ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend...

122
1 ACcepTeren in beeldende therapie Een inventarisatie van beeldende therapie opdrachten, interventies en therapeutische houding om aan acceptatie in een ACT behandeling te werken. Hogeschool Arnhem en Nijmegen Onderzoek en Innovatie Begeleider: Karen van Dooren Klas: CTO DHo1x Studentnummer: 60424 Student: Aafke Versantvoort Datum: 6 juli 2012

Transcript of ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend...

Page 1: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

1

ACcepTeren in beeldende therapie

Een inventarisatie van beeldende therapie opdrachten, interventies en therapeutische houding om aan acceptatie in

een ACT behandeling te werken.

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Onderzoek en Innovatie Begeleider: Karen van Dooren

Klas: CTO DHo1x Studentnummer: 60424

Student: Aafke Versantvoort Datum: 6 juli 2012

Page 2: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

2

Dankbetuigingen

Ik wil graag de volgende mensen bedanken die mij erg hebben geholpen dit onderzoek tot stand te brengen. Als eerste Karen van Dooren voor je constructieve begeleiding en feedback, en voor het vertrouwen dat je in me hebt gesteld ook als ik het moeilijk had. Anita Ooms voor de waardevolle stage ervaring die ik bij je heb mogen opdoen, en de introductie van de ACT methodiek die daar mee samenhing. Het lenen van je cliënten voor het afnemen van de enquête en het inhoudelijk zeer verhelderende interview dat ik met je heb mogen houden. Hanneke Veldhuis voor het prettige interview en het gebruik van je cliënten voor de enquête. Laura Houbink, Margot Groenewoud, Gerda Noordzij en Lida van Twisk voor de uitgebreide informatie en ervaringen die jullie met me hebben willen delen tijdens het interview. De cliënten die hebben willen deelnemen aan de enquête. Cis Luttikhuis voor zijn interesse in mijn onderzoek, voor het lezen en de constructieve feedback. Heleen en Simone, voor het meedenken, meevoelen en meelezen van dit stuk. Lars, ook al gaan we uit elkaar ik voel me nog steeds gesteund door je, bedankt dat je al deze jaren achter me hebt gestaan. Familie en vrienden voor de motiverende en steunende woorden en praktische hulp. Mijn ouders, beide zijn overleden tijdens mijn opleiding beeldende therapie. Mijn moeder in mijn tweede jaar (2008) en mijn vader (1 juni 2012). Tijdens het schrijven van deze scriptie. Pap, mam, bedankt voor jullie eindeloze steun en vertrouwen in mij. Uiteindelijk behaal ik mijn diploma dan toch. En tot slot, last but not least, David en Noah, mijn twee zoons. Ik weet dat een studerende moeder niet makkelijk voor jullie is geweest. Maar uiteindelijk waren jullie altijd mijn motivatie om op moeilijke momenten de studie niet op te geven, maar af te ronden. Bedankt allemaal!

Page 3: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

3

Samenvatting

Acceptance and Commitment Therapy is een derde generatie gedragstherapie die in binnen- en buitenland steeds meer wordt ingezet in de behandeling van uiteenlopende psychische problematiek. Om als beeldend therapeuten hierbij aan te kunnen sluiten worden in dit onderzoek de mogelijkheden voor het toepassen van deze methodiek binnen beeldende therapie nader verkend. In dit onderzoek worden van de zes kernprocessen van de ACT Hexaflex, de volgende vier accepterende kernprocessen onderzocht.

Aanwezig zijn in het Hier- en- Nu

Acceptatie van gevoelens

Defusie van gedachten

Het Zelf- als- Context Hierbij wordt gekeken op welke manier deze in beeldende therapie worden aangeboden. Dit inventariserende onderzoek richt zich op opdrachten, interventies en therapeutische houding die door beeldend therapeuten die met deze methodiek werken, worden toegepast. De gegevens zijn verzameld door middel van deskresearch van wetenschappelijke en vakinhoudelijke bronnen naar dit onderwerp, half open interviews met beeldend therapeuten en een enquête bij twee cliëntgroepen om te achterhalen wat voor hen de toegevoegde waarde van beeldende therapie binnen het ACT programma is. Deze enquête bestond uit gestructureerde stellingen (kwantitatief onderzoek) en open vragen (kwalitatief onderzoek). De verzameling van deze gegevens heeft geleid tot een overzicht van verschillende opdrachten, interventies en houdingsaspecten die ingezet worden door beeldend therapeuten tijdens het werken aan de onderzochte kernprocessen van een ACT behandeling.

Page 4: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

4

Inhoudsopgave

Pagina 1. Inleiding 6 1.1. De aanleiding van mijn onderzoeksvraag 6 1.2. De vraagstelling 6 1.3. Subvragen 6 1.4. Het belang van het antwoord op deze vraag 6 1.5. Betrokkenen 7 1.6. Persoonlijke beroepsmatige ontwikkeling 7 1.7. De doelstelling 7 1.8. Subdoelen 7 1.9. Verwachtingen 8 1.10. Kernbegrippen` 8 2. De onderzoeksmethode 10 2.1. Onderzoeksbenadering 10 2.2. Databronnen en dataverzamelingtechnieken 10 2.3. Kwaliteitscriteria 11 2.4. Analysemethoden 12 2.5. Verloop van dataverzameling 12 3. Resultaten literatuur 13 3.1. Inleiding 13 3.2. De Toegevoegde waarde van beeldende therapie aan een ACT behandeling. 13

3.3. Beeldende opdrachten en interventies om aan acceptatie binnen de ACT hexaflex te werken. 14

3.4. Aspecten van de therapeutische houding in een ACT behandeling. 17 4. Resultaten Interviews met beeldend therapeuten 20 4.1. Inleiding 20 4.2. De verschillende doelgroepen waarmee met ACT wordt gewerkt. 20 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4. De toegevoegde waarde van beeldende therapie aan een ACT behandeling. 21 4.5. De mogelijkheden om de toevoeging van beeldende therapie door een andere vorm van therapie te behalen. 21 4.6. Opdrachten en interventies. 21 4.7. Aspecten van een therapeutische houding in een ACT behandeling. 25 4.8. De manier waarop er in een sessie opdrachten aangeboden worden. 26 5. Resultaten enquête met cliënten die beeldende therapie in een ACT behandeling hebben (gehad) 27 5.1. Inleiding. 27 5.2. Wat voegt volgens cliënten beeldende therapie aan een ACT behandeling toe. 27

Page 5: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

5

5.3. De waardering voor beeldende therapie binnen een ACT behandeling. 27 5.4. De behoeften van cliënten in een ACT behandeling met beeldende therapie. 27 5.5. Hebben cliënten baad gehad bij beeldende therapie in de behandeling van de door mij onderzochte gebieden van de ACT Hexaflex? 28 5.6. Welke opdrachten en interventies worden door cliënten als effectief of contra-effectief ervaren? 29 6. Conclusie/discussie 30 6.1. Welke interventies, mediumopdrachten en therapeutische houding worden er in beeldende therapie aangeboden om aan de mindfulness en acceptatie processen van ACT te werken? 30 6.2. Proces en resultaatbesprekingen eigen mediumontwikkeling. 32 6.3. Onderzoeksresultaten en eigen mediumontwikkeling. 33 6.4. Toevoeging van dit onderzoek aan de beroepspraktijk. 33 6.5. Suggesties voor vervolgonderzoek. 34 Referentielijst 35 Bijlagen 37 Bijlage 1. Uitgewerkte Opdrachten voor de verschillende kernprocessen: 37

Aanwezig zijn in het hier en nu 39 Acceptatie van gevoelens 43 Cognitieve defusie 45 Het zelf als context 47

Bijlage 2. Uitgewerkte interviews met beeldend therapeuten die met ACT werken 49 Uitgewerkte legenda 49 Interview Anita Ooms 50 Interview met Hanneke Veldhuis 62 Interview met Margot Groenewoud 67 Interview met Laura Houbink 72 Interview met Gerda Noordzij 79 Interview met Lida van Twisk 87 Bijlage 3. Enquête afgenomen bij ouderen die de module reeds hebben afgerond. 96 Bijlage 4. Enquête afgenomen bij cliënten van het behandelhuis die nog deelnemen aan de behandeling. 103 Bijlage 5. Resultaten van de stellingen uit de enquêtes in diagrammen 107 Bijlage 6. Tabel van antwoorden op open vragen uit de enquête 118 De beeldende werkstukken die in deze scriptie worden getoond zijn werken die ik tijdens mijn medium onderzoek heb gemaakt. Dit onderzoek heeft gelijktijdig plaatsgevonden met het schrijven van deze scriptie voor Onderzoek en Innovatie.

Page 6: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

6

1. Inleiding

1.1. De aanleiding van mijn onderzoeksvraag Vanuit mijn laatste stage ervaring heb ik kennis gemaakt met de Acceptance and Commitment Therapy (ACT) methodiek, binnen het behandelhuis van GGNet Winterswijk. In dit behandelhuis wordt kortdurende zorg verleend (korter dan twee jaar), aan mensen met uiteenlopende psychiatrische problematiek, zoals stemmingstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en psychotische aandoeningen. Er zijn groepen in deeltijdbehandeling en groepen die kortdurend zijn opgenomen en vanuit de kliniek de behandeling volgen. Tijdens deze stage sprak de methodiek mij erg aan. Met name het aspect dat de gevoelens en gedachten waar een cliënt hinder van ondervindt, niet inhoudelijk veranderd worden maar dat de manier van omgaan met deze gevoelens en gedachten veranderen. Dit is naar mijn idee een wezenlijk verschil met andere vormen van therapie. De gedachten en gevoelens zijn er nog wel, maar ze hebben minder invloed op het handelen en leven van de cliënt. Juist door de gevoelens en gedachten te accepteren, en ze de ruimte te geven om er te mogen zijn, kan hun impact op het leven afnemen. Daardoor treedt er kwaliteitsverbetering op in het leven van de cliënt. Dit onderzoek richt zich daarom op de onderdelen die met deze acceptatieprocessen samenhangen. Ik kreeg tijdens mijn stage de indruk dat beeldende therapie een goede aanvulling kan zijn op een ACT behandeling, maar toen ik hiervoor theoretische ondersteuning zocht bleek die nauwelijks te bestaan. De Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, (2009) vroegen om meer onderzoek naar de werking van ACT binnen beeldende therapie. Hun oproep inspireerde mij tot dit onderzoek. 1.2. De vraagstelling Welke opdrachten, interventies en therapeutische houdingsaspecten binnen beeldende therapie in een ACT behandeling dragen bij aan het accepteren van gedachten en gevoelens die samenhangen met de problematiek waar de cliënt voor in behandeling is? 1.3. Subvragen

1. Wat maakt beeldende therapie waardevol als toevoeging aan een ACT behandeling?

2. Zou deze toevoeging van het beeldend medium ook door een andere vorm van therapie bereikt kunnen worden?

3. Welke opdrachten en interventies worden er aangeboden om aan de kernprocessen defusie, aanwezig zijn in het Hier- en- Nu en het Zelf- als- Context te werken?

4. Wat zijn typische aspecten van een therapeutische houding in een ACT behandeling?

5. Op welke manier worden er in een sessie opdrachten aangeboden?

6. Welke toegevoegde waarde zien cliënten die deelnemen aan een ACT behandeling in beeldende therapie als toevoeging aan dit programma?

1.4. Het belang van het antwoord op deze vraag Handelen in het beeldend medium kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de ACT behandeling als geheel. Er is nog nauwelijks onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van

Page 7: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

7

ACT binnen beeldende therapie. In het artikel van de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009) wordt benadrukt dat zowel ACT als beeldende therapie ervaringsgerichte vormen van therapie zijn. Dit onderzoek inventariseert welke interventies, opdrachten en therapeutische houding door de verschillende vakliteraire bronnen en beeldend therapeuten wordt gehanteerd om tot acceptatie te komen. Door middel van een cliënten enquête is getracht te achterhalen welke opdrachten en interventies de cliënten als effectief ervaren om binnen deze methodiek tot acceptatie te komen. In het huidige bezuinigingsklimaat is het van belang dat er een antwoord komt op deze vraag omdat er steeds meer vraag komt naar effectmetingen van gehanteerde methodieken in de gezondheidszorg.

1.5. Betrokkenen 1. Beeldend therapeuten die met de ACT methodiek werken

2. Cliënten die een behandeling (hebben) ondergaan volgens de Acceptance and Commitment Therapy met beeldende therapie

1.6. Persoonlijke beroepsmatige ontwikkeling Door dit onderzoek uit te voeren, wil ik meer zicht krijgen op welke beeldende opdrachten, interventies en therapeutische houding toegepast worden om aan acceptatie van gevoelens en gedachten te werken binnen een ACT behandeling. Dit helpt mij om deze methodiek nog effectiever in te zetten en practise based te onderzoeken.

1.7. De doelstelling

Middel/ opzet Vanuit verschillende wetenschappelijke en vaktherapeutische bronnen en door middel van interviews met beeldend therapeuten die met ACT werken, wordt een inventarisatie gemaakt welke opdrachten en interventies zij inzetten om binnen beeldende therapie te werken aan het accepteren van gedachten en gevoelens die samenhangen met de problematiek van de cliënten. Daarnaast worden cliënten die met deze methodiek in behandeling zijn een enquête afgenomen, waarin achterhaald wordt hoe zij beeldende therapie ervaren en welke opdrachten en interventies voor hen het meeste geholpen hebben om tot acceptatie te komen van hun gedachten en gevoelens in de behandeling. Daarnaast wordt middels deze enquête achterhaald welke opdrachten en interventies zij als moeilijk hebben ervaren. 1.8. Subdoelen: 1. De toegevoegde waarde van beeldende therapie aan een ACT behandeling onderzoeken.

2. Onderzoeken of beeldende therapie een toegevoegde waarde heeft die ook door een andere vorm van therapie zou kunnen worden vervult.

3. Duidelijk omschreven opdrachten en interventies hebben voor de kernprocessen:

Aanwezig zijn in het Hier- en- Nu (mindfulness)

Acceptatie van gevoelens

Defusie van gedachten (cognitieve defusie, het loslaten van gedachten als voldongen feiten)

Het Zelf- als- Context (observerende zelf, oordeelvrij kijken naar je eigen handelen, voelen en denken)

Page 8: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

8

4. Houdingsaspecten omschrijven die speciefiek worden toegepast binnen een ACT behandeling door de (beeldend) therapeut.

5. Zicht krijgen op de overeenkomsten en verschillen in manier van opzet van sessies, door beeldend therapeuten die vanuit de ACT methodiek behandelen.

6. Zicht krijgen op welke opdrachten cliënten aangeven dat hen hebben geholpen, of juist niet, in het acceptatieproces.

1.9. Verwachtingen Verwacht wordt door middel van dit onderzoek een beeld te kunnen geven van de manier waarop beeldende therapie een bijdrage kan leveren in een ACT behandeling.

1.10. Kernbegrippen

Acceptance and Commitment Therapy (ACT) is een vorm van gedragsanalyse die aan het eind van de 20ste eeuw is ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog Steven C. Hayes. In ACT wordt cliënten geleerd zich te richten op zaken die ze op directe wijze kunnen beïnvloeden, zoals hun eigen gedrag, in plaats van controle proberen te krijgen over ervaringen die niet direct te beïnvloeden zijn, zoals emoties en gedachten (dit wordt experiëntiële vermijding genoemd). Dit impliceert een acceptatiegerichte houding ten opzichte van deze emoties en gedachten. Kern van ACT is de filosofie dat het vechten tegen onvermijdelijke zaken uiteindelijk ten koste gaat van een waardevol leven (Luoma, Hayes & Walser, 2008) en (Harris, 2010) .

De ACT methodiek bestaat uit zes gebieden/ kernproccessen die nauw met elkaar samenhangen en elkaar deels overlappen (Luoma, Hayes & Walser, 2008). Deze zijn verbonden met elkaar via onderstaande Hexaflex en hebben als gezamenlijk doel om tot psychische flexibiliteit te komen.

Page 9: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

9

Er zijn twee gebieden die nauw met elkaar samenhangen: De mindfulness en acceptatiekant van de hexaflex, waar de kernprocessen Hier- en- Nu, acceptatie van gevoelens, defusie van gedachten, en het Zelf- als- Context bij horen. Daarnaast is er de commitment en gedragsveranderingkant, die de gebieden Hier- en- Nu, waarden, toegewijde actie en Zelf- als- Context beslaat. (Luoma, Hayes & Walser, 2008)

Aanwezig zijn in het Hier-en- Nu (Mindfulness): De vaardigheid om oordeelsvrij in het Hier-en-Nu ervaringen te observeren en te ondergaan zonder actie te ondernemen om ervaringen te vermijden, te controleren of vast te houden. Daarnaast betekent het ook psychisch aanwezig zijn in het huidige moment: dat iemand bewust verbindt en toelegt op wat er ook op dit moment gebeurt. (Harris, 2010)

Acceptatie van gevoelens: Het openstellen en plaatsmaken voor pijnlijke gevoelens, sensaties, opwellingen en emoties. Leren stoppen met vechten tegen onvermijdelijke zaken in het leven, waaronder ook menselijk leed, maar leren om deze de ruimte te geven en deze gevoelens er te laten zijn. Dit betekent niet dat het fijn gevonden moet worden of dat men er naar verlangt, er wordt slechts ruimte geboden om er te zijn. (Harris, 2010)

Cognitieve defusie: Kijken naar het denken: het leren scheiden van cognities (kennis, ideeën of overtuigingen) en gedrag. Een stap achteruit leren doen van gedachten, beelden en herinneringen. Iemand kan iets anders doen dan zijn of haar gedachten ingeven, wat de keuzevrijheid biedt om het 'advies' dat het brein geeft op te volgen, of niet. Gedachten laten komen en gaan en ze voorbij laten drijven als bladeren in stromend water. De gedachten leren zien voor wat ze zijn – niets meer en niets minder dan woorden of beelden. (Harris, 2010)

Zelf- als- Context: Het deel van ieder mens dat onveranderlijk is en uitsluitend kan observeren, het zogenaamde observerende zelf. Het is dat aspect wat zich bewust is van alles wat iemand op enig moment denkt, voelt of doet, het jezelf zien in context (samenhang) met de omgeving, de mens bestaat uit meer dan zijn of haar problemen, (Harris, 2010)

Waarden: Elk mens heeft bepaalde waarden waar hij of zij zijn hele leven naar streeft. Dit zijn geen doelen die behaald kunnen worden. Een doel is namelijk iets wat af te ronden is, maar een waarde is nooit volledig te behalen. Door met cliënten hun waarden te onderzoeken kan de cliënt zijn leven meer de richting geven die voor hem bevredigend is, en wordt de focus meer op de mogelijkheden en minder op de beperkingen gelegd. (Harris, 2010)

Toegewijde actie: Bij toegewijde actie wordt er samen met de cliënt concreet gezocht welke stappen hij of zij in zijn leven kan nemen om meer naar zijn of haar eigen waarde te leven. Waardoor de cliënt een voor hem of haar waardevoller leven kan leiden. (Harris, 2010)

Relation Frame Theory (RFT): ACT is gefundeerd op de zogenaamde Relational Frame Theory (RFT). Deze theorie gaat ervan uit dat alle psychische problemen die in een mensenleven ontstaan veroorzaakt worden door de werking van onze cognitie en taal. (Luoma, Hayes & Walser, 2008) Volgens deze theorie hebben onze gedachten en cognities de functie om ons te behoeden voor gevaar, maar kunnen zij zich niet snel genoeg aanpassen aan onze veranderende maatschappij. Onze cognities blijven zoeken naar gevaar,

Page 10: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

10

dat op dit moment een stuk minder reëel aanwezig is dan in de prehistorie. Tegenwoordig hoeven we ons lang niet altijd meer te laten leiden door onze eigen angstmachine (Harris, 2010). Conceptueel (met eenzelfde theoretische en filosofische grondslag) is ACT sterk verwant met andere vormen van de zogenaamde derde generatie gedragstherapie, zoals dialectische gedragstherapie (Linehan), aandachtsgerichte cognitieve gedragstherapie (mindfulness), gedragsactivatie en functionele analytische therapie (FAP). Het belangrijkste onderscheid met cognitieve gedragstherapie (CGT) is dat CGT zich richt op symptoomverlichting door verandering van de inhoud van gedachten, terwijl ACT zich richt op het veranderen van de relatie die een cliënt heeft met zijn gedachten, dus het veranderen van de functie van deze gedachten.

Doelgroepen waarmee Beeldende therapie binnen een ACT behandeling wordt ingezet. ACT is een methodiek die in steeds meer GGZ instellingen zijn intrede doet in Nederland. Voor dit onderzoek ben ik op zoek gegaan naar beeldend therapeuten die in een GGZ instelling werken met ACT. Op dit moment ben ik op de hoogte van twee instellingen waar met ACT wordt gewerkt: GGZ Altrecht en GGNet. In de eerste instelling heb ik drie kunstzinnig therapeuten gesproken die werken met mensen met onverklaarbaar lichamelijke klachten. Bij GGNet heb ik twee beeldend therapeuten en een stagiaire gesproken. Een beeldend therapeut werkt met ouderen, de andere therapeut en de stagiaire werken met groepen voor kortdurende behandeling (korter dan twee jaar). De problematiek van de doelgroep is zeer divers: As I, As II, en As IV problematiek van de DSM-IV (APA, 1994). Bij GGNet worden er verschillende groepen behandeld met de ACT methodiek, zowel klinische groepen en deeltijdbehandeling voor stemmingsstoornissen en persoonlijkheidsproblematiek, als een aparte groep voor mensen met psychotische klachten. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat ACT aantoonbaar effect heeft in de behandeling van zeer veel aandoeningen, zoals angst, depressie, obsessief-compulsieve stoornis, sociale fobie, gegeneraliseerde angststoornis, schizofrenie, borderline persoonlijkheidsstoornis, stress op het werk, chronische pijn, drugsgebruik, psychische verwerking van kanker, epilepsie, gewichtsproblemen, stoppen met roken en problemen rondom diabetes.1

1 Bach & Hayes, 2002, Branstetter; Wilson, Hildebrandt & Mutch, 2004; Dahl, Wilson & Nilsson, 2004; Twohig, Hayes & Masuda, 2006; e.a.

Page 11: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

11

2. De onderzoeksmethode

2.1. Onderzoeksbenadering Er is een inventariserend onderzoek uitgevoerd met elementen van een procesevaluerend onderzoek en een effectevaluatie (Migchelbrink, 2010). Het inventariserende deel bestaat uit het verzamelen van de reeds bestaande wetenschappelijke en vakinhoudelijke literatuur aangaande mijn onderwerp en het interviewen van beeldend therapeuten die met deze methodiek werken. Volgens Migchelbrink (2010) is in dit soort onderzoek de vraagstelling gericht op het verkrijgen van informatie over wat er aan de hand is met betrekking tot het onderzoeksonderwerp. Het proces evaluerende onderdeel is de mening van cliënten over de ACT behandeling in beeldende therapie. In dit onderzoekstype wordt onderzoek gedaan naar het feitelijk verloop, of een aspect daarvan, van het professionele handelen. (Migchelbrink, 2010). Tevens zitten er elementen in van een effectevaluatie (Migchelbrink, 2010) De vraag die bij dit type onderzoeksmethodiek hoort is altijd ‘Werkt het?’ Is de uitgevoerde activiteit (handeling, programma, cursus) effectief? Doordat ik in mijn interviews en enquête navraag doe naar welke opdrachten en interventies wel of niet effectief bevonden worden door therapeuten en cliënten om in een ACT behandeling cliënten te stimuleren om tot acceptatie van gedachten en gevoelens te komen rond de problematiek waarvoor zij in behandeling zijn.

2.2. Databronnen en dataverzamelingstechnieken Om tot beantwoording van de hoofdvraag te komen wordt er in dit onderzoek gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Door middel van de triangulatie tussen wetenschappelijke en vakinhoudelijke literatuur, interviews met beeldend therapeuten en cliënten die een behandeling met ACT en beeldende therapie (hebben) ondergaan, wordt onderzocht of er een match bestaat tussen de vakliteratuur met wat cliënten en therapeuten zeggen over wat werkzaam is. In de wetenschappelijke en vaktherapeutische literatuur heb is echter niets gevonden wat cliënten erin betrekt. De vraag die dan ook rijst is de volgende: Wordt het enthousiasme wat therapeuten hebben, gedeeld door de cliënten?

Hiervoor wordt de vraag vanuit drie perspectieven bekeken:

Literatuur:

Wetenschappelijk: welke aspecten van een therapeutische houding zijn kenmerkend voor ACT?

Vaktherapeutisch: Welke therapeutische houding, opdrachten en interventies worden ingezet om aan de vier kernprocessen: aanwezig zijn in het Hier- en- Nu, acceptatie van gevoelens, cognitieve defusie en het Zelf- als- Context te werken? Tevens worden deze bronnen gebruikt om te onderzoeken wat beeldende therapie waardevol maakt als toevoeging aan een ACT behandeling.

De bronnen die hiervoor zijn gebruikt zijn: Boeken, tijdschrift artikelen en scripties.

Therapeuten:

De geïnterviewde therapeuten hebben diverse achtergronden en ervaring. Van de geïnterviewde therapeuten zijn er drie kunstzinnig therapeut, twee beeldend therapeut en een stagiaire beeldende therapie. De volgende vragen zijn hen voorgelegd: Wat maakt beeldende therapie waardevol als toevoeging aan een ACT behandeling? Kan deze toevoeging van het beeldend medium ook door een andere vorm van therapie bereikt

Page 12: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

12

kunnen worden? Welke opdrachten en interventies worden er aangeboden om aan acceptatie, defusie, aanwezig zijn in het Hier- nu- Nu en het Zelf- als- Context te werken? Wat maakt deze opdrachten en interventies geschikt om juist aan deze onderdelen van de hexaflex te werken? Wat zijn typische aspecten van een therapeutische houding in een ACT behandeling? Op welke manier worden er in een sessie opdrachten aangeboden? Om kwalitatieve gegevens te verzamelen heb ik gebruik gemaakt van een gestructureerde open interview techniek en inhoudsanalyse van deze gegevens. De uitwerkingen van deze interviews zijn te vinden in bijlage 2 (blz. 49-95).

Cliënten: Er zijn twee cliëntengroepen bereid gevonden om mee te werken aan de enquête. Deze twee groepen bestaan uit de volgende cliënten.

Een groep is in behandeling en doorloopt simultaan diverse stadia van deze behandeling. Bij deze doelgroep wordt de ACT behandeling als volgt aangeboden: De verschillende disciplines die deel uitmaken van het behandelaanbod hebben de verschillende kernprocessen onderverdeeld. Beeldende therapie werkt met name aan aanwezig zijn in het Hier- en- Nu, Acceptatie van gevoelens, Cognitieve Defusie en het Zelf- als- Context.

Een groep heeft de behandeling reeds afgerond. Bij deze doelgroep wordt de ACT behandeling als volgt aangeboden: De beeldende therapie wordt gezien als verdieping van de gesprekstherapie. Alle kernprocessen van de ACT komen in beeldende therapie aan bod en worden aansluitend aan de gesprekstherapie aangeboden en als cyclus doorlopen.

Door deze enquête is getracht zicht krijgen op ervaringen van cliënten die in een ACT behandeling beeldende therapie hebben (gehad), waarmee de laatste subvraag van het onderzoek wordt beantwoord: Welke opdrachten en interventies worden door cliënten als wel en niet effectief ervaren? Door middel van gestructureerde stellingen en open vragen zijn er kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzameld, met betrekking tot de ervaringen van cliënten in een ACT behandeling met beeldende therapie. Deze gegevens zijn door middel van een inhoudsanalyse verwerkt. De resultaten van de enquêtes zijn te vinden in bijlagen 5 en 6 (blz. 107-122).

2.3. Kwaliteitscriteria Dit onderzoek hanteert de volgende kwaliteitscriteria die Michelbrink (2010) voor praktijkonderzoek omschrijft: bruikbaarheid, validiteit en betrouwbaarheid.

Het voldoet aan het criterium bruikbaarheid doordat het onderzoek voor een groot deel bestaat uit ervaringen uit de praktijk, zowel van beeldend therapeuten als cliënten. Hierdoor kan dit onderzoek door beeldend therapeuten die geïnteresseerd zijn in het werken met ACT of al met deze methodiek werken, gebruikt worden als referentiekader voor het werken aan de kernprocessen die te maken hebben met acceptatie binnen een ACT Behandeling.

Er staan concrete opdrachten en interventies in Bijlage 1 ( p.37-48) van dit onderzoek die in de praktijk gebruikt worden en kunnen worden, aangepast aan de doelgroep waarmee de beeldend therapeut werkt. Daarnaast wordt de behandeling met de cliënten geëvalueerd en verwoorden zij in hoeverre zij baat hebben gehad bij de opdrachten en interventies bij het accepteren van de gedachten en gevoelens omtrent de reden van hun deelname aan de behandeling .

Page 13: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

13

De criteria validiteit en betrouwbaarheid zijn terug te vinden in de verantwoording van verschillende stappen en beslissingen die ik neem met betrekking tot dit onderzoek. Mijn werk is hierdoor transparant en controleerbaar door derden. 2.4. Analysemethoden Er is in dit onderzoek gekozen voor een kwalitatieve en kwantitatieve inhoudsanalyse van de verzamelde literatuur, interviews en enquête. Hiermee wordt bedoelt dat niet alleen naar de inhoud van de opdrachten en interventies wordt gekeken maar ook naar de frequentie van het aantal malen dat een onderwerp ter sprake kwam. De interviews zijn grotendeels verbatim uitgewerkt, bij twee interviews is een deel van de vragen per mail beantwoord. Vervolgens zijn deze ruwe versies van de interviews gecodeerd volgens een startlijst (Migchelbrink, 2010) op grond van de vraagstelling en subvragen (zie bijlage 2.). De enquêtes die geretourneerd zijn, zijn verwerkt in grafieken. Waarbij voor het kwantitatieve gedeelte gebruik is gemaakt van turflijsten (Migchelbrink, 2010), en voor het kwalitatieve deel zijn de antwoorden eerst gecodeerd en vervolgens is ook de turflijsttechniek toegepast.

2.5. Verloop van dataverzameling Naar aanleiding van het onderzoeksonderwerp, de vraagstelling en de doelstelling, heb ik subvragen voor dit onderzoek ontworpen. Ook is tijdens dit onderzoek de hoofdvraag aangepast door de variëteit van doelgroepen waarmee met deze ACT methodiek wordt gewerkt. Het eerste uitgangspunt van dit onderzoek was deze methodiek te onderzoeken met één doelgroep, maar deze opzet is aangepast omdat de gegevens met name uit de praktijk zijn gehaald en de beeldend therapeuten die met deze methodiek werken met verschillende doelgroepen werken. Ik merkte tijdens het doen van dit onderzoek dat ik het moeilijk vond om het onderzoeksonderwerp te kaderen en zo doelgericht bezig te zijn.

Door de beperkte vakinhoudelijke bronnen over dit onderzoeksonderwerp is ervoor gekozen om de enquêtes en interviews uit de praktijk veel gewicht in het onderzoek toe te kennen. Doordat ik in mijn stage al ervaring had opgedaan met het werken met deze methodiek had ik al een theoretisch kader voor ik aan dit onderzoek begon. Dit kader is uitgediept tijdens dit onderzoek, en heb op grond hiervan zijn de enquête- en interviewvragen opgesteld. Nadat de verzamelde gegevens zijn geanalyseerd volgens bovengenoemde methodische stappen zijn op grond van de verkregen informatie conclusies getrokken, aanbevelingen voor vervolgonderzoek en aanbevelingen voor de lopende behandelingen geschreven. De concrete uitgewerkte opdrachten die dit onderzoek hebben opgeleverd zijn verwerkt in een losse bijlage (1), geordend per kernproces.

Page 14: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

14

3. Resultaten literatuur

3.1. Inleiding Er is veel geschreven over de methodiek van ACT en zijn kaders in psychologische literatuur. Daarnaast bestaan er ook veel boeken en artikelen over beeldende werkvormen en methodieken. Echter over de combinatie van ACT en beeldende therapie heb ik slechts een artikel, een behandelprotocol en twee scripties gevonden. Voor de toegevoegde waarde van beeldend therapie aan een ACT behandeling en de opdrachten en interventies is gebruik gemaakt van de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, (2009), Hayes & Rowse (2008), Leusink (2009), Goyens (2008). Bij de therapeutische houding in een ACT behandeling is ook geput uit wetenschappelijke bronnen over behandeling met ACT, Harris ( 2010), A-Tjak (2008) en Luoma, Hayes & Walser (2008).

In dit hoofdstuk worden verschillende beeldende opdrachten aangedragen (zie bijlage 1 van deze scriptie, p. 38 - 49).

3.2. De toegevoegde waarde van beeldende therapie aan een ACT behandeling “Omdat ACT net als beeldende therapie ook ervaringsgericht werkt, lijken haar uitgangspunten heel toepasbaar binnen beeldende therapie.”2 In dit artikel over de toepasbaarheid van beeldende therapie en ACT, wordt benadrukt dat er in de methodiek van ACT veel met oefeningen en metaforen gewerkt wordt, wat ook zeer toepasbaar is binnen beeldende therapie.

Daarnaast wordt de vergelijking in dit artikel gemaakt met het analoge proces model van Smeijsters (Smeijsters, 2003) waarin benadrukt wordt dat wat een cliënt in het beeldend werk laat zien aan gedrag ook als gedrag te herkennen is in zijn of haar dagelijks leven: “Waar bij taal de waarneming en de inhoud als ‘product’ samenvallen en meestal slechts beperkt zijn in de tijd (woorden worden gesproken en zijn weer weg, gevoelens komen en gaan), geeft beeldend werken de permanente aanwezigheid van een product.”3 Een voordeel hiervan is dat men letterlijk afstand kan nemen van een beeldend werkstuk, door het innemen van een observatorpositie. Ook de veelheid en flexibiliteit waarmee ACT werkt als het gaat om het gebruik van het symbool, de metafoor, de vorm en de inhoud biedt voor beeldend therapeuten vele mogelijkheden. Wel moet dit beeldend werk deel blijven uitmaken van de persoonlijke ervaring van de cliënt, het mag geen ‘ding’ worden. Volgens de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009) is juist deze band, dit analoge proces, waardevol in de ACT behandeling.

Aanwezig zijn in het Hier-En- Nu Volgens de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, (2009), biedt beeldende therapie op dit gebied tal van mogelijkheden. “Tijdens beeldende therapie is het de bedoeling dat de cliënt zich (meer) bewust wordt van zijn doorlopende proces van gedachten en gewaarwordingen. De therapeut helpt de cliënt de aandacht te richten op wat er Hier-En-Nu is.”4

2 de Groot,Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009, p. 11 3 de Groot,Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009, p. 13 4 de Groot,Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009, p. 14

Page 15: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

15

Door de aandacht van de cliënten keer op keer te richten op het materiaal waar ze mee aan het werk zijn en de beleving daarvan, kan er binnen beeldende therapie erg goed aan deze vaardigheid worden gewerkt volgens de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, (2009). De cliënt leert zijn aandacht te verschuiven van in beslag nemende gedachten en in contact te komen met wat er nu speelt. “De actie die zich afspeelt tijdens het vormgeven geeft een waarneembaar resultaat… Als cliënten hier naar kijken brengt dat contact met het hier- en- nu.”5.

Acceptatie van gevoelens Beeldend werken vindt in een analoog proces op twee manieren plaats. Het kan zowel vermijdend zijn als accepterend. Acceptatie kan op twee manieren een rol spelen, zowel in het beeldende proces als in de omgang met het resultaat van dit proces.“Op het procesniveau hoort het beeldend werken te gebeuren vanuit een bereidheid om de gedachten en de gevoelens die opkomen werkelijk te beleven.”6 Dit kan gefaseerd opgebouwd worden. Het resultaat kan bekeken, weggestopt of zelfs vernietigd worden. Ook dit heeft te maken met verschillende niveaus van acceptatie volgens de Groot,Goyens, Lambrichts & Kuypers, (2009).

Defusie Beeldende therapie is erg geschikt volgens de Groot,Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009) om aan defusie te werken. “Men kan beeldende producten – de beeldgeworden beleving – immers bekijken als puur materiële producten (gemaakt van bijvoorbeeld papier of verf), men kan ze manipuleren, ermee ‘spelen’ of zaken toevoegen.”7

Zelf – als - context Ook aan het oefenen van deze vaardigheid kan volgens de Groot,Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009) beeldende therapie een belangrijke bijdrage leveren. Metaforen kunnen verbeeld worden of het observerende zelf kan aan een beeld worden toegevoegd aan de inhoud van de belevingen. Een observatiepositie innemen ten aanzien van het product kan deze vaardigheid versterken. Ook met het aannemen van een observatiepositie tijdens het beeldend proces, het handelen zelf, wordt deze vaardigheid geleerd.

3.3. Beeldende opdrachten en interventies om aan acceptatie binnen de ACT hexaflex te werken. Opdrachten en interventies voor aanwezig zijn in het Hier- En – Nu. De Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009), Hayes & Rowse (2008), Leusink (2009), Goyens (2008)* noemen ‘De bus’ als belangrijke opdracht om tot aanwezig zijn in het Hier- en- Nu te komen. ‘De bus’ staat symbool voor het leven van de cliënt. Het doel is niet om de ‘passagiers’ (symbool voor gevoelens en gedachten) kwijt te raken, maar om de cliënt te leren hier bewust bij stil te staan. Het is dan ook van belang dat cliënten in het hier en nu contact met hun passagiers maken tijdens het beeldende proces.

Een opdracht die Leusink (2009) noemt is ‘Mindful klei kneden’. Met deze kennismakingsoefening kunnen cliënten volgens Leusink (2009) direct aan de slag en het

5de Groot,Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009, p. 14

6 de Groot,Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009, p. 14 7 de Groot,Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009, p. 14 * deze laatste twee auteurs plaatsen de opdracht onder “waarden

Page 16: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

16

aanwezig zijn in het Hier- en- Nu ervaren in de praktijk. Op deze manier kunnen de cliënten rustig met elkaar en de ACT werkwijze kennismaken.

Tevens noemt Leusink (2009) de opdracht ‘Non-verbaal contact maken’. Deze opdracht vraagt de cliënt te handelen naar wat zich op dat moment aandient. Door het non-verbale aspect kan er gemakkelijker gevoeld worden wat er in contact gebeurt. In de vervolgopdracht wordt een deel van het werk nader bekeken, waardoor er ruimte ontstaat om het perspectief te veranderen, defusie kan hierdoor tevens plaatsvinden.

Hayes & Rowse, (2008) bieden een opdracht aan waarbij er ‘vrij geschilderd wordt met aandacht voor het Hier- en- Nu’. In deze sessie wordt er na het uitvoeren van de beeldende opdracht ruimte geboden om ervaringen uit te wisselen. Laat cliënten nagaan of er verschil was met andere sessies waarbij er geluisterd werd naar de moeilijke gedachten en gevoelens.

Een introductieopdracht uit, Hayes & Rowse, (2008) die gebruikt kan worden in een kennismakingssessie, is ‘De berg’. De berg staat symbool voor het leven van de cliënt, waarbij de top de waarden symboliseren, die je al bergbeklimmend soms wel en soms niet kan zien. De belangrijkste vraag hierbij is: Waar sta je nu?

De laatste opdracht die voor deze kernvaardigheid in de vakliteratuur stond, is: ‘Het visualiseren en op papier weergeven van gedachten en gevoelens die rond een bepaald thema spelen’. Verschillende kleine tekeningetjes op een vel papier drukken de verschillende gevoelens uit die rond een bepaald thema bij de cliënt spelen. De focus bij deze opdracht ligt op het ruimte geven aan deze gevoelens en ze er laten zijn, zich er niet langer tegen te verzetten. Ook gaat de therapeut bij deze opdrachten in op wat voor gevoelens en spanningen deze beelden nu bij de cliënt oproepen. Deze opdracht komt uit Goyens (2008).

Opdrachten en interventies voor Acceptatie van gevoelens. De Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, (2009) noemen de opdracht ‘De rugzak’ om aan dit kernproces te werken. Verschillende werkvormen die symbool staan voor moeilijk aanvaardbare ervaringen in het leven, worden letterlijk op de rug genomen en als bagage in het leven gedragen.

Een andere opdracht van de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009), is ‘Contact maken met pijnlijke ervaringen’. Cliënten wordt gevraagd hun traumatische herinneringen en ervaringen te verbeelden op een groot stuk papier, waarna ze gevraagd wordt er letterlijk lichamelijk contact mee te maken door er tegenaan te gaan staan. Deze opdracht is geschikt voor cliënten met voldoende draagkracht. Deze oefening kan stapsgewijs worden aangeboden, omdat het voor veel cliënten een erg zware oefening is. Een tussenstap is bijvoorbeeld de cliënt te laten tekenen op een klein blaadje en dit bij zich te laten dragen.

Leusink (2008) noemt de opdracht ‘De schutting’. Met deze oefening worden cliënten uitgenodigd om zonder zelfcensuur alles neer te zetten wat hen op dat moment bezighoudt.

Hayes & Rowse (2008) en Goyens (2008) vermelden beiden ‘Het gevecht met het monster’. Door te accepteren dat belemmerende gedachten en gevoelens er zijn, leren cliënten daar ruimte voor te creëren en het gevecht ermee te staken. Deze belemmerende gedachten en gevoelens gaan hen zo minder hinderen. Door deze metafoor leren cliënten hoe dit werkt bij hun gedachten en gevoelens.

Page 17: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

17

Opdrachten en interventies voor cognitieve defusie. De opdracht die de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009) bij dit kernproces toepassen is: ‘Een stripverhaal maken met een belemmerende gedachte in de hoofdrol’. Deze opdracht kan volgens de auteurs van het artikel helpen om los te komen van deze gedachten, die vaak ook een eigen leven zijn gaan leiden.

Een ander opdracht uit de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009), is ‘Fysicaliseren van de grootste pijn’,. De bedoeling is dat de cliënt het resultaat kan zien en vasthouden, en daardoor de van de grootste pijn defuseerd, en het als iets buiten zichzelf kan beschouwen.

Leusink (2009) beschrijft de volgende beeldende opdracht om tot defusie te komen: ‘Droom eiland’.In deze opdracht helpt fantaseren om te defuseren van gedachtes en gevoelens waar je mee samen valt. Fantaseren/spelen schept ruimte voor andere impulsen.

Een andere opdracht uit Leusink (2009) is ‘Mess-painting’. Deze oefening sluit aan bij aandachtsgericht bezig zijn: in het gevoel zijn en geen kans krijgen om het verstand hier tussen te laten komen door de tijdsdruk. Deze opdracht is vooral geschikt om beeldend los te komen van bijvoorbeeld veroordelende gedachtes.

In Hayes & Rowse (2008) worden twee opdrachten beschreven. In de eerste worden de cliënten gevraagd om een ‘metafoor te maken van hoe zij denken dat hun gedachtenmachine werkt’. Deze opdracht wordt aangeboden om afstand te leren nemen van de gedachten en ze niet langer als waarheden aan te nemen. De tweede opdracht is: ‘Feest spandoek maken van een moeilijke gedachte’. Duidelijk wordt dat het doel niet is om de gedachte te laten verdwijnen maar dat de cliënten er op een andere manier naar leren kijken. Door erover in gesprek te gaan kan blijken in een groep dat veel cliënten dezelfde gedachten hebben. De gemeenschappelijke ervaring maakt de gedachten lichter.

In Goyens (2008) wordt na de opdrachten over het verbeelden van moeilijke gedachten en gevoelens een vervolgopdracht gegeven door aan ieder moeilijk beeld wat tijdens de eerste sessie is ontstaan, een neutraal beeld toe te voegen, zodat de context van het beeld verandert en er defusie van de gedachten kan ontstaan.

Opdrachten en interventies voor het Zelf- als- Context. In beeldende therapie kunnen volgens de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009) cliënten met een negatief zelfbeeld baat hebben bij de opdracht van ‘De baboesjka’s’. In deze opdracht wordt de cliënt als het ware in lagen verdeeld waarbij de kern blanco en onveranderd blijft. Deze kern staat voor het observerende zelf, het Zelf- als- Context.

Een variatie hierop is het maken van ‘Een persoonlijk schaakbord’ (de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009 en Goyens, 2008). Het schaakbord staat voor de cliënt, en de zwarte en witte stukken zijn alle gedachten die deze bij zich draagt, zowel positief als negatief. “De stukken hebben het schaakbord nodig om gedragen te worden en hoewel het schaakbord alle stukken kan dragen, kan het niet kiezen welke stukken het draagt en welke niet. Zowel de zwarte als de witte stukken horen erbij.”8

Een opdracht uit Hayes & Rowse (2008) is ‘Worstelingen in verf’. Door één van hun worstelingen te verbeelden kan de cliënt deze worsteling waarnemen en observeren, maar

8 de Groot,Goyens, Lambrichts & Kuypers, (2009), p. 15

Page 18: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

18

kan de cliënt tevens ervaren dat hij meer is dan deze worsteling. De cliënt hoeft er niet langer automatisch mee te versmelten.

3.4. Aspecten van de therapeutische houding in een ACT behandeling. Algemene houdingaspecten voor ACT therapeuten Leusink (2009), ondersteund door Harris ( 2010), A-Tjak (2008) en Luoma, Hayes & Walser (2008), beschrijft de volgende houdingsaspecten voor ACT therapeuten:

Een transparante houding aannemen, door bijvoorbeeld kleine zelfonthullingen te doen over hoe je de sessie instapt of aan te geven dat je zelf ook soms worstelt met gedachten of gevoelens. Daarnaast inzicht geven in wat er van de cliënten gedurende een sessie wordt verwacht, wat er in een sessie wordt aangeboden en hoe dit gaat gebeuren.

Een gelijkwaardige houding aannemen, de therapeut staat coachend en aanmoedigend naast de cliënt: ‘Ik zie de cliënt lopen en kan van een afstandje meelopen maar kan niet zijn weg voor hem afleggen’, (A-Tjak, 2008).

Stimuleren door positief te bevestigen en erkenning te geven voor wat er op dat moment gevoeld en gedacht wordt. Erkennen van de problematiek stimuleert ook.

Observerend (zonder oordeel) over zowel gedachtes en gevoelens van jezelf als therapeut als over die van de cliënten. Je bent hiermee voorbeeld in het handelen in de vaardigheid Zelf- als- Context.

Harris (2010) noemt de volgende houdingsaspecten:

Doordat de therapeut zich luisterend open stelt, de ervaringen en gevoelens van de cliënten bevestigt en erkent dat ze hebben geleden, kan een sterke, vertrouwensvolle en open relatie ontstaan.

Om deze relatie open en gelijkwaardig te houden is het belangrijk om toestemming te vragen aan de cliënten voor de therapeut iets onderneemt. Daarnaast is het ook van groot belang om als de therapeut zelf fouten maakt deze hiervoor zijn excuses aan biedt.

De therapeut blijft vooral zichzelf, als de therapeut zich niet innerlijk verbonden is met wat deze aanbiedt, zal dit gemaakt overkomen op de cliënten en minder effectief zijn in zijn werking.

Luoma, Hayes & Walser (2008) vullen deze houdingsaspecten aan:

De therapeut vermijdt standaard interventies, maar gebruikt interventies die aansluiten bij specifieke behoeften van specifieke cliënten. De therapeut is bereid op elk moment zijn aanbod aan te passen aan de behoeften van de cliënt.

De therapeut accepteert de moeilijke gedachten, herinneringen en gevoelens van de cliënt, zonder deze op te willen lossen.

De therapeut voert de problemen altijd terug naar wat de ervaring van de cliënt laat zien en vervangt deze niet door eigen opvattingen.

De therapeut gaat niet in discussie, preekt niet, dwingt niet en tracht de cliënt niet te overtuigen.

Relevante processen worden onderkend op het moment dat ze plaatsvinden en worden, waar mogelijk, direct ondersteund in de context van de therapeutische relatie.

Page 19: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

19

Goyens (2008) noemt tot slot nog:

De therapeutische houding is de houding naar zichzelf en naar anderen toe, die genezend, liefdevol, accepterend, respectvol en open is. De therapeutische relatie creëert een sociale context waarin belangrijke problemen kunnen worden opgeroepen. De focus van de therapeut ligt op de persoon en zijn waarden, niet op symptoom reductie.

Houdingsaspecten voor beeldend therapeuten die met ACT werken Beeldend therapeuten die met ACT willen werken zullen volgens de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009) en Hayes & Rowse (2008) een zekere mate van ervaring en vaardigheid moeten ontwikkelen. Daarnaast moeten zij overtuigd zijn van de werkende kracht van het beeldend medium en de metamorfosen die hierin kunnen plaatsvinden. Volgens Hayes & Rowse (2008) is het van belang om als therapeut altijd in woord en daad het voorbeeld te geven om zo vertrouwelijkheid te ontwikkelen en cliënten te laten zien hoe ACT toegepast kan worden.

Hayes en Rowse (2008) prefereren het als de therapeut net als zijn cliënten de beeldende opdrachten samen met de groep uitvoert. Wel moet er dan op gelet worden dat het werk dat de therapeut maakt aansluit bij de smaak en mogelijkheden van zijn/haar doelgroep. Aan de ene kant geeft dit de therapeut een manier om de gelijkwaardigheid tussen hem en de groep te bevorderen, aan de andere kant kan hij op deze manier als voorbeeld dienen van het integreren van ACT processen in de praktijk. Zelfonthullingen moeten dan ook alleen worden gedaan als dat voor het cliëntenproces van belang is.

Interventies die aansluiten bij de therapeutische houding In de scriptie van Leusink (2009) staan de volgende interventies die aansluiten op de houding van de beeldend ACT therapeut.

Korte uitleg geven over ACT theorie en op welke manier je deze in beeldende therapie inzet, zonder dat deze uitleg te cognitief en theoretisch wordt.

De cliënt actief bewust maken van de beperkingen van taal en hem erop wijzen als hij veroordelend over eigen gedachten en gevoelens praat. Beeldend werken is bij uitstek geschikt om dit te laten ervaren en het gebruik van taal te reduceren.

Verbanden leggen tussen de ACT theorie, beeldende opdrachten, verbaal en mediumgedrag van de cliënten. Om te kunnen begrijpen waar ACT over gaat zijn deze verbanden van groot belang voor de cliënten.

Het is van belang dat je als therapeut opdrachten aanbiedt waarmee je zelf ook een verbinding voelt, want dit heeft een weerslag op de uitvoering van de opdracht door cliënten. ACT maakt veel gebruik van voorbeeldgedrag door de therapeut en daarmee ook van de beleving van het contact op verschillende niveaus in de sessies.

In de scriptie van Goyens (2008) staan de volgende interventies, die gericht zijn op het aannemen van de juiste therapeutische houding als ACT therapeut:

Als therapeut neem je een standvastige en besluitvaardige houding aan maar tegelijkertijd blijf je vriendelijk en geruststellend. De therapeut luistert empatisch naar de cliënt en zoekt mee naar oplossingen. Als therapeut ben je niet confronterend maar bied je veiligheid aan.

Page 20: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

20

De activiteiten worden door de therapeut geleid, waarbij structuur en duidelijkheid van wezenlijk belang is. Aan het begin van de sessie wordt de activiteit door de therapeut uitgelegd (duidelijkheid). Na de activiteit volgt meestal een korte nabespreking.

In de therapeutische relatie moeten discussies open en onbevooroordeeld verlopen. Het doel is het normaliseren van de symptomen, zoals ook “normale” mensen problemen ondervinden. Een dergelijke houding verhoogt de kans dat de cliënt symptomen bij de therapeut komt melden en het vermindert de nood als deze symptomen als “echt” worden gezien. (Hayes & Strosahl, 2004)

Volgens Hayes & Rowse (2008) is het mogelijk om voorbeelden aan te dragen over hoe er uiting gegeven kan worden aan bepaalde concepten, maar zij pleiten ervoor dat de tijd genomen wordt om de cliënten hier zelf vorm aan te laten geven.

Hayes & Rowse (2008) pleiten er bij adolescenten voor om tijdens het beeldend werken de cliënten de ruimte te geven om met elkaar te spreken over de verschillende ACT processen waar aan gewerkt wordt. Ook ‘gewone’ conversatie kan plaatsvinden, daarbij kan de therapeut defuserende commentaren leveren als: “Je gedachte is dus…”

Hayes &Rowse (2008) geven het belang aan van het meewerken als de cliënten aan het werk zijn om de gelijkwaardige houding tussen cliënt en therapeut te bevorderen. Tijdens de afrondingsfase van het beeldend werken kan al worden besproken welke ACT processen in deze sessie zijn ervaren. De therapeuten doen mee in deze bespreking en delen ook hun ervaringen.

Page 21: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

21

4. Resultaten interviews met beeldend therapeuten

4.1. Inleiding Tijdens de zoektocht naar beeldend therapeuten die met ACT werken zijn er twee GGZ instellingen in beeld gekomen die vanuit deze visie behandelingen hebben opgezet, namelijk Altrecht en GGNet. In dit hoofdstuk worden verschillende beeldende opdrachten aangedragen. De concrete uitwerking van deze opdrachten is terug te vinden in Bijlage 1 van deze scriptie (blz. 37-48). De uitgewerkte interviews met deze therapeuten zijn te vinden in bijlage 2 (blz. 49- 95).

4.2. De verschillende doelgroepen waarmee met ACT wordt gewerkt. De therapeuten, Margot Groenewoud, Gerda Noordzij en Lida van Twisk, die bij Altrecht werkzaam zijn, werken alle drie met mensen met onverklaarbaar lichamelijke klachten (psychosomatische klachten). De therapeuten van GGNet hadden een meer diverse doelgroep waarmee ze met deze methodiek werken. Hanneke Veldhuis werkt met ouderen met diverse psychische klachten, bijvoorbeeld angst- en stemmingsproblematiek, maar ook rouwproblematiek. Anita Ooms werkt met kortdurende behandeling (korter dan twee jaar), zowel in groepsverband als individueel. Deze behandeling wordt zowel in deeltijdbehandeling als opnamen plaatsen aangeboden. Bij beide groepen wordt de ACT behandeling ingezet. De problematiek varieert van angst- en stemmingsstoornissen, persoonlijkheidsproblematiek to psychotische aandoeningen. Laura Houbink heeft stage gelopen op een deeltijdbehandeling, waarbij één van de deeltijdgroepen tussen opname vervangende behandeling en inzichtgevende plus behandeling in zit. Hier waren cliënten met autismespectrum stoornissen in de groep aanwezig, maar ook mensen met angst- of stemmingsproblematiek en persoonlijkheidsstoornissen. Ook in individuele trajecten werd ACT toegepast.

4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling Uit de interviews bleek dat beeldende therapie op twee verschillende manier in een ACT behandeling wordt ingezet. Deze manieren van toepassen zijn niet instellingsafhankelijk. Bij Veldhuis en Houbink wordt beeldende therapie gekoppeld aan de gesprekstherapie. De behandeling heeft een meer trainingsgericht karakter en beeldende therapie heeft als functie om de onderwerpen die in de gesprekstherapie aan bod zijn geweest verder te verdiepen. Zodoende komen alle gebieden van de ACT hexaflex (zie hoofdstuk 1) die in deze instellingen tot de ACT behandeling behoren aan bod.

Bij Ooms, Noordzij, Groenewoud en van Twisk is de hexaflex van ACT echter meer onderverdeeld over de verschillende disciplines binnen het behandelaanbod. In iedere vorm van therapie ligt de nadruk op één of meer gebieden van de hexaflex. Alle vier noemen ze de vier kernprocessen die samenhangen met de acceptatiekant van de ACT hexaflex, dus aanwezig zijn in het hier en nu, acceptatie van gevoelens, cognitieve defusie en het zelf als context, als gebieden waar met name de beeldende therapie een belangrijke bijdrage levert in de behandeling. Wel geven alle therapeuten aan dat er geen hele strikte scheiding plaatsvindt in het behandelaanbod, omdat de gebieden elkaar veel overlappen en nauwe verwantschap met elkaar vertonen. Tevens geven Ooms en Groenewoud heel specifiek aan dat vanuit de literatuur blijkt dat ACT meer een behandelvisie is dan een strak

Page 22: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

22

geprotocolleerde methodiek, waardoor er voor elke behandelaar ruimte is om zijn eigen werkwijze en invulling aan de behandeling te geven. 4.4. De toegevoegde waarde van beeldende therapie aan een ACT behandeling. Alle geïnterviewde therapeuten zijn het er over eens dat beeldende therapie een grote toegevoegde waarde heeft in een ACT behandeling. Ooms, Groenewoud, Houbink, Noordzij en van Twisk benoemen alle vijf dat het in beeld brengen van gevoelens die (nog) niet verwoord kunnen worden, tot verdieping leidt in het behandelaanbod, doordat emoties makkelijker doorleefd kunnen worden. Daarnaast geven Ooms, Veldhuis, Noordzij en van Twisk aan dat juist het handelingsgerichte karakter van beeldende therapie heel goed bij de ACT benadering aansluit. Zoals Ooms het verwoordt: ” Door het spelen ga je uit je hoofd. En dat is meer denk ik wat beeldend doet. Door in actie te komen ben je denk ik niet meer zo aan het denken. Maar dan ben je in het hier en nu. Maar meer binnen het expiriëntiële, het handelend bezig zijn, daarin kun je heel veel doen.”

Ook het ervaren in het huidige moment wordt door Ooms, Noordzij, van Twisk en Veldhuis benoemd als belangrijke toegevoegde waarde van beeldende therapie. Zoals Noordzij het benoemt: “Wat mijn ervaring is, dat het in beeld brengen voegt toch een dimensie toe. Het is echt. Het krijgt een vorm, het krijgt een kleur, het krijgt een beweging. En dat is iets heel tastbaars. Dat is er gewoon, en dat kun je niet meer ontkennen.” Dit zijn handvatten om aan het aanwezig zijn in het Hier- en- Nu, acceptatie en Zelf- als- Context te werken.

Tegelijk geeft van Twisk aan dat het verbeelden in het beeldend medium cliënten ook de veiligheid bied om afstand van het werk te nemen, er even niet naar te hoeven kijken.

4.5. De mogelijkheden om de toevoeging van beeldende therapie door een andere vorm van therapie te behalen. Over de mogelijkheden om de toevoeging van beeldende therapie ook te behalen door een andere vorm van therapie, zijn de meningen verdeeld. Ooms, Veldhuis, Noordzij en van Twisk zijn van mening dat door het specifieke karakter van beeldende therapie, deze vorm van therapie een toevoeging heeft die niet met een andere vorm van therapie te behalen valt. Met name het aspect van beeldende therapie dat er een beeld buiten de cliënt blijft bestaan ook als hij uit het proces is getreden, wordt als een toegevoegde waarde gezien die moeilijk door een andere vorm van therapie op dezelfde wijze kan worden behaald. Juist doordat het beeld dat is gemaakt blijft bestaan kan er op teruggegrepen worden op een later moment. Wel zijn al deze therapeuten van mening dat ook andere vormen van non-verbale therapie op hun eigen manier een extra dimensie kunnen toevoegen aan een ACT behandeling.

Groenewoud en Houbink zijn van mening dat ook andere non-verbale vormen van therapie dezelfde resultaten kunnen bereiken als beeldende therapie. Groenwoud geeft aan dat het meer te maken heeft met de affiniteit die een cliënt met een bepaald medium heeft om de effectiviteit van de behandeling te bepalen, en Houbink denkt dat je de meeste opdrachten die ze beeldend heeft aangeboden ook om te zetten zijn naar een ander medium. Dus dat het oefenen met de kernprocessen hierdoor in alle media bereikt kan worden.

4.6. Opdrachten en interventies. Opdrachten en interventies voor aanwezig zijn in het Hier- en- Nu. Ooms geeft de volgende opdrachten aan voor deze hoek van de hexaflex: “Als er een tijdje wat minder gebeurt dan ga ik meditatief tekenen met ze, met twee handen, dan komt er

Page 23: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

23

weer wat emotie bovendrijven, dan heb ik weer wat over het Hier- en- Nu. Mijn favoriete opdracht is ‘de bus’. Daar gebeurt heel veel in. Je laat dus de belemmerende gedachtes daarin stappen. Ik ben dat zelf iedere keer op andere manieren aan het doen. Er gebeuren echt dingen in het Hier- en- Nu… de emoties. En een mooie vervolg opdracht daarop vind ik ‘verleden-heden-toekomst’. Dus ook om niet te veel in het verleden te zitten, en ook niet te veel in de toekomst. Dat is toch wel wat mensen geneigd zijn te doen. ‘De berg’ heb ik ook wel eens aangeboden, uit het ACT protocol van Louise Hayes. Maar ook ‘beeldmeditatie’s als er een tijdje niets gebeurt.”

Veldhuis geeft de volgende opdrachten voor het aanwezig zijn in het Hier- en- Nu: “’Een soort beeldende meditatie’ (net als Ooms). Dat vind ik ook altijd wel een prettige manier van werken binnen ACT. Dus vaak begin ik vooraf met een beeldmeditatie. Op basis waarvan dan dingen uitgewerkt kunnen worden. Het maakt het heel beeldend, en mensen staan ook even wat dichter bij zichzelf. Brengen echt de aandacht naar het hier en nu. Een praktisch voorbeeld hiervan is ‘het weerbericht van de stemming op dit moment’ . Daarnaast bied ik ze ook ‘de bus’ aan.”

Groenewoud biedt de volgende oefeningen aan om in het hier en nu aanwezig te zijn: “Ik gebruik zowel ‘de Bus’ als ‘het uitkomende ei’ van Ellen Budde, waarbij er dan een metamorfose ontstaat tijdens het werken. Interventies die ik toepas om mensen in het hier en nu te houden, is te benoemen dat ik zie dat ze wegdrijven, of als mensen in een trauma schieten naar het gevoel vragen van het huidige moment, niet het moment van toen. Daarnaast heb ik ook nooit een gum, dat vindt ik het mooie van beeldend: het wordt gemaakt in het nu en het is er. Er op verder werken mag wel, dat is ontwikkeling, maar uitgummen is iets verwijderen en dat past niet in de ACT gedachte.”

Houbink biedt hiervoor ‘geleide fantasieën’ aan, maar ook het afzonderlijk of gezamenlijk ‘namaken van een bestaand kunstwerk’, om zo de focus te creëren op hetgeen in het huidige moment aanwezig is. ‘De bus’ heeft ze ook toegepast.

Noordzij biedt met name ‘aandachtsgerichte manieren van werken’ aan om in het hier en nu aanwezig te zijn. Eén van deze oefeningen is om ‘in gedachte naar een vermoeid lichaamsdeel te gaan en beeldend iets te maken wat het nodig heeft’. Een aantal cliënten blijkt het heel moeilijk te vinden om die twee dingen samen te voegen. Een andere is ‘het tekenen van een vorm of een beweging met twee handen tegelijkertijd’. Hierbij vraagt ze cliënten of er verschil is tussen de twee kanten van hun lichaam of dat er associaties opkomen met ervaringen of belevingen van vroeger.

Van Twisk gebruikt voor dit onderdeel van de hexaflex eerst een ‘bodycheck’, wat symbool staat voor ‘een bodem vinden in jezelf’ (bij de bekken). Deze schaalvorm wordt in klei weergegeven, soms is deze bodem groot, vaak ook klein of zelfs niet aanwezig. Een vervolgopdracht is het ‘een stille plek in jezelf vinden’: “Die stille plek wordt in kleur in beeld gebracht. Uiteindelijk wil je dat de cliënten opnieuw aan zichzelf gaan hechten maar dan van binnen uit. Dat er ergens iets is waar ze weer op aan kunnen komen. Ook de verschillen van links en rechts leren herkennen. Als je veel stilstaat bij jezelf dan merk je ook dat je de ene kant van je lichaam beter voelt dan de andere kant. Om te kijken welke kant is warm, welke kant is koud? Dat kun je ook in beeld zetten, in kleuren. En grenzen: in hoeverre kan de cliënt zijn grenzen aangeven, dat is ook een heel belangrijk onderdeel.”

Page 24: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

24

Opdrachten en interventies voor Acceptatie van gevoelens. Een van de opdrachten die Veldhuis voor het accepteren van gevoelens noemde was ‘de rugzak’, in combinatie met ‘het monster’. De rugzak staat symbool voor de bagage die je in je leven meeneemt. Deze bagage wordt verbeeld door monsters die eerst op papier zijn gemaakt en staan voor de gedachten en gevoelens waar de cliënt in zijn leven het meest mee worstelt. Deze monsters worden in de rugzak gedaan, met daarop een bestemming getekend waar de cliënt heen wil gaan, zijn belangrijkste waarde. Vervolgens is de cliënten gevraagd de rugzak op te doen en symbolisch de eerste stap te zetten op weg naar de rest van hun leven. Een andere oefening is die uit het artikel van de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers (2009) waarbij de cliënten gevraagd wordt om ‘hun grootste pijn te verbeelden en daar dan letterlijk lichamelijk contact mee te maken’.

Groenewoud geeft aan bij dit onderdeel veel met ‘metaforen’ te werken, zoals het letterlijk verbeelden van de houding die je aanneemt als je met je gevoelens in gevecht bent of ze probeert weg te duwen. Ze gebruikt ook de metafoor van ‘het monster’. Cliënten verbeelden hoe het voelt als je het touw loslaat en of daar een verschil tussen is. Ook leren cliënten letterlijk contact te maken met een gevoel en dat in beeld te brengen.

Zowel Groenewoud als Ooms geven aan dat het accepteren van het beeldend werk vaak een moeizaam, maar leerzaam proces is. Binnen beeldende therapie zijn werkstukken niet “mooi” of “lelijk”: er is slechts wat er is en daar moet je het mee doen. Dit kan weerstand oproepen, cliënten hebben soms de neiging hun eigen werk te willen vernietigen. Dit wordt zelden geaccepteerd door de therapeuten, juist omdat het een deel van de cliënt zelf is.

Houbink gaf aan veel uit de Gestalttherapie te hebben gebruikt. Zo ook de geleide fantasie -opdracht van ‘De (rozen)struik’. Als interventie noemt Houbink bijvoorbeeld dat als een cliënt in tranen uitbarst, ze daar even bij stil staat en vraagt of de cliënt daar iets over kwijt wil. Mocht dit de cliënt niet lukken op het moment zelf, dan accepteert de therapeut dat en komt ze daar op een later moment op terug.

Noordzij en van Twisk geven aan dat ze om tot acceptatie van gevoelens te komen veel gebruik maken van ‘beeldmeditaties of focustechnieken’. Als het werk af is neemt de cliënt letterlijk afstand van het beeld, zodat hij voldoende rust ervaart om naar het beeld te kunnen kijken. Als een cliënt niet mee wil doen aan een opdracht vraagt Noordzij diegene om naar het gevoel of de gedachten te gaan die deelname belemmert en die in beeld te brengen.

Opdrachten en interventies voor cognitieve defusie. Ooms benoemde een drietal defusieopdrachten. De eerste is ‘het schaakbord’. De tweede is ‘het feestspandoek’ . Tot slot gebruikt ze de opdracht ‘het stripverhaal’ .

Ook Veldhuis gebruikt de opdracht ‘het stripverhaal’. Daarnaast maakt ze ook gebruik van het ‘contact maken met de pijn’. Met klei worden de monsters verbeeld en wordt vormgegeven aan de pijn.

‘De lopende band oefening’ (Haeyen, 2007) is ook een oefening om tot defusie te komen. Van Twisk geeft aan dat kijken naar je denken en in contact staan met ervaringen die we van nature willen vermijden, in de beeldende therapie een prachtig thema is om uit te werken. Een andere opdracht die genoemd wordt is: ‘Welk hoofdstuk uit jouw boek is nog nooit gelezen en zou je eens willen delen?’. Interventies die de therapeut doet zijn bijvoorbeeld het stimuleren van terughoudende mensen en het confronteren van mensen die te weinig rekening met anderen houden. Het onderzoeken van verschillende

Page 25: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

25

standpunten versterkt het open kijken naar wat is in het moment, het kunnen bewegen en vermindert het vastzitten aan oordelen.

Volgens Noordzij kan defusie verder uitgewerkt worden door een en ander aan het beeld te veranderen. Groenewoud besteedt veel aandacht aan defusie in haar nabesprekingen door de cliënten te vragen: ”Wat zie je?”. Zij ziet vaak fusie tussen denken en voelen, dit kan niet gescheiden worden. Ze besteedt veel aandacht aan het scheiden van wat de cliënt ziet en voelt door hiernaar te vragen.

Houbink tot slot heeft geen concrete defusie opdrachten gedaan, maar hier wel in houding en verbale interventies aan gewerkt.

Opdrachten en interventies voor het Zelf- als- Context. Ooms geeft aan bij dit onderdeel veel aan ‘beeldmeditatie’ te doen. Zo vindt zij ‘het schaakbord’ ook onder het Zelf- als- Context vallen en zij biedt net als Veldhuis ‘de babaoesjka’s’ aan. Volgens Ooms werkt deze metaforische opdracht alleen als mensen bij hun gevoel kunnen komen tijdens het werken. Volgens Veldhuis is dat zowel defusie als het Zelf- als- Context. Het is een in elkaar grijpend systeem. Daarnaast biedt Veldhuis als typische opdracht voor het Zelf- als- Context de beeld meditatie opdracht ‘De berg’ aan. ‘De berg’ zelf is onveranderlijk, een soort van innerlijke kern, maar de omstandigheden veranderen wel.

Groenewoud, Noordzij en van Twisk richten zich op vragen als: “Wat neem ik nu waar? Wat is er nu?” Er wordt bijvoorbeeld als opdracht gegeven om, ‘zonder dat je er naar gekeken hebt, je schoen te tekenen. Daarna wordt de schoen op tafel gezet en nagetekend’ . “Want hoe je waarneemt is heel erg van invloed op hoe een ervaring is en ook weer wat je er mee doet. Dus heel erg op dat moment vanuit het hier en nu.”(Groenewoud, 2012). Een andere opdracht die Groenewoud vaak geeft is het ‘natekenen van verwelkte bloemen’. Groenewoud beschrijft dat het commentaar vaak niet van de lucht is als de cliënten binnenkomen. “Als therapeut zeggen we er niks over en als ze gaan tekenen doen ze vaak mooie ontdekkingen. Als ze goed gaan kijken, gaan ze iets anders ontdekken dan wat ze eerst hadden gezien, of denken te hebben gezien en een oordeel over hadden. Mensen zijn dan zo verbaasd.”

Noordzij vertelt het volgende over haar opdracht en interventies voor het werken met het zelf als context: ”’Wat voel ik’ bijvoorbeeld, spulletjes ongezien uit een zak halen op je rug. En dan voelen, wat voel ik nou eigenlijk. En dat ‘meditatieve tekenen’, dat is natuurlijk ook heel erg individueel. Daar kun je soms ook verschillende associaties opbrengen. Verschillende reacties bij ervaren.”

Over haar interventies zegt ze: “Dan ga ik meestal beeldelementen benoemen. Zo van: “Goh, kijk eens alsof het in een museum hangt, wat zie je? Is iets rond of recht?” Waardoor je cognitie eigenlijk meer geactiveerd wordt. En dan laat ik ook altijd de anderen meedenken, waardoor het toch ook wel wat met de anderen doet. Een andere oefening is: ‘Een vorm pakken, en dat mensen dan moeten benoemen wat ze zien, zonder daarbij te gaan associëren of te gaan oordelen, of te gaan voelen’. Oordeelvrij waarnemen. En dan ook de diepere laag daaronder, mag iets zijn wat het is?”

Noordzij en van Twisk proberen in hun verbale interventies steeds de volgende volgorde te hanteren: “Wat zie je? Wat voel je? Wat spreekt het uit?” Het is voor cliënten al heel wat om dat onderscheid te leren maken. Bij ACT is het belangrijk dat je leert onderscheiden dat je niet alleen maar je klachten bent. Je bent ook niet alleen maar je psyche. Beiden doen ook

Page 26: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

26

veel waarnemingsoefeningen bij dit onderdeel. Er wordt bijvoorbeeld een voorwerp doorgegeven en alleen benoemd wat er te zien is. Als op die manier voldoende afstand is gecreëerd wordt dit beeldend uitgewerkt.

Een andere waarnemingsoefening die van Twisk benoemt is ‘het werk van een kunstenaar bekijken’.

4.7. Aspecten van een therapeutische houding in een ACT behandeling. Uit de interviews blijkt dat er een aantal houdingsaspecten van wezenlijk belang zijn voor (beeldend) therapeuten die met ACT werken. Houbink gaf aan dat het naar haar idee zelfs meer om de therapeutische houding gaat bij ACT dan om de concrete opdrachten en interventies. Hieronder zijn de belangrijkste houdingsaspecten puntsgewijs benoemt:

Een open accepterende houding. Houbink en Groenewoud zeggen: “Als therapeut heb je niet de taak om inhoudelijk de gedachten of de gevoelens van je cliënten te veranderen, maar je op het grote geheel te richten, namelijk de manier van omgaan met die gedachten en gevoelens waar je je op richt.” Dit betekent dat je als therapeut een open uitnodigende houding naar je cliënten toe aanneemt. Van Twisk benadrukt dat je “als het ware een soort moederrol aanneemt, bij cliënten die vaak slecht gehecht zijn. Dit zijn processen die gepaard gaan met afweer en verweer, vallen en opstaan. De contacten die je met mensen hebt luisteren daarom ook heel nauw, maar zonder een echt contact is er geen ACT behandeling mogelijk.”

Oordeelsvrije houding. Zowel van Twisk, Noordzij, Houbink, Groenewoud als Ooms, geven dit aan als een van belangrijkste houdingsaspecten voor een ACT therapeut. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat de nadruk binnen een ACT behandeling niet op de inhoud van de gedachten en gevoelens ligt maar alleen op de omgang hiermee. Anderzijds geeft van Twisk aan dat “Dat niet oordelende van: ongeacht wat jij doet, ik blijf naast jou staan, dat geeft ook weer holding, dat is ook een deel van de moederrol die je als therapeut op je neemt.”

Bewust zijn van je eigen valkuilen en deze ook tonen. Groenewoud geeft aan dat het ook van belang is je eigen valkuilen te kennen als je deze vorm van therapie wil geven en deze ook te tonen als voorbeeld voor de cliënten. Zo kunnen cliënten zien dat iemand een waardevol leven kan leiden met alle moeilijkheden en onvolkomenheden die nu eenmaal bij het leven horen. Van Twisk benadrukt daarnaast dat juist door ook je eigen kwetsbare kanten te tonen en jezelf te blijven, de cliënten zich ook makkelijker openstellen naar haar toe.

In het moment aanwezig kunnen zijn. Door bijna alle geïnterviewde therapeuten wordt dit als de kern van de houdingsaspecten genoemd. Hiermee bedoelen ze niet alleen dat er van vooraf bedachte opdrachten afgeweken kan worden als dat beter past, maar ook dat er, als bijvoorbeeld emoties hoog oplopen in een sessie, de ruimte genomen wordt om stil te staan bij deze ervaringen. Tevens wordt er op zo’n moment ruimte geboden om de emoties met de groep te delen. Maar ook als een groep baldadig binnenkomt kan de therapeut daar in een beeldende opdracht op inspelen zodat er ruimte wordt gecreëerd om dit te uiten.

Wederzijds respect, samen op reis gaan. Door een open houding van de therapeut kan er als het ware samen op reis gegaan worden. Zowel de therapeut als de cliënt treden in een proces, zowel ieder individueel als gezamenlijk, waarbij er ruimte gecreëerd wordt

Page 27: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

27

voor de gevoelens van iedereen. Dat betekent ook dat de therapeut, als dat wenselijk is, zelfonthullingen doet, zodat zij als voorbeeld voor de cliënt kan dienen. De therapeut toont dat zij een mens van vlees en bloed is. Je bent als therapeut dus een mens onder de mensen. Dit aspect werd met name door van Twisk en Ooms benadrukt.

Duidelijke kaders bieden. Van Twisk en Groenewoud geven beiden aan dat het van belang is dat je als therapeut ook zelf duidelijk grenzen en kaders kan bieden, zonder oordeel. Van Twisk geeft de volgende argumentatie voor het belang van duidelijke grenzen stellen: “Soms is het gezond om te zeggen van: “Hé, volgens mij is het nu beter dat we dit heel even inkapselen, we moeten het heel even zo laten nu. Is dat goed voor je om dat heel even zo te laten? Maar dat lijkt me gezond op dit moment. En niet helemaal laten uitlopen, OK?” Dat doe je dan in overeenstemming, nou dat is dan ook weer goed, maar dat is natuurlijk bij iedereen verschillend. Heel erg tot rust brengen, dat is belangrijk. Dat je ook weet wat er loskomt. Dat je ook daarin mag... Maar heeft te maken met die hechting en vertrouwen dat jij dan ook weer mag zeggen, als behandelaar, van: “Nou, volgens mij is het zo even goed.” En dat mag dan ook. Dat is wel bijzonder.”

4.8. De manier waarop er in een sessie opdrachten aangeboden worden. De meeste geïnterviewde therapeuten beginnen hun sessie vaak of altijd met een soort van bodycheck. Dit heeft als doel om stil te staan en te concentreren op wat er op het moment speelt bij de cliënten. De meeste van de geïnterviewden hebben van tevoren een opdracht voorbereid die ze na de bodycheck de cliënten, na een korte uitleg, laten uitvoeren. Deze opdracht is vaak flexibel om aan te kunnen sluiten bij wat er op dat moment speelt. Houbink, Noordzij en van Twisk bereiden zelden een opdracht voor maar baseren hun sessie vaak uitsluitend op wat er in het huidige moment om aandacht vraagt. Ooms en Groenewoud werken vaak met de cliënten mee. Veldhuis doet dit juist niet. Groenewoud en Noordzij proberen zoveel mogelijk stilte in de sessie te creëren zodat de cliënten goed bij zichzelf kunnen blijven. Na het werken nemen alle geïnterviewden de tijd voor een nabespreking, waarin de ervaringen op het moment van werken gedeeld worden.

Page 28: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

28

5. Resultaten enquête met cliënten die beeldende therapie in een ACT behandeling hebben (gehad)

5.1. Inleiding. Twee beeldend therapeuten (Anita Ooms en Hanneke Veldhuis) hebben toestemming gegeven om een enquête af te nemen bij een aantal van hun cliënten, om hun mening te vragen over beeldende therapie binnen hun ACT behandeling. De cliënten van Ooms zijn op het moment van de enquête nog bezig met de behandeling en omdat ze in een open groep zitten, betekent dit dat hun ervaringen met de behandeling ook divers zijn. De cliënten van Veldhuis hebben de behandeling reeds afgerond. In de dataverwerking van de stellingen die cliënten zijn voorgelegd (zie bijlage 5, blz. 107-117), is een onderscheid gemaakt in totaal beeld (blauw), cliënten die de behandeling hebben afgerond (roze) en cliënten die nog in behandeling zijn (groen). De resultaten uit de open vragen zijn ook in staafdiagrammen gevat (zie bijlage 6, blz. 118- 122). Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen de cliënten die de behandeling reeds hebben afgerond en de cliënten die nog in behandeling zijn.

5.2. Wat voegt volgens cliënten beeldende therapie aan een ACT behandeling toe. Vijf van de twaalf geënquêteerde cliënten gaf aan dat ze beeldende therapie als ontspannend ervoeren. Drie van de geënquêteerden gaf aan dat ze binnen beeldende therapie tot nieuwe ontdekkingen kwamen, zowel op het gebied van gevoelens als in het werken met verschillende materialen. Eén cliënt gaf aan veel van de groepsinteractie te hebben geleerd binnen beeldende therapie en één cliënt gaf aan dat hij/zij het erg confronterend vond in verband met zijn/haar perfectionistische houding, maar verwachtte er daarom wel veel aan te kunnen hebben. Drie cliënten hebben deze vraag niet beantwoord.

5.3. De waardering voor beeldende therapie binnen een ACT behandeling. Deze vraag is door elf van de twaalf cliënten beantwoord. Tien van deze elf waren positief te spreken over beeldende therapie, met diverse onderbouwingen. Vijf cliënten gaven aan dat ze ontspanning vonden binnen beeldende therapie. Drie cliënten gaven aan dat beeldende therapie verhelderend voor hen heeft gewerkt. Ze ontdekten nieuwe dingen tijdens beeldende therapie. Eén cliënt gaf aan dat zijn/haar omgang met teleurstellingen door beeldende therapie is verbeterd, niet alles hoeft meer perfect te zijn. Eén cliënt verwacht in de toekomst veel te leren van beeldende therapie. Slechts één cliënt was negatief over beeldende therapie met als reden dat het hem/haar alleen maar meer spanning had opgeleverd.

5.4. De behoeften van cliënten in een ACT behandeling met beeldende therapie. Acht van de twaalf cliënten hadden specifieke behoeften ten aanzien van het beeldend therapeutische aanbod. Zes van deze acht cliënten gaven aan dat hen niet duidelijk was op welke manier de ACT theorie werd toegepast binnen beeldende therapie. Ook over de theorie zelf bleek bij cliënten een hoop onduidelijkheid te bestaan. Eén cliënt gaf aan dat hij/zij meer behoefte had aan structuur tijdens het vrij werken en minder groepsopdrachten wilde doen. Een andere cliënt gaf aan dat hij/zij graag meer aandacht besteed had aan individuele problemen en het onderzoeken van mogelijkheden.

Page 29: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

29

5.5. Hebben cliënten baat gehad bij beeldende therapie in de behandeling van de door mij onderzochte kernprocessen van de ACT Hexaflex? De resultaten van de stellingen (zie bijlage 5) en de resultaten van de open vragen (zie bijlage 6) geven een zeer divers beeld van beeldende therapie en ACT. Enkele opvallende resultaten:

Aanwezig zijn in het Hier- en- Nu. (Stelling: 13, 14, 15, 29) Uit de gesloten vragen van de enquête blijkt dat de cliënten gemiddeld genomen vaak tijdens het beeldend werken in het huidige moment aanwezig zijn. Er is op dit gebied echter een grote discrepantie tussen de mensen in behandeling en de mensen die de behandeling hebben afgerond. De eerste groep geeft aan zelden tijdens het beeldend werken in het huidige moment aanwezig te zijn. De tweede groep geeft aan tijdens het beeldend werken juist vaak in het huidige moment aanwezig te zijn geweest. Ook geven ze gemiddeld aan dat ze vaak bij beeldende therapie alleen maar bezig zijn met wat er in het huidige moment gebeurt. Het merendeel van de cliënten geeft aan dat ze zelden tot vaak tijdens het beeldend werken goed ervaren wat er om hen heen gebeurt. De cliënten die nog in behandeling zijn geven aan dat beeldende therapie vaak een verhelderende bijdrage heeft gehad in het aanwezig zijn in het huidige moment. Voor de cliënten die de behandeling reeds hebben afgerond heeft beeldende therapie hier maar soms bij geholpen.

Acceptatie van gevoelens.(Stelling: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 23, 24) Uit de gesloten vragen van de enquête blijkt dat de cliënten gemiddeld genomen zeggen dat ze hun emoties redelijk goed kennen en dat er niet vaak nieuwe emotionele inzichten ontstaan binnen beeldende therapie. Ook geven de meeste cliënten aan dat ze zelden nieuwe gevoelens ontdekken tijdens beeldend therapie. Tegelijkertijd geeft het merendeel van de cliënten aan dat ze met enige regelmaat meer inzicht in hun eigen gevoelens krijgt door beeldende therapie en dat de gevoelens die tijdens beeldende therapie naar boven komen redelijk vaak te accepteren zijn. Er zijn opvallende verschillen tussen de groep die de behandeling heeft afgerond en die nog in behandeling is op het punt van ontdekken van nieuwe gevoelens tijdens beeldende therapie: De groep die nog in behandeling is geeft in zijn geheel aan dat dit bij hen zelden gebeurt. De groep die de behandeling heeft afgerond, heeft hier meer divers op geantwoord maar geeft gemiddeld aan dat dit vaker gebeurt. Op de vraag of er iets gevoeld werd tijdens het beeldend werken gaf de groep die nog in behandeling is vaker aan dat, dat het geval is dan de groep die de behandeling reeds heeft afgerond.

Cognitieve Defusie. (Stelling: 7, 8, 9, 10, 11, 12, 16, 17, 27, 28) Op de vraag of cliënten tijdens het beeldend werken hun gedachten los kunnen laten antwoordden de cliënten die de behandeling hebben afgerond dat dit vaak tot altijd zo was. De groep die nog in behandeling is was meer divers in zijn antwoorden en varieerde tussen zelden en altijd.

Op de vraag of cliënten wilden uitwerken wat er in hun hoofd zat antwoorden de mensen in behandeling dat ze dat soms wilden. De mensen die de behandeling hadden afgerond melden dat ze dat vaak hadden geprobeerd. De gemiddelde groep (zes van de twaalf) gaf aan dat er door beeldend werken zelden gedachten bij hen naar boven kwamen. De groep cliënten die de behandeling had afgerond gaf aan dat ze soms hun gedachten makkelijker konden laten komen en gaan tijdens beeldend werken dan op andere momenten. Tevens gaf deze groep aan dat hun gedachten vaak meer bepalend waren voor wat ze doen, dan op

Page 30: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

30

andere momenten. Ook gaf deze groep aan dat ze hun gedachten nooit lieten afdwalen (vier van de zeven) van wat ze bij beeldende therapie aan het doen waren. De groep die in behandeling is gaf een meer divers beeld op dit gebied. Voor de cliënten die nog in behandeling zijn geldt dat ze soms of zelden door beeldende therapie duidelijkheid krijgen op welke manier hun denken bepaalt hoe ze handelen. Het beeld van de cliënten die de behandeling hebben afgerond is meer divers. Op de vraag of beeldende therapie de gedachten van cliënten helderder maakte maar daardoor ook invloedrijker werden voor hun handelen, antwoordden de cliënten die in behandeling zaten dat dit soms waar was en de cliënten die de behandeling hadden afgesloten dat dit nooit waar was.

Het Zelf- als- Context. (Stelling: 18, 19, 20, 22, 30) Bij dit onderdeel zijn de antwoorden zeer divers en hebben een grote range. Over het kijken naar eigen werk met een oordeelvrije houding, geven zes van de twaalf cliënten aan dat hen dit soms lukt, drie cliënten geven aan dat hen dit nooit lukt. Over de kwaliteit die cliënten hun eigen beeldende werkstukken toedichten zijn de meningen in beide doelgroepen te divers om daar een uitspraak over te kunnen doen. Cliënten geven aan dat ze divers denken over de manier waarop ze binnen beeldende therapie verstrikt kunnen raken in gedachten en gevoelens. Vier cliënten geven aan daar binnen beeldende therapie nooit last van te hebben. Op de vraag of beeldende therapie de cliënten in staat gesteld heeft om beter naar zichzelf en hun problemen te gaan kijken waren ook de antwoorden redelijk divers. De groep die de behandeling reeds heeft afgerond geeft aan het hier soms tot vaak mee eens te zijn. De groep die nog in behandeling is geeft hier zelden en soms aan.

5.6. Welke opdrachten en interventies worden door cliënten als effectief of moeilijk ervaren? In de open vragen uit de enquête werd gevraagd naar de mening van de cliënten over de effectiviteit en de moeilijkheid van de opdrachten voor de verschillende kernprocessen van de hexaflex in dit onderzoek. Uit de resultaten blijkt dat de meningen hier dusdanig uiteen lopen dat hier geen zinvolle conclusie uit te trekken valt. Enkele opdrachten, zoals “de bus”, “de rugzak” en “het monster”, “geleide fantasie” en “het stripverhaal” (voor uitleg over deze opdrachten zie Bijlage 2 van deze scriptie), worden meerdere keren genoemd, bij verschillende kernprocessen van de hexaflex. Het is zeer divers in welke kernprocessen ze werden benoemd en of ze als effectief of als moeilijk werden ervaren. Uit de geringe beantwoording van vragen over defusie blijkt dat dit begrip voor veel cliënten onduidelijkheid is (slechts drie van de twaalf cliënten heeft deze vragen ingevuld).

Page 31: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

31

6. Conclusie/discussie

6.1. Welke interventies, mediumopdrachten en therapeutische houding worden er in beeldende therapie aangeboden om aan de mindfulness en acceptatie processen van ACT te werken?

Toegevoegde waarde van beeldende therapie aan een ACT programma Uit de vakinhoudelijke literatuur en de interviews blijkt dat beeldende therapie erg goed past binnen een ACT behandeling. Juist door het ervaringsgerichte karakter van de ACT sluit beeldende therapie hierbij aan. De geïnterviewde therapeuten geven aan dat juist het beeldende medium zijn kracht heeft op het moment dat cliënten nog niet in staat zijn om hun emoties te verwoorden. Ook het feit dat bij beeldende therapie een product ontstaat dat blijft bestaan nadat het proces is afgesloten, is erg behulpzaam om te werken aan het Zelf- als- Context, het observerende zelf. Er kan binnen beeldende therapie geoefend worden met het letterlijk afstand nemen van de problematiek en de afstand aanpassen naar gelang de cliënt aankan. Ook leren cliënten op deze manier om de problematiek buiten zichzelf te plaatsen waardoor het makkelijker wordt om niet langer met deze problematiek te fuseren.

Uit de cliënten enquête blijkt dat de cliënten beeldende therapie in een ACT behandeling positief waarderen: tien van de elf cliënten die hier hun mening over geven deden dat. Vijf van hen gaven aan dat ze ontspanning vonden binnen dit onderdeel van de behandeling, en vijf gaven aan dat ze tot nieuwe ontdekkingen kwamen of verwachten te komen. Wel bleek dat de cliënten veel vragen hadden bij de toepassing van beeldende therapie binnen de ACT behandeling. Zes cliënten gaven aan dat ze niet duidelijk vonden hoe ACT aansloot binnen de beeldende therapie. Er bleek een grote behoefte te bestaan aan meer uitleg over welke opdrachten er aansloten bij de verschillende kernprocessen van de ACT hexaflex. Therapeuten gaven in de interviews aan dat ze niet te veel wilden uitleggen aan de cliënten omdat ze anders vermoedden dat de opdrachten hun doel voorbij zouden schieten omdat de cliënten dan te veel na zouden gaan nadenken en niet langer open zouden staan voor de ervaring. Hun zorg is dat de therapie dan snel te cognitief zou worden of teveel een gesprekstherapie zou worden.

Mediumopdrachten en interventies Aanwezig zijn in het Hier- en- Nu Vanuit de enquête blijkt dat veel cliënten tijdens beeldende therapie aanwezig zijn in het huidige moment en dat beeldende therapie verhelderend werkt om dit begrip te ervaren en te begrijpen. Eén van de opdrachten die bij dit kernproces vaak terugkomt is ‘de bus’. Deze opdracht bestrijkt meer kernprocessen van de hexaflex en wordt door zowel de geïnterviewde therapeuten als door cliënten bij verschillende kernprocessen van de hexaflex aangegeven. In de vakliteratuur wordt deze opdracht met name genoemd onder dit kernproces van de hexaflex.

Daarnaast wordt er binnen beeldende therapie ook aan aanwezig zijn in het Hier- en- Nu gewerkt door ‘meditatieve of aandachtsgerichte vormen van beeldend werken’, waarbij de nadruk ligt op nagaan wat de cliënt in zichzelf waarneemt (gedachten, gevoelens of lichamelijke gewaarwordingen). Verschillende variaties hierop worden zowel in de literatuur als in de interviews gegeven.

Page 32: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

32

Acceptatie van gevoelens Over de acceptatie van gevoelens geven cliënten in de enquête aan dat ze de gevoelens die ze tijdens beeldende therapie ervaren redelijk kunnen accepteren. Ook geven ze aan dat er zelden nieuwe gevoelens worden ontdekt tijdens beeldende therapie.

Voor dit onderdeel van de hexaflex worden ook weer verschillende werkvormen aangeboden. Er wordt veel gebruik gemaakt van metaforen als ‘de rugzak’ en ‘het monster’. Ook wordt er gebruik gemaakt van ‘beeldmeditaties’, waarbij er contact gemaakt wordt met het voelen en dit vormgegeven wordt in materiaal, kleur en vorm. Dit geeft een mogelijkheid om er letterlijk lichamelijk contact mee te maken. Cliënten noemen verschillende opdrachten bij dit thema, ze zijn echter te gevarieerd om hier verder conclusies uit te trekken.

Cognitieve defusie Cliënten blijken dit een van de moeilijkste onderdelen te vinden van de kernprocessen waar de enquête over gaat. Slechts drie van de twaalf noemde een concrete opdracht die hen heeft geholpen of juist niet heeft geholpen. Wel gaven veel cliënten aan dat ze tijdens het beeldend werken goed in staat waren om hun gedachten los te laten, waaruit valt op te maken dat beeldend werken in het algemeen een defuserende werking kan hebben. Uit verschillende interviews kwam naar voren dat dit begrip ook niet voor alle therapeuten even helder was of duidelijk vorm te geven was.

Opdrachten die zowel in de literatuur als in de interviews naar voren kwamen, zijn ‘het stripverhaal’, ‘het feestspandoek van een belemmerende gedachte’ en ‘het schaakbord’ genoemd. Daarnaast wordt in de interviews aangegeven dat het veranderen van een beeldend werk tot defusie kan leiden.

Zelf als Context Uit de cliënten enquête bleek dat dit onderdeel zeer divers wordt ervaren. Sommige cliënten geven aan nooit naar zichzelf of hun problemen te kunnen kijken tijdens beeldend werken en andere geven aan dit juist vaak te kunnen binnen beeldende therapie. Naar de mening van de geïnterviewde therapeuten kan dit onderdeel bij uitstek worden toegepast binnen beeldende therapie, omdat je je gedachten en gevoelens verbeeldt en ze daardoor buiten jezelf plaatst en er naar kan kijken.

Opdrachten die zowel in de literatuur als in de interviews worden genoemd zijn ‘de baboesjka’s’ en ‘het schaakbord’.

Daarnaast bleek uit de interviews dat er ook veel met ‘waarnemingsopdrachten’ wordt gewerkt, waarbij de focus ligt op waarnemen wat je ziet en deze waarneming niet laten kleuren door een mening of het doel een mooi plaatje te maken.

Therapeutische houding De therapeutische houding wordt zowel in verschillende algemeen psychologische bronnen als door de geïnterviewde therapeuten benoemd als een belangrijk aspect van de ACT behandeling. De nadruk die beide bronnen hier leggen, is de gelijkwaardigheid tussen cliënt en therapeut. Beiden zijn bezig met een bergbeklimming, waarbij ze even gezamenlijk reizen, maar geen van beiden heeft reeds de top bereikt.

Belangrijk in de relatie tussen therapeut en cliënt is zijn open accepterende houding, respect voor elkaar en een oordeelsvrije houding van de therapeut. Ook is het belangrijk dat de therapeut in het hier en nu aanwezig kan zijn. Door zijn eigen houding kan de therapeut als

Page 33: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

33

voorbeeld dienen in zijn gedrag naar de cliënt toe. De therapeut is een mens onder de mensen. Hierbij is het van belang dat de therapeut zich bewust is van zijn eigen valkuilen en bereid is zelfonthullingen te doen als dit aansluit in het therapeutisch proces van de cliënt. Daarnaast is het van belang dat de therapeut ook duidelijkheid en grenzen kan bieden, om zo de rol van ‘goede moeder’ op zich te kunnen nemen.

Verklaring van de discrepantie in de triangulatie tussen vakinhoudelijke literatuur, beeldend therapeuten en cliënten Uit bovenstaand stuk blijkt dat er een discrepantie bestaat tussen de enthousiaste manier waarop vakinhoudelijke literatuur en beeldend therapeuten over de werking van ACT denken, en de onduidelijkheid bij cliënten over de behandeling en met name de toepassing van de methodiek binnen beeldende therapie.

Het aantal cliënten dat heeft deelgenomen aan de enquête is zeer beperkt. Hierdoor is de vraag of op grond van een dusdanig kleine respons er conclusies getrokken kunnen worden. Echter het feit dat een zeer groot gedeelte van de respondenten aangeeft behoefte te hebben aan meer uitleg over hoe de ACT behandeling wordt toegepast binnen beeldende therapie, geeft wel aanleiding om hier nader onderzoek naar te doen.

De therapeuten spreken de zorg uit dat bij meer verbale uitleg over de methodiek een deel van de ervaring verloren zou gaan. In beeldende therapie in Nederland wordt ervaringsgericht gewerkt: niet veel praten maar vooral veel doen. Cliënten lijken meer cognitief ingesteld te zijn en willen weten wat er van ze wordt verwacht. Dit is in tegenspraak met de behandelvisie van ACT die juist gericht is op het aanvaarden van wat er is, ook binnen het beeldend werken.

Uit de enquête blijkt dat cliënten in de stellingen een positievere beoordeling geven over de effecten van beeldende therapie in de ACT behandeling dan in de open vragen. In de open vragen, waar zeer concreet navraag wordt gedaan naar opdrachten die effectief of moeilijk voor hen zijn geweest bij verschillende kernprocessen, zijn er zeer weinig en elkaar tegensprekende resultaten. De vraag is of de vraagstelling voor de cliënten toegankelijk genoeg was en of de gegevens waar in de enquête naar werd gevraagd wel zo specifiek verwoord dienen te worden naar cliënten. De enquête was zeer uitgebreid en eindigde met de open vragen. Mogelijk heeft de lengte van de enquête negatieve invloed gehad op de motivatie om deze in te vullen, en zijn er daardoor minder of kortere antwoorden gegeven. Er zou nader onderzoek gedaan kunnen worden of het effect van de geboden therapie groter wordt als er meer theoretische onderbouwing van het handelen gegeven wordt aan cliënten. Is er voor de cliënten een heldere koppeling noodzakelijk om een effectieve behandeling te kunnen ondergaan?

De ACT hexaflex is een systeem dat zes kernprocessen hanteert die zeer nauw met elkaar verweven zijn. Uit de interviews en wetenschappelijke en vakinhoudelijke literatuur blijkt dat therapeuten opdrachten onder verschillende kernprocessen noemen. Veel opdrachten hebben werkzame elementen van meerdere kernprocessen in zich.

6.2. Proces en resultaatbesprekingen eigen mediumontwikkeling. Het thema water spreekt mij erg aan om verschillende redenen. Ten eerste juist het thema water leek mij erg geschikt om lichtheid in mijn eigen medium te brengen. Als water stroomt en het zonlicht erop speelt zijn er zowel veel donkere als heldere plekken zichtbaar. Ik heb ervoor gekozen om juist dit stromende water tot mijn onderzoeksthema te kiezen. Daarnaast heb ik al eerder ervaren dat dit thema vaker in mijn beeldend werk naar voren

Page 34: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

34

komt. Ik heb dit thema uitgewerkt in pastelkrijt op verschillende formaten. Tijdens mijn eerste schetsen kwam ik er achter dat ik graag werk met een beperkt kleurenpalet, omdat dit mij begrenst waardoor ik voor mijzelf duidelijkheid schep en de lichtheid in het werk meer tot zijn recht kan laten komen. Ik heb gezocht naar het weergeven van stromend water, om beweging in het stilstaande beeld te creëren.

Ik heb in mijn eigen medium ontwikkeling geprobeerd om de theoretische beginselen van ACT toe te passen in mijn eigen beeldende proces. Ik bedoel hiermee met name dat ik geprobeerd heb om mijn gevoelens de ruimte te geven tijdens het beeldend werken, mijn gedachten los te laten, tijdens het werken in het huidige moment aanwezig te zijn en een niet oordelende houding aan te nemen naar de resultaten die me dit opleveren. Terwijl ik in het beeldende proces aan het werk was lukte mij dit steeds beter.

6.3. Onderzoeksresultaten en eigen mediumontwikkeling. Ook water wordt veel als metafoor gebruikt binnen ACT. Daarnaast vond ik water ook nog op een andere manier toepasselijk binnen dit onderzoek. Water heeft in mijn ogen namelijk een erg accepterende houding naar alle obstakels die het tegenkomt. Als het licht genoeg is voert het water de obstakels mee, maar is het echter te zwaar dan weet het zijn loop er omheen te verleggen. Dit vind ik erg toepasselijk voor een onderzoek naar ACT omdat deze methodiek er niet op gericht is dingen (gedachten of emoties) inhoudelijk te veranderen, maar zich richt op het anders om leren gaan met deze gedachten en gevoelens, deze niet langer te beheersen maar ze de ruimte te geven om er te zijn. De stroom wordt als het waren verlegd in plaats van te worden ingedamd of gestagneerd.

Dit onderzoek heeft mij verder geholpen in mijn eigen professionele ontwikkeling doordat ik me zowel heb verdiept in de theorie van deze methodiek waarvan ik sterk in zijn werkende kracht geloof. Ik heb een inventarisatie gemaakt van hoe deze methodiek toegepast wordt binnen beeldende therapie in de praktijk en ook heb ik in mijn eigen medium onderzoek getracht deze methodiek toe te passen in mijn eigen medium handelen. Het leverde mij een grote rust op om dit te doen. Ik was in staat de dingen meer te nemen zoals ze kwamen, ze te accepteren en te doorleven, waardoor het mij minder kracht kostte om er mee om te gaan, ze werden minder zwaar, maar dreven mee in de stroom.

6.4. Toevoeging van dit onderzoek aan de beroepspraktijk. Dit is een van de eerste inventariserende onderzoeken die uitgevoerd zijn naar de toepasbaarheid van de ACT methodiek binnen beeldende therapie. Er zijn enkele onderzoeken geweest naar concrete modules of protocollen waarin beeldende middelen ingezet worden in een ACT behandeling, maar voor zover ik heb kunnen nagaan heeft er nog geen onderzoek plaatsgevonden naar de ervaringen van verschillende beeldend therapeuten die deze methode gebruiken. Veel kennis en ervaring die inmiddels in het werken met deze methodiek is opgedaan, is nog niet in kaart gebracht. Mijn onderzoek heeft een begin gemaakt om een breder beeld te krijgen over de verschillende toepassingen van ACT binnen beeldende therapie en om opdrachten en interventies binnen beeldende therapie met deze methodiek te delen. Daar deze methodiek in Nederland steeds meer in opmars, maar nog sterk in ontwikkeling is, geeft dit onderzoek beeldend therapeuten die met ACT beginnen ideeën over hoe ze de methodiek kunnen toepassen.

Daarnaast zijn ook cliënten binnen dit onderzoek betrokken door middel van een enquête. Het doel hiervan was om te inventariseren welke opdrachten en interventies zij als behulpzaam hebben ervaren om tot meer acceptatie van hun problematiek te komen. De

Page 35: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

35

uitkomsten van de enquête was echter zo divers dat hier geen conclusies uit te trekken waren. Wel kwam naar voren dat er is bij cliënten een duidelijke vraag naar meer uitleg over de theorie en de toepassing daarvan binnen beeldende therapie is. Uit de interviews leken de therapeuten niet op de hoogte van deze behoefte bij de cliënten. Voor de beroepspraktijk is dit een belangrijke uitkomst. Er dient gezocht te worden naar een manier waarop er voor cliënten meer duidelijkheid geschapen kan worden, zonder dat er een te grote cognitieve benadering plaatsvindt.

6.5. Suggesties voor vervolgonderzoek. Vanuit dit onderzoek doe ik verschillende suggesties voor vervolgonderzoek. Als eerste bleek tijdens de zoektocht naar vakliteratuur dat er nog zeer weinig is geschreven over de toepasbaarheid van beeldende therapie binnen ACT, er is met name nog nauwelijks inventariserend onderzoek gedaan. Ik denk dat zulk onderzoek van groot belang kan zijn, omdat ACT een methodiek is die nog volop in ontwikkeling is en op steeds meer plaatsen binnen de GGZ toegepast wordt. Zeker gezien de huidige ontwikkeling in de GGZ waarbij behandelingen evidence based getoetst en bewezen dienen te worden, is het goed als vaktherapeuten hun kennis meer met elkaar te delen. Zo kan er een bredere basis ontstaan en kan gekeken worden hoe de bevindingen evidence based bewezen kunnen worden of tot een ‘best practice’ leiden. Ik heb twee concrete voorstellen om tot het verbreden van kennis te komen. De eerste is meer gepubliceerd onderzoek, waardoor de kennis die over deze methodiek aanwezig is meer wordt gedeeld. De tweede is het oprichten van een kennisgroep, waarin beeldend therapeuten die allen met deze of vergelijkbare methodieken werken hun ervaringen kunnen delen en gezamenlijk kunnen zoeken naar een nog effectievere vorm van toepassing van de methodiek.

Uit de literatuur en de interviews blijkt er onder beeldend therapeuten een groot enthousiasme voor deze methodiek te bestaan. Op dit moment lijken veel therapeuten zelf het wiel nog aan het uitvinden te zijn, terwijl uit dit onderzoek blijkt dat er een aantal grote overeenkomsten aan te wijzen zijn in de manier waarop de verschillende therapeuten de methodiek toepassen. Het lijkt me dan ook zinvol om in ieder geval een inventariserend onderzoek te verrichten naar de commitment kant van de ACT en hoe die kan worden aangeboden binnen beeldende therapie.

Daarnaast denk ik dat het zinvol is om ook verder onderzoek te verrichten naar de tevredenheid van cliënten over de behandeling met ACT en beeldende therapie. Onderzocht kan worden op welke manier beeldende therapie toegepast kan worden binnen een ACT behandeling en of het wenselijk is dat cliënten meer inzicht krijgen aan welke kernprocessen van ACT er binnen beeldende therapie gewerkt wordt, zonder afbreuk te doen aan het ervaringsgerichte karakter van de beeldende therapie.

Page 36: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

36

Referentielijst

Boeken A-Tjak, J. & de Groot, F. (2008). Acceptance & Commitment Therapy. Een praktische inleiding voor

hulpverleners. Houten: Bohn Stafleu van Loghem.

Budde, E.. (2000). Wat woorden niet kunnen zeggen. Creatieve middelen in begeleiding en hulpverlening. Houten: Bohn Stafleu van Loghem.

Budde, E. (1989). Creatieve therapie in de praktijk. Deventer: Van Loghum Slaterus

Eifert, G., Forsyth, J.& Mckay, M. (2006). Boosheid de baas. ACT: een nieuwe methode om ergernis en frustratie in de hand te houden. Zaltbommel: Thema, bedrijfswetenschappelijke en educatieve uitgeverij.

Harris, R. (2010). Acceptatie en commitment therapie in de praktijk, een heldere en toegankelijke introductie op ACT. Amsterdam: Hogrefe Uitgevers.

Hayes, S.C., Strosahl, K.D. & Wilson, K.G. (2012). Acceptance and Commitment Therapy. The Process and Practice of Mindful Change. New York, London: The Guilford Press.

Haeyen, S. (2007). Niet uitleven maar beleven. Beeldende therapie bij persoonlijkheidsproblematiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghem.

Haeyen, S. (2011). De verbindende kwaliteit van beeldende therapie. Effecten van beeldende therapie in de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen. Introductie van een beeldende therapievragenlijst. Antwerpen-Apeldoorn: Garant

Luoma, J.B., Hayes, S.C., Walser, D.W. (2008) Leer ACT! Vaardigheden voor therapeuten. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Migchelbrink, F. (2010) Praktijkgericht onderzoek in zorg en welzijn. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Smeijsters, H. (2003) Handboek creatieve therapie. Bussum: Countinho.

Schweizer, |C., de Bruyn, J.,Haeyen,S., Henekens, B.,Rutten-Saris, M.,Visser, H. (2009). Uit de verf. Handboek beeldende therapie. Houten: Bohn Stafleu van Loghem

Afstudeerscripties Belle, W. van. (2008) ACT in dramatherapie. Een onderzoek naar de praktische mogelijkheden van ACT

en dramatherapie voor cliënten met een angststoornis. Bachelorscriptie voor de opleiding Creatieve Therapie Drama, Nijmegen: HAN.

Goyens,K. (2008). ACT en Ergotherapie. Is de toenedering vanuit een Act perspectief en het werken rond “Contact met het hier en nu” en “Waarden”, toepasbaar en effectief bij patiënten op een opname afdeling? Bachelorscriptie voor de opleiding Ergotherapie. Antwerpen- Merksem: Hogeschool Antwerpen.

Van Hove, S.M. (2011). ACTeren met metaforische verhalen: Een ontwikkelingsonderzoek naar de dramatherapeutische toepassing van metaforische verhalen met ACT. Batchelorscriptie voor de opleiding Creatieve Therapie Drama, Nijmegen: HAN.

Leusink, T. (2009). Ontwikkelingsverslag: Onderzoek en Innovatie. Bachelorscriptie voor de opleiding Creatieve Therapie Beeldend, Nijmegen: HAN.

Artikelen en protocollen Groot, F. de, Goyens, K., Lambrichts, A., & Kuypers, A. (2009). Denken, voelen, verbeelden. Een

ontmoeting tussen Acceptance and Commitment Therapy en beeldende therapie. Tijdschrift voor Vaktherapie, 5, 11-17

Hayes,L.L. & Rowse, J. (2008). Acceptance and Commitment Therapy: Using art with Adolescents : Experiential Adolecent Group Program. Gehaald van www.contexualpsychology.org.

Page 37: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

37

Bijlagen

Bijlage 1. Uitgewerkte opdrachten voor de verschillende kernprocessen van ACT

Inhoudsopgave van de beeldende opdrachten per kernproces. Pagina o Aanwezig zijn in het Hier- en- Nu 39

De Bus 39

Mindful klei kneden 39

Non-verbaal contact maken 39

Schilderen terwijl je met je aandacht in het Hier- en- Nu bent en

ervaart dat je schildert. 40

De metafoor van de berg 40

Het visualiseren en op papier weergeven van gedachten en gevoelens

die rond een bepaald thema spelen 40

Verleden- heden- toekomst 40 Beeldende meditatie 41

Stemmingsweerbericht 41

Het uitkomende ei 41

Namaken van een bestaand kunstwerk 41

Een vermoeid lichaamsdeel en wat het nodig heeft 42

Innerlijke kern 42

Stille plek 42

o Acceptatie van gevoelens 43

De rugzak 43

Contact maken met pijnlijke ervaringen 43

De schutting 43

Het gevecht met het monster 43

Lichaamshouding verbeelden 44

Visualisatie van het gevoel/ beeldmeditatie van het gevoel 44

De struik 44

Page 38: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

38

Pagina

o Cognitieve Defusie 45

Het stripverhaal 45

Visualiseren van de grootste pijn 45

Droomeiland 45

Mess- painting 45

De gedachtemachine/ de lopende band 46

Feestspandoek maken met een moeilijke gedachte 46

Neutraal beeld toevoegen aan een moeilijk beeld 46

Welk hoofdstuk uit je boek is nog niet verteld? 46

o Zelf- als- Context 47

Baboesjka’s 47

Persoonlijk schaakbord 47

Worstelingen in verf 47

Schoen tekenen 47

Tekenen naar de waarneming 48

Werken naar een bestaand kunstwerk 48

Page 39: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

39

Aanwezig zijn in het Hier- en- Nu. Opdracht: De Bus Materiaal: Een kartonnen doos of groot tekenvel, verschillende teken- en schildermaterialen, tijdschriften, lijm en schaar. Uitleg van de opdracht: Cliënten wordt gevraagd om een bus te maken waarin zij zelf als chauffeur plaatsnemen. Deze bus is op weg naar de waarden van de cliënt. Onderweg stappen er lastige passagiers in die de chauffeur van zijn bestemming willen afleiden. Deze passagiers/monsters staan voor gewenste en ongewenste gedachten, gevoelens en herinneringen. (de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, (2009), Hayes & Rowse (2008), Leusink (2009), Goyens (2008))

Opdracht: Mindful klei kneden Materiaal: Klei. Uitleg van de opdracht: Deze oefening kan als kennismakingsopdracht worden ingezet. Iedere cliënt krijgt een stukje klei en mag dit gaan kneden. Daarbij vragen stellen zoals: Hoe voelt de klei aan? Wat zijn je gedachtes op dit moment? Als de cliënten dit een tijdje hebben gedaan dan volgt de vraag om iets in gedachte te nemen wat voor de cliënt heel belangrijk is in het leven en om daar gevoelsmatig een figuurtje van te kleien. Welke gedachtes en gevoelens komen dan bij je op? (Leusink, 2009)

Opdracht: Non-verbaal contact maken Materiaal: Twee kleuren verf per cliënt, per twee cliënten een vel papier van 50 x 65 cm, kwasten. Uitleg van de opdracht: Iedere cliënt kiest 2 kleuren verf en in tweetallen werken ze op een groot vel papier. Om de beurt schilderen ze hierop, zonder dat er gepraat wordt. Ook wisselen ze non-verbaal van beurt en beëindigen ze de schildersessie.

Vervolg van de opdracht: neem een stuk uit het schilderij, dat door jou of je groepsgenoot is geschilderd, dit deel kun je heel mooi vinden of juist niet. Vergroot dit stuk in een nieuw werkstuk. Vragen voor de nabespreking: Wat is jouw aandeel geweest in het schilderij? Ben je daar tevreden mee? Hoe voelde het voor jou om non-verbaal contact te hebben op papier?

(Leusink, 2009)

Page 40: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

40

Opdracht: Schilderen terwijl je met je aandacht in het Hier- en- Nu bent en ervaart dat je schildert Materiaal: Verf, kwasten, papier 50 x 65 cm. Uitleg van de opdracht: Je nodigt de cliënten uit om een vrij schilderij te maken. De cliënten wordt gevraagd om alles wat ze ervaren bewust te voelen. Ervaar hoe de kwast over het papier strijkt of de verf aan je vingers aanvoelt. Als lastige gedachten of gevoelens je meevoeren is dat goed, maar merk het op en probeer je aandacht weer terug te leiden naar wat je aan het doen bent. (Hayes & Rowse, 2008)

Opdracht: De metafoor van de berg Materiaal: Wit A3 papier, pastelkrijt, houtskool, kleurpotloden, verf, puntenslijper, paletten, kwasten, uitspoelbakjes voor kwasten, papieren handboekjes. Uitleg van de opdracht: De berg staat symbool voor het leven van de cliënt. Er wordt een geleide fantasie gedaan over een bergbeklimming over een kronkelend pad, waarbij je soms wel en soms niet de top (de waarde waar je naar toe wil) kan zien, soms een stukje afdaalt en dan weer een stukje klimt. Deze berg en jouw plaats daarop wordt beeldend uitgewerkt, met als belangrijkste vraag: Waar sta je nu? (Hayes & Rowse, 2008)

Opdracht: Het visualiseren en op papier weergeven van gedachten en gevoelens die rond een bepaald thema spelen Materiaal: Papier 50 x 65 cm, potlood. Uitleg van de opdracht: Het op papier uitbeelden van gevoelens die bijvoorbeeld spelen rond het thema automutilatie of het pijn doen van anderen. De verschillende gevoelens worden op een vel aangegeven in kleine tekeningen. De focus bij deze opdrachten ligt op het ruimte geven aan deze gevoelens en ze er laten zijn, zich er niet langer tegen verzetten. Ook gaat de therapeut bij deze opdrachten in op wat voor gevoelens en spanningen deze beelden bij de cliënt oproepen. (Goyens, 2008)

Opdracht: Verleden-heden-toekomst Materiaal: Teken- en schildermaterialen. Uitleg van de opdracht: Een geleide fantasie die wordt ingeleid door een bodycheck. Daarna wordt er aan een drieluik gewerkt waarbij het middelste luik het heden is en de twee zijluiken verleden en toekomst. De focus bij deze opdracht ligt op hoe de cliënten met de verschillende delen omgaan. Uit de praktijk blijkt dat de twee zijluiken voor cliënten vaak makkelijker vorm te geven zijn dan het middenpaneel (het heden). (Budde, 2000)

Page 41: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

41

Opdracht: Beeldende meditatie Materiaal: Teken- en schildermaterialen, klei. Uitleg van de opdracht: Dit is een cluster van opdrachten die gericht zijn op het bewustzijn van de directe ervaringen tijdens het beeldend werken en niet op het product. De cliënt oefent met procesmatig handelen en daarbij niets willen veranderen. Voorbeelden hiervan zijn nat in nat werken, tekenen naar de waarneming, bepaalde vormen van mandala tekenen, ritmisch tekenen en tweehandig tekenen. (Schweizer e.a., 2009)

Opdracht: Stemmingsweerbericht Materiaal: Teken- en schildermaterialen. Uitleg van de opdracht: In deze opdracht wordt er eerst gekeken naar hoe de stemming is op dit moment. Probeer dat weer te geven in een soort weerbericht. Hieraan gaat een geleide meditatievorm vooraf, waardoor het een beeldende meditatie wordt. (Uit het interview met H. Veldhuis, 2012)

Opdracht: Het uitkomende ei Materiaal: Klei en een beetje water. Uitleg van de opdracht: Neem een stukje klei en een beetje water voor je. Neem van de klei een klein stuk, maak dit nat en kneed dit door elkaar. Wanneer de klei zacht is neem je een nieuw stukje klei en water en kneed dit weer door elkaar. Zo ga je door tot je een stuk klei hebt ter grootte van een ei. Maak hier nu een ei van. Als het ei af is houd je dit in je handen. Maak het ei vervolgens open en laat er iets uitkomen. Deze opdracht wordt dus in twee delen aangeboden en met name als de opdracht in een groep wordt aangeboden, is het raadzaam om het deel waarin het ei uitkomt pas aan te bieden als alle cliënten hun ei hebben gevormd. (Budde, 1989)

Opdracht: Namaken van een bestaand kunstwerk Materiaal: Alle beeldende materialen zijn mogelijk, maar bij deze opdracht wordt vaak gebruik gemaakt van teken- of schildermaterialen. Uitleg van de opdracht: Bij deze opdracht wordt de cliënten verzocht een afbeelding van een bestaand kunstwerk uit te kiezen dat hen aanspreekt. Als de keuze is gemaakt, wordt de cliënten gevraagd om dit kunstwerk zo goed mogelijk na te maken. Hierbij wordt er veel aandacht besteed aan het waarnemen in het Hier- en- Nu en het oordeelvrij kijken naar wat er is. (Schweizer e.a., 2009)

Page 42: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

42

Opdracht: Een vermoeid lichaamsdeel en wat het nodig heeft Materiaal: Teken- en schildermaterialen of klei. Uitleg van de opdracht: Door middel van geleide meditatie en een bodycheck wordt eerst onderzocht welk lichaamsdeel op het huidige moment om aandacht vraagt. Er wordt gekeken op welke manier dit om aandacht vraagt en dit wordt in beeld gebracht. Dit kan figuratief of abstract gedaan worden. Vervolgens wordt er gevraagd waar dit lichaamsdeel behoefte aan heeft, wat het nodig heeft, waar het om vraagt. Dan wordt verzocht om ook dit te visualiseren en dan die twee beelden samen te brengen. In de praktijk blijkt dat dit soms erg moeilijk is voor cliënten. (Uit het interview met G. Noordzij, 2012)

Opdracht: Innerlijke kern Materiaal: Klei, water en spatels om de klei eventueel te bewerken. Uitleg van de opdracht: Je begint met een bodycheck: Zet eerst je voeten op de grond en ervaar hoe het voelt. Is het warm onder je voeten? Kun je de grond voelen? Zo ga je via de knieën naar boven. Cliënten kijken of ze de bodem in zichzelf (de innerlijke kern) kunnen vinden. Er worden vragen gesteld als: Kun je je voorstellen dat er een bodem is? Dat je in je bekken, je onderkant, een bodem kunt vinden? Hoe ziet je bodem er uit? Dat wordt in klei verbeeld. Cliënten komen meestal in de schalenvorm terecht, want de heupen (het bekken) is een soort schaalvorm. (Uit het interview met L. van Twisk, 2012)

Opdracht: Stille plek in jezelf Materiaal: Teken- en schildermaterialen. Uitleg van de opdracht: “Is er een plek waar je ondanks de chaos stilte kan vinden. Is dat er? Neem de tijd.” Cliënten zoeken naar die stille plek. Die stille plek brengen ze met kleur in beeld. Vanuit de basis, stille plek kunnen mensen opnieuw aan zichzelf gaan hechten maar dan van binnen uit. (Uit het interview met L. van Twisk, 2012)

Page 43: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

43

Acceptatie van gevoelens Opdracht: De rugzak Materiaal: Divers, bijvoorbeeld klei, krijt, verf, houtskool, hout, speksteen, papier. Uitleg van de opdracht: De rugzak staat symbool voor de ervaringen die iemand meeneemt tijdens zijn leven. In de rugzak komen beeldende werkvormen te zitten die staan voor ervaringen die men in het leven moeilijk kwijtraakt, zoals angsten, herinneringen en irritaties. Vervolgens wordt deze rugzak op de rug genomen en kan er symbolisch de eerste stap mee worden gezet naar een waardevol leven. (de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009)

Opdracht: Contact maken met pijnlijke ervaringen Materiaal: Verf, krijt, houtskool, manshoog papier. Uitleg van de opdracht: Het is belangrijk dat wat een cliënt maakt hem of haar ook echt raakt. Om te leren contact te maken met deze pijnlijke gevoelens wordt aan de cliënt die het werk heeft gemaakt, gevraagd om tegen het vel met zijn pijnlijke ervaring aan te gaan staan, om op die manier letterlijk het contact tot stand te brengen. (de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009)

Opdracht: De schutting Materiaal: Groot vel papier van 1,5 x, 2 m, verf, krijt, houtskool. Uitleg van de opdracht: Start met een korte inleiding: “Als je door een stad loopt zie je regelmatig schuttingen volgekalkt met allerlei kreten en tekeningen die daar spontaan zijn neergezet. Ik wil jullie uitnodigen om ditzelfde te doen op deze schutting door je eigen gevoelens en gedachtes in kreten en tekeningen hier op te zetten.” Vervolgens wordt er een groot vel papier op de muur gehangen waar de groep een gezamenlijk werkstuk op maakt. (Leusink, 2009 en Budde, 2000)

Opdracht: Het gevecht met het monster Materiaal: Papier A3 of groter, verf, krijt, houtskool of klei. Uitleg van de opdracht: Lastige gedachten en gevoelens zitten als een monster gevangen. De cliënt houdt het touw vast en probeert om van het vechtende monster te winnen. Door dit gevecht weer te geven op papier maken de cliënten hun innerlijke gevecht met hun gedachten en gevoelens duidelijk en kan er gekeken worden naar andere manieren van omgaan met dit monster dan te vechten. Cliënten kunnen proberen het monster te vergeten door het touw van het monster los te laten, het monster hiermee de ruimte te geven en het tot rust te laten komen. (Hayes & Rowse, (2008) en Goyens, (2008))

Page 44: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

44

Opdracht: Lichaamshouding verbeelden Materiaal: Klei, water en spatels om de klei eventueel te bewerken. Uitleg van de opdracht: Het letterlijk verbeelden van de houding die je aanneemt als je met je gevoelens in gevecht bent of ze probeert weg te duwen. Vragen die bij dit onderdeel horen: Hoe ziet dat er uit? Waar voel je het in je lichaam? (Uit het interview met M. Groenewoud, 2012)

Opdracht: Visualisatie van het gevoel/ beeldmeditatie van het gevoel Materiaal: Alle beeldende materialen zijn mogelijk, maar bij deze opdracht wordt vaak gebruik gemaakt van klei, teken- of schildermaterialen. Uitleg van de opdracht: Cliënten wordt gevraagd contact te maken met hun gevoel, via een bodycheck. Er wordt hen gevraagd welke kleur het gevoel heeft, welke vorm, hoe zwaar of licht het is en of het stilstaat of in beweging is. Als cliënten op deze manier contact hebben gemaakt met hun gevoel wordt hen gevraagd om dit te verbeelden en er ook fysiek contact mee te maken. (Uit het interview met M. Groenewoud, 2012)

Opdracht: De struik Materiaal: Teken- of schildermaterialen. Uitleg van de opdracht: Start met een geleide fantasie: “Ga goed op de stoel zitten, sluit je ogen als je wil. Stel... je bent een rozenstruik, hoe ziet die rozenstruik eruit? Is ie groot? Is ie smal? Is ie breed? Heeft ie al bloemen? Zijn die bloemen nog in knop of zijn ze al uitgekomen? Beeld hem helemaal uit. En dan zijn omgeving: Waar staat de struik? In een drukke stad? In een achtertuin?” Bied cliënten veel mogelijkheden om een beeld voor zichzelf te vormen van die struik. De opdracht is om die struik te tekenen met zijn omgeving. In de nabespreking wordt inzicht verkregen door verder te praten over “Jij bent die struik, wat staat er om je heen? waardoor word je gevoed? Heb je wortels? (Uit het interview met L. Houbink, (2012)

Page 45: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

45

Cognitieve Defusie

Opdracht: Een stripverhaal maken met een belemmerende gedachte in de hoofdrol Materiaal: A3 papier, verf, krijt, houtskool, potlood. Uitleg van de opdracht: De hoofdrolspeler (de belemmerende gedachte) gaat een eigen leven leiden in deze strip. Hij krijgt een naam en zijn karaktereigenschappen worden uitvergroot of met humor belachelijk gemaakt. (de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009)

Opdracht: Visualiseren van de grootste pijn Materiaal: De materiaalkeuze is vrij bij deze opdracht maar moet aansluiten bij de visualisatie. Uitleg van de opdracht: De cliënt visualiseert eerst zijn grootste pijn, om deze daarna met een gepaste vorm, kleur en materiaal beeldend uit te werken. Deze uitwerking hoeft geen letterlijke weergave te zijn van de visualisatie maar kan ook symbool staan hiervoor. Door de uitwerking buiten zichzelf te hebben kan de cliënt van deze pijn defuseren. (de Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009)

Opdracht: Droom eiland Materiaal: Papier 50 x 65 cm, verschillende soorten verf, krijt, houtskool of potlood. Uitleg van de opdracht: De cliënt wordt gevraagd om zich een droomeiland voor te stellen waar hij graag met iemand heen zou gaan. In een korte geleide fantasie visualiseert de cliënt dit eiland. Dit beeld werkt hij beeldend uit. Tevens mag de cliënt een voorwerp meenemen. Na afloop wordt hem gevraagd wie hij heeft meegenomen en welk voorwerp. Het idee achter deze opdracht is dat fantaseren helpt om te defuseren van gedachtes en gevoelens waar je mee samen valt. Fantaseren/spelen schept ruimte voor andere impulsen. (Leusink, 2009 en Budde, 2000)

Opdracht: ‘Mess-painting Materiaal: 4 krantenpagina’s per cliënt, verf, kwasten, potje om kwasten uit te spoelen, eventueel palletmessen. Uitleg van de opdracht: Iedere cliënt krijgt 4 krantenpagina’s en neemt wat verf. Achtereenvolgens krijgen ze voor ieder vel 3, 2, 1 en een ½ minuut om een pagina vol te schilderen. Het hoeft niks voor te stellen. De therapeut houdt de tijd in de gaten. Deze oefening sluit aan bij aandachtsgericht bezig zijn: in het gevoel zijn en geen kans krijgen om het verstand hier tussen te laten komen door de tijdsdruk. (Leusink, 2009)

Page 46: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

46

Opdracht: Metafoor hoe werkt de gedachtemachine/ lopende band Materiaal: Papier 50 x 65 cm,oliepastel krijt, houtskool, potlood. Uitleg van de opdracht: Als eerste wordt er uitgelegd dat ons hoofd net een gedachtemachine is en dat die er bij iedereen anders uitziet. Vervolgens wordt cliënten gevraagd hun eigen machine te visualiseren. Terwijl ze dit beeldend uitwerken wordt er over hun beelden gesproken: hoe hun metafoor van de gedachtemachine eruitziet. (Hayes & Rowse, 2008 en Haeyen, 2007)

Opdracht: Feest spandoek maken van een moeilijke gedachten Materiaal: Papier 50 x 65 cm, oliepastel krijt, houtskool, potlood. Uitleg van de opdracht: De cliënten wordt gevraagd deel te nemen aan een experiment. Ze worden uitgenodigd een moeilijke gedachte uit te kiezen die keer op keer terugkomt, zoals: “ik ben een mislukkeling” of “ik kan dit niet”. Er wordt hen gevraagd deze gedachte op een groot vel papier te schrijven of met verf te tamponneren en dit vel vervolgens als een soort feestspandoek te versieren. Als de cliënten dit werk aan het afronden zijn wordt er gepraat over wat er met de vervelende gedachten gebeurde tijdens deze opdracht, hoe het was om deze op te schrijven en of deze gedachte even vast bleef zitten. (Hayes & Rowse, 2008)

Opdracht: Een neutraal beeld toevoegen aan een moeilijk beeld Materiaal: Papier 50 x 65 cm, potlood. Uitleg van de opdracht: Dit is een vervolgopdracht op de opdrachten over het verbeelden van moeilijke gedachten en gevoelens. Aan ieder moeilijk beeld wat tijdens de eerste sessie is ontstaan, wordt een neutraal beeld toegevoegd, zodat de context van het beeld verandert en er defusie van de gedachten kan ontstaan. (Goyens, 2008)

Opdracht: Welk hoofdstuk uit je boek is nog nooit verteld? Materiaal: Schildermaterialen. Uitleg van de opdracht: Cliënten denken na over “Welk hoofdstuk in jouw boek is nog nooit gelezen en zou je eens met je medecliënt willen delen?” Vervolgens gaan de cliënten non-verbaal aan het werk. Als het verbeeld is geeft de cliënt het werk door aan zijn buurman. De cliënt die naast je zit schrijft op een vel papier: Waarnemingen en feiten over vorm, lijn, kleur, menging en compositie en wat er bij gevoeld wordt. Tegenstrijdige indrukken worden besproken.Welke titel zou de medecliënt die het werk beschouwt het boek geven? En hoe is dat voor de maker van het werk? In hoeverre verschilt het met het idee van de maker zelf? Cliënten oefenen objectief waar te nemen en gekleurde waarnemingen te signaleren. Vragen als “Herkent de cliënt situaties in zijn dagelijks leven waarin zijn of haar persoonlijke ervaringen de interpretatie van de situatie kleurden?” worden gesteld. (Uit het interview met L. van Twisk, 2012)

Page 47: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

47

Het Zelf- als- Context

Opdracht: Baboesjka’s Materiaal: Bestaande baboesjka’s of zelf van klei of hout maken. De poppen hebben aan het begin van de opdracht nog geen kleur. Uitleg van de opdracht: Baboesjka’s zijn in elkaar vallende poppen waarbij elke pop een kleinere, maar verder identieke weergave is van de pop waar ze inzit. De buitenste pop geeft de cliënt zo vorm zoals hij er aan de buitenkant uitziet of hoe hij denkt dat hij overkomt op zijn omgeving. Bij de daarop volgende (steeds kleinere) poppetjes geeft de cliënt in kleur en andere kenmerken aan waar hij innerlijk mee worstelt (gedachten, herinneringen en gevoelens). Dit is zijn innerlijke wereld. In deze innerlijke wereld kan ook gebruik gemaakt worden van tekst. Het kleinste poppetje wordt niet versierd en blijft kleurloos. Dit staat symbool voor het observerende zelf, wat onveranderlijk blijft, uitsluitend kan waarnemen, maar als kern altijd aanwezig is. (De Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009)

Opdracht: Een persoonlijk schaakbord Materiaal: Klei, witte en zwarte chamotte, engobes. Uitleg van de opdracht: De grootte van het schaakbord mag de cliënt zelf bepalen. De zwarte en witte stukken staan voor de innerlijke strijd en herinneringen van de cliënt, die soms in meerdere of mindere maten actief zijn. De cliënt is het schaakbord. Het draagt de stukken, maar valt er niet mee samen. (De Groot, Goyens, Lambrichts & Kuypers, 2009)

Opdracht: Worstelingen in verf. Materiaal: Papier 50 x 65 cm (minimaal), acryl- , vinger- of plakkaatverf, kwasten. Uitleg van de opdracht: Dit mag abstract zijn of slechts bestaan uit één kleur. Als de drempel voor cliënten te hoog is om te beginnen, wordt gesuggereerd dat men “gewoon kan gaan schilderen zonder dat ze ergens aan denken en dan te kijken wat er gaandeweg ontstaat”. Tijdens de afronding van de opdracht wordt besproken wat cliënten tijdens het werken ervaren hebben. (Hayes & Rowse, 2008)

Opdracht: Schoen tekenen Materiaal: Tekenmaterialen, geen gum. Uitleg van de opdracht: Zonder dat de cliënt er naar gekeken heeft wordt hem gevraagd om zijn schoen te tekenen. Daarna worden de schoenen van de cliënten op tafel geplaatst en wordt hen gevraagd om hem nu na te tekenen. Hoe je waarneemt is van invloed op hoe een ervaring is en ook weer wat je er mee doet. (Uit het interview met M. Groenewoud, 2012)

Page 48: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

48

Opdracht: Tekenen naar de waarneming Materiaal: Tekenmaterialen. Uitleg van de opdracht: Tekenen naar de waarneming. Vormen zien zoals ze zijn. Voor deze oefeningen worden vaak voorwerpen uit de natuur gebruikt. Het technische aspect is van het tekenen speelt een ondergeschikte rol in deze oefeningen (Schweizer, C., e.a., 2009)

Opdracht: Werken naar een bestaand kunstwerk Materiaal: Alle beeldende materialen zijn mogelijk, maar bij deze opdracht wordt vaak gebruik gemaakt van klei, teken- of schildermaterialen. Uitleg van de opdracht: Gezamenlijk met de groep wordt een werk van een kunstenaar bekeken. Daarbij verschillende standpunten laten klinken in de groep. Als therapeut stimuleer je hierbij een open manier van kijken. Hoe is het om verschillende observaties naast elkaar te kunnen laten zijn, ook al verschillen ze van elkaar. Doel is: Door het naast elkaar te laten mogen bestaan van verschillende waarnemingen door cliënten verstevigd het de eigenheid het Ik van de persoon. Dat wil zeggen van de groepsleden. De observaties van het werk van de kunstenaar die de cliënten hebben gedaan in een eigen beeldend werkstuk verwerken. Dat wil zeggen boetseren naar een beeld. Vraag: “Hebben de observaties die je gedaan hebt aan het schilderij van kunstenaar ook iets met jou te maken?” (Uit het interview met L. van Twisk, 2012)

Page 49: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

49

Bijlage 2. Uitgewerkte interviews met beeldend therapeuten die met ACT werken

Codering van de volgende items per interview

… De invulling van het ACT programma

… Doelgroep waar de therapie aan gegeven wordt

…. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling

… De toegevoegde waarde van beeldende therapie aan een ACT behandeling.

… De mogelijkheden om de toevoeging van het beeldend medium door een andere vorm van therapie te behalen.

… Opdrachten en interventies voor aanwezig zijn in het Hier- En – Nu. … Opdrachten en interventies voor Acceptatie van gevoelens.

… Opdrachten en interventies voor cognitieve defusie.

… Opdrachten en interventies voor het zelf als context.

… Aspecten van een therapeutische houding in een ACT behandeling.

… De manier waarop er in een sessie opdrachten aangeboden worden.

Page 50: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

50

Interview Anita Ooms

Beeldend therapeut bij GGNet Winterswijk Kort durende behandeling

2 April 2012

Aafke: Ehhhm… interview met Anita Ooms op.. 2 april Ehmm. .. nou.. ik wou het interview gewoon de vragen doorlopen, we kunnen uitweiden over dingen, we kunnen op sommige vragen misschien sneller doorgaan, maar ik wilde gewoon. de vragen als leidraad voor mezelf gebruiken…

Ooms: OK, Prima..

Aafke: Ehhhm.. een aantal vragen heb ik ehh…gewoon uitgeschreven, en die wil ik toch gewoon stellen, ondanks dat ik van een aantal dingen hier wel al weet hoe het hier ongeveer werkt..

Ooms: Hmmhmm.

Aafke: Maar voor de volledigheid, wil ik ze toch gewoon stellen omdat ik in andere instellingen met ongeveer hetzelfde interview wil gaan werken, leek het me voor de volledigheid toch handig om ze ook hier te stellen.

Ooms: Ja.

Aafke: Dus de eerste vraag is ehmmm… Hoe ziet in uw instelling het ACT programma er uit?

Ooms: Ehhhmmm….Ja, Dan moet ik toch een beetje uitweiden denk ik..

Aafke: Dat mag.

Ooms: Uhm.. Het ACT programma is ..Uhm.. We zijn daar natuurlijk uhmm.. vorig jaar of zo mee begonnen, we hebben daar cursussen voor gevolgd. Zijn naar symposia geweest. En ehhmm… we hebben ooit een verdeling gemaakt, vooral voor uhm.. de ambulante psychotherapeutische deeltijd groep, zo noem ik hem maar even voor het gemak uhmm.. ja.. dat alle therapeuten aan … dat als je de hexaflex hebt, dat alle therapeuten een stuk van die hexaflex voor hun rekening nemen. Ik moet je eerlijk bekennen dat ik maar daar niet zo heel strikt aan hou… Want als ik me goed kan herinneren dan. Ik zeg het al herinneren..dan moesten wij met defusie en acceptatie aan de gang… Uhmmm…. Ja, ik ben af en toe wel met defusie bezig, maar uhmm… in beeldende therapie.. ’t is ook ja, als je naar de hexaflex kijkt, ja uhmm… volgens de literatuur moet je het inderdaad verdelen als je in een multidisciplinair team werkt en dan moet je elkaar er ook strikt er van op de hoogte houden, van met welk deel je bezig bent. Maar het is ook als je de literatuur over ACT leest dan dat ook soms al die punten van die hexaflex samen komen of dat dat heel snel door elkaar gaat. En ik Uhmm.. vind wel bij beeldende therapie, want ik ben zelf nu natuurlijk ook een theorie module aan het schrijven over beeldende therapie, en ook te kijken hoe dat werkt vanuit beeldende therapie, en vanuit het analoge procesmodel … Ik vind heel vaak uhmm.. maar daar ga ik misschien zelf ook nog wel verder onderzoek over doen…Dat dingen tegelijkertijd beuren.. gebeuren bij beeldende therapie. Het is heel moeilijk die dingen van elkaar te scheiden. Maar dat was niet helemaal je vraag., ik merk dat ik nu heel erg uitweid. Hoe het ingekleed is… nou ik heb zelf ook wel een paar keer opgemerkt uhmm.. binnen het team van nou joh…jongens zijn we nu nog wel allemaal met ACT bezig, en moeten we elkaar niet zo scherp houden We hebben eigenlijk.. nou, ja, ik praat nou even voor een van de psychologen, die ook heeft gezegd van: “Ja, weet je, ACT is meer een soort visie van waaruit we werken.”. Het is meer een visie, he, en als je ook leest in de literatuur, he, Daar staat ook van ehmm.

Page 51: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

51

Voor ACT zijn niet echt duidelijke regels. Ze maken zelf ook gebruik van mindfullness, en of ze…, da’s een beetje HmmHmm uitgedrukt, maar er wordt gebruik gemaakt van mindfullness, maar ook van gestalttherapie, enzovoort, enzovoort, dingen. Het is eigenlijk een heel erg expiriëntiëele manier van werken van ACT en van beeldende therapie, daar ga ik maar even van uit is ook heel expriëntiëel, dus in die zin past het, maar dat is weer niet je vraag…merk ik.

Dus hoe is het ingepast.. , Ja, ik merk zelf dat voor mijn gevoel het een beetje aan het verwateren is, we zijn er in het begin natuurlijk heel erg veel mee bezig geweest , he, hoe het allemaal zou moeten en wat we er mee zouden kunnen, he. En we hebben natuurlijk ook dat moduleboek geschreven, daar gebruik ik ook nog wel dingen uit…Maar het is niet heel strikt geprotocoleerd, maar ACT is ook niet geprotocoleerd. Dus in die zin denk ik, het is wel op de achtergrond aanwezig….Uhmmm… maar we zouden af en toe bij elkaar een moeten checken of we nog wel met ACT zo strikt werken.

Aafke: En of je al de gebieden nog bestrijkt?

Ooms: Ja..

Aafke: Ja..

Ooms: Maar als ik naar mezelf kijk dan denk ik van wel, maar daar moeten we elkaar, vind ik, zo af en toe nog een beetje op wakker schudden.

Aafke: Ja, ..

Ooms: Ja, attent op maken, scherp op stellen..

Aafke: (grinnikt.)

Ooms: Maar ja, daar is niet altijd tijd voor… Dat komt ook door alle bezuinigingen die, waar we nu weer met zijn alle door heen fietsen..

Aafke: Ja., precies, daardoor wordt de werkdruk steeds hoger.

Ooms: Ja. , maar zelf werk ik er nog wel mee vind ik. Ja.

Aafke: Ja, uhmmm…. De volgende vraag die ik heb is… Uhmmm… Welke cliënten… uhmm… nemen deel aan het drie daagse deeltijd programma? Wat is hun problematiek?

Ooms: Uhmmm…, nou in ieder geval, er is geen uhmm AS I meer, op AS II is er ook niet echt heel duidelijk wat aan de hand. Ze zijn uhm… ja… ik vind het eigenlijk wel heel moeilijk om daar op te antwoorden merk ik…Uhmmm… er zijn wel wat dingen in de persoonlijkheid maar meer niet nader omschreven, Uhmm… ook wel lichte depressies, of vermijdende persoonlijkheid, er is ook wel … Uhmm… Er is ook wel wat… Uhm … het zijn meer trekken van, en ja, de mensen die mee doen zijn wel vast gelopen in hun… uhmm… Ja.. uhm.. in hun relatie, op hun werk, en sommigen zijn ook wel opgenomen geweest voor een depressie, maar die hele scherpe kantjes die zijn er eigenlijk wel af.

Aafke: Ja,

Ooms: Het zijn in ieder geval mensen die … uhm.. stil kunnen staan, die kunnen reflecteren op hunzelf. Die zelfreflectief vermogen hebben.

Aafke: Ja, en daarmee toch uhmm.. een wat hoger niveau hebben dan andere groepen?

Ooms: Uhh… Ja, meer in staat zijn om ook wat abstract te denken, bijvoorbeeld.

Aafke: Ja.

Page 52: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

52

Ooms: Ja, het is geen structuurgroep het onderscheid zich echt wel van structuurgroepen, dat ze net wat meer in huis hebben, meer gezonder…

Aafke: Ja, En de volgende vraag die ik dan had.. Uhm.. Welke plaats neemt beeldende therapie in het ACT programma in?

Ooms: Een hele grote.

Aafke: een hele grote…Dat is altijd leuk om te horen.

Ooms: Jaha, Uhm… als je, Op welke groep doel je nu? Op de DKD?

Aafke: Op de DKD, ja.

Ooms: Nou die hebben twee keer in de week beeldende therapie. Dat is wel historisch bepaald. Ha, ha, ha,.

Aafke: Hoezo?

Ooms: Ja, toen ik hier ooit kwam werken was dat al zo zeventien jaar geleden.

Aafke: Ok, ha, ha, ha..

Ooms: en dat is nog steeds zo. Enne… nou, ja, weet je, we zijn multidisciplinair, dus we nemen allemaal wel een belangrijke plaats in, en alles is uhmm.. wel belangrijk. Ik ben zelf wel, nu ik ook op een andere locatie ben gaan werken, niet meer bij de behandelplan bespreking, wat ik zelf wel weer heel jammer vind. Maar ik merk wel dat er veel gebeurt binnen beeldende therapie. Dus ..Uhm… ja, dat wisselt zich een beetje af, he. De ene keer gebeurt er wat meer bij drama, de andere keer gebeurt er weer wat meer in gesprekstherapie. En bij beeldende therapie gebeurt het toch ook wel veel dat mensen bij hun emoties komen, enne.. die durven te beleven en daardoor gaan voelen en wat kunnen gaan uiten.

Aafke: Ja..

Ooms: Ja,

Aafke: en dat bedoel je dan ook met: er gebeurt veel?

Ooms: Jaa, of dat ze wat meer uhm.. achter de dingen komen waarom ze doen zoals ze doen

Aafke: Ja.

Ooms: en dat kan op allerlei fronten zijn, hè. Bijvoorbeeld laatst in een opdracht, die ik gaf .. uhm.. zoek naar… nou het was een individuele opdracht die ik gaf… ja, want ik geef op maandag altijd een opdracht en op donderdag is het de bedoeling dat mensen zelf iets kiezen. Het moet wel met hun doel te maken hebben, en soms weten ze dat dan niet en dan geef ik ze een opdracht. Deze mevrouw had ik een opdracht gegeven van nou zoek eens een schilderij op uit een boek wat je aanspreekt. Toen kwam ze op twee uit en toen zei ze:”Nee, deze spreekt me toch wel heel erg aan, maar ik weet niet waarom.” Nou, dat is dan zo, hè. En toen ze schildersspullen had gepakt om te gaan schilderen, toen zag ze er onder staan, dat het een schilderij was vanuit een treincoupe gezien, dus het waren mensen die voor het raam zaten in een treincoupe , en deze mevrouw die heeft jarenlang bij de NS gewerkt en is ontslagen en heeft daar heel veel moeite mee, dat ze geen werk meer heeft. Maar als je dan vanuit de theorie van ACT kijkt is dat dan een soort zelfidentificatie met haar beroep heeft gekregen, zo zou je dat dan kunnen zien. Toch grappig dat je dan kan zien. Ook als je dan het kern zelf er dan weer bij betrekt, hè. Ik weet niet of je thuis bent in die theorie?

Page 53: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

53

Aafke: Ja.

Ooms: Dat beelden toch wel opgeslagen liggen in dat kernzelf, hè. Dat je het vaak niet eens meer weet, maar als je dan een plaatje ziet dan herken je dat.

Aafke: Ja.

Ooms: Maar je weet niet waarom. En dan denk ik van… ja, nou ik er wat meer over aan het lezen ben dan wordt dat allemaal weer helder… Dan denk ik van ja, dat werkt gewoon zo. Dus dat soort dingen gebeuren ook, hè.

Aafke: Dat is wel heel mooi inderdaad..

Ooms: zo gebeurt er op allerlei fronten wel wat. . Ja, nou, ja, het is ook wel… het is ook wel leren om met andere manieren van werken te krijgen wardoor je je ook beter gaat voelen of anders gaat voelen. Of beter gaat voelen… dat er gewoon gevoelens… dat mensen weer gaan voelen.

Aafke: Ja,

Ooms: dat zie ik wel vaak gebeuren. Ik heb ook eens een iemand gehad die zei ook echt: “Hé, ik voel.”

Aafke: dat is wel heel mooi inderdaad.

Ooms: Houtskool, hij was met houtskool aan het tekenen, zo maar voor de vuist weg aan het bewegen was op papier. Dus ja, ik vind ook dat een heleboel dingen binnen ACT ook wel in te passen zijn.

Aafke: Ja, Wat dat betreft is…

Ooms: Ook wel verwarrend soms, hoor. Vind ik want het is aan de ene kant de bedoeling dat je weer beter gaat leren voelen, dan je beter te voelen. Maar dat gebeurt ook wel. Dat mensen zich beter gaan voelen.

Aafke: Ja, maar dat is niet het hoofddoel van ACT toch? Je beter voelen?

Ooms: Nou het is wel een hele belangrijke..Nou nee, niet je beter voelen, maar wel beter gaan voelen, meer voelen.

Aafke: Meer voelen, ja. Ha, ha, ha, wat een spraakverwarring.

Ooms: Ja, nee het hoofddoel is niet je beter voelen, nee.

Aafke: Maar meer voelen wel. Accepteren dat de gevoelens er zijn wel. In plaats van ze weg te willen stoppen.

Ooms: Ja, ja, en er meer in te gaan staan, in te gaan zitten.

Aafke: Ja, … Ja, misschien is die vraag deels al beantwoordt, maar ik stel hem toch…uhm.. welke functie heeft beeldende therapie binnen het ACT programma?

Ooms: Ja…uhm… het is natuurlijk een manier om aan jezelf te werken, is beeldende therapie daar een van. En welke functie heeft het? Nou, ja da’s dan de bedoeling om binnen beeldend aan defusie en acceptatie te werken, maar volgens mij toch ook wel hier en nu. Ik heb in ieder geval wel de module geschreven op defusie en acceptatie en dat was ook het uitgangspunt.

Aafke: Ja., dus met name uhm… voor defusie en acceptatie?

Ooms: Ja, waar ik het overigens niet helemaal mee eens ben.

Page 54: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

54

Aafke: In welk opzicht niet?

Ooms: Want de discussie is nooit eigenlijk goed van de grond gekomen.

Aafke: Waarom niet?

Ooms: Want ik vind dat beeldend heel erg in het hier en nu zit. Want beeldende therapie vindt plaats in het medium, in het hier en nu, in the present moment.

Aafke: Omschrijf ik het dan goed als ik zeg van.. uhm…: oorspronkelijk was het de bedoeling dat defusie en acceptatie binnen beeldende therapie werden uitgewerkt en onderzocht. Klopt dat, of dekt dat de lading niet.

Ooms: wel uitgewerkt, maar nog niet onderzocht.

Aafke: Nee, Ok…. Maar is onderzoeken ook niet het gewoon weer accepteren.

Ooms: wat bedoel je met onderzoeken dan?

Aafke: Wat je voelt

Ooms: Nou dan ga je dus eigenlijk heel erg in de interpretatie zitten, hè.

Aafke: Ja.

Ooms: In ieder geval het is nu zo, laat het er maar zijn. Dan heb je het over acceptatie, maar als je het helemaal gaat uitdiepen, gaat analyseren, ja, dan laat je je dus verleiden tot het analyseren en dan ga je dus helemaal tot in fusie.

Aafke: Nee precies, dan uhm.. hebben we dat even duidelijk.

Anita,: En accept… wat ik bijvoorbeeld ook bij beeldend doe, wat heel mooi is, hoe je je werk, je beeldend werk accepteert. Dat heb je zelf ook meegemaakt, hè?

Aafke: Ja.

Ooms: Mijn regel is: het mag niet in de prullenbak.

Aafke: Nee, inderdaad.

Ooms: Want er is geen mooi en er is geen lelijk. Er is wat er is.

Aafke: Het is wat het is, ja.

Ooms: Voor cliënten is het vaak heel pijnlijk en heel lastig om iets niet weg te mogen gooien.

Aafke: Ja, nee, dat is heel herkenbaar. Maar het is ook mooi als het een keer lukt om het inderdaad te bewaren.

Ooms: Ja, en het zo brand in die map, hè. Dat heb je zelf ook wel gezien, hè. Dat dat soms heel moeilijk is.

Aafke: Ja, precies.

Ooms: Het kan heel confronterend zijn als je zo’n beeldend werk ziet, hè. Als je naar je eigen chaos zit te kijken, bijvoorbeeld. Na… dat mag alleen maar harmonie en schoonheid zijn, hè.

Aafke: Ja, inderdaad.

Ooms: Niet hebben van pijn. Ja, en wat dat betreft is acceptatie wel een hele goeie. En wat defusie betreft … Defusie opdrachten vind ik… uhm… Als je puur aan defusie opdrachten denkt vind ik het vaak wat gekunsteld, en ik merk zelf dat …uhm.. als je aan het beeldend werk, werkt, dan ontkom je niet aan het analoge. Dus als je met beeldende materialen een

Page 55: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

55

opdracht over defusie uitwerkt dan ontkom je niet aan de materialen. Hoe dan ook, hoe iemand iets maakt . dat zegt altijd iets over die persoon, en je kan niet om die persoon heen.

Aafke: Nee.

Ooms: Ik vind defusie een iets te cognitieve manier. Ik doe het wel eens. Bijvoorbeeld met een andere groep heb ik het schaakbord geprobeerd. Te maken, heb je een voorstelling van het schaakbord?

Aafke: Nee, ja, volgens mij wel ja.

Ooms: Dan zijn de schaakstukken de witte stukken zijn de positieve en de zwarte de negatieve gedachten, dus stel je voor dat jij het schaakbord bent, dan ga je op het schaakbord die stenen verzetten, maar het maken van het schaakbord en die stenen, dat is ook een soort analoog proces. Dus het is niet het een of het ander, en dat vind ik dus een hele lastige, daar wilde ik ook nog es over in discussie gaan want dat vond ik toch een hele lastige.

Aafke: Ja, nee, dat kan ik me heel goed voorstellen want ze noemen het natuurlijk niet voor niets cognitieve defusie.

Ooms: ja, jaaa het wordt natuurlijk vaak defusie genoemd maar het is cognitieve defusie. Het is kijken naar je gedachten en er mee spelen. Wat ik wel beter vind werken is bijvoorbeeld het woorden opschrijven. Ik was laatst met iemand die had, dat was niet met deze groep. Maar dat was een ehmm… omgaan met hindernissen, en daar was een man en die zei: “Ja, uhm..en autisme is mijn hindernis.” En toen heb ik hem met van die uh.. tamponeer uh.. malletjes letters zo met kwasten in laten tamponneren. Autisme. En dat was op zich allemaal spel want dan haal je die letters weg. En dan zie je op eens zo’n mooie letters staan en dan heb je zo’n wauw… dat is dan weer de verrassing. Dat laten spelen met al die letters. En dan kijk je van hé, wat zie je nu. En dan zie je allemaal letters. Dus het is ook een beetje zoeken nog.

Aafke: ja, precies.

Ooms: maar, dan heet het cognitieve defusie, maar ondertussen gebeurt er eigenlijk het tamponeren van die letters en de … en de verrassingseffect, heet dat dan ook defusie? Ja, want je gaat wel uit je hoofd. Door het spelen ga je uit je hoofd. En dat is meer denk ik wat beeldend doet. Door in actie te komen ben je denk ik niet meer zo aan het denken, denk ik. Maar dan ben je in het hier en nu.

Aafke: Ja, en juist door het los als woord neer te zetten. Zet je het ook los van jezelf. Jij bent dat woord en die letters niet…

Ooms: Nee.

Aafke: Maar jij kijkt ernaar.. En dan kom je natuurlijk uit bij het zelf als context. Kun je die lijn ook weer leggen.

Ooms: Ja, maar je moet het dan allemaal weer uitleggen..

Aafke: Ja, dat klopt.

Anita, ben je toch weer cognitief bezig.

Aafke:Ja, ha, ha, ha, dat klopt.

Page 56: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

56

Ooms: Is op zich niet erg maar als je heel erg van, ja,… maar dat is mijn ding. Ik ben het aan het koppelen, misschien past het ook niet helemaal binnen dat analoge, maar meer binnen het expiriëtiëele, het handelend bezig zijn daarin kun je heel veel doen. Maar het gevaar bestaat dan dat je toch weer te veel aan het uitleggen bent. En niet zo in de ervaring komt, dus ik vind het hier en nu en het ervaren in het hier en nu, vind ik toch heel erg passend. Dus meer het mindfulness gedeelte denk ik. Maar dat wordt voor mij iets te ingewikkeld

Aafke: Ja, precies. OK… uhm… dan komen we bij uhm.. dan komen we bij , namelijk de volgende vraag die ik zelf ook wel interessant vond kan deze toevoeging van het beeldend medium ook worden behaald door een andere vorm van therapie?

Ooms: Toevoeging uhm…. Ja… Ik vind het uhm… Hrt ja, goed, het… uhm…het kenmerkende van beeldend is natuurlijk… uhm… dat je… uhm… ook… Ja, ik zit even te denken, aan een heleboel dingen tegelijk te denken. Even m’n gedachten ordenen.

Aafke: Ja hoor, neem de tijd.

Ooms: Ja, een belangrijk kenmerk is natuurlijk dat je naar het beeldend werk kan kijken, je kunt er ook afstand van nemen. Dus je kunt het… ook buiten jezelf plaatsen en dan kijken. Ja dat vind ik al heel mooi. Je kunt het bewaren en je kunt het er weer bij halen, dat vind ik wel heel mooi.

Aafke: Ja.

Ooms: Je kunt het bewaren en je kunt het er weer bijhalen. Je kunt een volgende keer zeggen van: Zullen we nog eens naar dat schilderij kijken, of weet je nog eens van toen, je kunt er op terug zien.

Aafke: Ja. In wezen is dat toch ook een soort defusie…

Ooms: Ja.

Aafke: … in het werken zelf. Zonder dat je dat direct moet benoemen, maar je bent wel bezig met defusie dan, toch?

Ooms: Ja…ja, terwijl je dan ook weer, als je er naar kijkt … dan kan het ook wel weer gevoelens oproepen.

Aafke: Ja.

Ooms: Dus het is en,en.

Aafke: Ja, maar ja, goed…

Ooms: Maar het is wel makkelijker om er afstand van te nemen, als je het in een keer.. op een… buiten jezelf hebt geplaatst….. buiten jezelf plaatsen.

Aafke: Ja en je blijft niet in het moment.

Ooms: Nee, dat is dan weg, maar je hebt nog wel je beeldend werk over, om er naar te kijken en er afstand van te nemen. En er met afstand over praten, dus dan is dat…ook defusie, ja.

Aafke: Ja. Ha, ha.

Ooms: ik denk ook wel dat je dan een kern te pakken hebt van defusie.

Aafke: Ja, en ik denk dat dat juist iets is dat bij beeldend werken heel erg goed… aan de orde kan komen.

Page 57: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

57

Ooms: Ja, ja.

Aafke: Want het moment waarin je het gemaakt hebt tast je niet aan, maar het product wat je in dat werken gemaakt hebt blijft bestaan. Ook al voel je je de volgende week totaal anders.. het product blijft het product en de vastlegging van dat moment in wezen.

Ooms: Ja, ja, … Ja goed je kunt ook gebruiken van… Ja, goed ik zit nauw heel even naar dat schilderij daar boven te kijken, omdat die man heel erg op takken is. Je kunt ook zeggen dat staat op het schilderij… jij bent niet je schilderij, hè. Jij bent niet je chaos, hè. Je voelt het misschien wel zo, maar je bent het niet., hè.

Aafke: Ja, ja, je hebt het nu letterlijk buiten jezelf geplaatst. Je kunt er nu van weglopen,… nou ja, misschien is dat verkeer gezegd.

Ooms: Ja, nou ja, je kunt het nog wel voelen.

Aafke: Ja,..nee,…dat klopt. Ja.

Ooms: Het kan natuurlijk ook helpen om er naar te kijken en je er bewust van te worden, hè. Kijk op het moment dat je er naar kijkt… dan kan je ook denken van: hé, jaha, inderdaad … het is chaos wat ik vaak in me heb. Je kunt ook dingen daarin herkennen.

Aafke: Ja.

Ooms: Ik denk wel dat dat onderscheid van de andere media.. van drama muziek, dat is dan weg, hè.

Aafke: Ja, dat is dan vluchtiger.

Ooms: Ja, dat is vluchtiger… Het is ook algemeen bekend dat het vluchtiger is. Hoewel ik me wel voor kan stellen dat als je bij drama over je grenzen bent gegaan, bijvoorbeeld, dat je daarna nog wel met een rot gevoel rondloopt…. Maar je kan van alles doen met zo’n doek, hè. Je kunt er weer over heen schilderen, je kunt het weggooien, je kunt het kapot maken, je kunt het in de prullenbak gooien.

Aafke: Ja, ja.

Ooms: Je kunt er afstand van nemen.

Aafke: Ja, ja, maar daar begrens je ze dus wel in. Want dat zei je net, ze mogen bij mij niks weggooien.

Ooms: Jaha, tenzij het wel echt in een proces past, en ik vind dat het erbij hoort. Als iemand het wil begraven of wil verbranden of wil verstoppen dan … ja… het is niet… ja… Maar in principe… maar ja, dat weet je van mij, hè… Laat ik het ze gewoon uit de prullenbak vissen, als het over acceptatie gaat, hè. Over het niet mooi vinden of omdat het niet lukte … Ja, ik ben er ook een beetje mee aan het oefenen, aan het experimenteren, misschien doe ik het over een paar maanden wel weer helemaal anders, dat ik het vooral wel weer lekker weg laat gooien..

Aafke: Ja, ha, ha,ha.

Ooms: Maar dat is ook omdat aan het eind van de therapie, dan doet iedereen een beeldende presentatie. Dat is ook altijd wel interessant wat ze wel laten zien en wat er aan de kant ligt. Ik heb altijd de neiging om te zeggen. Laat nou eens zien wat je ons niet wil laten zien. Maar je kunt er mee spelen, dat is het leuke ook… Er mee spelen.

Page 58: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

58

Aafke: Ja, ja en de keuzes die mensen maken zeggen ook weer iets over hoe het proces verlopen is zonder dat ze dat zich misschien heel bewust zijn.

Ooms: Hmm, hmmm. Ja, ja dat is zo. Het leuke is … ACT is wat dat betreft wel heel speels.

Aafke: Ja, dat is ook een van de redenen waarom het mij zo aanspreekt. Moet ik zeggen.

Ooms: Ja

Aafke: (kast met pen op papier) Even kijken hoor… die hebben we ook gehad… Ik denk dat we deze vraag inmiddels wel behandeld hebben. Welke onderdelen van de ACT hexaflex worden binnen beeldend het meeste aandacht aan besteed en waarom is dat zo? Of hebben we.. of heb ik…

Ooms: Ja, het meest… Ik laat dat een beetje van de groep afhangen. Als er een tijdje wat minder gebeurt dan ga ik meditatief tekenen doen met ze, met twee handen, dan komt er weer wat emotie bovendrijven, dan heb ik weer wat over het hier en nu. En dan laat ik ze bij wijze van, wat dacht je, wat voel je, wat zie je, dan laat ik ze dat benoemen. Of ik doe een defusie opdracht, met een stripverhaal, die werkt altijd wel leuk. Laatst had ik iemand die zei: “Dat is toch raar dat je zo’n probleem zo belachelijk gaat maken.” Ja, dat is.. probeer daar maar de humor van in te zien… probeer er mee te blijven spelen. Toen zei ze ook wel van:”Ja, dat is toch wel heel gek, want ja,.. ik raak toch helemaal het probleem kwijt, de gedachten kwijt.” Ja, dat is nauw precies de bedoeling van deze opdracht. Ha, ha,

Aafke: Ja, ha, ha, ha…. Maar wat laat je ze nou concreet in zo’n stripverhaal doen?

Ooms: Nou dan laat ik ze een belemmerende gedachten personifiëren en in een typetje en ..uhm.. . Ja dat is altijd een beetje zoeken hoor. Ik laat vaak iedereen aan het begin van het vel zich voorstellen en dan geven ze dat vel door, maar dan blijft het vaak toch een beetje bij voorstellen, dus de laatste keer heb ik gezegd, nou, leg allemaal jullie vellen kriskras op tafel, en je gaat er gewoon bij tekenen waar je erbij wil tekenen. Maar toen liep het vast dus toen heb ik gezegd: En iedereen mag je uitnodigen . Nou toen liep het nog en keer vast, want ja dat heb je met die vermijdende persoonlijkheden, die moet je een beetje uitdagen. Dus ik zei: OK, nu gaan jullie op vakantie en je bepaald met elkaar waar jullie naar toe gaan, maar jullie gaan een doldwaas avontuur beleven… dus dan moet je een beetjes sturen soms. Maar dat lukt wel of wat minder.. dat is grappig.

Aafke: Maar dat hangt ook van de groep af, kan ik me zo voorstellen.

Ooms: Ja, dat hangt ook van de groep af, inderdaad. Ja… maar iets met elkaar moeten is ook wel weer lastiger dan individueel in je eigen proces zijn. Ik vind dat daar eigenlijk de meest verassende dingen uitkomen. Het wisselt een beetje af.

Aafke: Ja, nou dan ehm.. dan .. uhm… zijn we eigenlijk al weer aangeland bij de volgende vraag die ik op mijn briefje heb staan. At voor soort opdrachten bied je aan?

Ooms: ohoh. Waarom wil je dat weten?

Aafke: Ha, ha, ha Waarom ik dat wil weten? Nou, omdat ik onderzoek doe naar beeldende opdrachten en interventies binnen ACT.

Ooms: Nou.. uhm… Ja, ik kan ze allemaal opnoemen, maar je kunt ze ook teruglezen in … heb ik jou ooit die scriptie van Katrien Gooyens gegeven?

Aafke: Nee.

Page 59: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

59

Ooms: Mijn favoriete opdracht is de bus. Die kun je ook nalezen in het tijdschrift van creatieve therapie. Heb je dat gelezen?

Aafke: Ja, dat heb ik gelezen.

Ooms: Dat is toch wel mijn favoriete opdracht. Daar gebeurt heel veel in. Uhm.. ik zit er zelfs over te denken om daar mijn onderzoek over te doen. Om het zo klein te maken dat ik die opdracht ga onderzoeken. Dat ik mensen over ga interviewen wat hun daarin… Ja, ik vind … ik ben daar zelf… Ja, het is mijn favoriete opdracht, hè. Je laat dus de belemmerende gedachtes daarin stappen. En ik ben dat ja… ik ben dat zelf iedere keer op andere manieren aan het doen. Ja, enne … er gebeuren echt in het hier en nu… de emoties. En een mooie vervolg opdracht daarop vind ik verleden-heden-toekomst. Dus ook om niet te veel in het verleden te zitten, en ook niet te veel in de toekomst. Dat is toch wel wat mensen geneigd zijn te doen, maar toch vooral dingen te willen in de toekomst maar het in het heden niet te weten. Dus dan kom je al een beetje richting gecommitteerde actie en waarden. Soms laat ik wel eens een waarden collage maken, meer om men bewust te laten worden van wat waarden zijn vind ik hem wat minder… Ja, dat staat ook wel in dat tijdschrift en daar ben ik het wel mee eens, dat het best nog wel soms moeilijk is om bij gevoel te komen. Dat is… uhm… die waarden, die ontstaan soms ook wel tijdens het maken van de bus. Want de meeste mensen plakken toch wel plaatjes op de bus die staan voor hun waarden, of laten toch ook wel eens waarden instappen. En dan zeg ik: “Dat is toch eigenlijk een waarden, daar wil je toch eigenlijk naar toe?” Dus die waarden collages… ja, ik doe het wel eens als ik het ook niet zo goed weet, bijvoorbeeld. Maar ik vind een waarden collage heel lastig, heel droog, zeg maar, een beetje te bedacht.

Aafke: Een beetje te cognitief, zeg maar…

Ooms: ja, dan gaan mensen lezen en dan moet je weer zeggen:”Niet lezen.” Maar er gebeuren ook wel emotionele dingen, maar het hangt er maar net van af wie er in de groep zitten. En wat voor ja… Ik heb laatst voor het eerst het schaakbord gedaan, dat heb ik niet met deze groep gedaan maar met een andere groep de DKD dat is meer de structuur groep, maar ik weet niet of je dat wil weten. Ik heb ze van klei… maar dat kun je met allerlei materialen doen denk ik… Ik heb ze van klei een schaakbord laten maken, maar dat maakt dus niet uit hoe veel vakjes. Ik heb ze dus gewoon een tegel laten maken van twintig bij twintig en heb ze daar een ruitjespatroon op laten … heel gestructureerd , dat heb ik ze zwart-wit laten maken met angobe, en de volgende keer heb ik ze zwarte en witte schaakstukken laten maken, gezegd van: “Nou bedenk eens gedachten, …uhm… vier positieve en vier negatieve gedachtes. En…uhm… daar hebben ze wat abstracte vormpjes voor bedacht en ze hebben ook wel een letter bedacht omdat die dan voor iemand stond die ziek was of waar ze angstig voor waren. En … Uhm.. Nou die hebben ze toen ook weer in zwart en wit geschilderd. En …uhm… Toen heb ik ze op een gegeven moment gevraagd om die schaakstukken op dat bord neer te zetten. En toen gingen mensen toch een soort beeld presentatie doen… een soort beeld presenteren op dat schaakbord. Er was een meneer die had zoiets van daar moeten mijn positieve gedachtes staan en hier moeten mijn negatieve gedachtes staan, en als die nou maar zo blijven staan dan is het goed. Toen dacht ik: ”Ah, dat is interessant .”Ik zeg:”Goh, zullen we eens gaan schaken? Zou je eens een steen kunnen verzetten?” En dan, ik zag de adem stijgen, ik zag de spanning stijgen bij die meneer. Ik zeg: ”Nou je mag hem straks ook weer terugzetten.” Toen was hij wel bereid om het te doen. Ik had van te voren uitgelegd van: Stel jij bent het schaakbord, dan zit je weer in de metafoor , hè. Wat gebeurt er nu met… “wat gebeurt er nu met het schaakbord?”. “Nou, niets.” En

Page 60: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

60

toen dacht ik: Ja, dit vind ik lastig. Als je dat zo gaat uitleggen, hè, volgens het boekje, kom je met beeldend niet zo goed weg.

Aafke: Nee, dan wordt het een beetje te veel in de metafoor.

Ooms: Dan wordt het te veel te cognitief, hè. Maar het was wel zo van: hé, het moment om te gaan schaken was wel… riep spanning op. Dan gaat het beeld veranderen, want je kan je ook heel erg hechten aan voorstellingen. En het zijn hele mooie werkstukken geworden. Ze zijn glanzend gemaakt en afgebakken, het zijn echt kunstwerken geworden. Dus dat… Jaha… dat waren prachtige werkstukken. Iedereen heeft ze vol trots mee naar huis genomen om ze een plek te geven.

Aafke: O, dat is wel heel mooi.

Ooms: Het is eigenlijk wel een hele leuke opdracht. Ik denk ik ga het eens uitproberen. Eens kijken hoe dat kan uitwerken. En dat is per groep weer verschillend en ook weer verschillend hoe je hem aanbied. Dus je moet daar zelf ook mee gaan experimenteren. En wat ik ook gedaan heb, en dat weet je misschien nog wel, de madroesjka’s. Madroesjka’s maken… madroesjka’s maken enne… daar uhm… ja, af en toe geef ik dus zo’n echte metafoor opdracht. En af en toe werkt het ook wel, Maar het werkt pas echt als mensen ook echt bij hun beleving komen. En dat kan bijvoorbeeld… Ik kan me nog herinneren… een man in de groep en die was er in de periode, volgens mij, dat jij er was. Ik weet niet of jij er bij was, iemand had toen een eigenschap uitgebeeld in zo’n madroesjka, maar die had hem niet als madroesjka, maar die had toen heel groot met driekoppig hoofd op gemaakt. Hij keek ernaar en zei, was zich in een keer bewust van hoe hij altijd ontzettend in zijn hoofd leefde. En toen werd er een emotie zichtbaar. En dan denk ik van: Ja…

Aafke: volgens mij ben ik daar inderdaad bij geweest, maar…

Ooms: Ik zal nou even geen namen noemen.

Aafke: Nee, dat doen we nu ook maar even niet, maar… Ik heb wel een beeld. Voor ogen, ja.

Ooms: Als je door je beeld wat je maakt, dan zit je weer meer in dat analoge. Als het beeld je dan raakt dan denk ik van ja, dan werkt het wel. Maar het kan anders wel heel droog worden. Het maken van.. het vormgeven van… Daar gebeurt het eigenlijk in. En daar kun je eigenlijk niet omheen. En als je daar wel omheen gaat dan vind ik dat je beeldend te lort doet. En daar stuit ik eigenlijk iedere keer op, en bij die bus is dat toch anders. Dat is veel speelser.

Dat schaakbord heb ik de cliënten vrij in gelaten hoe ze de schaakstukken neer mochten zetten, het moest zo staan als dat het goed voelden. Dus als een muurtje of als door elkaar heen. Het hoefde ook geen echte schaakstukken te worden, het moesten gewoon vormpjes worden, omdat het anders weer veel te ingewikkeld werd. Je kunt er alle kanten mee op het is ook eigenlijk een heel creatief proces wel. Je ziet ook wel deze meneer was heel warrig en chaotisch. Het kruis dat was dan voor iemand die overleden was. Dit was de hond want daar wandelt hij graag mee. … Maar ondertussen ook al werkt die metafoor niet helemaal zoals hij bedoelt is, kunnen mensen in die schaakstukken wel weer vorm geven van wat er in hun leeft. Dus het gaat eigenlijk wel weer een stap dieper.

De berg heb ik ook wel eens aangeboden, uit het ACT protocol van Louise Hayes.

Page 61: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

61

Deze opdrachten zijn geschikt voor een ACT behandeling omdat alle aspecten van de Hexaflex er in voor kunnen komen.

Sessie aanbieden:

Vaak begin ik wel met een mindfulness oefening, of een bodycheck. Dat ook echt iedereen zijn gedachten kan laten gaan en zich bewust kan worden van je ademhaling, voeten op de grond en dan even het hele lichaam af. Om ook de focus op het hier en nu te krijgen. En om ze weg te halen uit alle ruis van een vorige sessie of de lunch of wat dan ook. Dan leg ik de opdracht even kort uit, ik ga niet te veel uitleggen, want dan is de lol er af. Als je veel van te voren uitlegt gaan mensen er te veel over nadenken. En dan zitten ze nog meer in hun hoofd terwijl je ze daar juist uit wil hebben. Ik bespreek de opdracht tegenwoordig ook altijd na, ik heb het een tijd lang niet gedaan, maar tegenwoordig doe ik toch weer wel, als het aan het einde van de sessie niet helemaal uitkomt, dan begin ik er bij de volgende sessie mee. Zodat iedereen aan bod komt.

Vooral de sessie met de bus, vroeger liet ik iedereen gewoon zijn eigen personages bedenken, maar laatst heb ik het eerst gedaan dat iedereen echt om de beurt een personage in liet stappen, en dan ging ik naar de volgende, en de volgende. En toen waren we klaar en de volgende sessie zei een patiënt:”Ik heb nog een passagier die alsnog wil instappen. Nou OK, iedere sessie kun je weer een nieuwe passagier laten instappen. Dat is dus ook het mooie van beeldend, dus. Je kan die bus er weer bijhalen, en dan denk je van, nou, ja, laat maar instappen. Je kunt het terughalen. Grotere opdrachten lopen ook wel eens meer dan een sessie door. Het is ook wel leuk als een beeldende opdracht afgemaakt wordt. Maar dat is misschien meer mijn ding.

Maar soms denk ik ook wel eens van vandaag gaan we weer lekker schilderen, of kleien, en dat is ook wel het mooie van ACT, het is niet geprotocolleerd, je hebt niet te maken met allerlei regels. Ja er gebeuren natuurlijk allerlei dingen, ik vind het niet mooi of ik voel me zus of zo. Ja, laat het er maar zijn… of het lukt niet, nou, om dan door te gaan. Je moet het doen met wat er is, kijk maar wat er komt, dus in die zin is het ook werken vanuit de visie. Je kunt ACT altijd toepassen.

Therapeutische houding/ interventies:

Als iemand hoog in de emotie zit dan zet ik het werken even stop, of laat ik iemand er bij stilstaan. Wat voel je? Kun je het er even laten zijn? Mag het er zijn? Er even ruimte aan geven. En dan is vaak heel de groep er wel bij betrokken. Die houdt dan ook even stil en dan kom er even ruimte. En dat zijn ze natuurlijk ook wel gewend want dat gebeurt in andere therapieën ook. Dat is ook een soort cultuur die er inzit, het mag er ook zijn.

Een open houding transparant, dat betekend niet dat je zo alles van jezelf verteld, maar meer van …Ja, dat is menselijk, dat is menselijk wat je doet. Je lijkt wel een echt mens, het mag er zijn. Je mag het de tijd geven de ruimte geven. Er bij stilstaan. Of… Zou je dat in beeldend nu verder vorm kunnen geven?

Ik had vanmiddag ontspanningsgroep, en ze kwamen allemaal baldadig binnen, nou dan pak ik papier en krijtjes en dan mogen ze even hun energie kwijt, doen wat er is, doen wat er leeft op dat moment. En daar vorm aan geven. En dat ook oppakken. Kijk ik doe het niet zo heel anders dan anders, dat is denk ik ook wel heel ACT, het is niet echt heel nieuw. Maar je hebt meer een visie erachter, je weet waarom je het zegt, je weet dat er kaders achter staan

Page 62: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

62

en daarom is het denk ik dat ik vaak denk van: O, ja dat past ook binnen ACT. Het is ook een soort ruggensteuntje. En een soort referentiekader dat je niet zomaar wat doet maar dat het ook echt een basis heeft. Dat het gedragen is.

Oefeningen/opdrachten specifiek voor ACT:

Omdat deze opdrachten ruimte creëren en iets oproepen waardoor acceptatie en defusie en aanwezig zijn in het hier en nu mogelijk worden gemaakt. Mensen worden zich ook bewust in het hier en nu, van wat ze aan het doen zijn, denk ik. Van, hé. Dit wil ik niet meer. Of nu wordt ik boos. Het is natuurlijk sowieso bij beeldend werken dat je ook gedrag ziet, van dingen die er in de cliënten omgaan. Je ziet ook wanneer mensen aan het vermijden zijn, om bijvoorbeeld in het beeldend werk te komen, door maar vooral krampachtig gecontroleerd bezig te zijn. Dus het zijn niet alleen de opdrachten die ik net noemden, maar in beeldend werk in het algemeen zie je heel veel gebeuren. Afgebakende figuren, het moet netjes zijn. Afgepast zijn, allerlei patronen willen werken, normen en waarden. Dus daar kun je ook op inspelen. Je prikt er ook wat gedragsmatig op in.

Interventies:

Dan zeg ik bijvoorbeeld: “Goh, het valt mij op dat… of wat ben je aan het maken? Waarom doe je dat? Wat beoog je daarmee?” Ook bij vrij werken, en dan bekijk ik zo eens de werkstukken, en dan zeg ik:”het valt mij op dat je altijd zus of zo werkt”. Bijvoorbeeld, het moet altijd netjes zijn. En dan probeer ik er ook wel pratend achter te komen van waaruit dat dan is. En ik zeg ook wel eens van: “Goh, zou niet eens iets lelijks kunnen maken? Iets anders kunnen doen?” En volgens creatieve therapie zou je die gang naar dat perfecte misschien eindeloos moeten laten duren totdat die vanzelf veranderd, dat is natuurlijk het mooiste. Maar soms moet je het ook even een zetje geven.

Het is soms per individu zo verschillend ik heb ook wel eens mensen die zeggen van “Kunnen we nou eens een keer iets echts maken?” “wat is dan iets echts?” “Ja. Zo’n fruitschaal, met van die lichtpuntjes eruit… “ Zo echt vanuit het hoofd, vanuit het beeld. En dan zeg ik van: “Nou ga maar eens met verf knoeien eerst.” En dan geef ik ze veel palletmessen en verf, en vingerverf, en dan is het vaak van: hé, dit is leuk. He, jeetje, kijk eens wat er nu gebeurt. Dan krijg je dus eigenlijk een verandering. Dan kom je aan het plezier beleven…. Aan beleven. En dan zeg ik van kijk maar eens wat hier verder nog staat. Kijk maar of je daar een beeld uit kan halen.

Verschil mindfulness en ACT:

De boeddhistische kant is er op gericht het leiden op te lossen, maar ACT is er juist op gericht om het leiden te accepteren. ACT is geen mindfulness, maar het gebruikt wel mindfulness. Het is gebaseerd op de principes van mindfulness. En heel lang kwam ik daar niet uit. ACT is toch echt een gedragstherapie, en mindfulness is dat niet.

Het is de kunst om veel te oefenen want iedere groep is weer anders. Dat staat is het boek van Harris, oefenen oefenen, oefenen.

Page 63: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

63

Interview met Hanneke Veldhuis

Beeldend therapeut bij GGNet Apeldoorn ouderen.

12 april 2012

Hoe ziet in uw instelling het ACT programma er uit?

Zoals het er bij ons uitziet is het een best wel afgebakende module van een ochtend in de week waarbij er een deel , een soort verbale training is,maar wel ook met ervaringsgerichte oefeningen. En aansluitend dis er een uur beeldende therapie. En elke keer weer wordt in het eerste deel wordt een kernproces binnen ACT getraind en het tweede deel is en soort verdieping in beeldende therapie. De mensen die daar aan mee werken zijn een klinische psycholoog van ouderen en een SPV en dus ik als beeldend therapeut. Dus eigenlijk bestaat de ochtend dus uit het eerste deel en dan een pauze en dan het beeldende therapie deel. En totaal twee uur. Heel compact. Er is heel bewust voor gekozen om het zo compact te houden. En dus niet in de vorm van een soort deeltijd programma, want het is echt een training met ook de opzet van huiswerkopdrachten me naar huis zodat.. de ochtend vindt al plaats hier, maar als het goed is wordt het ook geïntegreerd in het leven van de deelnemers. Tot nu toe allemaal ambulante cliënten, dat is wel nog een punt waar we nog over in gesprek zijn om daar de mensen van de opname ook nog bij te betrekken.

Problematiek van de cliënten?

Het zijn ouderen met allemaal psychische klachten van heel diverse aard. Dus, ik denk het grootste deel zijn angst- en stemmingsklachten. Om het heel breed samen te vatten. Waarbij voor een aantal mensen rouw ook nog een behoorlijke rol speelt.

Psychotisch zou denk ik een contra indicatie zijn voor deelname aan zo’n groep. Wat verder een contra indicatie is, zijn cognitieve stoornissen, als ze heel fors zijn. Het is ook trainingsgericht en dat zou dan lastig worden.

Welke plaats/functie neemt beeldende therapie in het ACT programma in?

Beeldende therapie is zo veel mogelijk afgestemd op dat psychotherapeutische deel. Dus echt de theorie over ACT en de trainingsoefeningen die daar worden gedaan, zijn ook heel erg verbonden met de creatieve therapie opdrachten die we hebben in het tweede deel worden aangeboden. Zoals ik het nu in de groep gezien heb lijkt beeldende therapie verdiepend te werken. Eerst is het toch ook nog verbaal, en het uitleggen van bepaalde vaardigheden of begrippen binnen ACT maar binnen beeldende therapie… het leent zich er ook gewoon heel goed voor. Als ervaringsgerichte therapie om hier deel van uit te maken.

Wat maakt volgens u beeldende therapie waardevol als toevoeging op een ACT programma?

Juist dat ervaringsgerichte. Want in ACT gaat het daar volgens mij juist om. Ik vind het zelf ook altijd wel verhelderend om… We zijn zelf natuurlijk ook nog maar kort met die stof bezig, om die dan te vertalen naar het beeldende deel, dan je maakt dan een vertaalslag waardoor je het zelf ook weer meer gaat begrijpen en dat doet de cliënt ook. Het is handelen en op een andere manier ervaren en ik denk dat beeldend daar bij uitstek geschikt voor is.

Waarom beeldende therapie en geen nadere vorm van non-verbale therapie?

Muziek therapie en PMT zijn maar voor een heel klein aantal uur verbonden aan deze afdeling, en die hebben een vast programma al. Ik vind niet beeldende therapie meer

Page 64: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

64

geschikt dan muziektherapie of PMT of dramatherapie. Het is denk ik ook gewoon een praktische overweging. Als het aan mij ligt dan zouden we vooral zo veel mogelijk disciplines erbij betrekken.

Kan de toevoeging van het beeldende medium ook worden behaald door andere vormen van therapie?

Ik denk dat de verschillende dimensies juist vervult zouden kunnen worden door verschillende vormen van non-verbale therapie. Want werken met muziek of geluid is gewoon ook weer een andere ervaring dan het werken met beeldend materiaal. En ja, werken met je lijf en beweging is ook weer een heel andere bijdrage leveren. Ik denk gewoon op een andere manier, misschien niet precies hetzelfde, maar wel een waardevolle aanvulling.

Specifiek beeldende kenmerken?

Ik denk het letterlijk tastbaar maken van bepaalde ervaringen en begrippen binnen ACT. En dus ook het … Kijk als je het hebt over defusie dat, dat natuurlijk wel heel tastbaar wordt gemaakt als je dat dan letterlijk buiten je is. Waar je naar kan kijken. Ja dat ik volgens mij al een soort defusie die dan plaats vindt. Die wel heel kenmerkend is van het beeldende deel. Hoe kom ik nu even niet zo heel goed uit… Ik denk toch ook de hele grote variatie in materiaal die bijvoorbeeld gebruikt kan worden. Misschien is het dan toch ook leuk om naar wat voorbeelden van werkvormen te kijken. Ik denk dat ik er dan zelf ook weer wat makkelijker bij kom.

Onderdelen van ACT Hexaflex waaraan binnen beeldende therapie aandacht wordt besteed. En waarom?

Tot nu toe is het best wel gelijk verdeelt, omdat we alle kernvaardigheden van ACT twee weken in het programma hebben zitten. Elke twee weken is er een vaardigheid die wordt behandelt, en dat is zowel in het eerste als in het tweede deel, wordt er eigenlijk aan alle onderdelen evenveel aandacht besteed, en dat is ook gewoon om de afstemming te maken met het eerste deel.

Ik denk dat beeldende therapie bij alle vaardigheden/ kernprocessen van ACT een rol zou kunnen spelen.

Welke opdrachten en interventies bied u aan om tot acceptatie, mindfulness en defusie te werken?

Dus echt qua werkvormen, mindfulness, acceptatie en defusie. Zoals ik hier nu mee bezig ben geweest is er al een begin van een soort werkboek ontstaan, waarin een aantal werkvormen al zijn beschreven, zeg, maar. We beginnen wel bij acceptatie… Er zijn natuurlijk een aantal bestaande werkvormen die we gebruiken, maar ik ben ook wel bezig met het ontwikkelen van nieuwe werkvormen. Voor acceptatie is een bestaande werkvorm bijvoorbeeld de rugzak. Zoals wij het gedaan hebben is het echt letterlijk met een rugzak. Gewoon een katoenen rugzak, waar aan de buitenkant een bestemming op wordt getekend, van in welke richting wil je gaan met je rugzak. De rugzak staat symbool voor de bagage die wordt meegenomen op de reis, net zoals dat de busmetafoor wordt gebruikt voor de lastige passagiers. Zoals wij het nu gedaan hebben is er eerst, zijn er monsters gemaakt op papier, dus met welke monsters ben je het meest in gevecht zeg maar. Dan is ook echt gevraagd om die monsters in de rugzak te doen met de bestemming daarop getekend. En dan om ook echt die rugzak even op te doen en te kijken hoe die voelt. Bijvoorbeeld in de laatste

Page 65: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

65

bijeenkomst ook weer op terug te hebben gegrepen door ook over de streep te doen. De rugzak met de monsters daarin werd gedaan, en daarmee echt symbolisch de eerste stap op weg naar je waarden te gaan zetten. Dat was ook wel echt heel bijzonder om te zien. Gisteren was die bijeenkomst dan en was het wel heel bijzonder om die oude mensen met die rug zak dan ook echt te horen zeggen van:”Ik ga me nou echt oriënteren op de relatiebemiddelingmarkt.” Dat als eerste stap met het monster van onzekerheid in de rugzak. Qua acceptatie is dan de rugzak een goed voorbeeld. Maar ook gewoon unieke ervaringen, wel uitgeschreven maar nog niet uitgevoerd. Dat is die van weergeven waar de pijn voor je zit, staat ook in het artikel van F. de Groot e.a.(2009). En dan contact maken met die pijn door, daar dan ook letterlijk tegenaan te gaan staan. O, ja, dit is ook een goede, leuke, de pijnlijke ervaringen in klein of groot in beeld. We hebben daar ook een keer een soort vorm van een hoofd voor gebruikt, waar dan alle gedachtes en gevoelens die in je opkomen werden ingeschreven met als vraag daarbij, om die gewoon in je broekzak of in je tas te stoppen, en die dan letterlijk met je mee te dragen. Maar dat is natuurlijk een oefening die in het eerste deel ook al goed zou kunnen.

Dan hebben we defusie. Het stripverhaal, die staat ook in het artikel. Die hebben wij ook nog niet uitgeprobeerd in de groep. Maar wel het letterlijk tastbaar maken van je grootste pijn. Voorafgaande doen we dan een soort geleidde meditatie om erbij te komen. Met klei, daar zijn eigenlijk de monsters echt verbeeld. Vormgegeven aan de pijn. Dat is er een even kijken, hoor. De Bus met passagiers is natuurlijk een heel bekende. De lopende band oefening, uit het boek van Suzanne Haeyen, dat is ook een hele mooie oefening.

En dan voor mindfulness. Dan hebben we bijvoorbeeld, dan wordt er gebruikgemaakt van de oefening: het weergeven van een weerbericht. Van hoe is de stemming op dit moment. Probeer dat weer te geven in een soort weerbericht. Ook weer met een soort geleidde meditatievorm vooraf. Een soort beeldende meditatie is dat dan eigenlijk. Dat vind ik ook altijd wel een prettige manier van werken binnen ACT. Dus vaak begin ik vooraf met een beeldmeditatie. Op basis waarvan dan dingen uitgewerkt kunnen worden. Het maakt het heel beeldend, en mensen staan ook even wat dichter bij zichzelf. Brengen echt de aandacht naar het hier en nu. Eigenlijk zijn dat tot nu toe eigenlijk de werkvormen zoals we die tot nu toe gebruikt hebben. Er zit natuurlijk ook wel veel overlap in. In de thema’s, want ik zie hier bijvoorbeeld ook de babaoesjka’s staan, die staan hier ook in. En op zich is dat natuurlijk zowel defusie als zelf als context. Het is een in elkaar grijpend systeem. Ik denk daarom ook dat het niet heel erg los van elkaar te zien is.

Zelf als Context: beeld meditatie: De berg, de berg is op zich onveranderlijk, een soort van innerlijke kern, maar de omstandigheden veranderen wel.

Ook een leuke: Het waarden kompas.

Tweesplitsing; in het kader van toegewijde actie. Kies je de oude weg van vermijding of kies je de nieuwe weg richting de waarden.

Heb je deze opdrachten en interventies ook specifiek voor het werken met ACT ontwikkeld?

Ja, sommige bestonden natuurlijk al wel, maar ik heb echt wel even gekeken van past dat wel binnen een ACT programma.

Kenmerken die specifiek voor ACT zijn aan de opdrachten.

Page 66: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

66

Ik denk dat ze allemaal wel heel specifiek voor ACT zijn. Ze stuiten best wel nauw aan op de thema’s die er aan bod zijn.

Hoe bied u in uw sessie de opdrachten aan?

Het is op zich altijd wel via een vast ritme of een procedure dus dat is wel dat in eerste instantie de werkvormen worden uitgelegd of bijvoorbeeld een geleidde meditatie wordt aangeboden, dat vervolgens op basis daarvan wordt gewerkt met het materiaal. En naderhand ook wordt nabesproken van hoe het geweest is. En in die zin wijkt dat denk ik ook niet zo heel veel af van beeldende therapie, zoals dat gebruikelijk wordt aangeboden.

Juist het delen van de ervaringen, het zien hoe anderen daar mee omgaan, het vinden van herkenning bij elkaar, dat dat ook veel oplevert.

Hoe bevalt het werken met ACT?

Heel goed. Ik ben echt wel een ACT fan denk ik. Daar hebben de critici weer juist commentaar op, heb ik gelezen. Het helpt mij gewoon zelf ook, die manier van kijken of handelen. Dus ik gebruik het net zoveel voor mijzelf als in de therapie. Het bevalt heel goed, ook omdat het ons als collega’s heel erg verbindt , als team gaan we er heel enthousiast en gedreven mee aan het werk zijn. Daar krijg je dan ook echt wel energie van. Wat het juist ook wel leuk maakt is het uitvogelen van die werkvormen voor beeldende therapie, ik heb gelukkig twee collega’s die er altijd wel voor open staan om dingen uit te proberen en om daarmee aan de slag te gaan. En voor mezelf oefen ik daar ook mee. Ik test de opdrachten ook zelf uit. Over het algemeen werk ik niet mee met de ouderen, het is wel eens voorgekomen, maar over het algemeen niet. Want dat vind ik dan toch wel lastig, om en een geleidde meditatie voor te lezen en om dan mee te doen, dat wordt wel lastig.

Wat zijn naar uw inzicht de voor- en nadelen van deze manier van werken?

Het voordeel vind ik: het is het trainingsgerichte. Het is als het ware iets afgebakend, maar toch ook weer niet. Het is ook weer heel breed, dat is een voor- en nadeel. Ik vind ook wel dat cliënten echt enthousiast kunnen raken van deze manier van werken. Als je bijvoorbeeld ziet dat ze echt in contact met hun waarden komen, bijvoorbeeld. Dan zie je ze gewoon best wel opleven.

Het voordeel vind ik ook bij onze doelgroep is dat het niet zozeer op verandering is gericht, en mensen zijn toch wel in een laatste fase van hun leven dus ik vind daar acceptatie veel meer bij passen dan nog heel erg hals over kop alles overhoop halen. Door juist minder gericht te zijn op verandering, gebeurt dat soms juist meer.

Nadeel vind ik voor mezelf nog wel dat ik nog niet helemaal thuis ben in het ACT. Dus dat het ook nog wel uitvinden en onderzoeken is. Aan de andere kant denk ik, ja je moet gewoon ergens beginnen. Dan kom je van zelf in de goede richting.

Dat merk ik soms ook wel, soms ben ik heel erg op zoek naar de werkvorm voor dat thema of voor dat thema, maar soms denk ik ook wel van zou het niet op een wat lossere, wat vrijere manier kunnen? Het komt vanzelf wel aan bod. En ik denk dat dat ook wel gebeurt als je meer thuis raakt in de ACT. Ik denk dat dat ook wel iets is waar we nog zoekende in zijn in de training, hoeveel geef je mensen op papier mee, of hoeveel is het ervaren in het hier en nu. Het is stoeien en uitvinden in het hier en nu.

Page 67: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

67

Interview met Margot Groenewoud

Kunstzinnig therapeut bij Altrecht voor mensen met onverklaarbaar lichamelijke klachten

20 April 2012

Hoe ziet in uw instelling het ACT programma eruit?

Nou, dat is al gelijk een moeilijke vraag. Het is eigenlijk in alle therapieën wel ingebed. We krijgen er ook training over, dus het is ook nog in ontwikkeling. Ik ben zelf, naast kunstzinnig therapeut geef ik ook de cursus mindfulness hier. En daar zitten natuurlijk veel elementen van de ACT in. Dus, ja, ik gebruik dat eigenlijk al, zolang al kunstzinnig therapeut ben gebruik ik daar al elementen uit. We zijn hier zeg maar… we hebben hier natuurlijk een behandelvisie. Dat gaat voornamelijk over metalliseren en de ACT. Er worden ook ACT trainingen specifiek gegeven hier. Maar, ja, ik pas dat eigenlijk al heel lang toe. Nu is dat geformaliseerd dus nu hoor je er iedereen over.

Is beeldende therapie een vast onderdeel van de ACT training?

Niet de beeldende therapie, daar is een psycholoog die ook dramatherapeut is. En dat wordt er bij ingezet, dus er is wel een non-verbale. Hier werken alle therapieën, zeg maar, bijna alle therapieën zeg maar in combinatie met de non-verbale. De behandeling is dusdanig, zeg maar, mensen die hier drie dagen of vijf dagen opgenomen zijn, die krijgen allemaal fysiotherapie, PMT en kunstzinnige therapie. En in al die therapieën zitten elementen van de ACT. En daarnaast hebben we een aparte ACT training, voor mensen die bijvoorbeeld een behandeling hebben gehad, die nog hun klachten niet hebben kunnen accepteren , die gaan dan nog zo’n cursus ACT doen.

Met welke doelgroep werkt u hier?

Mensen met onverklaarbaar lichamelijke klachten. Dat is de doelgroep, en vaak zitten daar nog wel persoonlijkheidsproblematiek onder. Maar de insteek is altijd psychosomatisch.

Welke plaats of functie neemt beeldende therapie in het ACT programma in?

In het ACT programma niet zo groot, maar in de totaliteit wel en daar wordt veel aan ACT gedaan, zeker in de kunstzinnige therapie.

Wat maakt beeldende therapie volgens u waardevol als toevoeging aan een ACT behandeling?

Nou, ik vind het essentieel, zo zou ik het liever willen noemen. Want waarom? Omdat net mensen die hier komen hebben vaak nog geen woorden. Geen woorden voor gevoel, kunnen niet mentaliseren. En de beeldende therapie is natuurlijk het medium waarbij je dat heel goed kan inzetten. Het leren mentaliseren, het leren onder woorden brengen en het leren contact te maken met gevoelens die er zijn. Of dat nou het psychische stuk is of het lichamelijke stuk. Daar is de beeldende therapie een belangrijk onderdeel in.

Kan deze toevoeging ook door een andere vorm van therapie bereikt worden?

Ik denk dat je dat ook met fysiotherapie kan doen, of met PMT. Ik denk dat elke therapie zijn eigen waarde heeft. De meerwaarde in het non-verbale is dat je op een andere manier leert verwoorden. Wat mijn ervaring hier is, is dat sommige mensen zich… meer affiniteit hebben met PMT en andere mensen weer met de kunstzinnige therapie en dat kan ik me voorstellen. De ene mens is meer lichamelijk gericht. Maar, ja, ook bij de kunstzinnige therapie zetten we het lichaam in.

Page 68: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

68

Wat is het verschil tussen beeldende en kunstzinnige therapie?

Ik ben kunstzinnig therapeut en het is ook een verschil tussen creatieve therapie en kunstzinnige therapie. Om heel kort door de bocht te zijn. De kunstzinnige therapie dat stoelt op het antroposofische mensbeeld, en alle kunstzinnig therapeuten kijken vanuit dat stuk. Een mens heeft een lichaam, een mens is een individu en een mens heeft een geest en een ziel. En zo kijken alle kunstzinnige therapeuten, dus ook naar het beeldend werk. Maar wat ook, dat is ook wel weer kort door de bocht gezegd, Dat de kunstzinnige therapie veel meer een beweging naar het inleven probeert te bewerkstelligen, in plaats van het uitleven. Maar dat is ook heel kort door de bocht gezegd. In hele grote lijnen zou je het zo kunnen benoemen, maar natuurlijk zit daar overlap in, maar de creatief therapeuten hebben niet dat ene mensbeeld. Dat is denk ik het grootste verschil. En zo kijken we ook naar het werk. Is daar een Ik, of niet, hoe zit het met de vitaliteit, allemaal dat soort dingen.

Werken jullie ook met de ACT hexaflex in jullie behandeling?

Ja, wat ik zeg, we zijn nog in ontwikkeling en in training.

Aan welke onderdelen van de Hexaflex wordt er in kunstzinnige therapie het meeste aandacht besteed?

Ja, ja, dat vind ik nog een beetje moeilijk om dat zo te zeggen. Ik kan wel zeggen hoe ik mijn therapie doe. Is bijvoorbeeld, voordat wij aan een opdracht beginnen gaan we eerst contact maken met het lichaam. Met gevoelens, kijken van wat er is, en dat in beeldend proberen te werken. Ook heel veel met metaforen werken. Op die manier en dat ook dan bespreken. Eigenlijk nog een beetje op die manier, en ik hoop dat zich dat in de toekomst nog verder gaat ontwikkelen. Er wordt vooral naar het geheel van de ACT gekeken.

Welke opdrachten en interventies bied u aan om aan acceptatie, defusie en mindfulness te werken?

Ja, dat bied ik wel heel erg aan. Stel je voor iemand wordt heel angstig hier, Kijk dat kan natuurlijk gebeuren. Dan zet ik onmiddellijk alles even stop, Dan laat ik ook even kijken kan iemand in contact komen met de angst. Benoemen van… angst wordt ook vaak zo groot gemaakt, Maar kun je terug van welk deel van jou is nu het angstigst. Waardoor je het vaak al kleiner maakt. Kun je er naast gaan zitten? Dus op die manier, het niet weg proberen te maken, nee, het te laten zijn. En het juist ruimte geven. Want het vechten dat heeft geen zin. Het er te laten zijn maar ook, in het hier en nu, en juist contact daar mee laten maken, met die angst. En soms vraag ik ook wel, maak contact me de angst, ga ernaast zitten , heet het welkom. En kan je nou aan de angst vragen , dat deel van jou dat zo angstig is, zit daar nog iets achter? Of zit er een gebaar achter, of hoe voelt het? Sommige mensen zeggen dan bijvoorbeeld:”Nou, alsof er een steen op mijn borst ligt.” Dan vraag ik rustig: “Goh, een steen…” En dan kunnen we gaan kijken wat er onder die steen is… nou op die manier. Maar wel heel erg vanuit het wat er op dat moment is. Vanuit het moment, en vooral dat het er is. En dat vechten daartegen geen zin heeft. En daar kun je natuurlijk ook opdrachten voor bedenken.

Echt contact laten maken met het gevoel en ga maar schilderen, heel simpel, heeft het een kleur heeft het een vorm , heeft het een beweging, is het groot is het klein. Is het licht is het zwaar. . Op die manier.

Maar je kan er natuurlijk ook allerlei metaforen voor gaan verzinnen. Maar dat ligt aan het moment van wat ik bedenk. Maar ik werk wel altijd heel erg met opdrachten.

Page 69: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

69

Wat ook een heel belangrijk onderdeel er bij is, is wat neem je nu waar? Wat is er nu? En dan kan ik bijvoorbeeld een opdracht geven als: Zonder dat je er naar gekeken hebt teken je schoen. En daarna laat ik hem op tafel zetten, en teken hem nu na. Want hoe je waarneemt is heel erg van invloed op hoe een ervaring is en ook weer wat je er mee doet. Dus heel erg op dat moment vanuit het hier en nu. Het is ook een soort defusieopdracht.

Ik doe ook heel vaak bij het werk nabespreken van nou, wat zie je nou, en dan zie je ook heel vaak fusie tussen dat denken en dat gevoel, dat kan niet gescheiden worden. Dus daar besteed ik ook heel veel aandacht aan. Om dat te scheiden, van wat, wat, zie je nou? Nee , ik voel…Nee, terug, wat zie je nou? Dat gevoel dat komt later, maar eerst wat zie je nou? Dus dan ben je ook heel erg met die defusie bezig. Want dan is het ook niet alleen wat zie ik, nee, ik denk dat zij, of zij, dat bedoelt. Dus er komt van alles bij, dus continu, die defusie. Wat is er!

Metaforen: Dat vechten kun je dat vorm geven. Stel je voor je hebt dan die pijn en je wil die pijn weg hebben, Maar eigenlijk duw je ze weg en probeer dat eens in het beeld te pakken, hoe doe je dat nou?Je kan daar van alles bij bedenken als, als beeldje, maar ik las laatst ook een onderzoek dat iemand heeft gedaan, dat was touwtrekken, jullie trekken aan een touw en daar staat iemand en wat gebeurt er als je het touw loslaat. E n dan laat ik ze kijken van wat wil je nou wegduwen, hoe ziet het er uit, hoe groot is het? En wat gebeurt er als je dat loslaat. En dan zie je ook weer heel ander werk.

Ik doe ook wel de opdracht van Ellen Budde: het ei, maar dan laat ik er iets uit groeien. Je laat er een metamorfose van maken, ja, mooi. De bus is ook een mooie metafoor, die had ik net ook in mijn hoofd.

We zijn ook zelf een beetje aan het verzamelen, zo van, wat kunnen we daar nou voor opdrachten of dingen voor op papier zetten. En daar misschien maar eens wat mee te doen.

Deze methodiek zet je eigen creativiteit aan de gang.

Wat maakt deze opdrachten en interventies geschikt om juist aan deze onderdelen van de hexaflex te werken?

Wat ik belangrijk vind, gewoon, is dat in het hier en nu, en wat er is, is er. En dat vind ik ook zo mooi van het beeldende, het is er. Kijk, wij hebben hier bijvoorbeeld, dat is even een uitstapje, nooit met een gum gewerkt , Kijk je kan wel iets om willen vormen, dat is prima. Maar je hoeft niet weg te gummen. Want wat er is, is er. En dat blijft ook ,en dat mag ook. En als je het wil omvormen is dat wat anders, dan werk je er op door. En dan kom je ook in ontwikkeling . Dus dat vind ik ook zo kernachtig aan het beeldende, Het is er, en het is in het nu gemaakt. En je hebt het er in het nu over. Dat vind ik de kracht van de beeldende therapie, en dan vind ik het nog geeneens zo belangrijk welke opdracht je gegeven hebt. Dat is mijn ervaring: het is er, en je moet het er mee doen. En ook wat er is, gewoon… Ja, ik zeg gewoon,… Maar het accepteren, van wat je gemaakt hebt. Maakt niet uit, het is OK.

Drang van cliënten om hun eigen werk niet te aanschouwen, te vernietigen.

Ik ga daar ook altijd heel bewust mee om, Kijk als mensen willen scheuren omdat ze woedend zijn, of even willen afreageren. Doe dat dan op een blaadje ernaast, of pak iets anders, maar niet vernietig niet dat wat je gemaakt hebt, want dat is zo iets van jou. Dat maak je niet kapot. Want dat doe je niet. En dat zeg ik niet zozeer, hoor, maar dat is gewoon zelf mijn innerlijke houding, en dat komt dan eigenlijk ook nooit zo op tafel ,omdat … Je

Page 70: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

70

eigen houding vind ik ook heel belangrijk, met ACT, want hoe de cliënten hier zitten is dat waar je het mee moet doen.

Typische aspecten van een ACT houding?

Zelf geen oordeel hebben, oordeelvrij zijn. En ook heel bewust zijn van je eigen valkuilen, heel belangrijk. Wat cliënten zeggen, wat ze doen, altijd met respect voor elkaar. Dat vind ik een innerlijke houding voor mezelf en ja, daar, hoef je het nog niet eens over te hebben. Dat gebeurt, … En ook duidelijk zijn, ook duidelijk zijn, dus duidelijke grenzen en kaders geven, maar zonder oordeel. En daarom is het ook met beeldend werk altijd zo belangrijk, om eerst die stap, wat zie ik, te zetten. Oordeelvrij kijken.

Ik geef dan ook de mindfulness training hier, en de tweede avond doen we er ook altijd een beeldende opdracht bij. Dan zoek ik altijd bloemen uit die verwelkt zijn, en die je eigenlijk normaliter weg zou gooien, n dan komen mensen binnen, of dan zet ik de bloemen allemaal keurig in een vaasje, en dan komen ze binnen en dan is het commentaar niet van de lucht. Van nou, wat is dit, en hadden jullie niets anders kunnen verzinnen, en dan gaan ze tekenen, en we zeggen er niks over, dan gaan ze tekenen, en dan doen ze vaak hele mooie ontdekkingen. Dat wat ze eerst hadden gezien, of denken te hebben gezien, maar daar een oordeel over hebben en als ze dan als ze gaan kijken, gaan ze iets heel anders ontdekken. Dat is ook zo’n mooie opdracht. Mensen zijn dan zo verbaasd, Daar zit ook het oordeel tussen het kijken. Op die manier.

Hoe ziet een sessieverloop eruit?

Mensen komen binnen, we hebben een uur de tijd, en dan altijd met stilte en daarna een bodyscan. Dan geef ik de opdracht, en dan gaan ze aan het werk. Ik werk eigenlijk altijd met opdrachten, nooit vrij. Wel opdrachten zoals ik die net heb genoemd. Maak contact en geef dat vorm. Dan als iedereen klaar is , dan hangen we het op. Ik werk ook als zij werken. Als we werken is er stilte, er wordt niet gepraat. Als iemand vastloopt dan pleeg ik wel een interventie. Ik leg de sessie stil, even stoppen, wat gebeurt er? Maar ik ga meestal, gebeurt dat niet. Maar een enkele keer dat mensen weg willen lopen of gaan huilen, nou dan pleeg ik een interventie, maar normaliter werken ze gewoon in stilte. En dan gaan we nabespreken. En dan vraag ik ook altijd aan het eind van nou, van de nabespreking, wat is nou, voor jou, vandaag van belang geweest. En dat nemen ze dan mee, naar de volgende opdracht. Nou wat heb je nou, nodig? Wat je gezondheid bevorderd, bijvoorbeeld. Zo’n opdracht kan ook gegeven worden, dat brengen ze dan in beeld. En dan zeg ik ook na afloop van de sessie van: “ Goh, wat ga je nou, werkelijk doen voor die zelfzorg?” Nou dan noemen ze iets als: Een kopje thee zetten of zoiets. Of wat milder zijn naar mezelf, dat is ook belangrijk . Hoe kan je dat dan doen? En daar komen we de week daarna dan ook op terug van: “Hoe is dat gegaan?” Is het gelukt?. Da zit je meer in de toegewijde actie, het commitment stuk van de ACT. Dat is ook belangrijk, dat je niet alleen in het hier en nu blijft, maar dat ze als ze de deur uitgaan ze niet in het oude gedrag terugschieten. Dat er ook iets mee gebeurt, dat is toch wat je uiteindelijk wilt , dat is het doel van de behandeling. En omdat we natuurlijk multidisciplinair werken, werkt dat ook heel goed. Die holding is er al. Ze kunnen ook dat stuk oppakken.

Voor- en nadelen van het werken met ACT

Nou , we hebben nog wel eens cliënten die behoorlijk dissociëren, n dan zie je dat als je in het hier en nu werkt . Dan heb je ze bijvoorbeeld ook weer veel sneller terug. Natuurlijk zijn er wel mensen die in een trauma kunnen schieten, maar , je kan het altijd weer

Page 71: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

71

terugbrengen naar het hier en nu. Dat vind ik een belangrijk voordeel. Soms is dat wel heel lastig om iemand weer in het hier en nu te krijgen, maar je hebt wel de tools om dat te doen. Ik zeg dan: “Ik zie dat je weg bent”, en dan noem ik soms de naam, en vraag op of ze even rond willen kijken, en benoemen wat ze zien. Dan zijn ze ook weer in het hier en nu. En ook als ze in zo’n trauma schieten, wat is het gevoel er nu bij. Dus niet van toen, maar wat voel je er nu bij.

Nadelen

Ik zou ze zo een, twee, drie niet weten. Kijk, wat ik zei, ik werk eigenlijk al heel lang zo. En nu wordt het zo geformaliseerd. Ik ervaar er eigenlijk geen nadelen aan, maar misschien ben ik ook minder kritisch omdat ik het al een tijd zo doe.

Ik denk dat je altijd bewegelijk moet blijven, we passen hier de ACT wel toe, maar het is niet alleen de ACT. Maar ik denk dat iedereen er onbewust die elementen uit gebruikt. Zonder commitment, zonder contact tussen de cliënt en mij is er geen mogelijkheid voor therapie. Dus heb je ook die commitment nodig. Ik denk ook dat iedereen het min of meer gebruikt, en misschien dat de cognitieve stromen een beetje tegen zijn, ik weet het niet maar. Ja het is voor mij misschien ook niet zalig makend, want naast de ACT wordt er ook gementaliseerd . maar het belang vind ik, er wordt naar het grote geheel gekeken. De inhoud van gedachten en gevoelens hoeft niet te veranderen alleen hoe je er mee om gaat. Dat is het grote verschil. Ik denk dat in wezen elke therapeut daar op uit is. Alleen de manier waarop, die verschilt. Ik zie er niet zo’n nadeel in. Maar ik denk dat je als therapeut ook altijd met beide benen op de grond moet staan, en altijd kritisch naar jezelf moet blijven kijken. In ontwikkeling moet blijven.

Page 72: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

72

Interview met Laura Houbink

25 April 2012

Stagiaire beeldende therapie (Eind derde jaars)Stage gelopen bij GGNet afdeling Zevenaar Kort durende deeltijd behandeling

Ervaring in het werken met ACT programma in de instelling

Ja, dat is nou, een half jaar. In december is dat ingevoerd op mijn stage. Niet alleen bij beeldende therapie, maar ook bij groepsgesprekken en gespreksvoering. De verpleegkundige geeft dat daar en daar is ACT bij ingevoerd. Omdat het ook binnen GGNet geprofileerd wordt om met ACT te werken. Daar zijn de hele gespreksgroepen aan de ACT gekoppeld. Toen was het idee om daar in de beeldende therapie op aan te sluiten. Dus de groep begint met gespreksvoering ’s ochtends en na anderhalf uur komen ze bij de beeldende therapie en worden de onderwerpen die besproken zijn , welk onderwerp is geweest wordt dan meegenomen naar de beeldende therapie. Ze hebben vier onderdelen uit de hexaflex gepakt, de waarden, de acceptatie, de sociale contacten, welke ik moeilijk vind plaatsen, waar die onder valt, en structuur. Dat zijn de vier peilers waar dan elke week aan een ander onderdeel. En dat is een cyclus van vier weken die dan steeds terug komen. Zo hadden ze dan eigenlijk een soort programma, dat eigenlijk werd afgedraaid. Maar je merkt dat ik eigenlijk ook weer een beetje vragen bij heb gehad, hoe hun dat hebben opgesteld.

Ik had er in het begin ook veel theorie over gelezen en dan dacht ik ook van: Ja, hoe gaat dat nou? En je zit er aan vast wat het uur daarvoor is besproken, en dat belemmerde mij dan weer heel erg. Want dan krijg ik de vrijheid om die groep alleen te draaien. En toen dacht ik wel even, het zette mij heel erg vast want ik dacht , maar op een gegeven moment ben ik daar dus vanaf gaan wijken, en heb ik eigenlijk in overleg, toen op een andere manier aangepakt. En heb ik andere dingen erbij gehaald, ook vanuit de gestaltetherapie ook dingen erbij gehaald, ook wat geleide fantasieën. Ik ben het ook meer op mijn eigen houding, op mijzelf gaan betrekken, de ACT. Dan dat ik heel erg een programma ben gaan afdraaien, In het begin bedacht ik iedere week een opdracht die ik heel erg goed vond passen bij het onderdeel dat er die week aan bod kwam, maar later ben ik ook wel meer gaan voortborduren op wat er gebeurt, en wat er in de vorige sessie is gebeurt. Om daar op voort te gaan, om daar op voort te gaan, in plaats van… Dat je een beetje een langer bestek over dingen kan doen. Want anders komt het pas over vier weken terug en dan is de groep in eens een hele andere samenstelling, of omdat mensen er niet zijn. Want het werd in de groep gedaan, maximaal 8 personen, dat wisselt zo sterk dat je daarin meer in mee moet gaan.

Doelgroep Ik deed de ACT in behandelgroep 2. De deeltijd is ingedeeld in drie groepen . Behandelgroep 1 is meer opname vervangend, beetje crisis. 2 is een beetje een mengel… Mensen stromen ook door dus het gaat wat beter met ze, daarin wordt wel inzichtgevend gewerkt maar niet op heel erg hoog niveau, dat was dan wat meer in groep 3. Hierin zat iemand met autisme, iemand met een beetje borderline toch ook wel weer, wel een heel diverse groep, weer. Wel meer vrouwen, dat was gewoon toevallig, maar inzichtgevend, maar niet plus. Niet heel erg de diepte in. Ik merkte wel dat daarop gericht wordt om inzicht te geven, maar nog niet heel erg de stap wordt gezet, de koppeling wordt wel gemaakt naar

Page 73: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

73

het dagelijkse leven maar bij de een meer dan bij de ander daar zaten wel niveau verschil in. Het is wel een beetje een diverse groep eigenlijk.

Alleen in groep 2 werd gewerkt met ACT, ik denk dat, dat komt omdat ze het een beetje aan het uitproberen waren van, hè, werkt dit bij het concept dat wij hadden bedacht . In juni zijn ze eigenlijk gestart met een hele nieuwe vorm van deeltijd eigenlijk, toen is die groepsindeling ook ontstaan. Ik denk eigenlijk dat er ook een beetje van buiten af is gezegd van jullie gaan nu met ACT werken en in groep 1 en 3 hebben ze gewoon de structuur gehouden die er was. Dat werkte ook. En bij groep twee is ACT er eigenlijk een beetje bij ingevoerd. Bij die overgangsgroep. Het is wel een beetje een uitprobeersel, en wij merkte in het team, dat je dingen over gaat nemen naar de andere groep. Naar groep 3 wel, ik had op een gegeven moment die groep, en ik merkt toen ook dat ik zo af en toe opdrachten meenam daaruit. Dat wel, dus het gaat wel een beetje een wisselwerking denk ik. Dus dingen die goed uitpakten die werden over genomen in de andere groepen. Het spreidde zich eigenlijk uit. Zo werd het dan officieel niet genoemd, maar dat was wel zo.

Plaats/functie van beeldend therapie in het ACT programma

Vooral het beeld geven aan. Er wordt dan bijvoorbeeld in het eerste deel gesproken over die waarden, dan moeten ze bijvoorbeeld een waarden lijstje gaan maken, Dat wordt dan meegenomen naar de beeldende therapie en dan geven we daar kort gezegd een opdracht aan als: Geef beeld aan je waarden. Wat je hoogste waarde is bij wijze van spreken. Het is een beetje een verlengstuk, maar verlengstuk vind ik een beetje negatief klinken, maar eigenlijk beeld geven aan. Wel heel erg gericht op de beeldende kant, op een andere manier inzicht laten geven. Op een non-verbale manier. Deze groep krijgt PMT en beeldend. En dan dus die gespreksvoering. Drie keer in de week komen hun dus naar de instelling, naar het gebouw. Twee ochtenden en een middag. En een ochtend is dan van negen tot twaalf uur, kwart over twaalf. De middagtijden weet ik niet helemaal, maar het zijn best wel aardig wat tijden. Ik heb een uur en een kwartier voor beeldende therapie en dan heb ik nog een kwartier, officieel, volgens het programma, om de ochtend af te sluiten. Die nabespreking loopt meestal door of ik laat ze een uur en een kwartier echt werken en kijk daarin een beetje hoe het loopt. Maar anderhalf uur zitten ze bij mij in de ruimte.

Beeldende therapie is eigenlijk een verdieping van wat er in de gespreksgroepen gebeurt.

Waarom is beeldende therapie waardevol als toevoeging op een ACT programma?

Ik denk, in sommige opdrachten die ik gedaan heb, het onbewust dingen zichtbaar maken. Het beeld geven aan, het verdiepende stuk geven aan… omdat sommige cliënten de capaciteiten niet hebben om er woorden aan te geven. Aan bepaalde dingen, komt dan naar voren. Maar ik heb bijvoorbeeld ook, samenwerkingsopdrachten wel gedaan, waarvan ik dan wel bij mijzelf de vraag stel van: Hoezeer is dit nou, perse ACT? En in hoeverre gebruik ik nou elementen uit ACT wat meer inzicht geeft. In hoeveree is het een algemene houding, een therapeutische houding meer dan het daadwerkelijk een module is of zo. Ik heb dat niet zo ervaren dat het een module is, of een lesje wat je afdraait, dat het zo niet werkt, maar wel de houding van de beeldend therapeut, en in het beeldend werk…. toch het beeld geven aan.

Kan deze toevoeging ook door een andere vorm van therapie bereikt worden?

Dat denk ik wel, ja. Wat ik nu dus noem, het beeld geven aan. Gebeurt bijna, sowieso. Het ligt misschien een beetje aan de opdrachten die je geeft, maar als je als therapeut maar heel toegankelijk bent. Ik denk dat de therapeut meer de waarde heeft. Als die vanuit de

Page 74: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

74

grondbeginselen van ACT zijn houding heeft, dan denk ik dat dat meer de waarde heeft dan op zich een opdracht, natuurlijk speelt een opdracht mee…. Ik weet niet of ik het helemaal duidelijk kan verwoorden, hoor.

Dan denk ik bijvoorbeeld aan de bus opdracht die heel goed in beeldend werkt, maar die je ook heel goed lijfelijk kunt uitvoeren, met je medecliënten. Het voordeel is natuurlijk van beeldend dat je het mee kunt nemen, dat je er nog eens op terug kunt kijken. Maar dat is helemaal niet specifiek voor ACT, dat is kenmerkend voor beeldend in het algemeen. Dat je een product hebt wat je mee kunt nemen, waar je op terug kunt kijken, dat vind ik niet specifiek voor Act maar vooral voor beeldende kwaliteiten. Ik denk dat Drama even goed kan werken als beeldende therapie als je ACT geeft.

Onderdelen van ACT Hexaflex waaraan binnen beeldende therapie aandacht wordt besteed. En waarom?

Ik denk met name die Waarden, omdat vaak bij de cliënten hun hele.. die waarden ook niet helder zijn. Ik merkte ook toen we er mee begonnen dat er ook een hele discussie ontstond over wat een waarde nou was. Wat is het verschil tussen een doel en een waarde. Om dat onderscheid goed te kunnen maken. Aan dat aspect, die waarden , daar wordt veel aandacht aan besteed. Maar ook wel die acceptatie, want in het begin, ik weet of het er aan ligt hoe de beeldende therapie eerst werd gegeven, maar ik hoorde steeds”Ik kan niet tekenen, het is niets voor mij, of het lukt niet, wat doe ik hier?” Dat werd veel gezegd. En: ”O, jij kan wel goed tekenen doe jij het maar.” Dan werd het aan een groepsgenoot allemaal over gelaten, en die voelde zich ook helemaal geweldig, omdat hij zo goed kon tekenen, dat is wel veranderd in de loop van de tijd, dat er niet meer zo’n.. dat ze gaan werken, dat ze gaan doen. Dat er als je het over waarden hebt, minder waarden aan het product gericht zijn, maar meer de waarden op het aanwezig zijn in het hier en nu gericht zijn, op het beleven en het doen. Het in actie komen. Dus die waarden en de acceptatie dat zijn denk ik het meest de twee peilers waar… ja, je hebt ook defusie, hè. Nee, ik denk toch de waarden.

Welke opdrachten en interventies bied je aan om aan acceptatie, mindfulness en defusie te werken?

Acceptatie: Welke opdrachten ik daarvoor gebruikt heb, komt dan weer uit de gestaltetherapie, dat zei ik al eerder. De rozenstruik, ik heb het dan wel een beetje verbouwd, naar gewoon, de struik, om het dan niet te veel open te laten voor een bepaalde interpretatie. Dus niet de rozenstruik, maar gewoon de struik heb ik het dan genoemd. Die geleidde fantasie heeft heel goed gewerkt bij die groep. Terwijl ze er eerst niet zo tegenover stonden want, nou, je moet dan ook even goed op de stoel gaan zitten. Nou je kan je voorstellen, bij een groep die daar nooit mee heeft gewerkt, daar dan op reageert. Maar wat daar uitkwam, wat daar zo onderbewust, dat is dan ook weer dat mindfulness, wat daar uitkwam weer heel veel mogelijkheden heeft geboden om te kijken naar waar sta ik en waar staat mijn omgeving.

Uitleg opdracht de struik

Ik vertel ze dan eerst even een ontspanningsoefening, Ga goed op de stoel zitten, sluit je ogen als je wil, kom effe tot jezelf. Dan ga ik vertellen van stel.. je bent een rozenstruik, hoe ziet die rozenstruik eruit? Is ie groot? Is ie smal? Is ie breed? Heeft ie al bloemen? Zijn die bloemen nog in knop of zijn ze al uitgekomen? Beeld hem helemaal uit. En dan zijn omgeving. Waar staat de struik? In een drukke stad? In een achtertuin? …. Ik geef ze heel veel mogelijkheden om een beeld voor zichzelf te vormen van die struik, vervolgens is dan

Page 75: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

75

de opdracht om die struik te tekenen, met zijn omgeving. En vervolgens in de nabespreking praat je dan ook over… Jij bent die struik, wat staat er om je heen, waardoor wordt je gevoed, heeft ie wortels, zo ga je dan praten, en op die manier komen ze dan tot inzicht, bijvoorbeeld, hé, ik sta helemaal alleen. Of ik heb heel veel prikkels, waarom is dat? Houd ik mensen op afstand? Want zonder dat je daar zelf interpreterend in bent, want je staat er heel erg open in, maar ze zeggen het zelf. Ze zien het zelf. En ik weet niet of dat toch bij die mindfulness heel erg past of toch ook wel bij het accepterende. Ja, misschien is dat het gevolg wat er dan weer aan gegeven kan worden. Maar misschien, dat dit wel een aanzet kan zijn van een opdracht, maar je kan hem in allerlei vormen gieten. Of IN een standbeeld, ik heb hem ook in een standbeeld gegeven, en dan uiteindelijk waar verbindt je het standbeeld aan. Ik denk wel dat het ook gelinkt is aan het analoge procesmodel. Ik had zelf die koppeling nog niet zo gemaakt maar, ja, het komt uit de waarnemingspsychologie ook een beetje. Ook uit de gestalte. En verder dat accepterende was je vraag, hè? Wat ik vooral heel veel heb gedaan is, ook de groep erin betrekken. Dus ook niet zo erg, helemaal niet wat ik er nu persoonlijk van vind, maar meer in de groep dingen aan elkaar laten vertellen, dus meer de groepsdynamica er meer bij betrekken. Waarvan ik ook merk dat ze dat ook prettig vinden, om van de groepsgenoten dingen terug te krijgen, en daarin misschien ook meer herkenning vinden. Terwijl ze toch heel veel verschillen. Dat is denk ik ook een interventie van mij, dat ik heel erg op dat groepsproces ook heb aangestuurd. En ook heel erg geprobeerd heb ook om met dingen aan te sluiten. Ik zit dan effe kort voordat de beeldende therapie start in overleg met degene die gespreksvoering heeft gedaan, welke dingen spelen er bijvoorbeeld, en bij wie zijn er aandachtspunten, daarop proberen aan te sluiten. Dus ik heb van te voren een idee, maar ik kan daar ook wel weer van af stappen of iets anders doen mocht dat nodig zijn. Dat ik daarin een open houding heb, het is meer op houding dan interventies.

Als iemand in huilen uitbarst dan kijk ik in hoeverre dat huilen is of dat iemand heel erg wordt overspeeld waardoor die op dat moment eigenlijk ook niets meer kan zeggen of kan doen. Is hij nog wel in staat om daar iets in toe te lichten dan vraag ik:”Goh, ik zie dat het je raakt, wil je daar iets over vertellen, kun je daar iets over vertellen?” Ik kijk ook een beetje wat de groep doet, hoe de groep daar op reageert. Vaak wordt er een glaasje water gepakt of iets, zorgt de groep daarvoor, en wil diegene er iets over kwijt dan geef ik daar de ruimte voor. Lukt dat niet, dan laat ik dat ook. Dan accepteer ik dat zoals het is en dan denk ik ook: dan heeft het zijn werk voor diegene ook misschien al wel gedaan.” Maar dan kom ik daar wel op terug de volgende keer. Van hoe is het gegaan? Of iemand heeft ook al wel eens iets meegenomen naar een … naar de psycholoog om daar duidelijk een verhaal neer te kunnen zetten. Ik kom daar dan wel op terug de volgende keer, of na afloop van de sessie , meestal blijft diegene dan nog even hangen, dan denk ik wel: nou kom er nog even op terug.

In deze groep heb ik wel besloten om niet de opdracht van de bus te doen, omdat ik hem toch… ik heb er wel naar gewerkt om eerst hun waarden uit te werken, enzo, omdat ook die waarden wel terugkwamen. Dus dat hebben ze dan wel uitgewerkt. Maar ik doe hem niet omdat ik hem toch wel confronterend vind. Want dit is dan een beeldende opdracht die je dan kan vinden, of die je dan weet. Maar die heb ik dan niet gedaan. Ik heb hem wel individueel gedaan, bij iemand die in de kliniek zat. Daar heb ik hem wel in toegepast wat wel weer heel goed heeft … Ja, ik denk dat deze opdracht beter individueel kan worden aangeboden, in de groep kan ook, maar individueel sloot deze opdracht heel goed aan bij haar op dat moment. Die was aan het einde van haar behandeling en die ging bijna weg. Daar heeft het nog wel heel sterk gewerkt, maar daar heb ik de opdracht ook verspreid aan

Page 76: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

76

geboden over drie sessies, niet een. Ik heb hem echt verdeelt. En zij heeft er zelf ook echt een vervolg aan gegeven door de weg te maken, die die bus nu aflegt, en daar verschillende hobbels en kuilen in af te beelden. Dat was wel leuk om met haar te doen, wel goed. Ik heb haar toen eerst de waarden laten maken, eerst gewoon op een groot vel, ik meen zelf met een collage gewoon. Toen heb ik haar in een volgende opdracht… er kwamen meer waarden uit naar voren… Toen heb ik haar voor de volgende opdracht een waarde uit laten kiezen, die voor haar het meest aanspreekt en die dus op een verkeersbord laten maken. Daarna haar gevraagd om een bus te maken, die nog wel plat op papieren de passagiers erin dat heb ik … ik heb wel die bus in een keer gegeven. En daarna die bus op hetzelfde vel papier laten plakken als waar dat verkeersbord met die waarden op stond. Haar nog laten denken van klopt het zo, is het zo, zoals ik het wil hebben. Haar daar eigenlijk die hele sessie nog over na laten denken door met velletjes papier te laten werken, en steeds te laten denken wat gebeurt er als ik dit erop plak, moet diegene eruit moet diegene erin, ze had dan heel veel personen in die bus. Haar daarin heel lang laten puzzelen, tot dat er echt een goede bus stond, zo heb ik hem onder verdeelt. De monsters in de bus zijn bij haar personen geworden, zij heeft die getekend, maar zij had ook de mogelijkheid om dingen uit tijdschriften te halen, ze heeft daar ook woorden uit geknipt, bijvoorbeeld, en ook een plaatje, maar zij heeft het meeste zelf getekend, persoonlijk. Ze had echt wel de vrijheid om uit tijdschriften dingen te halen of om het te schrijven alleen maar, ik heb haar daar de vrijheid in gegeven. Ze was zelf wel duidelijk de chauffeur van de bus, maar zonder handen aan het stuur. Zr heeft zichzelf wel als chauffeur in de bus gezet en ook wel duidelijk een stuur gemaakt, maar zonder handen aan het stuur. Dat heb ik haar ook wel teruggegeven dat me dat opviel. Ze gaf aan dat dat bij haar onbewust zo was ontstaan. Het was niet zo dat zij dat zo bedacht had in haar tekening. Het moet zonder handen, of stuurloze bus of heb er alsnog geen grip op of controle op.

Defusie: Ik heb die niet in opdrachten aangeboden maar wel met een cliënt met name verbaal op uitgekomen, die daar in eerste instantie heel erg op vastliep, waardoor ik zelf heel sterk begon te vechten tegen haar.. nou vechten is een groot woord… maar dat ik daar heel veel weerstand in kreeg bij haar. Totdat ik dacht, ja, misschien ligt dit stuk wel heel erg bij mij, en ben ik zelf veel meer gaan accepteren. Ik merkte dat ik heel erg de discussie met haar opzocht, terwijl ik dat helemaal niet wilde, maar daar kwam ik toch steeds op uit bij haar, met alles. En bij haar kwam ze altijd op terug dat ze niet meer kon werken en dat dat haar heel erg belemmerde in alles. Tot ik op een gegeven moment ook inzag, van ja, weet je, ik had zoiets van, ja weet je, dat moet je niet doen, daar moet je niet steeds op terugkomen, dat werken. Je moet het inderdaad laten en verder gaan. Dat stond heel erg in de weg en op een gegeven moment ben ik dat heel erg los gaan laten en ben ik er niet meer op in gegaan en dat… Ik weet niet precies hoe het heeft gewerkt, maar ze kwam er elke sessie op terug, en de laatste sessie is ze er niet meer op teruggekomen. Maar op de vraag wat is dat nou geweest, ben ik dat nou ook geweest, heeft zij zelf een stap kunnen zetten of is het een combinatie, dat weet ik niet, maar dat is wel wat ik denk van, die defusie. Maar dat is dan allemaal wel heel verbaal dan aan de orde geweest. En ik merkte dan ook dat ik aan de ene kant niet wil dat het verbaal is en aan de andere kant geeft het je ook een hoop kracht dan. Ik ben er ook niet uit nou… Ik zal hem er … Ik zou zoiets ook graag in een opdracht willen geven. Maar weet zelf niet goed hoe, daar ben ik dan nog lerende in. Ik ben ook heel benieuwd wat andere therapeuten op die vraag geantwoord hebben.

Mindfulness: Daarin heb ik dus die geleidde fantasieën gedaan. Wat ik bij mindfulness wel een beetje vind passen. Wat ik merk als cliënten heel erg niet in het hier een nu zijn, maar

Page 77: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

77

heel erg naar het verleden gaan of in de toekomst niets meer kunnen bereiken ook. Dan bied ik ze bijvoorbeeld opdrachten aan om toch iets na te gaan tekenen dan of te gaan schilderen of met krijt of en dan in de groep. Dat ze dus an groep een afbeelding krijgen van Picasso of zo, of uit een kunstboek of toevallig een kunstkaart die bovenaan ligt, om ze dat dan dus na te gaan maken om ze heel erg .. ook wel weer het samenwerken maar ook wel weer het kijken naar wat staat daar en dat dan gaan kopiëren. Dat is wel een opdracht die ik, als ik merk dat iemand, dat meer mensen uit de groep daarin blijven hangen, of zo, dat ik dat dan aanbied. Om in het hier en nu te komen. Om de aandacht te richten.

Wat maakt deze opdrachten en interventies geschikt om juist aan deze onderdelen van de hexaflex te werken?

Goede vraag… Ik denk dat de manier waarop, heel erg past binnen de ACT ideeën, dan gaat het dus meer om je eigen persoonlijke houding, je therapeutische houding.

Specifiek ACT therapeutische houding: Het niet oordelen, het een open houding hebben. Accepteren, wat de ene keer makkelijker gaat dan de andere keer, maar een accepterende houding hebben, inspelen ook op wat er op het moment gebeurt. Daarop doorgaan, of als aanknopingspunt hanteren. Maar of dat nou heel erg typisch ACT is, ja. Misschien de combinatie. Het is in ieder geval een houding die je als therapeut zelf prettig moet vinden om in te werken. Waar ik dan zelf wel dingen vind in de ACT, ik denk het accepterende. En niet oordelende. Ik begrijp dat het bij ACT zo is dat je alle dingen bij je draagt ook de vervelende dingen , maar dat hoort ook bij het leven, maar dat je de inhoud van je eigen gedachten en gevoelens niet hoeft te veranderen. Dat vindt ik wel heel prettig aan ACT, daar kan ik me wel heel erg in vinden.

Hoe ziet een sessieverloop eruit? Men komt binnen uit die andere groep. Ik heb al gehoord van mijn collega hoe die sessie is verlopen, daarvoor. Wat ze gedaan hebben, maar ik vraag aan de groep wat ze gedaan hebben, of er dingen zijn die ik moet weten, bij deze groep speelt ook heel sterk of er telefoons aanstaan, te ja of te nee. Dan bedenk ik, past die opdracht die ik bedacht had, past die hierbij, moet ik iets aanpassen, moet ik iets anders gaan doen. Soms kan de groep heel erg achterover leunen, dat ik daar iets mee… dat ik daar naar vraag: Goh, waar zit het hem in? Of ik ze dan heel erg moet motiveren of niet. Ik geeft bijvoorbeeld mijn opdracht die ik bedacht had, die geleidde fantasie, die geeft ik. Ze maken de opdracht, die wordt nabesproken, en ja, dat is het. Soms is de groep met een opdracht die ik geef heel snel klaar, dat is ook heel typerend, maar goed die zijn dan megasnel klaar en dan bedenk ik soms een vervolg en soms grijp ik in door te zeggen: “Nou, ja, hier kan toch meer aandacht aan besteed worden.” Waardoor ze dan toch, denk ik ook wel weer meer in het hier en nu te richten door ze dan bijvoorbeeld, een extra materiaal aan te bieden of ze stil te zetten van ja, ik had jullie de opdracht gegeven en jullie hadden er 40 minuten de tijd voor om die uit te werken, we zijn tien minuten verder en het is al bijna klaar.” Om ze stil te zetten even. Bij individuele opdrachten ga ik vaak bij iedereen even langs, om even te kijken hoe het gaat, kan ik ze ergens mee helpen of juist niet, zijn ze op de goede weg. De ene keer staat er wel muziek op de andere keer niet. De ene keer mag er tijdens het werken gepraat worden, een andere keer weer niet. Als er gesproken mag worden dan staat daar ook vaak de muziek nog bij aan. Bij zo’n geleidde fantasie wordt dan bijvoorbeeld helemaal niet gesproken. Dan praat ik, dan zijn ze daarna met die opdracht bezig, zo’n twintig minuten, dan wordt er gewoon helemaal niet gesproken. Het verschilt dus heel erg per keer. Maar het ligt ook aan de groep, als de groep heel jolig is dan … De ene keer zitten ze dus heel erg achterover, wachten ze af, en hebben ze geen eigen initiatief, de andere keer zijn ze heel erg

Page 78: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

78

met elkaar bezig. Ja, ik kijk daar een beetje in, wat past en wat aansluit. En soms zeggen ze:”Ja, we hebben helemaal geen zin.” En dan gaan ze… dan wil ik ze de ene keer toch heel erg aan het werk zien en de andere keer laat ik ze daar meer in. De laatste tijd, juist omdat de instelling gaat sluiten ben ik daarin wat milder omdat.. ja, ik begrijp dat het bij hun ook moeilijk is, dat het dicht gaat en in hoeverre wil je dan nog werken aan jezelf, ga ik daarmee iets anders om.

Dat is dus zo’n beetje zoals ik het doe. Ik weet niet in hoeverre je hier iets aan hebt, want ik ben maar stagiaire en vul het maar een beetje in naar eigen goeddunken, dus ik weet ook niet of ik het nu doe zoals ik het zou moeten doen.

Voor- en nadelen van het werken met ACT

Voordeel: Ik denk dat het voordeel is dat je het in een bredere context moet zien en niet alleen specifiek beeldend. Ik werk met ACT in beeldend, ik denk dat het juist iets is wat binnen een breed team kan, waarin je heel erg kan overleggen met elkaar, en samen een breed stuk aan behandeling neer kan zetten. Ik denk dat daar in ACT past in beeldende therapie maar dat je daar niet heel erg strikt op die peilers moet richten , omdat ik denk dat je je daarin teveel vast zet. Maar dat je het juist breed kunt zien, dat dat een voordeel is. Ik denk dat het heel erg toegankelijk is voor cliënten. Het brede geheel is denk ik het grootste voordeel. En dat je daarin alle kanten en alle gebieden dus de gespreksvoering, maar ook de beeldende therapie og drama of muziek daarin.. daarbinnen past, dat kan.

Nadeel: Een nadeel is misschien dat het niet zo strikt en vast ligt, is misschien een nadeel. Misschien lastig te controleren, of het werkt, is misschien een nadeel. Ik denk dat het heel goed werkt in een team, maar ik denk dat het lastig is als er bijvoorbeeld ineens een andere beeldend therapeut binnenkomt, die zou het dan ook wel weer eigen kunnen maken maar die zou het toch weer heel anders aan kunnen bieden. Ik denk daarom dat het heel moeilijk is om een kant en klaar product te maken, van dit is ACT binnen beeldende therapie. Ik denk dat dat niet kan. Maar dat de gedachten er achter wel in alles meegenomen kan worden in een totale behandeling. Dat dat weer het voordeel is.

Page 79: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

79

Interview met Gerda Noordzij

4 mei 2012

Hoe ziet in uw instelling het ACT programma eruit? Nou, ik werk voor de kliniek en voor de poli, en de ACT voor de kliniek dat is eigenlijk, een soort …, de ACT gedachten of de ACT behandelingsmethodiek wordt helemaal geïntegreerd. Door ook bijvoorbeeld naast de beeldende therapie, groepen als acceptatie en zingeving, regelmatig de pastoor die langskomt met een soort van meditatie oefeningen. Bewust stiltes voor we de groep beginnen. Werken aan commitment, van ja, wat is nou je waarden. En in de beeldende therapie en ook in de andere therapieën, wordt vooral, zeg maar… Kijk mensen hebben toch vooral lichamelijke klachten, maar dat weet je natuurlijk al.

Het stilgezet worden, niet zozeer dat je helemaal stil komt te zitten, maar wel dat je je aandacht leert richten, ook bij jezelf. Om die aandacht naar jezelf toe te brengen. Dan leer je eigenlijk op te merken van wat voor lichaamssignalen, binnenwereld, buitenwereld. En vanuit die aandacht, kijken van nou, wat ervaar ik allemaal aan beperkingen, aan klachten, en kan ik dat… Is er een mogelijkheid dat ik me daartoe leer verhouden, eigenlijk. Want heel veel mensen zijn natuurlijk aan het strijden of aan het vermijden. Maar om echt naar die klachten te gaan kijken en erkennen dat ze bij jou horen, en dat je niet weet of ze ooit over gaan. Dat vraagt toch een specifieke… Nou, ja, eigenlijk dat je toch een soort relatie met ze aangaat. En wat ook bij ons ontwikkeld is is … Of eigenlijk dat is in ontwikkeling, een groep die, maar dat is niet voor de kliniek maar dat is weer voor de poli. Die bezig gaat met zelfcompassie. En zelfcompassie wordt bij ons ook bij de ACT gedachte gevoegd, omdat het ook gaat over mildheid en vriendelijkheid met betrekking tot je beperkingen en je klachten en je gevoelens. Dat is iets wat … dat vraagt echt een omslag in je denken. Want je wilt natuurlijk eigenlijk dat het er niet is. En als het er wel is dan wil je het bevechten, of je wil er wat anders van maken. Maar om daar vriendelijkheid, of een vriendelijke houding of om, dat je bij jezelf …. Ja, je eigenlijk bij jezelf leert om iets positiefs leert toewensen, of ik heb nu zo’n pijn, wat heb ik nodig? In plaats van we gaan er gewoon doorheen of dat bestraffende. Dat is wel een hele omslag in je denken. En dat vraagt ook gewoon tijd. Want soms dan weet je het in je hoofd. Van OK, dit is niet handig wat ik doe. Maar zie het maar eens om te zetten in ander gedrag en andere gedachtes. Dat is heel lastig…. Je ook bewust te worden van het feit dat je op een bepaalde manier omgaat met jezelf, of met je klachten omgaat.

Zo’n acceptatie en zingevinggroep dat is een gespreksgroep. Een andere gespreksgroep is lichaamsmenthaliseren, dus dat je leert woorden geven aan je gevoelens. En ook leren opmerken van nou, non-verbale houding bij de ander. En dat ook te leren herkennen en interpreteren. “Klopt het wat ik zie? Hoe komt het wat ik zie? En ben je je dat bewust.” Dus een bewustmakingsproces.

Ook met EVV -ers dat zijn verpleegkundigen of socio therapeuten die op de kliniek werken. Mensen worden hier een half jaar opgenomen, gaan dan het weekend naar huis, en je hebt natuurlijk vaak contact momenten. Ook de fisio werkt ermee, eigenlijk alle … Het is een soort basis. Alle disciplines gebruiken de ACT in hun behandeling, PMT misschien minder, hoewel dat ook toch wel heel … Het heeft allemaal te maken, met duidelijk krijgen wat je klachten zijn en hoe je daar mee om kan gaan, en wat je voelt en wat je denkt daarbij. En hoe kan je je er toe leren verhouden? Hoe kan je er mee om leren gaan? En dat met een zorgzame milde houding. Dat vraagt natuurlijk een verandering, een omslag in je gewoontes, in je denken. Maar het vraagt ook een soort exploreren van: “goh, wat denk ik dan? Wat voel ik dan precies?” Dat doen we dan natuurlijk, meer bij beeldende therapie. Letterlijk door:

Page 80: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

80

“Goh, hoe ziet dat er nou uit? Kan je dat schilderen of tekenen?” En dan op een afstand kijken, die defusie: “Ja, ik heb het maar ik ben het niet.” Maar goed dat zijn allemaal processen. Dat zal je je wel voor kunnen stellen. De een kan dat helemaal niet zien als iets wat los staat of die zit er helemaal in. En de ander heeft zoiets van: “Ja, die tekening die gaat helemaal niet over mij.” Dan kun je ook niet zeggen, van nou daar heeft een verbinding plaatsgevonden of iemand kan er afstand van nemen. Dus dat is wel interessant allemaal, maar ook wel soms lastig. Dat vind ik persoonlijk nog wel eens lastig, als ze daar een grote afstand van nemen. Want voor sommige mensen is het een ongelofelijk confronterende zaak. Want dan moet je… nou ze kunnen al niet tekenen, boetseren of schilderen en daar moeten ze dan ook nog eens in, dan zou ik daar ook nog eens iets aan kunnen verbinden, dat ze boos zijn of… Voor hele vermijdende mensen is dat behoorlijk confronterend.

Ik heb toevallig een cliënt op de kliniek die daar mee worstelt, en die zegt dan ook tegen mij van: “Ik kan gewoon niet accepteren wie ik ben en wat ik heb,. Dat kan ik gewoon niet.” Dus iedere keer, iedere interventie die ik pleeg, dat vat zij op als een afwijzing van mij. Want ik ga niet mee in haar gedachtegoed. Dus ik ben haar voordurend aan het afwijzen. Dat vind ik heel ingewikkeld. Dat vind ik echt heel ingewikkeld. Wat is dan je ingang? Want het gaat natuurlijk ook over mildheid en vriendelijkheid en wat is belangrijk in je leven. Maar ik vind dat toch wel, om de juiste attitude te vinden… Want ik heb dan soms toch wel de neiging, dat merk ik dan bij mezelf ook, dan merk ik op dat het me machteloos maakt. En dat ik dan denk: “Als jij het niet wil, wat doe je dan hier?” Maar zo simpel is het ook niet. Want het kan best zijn dat iemand wil onderzoeken wat ie belangrijk vindt, en dat ie… en dan komt er dan uit dat iemand een hekel heeft aan zijn lijf, en dat ie dan denk, van:”Ik heb daar hulp bij nodig, want ik wil bijvoorbeeld 50 kilo afvallen, maar dat doen jullie hier niet, je hebt het maar over aanvaarden, dus dan moet ik ergens anders zijn.”

Het is wel spannend hoor, zo… dat sommige mensen ook echt heel boos kunnen worden.

In hoeverre accepteer je zelf dat een cliënt het eigen werk vernietigd, zo’n uitingsvorm heeft? En zo denkt. Dat moet ik bekennen dat ik dat niet altijd doe. Dat is heel lastig, dat ik dan denk van: “Ja, nu niet. Want ik heb al drie keer vandaag wat aan de hand gehad. En nu wil ik gewoon dat je meegaat.” Dat gaat dus niet. Zeker niet. Waarschijnlijk hebben ze daar ook een zesde zintuig voor. Maar, ja, goed, het is ook voor mij een scholing. Maar wel een interessant onderwerp, natuurlijk, van, jaha, wat doe je als therapeut zelf daarin. Wat is jou eigen houding ten opzichte van de mensen. En van je eigen emoties en van je gedrag…. En gedachten.

Als we even in het beeldend spreken dan maken mensen contact met wat ze voelen. Dan doe ik eerst altijd een aandachtsoefening, ik gebruik ook focustechnieken. “Mag je er dichter bij komen, hoe ziet het eruit?” Dan gaan dus mensen individueel aan de slag. Ik heb dus meestal wel groepjes. Dan wordt het nabesproken, dat kan ook de volgende week zijn. Wat de groepsbijdrage is, is dat mensen een soort van herkenning zien, van: “Hé, het hoeft dus niets te worden maar ik geef dit die kleur.” En dat ze zien dat bepaalde kleuren gebruikt worden bij bepaalde gevoelens. Dat dat ook vaak wel iets zegt, toch. Dat dat toch van een ander vaak beter zien dan van zichzelf, waardoor dan indirect mensen dan toch weer bij hun eigen werk uitkomen. En dan het oefenen met nabijheid en afstand, want dat doe ik dan echt zo, zoals in het boek van de ACT, soms dan is het te dichtbij, hè. Zeker als je dan een hele heftige emotie hebt. Dan ga ik soms met het beeld, dan helemaal door de ruimte lopen. En dan vraag ik: “Wanneer voel jij je rustiger worden?” Echt letterlijk. Want pas in de rust kun je echt naar iets kijken. Als je een lading hebt dan kun je echt niet naar dingen kijken.

Page 81: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

81

Dan ga ik meestal beeldelementen benoemen. Zo van: “Goh, kijk is alsof het in een museum hangt, wat zie je? Is iets rond of recht?” Waardoor je cognitie eigenlijk meer geactiveerd wordt. En dan laat ik ook altijd de anderen meedenken, waardoor het zijn in een groep toch ook wel … het doet toch ook wel wat met de anderen. Ja en ik denk dat herhaling ook belangrijk is, als je iets wil veranderen, in gedachten, in gevoel, in gedrag. Dus dat dan ook door bij elkaar te zien, dat ze dan eerder toegankelijker worden, voor zichzelf ook en voor om het op zo’n manier ook te gaan bekijken.

Maar hele diepe zaken als trauma of iets dat gewoon heel groot is daar krijgen ze gewoon een individueel traject voor aangaan. Als je merkt dat iemand … Ook sowieso in zo’n groep, als er een iemand bijzit die zegt van:”Nee, hoor ik doe het gewoon niet…” Of niet ik doe het niet, maar “hier kan ik helemaal niks mee”. Dan is dat lastig om voor anderen, om naar de binnenwereld te gaan. Om een zekere kwetsbaarheid te onderzoeken, om open onderzoekend naar zichzelf te zijn. En ik vergeet nogal eens, want daar heb ik het met de focus twee weken geleden over gehad, om dan eerst eens dat gevoel of die gedachten uit te gaan beeldend. Van wat is dat nou die er steeds voor zit, en zegt:”Nee, hoor, dat doe ik niet.” Hoe ziet die er nou uit? Dat vergeet ik dan weer steeds, maar, ja. Vaak heb ik dan ook dat sommige mensen… die hebben het dan over:”Ja, maar ik vind het …” ik noem maar even iets heel simplistisch, “ik vind het lelijk”. Nou, ja, dat is een gedachte. Dat is geen gevoel. Dus het onderscheid tussen gedachtes en gevoelens is ook helemaal niet zo helder. Dat is ook wel weer iets belangrijks dat ze geleerd kan worden. Of waar ze ervaring in op kunnen doen, misschien moet ik het niet steeds hebben over iets leren, want iets leren is.. het is niet iets schools, iets van je moet stampen. Want dat denk ik juist heeft geen effect. Het is meer het gaan ervaren en op een gegeven moment toch nieuwsgierig worden. Leren luisteren, OK, naar wat zich afspeelt in jezelf en ook bij de ander. Maar ook bij jezelf. “Hoe serieus ga je dat nemen? En heb je daar wel ruimte voor in je hoofd?” En alles wat er dan bij komt kijken… dus mensen beschouwen het soms wel eens als leren. Van nou, dat moet ik effe gaan doen. Maar het is eigenlijk geen vergelijking. Het is eigenlijk een levenshouding. ACT is toch eigenlijk een bepaalde levenshouding, en sommige mensen ligt die levenshouding, nou eenmaal niet zo. Dat zijn gewoon hele strijdbare vrouwen of mannen.

Als je slecht in verbinding bent kun je vaak ook slecht aandacht richten op jezelf.

Met welke doelgroep werkt u hier? Mensen met psychosomatische klachten. Soms hebben ze wel bijvoorbeeld, zijn ze wel geopereerd geweest aan een hernia. Of hebben ze nekletsel gehad. Of hebben ze trauma aan hun voet, die is dan gebroken geweest... Weet je wel. Maar daarna ontwikkelen zich klachten die niet meer in verhouding staan tot wat er gebeurt is. Of dan merk je van iemand blijft extreem moe. Of die krijgt nare dromen. Of wordt heel gespannen. Die komt niet meer in dat arbeidsproces. Die komt niet meer in de ontspanning, zou je kunnen zeggen. Die blijft gewoon last houden. En dat is natuurlijk wel psychosomatisch. Dan wordt er toch wel onderzocht van, nou, ja, hoe doe jij eigenlijk je dingen. Heb jij wel door wat je allemaal voelt. En hoe sta je tegenover je gedistroficeerde voet?

Welke plaats of functie neemt beeldende therapie in het ACT programma in? Ja, gewoon…Onderdeel van behandelprogramma. Mensen in de kliniek krijgen gewoon een keer in de week beeldende.. kunstzinnige therapie.

Wat maakt beeldende therapie volgens u waardevol als toevoeging aan een ACT behandeling? Wat mijn ervaring is, is dat het in beeld brengen voegt toch een dimensie toe, heb ik het idee. Het is echt. Het krijgt een vorm, het krijgt een kleur, het krijgt een beweging.

Page 82: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

82

En dat is iets heel tastbaars. Dat is er gewoon, en dat kan je niet meer ontkennen. Ja, je kan het ontkennen, je kan er van alles van maken. Maar tegelijkertijd, kan het prachtig oefenmateriaal zijn om te leren omgaan met die donkere wolk die je geschilderd hebt. Zo van: “Goh, ja, inderdaad”, of “ik zie mezelf zo”. Hoe is dat voor mij eigenlijk, om me dat te beseffen. Het werkt dus op een diepere laag, werkt het. Dat echt concreet zichtbare. En daarnaast vind ik het ook mooi oefenmateriaal om te leren waarnemen. Bijvoorbeeld, waarnemend tekenen. Dat je bijvoorbeeld zegt, “nou, ik accepteer die plant zoals die is, maar je hebt lelijke plekken dus die gooi ik dan weg”. Maar hoe is het nou, bijvoorbeeld, als je lelijke plekken hebt, dat je dat nou kan natekenen. En hoe is het dan met je gevoel erbij? Vind je dan nog dat het weg moet, of kan er iets… Het zijn allemaal oefeningen om te spelen. Om te denken van, nou, als iets lelijk is of niet volmaakt of beperkt of, nou, ja… Ik vind het gewoon heel tastbaar. En andere oefeningen die kunnen waarschijnlijk ook in de gespreksgroepen gebeuren. Wat ik ook regelmatig doe is een vorm pakken, dat mensen dan moeten benoemen wat ze zien, zonder daarbij te gaan associëren of te gaan oordelen, of te gaan voelen. Dus iets is grijs, of rond of… Waardoor er afstand komt tussen het object en jezelf, maar ook echt te kijken naar wat er echt is. Oordeelvrij waarnemen. En dan ook de diepere laag daaronder, mag iets zijn wat het is? En dat is een hele diepe. Sommige mensen raakt dat in hun eigen kern. Dat ze dan zeggen: “Shit, dat gaat ook over mij.” En al die gedachtes, hè. Die afkeurende gedachtes, dan hoop ik dat er ergens diep van binnen ook een reactie komt van:”Ja, maar dat gaat ook over mij.” En dat beeldende… Ja, dat kan misschien ook met fysio, zoiets, of met PMT of met de drama. Maar ik vind het toch het meest gebruikelijke bij de kunstzinnige omdat wij er soms ook echt iets laten natekenen. En nog een ander voorbeeld dat ik je wil geven is een oefening met zelfcompassie. Met een aandachtsoefening dan ga ik wel eens met … dan laat ik ze eerst gronden, en dan vraag ik of ze met hun aandacht naar een vermoeid deel willen gaan, een vermoeid deel. Dat doe ik ook wel in die aandachtsoefening. “Goh, wat zou je het nou toe willen wensen? Wat heeft het nodig?” Bij de ene kan dat licht zijn, soms noem ik zelf ook wel eens voorbeelden, heeft het geborgenheid nodig, of juist ruimte? Iets veiligs. En dat ik ze bij zichzelf laat kijken van , misschien heb je wel andere dingen nodig. Dan laat ik ze dus kijken wat er nodig is. Dan laat ik ze het vermoeide deel schilderen, met wat er nodig is. En als die werkt, dan zie je dus ook weer verschillende dingen in de groep, dan zie je ontroering en verdriet. Voor het besef van: “Goh, ik ben altijd zo streng voor mezelf. En ik heb een gevoel van gedragen worden nodig eigenlijk”, weet je. Terwijl het moment dat, dat dan valt, en ze dat schilderen, dat is … dat komt dan gewoon samen. Maar ik zie ook mensen die dan zeggen van: “Ja, sorry ik heb alleen mij knie getekend, want het kan niet samen op een blad nog.” Ik kan niet iets waar ik heel veel last van heb en iets wat ik mijzelf toewens kan nog niet samen”. Dat is wel heel interessant. Dat dat toch wel .. het maakt veel los. Zo’n oefening, dat kan je niet altijd doen. Dat kan je vaak niet doen, maar het is toch leuk om die er in te houden. Als iemand het heel erg moeilijk vind om die twee met elkaar te verbinden, zoals die ene vrouw. Eigenlijk vind ik dat je het altijd kan doen, maar dat je rekening moet houden dat sommige er ook van in de war kunnen raken. Want die kunnen dat niet samen brengen of… Dat zie je ook wel in het beeld. Dat het niet op elkaar kan aansluiten. Bijvoorbeeld een cliënt is zo niet gewend om mildheid naar zichzelf toe te brengen, of een zekere zorgzaamheid, dat die gewoon echt zegt:”Ik heb geen flauw idee, geen idee hoe ik dat moet doen.” En dat is op zich ook logisch want, je hebt toch ook wel te maken met een categorie cliënten die, dat ook gewoon niet hebben geleerd in hun jeugd. Door wat voor omstandigheden dan ook. En het is ook een beetje maatschappelijk. Van nou, kom op, kop op, tanden op elkaar en doorgaan. In plaats

Page 83: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

83

van je zachte, je zachtheid te mogen ervaren. Dus je kunt bij de maatschappij je vraagtekens zetten, bij de houding van de maatschappij dan. Maar het is ook onze eigen verantwoordelijkheid, hoor. Om toch dan ook daarin dat op te gaan zoeken. En dan ook je eigen gaan maken. Van, OK, ik heb ook eigenlijk zelf die verantwoordelijkheid naar mezelf toe. Daar moet je mee beginnen eigenlijk. Ik vind het wel een belangrijk onderdeel van de therapie.

Kan deze toevoeging ook door een andere vorm van therapie bereikt worden? Ja, als je in gespreksgroepen ook gaat tekenen, maar dan gaan die hun eigen medium verlaten. Nee, ik denk dat je nergens… Ja, je kan natuurlijk in de PMT de materialen pakken. Die dat representeren. Bijvoorbeeld je last. Maar dat vind ik toch iets anders, hoor. Dan het echt zoekend schilderen van: nou, klopt het wat ik zie met wat ik voel. Dat kan heel individueel, heel persoonlijk worden. Nee, ik denk het niet eigenlijk.

Aan welke onderdelen van de Hexaflex wordt er in kunstzinnige therapie het meeste aandacht besteed? Zelf als context, cognitieve defusie, acceptatie, contact met het hier en nu. Ja god, eigenlijk allemaal wel. Ook met de waarden, die worden ook verbeeld. Toegewijde actie misschien minder. Ja, dat is iets wat meer de socio-therapeuten , en zeg maar dat helemaal uitzoeken van die waarden dat wordt ook eerder ergens anders gedaan. Als mensen al besloten hebben, of besloten is het verkeerde woord maar een keuze hebben gemaakt van nou dit is belangrijk voor me, dan kan het nog verder uitgekristalliseerd worden in een beeld, bijvoorbeeld. “Hoe bedoel je dat precies of hoe ziet dat er uit?” Dus ja, maar die andere vier worden eigenlijk … Dus ja, die cognitieve defusie, die zou je dan, alleen als ik daar expliciet zo’n oefening bij doe. Dus dat gebeurt niet altijd. Maar het contact met het hier en nu gebeurt altijd. Zelf als context ook, en het acceptatie stuk. Wat dat dan ook is. De bereidheid, de belevingen te ervaren zoals ze zijn. Daar gaat het eigenlijk elke sessie over. En die cognitieve, daar gaat het dan eigenlijk over als ze dingen maken en ik ga daar op een bepaalde manier mee om. Want dat kun je ook nog niet gelijk doen. Mensen weten echt niet wat ik bedoel dan. “Ik ben toch gewoon, wie ik ben.” En dat zie ik ook nog wel bij mensen die verder zijn dan, maar dat is dus gewoon een… Soms zeg ik het wel eens tegen mensen, als ze iets aan het maken zijn, en ze zijn er zo naar aan het kijken, hè. Want daar heb ik ook wel een bepaalde volgorde voor. Dan zeg van:”Wat zie je nou? Ga gewoon eens kijken wat je ziet. Puur alleen maar objectief, dan wat voel je, kijk eens hoe je dat uitdrukt.” En dan zeg ik wel eens van:”Goh, hoe is het nou om als waarnemer naar dat beeld te kijken? Kun je opmerken dat iets in jou dat beeld waarneemt?” Sommige denken van:”Ja, OK,” Dat je dat beeld of dat gevoel even losgekoppeld hebt. Sommige mensen snappen dat direct, andere mensen hebben zoiets van: “ik ben alles, ik ben ook dat.”Dat is tot op zekere hoogte ook zo, maar je kan ook zeggen van:”Hé, ok, je hebt het maar je bent het niet. Je bent niet in zijn totaliteit dat stuk.” En soms dan, bij een sterke beleving wordt dat wel eens zo ervaren. Ik ben mijn klacht.

Welke opdrachten en interventies bied u aan om aan acceptatie, defusie en mindfulness te werken? Die van de cognitieve defusie die heb ik denk ik al wel benoemd, dus daar hoef ik niet verder op in te gaan. Het zelf als context, dus dat je met je aandacht naar jezelf toegaat en dat je vanuit je gevoel dat schildert of tekent. Ik noem steeds nu vooral die ACT oefeningen, maar ik heb soms ook niet zulke specifieke aandachtsgericht, ja wel op de aandacht gericht maar niet zo zeer op het zelf gerichte oefeningen. Bijvoorbeeld een vorm tekenen of een beweging. Daar moet je dus wel met je aandacht bijzijn maar is niet zo zeer op de binnenwereld gericht, dus het zijn indirecte aandachts- en concentratie oefeningen.

Page 84: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

84

Als je met links en rechts ook doet, dat je denkt van: “Wacht even ik moet met mijn aandacht erbij zijn en ik moet in beweging blijven”, dus dat je dat leert ontdekken. Dat kan met verschillende materialen zijn, dus dat je een verschil ontdekt tussen het ene en het andere materiaal. Maar dat is dan meestal… dat doe ik voorafgaand aan een oefening voor het zelf als context. Wat voel ik bijvoorbeeld, spulletjes ongezien uit een zak halen op je rug. En dan voelen, wat voel ik nou eigenlijk. En dat belevende tekenen, dat is natuurlijk ook heel erg individueel. Daar kun je soms ook verschillende associaties opbrengen. Verschillende reacties bij ervaren.

In het contact in het hier en nu, heb ik waarnemend tekenen en zo’n aandachtoefeningen. Maar de gebieden van die hexaflex zijn ook niet zo heel strikt verdeelt, vaak zitten er verschillende gebieden door elkaar in een oefening, hè. Je zit op verschillende niveaus allemaal te werken.

Je kan natuurlijk wel kijken, dat vind ik dan wel weer mooi aan die ACT, het gaat niet alleen over dat accepteren maar ook over aandacht. En dat je ook kijkt van:”Goh, waar is iemand met zijn aandacht”. Legio mensen die hier komen, hebben zeg maar, yoga gedaan, of doen dat nog steeds. Maar als je met je aandacht gewoon een beetje ver weg bent. Dat is wat anders dan dat je je aandacht leert richten en dat je contact gaat maken. Dus dat is wel belangrijk, daar proberen we wel … Want ja, het is vaak zo dat mensen zeggen:”Ja, ik accepteer alles. Ik ben een met alles.” Maar om dan persoonlijk, dit gebeurt in mijn leven, op dit moment. Ik neem ruimte in en ik heb relaties, en die relaties hebben misschien ook wel moeite met mijn ding. En ik heb eigenlijk ook moeite met mijn moederrol, of weet je… Om dat echt naar dat persoonlijke.. ja dat is echt wel belangrijk denk ik. Dus ik probeer ook echt wel, ik probeer het zo te doen.

Je moet aanwezig zijn in het... je moet het ontmoeten.

Hoe ziet een sessieverloop eruit? Ik probeer altijd een beetje, met beginnende mensen van de kliniek… Ik maak een onderscheid tussen observanten, daar doe ik meer diagnostische oefeningen mee, maar ook wel zo’n aandachtsoefening, dat ze een lichaamstekening maken, hoe dat dan wordt ervaren, maar ook echt het gevoel dat de aandacht vraagt. Dat ze dat proberen in beeld te krijgen. Dat ze een beetje een idee hebben al van , gaat het deze kant op hier. En ja, in de behandeling dan is er meer zorg ook voor de veiligheid. We hebben doorlopende groepen, dus het kan zijn dat de ene net is begonnen en de andere gaat al bijna met afscheid. Dus het kan ook goed zijn dat je gewoon mee moet in het stramien.

We hebben maar een uur, dat vind ik wel jammer. De groepen van de kliniek zijn gelukkig niet groter dan vier. In de poligroepen is dat wel anders. Dan heb je soms wel te maken met acht. Ik kijk toch ook… dat heeft ook te maken met de ACT, in het algemeen naar wat speelt er. Wat speelt er op dit moment, nu, en daarop proberen in te zoemen. Maar ik heb dus ook wel eens een reeks of een serie van iets wat verder aan bod moet komen, verder uitgewerkt wil worden. Zo’n opdracht als: de geschiedenis van je lichaam, en dat dan in beeld brengen. Dat heb ik dan met jongeren gedaan, omdat die dan toch nog dingen, ja het is toch nog relatief kort. Dat is ook een stuk verleden, maar ook nu. Zo van wat heeft je lichaam allemaal meegemaakt, hoe is je ontwikkeling geweest tot nu toe. Wanneer wist je dat je een meisje was, of een jongen? Wat herinner je je van ziek zijn? Al dat soort… de geschiedenis daarvan. Dus dan is er altijd een nabespreking die langer duurt, dus dat smeer je dan uit over verschillende sessies, maar ook als er iets is. Waarvan je denkt dat wil ik toch eigenlijk .. dat vraagt er eigenlijk om, om nog even verder onder de loep genomen te worden. Dus daar geef ik ook ruimte voor. Om daar dan dus ook dieper op in te gaan.

Page 85: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

85

Over het algemeen is de basishouding, van wat is er op dit moment. Maar soms doe ik dat dan alleen in het rondje vooraf. Iets wat heel erg de aandacht vraagt, waardoor je niet zo goed hier aanwezig kan zijn. Toevallig hadden we een heleboel heisa vanmorgen in de kliniek, het is vanmorgen allemaal een beetje anders gelopen. Dus toen vroeg ik aan de groep van: “Goh, is er iets wat je nu zou willen doen?” Dan heb ik helemaal geen plan eigenlijk. Maar dan kijk ik een beetje wat er is, en daar dan de ruimte aan te geven. Soms probeer ik er ook wel wat in te sturen. Zo van: “In hoeverre zijn er linken met vroeger, of welke gevoelens heb je zelf, of ook de gevoelens van de ander.” Weet je wel, “wat is nou van mij en wat is nou van de ander, welke woorden horen daar nou bij?” Dan heb ik ze uiteindelijk ook zo wat laten maken. Dus dat is dan eigenlijk helemaal vrij dan . Maar over het algemeen zit er toch wel iets van een oefening in die dan te maken heeft of met focussen, of met aandacht, concentratie, of waarnemen, of defusie. Of het contact maken met het voelen, want dat is toch ook nog niet voor iedereen zo vanzelfsprekend. Dus oefeningen van: Wat voel je eigenlijk allemaal, wat voor soort gevoelens, durf je ze ook naar buiten te brengen, dat soort oefeningen.

Tijdens het werken heb ik het liefst niet dat de cliënten met elkaar spreken, want dat leidt dan de aandacht weer af. En soms kan je het niet tegenhouden. En dan kan ik het opmerken, zo van: “Goh, ik merk dat je veel vraagt aan je buurvrouw,” bijvoorbeeld. Of “hoe is het nou om even bij je zelf te blijven?” Dat ik dat dan als observatie opmerk. Dat is dan ook een verbale interventie die je op zo’n moment pleegt.

Wat maakt deze opdrachten en interventies geschikt om juist aan deze onderdelen van de hexaflex te werken? Eigenlijk vind ik het beeldend werk als medium ongelooflijk geschikt om juist met de verschillende ACT onderdelen te werken. het in beeld brengen voegt een dimensie toe, het is tastbaar, zichtbaar, heeft vorm, kleur, een beweging. Je kan er afstand van nemen.

Er wordt o.a. gewerkt met het gevoel wat op het moment zelf de meeste aandacht vraagt. Dan wordt de cliënt uitgenodigd om hier het contact mee aan te gaan, zo niet, wat of wie staat er in de weg en wordt dat in beeld gebracht. Je hebt dan± het Zelf als context, het contact in hier en nu, en tijdens het nabespreken~± cognitieve defusie. Defusie kan zelfs verder uitgewerkt worden door eea aan het beeld te veranderen. Ik moet denken aan film Harry Potter waarin hij toverspreuken leert. Hij wordt geconfronteerd met zijn grootste angst en het enige wat helpt is om deze angst te transformeren naar iets wat wat 'aaibaar, aanraakbaar is', wat de angst doet oplossen.

In een beeldend werk kan je naast de erkenning van het gevoel dus ook werken aan transformatie naast acceptatie omdat het in beeld is gebracht.

Typische aspecten van een therapeutische houding in een ACT behandeling? Therapeutische houding is voor mij een houding die probeert oordeel vrij te zijn. Een uitnodigende, open, onderzoekende houding waar ook vriendelijkheid en mildheid een belangrijke rol spelen en een voorbeeld functie hebben.

Het is een houding die cliënten inspireert om zo ook met zichzelf om te gaan, met hun probleem. Normaliseren.

Wat zijn naar uw inzicht voor- en nadelen van het werken met ACT? Het bezig zijn met ACT als deel van de therapie heeft heel veel voordelen, is een basis.

Page 86: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

86

Met ACT in je achterhoofd kan je al beginnen met inventariseren van dat wat er zich afspeelt in je hoofd of gevoel en dit eens op te schrijven. Met als uiteindelijk doel een relatie aangaan met deze gevoelens of gedachten die bij je horen.

Heel recent zijn er problemen geweest binnen de kliek. Hierdoor zijn er veel angst en boze gevoelens opgeroepen. Ik heb toen in een opdracht het accent vooral gelegd op het ruimte geven aan je gevoelens en kijken wat er in beeld komt in plaats van je leren verhouden tot de gevoelens die er zijn in het moment. Dit omdat de spanning erg hoog opliep en ontladen van gevoelens of juist zelfs de aandacht afleiden van de binnenwereld meer geschikt was op dat moment.

Nadeel van ACT is dat het een beroep doet op je bewustzijn. Je wordt erg bewust. Soms is het nl ook belangrijk om te fantaseren, je fantasie de vrije loop laten om zo bijvoorbeeld er achter te komen wat jij belangrijk vindt of om te ontspannen. Je creativiteit de ruimte geven.

Ook bij trauma of psychose komt m.i. ACT later pas aan de orde. 'De werkelijkheid' kan zeer vertekend zijn, de eerste aandacht moet zijn voor stabilisatie/veiligheid creëren.

Page 87: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

87

Interview met Lida van Twisk

9 mei 2012

Hoe ziet in uw instelling het ACT programma eruit? Nou, acceptatie, hè. Daar kom je dan eigenlijk direct op. Nou dat is eigenlijk geheel verweven, in ons programma. Want de meeste mensen die hier komen, die zijn behoorlijk aan het strijden, zou je kunnen zeggen, tegen hun psychische en lichamelijke klachten. Dus de acceptatie is natuurlijk een enorm groot woord. Maar eigenlijk zou je kunnen zeggen, de hele behandeling is inge…Ja, daar wordt eigenlijk naar toe gestreefd , zou je kunnen zeggen, om uiteindelijk te accepteren wat er is. En dat is een hele lange weg. Want deze mensen, met onverklaarbare lichamelijke klachten, die zijn enorm strijdlustig, en die zijn hun hele leven aan het strijden. Gaan van arts naar arts. Van instelling naar instelling. En op zich is dit… zijn dit.. de problematiek van de mensen is zo niet gehoord, eigenlijk. Dat ze enorm zijn gaan strijden. Dus als mensen hier komen dan is eigenlijk het hele programma gericht op leren te accepteren en te kijken, wat is er nog wel. Wat heb ik nog wel? En elke behandeling die wij geven staat op dat… Ja, het is loslaten. Nou dat zijn ook hele grote woorden al. Waar mensen in het begin van de behandeling, als ze die woorden horen, gillend het pand van willen verlaten. Om het zo maar te zeggen. Want ze hebben het gevoel dat ze zo niet gehoord ook zijn. En accepteren dan is ook een enorme emotionele weg dan. Want daarin raakt alles aan, eigenlijk, hè. Dus dat is het ACT programma, vooral accepteren in wat er is. En stilstaan bij jezelf eigenlijk. Dan kom je meteen in de mindfulness, in de waarden. Wat is nog belangrijk in mijn leven? Dat kan soms heel klein zijn, maar dat kan van grote waarden zijn, dat hele kleine dan. Want als alles gericht is op dat strijden, aan het vasthouden en aan het niet willen, het anders willen, dan zijn mensen de hele tijd maar aan het werken eigenlijk. Om dit wat er nu is niet te accepteren. En te strijden of te vermijden. Dus zo kan je dat eigenlijk direct wel zien. Maar dat is een enorm proces.

Disciplines die betrokken zijn bij de ACT behandeling. We hebben PMT, Creatieve/kunstzinnige therapie en psycholoog, psychiater, het is een heel breed multidisciplinair team, eigenlijk. Die van verschillende, ja… dus lichaamsgericht, en gevoel. Wij zitten meer op het gevoel. En het cognitieve bij de psycholoog, psychiater. Zo zie je dat er van denken, voelen en willen, heb je denk ik ook al veel gehoord. Dat we allemaal op een bepaald gebied zitten. Waardoor elke laag wordt aangesproken. Want mensen moeten ook echt begrijpen wat er aan de hand is. Voordat het kan zakken, voordat ze eigenlijk meer bij dat gevoel kunnen komen. Dat hangt allemaal met elkaar samen. Dus zo kun je dat eigenlijk wel zien.

Met welke doelgroep werkt u hier? Met onverklaarbaar lichamelijke klachten.

Duur van de behandeling en behandeltraject. In Zeist is ook de kliniek, dit is een kleine afdeling(In Woerden), zeg maar, van Zeist zou je kunnen zeggen. Het is een kleine afdeling waar we zitten, maar daar heb je ook de drie daagse deeltijd behandeling. Die zijn hier niet. Het is vooral kortdurend, oriëntatiegroep zit hier, verdiepingsgroep. Maar daar zit echt de driedaagse deeltijdbehandeling. Die zit in Zeist. Dus soms gaan mensen hier van de oriëntatiegroep of van de verdiepingsgroep… Mensen doen eigenlijk eerst de oriëntatiegroep hier, dus een beetje oriënteren op twaalf thema’s. Gedurende twaalf weken. En dan kijken van, waar gaan we deze persoon plaatsen. Is het goed voor deze persoon om te verdiepen. Heeft hij daar al genoeg basis voor? Of moet dat individueel? Dan is er nog niet genoeg basis, zeg maar. En zo kun je langzaam opschuiven naar verdiepingsgroep. Maar dan moet je wel al wat stevigheid hebben. Omdat het heel zwaar is drie dagen, heel intensief.

Page 88: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

88

Dat moeten mensen echt aankunnen. Dan moeten ze een sterk systeem om zich heen hebben. Dus een steunsysteem, waarop ze kunnen terugvallen mochten ze terugslagen hebben. Maar dat ligt dus heel veelzijdig aan de persoon, hoe is deze, heeft ie genoeg dekveld, heeft ie genoeg grond onder de voeten. Want daar gaat het hier ook om. En als het driedaagse deeltijdbehandelingen worden dan gaan mensen van hier naar Zeist toe.

Welke plaats of functie neemt beeldende therapie in het ACT programma in? Ja, heel groot. Heel groot, wij zijn echt niet weg te denken daarin. Nee, je ziet ook dat mensen heel veel moeite hebben om hun gevoelens te uiten. Nou ja, en in de beeldende therapie daar wordt alles geuit in wat onderliggend of nog niet naar boven kan komen via taal. Daar ligt een hele wereld in een mens. En die komt heel makkelijk via het beeldende naar buiten. En als je reflecteert op het beeldende dan staat het toch buiten je. Dan staat het toch op iets meer afstand. Dat is ook belangrijk, hè. Dat het afstand heeft waardoor je kan zien van, ja, ja, het is wel van mij maar als ik er zo van een afstand naar kijk, wat laat het mij zien, dat geeft een zekere afstand tot de emoties, waardoor het ook veilig wordt. Dat je er niet door overweldigd raakt. Je zit er niet in maar je kan er naar kijken. Dat geeft toch een beetje dat afstand. Dat is veilig. Beeldende therapie is echt heel erg fijn dat die zo gewoon… dat is niet meer weg te denken. Wij komen meestal op diepere lagen uit, dan dat je gewoon in een gesprek komt. Zoveel woorden… zoveel dingen kunnen niet gezegd worden. Die zo lang opgesloten zijn, vooral bij ernstig trauma. Dat ligt zo diep weg, nou… En als je dan zegt:”Sta daar eens stil bij… Waar zit dat in je lichaam? Waar raakt dat aan?” En dan… “doe je hand eens op je buik, en doe je hand eens op je hart… En wat komt er nou? Is het meer in je buik dat je het voelt of meer in je hart? ” Dan krijgt de mens ook weer veel meer contact met het lichaam, ook. “Ja, eigenlijk voel ik dat dit gaat opbollen…” Dat betekend boos, dan hoef je nog niet meteen boos te zijn . Maar dan weet je iets gaat opbollen in mij. Ik weet dat is ergens boos. Dat is dan veilig, hè. Het is heel veilig, kunstzinnige therapie, eigenlijk. In die zin, om gevoelens op papier… Want dan is het nog wel van jou maar ook weer net niet van jou. Zou je kunnen zeggen. Wij gebruiken mindfulness, maar misschien heb je daar ….. Maar je ziet ook dat mindfulness daar heel belangrijk in is, ook. Echt stilstaan, je ogen dicht doen, zo met je aandacht naar je voeten, en dan langzaam om hoog , naar je lichaam van binnen. Nou hoe voelt het allemaal. Dat is al heel spannend voor sommige mensen. “Want dat lichaam is juist van, ja, dat is juist waarom ik hier zit, en waar ik vanaf moet. Moet ik dat nou gaan voelen, dat lichaam? We zouden toch juist praktisch wat gaan doen. Ik moet gewoon gereedschap hebben en dan moeten we klaar zijn en dan …” Dus er zit ook heel wat frustratie, dat snap je wel. En om dat te kunnen uithouden. Alles staat dus in het licht van hoe ga ik hier zo snel mogelijk vanaf komen. Dus dat snap je wel dat dit processen zijn die echt langdurig ook zijn.

Duur van de behandeling. Nou, hier in de oriëntatiegroep, noem ik dan maar even. Eerste drie maanden gaan we kijken van, hoe bevalt het? Hoe gaat het met deze … Hoe zit iemand in het proces, en dan krijg je steeds verlenging van drie manden, drie tot zes maanden, zes tot negen maanden. Dus dat is een hele uitgebreide oriëntatie. Of… ik zeg het verkeerd, verdieping is dit. De verdiepingsgroep. Maar de oriëntatie is twaalf weken. En dan kijken we daarna van deze persoon zou eigenlijk misschien nog een keer de oriëntatiegroep kunnen doen. Dat je het nog een keer meeneemt en dan net iets meer dat kan innemen of er mee verbinden. Dus dat kan ook. Na die twaalf weken, die kun je twee keer doen, misschien ben je dan wel rijp voor de verdieping. Dat zou kunnen. Maar het kan ook individueel verder. Of dat je ziet van deze persoon heeft eigenlijk iets lichaamelijks gerichts moeten aanbieden. Niet kunstzinnig, je hebt ook mensen die helemaal niets met kunstzinnig hebben, dat

Page 89: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

89

bestaat ook. Die zoiets hebben van: ”Wat is dit? Dit is heel apart of zo.” Sommige hebben nog nooit wat gedaan, maar het kan ook heel verrassend werken dat die mensen juist weer heel erg veel aan hebben, eigenlijk. Ik heb ook mensen die heel veel met kunst hebben gedaan, maar die gaan juist hele mooie plaatjes maken. Het gaat juist om, nou ja, maak maar eens een keer je meest lelijke tekening, en dan toch nog heel netjes een tekening maken… Maar goed ga maar eens buiten je geijkte kaders. Het gaat heel erg om veiligheid ook. Dat zie je ook wel. Als ik het zo benoem dan komt veiligheid ook op. Dat zulke processen ook alleen maar met hele veilige kaders gepaard kunnen gaan. En dan kom je ook in die holding en enfindment daar heb je ook wel eens van gehoord, hè? Dat wij eigenlijk,… mensen zijn slecht gehecht. Zijn weinig gehecht en in die zin ben je ook moeder. In die periode. Je bent echt verbonden en je bent echt een soort moeder waarin ze zich opnieuw moeten hechten. Dat proces dat duurt ook al weer even, voordat dat een beetje kan. Met vertrouwen, dat is ook wel beschadigt in het verleden, meestal. Als dat al een beetje gebeurt dan snap je wel, dat het hele proces daarna weer op onthechten moet. Op een gezonde manier, dat er een gezonde hechting kan plaatsvinden en van daaruit moet je langzaam weer toewerken naar dat verlaten. Aan dat onthechten, zeg maar. Dat zijn enorme processen. Het is vallen en opstaan, en verweer en afweer, want je bent ook die persoon van toen. Dat herinnert aan die moeder of in de steek gelaten toen. Dus je bent alles, dus het luistert ook heel nauw, de contacten die je hebt met de mensen. Elke keer ben je weer in het moment, dus dat vraagt als therapeut ook om in het moment aanwezig te kunnen zijn. Het vraagt wel wakker zijn en bewust zijn, en op een gezonde manier alert zijn. En bij jezelf zijn ook. Het heeft ook heel erg met jezelf… Dat je durft ook met jezelf te komen. Van wat doet het met mij dat je … Dat je ook jezelf kan aanspreken. En ook dat terug kan geven. En dat ze ook zien dat het menselijk is, dat ik niet alleen de therapeut ben. Maar dat je zegt van:”Goh, ik voel bij mezelf nu eigenlijk, als ik er bij stil sta, van ik voel me eigenlijk een beetje naar, eigenlijk, hoe dat nu gaat eigenlijk. Hoe is dat nou bij jou?” Zodat je een soort gezonde interactie krijgt, doordat ik ook mijn gevoel laat zien. Dat ik ook een mens van vlees en bloed ben. Dat maakt heel veel mogelijk, ook voor hen om naar jou toe te komen. Ja, want dat is best… want daar wil ik eigenlijk nog iets over zeggen, want dat vind ik wel mooi. Want ik heb wel gezien dat het voor cliënten heel vreemd is als je dat doet in het begin. Want zij zien jou echt als de dokter, als degene die alles weet. En als je dan komt met: “nou eens even voelen, wat doet het nou bij mij. “ Dat mag helemaal niet. Dat is eigenlijk not done. Daar moeten ze helemaal aan wennen. Daar worden ze heel onzeker van. Want dat is even heel erg wennen, want ze hebben altijd geluisterd , ook naar de arts, dat is ook zo… Ja je komt niet met iets van jezelf. Dus dat is heel erg wennen. Pas veel later zien ze wat de waarde daarvan is. Je bent helemaal voorbeeldfunctie. Van wat jou gebeurt kan op mij effect hebben, en zo gaan we heen en weer, spiegelen we elkaar. Maar het is natuurlijk een.. het is niet alleen maar bij jou gebeurt en bij mij niet. Nee, bij mij raakt het ook wat aan. Hoe menselijk kun je zijn? Daarin. Dus dat vind ik ook wel heel mooi, dat mensen pas later, en dan zitten ze al vrij ver in het proces, eigenlijk zien wat de waarde er van is. Dat ze daardoor ook zijn gekomen met zichzelf eigenlijk. Dat het een soort, toch ergens wel een beetje gek aanvoelde maar ergens gaf het ook wel ruimte. Een opening van nou kan ik eigenlijk ook, nou ja, …

En heel mooi dat mensen dan ook zeggen dat ze het mooi vinden dat ik kwetsbaar kan zijn. Dat vind ik ontroerend. Dat ik soms kan zeggen:”Nou ik weet het ook even niet.” Ja, maar jij zit hier met die hele groep. “Nou, ik moet even stilstaan. Nou ik weet het even niet.” En dan zo die spanning, en daarna wel zo van: “Nou, hoe vind je dat? Heb je ook wel eens dat je het niet weet?” “Nee, nee, ik moet het wel altijd helemaal weten. Ja, want anders sta ik voor

Page 90: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

90

schut.”Daar zit eigenlijk al alles in. Kan je gewoon zijn met wat er is ook als je het even niet weet. Want alles is gericht op dat weten, op die doelen op die, we moeten van hier naar daar. Het is niet op de weg, maar op het doel gericht. Dus dat is heel focusgericht.

En dat vind ik wel in die kunstzinnige therapie, omdat wij zo op die gevoelslagen, dat zijn verdroomde lagen soms, dat zijn lagen die nog niet heel duidelijk soms zijn. Dat zijn vage gevoelens, vage plekken. “Wat wil aandacht hebben is dat een bol of is dat vierkant of is dat warm of is het een beetje uit elkaar trekkend of..” Dat is heel vaag. Mensen die juist gericht zijn op dat fixen, en dan kom je aan met is het uit elkaar trekkend, is het langdradig, dat je het een beetje zo, zo voelt of is het je een beetje zo van Huh, huh, huh hier zo voelt. Dat is een hele andere benadering. Dat is heel erg wennen. Dat is wel mooi dat je ziet, ook later, dat mensen zelf dat gaan doen ook. Dan is het helemaal normaal. Wat je eigenlijk in het begin ziet van: “Nou ja, die is gek. Wat is dit voor een therapie?” Dus het onbenoembare eigenlijk, wat ergens, als je zo weinig contact met je gevoelens hebt, om daar woorden aan te leren geven, dat is allemaal hè… Dat mag heel stuntelig, dat mag heel ...via gebaren, en …Soms is er ook een sterk onderscheid tussen de maatschappij en wat hierbinnen gebeurt. “Want hier kan ik alles vertellen, maar dat doe ik niet als ik buiten ben. Dan moet het masker op. Als ik naar buiten ga dan moet het masker op.” Dat zie je ook wel in het proces dat het masker wat transparanter wordt, en dan wordt het ook spannend. Van: “Hoe verhoud ik me tot de mensen, tot de kennissenkring, waar ik in zat, of tot familie, want ik verander. Veranderd de omgeving met mij mee?” En dat is heel spannend, want relaties kunnen ook uit elkaar vallen, kennissen kunnen op de achtergrond raken. Dus mensen maken een hele nieuwe overstap zeg maar in het leven. Dat heef niet alleen op hunzelf maar ook op de hele omgeving natuurlijk hun invloed. Dus dat zijn …..

Wat maakt beeldende therapie volgens u waardevol als toevoeging aan een ACT behandeling? Ja, we hebben het er voor een deel al over gehad. Maar toch dat … het is in beeld brengen wat er natuurlijk in je aanwezig is in je op dat moment, en dat leren te accepteren. “Mag dat er zijn, mag dat ook ruimte krijgen, nu, op dit moment. Zo, als je stilstaat van, of tekent van, wat leeft er op dit moment in je. Je hebt net stilgestaan en breng dat eens naar buiten in een vorm of in een kleur en geef daar eens woorden aan, schrijf er eens woorden bij op. Dat is nu, nu. En mag dat er zijn?” “Nu, morgen niet meer, of buiten, als ik hier straks wegloop dan niet meer.” En dan kom je weer op die acceptatie van het nu. En dat in beeld brengen. En op papier, die veiligheid ook. Heel veilig is dit. Je kan ervan weglopen, dat blijft toch het hele belangrijke punt. Je kan ook zeggen als het teveel wordt dat je ziet van , “nou, het is nu even niet van mij.” Dat zou je ook even kunnen zeggen. Of ik draai het even om. “Het is nu even klaar.” Het is ook wel iets anders als… want we hangen alles op van de mensen, daar kijken we en reflecteren we aan. En anderen reageren ook op jou werk. Van: “Wat zie je?” Nou eerst wat zie je? Dat is al heel moeilijk want ze zitten meteen in iets anders. Van: “Nou, ik hou er helemaal niet van. Ik vind het afschuwelijk getekend.” Maar om dat alleen maar: Wat zie je? En dan naar gevoel toe. Dat loopt meestal helemaal door elkaar heen ook. Om dat nou elke keer: “Nee dat bedoelen we niet. Alleen maar kijken: wat zie je? Wat voor vorm heeft het, of …” Nou ja, het is al heel wat om die onderscheiding te gaan leren maken. Dat heeft ook met ACT te maken dat je weet te onderscheiden dat je niet alleen maar je klachten bent. Je bent ook niet alleen maar je psyche. Je bent ook de wagenmenner die de teugels in handen heeft. En dat is natuurlijk ook belangrijk, want je ziet ik ben niet alleen mijn ziekte, ik ben ook nog deze persoon. Onderscheid maken. Daar vind ik de beeldende therapie heel sterk in. En waarnemingsoefeningen die we doen. Dat heb je misschien ook al gehoord. Dat is heel

Page 91: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

91

belangrijk. Soms doen we even een ronde voordat we beginnen, pakken we een steen of een iets wat we zien liggen. En dan laten we de ronde gaan , en alleen maar benoemen wat je ziet. En dan doorgeven en zo soms wel een paar rondes. Nou, dan heb je zo genoeg afstand gekregen, en dan werken. Dus eigenlijk daarmee goed onderscheid leren maken. Heel belangrijk. Dat geeft ook ruimte. Dat geeft ook weer toekomst mogelijkheden om dan te kijken van: “Ja, wat heb ik dan eigenlijk nog over.” En dat er nog meer is dan alleen de klachten op zich. De mens valt helemaal samen met de klachten hier. Dat is helemaal een geworden.

Kan deze toevoeging van het beeldend medium ook door een andere vorm van therapie bereikt kunnen worden? Nee, nee. Ik ben heel direct daarin. Nee, ik werk al zo lang met mensen, ja… Als ik kijk wat ik allemaal heb teruggekregen van mensen over het werken met kunstzinnige therapie dan .. hoe dat hun leven echt veranderd heeft. Kijk, in deze tijd zitten mensen veel te veel in hun hoofd, veel te veel cognitief, veel te veel praten overal over. Kijk en als je mensen gewoon laat werken. “Kijk ik ga hier gewoon staan, en ik ga even niets zeggen, ga maar gewoon aan het werk.” Dan komt er al boosheid op. “Nou ga maar even op papier dat eventjes, heel even uitwerken. Ga maar gewoon aan het werk.” Want je zit zo in een gesprek van een uur terecht. Dat is de valkuil die je hebt. Allemaal verklaren, van waar komt het vandaan, indiceren en van dat allemaal. “Ga maar gewoon werken, gewoon zitten, hup. Werken, aan de gang.” Dat vind ik wel echt , want er wordt zo veel gepraat met deze mensen. Vooral zoveel gesprekstherapieën, wat natuurlijk ook wel weer zijn eigen waarde heeft, maar ik vind toch vooral heel erg in dat doen. Je ziet ook, ik heb ook in de antroposofie gewerkt, daar zie je ook mensen die burn out zijn die gaan gewoon op een boerderij. Op een antroposofische boerderij, gewoon tussen de kippen, tussen de geiten, planten, gewoon doen. Planten planten, zaaien, gewoon een dagritme, want dat is natuurlijk ook heel belangrijk. Die ritmes door de dag heen. Gewoon weer gezond op die tijd opstaan. ’s Middags een middagdutje, en gewoon je ritmes… Dat is ook weer de antroposofie, die ritmes. Maar ik denk ook dat die ritmes in een ACT programma heel belangrijk zijn, die ritmes. Dat is een belangrijk element is dat. Maar dat zit hem ook heel erg in het doen. , zaaien, uitrusten, maar op het land werken, dieren verzorgen, maar ook heel erg in de handen, de handen. Uit het hoofd in de handen. Uit het hoofd en in het leven , heet het boek van Steven Hayes toch? Herinner ik me. Nou dat is het helemaal. Daar ligt het al in. Dat zegt toch eigenlijk al genoeg? Uit het hoofd en in het leven, dat is ook zo. Ja, en onze maatschappij nu, is heel erg gericht op dat cognitieve, hoofd, hoofd, hoofd… Het is gewoon leven, gewoon.. ik zeg altijd maar, in die zin, is het boerenleven heel gezond voor mensen op dit moment. Toch?

Of mensen gaan het in hele hoge dingen zoeken. Hoe noem je dat? In hele hoge spirituele toestanden. Dat maakt toch een soort vlucht , van dit is het ook niet, maar dan gaan we maar een vlucht maken. Maar je,.. dat kun je ook een periode doen, maar dan kom je toch weer gewoon bij het nu en nu, en het doen. Mag het er zijn? Want als je erboven gaat staan, tsja, die gevoelens zijn er nu eenmaal. Die gaan erboven staan en hele mooie dingen bedenken, prachtige filosofische verhandelingen… maar het is wat het is. Dat is hier, en dat is hier en dat gaat er pittig aan toe, moet ik zeggen. Soms met veel strijd. En dan stil moeten staan, ja, hallo, zeg. En dan ook graag een plan van hoe lang het gaat duren en hoe gaat het er uitzien. Dat allemaal en ja, dan als je dat allemaal niet krijgt ja dan heb je niet zo veel grip ook natuurlijk. Het gaat heel erg om controle. Van ja, maar, wat dan? Dan val je een beetje uit elkaar. Dan heb je de groep en de therapeuten ook nodig om weer een beetje bij elkaar te houden. Maar dat zijn hele processen.

Page 92: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

92

Aan welke onderdelen van de Hexaflex wordt er in kunstzinnige therapie het meeste aandacht besteed? Met name aan de acceptatiekant, maar dit hebben we al besproken.

Welke opdrachten en interventies bied u aan om aan acceptatie, defusie, mindfulness en het zelf als context te werken?

Mindfulness: De innerlijke kern, dus de bodem in jezelf vinden. Dus daar begin je dan al mee. Dus eerst je voeten op de grond, en dan hoe voelt het? Is het warm onder je voeten? Kun je de grond voelen? En dan zo naar de knieën en dan zo naar boven. En dan kijken van kun je bodem in jezelf vinden. Kun je je voorstellen dat er bodem is. Dat je bekken, dat je onderkant, we zitten nog in de onderkant, dat je daar bodem in kan vinden? Hoe ziet je bodem er uit? En dat in klei zetten. Bodem, basis, nou, dan zie je al heel gauw zulke basisjes, of helemaal geen basis, of toch een behoorlijke basis. Dan kom je in de schalen vorm ook. Ik doe … Want dan kom je meestal in de schalenvorm terecht, want de heupen, de bekken is een soort schaalvorm, en kun je daar basis in vinden? En dan kom je ook bij de volgende opdracht van, wat wij ook veel gebruiken is: Stilte in jezelf. “Is er een plek waar je ondanks de chaos stilte kan vinden. Is dat er?” Nou, meteen, “nee, nee, nee, nee.” “Nou neem maar de tijd. Vooral de tijd nemen. Niet meteen , nee, of …” Nou en dan zoeken naar die stille plek. En dan die stille plek in beeld brengen in kleur zetten. Dus basis, stille plek, uiteindelijk wil je dat die mensen opnieuw aan zichzelf gaan hechten maar dan van binnen uit. Dat er ergens iets is waar ze weer op aan kunnen komen. Want ze zijn alleen naar buiten bezig, naar de oplossing, oplossing, oplossing. Maar dan moeten ze op nieuw van buiten naar binnen keren en dan daarin bodem vinden. Niet in de oplossing van het ding, jij bied mij kant en klaar iets aan. Nee, het moet nu van binnen uit een basis komen. Met basis gericht ook kleien veel. Heel veel boetseren, want dat geeft sowieso meer de basis. Dan schilderen nat in nat is toch allemaal verglijden en loslaten het is juist basis gericht, dus boetseren doe ik veel. Moeilijk wel voor veel mensen die fibrioberachie hebben, dus problemen hebben met de gewrichten.

Maar dus de basis vinden en met mindfulness stilstaan bij de stille plek in jezelf en aan jezelf hechten, dat is ook een belangrijke, hoe ziet dat eruit aan jezelf hechten? Hoe doe je dat?

Ook de verschillen van links en rechts leren herkennen. Als je veel stilstaat bij jezelf dan merk je ook dat je de ene kant van je lichaam beter voelt dan de andere kant. Om te kijken van welke kant welke kant is warm, welke kant is koud? Nou, dat kun je ook in beeld zetten. In kleuren, in kleuren in beeld zetten. Nou, roept direct al heel veel gevoelens op. Dat leid dan ergens naar toe. Ik snap wel dat ik mijn linker kant goed kan vinden en mijn rechter kant niet goed.”

En grenzen, grenzen aangeven is ook een heel belangrijk onderdeel. Waar ligt jou grens? Dus bijvoorbeeld de oefening met rood. “Nou je begint met blauw te schilderen op de helft van het papier en daar komt en daar komt iemand met rood, komt naar je toe.” Dat geeft al enorme… Ja, dan komt al iemand naar jou grens toe. In hoeverre kan jij je grens aangeven. Nou dan werken we ook met twee aan twee. Dus dan zit je tegenover elkaar en dan schilder je eigenlijk naar elkaar toe. En dan kijk je eerst van ja, gaat die ene over jouw helft heen, of niet? Er is niet een bepaalde helft, maar gewoon te kijken van waar overschrijd jij de grens bij de ander en hoe zit dat eigenlijk en hoe voelt dat eigenlijk bij je? “Herken je dat in je dagelijks leven en alles ook terugvoeren naar dat dagelijkse leven van herken je dat?” Dat is vaak wel heel erg bekend bij mensen. Wat ze doen , dat zijn ze ook echt. Kun je dat dan ook

Page 93: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

93

zeggen? Van: “Hé, je gaat een beetje over mijn grenzen heen. Dat vind ik niet prettig voelen.” Om dat te leren verwoorden ook. Dat is heel erg naar de basis toe. En het ik versterkende ook, het ik versterkende. Nou, ja jezelf in een ruimte plaatsen bijvoorbeeld. Als je een leeg papier heb en je zegt: “Maak eens een cirkel van waar jij bent. Waar ben jij in deze ruimte? En je zet jezelf in de hoek, nou dat is niet in het midden. Dus dat zegt wel wat. Zou je ook naar het midden toe willen?” “Nee, nee, ik mag niet ruimte innemen van mijzelf. Ik ben niks waard.” Dan kom je allemaal daarin eigenlijk, in de waarden ook terecht. Dus in die zin… Kijk ik had dit ook op het bord. Wat zie je? Wat voel je ? Wat spreekt het uit? Dat blijft eigenlijk door de hele therapie heen ook gevraagd worden. Dat is eigenlijk de basis van waar wij elke keer op vertrekken. Dat je echt goed die onderscheid leert maken van wat zie ik, wat voel ik erbij en wat spreekt het uit? En door dat onderscheid te maken, daarin kan alles gebeuren, want dan weet je dat je niet helemaal in onderhevig gaat raken. Maar dat je leert van: “OK dit is wat ik zie, maar is het ook zo?” Dan kun je jezelf bevragen van is het ook zo? Is het zo wat ik zie of is dat mijn negatieve gedachten vanuit mijn opvoeding? Die ik mee heb gekregen. Zou ook kunnen.

Acceptatie van gevoelens: De vraag of dat er mag zijn. “Mag het er zijn?” “Nou, nee, mensen … nou, nee.” “En wat brengt het je als je als je dat iets meer de ruimte zou kunnen geven? En wat zou dat aan je leven kunnen bijdragen? Wat zou dat kunnen veranderen?” Iets in verandering kunnen brengen, dan kom je ook op angst uit. Het gaat er toch heel erg van het er te mogen laten zijn. En kun je het uithouden ermee? Want dan kun je afgewezen worden en dat spreekt ook … “Dan vinden ze me niet meer leuk, en dan vinden ze me niet meer aardig, en dan word ik eigenlijk wie ik ben, maar dan word ik niet geaccepteerd.” Dus er zit eigenlijk heel veel dynamiek in de … heel veel dilemma’s aan eigenlijk. “En hoe ga je er mee om?” Dat is elke keer de vraag, soms is er niet mee om te gaan. Nou, ja, dan … dat mag ook. Dat mag ook. Ik heb geen oordeel, een niet oordelende houding. Dat is wel heel belangrijk. Soms is het krijsen en gillen, ja, ik zeg het maar even. Maar ik heb daar geen oordeel over. En dat maakt, als je er geen oordeel over hebt. Als dat een paar keer gebeurt. Dan zou het wel eens kunnen zijn: “Ik ben niet afgewezen, ik ben er nog steeds, je houd nog steeds van mij. Onvoorwaardelijk. Dus dat kan nog.” Dat zet wel de beweging van: “Nou, misschien zijn er meer mensen die mij niet afwijzen, het zou zo maar eens kunnen.” En dan heel twijfelend kan zo maar de stappen gezet worden. Van die hele kleine… dan stapjes zet. Dat is een kind die zo die kleine stapjes gaat zetten van, mamma gaat me niet afwijzen.

Want dan kom je op die holding/enfindment dan. Dat niet oordelende van ongeacht wat jij doet, ik blijf naast jou staan, ongeacht. Dat kan ook weer defusie op gang brengen, er is niet een lijn op te trekken, maar je hebt dan je eigen grens daarin, natuurlijk. Maar … soms is het gezond om te zeggen van: “Hé, volgens mij is het nu beter dat we dit heel even inkapselen, we moeten het heel even zo laten nu. Is dat goed voor je om dat heel even zo te laten? Maar dat lijkt me gezond op dit moment. En niet helemaal laten uitlopen, OK?” Dat doe je dan in overeenstemming, nou dat is dan ook weer goed, maar dat is natuurlijk bij iedereen verschillend. Maar dat ligt natuurlijk weer heel gevoelig. Want die mensen komen dan in ene met een hele hoop en dan moeten ze weer terug de … Maar het moet wel behapbaar zijn. Daarvoor ben jij ook weer de goede moeder. Die zegt van: “Nou misschien heb jij nu even een grens nodig want dan wordt het veiliger voor je. Dat kan niet in eens dat is een proces. Gewoon dat langzamerhand, naar gaan kijken maar niet in een keer dat is te veel. Dat is niet goed voor je. Ok, nou dan komt het weer tot rust.” Heel erg tot rust brengen, dat is belangrijk. Dat je ook weet wat er loskomt. Dat je ook daarin mag... Maar heeft te maken met die hechting en vertrouwen dat jij dan ook weer mag zeggen, als behandelaar, van:

Page 94: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

94

“Nou, volgens mij is het zo even goed.” En dat mag dan ook. Dat is wel bijzonder. Sommige dingen zeg ik misschien wel dubbel, maar dan wordt er iets aangeraakt. Dat is dan ook wel heel belangrijk… Dat je zelf elke keer weer nieuw moet zijn. Dat laat het ook zien. Je komt de ruimte in en kijkt wat is er nu. Ja, ik heb natuurlijk wel een opdrachtje hier staan, Ik heb twaalf opdrachten. Maar ik heb ook echt van, wat wil het nu. Je zit hier naakt geboren, ook tussen. Dat vraagt wel wat. Dat vraagt een kunnen zijn met wat is. En dat met acht mensen om je heen. Zo kan je zien wat dat betekend, dat is tegelijkertijd heel erg waar ook. Anders ga je opdrachtjes doen, nou, ja dat kan ook. Je kan ook opdrachtjes doen. Maar wat is er nu? Ik bereid eigenlijk zelden iets voor. Ik ga echt vanuit het nu. Ik begin ook met stilstaan bij jezelf, goed de grond voelen, hoe zit ik erbij. Daar begin ik eigenlijk altijd mee. Dan zit je eigenlijk meteen in wat is er nu. “Wat vraagt de aandacht nu? Waar wil licht op geschenen worden? Hoe is het met het hart? Ligt er nog wat op het hart? Is het zwaar? Is het…” Dan kom je op de opdrachten. “Is het hart open is het een beetje dicht, is het heel erg gesloten en welke jaar staat daarbij? Welk jaar kan je daarbij…?” “ Nou, zo;n twintig jaar geleden.” “Wat is er dan gebeurt?”

Welke opdrachten en interventies bied u aan om aan defusie te werken? kijken naar je denken. Het in contact kunnen staan met ervaringen die we van nature willen vermijden is in de beeldende therapie een prachtig middel om uit te werken. Het niet samen vallen met het denken en voelen. Opdracht: Welk hoofdstuk in jou boek is nog nooit gelezen en zou je eens met je medecliënt willen delen non verbaal schilderen van dit hoofdstuk in jou boek, vervolgens de schildering doorgeven aan cliënt die naast je zit. De cliënt die naast je zit schrijft op een vel papier Waarnemingen/ feiten vorm, lijn,kleur/menging/compositie Vervolgens wat er bij gevoeld wordt,tegenstrijdige indrukken worden besproken Welke titel zou deze het boek geven? En hoe is dat voor de maker van het werk in hoeverre verschilt het met het idee van de maker zelf Leren objectief te waarnemen en het signaleren van gekleurde waarnemingen Vragen als herkent de cliënt situaties in zijn dagelijks leven waarin zijn of haar persoonlijke ervaringen de interpretatie van de situatie kleurden? Interventies De therapeut stimuleert terughoudende mensen en confronteert mensen die te weinig rekening met anderen houden Het aanleren om verschillende standpunten te kunnen onderzoeken versterkt het open kijken naar wat is in het moment, het kunnen bewegen zelf niet vastzitten aan oordelen. Welke opdrachten bied u aan om aan het zelf als context (Observerede zelf) te werken? De mogelijkheid aanbieden om naast je denkende en voelende en handelende zelf is er ook een

Page 95: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

95

observerend zelf dat wil zeggen een deel wat altijd constant is en die het denkende voelende en handelende deel kan observeren. Dit wat niet beïnvloedt kan worden door voelen denken en handelen. Het afstand kunnen nemen tussen zelf en probleem cq klacht ligt aan het niet sa,menvallen hiermee. Voorbij de klacht toekomst gericht te kunnen kijken dan komen we op de waarden. Bodyscan, vraag kun je zijn met alle lichaamspijnen op dit moment, welk lichaamsdeel is het moeilijkste om bij stil te staan. Wat heb je nodig om het te kunnen uithouden, welke houding van jezelf wordt gevraagd om het te kunnen uithouden. Dit lichaamsdeel te kunnen schilderen, tekenen, beoefenen van kunnen uithouden met het lichaamsdeel, warmte in kunnen brengen en zachtheid door het aanbrengen van zachte kleuren in het schilderproces. Vraag wat kan het je brengen om meer warmte naar dat deel te kunnen brengen. Waarnemingsoefening voor de groep met vragen als Wat zie je? Rond vierkant alleen vorm bekijken, kleur, ed om het observeren te bevorderen en later te gaan kijken naar hoe voelt het en wat drukt het uit. Vaak is hier in deze driedeling al te zien dat met terughouding van het voelen al waargenomen wordt dat het er helemaal niet zo uitziet als het voelt. Bijvoorbeeld een schilderij van voeten bijvoorbeeld waarin een cliënt bijvoorbeeld beleeft :ik heb geen grond onder de voeten kan door de groep gezien worden als juiste een hele brede grote voet die juist wel bodem onder de voeten heeft. Zo kan de cliënt van het gemaakte werk z.z verrast zien dat het misschien voor zijn of haar gevoel wel zo voelde maar met het observeren van de voet in de realiteit juist eruit ziet als een hele brede grote voet met weldegelijk bodem. Dit kan mogelijkheden bieden en de cliënt kan dan zich opnieuw bijstellen soms van negatieve beperkende oordelen over z.z naar een productieve positieve andere verhouding tot z.z. Waarnemingsoefeningen Werk van kunstenaar bekijken Verschillende standpunten laten klinken in de groep Open manier van kijken stimuleren hoe is het om verschillende observaties naast elkaar te kunnen laten zijn, ook al verschillen ze van elkaar. Doel is Door het naast elkaar te laten mogen bestaan van van verschillende waarnemingen door cliënten verstevigd het de eigenheid het Ik van de persoon. Dwz van de groepsleden. De observaties van het werk van de kunstenaar die je op hebt gedaan in een eigen opdracht verwerken. Dat wil zeggen boetseren naar een beeld. Vraag hebben de observaties die je gedaan hebt aan het schilderij van kunstenaar ook iets met jou te maken? Wat maakt deze opdrachten en interventies geschikt om juist aan deze onderdelen van de hexaflex te werken? Aandachtig kunnen zijn levenswaarden terugvinden toegewijde actie meer zinvolle ervaringen

Page 96: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

96

toename in zin voor het leven. Hoe bied u in een sessie uw opdrachten aan? Het geven van opdrachten die de aandacht richten op het voelen wat er is in het moment van het lichaam het bevragen van lichamelijke sensaties en innerlijke ervaringen contact en bevragen hoe het in de groep ervaren wordt. Typische aspecten van een therapeutische houding in een ACT behandeling? Therapeutische houding en interventie Creatief kunnen zijn bij het begeleiden van de opdrachten kunnen afwijken van een opdracht als het een andere kant op moet gaan dwz in het moment aanwezig kunnen zijn, stil kunnen staan in het moment therapeut past zelf ook de vaardigheden/act toe oordeelsvrije houding van therapeut de therapeut gaat samen op reis met cliënt, de therapeut is net zo goed in beweging en dus ook in proces zelf en met cliënt. De open houding staat hierin voorop. Wat zijn naar uw inzicht voor- en nadelen van het werken met ACT? Voordeel: Stil leren staan wat er in het moment is, de weg van strijden naar liefdevolle acceptatie te komen is een hele lange weg, de oordeels vrije houding daarin is steeds weer mogelijk om te zien wat er is in het moment en of dat er ook mag zijn. Dwz dat je als therapeut een voorbeeld functie hebt en dit ook in je eigen leven moet kunnen toepassen zo wordt deze manier van kijken een echt geleefde houding van de therapeut. De zes basis vaardigheden worden geleerd om flexibel met de onvermijdelijke pijn om te gaan, In het nu kunnen zijn Kijken naar je denken Jezelf open stellen Weten wat er toe doet Doen wat er toe doet Puur bewustzijn Het voordeel is van ACT is dat het helpt om een rijk en zinvol leven te creëren, en tegelijk effectief om te gaan met de pijn en de stress die daarbij horen.

Page 97: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

97

Bijlage 3. Enquête afgenomen bij ouderen die de module reeds hebben afgerond.

Enquête Cliënten die een behandeling (hebben) ondergaan met ACT en beeldende therapie

Naam: (Uw gegevens worden anoniem verwerkt.)

Leeftijd: Geslacht: M/V

Datum van invullen:

Instructie:

U ziet zo meteen een aantal uitspraken die in meerdere of mindere mate op u van toepassing kunnen zijn. Lees die uitspraken zorgvuldig en beantwoord ze door het gekozen antwoord aan te kruisen. Beantwoordt a.u.b alle vragen.

Daarnaast komen er na de stellingen nog eenentwintig open vragen, die naar uw specifieke ervaringen vragen binnen beeldende therapie vanuit een ACT behandeling, neem de tijd om deze te beantwoorden. Licht uw antwoord a.u.b ook toe.

Stelling

1

nooit waar

2

Zelden waar

3

Soms waar

4

Vaak waar

5

(bijna) Altijd waar

1 In beeldende therapie kan ik de gevoelens die bij mij boven komen accepteren.

2 In beeldende therapie heb ik moeite om mijn gevoelens onder controle te houden.

3 Beeldend werken roept gevoelens bij me op die ik moeilijk kan accepteren.

4 Door beeldend werken kan ik mijn gevoelens verbeelden en ze daardoor de ruimte geven om er te mogen zijn.

5 Ik voel niets bij beeldend werken.

6 Door beeldend werken ontdek ik nieuwe gevoelens waarvan ik niet wist dat ik ze had.

7 Tijdens het beeldend werken kan ik mijn gedachten loslaten.

8 Tijdens het beeldend werken wil ik uitwerken wat er in mijn hoofd zit.

9 Tijdens het beeldend werken heb ik last van negatieve gedachten die mijn werken verstoren.

10 Door het beeldend werken komen er veel prettige gedachten bij me boven.

11 Tijdens het beeldend werken kan ik gedachten makkelijker laten komen en gaan dan op andere momenten.

Page 98: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

98

Stelling

1

nooit waar

2

Zelden waar

3

Soms waar

4

Vaak waar

5

(bijna) Altijd waar

12 Tijdens beeldende therapie zijn mijn gedachten meer bepalend voor wat ik doe, dan op andere momenten.

13 Tijdens het beeldend werken ben ik aanwezig in het huidige moment; in het Hier en Nu.

14 In beeldende therapie ervaar ik goed wat er om mij heen gebeurt.

15 Tijdens beeldende therapie ben ik alleen maar bezig met wat er op dat moment gebeurt.

16 Tijdens beeldende therapie ben ik overal met mijn gedachten behalve bij wat ik op dat moment aan het doen ben.

17 Tijdens het beeldend werken dwalen mijn gedachten snel af.

18 In beeldende therapie kan ik naar mijn eigen werk kijken zonder daar een oordeel over te hebben.

19 Als ik naar mijn eigen werk kijk in beeldende therapie dan zie ik alleen maar onvermogen en mislukkingen.

20 Als ik naar mijn eigen werk kijk in beeldende therapie dan zie ik dat het echt heel goed is. Hier zou ik iets mee moeten doen.

21 Doordat ik in beeldende therapie mijn gedachten en gevoelens kan verbeelden wordt het makkelijker om ze van een afstandje te bekijken. Zo leer ik dat ik niet altijd meer ben wat ik denk of voel.

22 In beeldende therapie ervaar ik zo veel gedachten en gevoelens dat ik er in verstrikt raak en er juist niet meer van een afstandje naar kan kijken.

19 Door beeldende therapie heb ik meer inzicht gekregen in mijn gevoelens.

24 Door beeldende therapie heb ik mijn gevoelens meer ruimte kunnen geven.

25 Door beeldende therapie ben ik wel meer gaan voelen, maar dit is zo erg dat het mij niet helpt, maar dat ik me juist steeds meer ga verzetten tegen deze gevoelens.

26 Ik voel niks in beeldende therapie, het doet me niks.

27 Door beeldende therapie wordt mij duidelijk op welke manier mijn denken bepaalt wat ik ga doen.

28 Door beeldende therapie worden mijn gedachten wel duidelijker maar laat ik me er ook meer door leiden.

29 Door beeldende therapie snap ik wat er wordt bedoeld met aanwezig zijn in het hier en nu.

30 Door beeldende therapie ben ik beter in staat om naar mijzelf en mijn problemen te kijken.

Page 99: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

99

Welke gebieden zijn bij u geraakt door beeldende therapie? (U kunt met ja of nee

antwoorden)

Ja

Nee

31 Mijn eigen gevoelens te accepteren, en emoties toe te laten.

32 Los te komen van mijn gedachten, mij hier niet langer automatisch door te laten leiden.

33 Aanwezig te zijn in het huidige moment. In het Hier en Nu

34 Me meer bewust te zijn van het stukje in mij dat alleen maar kan kijken.

Open vragen (Licht hierbij uw antwoord a.u.b. toe)

35 Wat vindt u van de Acceptatie en Commitment Therapie (ACT) behandeling? Kunt u dat uitleggen?

A:

36 Wat vindt u prettig aan de ACT behandeling? Kunt u dat uitleggen?

A:

37 Wat vindt u moeilijk aan de ACT behandeling? Kunt u dat uitleggen?

A:

38 Wat vindt u van beeldende therapie binnen de ACT behandeling? Kunt u dit toelichten?

A:

Page 100: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

100

39 Aan welke onderdelen van de ACT hexaflex heeft u binnen beeldende therapie het meeste gewerkt? Kunt u dit uitleggen?

A:

40 Op welke manier heeft beeldende therapie u geholpen om in het hier en nu aanwezig te blijven? Kunt u dit uitleggen?

A:

41 Op welke momenten in de beeldende therapie was het juist moeilijk om in het hier en nu aanwezig te blijven? Waarom was het juist op die momenten zo moeilijk?

A:

42 Was er een specifieke beeldende opdracht die u heeft geholpen om beter in het hier en nu te blijven? Welke was dat en waarom heeft deze opdracht u juist geholpen?

A:

43 Bij welke beeldende opdracht was het juist heel moeilijk om in het hier en nu aanwezig te blijven? Waarom was dat zo moeilijk bij deze opdracht?

A:

44 Op welke manier heeft beeldende therapie u geholpen om tot acceptatie van uw gevoelens te komen? Kunt u dit uitleggen?

A:

Page 101: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

101

45 Op welke momenten in de beeldende therapie was het juist moeilijk om uw gevoelens te accepteren? Waarom was het juist op die momenten zo moeilijk?

A:

46 Was er een specifieke beeldende opdracht die u heeft geholpen om uw gevoelens te accepteren? Welke was dat en waarom heeft deze opdracht u juist geholpen?

A:

47 Bij welke beeldende opdracht was het juist heel moeilijk om uw gevoelens te accepteren? Waarom was dat zo moeilijk bij deze opdracht?

A:

48 Op welke manier heeft beeldende therapie u geholpen om uw gedachten meer los te laten (defusie)? Kunt u dit uitleggen?

A:

49 Op welke momenten in de beeldende therapie was het juist moeilijk om uw gedachten los te laten (tot defusie te komen)? Waarom was het juist op die momenten zo moeilijk?

A:

50 Welke opdracht tijdens beeldende therapie heeft u geholpen om uw gedachten te zien als gedachten (Defusie)? En waarom heeft deze opdracht u geholpen, ligt uw antwoordt toe?

A:

Page 102: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

102

51 Bij welke beeldende opdracht was het juist heel moeilijk om los te komen uit uw gedachten (tot defusie te komen)? Waarom was dat zo moeilijk bij deze opdracht?

A:

52 Op welke manier heeft beeldende therapie u geholpen om beter te leren kijken naar uzelf (observerende zelf/ zelf als context)? Kunt u dit uitleggen?

A:

53 Op welke momenten in de beeldende therapie was het juist moeilijk om op een andere manier naar uzelf te leren kijken (om tot het observerende zelf/zelf als context te komen)? Waarom was het juist op die momenten zo moeilijk?

A:

54 Welke opdracht tijdens beeldende therapie heeft u geholpen om naar uzelf te leren kijken zonder daar een oordeel over te hebben (Het observerende zelf/ zelf als context)? En waarom heeft deze opdracht u geholpen, licht uw antwoordt toe?

A:

55 Bij welke beeldende opdracht was het juist heel moeilijk om op een oordeelvrije manier naar uzelf te kijken (Observerende zelf/zelf als context)? Waarom was dat zo moeilijk bij deze opdracht?

A:

56 Zijn er nog aan of opmerkingen over beeldende therapie die u nog niet kwijt heeft gekund in deze enquête dan kunt u die hier nog toevoegen.

A:

Hartelijk dank voor uw medewerking.

Page 103: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

103

Bijlage 4. Enquête afgenomen bij cliënten van het behandelhuis die nog deelnemen aan de behandeling.

Enquête Cliënten die een behandeling ondergaan met ACT en beeldende therapie

Naam: (Uw gegevens worden anoniem verwerkt.)

Leeftijd: Geslacht: M/V

Datum van invullen:

Instructie:

U ziet zo meteen een aantal uitspraken die in meerdere of mindere mate op u van toepassing kunnen zijn. Lees die uitspraken zorgvuldig en beantwoord ze door het gekozen antwoord aan te kruisen. Beantwoordt a.u.b alle vragen.

Daarnaast komen er na de stellingen nog tien open vragen, die naar uw specifieke ervaringen vragen binnen beeldende therapie vanuit een ACT behandeling, neem de tijd om deze te beantwoorden. Licht uw antwoord a.u.b ook toe.

Stelling

1

nooit waar

2

Zelden waar

3

Soms waar

4

Vaak waar

5

(bijna) Altijd waar

1 In beeldende therapie kan ik de gevoelens die bij mij boven komen accepteren.

2 In beeldende therapie heb ik moeite om mijn gevoelens onder controle te houden.

3 Beeldend werken roept gevoelens bij me op die ik moeilijk kan accepteren.

4 Door beeldend werken kan ik mijn gevoelens verbeelden en ze daardoor de ruimte geven om er te mogen zijn.

5 Ik voel niets bij beeldend werken.

6 Door beeldend werken ontdek ik nieuwe gevoelens waarvan ik niet wist dat ik ze had.

7 Tijdens het beeldend werken laat ik mijn gedachten los.

6 Tijdens het beeldend werken wil ik uitwerken wat er in mijn hoofd zit.

9 Tijdens het beeldend werken heb ik last van belemmerende gedachten die mijn werken verstoren.

10 Door het beeldend werken komen er veel gedachten bij me boven.

11 Tijdens het beeldend werken kan ik gedachten makkelijker laten komen en gaan dan op andere momenten.

12 Tijdens beeldende therapie zijn mijn gedachten meer bepalend voor wat ik doe, dan op andere momenten.

13 Tijdens het beeldend werken ben ik aanwezig in het huidige moment; in het Hier en Nu.

Page 104: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

104

Stelling

1

nooit waar

2

Zelden waar

3

Soms waar

4

Vaak waar

5

(bijna) Altijd waar

14 In beeldende therapie ervaar ik goed wat er om mij heen gebeurt.

15 Tijdens beeldende therapie ben ik alleen maar bezig met wat er op dat moment gebeurt.

16 Tijdens beeldende therapie ben ik overal met mijn gedachten behalve bij wat ik op dat moment aan het doen ben.

17 Tijdens het beeldend werken dwalen mijn gedachten snel af.

18 In beeldende therapie kan ik naar mijn eigen werk kijken, met een oordeelvrije houding.

19 Als ik naar mijn eigen werk kijk in beeldende therapie dan zie ik alleen maar onvermogen en mislukkingen.

20 Als ik naar mijn eigen werk kijk in beeldende therapie dan zie ik dat het echt heel goed is.

21 In beeldende therapie ervaar ik zo veel gedachten en gevoelens dat ik er in verstrikt raak en er juist niet meer van een afstandje naar kan kijken.

22 Door beeldende therapie heb ik meer inzicht gekregen in mijn gevoelens.

23 Door beeldende therapie heb ik mijn gevoelens meer ruimte kunnen geven.

24 Ik voel niks in beeldende therapie.

25 Door beeldende therapie wordt mij duidelijk op welke manier mijn denken bepaalt wat ik ga doen.

26 Door beeldende therapie worden mijn gedachten wel duidelijker maar laat ik me er ook meer door leiden.

27 Door beeldende therapie snap ik wat er wordt bedoeld met aanwezig zijn in het hier en nu.

28 Door beeldende therapie ben ik beter in staat om naar mijzelf en mijn problemen te kijken.

29 Ik heb veel aan de behandeling volgens de Acceptatie en Commitment Therapie (ACT) methode.

30 Ik vind beeldende therapie een goede toevoeging naast gesprekstherapieën.

Page 105: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

105

Open vragen (Licht hierbij uw antwoord a.u.b. toe)

31 Wat vindt u prettig en/of moeilijk aan de ACT behandeling? Kunt u dat uitleggen?

A:

32 Op welke manier heeft beeldende therapie u geholpen of vindt u het moeilijk om in het hier en nu aanwezig te blijven? Kunt u dit uitleggen?

A:

33 Was er een specifieke beeldende opdracht die u heeft geholpen om beter in het hier en nu te blijven? Bij welke opdracht was het juist moeilijk om in het hier en nu aanwezig te blijven? Welke waren dat en waarom?

A:

34 Op welke manier heeft beeldende therapie u geholpen om tot acceptatie van uw gevoelens te komen? En op welke momenten in de beeldende therapie was het juist moeilijk om uw gevoelens te accepteren? Kunt u dit uitleggen?

A:

35 Was er een specifieke beeldende opdracht die u heeft geholpen om uw gevoelens te accepteren? Bij welke beeldende opdracht was het juist heel moeilijk om uw gevoelens te accepteren? Welke waren dat en waarom heeft deze opdracht u juist geholpen of was het moeilijk?

A:

36 Op welke manier heeft beeldende therapie u geholpen om uw gedachten meer los te laten (defusie)? En op welke momenten in de beeldende therapie was het juist moeilijk om uw gedachten los te laten (tot defusie te komen)? Kunt u dit uitleggen?

A:

Page 106: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

106

37 Welke opdracht tijdens beeldende therapie heeft u geholpen om uw gedachten te zien als gedachten (Defusie)? En bij welke beeldende opdracht was het juist heel moeilijk om los te komen uit uw gedachten (tot defusie te komen)?En waarom heeft deze opdracht u geholpen of was het juist moeilijk, ligt uw antwoordt toe?

A:

38 Op welke manier heeft beeldende therapie u geholpen om beter te leren kijken naar uzelf (observerende zelf/ zelf als context)? En op welke momenten in de beeldende therapie was het juist moeilijk om op een andere manier naar uzelf te leren kijken (om tot het observerende zelf/zelf als context te komen)? Kunt u dit uitleggen?

A:

39 Welke opdracht tijdens beeldende therapie heeft u geholpen om naar uzelf te leren kijken zonder daar een oordeel over te hebben (Het observerende zelf/ zelf als context)? En bij welke beeldende opdracht was het juist heel moeilijk om op een oordeelvrije manier naar uzelf te kijken (Observerende zelf/zelf als context)? En waarom heeft deze opdracht u geholpen of was het moeilijk, licht uw antwoordt toe?

A:

40 Zijn er nog aan of opmerkingen over beeldende therapie die u nog niet kwijt heeft gekund in deze enquête dan kunt u die hier nog toevoegen.

A:

Hartelijk dank voor uw medewerking.

Page 107: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

107

Bijlage 5. Resultaten van de stellingen uit de enquêtes in diagrammen

Doordat ik de enquête voor de cliënten die de behandeling reeds hebben afgerond al had verspreid voordat ik de laatste feedback had ontvangen, zijn er wat verschillen in de twee versies opgetreden. Aanpassingen: Versie 1.0 van de enquête is ingevuld door de mensen die de behandeling reeds hebben afgerond. Versie 1.1 is ingevuld door de mensen die nog in behandeling zijn. Concrete veranderingen van versie 1.0 naar 1.1 zijn: vraag 21 vervalt, vraag 22-> 21, vraag 23-> 22, vraag 24-> 23, vraag 25 vervalt, vraag 26-> 24, vraag 27-> 25, vraag 28 -> 26, vraag 29 -> 27, vraag 30-> 28. Vragen 29 en 30 van 1.1 zijn nieuw en worden in deze diagrammen vragen 31 en 32. In de diagrammen hieronder zijn de resultaten van de vragen die aan beide groepen zijn gesteld, in een diagram gezet en wordt de vragen door genummerd zoals in de eerste versie vermeld is.

Vraag 1

In beeldende therapie kan ik de gevoelens die bij me boven

komen accepteren

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 2

In beeldende therapie heb ik moeite om mijn gevoelens

onder controle te houden.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Page 108: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

108

Vraag 3

Beeldend werken roept gevoelens bij me op die ik moeilijk

kan accepteren.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 4

Door beeldend werken kan ik mijn gevoelens verbeelden

en ze daardoor de ruimte geven om er te mogen zijn.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 5

Ik voel niets bij beeldend werken.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Page 109: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

109

Vraag 6

Door beeldend werken ontdek ik nieuwe gevoelens waarvan ik

niet wist dat ik ze had.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 7

Tijdens het beeldend werken kan ik mijn gedachten loslaten.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 8

Tijdens het beeldend werken wil ik uitwerken wat er in mijn

hoofd zit.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Page 110: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

110

Vraag 9

Tijdens het beeldend werken heb ik last van negatieve

gedachten die mijn werken verstoren.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 10

Door beeldend werken komen er veel gedachten bij me

boven

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 11

Tijdens het beeldend werken kan ik gedachten makkelijker laten

komen en gaan dan op andere momenten.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Page 111: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

111

Vraag 12

Tijdens beeldende therapie zijn mijn gedachten meer

bepalend voor wat ik doe, dan op andere momenten.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 13

Tijdens het beeldend werken ben ik aanwezig in het huidige

moment; in het Hier en Nu.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 14

In beeldende therapie ervaar ik goed wat er om mij heen

gebeurt.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

bezig met wat er op dat moment gebeurt.

Page 112: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

112

Vraag 15

Tijdens beeldende therapie ben ik alleen maar bezig met

wat er op dat moment gebeurt.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 16

Tijdens beeldende therapie ben ik overal met mijn gedachten

behalve bij wat ik op dat moment aan het doen ben.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 17

Tijdens het beeldend werken dwalen mijn gedachten snel

af.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Page 113: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

113

Vraag 18

In beeldende therapie kan ik naar mijn eigen werk kijken

zonder daar een oordeel over te hebben.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 19

Als ik naar mijn eigen werk kijk in beeldende therapie dan

zie ik alleen maar onvermogen en mislukkingen.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 20

Als ik naar mijn eigen werk kijk in beeldende therapie dan

zie ik dat het echt heel goed is.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Page 114: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

114

Vraag 21

Doordat ik in beeldende therapie mijn gedachten en gevoelens

kan verbeelden wordt het makkelijker om ze van een afstandje

te bekijken. Zo leer ik dat ik niet altijd meer ben wat ik denk of

voel.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 22

In beeldende therapie ervaar ik zo veel gedachten en

gevoelens dat ik er in verstrikt raak en er juist niet meer van

een afstandje naar kan kijken.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 23

Door beeldende therapie heb ik meer inzicht gekregen in

mijn gevoelens.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Page 115: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

115

Vraag 24

Door beeldende therapie heb ik mijn gevoelens meer

ruimte kunnen geven.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 25

Door beeldende therapie ben ik wel meer gaan voelen,

maar dit is zo erg dat het mij niet helpt, maar dat ik me juist

steeds meer ga verzetten tegen deze gevoelens.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 26

Ik voel niks in beeldende therapie, het doet me niks.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Page 116: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

116

Vraag 27

Door beeldende therapie wordt mij duidelijk op welke

manier mijn denken bepaalt wat ik ga doen.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 28

Door beeldende therapie worden mijn gedachten wel

duidelijker maar laat ik me er ook meer door leiden.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 29

Door beeldende therapie snap ik wat er wordt bedoeld met

aanwezig zijn in het hier en nu.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Page 117: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

117

Vraag 30

Door beeldende therapie ben ik beter in staat om naar

mijzelf en mijn problemen te kijken.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 31

Ik heb veel aan de behandeling volgens de Acceptatie en

Commitment Therapie (ACT) methode.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Vraag 32

Ik vind beeldende therapie een goede toevoeging naast

gesprekstherapieën.

0

1

2

3

4

5

6

7

nooit waar zelden waar soms waar vaak waar altijd waar

Aan

tal

Totaal Behandeling afgerond Behandeling loopt

Page 118: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

118

Bijlage 6. Tabel van antwoorden op open vragen uit de enquête .

0

1

2

3

4

5

6

7

De interactie tussen

mij en de groep is

veranderd

Een goede

aanvulling om tot

ontdekkingen te

komen,

Het levert

ontspanning op

Confronterend, kan

perfectionisme niet

loslaten.

toegevoegde waarden van beeldende therapie

0

1

2

3

4

5

6

7

Verhelderend,

ik ontdek dingen

die ik nog niet

w ist, positief

Ontspannend

gedeelte van de

behandeling,

positief

Omgang met

teleurstellingen

verbeterd, niet

alles hoeft meer

perfect, positief

Moeilijk om

dingen te

verbeelden,

negatief

confronterend,

zal er in de

toekomst veel

aan hebben,

positief

Waardering voor beeldende therapie

0

1

2

3

4

5

6

7

De theorie van ACT is vaak

onduidelijk, en ook hoe die

beeldend w ordt toegepast.

Meer aandacht voor

persoonlijke mogelijkheden

en problemen

Groepsopdrachten inperken

en vrij w erken meer

structureren

Behoefte met betrekking tot beeldende therapie

Page 119: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

119

0

1

2

3

4

5

6

7

Waardencompas De rugzak Roos kleien, klei

meditatie

Thema samen

tekenen

De Bus

Helpende opdrachten voor aanwezig zijn in het hier en Nu

0

1

2

3

4

5

6

7

Gevoelens in

het hier en nu

aangeven ->

w isselend.

Monster Strip De Bus vrij w erken

Moeilijke opdrachten voor aanwezig zijn in het hier en Nu

Page 120: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

120

0

1

2

3

4

5

6

7

Monster Aandachtsgericht/ Mandala

tekenen

rugzak

Helpende opdrachten voor Acceptatie van gevoelens

0

1

2

3

4

5

6

7

Monste

r

Rugzak

Vrij w

erk

en

Situ

atie

Kle

ien e

n d

aar

een

vera

ndering/v

erb

ete

ring

in a

anbre

ngen

De B

us

Gele

ide fanta

sie

Moeilijke opdrachten voor Acceptatie van gevoelens

Page 121: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

121

0

1

2

3

4

5

6

7

De Bus Monster

Helpende opdrachten bij Cognitieve Defusie

0

1

2

3

4

5

6

7

Rugzak Monster Groepsopdrachten

Moeilijke opdrachten voor Cognitieve Defusie

Page 122: ACcepTeren in beeldende therapie - Verbeeldend Kindverbeeldendkind.nl/wp-content/uploads/Aafke... · 4.3. De plaats en/of functie van beeldende therapie in de ACT behandeling 20 4.4.

122

0

1

2

3

4

5

6

7

Mon

ster

Waar

denc

ompas

zwar

t/wit sc

heur

opdra

cht

De B

us

Stri

pverh

aal

Sam

enwer

king

sopd

rach

ten

Helpende opdrachten voor het Zelf als Context

0

1

2

3

4

5

6

7

Rugz

ak

Mon

ster

Waar

denc

ompas

De B

us

geleide

fantasi

e

Roos

kleien,

klei m

edita

tie

Moeilijke opdrachten voor het Zelf als Context