aanwezig geweest.

    Het aantal mannen (64) en vrouwen (69) was ongeveer gelijk. Hun

    houding ten aanzien de opvang van vluchtelingen in Houten was bij

    aanvang van het beraad als volgt:

  • 11

    Opzet inwonersberaad Houten

    Het inwonersberaad startte met de vraag: Welke zorgen leven er

    volgens u bij de inwoners over de opvang en integratie van

    statushouders in Houten?.

    Inwonersberaad Houten

    Een samenvatting van de antwoorden:

    Huisvesting: voorkom verdringing en zorg voor vermenging

    Opvang en begeleiding: voldoende vrijwilligers beschikbaar?

    Participatie en integratie in Houtense samenleving: hoe

    overbruggen we de verschillen?

    Taal en onderwijs: kunnen onderwijsinstellingen het wel aan?

    Veiligheid: wordt het onveiliger op straat?

    Kosten: wie moet dat betalen?

    Werkgelegenheid: geen verdringing op de arbeidsmarkt!2

    Naar aanleiding van deze zorgen zijn in kleine groepen, aan de hand

    van de vraag Wat kunnen/moeten we extra of anders doen, veel

    ideen en oplossingen aangedragen om de opvang en integratie van

    statushouders te verbeteren. Deze resultaten van het inwonersberaad

    zijn meegenomen in de ontwikkeling van het actieplan.

    2 Voor meer informatie over de resultaten van het inwonersberaad zie bijlage 4 of de

    website van gemeente Houten

  • 12

    4. De Houtense aanpak Dankzij de inzet en samenwerking van een groot aantal organisaties

    vangt Houten al jaren statushouders op. Door de komst van grote

    groepen asielzoekers in 2015 zal het aantal statushouders in 2016 fors

    toenemen. Daarop willen we ons tijdig voorbereiden. We realiseren

    ons dat de huidige aanpak niet vanzelfsprekend volstaat om de forse

    toename te kunnen opvangen, te begeleiden en te laten integreren.

    Op onderdelen is herbezinning en vernieuwing noodzakelijk. In dit

    hoofdstuk beschrijven we de aanpak die we voor ogen hebben om te

    zorgen dat statushouders ook in 2016 kunnen rekenen op geschikte

    huisvesting, begeleiding, onderwijs, participatiemogelijkheden en zorg.

    Per onderdeel beschrijven we hoe de aanpak in 2015 was, wat de

    opgave voor 2016 is, welke acties daarvoor nodig zijn, welke middelen

    er beschikbaar zijn en tot slot de risicos die we op dit moment zien.

    Vanwege de urgentie en de complexiteit van de opgave, hebben we

    ervoor gekozen om een actieplan te ontwikkelen voor de specifieke

    groep statushouders. Tijdens het inwonersberaad werd het advies

    meegegeven:

    Zorg zo snel mogelijk voor verbreding van de aanpak, want

    veel problemen gelden ook voor andere inwoners in

    Houten.

    Quote uit inwonersberaad

    Deze oproep nemen we ons zeer ter harte. Waar dat mogelijk en nodig

    is, kiezen we voor een aanpak die op korte of langere termijn ten bate

    komt van alle inwoners.

    Fasering

    Zoals we in hoofdstuk 2 hebben aangegeven, anticiperen we op de

    komst van 200 statushouders in 2016. De taakstelling voor de eerste

    helft van het jaar bedraagt 58. Omdat de IND inzet op een snelle

    behandeling van de vele asielaanvragen, verwachten we voor de

    tweede helft van 2016 een verhoogde taakstelling van 140 tot 150

    statushouders. Deze bijna verdrievoudiging maakt een fasering in de

    aanpak noodzakelijk. Omdat er nog veel onduidelijkheden bestaan, is

    het op dit moment nog niet mogelijk om voor de tweede helft van

    2016 alle acties te definiren. Wat we wel kunnen, is de opgave in

    beeld brengen en tijdig lijnen uitzetten om tot oplossingen te komen.

    Integrale aanpak en samenwerking: sleutel tot succes

    Hoewel we - omwille van de duidelijkheid - gekozen hebben voor de

    behandeling van de afzonderlijke onderdelen, is het uiteindelijke

    succes uiteraard afhankelijk van het samenspel tussen de diverse

    onderdelen. De banlieues ten noorden van Parijs laten zien wat de

    gevolgen kunnen zijn van huisvesting zonder begeleiding en

    participatie. Investeer in taalonderwijs, ontmoeting en zinvolle

    tijdsbesteding waren belangrijke adviezen tijdens het inwonersberaad

    in november. Scholen zijn belangrijke plekken waar statushouders met

    kinderen met andere ouders in gesprek kunnen komen en zo de taal

    en gewoonten kunnen leren.

    Houtense scholen in het primair onderwijs willen bij het

    taalonderwijs aan kinderen van statushouders ook de

  • 13

    ouders direct betrekken. Dit willen ze onder meer doen

    door ouders een dagdeel mee te laten draaien bij het

    taalonderwijs. Hierdoor weten ouders wat hun kinderen

    leren en helpt het hen bij hun eigen leerproces.

    Ook de deelname aan sportclubs, of het verrichten van (on)betaald

    werk werden tijdens het inwonersberaad als belangrijk genoemd.

    Biedt als sportvereniging gratis lidmaatschap aan in ruil

    voor werkzaamheden binnen de vereniging of zet

    statushouders in bij wegbezuinigde taken zoals

    Groenonderhoud.

    Quote uit inwonersberaad

    Tegelijkertijd werd ook gewaarschuwd voor teveel pamperen. Neem

    niet alles uit handen maar leer statushouders zichzelf en elkaar te

    helpen, was een veelgehoord advies.

    Vraag vertegenwoordigers van statushouders waar zij

    behoefte aan hebben.

    Organiseer een bewonersbijeenkomst met

    vluchtelingen of gemengd en haal hun denkkracht naar

    boven.

    Quote uit inwonersberaad

    Rol gemeente

    Bij de opvang en integratie zijn veel organisaties en vrijwilligers

    betrokken. Hun inzet en deskundigheid is een belangrijke sleutel tot

    succes. Van belang is dat zij tijdig beschikken over relevante

    informatie, elkaar weten te vinden als dat nodig is, gebruik kunnen

    maken van elkaars expertise, en ruimte krijgen om initiatieven van de

    grond te krijgen. In veel gevallen zijn zij zelf verantwoordelijk om dit te

    organiseren. Maar soms is ondersteuning van de gemeente

    noodzakelijk. Die ondersteuning kan verschillende vormen aannemen.

    Als gemeente fungeren we soms als opdrachtgever en stellen we een

    budget beschikbaar. Dit gebeurt op basis van besluiten door de

    gemeenteraad. In ander gevallen ondersteunen we door platforms te

    bieden waar partijen elkaar kunnen ontmoeten, door informatie

    beschikbaar te stellen en waar nodig ontwikkelingen te initiren en

    soms ook te regisseren.

    Huisvesting

    Huidige situatie

    De huisvesting van statushouders is belegd bij de

    woningbouwvereniging Viveste. In de periode tot half november 2015

    hebben zij 35 woningen beschikbaar gesteld voor de plaatsing van 88

    statushouders. Dit is 8% van de sociale huurwoningen die dat jaar zijn

    vrijgekomen. Daarmee heeft Houten nog voor het einde van het jaar

    voldaan aan de taakstelling van 2015. Gemiddeld zijn drie woningen

    per maand toegewezen aan statushouders.

  • 14

    Plaatsing van statushouders gebeurt in nauw overleg tussen

    gemeente, Viveste en COA. Viveste meldt welk type woning

    beschikbaar is en afhankelijk daarvan plaats het COA een gezin of

    alleenstaande. VanHouten&co wordt al vanaf de start betrokken om

    tijdig de maatschappelijke begeleiding te kunnen regelen.

    Nieuwe Opgave

    Uitgaande van de ervaringen van de afgelopen jaren, verwachten we

    in 2016 70 80 woningen nodig te hebben om aan onze taakstelling

    van 200 statushouders te voldoen. Voor de 58 statushouder in de

    eerste helft van het jaar zal het gaan om 20 25 woningen; voor de

    overige 140 statushouders rekenen we op 40 60 woningen. Het

    exacte aantal is uiteraard afhankelijk van het percentage gezinnen of

    alleenstaanden dat geplaatst zal worden

    Inwonersberaad Houten

    In het inwonersberaad op 28 november is de zorg uitgesproken voor

    verdringing op de woningmarkt en is aangedrongen op het benutten

    van alternatieve huisvestingvormen door bijvoorbeeld leegstaande

    kantoren te transformeren. Tevens is aangegeven dat een grote

    concentratie van statushouders niet wenselijk is. Deze reacties

    beschouwen we als belangrijke richtlijnen bij het zoeken naar

    oplossingen. We koersen daarom op verruiming van de

    woningvoorraad, die op kortere of langere termijn ook beschikbaar

    komt voor andere woningzoekenden in Houten.

    Resultaten Bestuursakkoord verhoogde Asielinstroom (december 2015)

    Voor de korte termijn is het van belang dat de doorstroming van

    statushouders vanuit de asielzoekerscentra (AZCs) naar huisvesting in

    de gemeenten op gang komt. Veel statushouders houden plekken

    bezet waar het COA nieuwe asielzoekers zou willen plaatsen, die nu

    eerst in (nood)opvanglocaties moeten worden ondergebracht. Omdat

    er in bepaalde regios, waaronder Houten, sprake is van krapte op

    woningmarkt, hebben Rijk en gemeenten in het bestuursakkoord van

    december een aantal verruimde maatregelen afgesproken:

    Voor statushouders kan er, als de lokale omstandigheden erom

    vragen, sobere , kleinschalige huisvesting bovenop de huidige

    woningvoorraad gebouwd worden: voor het realiseren daarvan is een

    subsidie voor de verhuurder beschikbaar.

    Statushouders kunnen in onzelfstandige woonruimtes worden

    ondergebracht, waarbij zij (tenminste 4 met elkaar) voorzieningen

    delen. Daarbij geldt de kostendelersnorm voor de bijstand en is er

    geen recht op huurtoeslag.

  • 15

    Verhuurders krijgen subsidie om panden geschikt te maken voor

    bewoning. Corporaties mogen onder voorwaarden diensten leveren in

    gebouwen die door anderen ter beschikking zijn gesteld.

    Gemeenten kunnen per 1 januari het Gemeentelijk

    VersnellingsArrangement (GVA) inzetten om statushouders in tijdelijke

    woonvoorzieningen te bekostigen: de statushouders hebben dan geen

    woonlasten en krijgen zak- en leefgeld. De maximale termijn wordt 24

    maanden vanaf datum vergunningverlening. Dit GCA komt in de plaats

    van de huidige GZZA regeling.

    Commissarissen van de Koning zijn als Rijksheer gevraagd een rol te

    spelen in de inrichting van regionale regietafels waar de nationale

    afspraken worden uitgevoerd. Daarmee wordt gestimuleerd dat er

    regionaal wordt samengewerkt en gemeenten hun taakstelling

    onderling kunnen verevenen.3

    Huisvestingsopties

    Huisvesting van statushouders heeft tot dusver plaats gevonden

    binnen het huidige aanbod van sociale huurwoningen. Om aan de

    verwachten taakstelling van 2016 te kunnen voldoen en recht te doen

    aan de zorgen voor verdringing, moet er extra huisvesting gecreerd

    worden. Het uitgangspunt is daarbij dat deze woningen zo mogelijk

    ook beschikbaar moeten komen voor de mensen die op de

    wachtlijsten staan. In de Woonvisie die in februari/maart aan de raad

    gepresenteerd wordt, zal dit nader uitgewerkt worden.

    3 Op provinciaal niveau is de Taskforce Opvang Vluchtelingen (TOV) opgericht en op

    U10 niveau de Kerngroep Asiel en integratie U10. De gemeente Houten neemt actief deel aan beide tafels.

    Permanente woningen

    Voor het toevoegen van woningen aan de totale permanente

    woningvoorraad, zijn leegstaande kantoorgebouwen aan te wijzen die

    voor duurzame transformatie in aanmerking komen. Tijdens het

    inwonersberaad is deze optie veelvuldig genoemd. Houten kent een

    groot aantal leegstaande kantoren. Door middel van de reguliere

    procedure kunnen deze worden getransformeerd naar sociale

    huurwoningen. De leefbaarheid en aanwezigheid van voorzieningen in

    de nabije omgeving, spelen hierbij een belangrijke rol. De doorlooptijd

    van het realiseren van deze woningen wordt ingeschat op ongeveer 1 -

    1,5 jaar. Naast de benodigde bouwtijd zullen in het voortraject

    eigenaren bereid moeten worden gevonden om medewerking te

    verlenen.

    Tijdelijke woningen

    Voor de onmiddellijke opvang kan vanaf 1 januari 2016 gebruik

    worden gemaakt van het Gemeentelijke Versnellingsarrangement

    (GVA). Voorloper van dit arrangement is het Gemeentelijke

    Zelfzorgarrangement (GZZA) dat per 1 januari 2016 beindigd is. De

    gemeente heeft de Houtense fruittelers per brief genformeerd over

    het bestaan van de GZZA regeling en hun interesse gepeild voor

    tijdelijke huisvesting van statushouders. Deze blijkt vooralsnog gering

    te zijn. Mogelijk dat zich nog andere particuliere initiatieven dienen.

    Een andere mogelijkheid om extra woningen op korte termijn te

    realiseren, is het plaatsen van tijdelijke woningen op onbebouwde

    percelen voor een periode van enkele jaren.

  • 16

    Tijdelijke studentenhuisvesting op de Uithof, Utrecht

    In procedure tijd is dit overzienbaar (crisis en herstelwet) en de

    bouwtijd is zeer beperkt. Indien het om gemeentegrond gaat, zou er

    per direct aan kunnen worden gewerkt. De realisatietijd hiervan wordt

    ingeschat op ongeveer 6 maanden. Daarbij gaat het om procedures

    (voorbereidingstraject, (omgevings)vergunningen, plaatsen woningen,

    aanleg en aansluiting op gas, water, elektra en riolering, aanleg

    verharding, etc.).

    Vanuit deze tijdelijke woningen kunnen statushouders op den duur

    doorgeplaatst worden naar reguliere woningen (zie permanente

    bewoning). Wanneer de locatie vrijkomt waarop de tijdelijke woningen

    geplaatst zijn, kan de locatie herontwikkeld worden.

    Tot slot is het ook mogelijk om leegstaande kantoren op zeer korte

    termijn geschikt te maken voor tijdelijke en sobere woonunits waar

    statushouders alvast gehuisvest kunnen worden in afwachting van

    andere huisvesting. Een dergelijke transformatie kan haalbaar zijn

    binnen enkele maanden.

    Acties

    Onze taakstelling voor de eerste helft van 2016 bedraagt 58

    statushouders. Afgaande op de ervaringen uit voorgaande jaren

    verwachten we daarvoor 20 -25 woningen nodig te hebben. Dit willen

    we realiseren door middel van de tijdelijke transformatie van

    leegstaande kantoren. Omdat deze omzetting enkele maanden in

    beslag neemt, zal het nodig zijn om in de tussentijd aanspraak te

    maken op het regulieren woningaanbod in de sociale huursector. We

    achten dit echter een onwenselijke situatie die we zo snel mogelijk

    willen veranderen.

    Voor de tweede helft van 2016 anticiperen we op ongeveer 140

    statushouders. Daarvoor hebben we naar verwachting 40 60

    woningen nodig. Om dit te realiseren hanteren we de volgende

    aanpak:

    Creren van extra huisvesting d.m.v het plaatsen van tijdelijke

    woningen op onbebouwde percelen. Te verwachten

    oplevering: juli/augustus. We onderzoeken of het mogelijk is

    om deze tijdelijke woningen ook beschikbaar te stellen voor

    andere woningzoekende binnen de gemeente.

    Ontwikkeling van duurzame kantoortransformatie tot

    woningen voor zowel statushouders als andere

    woningzoekenden in de gemeente. Oplevering zal

    vermoedelijk plaatsvinden medio 2017.

  • 17

    Realisatie van de opdracht is in handen van woningbouwcorporatie

    Viveste. Gemeente wijst hiervoor een aantal potentile locaties aan.

    De corporatie onderzoekt de locaties op geschiktheid voor het

    realiseren van (tijdelijke) woningen. Bovendien maakt Viveste een

    businesscase op het omzetten van kantoorgebouwen naar woningen

    en het plaatsen van tijdelijke woningen op grasland. Zij gaat

    gesprekken aan met eigenaar van de leegstaande kantoorgebouwen

    om de beoogde transformatie te bespreken. Naast kantoren kunnen

    ook andere, meer kleinschalige, panden kansen bieden om (tijdelijk)

    statushouders te huisvesten. Ook die mogelijkheden zullen we als

    oplossingsrichting betrekken.

    Op het moment dat er meer duidelijkheid ontstaat over de

    haalbaarheid van permanente of tijdelijke huisvesting op specifieke

    locaties, dan zullen de raad en omwonenden bij het proces betrokken

    worden.

    Kosten

    Op dit moment is nog niet in te schatten welke middelen nodig en

    beschikbaar zijn voor de realisatie van extra huisvesting.

    Bij tijdelijke huisvesting zijn de eventuele kosten voor de ondergrondse

    infrastructuur (kabels & leidingen en riolering) zijn afhankelijk van de

    gekozen locatie en de te maken afspraken hierover met Viveste .

    Hierbij is het de intentie van de gemeente om deze kosten voor

    rekening van Viveste te laten zijn, aangezien het zeer waarschijnlijk

    tijdelijke infrastructuur betreft die niet kan worden (her)gebruikt bij de

    definitieve invulling van de locatie

    Risicos

    De volgende risicos kunnen optreden (alleen of in combinatie):

    - Er komen onvoldoende aanvullende woningen beschikbaar. Dit

    kan het geval zijn bij tijdelijke woningen, maar ook als het

    tempo van de duurzame kantoortransformatie tegenvalt.

    - In afwachting van het beschikbaar komen van aanvullende

    wooneenheden komt er meer druk op de toewijzing van

    woningen in de sociale huursector. Daardoor kan een

    evenwichtige spreiding over woonbuurten in het gedrang

    komen.

    Maatschappelijke begeleiding

    Huidige situatie

    Het uitgangspunt voor integratie is dat de vergunninghouder zo snel

    mogelijk in staat wordt gesteld om zelfredzaam te zijn. In Houten

    bestaat een actief maatschappelijk middenveld dat met allerlei

    initiatieven de nieuwkomer in Houten ondersteunt.

    De toegang van de statushouder tot Houten loopt via de

    maatschappelijke begeleiding die door vanHouten&co wordt verzorgd.

    De maatschappelijke begeleiding richt zich op de verschillende

    leefgebieden: wonen, inkomen, onderwijs, taal, zorg en vrije tijd. Hoe

    beter deze maatschappelijke begeleiding plaatsvindt, hoe makkelijker

    de integratie een vervolg kan krijgen via de reguliere organisaties. De

    maatschappelijke begeleiding vindt plaats door zon 60 vrijwilligers die

  • 18

    door twee beroepskrachten van vanHouten&co worden ondersteund.

    VanHouten&co ontvangt hiervoor een subsidiebedrag van 160.000

    van de gemeente. Maatschappelijke begeleiding is een wettelijke taak

    van de gemeente. Hiervoor wordt de COA bijdrage ( 1000 per

    statushouder van 16 65 jaar) ingezet als dekking.

    Gedurende de eerste anderhalf jaar biedt vanHouten&co

    maatschappelijke begeleiding. Deze begeleiding bestaat uit het regelen

    van de hoogst noodzakelijke zaken in de Houtense samenleving

    (huurovereenkomst, aanvragen uitkeringen, ziektekosten, toeslagen,

    onderwijs, aanmelding inburgeringscursus). Per statushouder

    (alleenstaande of gezin) zijn doorgaans twee vrijwilligers betrokken,

    die afwisselend ingezet worden. Deze vrijwilligers worden

    ondersteund door twee professionele krachten.

    Na 18 maanden worden statushouders geacht zelfredzaam te zijn. Als

    echter aanvullende ondersteuning gewenst is, dan kunnen zij gebruik

    maken van het sociaal loket of het sociaal team.

    Het Wereldhuis, de kerken en de stichting Present zijn gezamenlijk

    actief met vrijwilligers op aanvullende leefgebieden, zoals

    huiswerkbegeleiding, taalmaatjes, praktische klussen.

    Statushouders zijn wettelijk verplicht om een inburgeringscursus te

    volgen. Die wordt verzorgd door Vluchtelingenwerk Midden

    Nederland. Hiervoor kunnen statushouders een lening afsluiting bij

    DUO. VanHouten&co ondersteunt de taallessen door inzet van

    taalvrijwilligers.

    Nieuwe opgave

    De maatschappelijke begeleiding blijft in 2016 het startpunt en een

    belangrijke pijler bij de opvang en integratie van nieuwe

    statushouders. Het toegenomen aantal statushouders maakt een

    herbezinning op de aanpak en werkwijze echter noodzakelijk. Het is

    niet aannemelijk dat (op korte termijn) het aantal vrijwilligers fors

    uitgebreid kan worden. Een substantile verhoging van het budget is

    evenmin realistisch. Op onderdelen zal een andere aanpak

    noodzakelijk zijn. Een belangrijk aandachtspunt is dat de infrastructuur

    rond vrijwilligers en de diverse taken die daarbij verricht worden,

    onderling goed worden afgestemd. Verschillende organisaties zijn

    daarbij betrokken. De gemeente zal vanuit deze netwerkstructuur de

    afstemming tussen de verschillende activiteiten en organisaties

    ondersteunen en bewaken.

    Acties

    1. Effectueren van de ketensamenwerking:

    Opzetten van een Houtense netwerkstructuur waarin alle

    relevante partijen acties en ontwikkelingen afstemmen,

    afspraken maken met betrekking tot de inzet van vrijwilligers

    en de ondersteuning door professionals, en kennis en kunde

    uitwisselen. Belangrijk doel van het netwerk is ook te komen

    tot een beter samenspel tussen alle relevante domeinen

    (maatschappelijke begeleiding, onderwijs, sport, zorg,

  • 19

    huisvesting, etc). In het voorjaar van 2016 zal de gemeente het

    initiatief nemen tot het organiseren van een startbijeenkomst

    waarin alle betrokken organisaties de netwerkstructuur gaan

    vormgeven en werkafspraken maken.

    2. Organisatie van een uitwisselingsmarkt in het voorjaar van

    2016 met diverse betrokken organisaties, vrijwilligersgroepen

    en initiatiefnemers om kennis te maken, en afstemming en

    uitwisseling te bevorderen.

    3.a Vraag aan vanHouten&co :

    - Gedurende de eerste anderhalf jaar de maatschappelijke

    begeleiding te verzorgen voor 200 nieuwe statushouders, naast

    de begeleiding van de huidige statushouders

    - Rekening te houden met een verhoogde instroom gedurende

    de tweede helft van 2016.

    - Afhankelijk van de ontwikkelingen op huisvestingsgebied,

    rekening te houden met de instroom van grotere groepen

    tegelijk en hierop tijdig te anticiperen. Dit geldt in het bijzonder

    voor de 2e helft van 2016.

    - Te onderzoeken hoe naast individuele begeleiding ook

    groepsgerichte vormen van begeleiding aangeboden kunnen

    worden, onder leiding van leiding en cordinatie door een

    professionele beroepskracht.

    - Zorg te dragen voor verdere professionalisering van de

    vrijwillige begeleiders.

    - Voor zover mogelijk het aantal vrijwilligers uit te breiden en in

    te werken.

    - Een bijdrage te leveren aan de optimalisatie van de

    samenwerking met andere maatschappelijke organisaties zoals

    het Wereldhuis, de kerken, stichting Present, Zorg in Houten,

    Onderwijs (Jeugd), Viveste, Voedselbank etc.

    - Ondersteuning te bieden bij burgerinitiatieven binnen de

    Gemeente.

    4. Vraag aan stichting Present:

    Cordinatie van de inzet van vrijwilligers bij de praktische inrichting

    van de woning. Bij de aankomst in Houten wordt een leeg huis

    opgeleverd. Stichting Present ondersteunt statushouders bij het

    klussen en de woninginrichting. Zij doet dit in nauwe samenwerking

    met vanHouten&co.

    Kosten

    In 2016 aan vanHouten&co is een subsidiebedrag beschikbaar gesteld

    van 180.000,-. Dit bedrag is vooral bestemd voor de financiering van

    de cordinatie en deskundigheidsbevordering Vrijwilligers.

    Ten behoeve van de praktische hulp bij de inrichting van een woning

    wordt daarnaast 3000,- aan cordinatie kosten beschikbaar gesteld

    aan stichting Present.

    In het bestuursakkoord van december 2015 is afgesproken dat het

    budget voor de maatschappelijke begeleiding en integratie verhoogd

    wordt van 1000,- naar 2370,- per volwassene (de zogeheten COA

    bijdrage). In verband met de gefaseerde aanpak zal in het voorjaar een

    besluit genomen worden over de besteding van dit budget. Daarbij zal

    breed gekeken worden naar alle domeinen die betrekking hebben op

  • 20

    begeleiding, participatie en integratie en komen ook andere

    initiatieven uit de Houtense samenleving in aanmerking.

    Risicos

    - De huidige COA bijdrage ( 1000,-) wordt berekend voor

    statushouders tussen 16 en 65 jaar. Het is nog onduidelijk of

    deze uitgangspunten ook gelden voor 2016.

    - Tekort aan voldoende vrijwilligers (kwantitatief en kwalitatief)

    - Financile onzekerheden: budgetten voor VanHouten&co

    kunnen ontoereikend blijken. Dit geldt vooral voor de tweede

    helft van het jaar.

    Onderwijs

    Huidige situatie

    Primair onderwijs (PO)

    Kinderen van statushouders hebben recht op onderwijs en kunnen

    binnen onze gemeente zelf een school kiezen. De verschillende

    schoolbesturen in het primair onderwijs werken nauw samen om de

    instroom van deze kinderen goed te begeleiden. Daarvoor hebben zij

    onder meer een extra taalvoorziening binnen het reguliere onderwijs

    ontwikkeld. Per jaar kunnen maximaal 30 kinderen instromen. Deze

    capaciteit is echter al in het najaar van 2015 overschreden. Om die

    reden wordt de extra taalondersteuning op dit moment daar ingezet

    waar dit het hardst nodig is.

    Het uitgangspunt van de huidige taalvoorziening is, met het oog op

    integratie en participatie in de wijk, thuisnabij onderwijs, in de

    verwachting dat zo het leerproces om de taal te leren een extra impuls

    krijgt. De professional 2de taalverwerving gaf voor de herfstvakantie

    aan dat dit onvoldoende vruchten afwierp, omdat onvoldoende

    rekening kon worden gehouden met het niveau van het kind. Om die

    reden is er na de herfstvakantie gestart met een differentiatie van het

    aanbod afgestemd op het niveau van het kind. Verder zijn de middelen

    ontoereikend om alle groepen te bedienen. Noodgedwongen is er in

    eerste instantie een keus gemaakt het taalonderwijs in te richten voor

    de groepen 3 tot en met 8. Daarmee is er geen doorlopende leerlijn

    van Peuterschool (VVE) naar PO.

    Voortgezet onderwijs (VO)

    In regio Lekstroom gaan alle leerlingen van 12 jaar en ouder naar de

    Internationale schakelklassen (ISK) in Utrecht (zie bijlage . Daar volgen

    ze een speciaal traject van 1 tot 2 jaar voor ze kunnen instromen in

    het reguliere voortgezette onderwijs. In november 2015 zijn vanuit

    onze gemeente 17 kinderen in de ISK geplaatst. De oorspronkelijke

    capaciteit van de ISK was 400 leerlingen en is onlangs vergroot tot 600.

    Eind november waren er 500 leerlingen geplaatst. Met een instroom

    van 15 leerlingen per week zal de maximale capaciteit spoedig bereikt

    worden.

    Het ISK wordt bekostigd door de gemeente Utrecht. Hoewel leerlingen

    na een periode van maximaal twee jaar dienen door te stromen naar

    het reguliere onderwijs, leert de ervaring dat deze leerlingen dan nog

    steeds extra taalondersteuning nodig hebben. Daarin wordt op dit

    moment alleen voorzien door een aantal vrijwilligers vanuit het

    Wereldhuis. In het recent ondertekende convenant Kwetsbare

    jongeren is ook aandacht besteed aan ISK leerlingen van 16 tot 23 jaar.

  • 21

    Opgave 2016

    Primair onderwijs; faseren

    Hoewel het lastig te voorspellen is hoeveel kinderen in 2016 in Houten

    gehuisvest zullen worden, houden we voorlopig rekening met een

    aantal van rond de 60 in de leeftijd tot 12 jaar. Samen met de 35

    leerlingen uit 2015 ontstaat hiermee situatie die mogelijk niet meer te

    hanteren is in de reguliere klassen. Schoolbesturen onderzoeken of het

    huidige concept kan blijven voorzien in de te verwachten behoefte.

    Mogelijk worden in de toekomst aparte schakelklassen en wellicht ook

    kopklassen (extra jaar basisonderwijs voor instromers in de leeftijd 11-

    12 jaar) noodzakelijk. Dergelijke schakelklassen kennen een

    leerlingaantal van circa 15 kinderen. Dat zou betekenen dat er in

    Houten ongeveer 6 schakelklassen nodig zouden zijn, uitgaande van de

    ervaring dat deze leerlingen 1,5 2 jaar taalonderwijs nodig hebben.

    Omwille van de sociale integratie en de waarde die gehecht wordt aan

    vrije schoolkeuze, willen schoolbesturen op basis van de taakstelling

    van 58 personen voor de eerste helft van 2016 , de huidige aanpak

    toch kans van slagen geven en waar nodig verder doorontwikkelen.

    Afhankelijk van de taakstelling voor de 2de helft van 2016, moet

    opnieuw de afweging gemaakt worden of deze inrichting van het

    taalonderwijs nog aansluit bij de behoefte. Op deze manier zijn we in

    staat keuzes hierin te faseren.

    Taalonderwijs kan een sleutel zijn om ook ouders te bereiken

    en te ondersteunen.

    Annelies Smits, Openbaar Onderwijs Houten

    Om de effectiviteit van het onderwijs te verhogen is het daarnaast

    wenselijk om vanaf de Peuterschool (VVE) al te starten met

    taalonderwijs en een doorlopende lijn te ontwikkelen naar het

    primaire onderwijs.

    Voortgezet onderwijs

    Voorlopige aanname is dat in 2016 ca. 30 leerlingen gebruik zullen

    maken van schakelklassen. Vanuit andere naburige gemeenten zal de

    instroom eveneens sterk stijgen. Zoals vermeld is de huidige capaciteit

    van de ISK in Utrecht hier niet op berekend. Dit betekent een nieuwe

    ontwerpopgave. De directeur van de ISK heeft de voorkeur

    uitgesproken voor een duurzame oplossing door middel van de

    ontwikkeling van dependances per regio om de kwaliteit en kennis te

    behouden. Afhankelijk van de omvang van de instroom kan het aantal

    dependances groeien of krimpen.

    Daarnaast is een nieuwe ontwerpopgave nodig voor taalondersteuning

    voor kinderen die na maximaal 2 jaar ISK doorstromen naar het

    reguliere voortgezette onderwijs en voor jeugdigen van 16 tot 23 jaar.

    Acties

    Primair onderwijs

    Met het primair onderwijs is intensief overleg over de opvang van

    meer statushouders. Vanuit de gemeente hebben we als

    ontwikkelopdracht meegegeven:

    - Ontwikkel een gemeenschappelijke voorziening 2de

    taalverwerving ten behoeve van kinderen van statushouders in

  • 22

    het primair onderwijs in Houten in een doorlopende leerlijn

    van VVE naar basisonderwijs.

    - Sluit daarbij aan op het taal- en ontwikkelingsniveau van de

    kinderen: zo zwaar als nodig, zo licht als mogelijk en zo

    thuisnabij als mogelijk.

    - Maak zo efficint mogelijk gebruik van de bestaande

    voorzieningen en middelen: VVE, Vrijwilligersveld, bibliotheek,

    LOHAN regeling, regeling OnderwijsAchterstandenBeleid

    (OAB).

    Voorstel van de onderwijsbesturen is om het huidige gedifferentieerde

    aanbod van taalonderwijs in de vorm van een taalbad de kans te geven

    die het verdient, door:

    1. Verdubbeling van de capaciteit van het taalbad in

    gedifferentieerd aanbod, waarbij de maximale ondersteuning

    is: 3 dagdelen taalonderwijs door de docent 2de taalverwerving

    (in analogie naar schakelklassen), waarbij ouders verplicht 10 x

    1 dagdeel meedoen. Kinderen krijgen ondersteuning zo lang

    als nodig, waar mogelijk in samenwerking met genoemde

    partners

    2. Uitbreiding naar de groepen 1&2, omwille van de doorlopende

    leerlijn, en vanuit de overtuiging dat juist de verbinding met de

    omgeving uiteindelijk de beste optie is.

    3. 2de Locatie voor taalbad in Noord West Houten. De

    verdubbeling van de instroom in de eerste helft van 2016

    vraagt om een verdubbeling van de capaciteit en een tweede

    locatie voor het taalbad. Voorstel is om er n in NO en n in

    NW te huisvesten, gezien de huisvesting van de statushouders.

    Voor de leerlingen in Zuid moet onderzocht worden hoe deze

    leerlingen kunnen aansluiten.

    Tot slot doen de besturen Primair Onderwijs de aanbeveling om bij

    gemeente een cordinator aan te wijzen, gezien de vele beleidsvelden

    die moeten worden verbonden.

    Het primair onderwijs heeft een duidelijk beeld van wat er nodig is en

    met welke partners zij hieraan vorm wil geven. In samenwerking met

    partners als Peuterschool, Van Houten & CO, Wereldhuis, Bibliotheek

    en Educatie aan de Slinger zien zij mogelijkheden voor een palet aan

    activiteiten dat taalonderwijs aan kinderen verbindt met

    ondersteuning van de ouders, mede gericht op eigen kracht en de

    opbouw van een eigen sociaal netwerk in de Houtense samenleving.

    Een inspirerende visie, ontworpen vanuit de behoefte van de

    nieuwkomer is te vinden in onderstaande mindmap.

  • 23

  • 24

    Voortgezet Onderwijs

    De urgentie is besproken tijdens het regionaal bestuurlijk overleg

    Onderwijs. Op 18 december a.s. gaat Wethouder Onderwijs, samen met

    zijn collega uit Nieuwegein namens Lekstroom hierover in gesprek met

    wethouder Onderwijs van Utrecht.

    Daarnaast heeft Houtens contact gezocht over de blijvende behoefte aan

    taalonderwijs bij ISK-leerlingen die recentelijk bij hen zijn ingestroomd.

    Houtens geeft aan een actieve rol te willen vervullen bij de inrichting van

    taalvoorziening voor de instromers vanuit het ISK. Zij zullen aansluiting

    zoeken bij het netwerk dat ons voor ogen staat voor het PO.

    De ambitie van het Houtens reikt verder dan alleen taal. Zij zien het als

    hun maatschappelijke opdracht om deze jongeren deelgenoot te laten

    worden van de Houtense samenleving. Zij willen daarom de school

    aanbieden als ontmoetingsplek voor deze doelgroep in samenwerking

    met maatschappelijke partners, zoals ook beschreven voor het PO.

    Laten we vanaf het begin investeren in de kracht van deze jongeren. Ik wil graag van ze horen wat zij te bieden hebben en wat zij nodig hebben om dit de kansen te geven die het verdient.

    Ad van Andel, Houtens Kosten Huidig budget

    Bij het huidige budget (50.000,-) is altijd aangegeven dat dit slechts een

    startkapitaal kan zijn. Voorstel van het PO; een verdubbeling van de

    capaciteit, zou betekenen dat we max. tot de zomer kunnen financieren.

    Voor de 2de helft van 2016 moet opnieuw bekeken worden wat de

    behoefte is en welke middelen hiervoor ter beschikking staan of

    vrijgemaakt kunnen worden. We reserveren hiervoor vooralsnog opnieuw

    50.000,-.

    Voor het VO moet de inhoud nog verder worden uitgewerkt en is dus

    niets te zeggen, behalve dat er apart aanvullend bekostigd moeten

    worden.

    Middelen 2016

    Voor zowel primair als voortgezet onderwijs:

    1 Rijksbekostiging onderwijs

    2 LOWAN (impulssubsidie 10.000,- aan te vragen door

    onderwijsinstelling met meer dan 4 statushouders per school, niet

    langer dan een jaar in Nederland)

    3 OAB (rijksbijdrage aan gemeenten)

    Ad. 1) Rijksbekostiging

    De bekostiging van het onderwijs op basis van de zogenaamde

    leerlinggewichten (extra bijdrage per leerling met een bijzondere

    achtergrond, in dit geval een vluchteling) blijkt in de praktijk zeer

    weerbarstig en komt slechts beperkt los. Het is een zeer bureaucratisch

    proces, met weinig oog voor de behoefte van de school en de leerling. De

    eerste bezwaarprocedure van een onderwijsbestuur bij het rijk loopt. In

    ieder geval zal deze bekostiging achteraf plaatsvinden.

    Ad2) LOWAN

    Dit betreft een incidentele bijdrage aan te vragen door schoolbesturen als

    zij voor het eerst 4 leerlingen binnen krijgen, niet langer dan 1 jaar in

  • 25

    Nederland. Op dit moment is nog slechts 1 school in aanmerking

    gekomen. Hier ligt een potentieel van 40.000,-

    Ad. 3) OAB (108.000,-)

    Op basis van de huidige regeling OnderwijsAchterstandenBeleid (OAB) zal

    het lage percentage allochtonen in Houten en een peildatum van om de 4

    jaar niet op korte termijn tot significante verhoging van budgetten leiden.

    Op dit moment gaat het volledige budget naar VVE, aangevuld met een

    gemeentelijke bijdrage. Dit biedt dus geen dekking voor de

    taalvoorziening. Mogelijkerwijs pakt een nieuwe rekenmethode gunstig

    uit voor de gemeente Houten en wordt het bedrag naar 124.000,-. Voor

    de G4 pakt de nieuwe rekenmethode slechter uit en zij zijn hiertegen in

    het geweer gekomen. Het is nog onduidelijk hoe dit verder afloopt.

    Ad4) Leerlingenvervoer

    In het kader van het leerlingenvervoer is voor 2016 25.000 gereserveerd.

    Risicos

    Financieel tekort

    Het is nog niet duidelijk of 100.000,- voldoende zal zijn om de kosten

    voor het primair onderwijs in 2016 te dekken. Verder is er nog geen

    budget voor een taalvoorziening en voor voortgezet onderwijs.

    Samenwerking Primair Onderwijs

    De kansen die ontstaan door samenwerking met partners, zijn nog niet

    met alle partijen besproken, laat staan verwerkt in opdrachten voor 2016.

    Thuiszitters

    Gezien de grote druk op de voorzieningen en het feit dat we geen invloed

    hebben op het tempo van de instroom in de regio is er geen garantie dat

    de voorzieningen op tijd en met voldoende capaciteit beschikbaar zijn.

    Mogelijk kunnen we thuiszitters niet voorkomen voor deze doelgroep.

    Regionale aanpak

    Acties op het gebied van het voortgezette onderwijs vereisen een

    bovenregionale aanpak en afstemming. Dit kan gevolgen hebben voor de

    snelheid van handelen. Zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau zetten

    we druk op het proces. In het bestuursakkoord VNG RIJK wordt wel een

    aankondiging van een aanvullende voorfinanciering gedaan. Daarover is

    meer bekend in april 2016

    Werk, inkomen en participatie

    Huidige situatie

    Asielzoekers komen in een volledig afhankelijke status binnen in

    Nederland. Vanaf het moment dat iemand zich vestigt in Houten, start de

    eerste opbouw van een nieuw leven. Het kunnen voorzien in de eigen

    basisbehoeften is daar een essentieel onderdeel van. Werk & Inkomen

    regio Lekstroom (WIL) verzorgt namens de gemeente de uitkering, de

    orintatie op werk en de bijzondere bijstand.

    - Orintatie op werk: Dit is in een vroeg stadium van belang. Via

    WIL wordt gebruik gemaakt van werkcoaches. Er vindt

    afstemming plaats met maatschappelijke begeleiding over een

    effectieve toeleiding. Ook vanuit het netwerk van vrijwilligers

    kan al veel worden gedaan. In 2016 worden verdere afspraken

    gemaakt over afstemming tussen de maatschappelijke

    begeleiding en de werkcoach.

  • 26

    - Uitkering: De aanvraag van een uitkering vindt plaats met

    behulp van vanHouten&co. De aanvragen worden vlot

    afgewikkeld.

    - Bijzondere bijstand: Statushouders leven op een minimum

    niveau. In die zin maken statushouders gebruik van de

    gangbare regeling voor minimabeleid en bijzondere bijstand.

    Veel normale kosten zijn niet vanzelfsprekend op te brengen

    vanuit de bijstandsuitkering. Het gaat dan bijvoorbeeld om (een

    lening voor) inrichtingskosten, reiskosten voor taal-/

    inburgeringscursussen, eigen bijdragen onderwijs en

    leermiddelen.

    - Inburgering en taal: De verplichte inburgeringscursus ( deze

    betaalt de statushouder zelf via een lening met DUO) blijkt in

    de meeste gevallen niet toereikend om een opleiding te volgen

    of aan het werk te kunnen. Gerichte inzet van WEB middelen

    (Wet Educatie en Beroepsgericht onderwijs) geven daartoe wel

    de mogelijkheid. Op dit moment worden deze middelen via de

    centrum gemeente regionaal gebundeld.

    Nieuwe opgave

    Integratie en participatie zien we als cruciale succesfactoren bij de opvang

    van statushouders. Dit blijkt ook uit het inwonersberaad, zeker wanneer

    het aantal statushouders toeneemt.

    Hoe zorgen we dat statushouders zo snel mogelijk

    Nederlands leren? Hoe gaan we om zoveel verschillende

    culturen en met de religieuze verschillen? Kunnen zij zich

    aanpassen aan onze cultuur? Kan onze cultuur het wel aan?

    Is het wel verstandig om groepen bij elkaar te plaatsen?

    Quotes uit inwonersberaad

    Vanaf de start in Houten zal orintatie op opleiding, werk en

    zelfredzaamheid een essentieel thema zijn. De huidige instroom van

    asielzoekers bestaat voor een groot deel uit hoogopgeleide mensen. Van

    hun kwaliteiten en ervaringen willen we graag gebruik maken. Dit vereist

    dat we snel inzicht moeten verkrijgen in hun opleidings- en

    werkachtergronden. Vervolgens kunnen we samen met de Houtense

    inwoners, organisaties en werkgevers zoeken naar passende

    mogelijkheden voor (taal)stageplekken, vrijwilligersplekken en

    werkervaringsplaatsen en betaald werk voor statushouders in Houten. Bij

    participatie en integratie spelen veel partijen een rol. Het optimaliseren

    van de afstemming en samenwerking is eveneens een belangrijk punt van

    aandacht. In het kader van een gelijk speelveld, hoort hier ook de

    aandacht voor andere specifieke groepen met een afstand tot de

    arbeidsmarkt thuis.

    Acties

    Ter voorbereiding op de nieuwe opgave worden de volgende acties

    voorgesteld:

    1. Experiment Aan de slag met de participatieverklaring.

    In de participatieovereenkomst worden vanaf het begin afspraken

    gemaakt met de statushouder over het traject dat iemand kan volgen als

    voorbereiding op de arbeidsmarkt (inclusief vrijwilligerswerk etc.). Dit

    wordt in het bestuursakkoord genoemd als onderdeel van de inburgering.

  • 27

    In Houten willen we de participatieverklaring zo spoedig mogelijk

    invoeren. Hiervoor zullen we een plan van aanpak opstellen. Daarin

    nemen we mee hoe de participatieverklaring voor andere Houtense

    inwoners kan worden ingevoerd. Dit wordt in het kader van het gelijke

    speelveld uitgewerkt. Dat kan uiteindelijk leiden tot een Houtens

    werkbedrijf met de volgende uitgangspunten:

    - Het Houtens werkbedrijf is een werktitel voor een samenspel van

    activiteiten, gericht op mens- en (lokale) marktontwikkeling.

    - Voor en door bewoners en lokale organisaties.

    - Met de mogelijkheid voor mensen met een afstand tot de

    arbeidsmarkt om zich te ontwikkelen.

    - Door in samenwerking met maatschappelijke organisaties en lokale

    ondernemers actief te worden in de lokale economie.

    - En deze lokale economie mede daardoor duurzaam te ontwikkelen

    Inwonersberaad Houten

    2. Werkafspraken met relevante partners binnen de gemeente

    Met WIL en andere relevante partners maken we afspraken op de

    volgende terreinen:

    - Een effectievere inzet van de werkcoach (bijvoorbeeld speciaal

    voor Houten, of met de expertise vluchtelingen).

    - Voorlichtingsactiviteiten over arbeidsmarkt en werk, voor

    vluchtelingen en vrijwilligers (taalstages, werkstages,

    Meet&Greet, etc.).

    - Versterking van de samenwerking tussen WIL, Krachtfabriek,

    vanHouten&co (vrijwilligers) en regionaal werkgeversnetwerk

    in Houten en in de regio.

    - In samenwerking met VanHouten&co, Krachtfabriek en andere

    vrijwilligersorganisaties en netwerken extra inzet doen op het

    gebied van trajectbegeleiding en job coaching.

    Ten aanzien van het minimabeleid en bijzondere bijstand:

    - Met WIL is in regionaal verband een gezamenlijk collegevoorstel

    gemaakt, waarin de bijzondere bijstand (reiskosten ten behoeve

    van inburgeringscursus en leermiddelen) effectief kan worden

    toegepast.

    - Naar voorbeeld van de andere regiogemeenten willen we actieve

    ondersteuning bieden bij het initiatief om in onze gemeente een

    stichting Leergeld Houten op te richten. Doel is om kinderen in

    armoedesituaties financieel te ondersteunen bij de aanschaf van

    de benodigde leermiddelen. Een dergelijke stichting is er nog niet

    in Houten. Op verzoek van de afdeling samenleving heeft

    vanHouten&co aangeboden om via het netwerk een bestuur

    samen te stellen voor de op te richten stichting Leergeld Houten.

  • 28

    Daarmee komt een dergelijke minimavoorziening ten goede aan

    alle Houtense minima.

    - Vanuit de vroegere WEB (Wet Educatie en Beroepsgericht

    onderwijs) middelen is per 1 januari 2015 83.196,- beschikbaar

    gekomen voor educatiemiddelen. Inzet van deze middelen wordt

    op dit moment bepaald door de Centrumgemeente Utrecht. In

    2016 willen we directer betrokken worden bij de besteding van

    deze middelen en deze gerichter inzetten ter ondersteuning van

    de participatie in Houten.

    Burgerinitiatieven

    Naast de acties die door maatschappelijke organisatie in gang worden

    gezet, zijn er ook diverse burgerinitiatieven die integratie en participatie

    van statushouders bevorderen.

    De Taalspeelgroep van het Wereldhuis, een initiatief van Mevr. R. Frohwijn komt in aanmerking voor een gift uit Canada uit solidariteit met het Europese vraagstuk rondom vluchtelingen. Mevrouw Frohwijn heeft de intentie uitgesproken deze gift van waarde te laten zijn voor de sociale integratie van kinderen en heeft daartoe contact gezocht met Cultuur aan de Slinger.

    Theater aan de Slinger organiseert ieder jaar voor de kerst een gezellige avond uit voor diegenen die zich juist in deze feestmaand alleen voelen. Deze keer is dat de film De

    Hollandse delta, muzikaal begeleid door het Nederlands Studentenorkest. Een voorstelling waar geen taal aan te pas komt is in de ogen van theaterdirecteur Arjen Berendse uitermate geschikt om ook de nieuwkomers in Houten voor uitnodigen. Zij zijn dan ook van harte welkom.

    Uit het inwonersberaad kwamen eveneens veel ideen naar voren. Een

    greep uit de opbrengst:

    Organiseer buurtgerichte ontmoeting, bv een buurt BBQ, buurt voetbal of buurtkinderfeest Organiseer een interculturele huiskamer waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en samen eten en drinken Gebruik cultuur als bindmiddel, bv musici bij elkaar zetten uit diverse landen en uit Houten Zet een (digitale) vraag en aanbodmarkt op Organiseer contactmomenten tussen Houtense jongeren en statushouders en laat ze elkaar hun verhaal vertellen Creer een denktank sociale cohesie samen met statushouders Samen doen is soms veel effectiever dan samen praten! Quotes Inwonersberaad

  • 29

    Zie voor meer tips en ideen uit het inwonersberaad de website van de

    gemeente. Daarin is een uitgebreid verslag van het inwonersberaad te

    vinden.

    Kosten

    Kerncijfers

    Bij een toename van het aantal statushouders, zullen de uitgaven op het

    gebied van werk en inkomen toenemen. Op basis van voorlopige

    berekeningen van WIL gaat het om de volgende kerncijfers:

    - Verstrekking Bijstandsuitkering: circa 13.000, - op jaarbasis.

    - Beroep bijzondere bijstand: inrichtingskosten lening 4000, -

    na drie jaar afbetaling omzetten in gift

    - Overige kosten bijzondere bijstand / minimabeleid ( ten behoeve

    van Leermiddelen eigen bijdragen etc. volgens WIL 8.000 -

    Op grond van de instroom in 2015, en de prognose voor 2016 kunnen we

    uitgaan van een uitbreiding van 70 tot 80 woningen en van 70 tot 80

    uitkeringen (al dan niet gezinsuitkeringen). Dit zou betekenen dat er een

    extra beroep wordt gedaan op de bijzondere bijstand van 70 x 5.500 =

    385.000,- of meer.

    Daarnaast dienen we rekening te houden met de uitvoeringskosten voor

    WIL. WIL gaat uit van een integrale kostprijs van 4.740,- per uitkering

    per jaar (Begroting 2016).

    Dekking - Educatiebijdrage Houten via regiogemeente 83.196,00

    - In het bestuursakkoord wordt een extra bedrag van 50 miljoen

    genoemd ter bekostiging van de financile effecten op de

    participatiewet. Dit is een voorfinanciering, die specifiek voor

    statushouders wordt toegepast. Het is een open einde regeling.

    De regeling gaat in Januari in.

    - In de COA bijdrage 2370, - zit ook het bedrag bedoeld voor

    orintatie op participatie en werk (zie ook onderdeel

    maatschappelijke begeleiding).

    Consequenties Bestuursakkoord

    Participatiewet

    In het bestuursakkoord krijgen gemeenten voor 2016

    50 miljoen extra om de hoge instroom van vergunninghouders in de

    bijstand te bekostigen. Het bedrag van 50 miljoen is geen maximum

    bedrag wat aan gemeenten beschikbaar wordt gesteld, maar is een open

    einde regeling. Het Rijk zal de kosten vergoeden op basis van nacalculatie.

    De doelgroep 'statushouders in de gemeente zal deel uitmaken van de

    reguliere groep bijstandsgerechtigden en dus volledig meelopen op de

    grondslagen met betrekking tot de bijstand.

    In de voorjaarnota zal verder worden gekeken wat de totale behoefte aan

    financiering voor het jaar 2016 en 2017 is. Afgesproken is ook dat er

    gezocht wordt naar een systematiek waarbij het geld de statushouder

    volgt. De gemeenten mogen geen materile hinder ondervinden van de

    presentatie van deze regeling als kasschuif.

    Bijstelling en dekking in voorjaarsnota

    Het huidige bestuursakkoord en de financile afspraken die hierin zijn

    opgenomen moeten de eerste kosten dekken. De VNG zal in februari

  • 30

    financile onderbouwingen aanleveren bij het Kabinet voor de extra

    kosten die gemeenten maken als gevolg van de hoge instroom van

    vluchtelingen op het terrein van gezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs

    en WMO. Dit zal de inzet worden voor een aanvullend bestuursakkoord in

    het voorjaar van 2016. Verwacht wordt dat dit akkoord in april wordt

    afgerond. Bijstellingen van ramingen zijn dan ook aan de orde. Vanuit het

    Kabinet is in het huidige bestuursakkoord de toezegging gedaan dat de

    financile dekking hiervan wordt opgenomen in de voorjaarsnota.

    Deze punten uit het akkoord zijn de voorwaarden waarmee gemeenten

    over voldoende middelen kunnen beschikken om de medebewindtaken

    op het gebied van de asielproblematiek te kunnen uitvoeren.

    Risicos

    - Op dit moment is de definitieve tekst van de voorjaarsnota ten

    aanzien van de regeling nog niet bekend. De consequenties

    daarvan worden in de voorjaarsnota en mei circulaire bekend

    gemaakt.

    - De WIL heeft aangegeven dat er een aanpassing komt ten aanzien

    van uitvoeringskosten en gerelateerde kosten. De te verwachten

    extra kosten kunnen worden gedekt uit de extra te beschikken

    budgetten van SZW.

    - Er wordt een sterke stijging van kosten van minimabeleid

    verwacht ( ca 9000,- per gezinshoofd)

    ZORG

    Huidige situatie

    De groep vluchtelingen is een kwetsbare groep. Het gaat vaak om mensen

    die onvrijwillig zijn vertrokken uit eigen land, gecombineerd met

    oorlogservaringen en mogelijk ook persoonlijke traumas. Ook de reis van

    eigen land naar Nederland had, zoals we hebben kunnen zien veel risicos

    in zich. Daarom is extra aandacht voor zorg noodzakelijk.

    Tijdens hun verblijf in een AZC, ontvangen vluchtelingen via de arts die

    aan het AZC is verbonden. Bij verhuizing naar Houten worden

    statushouders aangemeld bij de huisartsen in het EMC bij hen in de wijk.

    Alleen bij bijzondere omstandigheden ( bijvoorbeeld een trauma of

    fysieke handicap) wordt dit gemeld aan vanHouten&co. Als er aanleiding

    is voor extra of gespecialiseerde zorg, wordt via huisartsen of het sociale

    team 2e lijnshulpverlening ingezet. Er zijn geen signalen dat het aantal

    statushouders in 2015 heeft geleid tot enig knelpunt met betrekking tot

    de gezondheidszorg. Vanuit vanHouten&co wordt ook doorverwezen naar

    het sociaal team, in verband met kortdurende hulp. In 2015 gaat het om 6

    casussen. Wat betreft jeugd is de mogelijkheid om vanuit onderwijs te

    verwijzen naar sociaal team. Voorover bekend is dat in 2015 niet gebeurd.

    Nieuwe opgave

    De komst van een grotere groep statushouders zal leiden tot een

    toename van het aantal patinten in de 1e en 2e lijnszorg. Tevens zal er

    naar verwachting meer beroep gedaan worden op het sociale team en de

    jeugdgezondheidszorg.

  • 31

    Acties

    In verband met de verwachte toename van het aantal statushouders is in

    december 2015 contact opgenomen met ZorginHouten om af te stemmen

    of er actie nodig is ten aanzien van de huisartsenzorg voor de

    statushouders. Aandachtspunt is in ieder geval de inzet van tolken en de

    inzet Welzijn voor Elkaar. Bij niet medische klachten kunnen huisartsen

    patinten doorverwijzen naar Welzijn voor Elkaar.

    Vanuit het Sociaal Team is aangegeven dat een heldere taakafbakening

    tussen vrijwilligers/ cordinator vluchtelingen en sociaal team

    noodzakelijk is. Het sociaal team verwacht een toename, van 6 naar 20

    casussen (op basis van 2015). Daarom wordt een overleg ingesteld waarin

    de overdracht of clintbespreking tussen maatschappelijke begeleiding en

    sociaal team kan worden besproken.

    Daarnaast zal overleg plaatsvinden met de GGDrU, die vanaf 2016 de

    jeugdgezondheidszorg voor alle kinderen van 0-19 jaar in Houten uitvoert.

    Via de Peuterschool en Onderwijs ( PO en VO) zal er extra aandacht zijn

    voor de gezonde ontwikkeling van kinderen, en zo nodig doorverwijzing

    naar het sociaal team.

    Tot slot zal ook contact gezocht worden met de zorgverzekeraar in het

    kader van de dekking van medische kosten, bijvoorbeeld op het gebied

    van de geestelijke gezondheidszorg.

    Kosten

    In deze fase is nog niet te vast te stellen wat kosten voor dit domein

    zullen zijn

    Risicos

    - Aanspraak op 2e lijnshulp is moeilijk in te schatten.

    - Beroep op het sociale team kan groter zijn dan verwacht

  • 32

    5. Communicatie

    Dit plan van aanpak voor communicatie en participatie heeft betrekking

    op de opvang en integratie van vluchtelingen met een verblijfsvergunning

    (statushouders). Mocht er op enig moment concreet sprake zijn van de

    komst van een (crisis)noodopvang dan wel een satelliet AZC dan wordt

    daarvoor uiteraard een passend communicatie- en participatietraject

    ingezet dat recht doet aan de dan spelende belangen van betrokkenen en

    aan het democratisch proces dat daarbij hoort.

    Over de opvang en integratie van vluchtelingen leven in Houten

    verschillende ideen en gevoelens. De betrokkenen zijn ruwweg in drie

    categorien in te delen.

    Inwoners, organisaties en bedrijven die positief staan tegenover de

    komst en opvang

    Inwoners, organisaties en bedrijven die neutraal staan tegenover de

    komst en de opvang

    Inwoners, organisaties en bedrijven die negatief staan tegenover de

    komst en de opvang

    Bij de communicatie over en ten behoeve van de opvang en integratie van

    vluchtelingen met een verblijfsvergunning in Houten staan daarom twee

    vraagstukken voorop: a] Hoe houden we zoveel mogelijk rekening met

    ieders belangen en ideen? en b] Hoe zorgen we dat er aansluiting komt

    en blijft met en tussen alle betrokkenen? Dialoog is daarbij van groot

    belang met name als het gaat om zorgen die leven over de woning- en

    arbeidsmarkt, integratie, onderwijs, zorg en veiligheid.

    Rekening houden met de belangen van alle betrokkenen

    Belangrijk bij de aanpak van de problematiek en dus ook de communicatie

    is dat er voortdurend oog is voor alle verschillende ideen en opvattingen

    over het vluchtelingenvraagstuk. Of die nu positief, neutraal of negatief

    zijn. Dat vraagt om een open en eerlijke communicatie. Met andere

    woorden: we maken successen op het gebied van opvang/integratie in

    Houten zichtbaar, maar staan zeker ook open voor zorgen, kritiek en

    bezwaren en spelen daarop in.

    Voor wat betreft de insteek van de inhoud van de communicatie over

    statushouders geldt echter wel de feitelijke situatie: het opvangen van

    door het Rijk aan de gemeente toegewezen statushouders is een

    wettelijke plicht is die volbracht moet worden.

    Werken met Factor C en leefstijlen

    De omstandigheden zullen voortdurend veranderen. Op dit moment

    worden voor de eerste helft van 2016 58 vluchtelingen verwacht, maar dit

    aantal zal in 2016 (schoksgewijs) oplopen tot naar verwachting 200. In

    elke fase van het proces moeten we goed kijken welke belanghebbenden

    en actoren betrokken willen c.q. moeten worden, welke

    kernboodschappen we willen communiceren en welke

    communicatiemiddelen we daarvoor inzetten. Het is zaak voortdurend te

    monitoren wat er speelt en daarop de communicatieaanpak aan te

    passen. Kortom: communiceren volgens het Factor C principe en de

    leefstijlmethode die we al jaren in Houten hanteren.

  • 33

    Inwonersberaad

    De opvang en integratie van vluchtelingen gaat de hele samenleving aan.

    Wij stemmen de communicatie daarom niet alleen af met de

    professionele partners, maar maken ook graag gebruik van de kennis en

    ervaring die aanwezig is bij ongeorganiseerden in de Houtense

    samenleving, de zogenoemde wisdom of the crowd. Tijdens het

    inwonersberaad op 28 november 2015 hebben de deelnemers veel goede

    adviezen gegeven die we zeer ter harte nemen:

    1. Zorg dat de statushouders een gezicht krijgen

    2. Verstrek voortdurend goede feitelijke informatie

    3. Gebruik meerdere kanalen en werk samen met anderen

    4. Organiseer ontmoetingen tussen statushouders en inwoners

    5. Besteed via de lokale media aandacht aan de zaak

    6. Maak gebruik van websites en social media (van meerdere

    organisaties)

    De aanpak van communicatie gedurende het gehele traject (dat wel jaren

    kan gaan duren) valt vanwege de complexiteit en veranderlijkheid van de

    omstandigheden niet van te voren uit te stippelen maar zal in de praktijk

    zijn vorm krijgen. Denken en doen gaan daarbij steeds hand in hand.

    Samenwerken in de communicatie

    Zoals ook de deelnemers van het inwonersberaad al aangaven is

    communicatie over de vluchtelingenopvang niet alleen een zaak van de

    gemeente. Alle andere betrokken partijen communiceren ook met

    inwoners, media, vrijwilligers, ondernemers en de statushouders zelf.

    Het is daarom goed de communicatie goed op en met elkaar af te

    stemmen. Dit bevordert op de eerste plaats de duidelijkheid en biedt

    daarnaast mogelijkheden qua efficintie en het onderling uitwisselen van

    expertise. Hierover willen we graag met betrokken partijen afspraken

    maken.

    Daarom organiseren we op korte termijn een overleg met

    vertegenwoordigers van de inmiddels aangesloten partijen. Dat kunnen

    communicatieprofessionals zijn (als die in de organisatie beschikbaar zijn),

    maar ook projectleiders/medewerkers die voor hun organisatie met

    opvang en integratievraagstukken bezig zijn. In het overleg proberen we

    te komen tot de formatie van een gezamenlijk communicatieteam. In het

    team kan zowel op regie- als op uitvoeringsniveau worden samengewerkt,

    expertises gedeeld en boodschappen worden afgestemd. Uiteraard zal

    daarbij graag gebruik worden gemaakt van de vele suggesties die de

    deelnemers aan het inwonersberaad van 28 november 2015 hebben

    gedaan.

    Vinger aan de pols houden in de Houtense samenleving

    Het team monitort wat er leeft in de Houtense samenleving: hoe

    ontwikkelen zich in de loop der tijd de ideen over de opvang en

    integratie van vluchtelingen, met welke belangen moet rekening worden

    gehouden en hoe spelen de partners daar gezamenlijk op in?

  • 34

    7. Financin

    Onderstaande tabel biedt een overzicht van de kosten en de dekking voor

    de realisatie van het actieplan zoals we dat nu al kunnen voorzien. Zoals

    we al eerder in het plan hebben vermeld bestaan er op dit moment nog

    veel onzekerheden. Waar mogelijk lichten we dit toe in de laatste kolom.

    Uiteraard ontvangen sommige organisaties zoals scholen, zelf ook

    middelen van het Rijk t.b.v. hun werkzaamheden voor statushouders.

    Dekking Begrote Kosten P.M Opmerkingen

    308.100,-

    Vanuit het Rijk (COA

    middelen)

    180.000,-

    (van Houten &co)

    3.000 (stichting Present)

    50.000,-

    (Participatieplan)

    75.100,-

    Dekking:

    - Bij de dekking is geanticipeerd op de afspraken in het bestuursakkoord Verhoogde

    Asielinstroom De dekking is berekend waarin het bedrag voor maatschappelijke begeleiding

    en integratie verhoogd is van 1000,- naar 2370,- . Daarbij gaan we uit van de huidige

    afspraken dat de tegemoetkoming alleen geldt voor statushouders tussen 16 en 65 jaar.

    - Het bedrag van 308.100,- is berekend op basis van de leeftijdsopbouw in 2015. Toen was

    65% van de statushouders ouder van 16 jaar. Uitgaande van 200 statushouders in 2016 zou

    het gaan om 130 statushouders x 2370,- = 308.100

    - De definitieve bedrag is afhankelijk van feitelijk aantal statushouders in 2016 en leeftijds-

    grens die gehanteerd zal worden in de nieuwe regeling. Hierover is nog geen duidelijkheid.

    Kosten: - Het betreft een subsidiebedrag van 180.000,- dat nu ter beschikking gesteld is aan

    vanHouten&co t.b.v. de maatschappelijke begeleiding - Het betreft een subsidiebedrag van 3000,- voor cordinatie praktische hulp bij inrichting

    woning - T.b.v. de ontwikkeling van een nieuw te ontwikkelingen participatieplan zijn kosten

    geraamd van 50.000,-.

    PM : - Deze kosten ( 308.100 233.000 = 75.100) zijn nog niet bestemd, maar worden

    gereserveerd voor nog niet te voorziene kosten in 2016 voor maatschappelijke begeleiding in integratie.

  • 35

    Dekking Begrote Kosten P.M. Opmerkingen

    218.000

    Eigen middelen

    gemeente

    100.000,- (startkapitaal onderwijs 1

    e en 2

    e helft

    2016 20.000,- (communicatiekosten) 50.000,- (projectkosten) 25.000,- (leerlingenvervoer)

    23.000, -

    Dekking

    - Dit bedrag is al opgenomen in de begroting van 2016

    Kosten

    - Het betreft kosten die voor zover nu bekend niet gedekt worden door de middelen die door het Rijk beschikbaar worden gesteld voor de opvang en integratie van statushouders

    - De kosten t.b.v. het primair onderwijs (startkapitaal) staan voor de 1e helft van 2016 vast en

    bedragen 50.000,-. Voor de tweede helft anticiperen we op tenminste een soortgelijk bedrag.

    - De projectkosten hebben betrekking op een periode van een half jaar.

    P.M. - Deze kosten ( 218.000 195.000 = 23.000,-) zijn nog niet bestemd maar worden

    gereserveerd voor het geval de kosten van onderwijs en/of leerlingenvervoer hoger uitvallen dan nu voorzien is of voor nog niet in te schatten kosten t.b.v. de jeugdgezondheidszorg en/of werk & inkomen.

  • 36

    Bijlage 1 Asielprocedure

    Aankomst in Nederland Een vreemdeling die asiel aanvraagt in Nederland, meldt zich bij een aanmeldcentrum van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Na deze aanmelding vangt het COA de asielzoeker op in de centrale ontvangstlocatie (col) in Ter Apel (Groningen). In de col verzorgt de Vreemdelingenpolitie de registratie en het identiteitsonderzoek. De GGD voert de verplichte tbc-controle uit. Na deze onderzoeken start een periode van rust en voorbereiding op de asielaanvraag, die minimaal zes dagen duurt. De asielzoeker wordt hierin bijgestaan door Vluchtelingenwerk Nederland en de Raad van Rechtsbijstand. Asielzoekers verblijven maximaal vier dagen in de col.

    Asielprocedure Na afronding van de tbc-screening verhuist de asielzoeker naar n van de proces opvanglocaties (pol), waar hij zich verder kan voorbereiden op de asielaanvraag. De pols bevinden zich altijd in de buurt van aanmeldcentra van de IND, waar de asielaanvraag van de asielzoeker in behandeling wordt genomen. Asielzoekers verblijven maximaal twaalf dagen in een pol.

    Het eerste deel van de asielprocedure is de Algemene Asielprocedure. Na afloop hoort de asielzoeker van de IND of zijn asielaanvraag is ingewilligd, geweigerd of dat meer onderzoek nodig is. De asielzoeker verhuist van de pol naar een asielzoekerscentrum (azc). Hier gaat de volgende fase van de asielprocedure in:

    Asielaanvraag is ingewilligd De asielzoeker heeft een verblijfsvergunning gekregen. Het COA koppelt hem aan een gemeente in de regio van het azc. De gemeente zorgt voor

    geschikte woonruimte. De bewoner woont op het azc tot hij de zelfstandige woonruimte kan betrekken (maximaal twaalf weken). Verlengde Asielprocedure De IND heeft meer tijd nodig om een beslissing te nemen op de asielaanvraag. De bewoner gaat de Verlengde Asielprocedure in. Tijdens deze procedure blijft hij op het azc. Asielaanvraag is geweigerd De asielzoeker heeft geen verblijfsvergunning gekregen. Hij heeft nu nog maximaal vier weken recht op opvang in het azc. In deze tijd kan hij zijn vertrek uit Nederland voorbereiden. De Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) ondersteunt de asielzoeker hierbij. Na vier weken dient hij het land te verlaten.

    Vertrek uit Nederland nog niet mogelijk? Soms is vertrek uit Nederland binnen vier weken niet mogelijk. De uitgeprocedeerde asielzoeker heeft dan nog maximaal twaalf weken recht op opvang op een vrijheidsbeperkende locatie (vbl). Op de vbl is de begeleiding van de bewoners gericht op terugkeer.

    Gezinnen met minderjarige kinderen Gezinnen met minderjarige kinderen mogen nooit dakloos worden. Als zij al lang op een azc of vrijheidsbeperkende locatie zitten en eigenlijk geen recht op opvang meer hebben dan worden zij overgeplaatst naar speciale gezinslocaties. Op een gezinslocatie geldt een sober voorzieningenniveau. De begeleiding is volledig gericht op terugkeer.

    Alleenstaande minderjarige vreemdelingen De opvang van minderjarige jongeren die zonder familie naar Nederland zijn gekomen om asiel aan te vragen (alleenstaande minderjarige vreemdelingen of amv) is afhankelijk van de leeftijd en omstandigheden van de jongere. Onafhankelijk van de uitkomst van de asielprocedure heeft de jongere in ieder geval recht op opvang tot de dag dat hij 18 jaar wordt. Daarna geldt dezelfde procedure als voor volwassen asielzoekers.

  • 37

    Bijlage 2 Drie vormen van opvang voor asielzoekers in Nederland Crisisnoodopvang asielzoekers Dit zijn locaties, zoals sporthallen, die ook voor incidenten, rampen of crises worden gebruikt door bevolkingszorg. Op 18 september 2015 is oproep gedaan aan gemeenten om deze aan te leveren. Deze opvang is bedoeld voor in beginsel 72 uur, waarna asielzoekers kunnen doorstromen naar de andere vormen van opvang waar COA mee bezig is. Crisisnoodopvang die langer dan de genoemde 72 uur beschikbaar is, is noodzakelijk. Ook komt het voor dat aan gemeenten wordt gevraagd de 72 uur te verlengen totdat er een nieuwe plek is gevonden voor de desbetreffende groep. Soms volgt er na 72 uur een volgende groep die voor 72 uur wordt opgevangen. Cordinatie voor crisisnoodopvang ligt primair bij veiligheidsregio of indien dat regionaal is afgesproken bij een provincie of grote stad. Noodopvang asielzoekers Dit zijn hallen en locaties voor paviljoens voor de duur van zes tot twaalf maanden met een opvangcapaciteit +/- 300 of meer. Bij voorkeur in de directe nabijheid van een mogelijke tijdelijke of reguliere opvanglocatie. Kabinet, VNG en IPO hebben een dwingend beroep gedaan op de provincies om onder regie van Rijksheren (de Commissarissen van de Koning) in alle provincies een grote noodopvanglocatie in te richten. Deze noodopvang locaties hebben een omvang van 2.000-2.500 en zijn in ieder geval nodig tot en met 2016. Met gemeenten wordt inmiddels ook overleg gevoerd over kleinere noodopvanglocaties. Reguliere opvang asielzoekers Een asielzoekerscentrum (azc) dat door het COA wordt gexploiteerd voor een termijn vanaf twee jaar met een opvangcapaciteit tot 1500+ personen (getallen zijn indicatief). Incidenteel worden ook recreatieparken, migrantenhuisvesting of vergelijkbare accommodaties

    benut waarvan de exploitatie deels door de verhurende eigenaar wordt gevoerd (voor circa 300 800 of meer personen). Het kan gaan om langdurige opvang (tot 30 jaar) en tijdelijke opvanglocaties (tot 5 jaar). Er wordt hard gewerkt om nieuwe AZCs mogelijk te maken. Dit gebeurt onder regie van het COA (structurele investering in opvang), waarbij met het uitgangspunt om 500+ locaties te hebben flexibeler omgegaan wordt, bijvoorbeeld door kleinere vestigingen van in ieder geval 100+ als onderdeel van een grote vestiging (satellietmodel).

  • 38

    Bijlage 3 Huisvesting asielzoekers met verblijfsvergunning Asielzoekers met een verblijfsvergunning gaan deel uitmaken van de Nederlandse maatschappij. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) wijst deze vergunninghouders toe aan gemeenten. Gemeenten moeten hen passende woonruimte aanbieden. COA wijst vergunninghouders toe aan gemeenten De Rijksoverheid bepaalt elk half jaar het aantal vergunninghouders dat gemeenten moeten huisvesten. Grotere gemeenten moeten meer asielzoekers huisvesten dan kleinere gemeenten. Aan de hand van de gesprekken met de vergunninghouder stelt het COA een informatieprofiel op. In dit document staat informatie die belangrijk is voor de huisvesting in de gemeenten, zoals:

    grootte van het gezin; land van herkomst; taal; opleiding; werkervaring; eventueel doktersadvies.

    Op basis van het informatieprofiel koppelt het COA asielzoekers met een vergunning aan gemeenten. Tijdsduur huisvesting Het COA heeft 14 dagen de tijd om een vergunninghouder aan een gemeente te koppelen. Ook maakt het COA binnen 14 dagen het informatieprofiel. Gemeenten hebben gemiddeld 12 weken de tijd om woonruimte te vinden en de verhuizing te regelen. Voor woonruimte maken zij vooral gebruik van het woningaanbod