Aanvraag van de erkenning als LDC (DOC)  · Web view2020. 7. 14. · Een nieuw erkende dienst voor...

32
Aanvraag van de erkenning als dienst voor gezinszorg ZG/WEL/TZ-GZ01- 200630 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// /////////////////////////////////////////////////////// Afdeling Woonzorg en Eerste Lijn Koning Albert II-laan 35 bus 33, 1030 BRUSSEL T 02 553 35 09 [email protected] www.zorg-en-gezondheid.be In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum dossiernummer Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier kunt u een erkenning als dienst voor gezinszorg aanvragen. Dit formulier is gebaseerd op de volgende regelgeving: - het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019; - het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers; - het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers en bijlage 2 bij dat besluit. Wie vult dit formulier in? Een vertegenwoordiger van de initiatiefnemer die de dienst voor gezinszorg zal uitbaten, vult dit formulier in. Algemene erkenningsvoorwaarden Gegevens van de initiatiefnemer 1 Vul de gegevens van de initiatiefnemer in. Bij naam vermeldt u de naam van de rechtspersoon zoals die is opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen. Als de rechtspersoon verplicht is om statuten te hebben, voegt u bij dit formulier een kopie van de gecoördineerde versie van die statuten. Dat is een versie van de statuten waarin alle latere wijzigingen geïntegreerd zijn. naam ondernemingsnummer . . straat en nummer postnummer en gemeente 2 Kruis aan door welke instantie of in welke hoedanigheid de dienst voor gezinszorg is opgericht. een privaatrechtelijke vereniging met rechtspersoonlijkheid die rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel mag uitkeren of bezorgen, behalve voor het belangeloze doel dat in de statuten bepaald is een gemeentebestuur een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn

Transcript of Aanvraag van de erkenning als LDC (DOC)  · Web view2020. 7. 14. · Een nieuw erkende dienst voor...

Aanvraag van de erkenning als LDC (DOC)

Aanvraag van de erkenning als dienst voor gezinszorg

ZG/WEL/TZ-GZ01-200630

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Afdeling Woonzorg en Eerste Lijn

Koning Albert II-laan 35 bus 33, 1030 BRUSSEL

T 02 553 35 09

[email protected]

www.zorg-en-gezondheid.be

In te vullen door de behandelende afdeling

ontvangstdatum

dossiernummer

Waarvoor dient dit formulier?

Met dit formulier kunt u een erkenning als dienst voor gezinszorg aanvragen.

Dit formulier is gebaseerd op de volgende regelgeving:

· het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019;

· het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers;

· het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers en bijlage 2 bij dat besluit.

Wie vult dit formulier in?

Een vertegenwoordiger van de initiatiefnemer die de dienst voor gezinszorg zal uitbaten, vult dit formulier in.

Algemene erkenningsvoorwaarden

Gegevens van de initiatiefnemer

1

Vul de gegevens van de initiatiefnemer in.

Bij naam vermeldt u de naam van de rechtspersoon zoals die is opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Als de rechtspersoon verplicht is om statuten te hebben, voegt u bij dit formulier een kopie van de gecoördineerde versie van die statuten. Dat is een versie van de statuten waarin alle latere wijzigingen geïntegreerd zijn.

naam

     

ondernemingsnummer

    

.

   

.

   

straat en nummer

     

postnummer en gemeente

     

2

Kruis aan door welke instantie of in welke hoedanigheid de dienst voor gezinszorg is opgericht.

|_|

een privaatrechtelijke vereniging met rechtspersoonlijkheid die rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel mag uitkeren of bezorgen, behalve voor het belangeloze doel dat in de statuten bepaald is

|_|

een gemeentebestuur

|_|

een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn

|_|

de Vlaamse Gemeenschapscommissie

|_|

een publiekrechtelijke vereniging

|_|

een vereniging van publiek recht die onderworpen is aan deel 3, titel 4, hoofdstuk 2, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

|_|

een ziekenfonds

|_|

een vennootschap met rechtspersoonlijkheid en sociaal oogmerk

3

Vul de gegevens van de contactpersoon voor deze aanvraag in.

voor- en achternaam

     

functie

     

telefoonnummer

     

e-mailadres

     

Gegevens van de dienst voor gezinszorg

4

Vul de gegevens van de dienst voor gezinszorg in.

naam

     

straat en nummer

     

postnummer en gemeente

     

telefoonnummer

     

e-mailadres

     

5

Heeft uw voorziening op dit ogenblik al een vergelijkbare werking uitgebouwd als een dienst voor gezinszorg?

|_|

ja, sinds

dag

  

maand

  

jaar

    

|_|

nee

6

Valt de dienst voor gezinszorg onder een paritair comité?

|_|

ja. Geef het nummer van het paritair comité.

     

|_|

nee

Omschrijving van het werkingsgebied

7

Binnen welke regionale steden wilt u de activiteiten van de dienst voor gezinszorg aanbieden?

Een regionale stad wordt gedefinieerd in de bijlage bij het decreet van 23 mei 2003 betreffende de indeling in zorgregio's en betreffende de samenwerking en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen. Een overzicht van de steden en de gemeenten die onder de regionale steden vallen, vindt u op de website van Zorg en Gezondheid: https://www.zorg-en-gezondheid.be/zorgregiodecreet.

     

8

Hoe verdeelt u het subsidiabele urencontingent gezinszorg over de regionale steden?

Een nieuw erkende dienst voor gezinszorg krijgt in zijn eerste werkingsjaar een subsidiabel urencontingent gezinszorg van 15.390 uren. Die 15.390 uren moet u spreiden over de regionale steden waarin u werkt. Als u in één regionale stad werkt, kent u aan die regionale stad 15.390 uren toe. Voor elke regionale stad waarin u als erkende dienst voor gezinszorg werkt, bedraagt het subsidiabele urencontingent gezinszorg minstens 1539 uren. U rondt af tot op de eenheid. De som van alle uren moet 15.390 uren zijn.

regionale steden

aantal uren

Aalst

     

uren

Antwerpen

     

uren

Brugge

     

uren

Brussel

     

uren

Genk

     

uren

Gent

     

uren

Hasselt

     

uren

Kortrijk

     

uren

Leuven

     

uren

Mechelen

     

uren

Oostende

     

uren

Roeselare

     

uren

Sint-Niklaas

     

uren

Turnhout

     

uren

Brussel-Hoofdstad

     

uren

Gegevens van de medewerkers van de dienst voor gezinszorg

9

Vul de voor- en achternaam, de contactgegevens en de kwalificatie van de directeur of coördinator van de dienst voor gezinszorg in.

voor- en achternaam

     

kwalificatie

     

telefoonnummer

     

e-mailadres

     

10

Vul een geanonimiseerde lijst van alle personeelsleden in, met vermelding van hun wekelijkse arbeidsduur en kwalificatie.

Orden de gegevens per functie. Als medewerkers langdurig afwezig zijn, schrijft u 'LA' vóór 'uren/week' in de rechterkolom.

functie

kwalificatie

arbeidsduur

     

     

     

uren/week

     

     

     

uren/week

     

     

     

uren/week

     

     

     

uren/week

     

     

     

uren/week

     

     

     

uren/week

     

     

     

uren/week

     

     

     

uren/week

     

     

     

uren/week

     

     

     

uren/week

     

     

     

uren/week

Algemene bepalingen

11

In deze rubriek wordt nagegaan of de dienst voor gezinszorg voldoet aan de algemene bepalingen en de doelstellingen en opdrachten die bepaald zijn in het Woonzorgdecreet.

12

Neemt de dienst voor gezinszorg de gebruikersgerichte en organisatorische werkingsprincipes in acht, zoals die zijn vastgesteld in artikel 4 van het Woonzorgdecreet?

|_|

ja

|_|

nee

13

Biedt de dienst voor gezinszorg aan gebruikers met een zorg- en ondersteuningsvraag aan huis of buitenshuis individuele of collectieve gezinszorg die er specifiek op gericht is de gebruiker en zijn mantelzorger te ondersteunen en te handhaven in zijn natuurlijke thuismilieu?

|_|

ja

|_|

nee

14

Biedt de dienst voor gezinszorg de volgende zorg en ondersteuning aan?

Het gaat om:

1° persoonsverzorging;

2° huishoudelijke hulp;

3° schoonmaakhulp, al dan niet op basis van een samenwerkingsverband met een andere dienst voor gezinszorg of een lokalediensteneconomieonderneming als vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale diensteneconomie;

4° algemene psychosociale en (ped)agogische ondersteuning die samenhangt met de geboden gezinszorg, vermeld in punt 1° tot en met 3°;

5° in functie van de geboden gezinszorg, vermeld in punt 1° tot en met 4°: de ondersteuning en versterking van gebruikers en hun informele zorg- en ondersteuningsnetwerk bij het opnemen van de eigen zorgregie, het bepalen en opvolgen van zorg-, ondersteunings- en ontwikkelingsdoelen in het zorg- en ondersteuningsplan op aangeven van en in samenspraak met de gebruiker, en het coördineren van de integrale en geïntegreerde zorg en ondersteuning op verzoek van de gebruiker.

Onder schoonmaakhulp wordt verstaan: het aanbieden van activiteiten die tot doel hebben de woning van de gebruiker te reinigen en er de hygiëne te bevorderen.

|_|

ja

|_|

nee

15

Biedt de dienst voor gezinszorg optioneel karweihulp en oppashulp aan, al dan niet op basis van een samenwerkingsverband met andere thuiszorgvoorzieningen of een lokalediensteneconomieonderneming als vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale diensteneconomie?

Onder karweihulp wordt verstaan: kleinere technische handelingen die toelaten dat de nodige zorg en ondersteuning verleend kan worden binnen een aangepaste en veilige woonomgeving, die erop gericht zijn het welzijn van de gebruiker te verbeteren, en die passen in de realisatie van de beoogde zorg- en ondersteuningsdoelen.

|_|

ja, alleen karweihulp

|_|

ja, alleen oppashulp

|_|

ja, karweihulp en oppashulp

|_|

nee

16

Evalueert en objectiveert de dienst voor gezinszorg het zelfzorgvermogen van de gebruiker krachtens artikel 82 van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming in functie van de toekenning van zorgbudgetten?

|_|

ja

|_|

nee

Specifieke bepalingen over de bestuurlijke weerbaarheid en transparantie

17

In deze rubriek wordt nagegaan of de dienst voor gezinszorg voldoet aan de specifieke bepalingen over de bestuurlijke weerbaarheid en transparantie.

18

Kruis aan tot welke categorie u als initiatiefnemer behoort.

1. Onder consortium wordt het volgende verstaan:

a) bij vennootschappen naar Belgisch of buitenlands recht: een consortium als vermeld in artikel 10 van het Wetboek van Vennootschappen;

b) bij vzw's, stichtingen of verenigingen naar buitenlands recht met rechtspersoonlijkheid die rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel mogen uitkeren of bezorgen, behalve voor het belangeloze doel dat in de statuten bepaald is: vzw's, stichtingen of verenigingen naar buitenlands recht met rechtspersoonlijkheid die rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel mogen uitkeren of bezorgen, behalve voor het belangeloze doel dat in de statuten bepaald is, en die onder centrale leiding staan.

De rechtspersoon wordt onweerlegbaar vermoed onder centrale leiding te staan in de volgende gevallen:

a) de centrale leiding vloeit voort uit overeenkomsten die tussen rechtspersonen gesloten zijn, of uit statutaire bepalingen;

b) haar bestuursorganen bestaan voor het merendeel uit dezelfde personen.

De rechtspersoon wordt na tegenbewijs vermoed onder centrale leiding te staan als de meerderheid van de aandeelhouders of bezitters van stemrechten dezelfde personen zijn.

2. Onder gemengd consortium wordt het volgende verstaan: vzw's, stichtingen of vennootschappen of varianten naar buitenlands recht die onder centrale leiding staan. Om te bepalen of de rechtspersoon onweerlegbaar dan wel na tegenbewijs vermoed wordt onder centrale leiding te staan, gelden dezelfde criteria als bij punt 1.

3. Onder controlebevoegdheid wordt het volgende verstaan: de bevoegdheid in rechte of in feite om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van bestuurders of op de oriëntatie van het beleid.

De controle is in rechte en wordt in de volgende gevallen onweerlegbaar vermoed:

a) ze vloeit voort uit het bezit van de meerderheid van de stemrechten van de betrokken rechtspersonen;

b) een lid heeft het recht om de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders te benoemen of te ontslaan;

c) een lid beschikt over de controlebevoegdheid krachtens de statuten van de betrokken rechtspersoon of krachtens overeenkomsten die met die rechtspersoon gesloten zijn;

d) een lid beschikt over de meerderheid van de stemrechten die verbonden zijn aan die rechtspersoon, op grond van een overeenkomst met andere leden van de betrokken rechtspersoon;

e) bij gezamenlijke controle.

De controle is in feite als ze voortvloeit uit andere factoren dan de factoren die hierboven vermeld zijn. Een lid wordt, behalve na bewijs van het tegendeel, vermoed over een controle in feite te beschikken op een rechtspersoon als hij op de voorlaatste en laatste algemene vergadering (of bij een stichting: het bestuursorgaan) van die rechtspersoon stemrechten heeft uitgeoefend die de meerderheid vertegenwoordigen van de stemrechten die op die algemene vergaderingen aanwezig waren.

|_|

vennootschap naar Belgisch of buitenlands recht, vzw, stichting of vereniging naar buitenlands recht met rechtspersoonlijkheid die rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel mag uitkeren of bezorgen, behalve voor het belangeloze doel dat in de statuten bepaald is, met een jaargemiddelde van minstens 100 werknemers, bepaald overeenkomstig artikel 15, §5, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen

|_|

vennootschap die behoort tot een consortium of tot een met andere rechtspersonen gemengd consortium

|_|

vennootschap die een verbonden of een geassocieerde vennootschap is als vermeld in artikel 11 en 12 van het Wetboek van Vennootschappen

|_|

vzw, stichting of vereniging naar buitenlands recht met rechtspersoonlijkheid die rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel mag uitkeren of bezorgen, behalve voor het belangeloze doel dat in de statuten bepaald is, en die tot een consortium behoort

|_|

vzw, stichting of vereniging naar buitenlands recht met rechtspersoonlijkheid die rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel mag uitkeren of bezorgen, behalve voor het belangeloze doel dat in de statuten bepaald is, waarover een controlebevoegdheid wordt uitgeoefend of die zelf een controlebevoegdheid uitoefent

|_|

geen van de bovenstaande categorieën

a

19

Voeg bij dit formulier een administratief basisdossier dat de volgende gegevens bevat:

1) de voorgenomen activiteiten;

2) de organisatiestructuur;

3) de feitelijke leiding;

4) de verwantschappen en nauwe banden met andere personen;

5) een code voor goed bestuur.

De code voor goed bestuur is afgestemd op de aard, de grootte en de eigenheid van de initiatiefnemer en bevat minstens de volgende informatie:

1) de missie en de visie;

2) duidelijke bepalingen over bevoegdheden, taakafbakening, rechten en plichten, voorwaarden, samenstelling van de algemene vergadering, raad van bestuur, adviserende comités, directie en andere organen;

3) maatregelen rond transparantie van de structuur, de kwaliteit en het prijsbeleid;

4) de wijze waarop stakeholders betrokken worden.

20

Staan het administratief basisdossier en een gebruikersvriendelijke samenvatting van de code voor goed bestuur op de website van de dienst voor gezinszorg?

U houdt het administratief basisdossier actueel. De Vlaamse Regering kan het op elk moment opvragen. Het onderdeel van het administratief basisdossier met gegevens over de voorgenomen activiteiten, de organisatiestructuur en de feitelijke leiding moet openbaar raadpleegbaar zijn op de website van de dienst voor gezinszorg. Op de website moet ook een gebruikersvriendelijke samenvatting van de code voor goed bestuur staan.

|_|

ja. Op welke webpagina staan het administratief basisdossier en de samenvatting van de code voor goed bestuur?

     

|_|

nee

21

Heeft de initiatiefnemer van de dienst voor gezinszorg de code voor goed bestuur goedgekeurd en leeft hij die na?

|_|

ja

|_|

nee

22

Voeg bij dit formulier een financieel plan voor minstens drie jaar.

Het financiële plan bevat minstens:

1) een omschrijving van de voorgenomen activiteit;

2) de financiële structuur, met onder meer:

· een schatting van de omzet die kan worden verwacht;

· een berekening van de te verwachten rentabiliteit;

· de wijze van financiering (kapitaal, leningen, andere inkomsten);

3) de in te zetten middelen en de controlemogelijkheden op de uitvoering.

Het meerjarenplan van een lokaal bestuur wordt gelijkgesteld met een financieel plan.

23

Houdt de initiatiefnemer een boekhouding en maakt hij een jaarrekening op conform de toepasbare wettelijke bepalingen?

De dienst voor gezinszorg voert een algemene en analytische boekhouding die passend is voor de aard en de omvang van zijn activiteiten en die gebaseerd is op de techniek van het dubbelboekhouden.

|_|

ja

|_|

nee

24

Meldt de initiatiefnemer van de dienst voor gezinszorg belangrijke strategische beslissingen die een impact hebben op de structuur, de werking en het bestuur van de initiatiefnemer en de dienst voor gezinszorg?

Binnen een maand na de goedkeuring door het bevoegde orgaan moet u die strategische beslissingen melden via [email protected]. Geef daarbij aan op welke wijze u erover waakt dat de continuïteit van de zorg en ondersteuning verzekerd is. Onder strategische beslissingen wordt limitatief verstaan:

1) beslissingen om effecten die kapitaal vertegenwoordigen, te verwerven van een andere onderneming voor een bedrag van minstens 5% van het eigen vermogen van de initiatiefnemer;

2) fusies van woonzorgvoorzieningen, verenigingen of initiatiefnemers, alsook splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen;

3) overdrachten van algemeenheid of bedrijfstak;

4) de overdracht of de vestiging van zakelijke rechten op de gebouwen waarin de woonzorgvoorziening of vereniging is gevestigd;

5) een verandering van een meerderheid van de stemrechten in de algemene vergadering en het bestuursorgaan van de woonzorgvoorziening en vereniging;

6) de wisseling van de persoon die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding van een woonzorgvoorziening of vereniging.

|_|

ja

|_|

nee

25

Als u bij vraag 18 'geen van de bovenstaande categorieën' aangekruist hebt, gaat u naar vraag 29.

26

Belast de initiatiefnemer een of meer commissarissen met de controle van de financiële toestand, de controle van de jaarrekening en de regelmatigheid in het licht van de wet en van de statuten en de controle van de verrichtingen die in de jaarrekening moeten worden vastgesteld?

De dienst voor gezinszorg belast een aangestelde commissaris met de audit van de analytische boekhouding, zoals vermeld in vraag 23.

|_|

ja

|_|

nee

27

Maakt de initiatiefnemer een solide en passende regeling voor de bedrijfsorganisatie en geeft hij die weer in de code voor goed bestuur, die een onderdeel van het administratief basisdossier is?

|_|

ja

|_|

nee

28

Treft de initiatiefnemer de nodige maatregelen voor risicobeheer op het vak van compliance, risicobeheer en interne controle?

|_|

ja

|_|

nee

Voorwaarden voor de kwaliteit van de zorg en ondersteuning en de gegevensregistratie

29

In deze rubriek worden de voorwaarden voor de kwaliteit van de zorg en ondersteuning en de gegevensregistratie opgesomd waaraan de dienst voor gezinszorg moet voldoen. Kruis telkens aan of u al aan die bepalingen voldoet of nog niet aan die bepalingen voldoet. Als u 'ja' aankruist, betekent dit dat de dienst voor gezinszorg nu al aan de geformuleerde norm voldoet. Als u 'nog niet' aankruist, betekent dit dat u de verbintenis aangaat om binnen een termijn van maximaal één jaar vanaf de datum van de erkenningsbeslissing aan de geformuleerde norm te voldoen.

30

Beantwoordt de dienst voor gezinszorg aan de bepalingen van het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen om de kwaliteit van de zorg en ondersteuning te garanderen en te bestendigen?

Als u als initiatiefnemer verschillende woonzorgvoorzieningen of -verenigingen uitbaat, kunt u voor die voorzieningen of verenigingen de kwaliteitshandboeken die van toepassing zijn en de rapportageverplichtingen integreren in een gemeenschappelijk document.

|_|

ja

|_|

nog niet

31

Voert de dienst voor gezinszorg een zelfevaluatie uit?

Die zelfevaluatie bevat een periodieke evaluatie van de volgende aspecten:

1) de werking van de dienst voor gezinszorg;

2) de doelstellingen.

Bij elk van de evaluaties worden de volgende vijf stappen doorlopen, telkens gedurende een periode van drie jaar:

1) systematisch gegevens verzamelen en registreren over de kwaliteit van de zorg;

2) kwaliteitsdoelstellingen formuleren op basis van die gegevens over de kwaliteit van de zorg;

3) een stappenplan met tijdpad opstellen om die kwaliteitsdoelstellingen te bereiken;

4) regelmatig evalueren of de doelstellingen bereikt worden;

5) de nodige stappen ondernemen als een doelstelling niet bereikt wordt.

|_|

ja

|_|

nog niet

32

Garandeert de dienst voor gezinszorg aan de gebruikers een klachtrecht en zorgt het voor een adequate en objectieve behandeling van de klachten?

|_|

ja

|_|

nog niet

33

Gaat de dienst voor gezinszorg de tevredenheid van zijn gebruikers na en stuurt hij afhankelijk daarvan bij?

Minstens driejaarlijks wordt een verantwoorde gebruikerstevredenheidsmeting uitgevoerd.

|_|

ja

|_|

nog niet

34

Verstrekt de dienst voor gezinszorg aan Zorg en Gezondheid en Zorginspectie informatie over zijn werking in het algemeen en zijn kwaliteitsbeleid in het bijzonder, met het oog op de beleidsvoering op het vlak van de woonzorg en de uitoefening van het toezicht?

Conform artikel 59 van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019 registreert de dienst voor gezinszorg daarvoor anonieme gegevens over de activiteiten van het voorbije werkjaar. Die registratiegegevens vermelden het onderwerp, het doel, de vorm, de frequentie, de intensiteit van de activiteiten en de bereikte doelgroep.

|_|

ja

|_|

nog niet

35

Houdt de dienst voor gezinszorg jaarlijks vanaf 15 april het jaarverslag van het voorbije werkjaar en de kwaliteitsplanning voor het lopende jaar ter beschikking van Zorg en Gezondheid?

De gegevens over de activiteiten van de dienst voor gezinszorg die naar Vesta doorgestuurd worden, worden niet opgenomen in het jaarverslag .De kwaliteitsplanning bevat een omschrijving van de activiteiten die worden ontplooid om de doelstellingen, de kwaliteitseisen en het kwaliteitsmanagementsysteem, vermeld in artikel 4 en 5 van het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, te bepalen en te realiseren. Daarnaast bevat de planning de elementen van de zelfevaluatie, vermeld in vraag 31.

Onder Vesta wordt verstaan: een systeem van elektronische gegevensuitwisseling tussen de diensten voor gezinszorg en Zorg en Gezondheid.

|_|

ja

|_|

nog niet

36

Bevat het kwaliteitshandboek van de dienst voor gezinszorg de noodzakelijke gegevens?

Het kwaliteitshandboek moet minstens de volgende gegevens bevatten:

1) een inleiding, met daarin de voorstelling van de dienst voor gezinszorg, alsook de opbouw en de structuur van de documentatie;

2) een weergave van het kwaliteitsbeleid waarin de missie, de doelstellingen en de waarden, en de verlening van een machtiging aan de overheid tot verificatie en evaluatie van het gevoerde kwaliteitsbeleid is opgenomen;

3) een weergave van het kwaliteitsmanagementsysteem, vermeld in artikel 4 en 5 van het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, met conditionele, operationele en garantie-elementen.

|_|

ja

|_|

nog niet

37

Bevat het kwaliteitsmanagementsysteem de noodzakelijke elementen?

Het kwaliteitsmanagementsysteem moet minstens de volgende elementen bevatten:

1) de beschrijving van de organisatiestructuur, met daarin het organigram en een omschrijving van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden;

2) de aanwijzing van de verantwoordelijke die met het kwaliteitsbeleid is belast;

3) het overzicht van de interne overlegorganen en de beschrijving van hun werking;

4) het overzicht van de deelname aan externe overlegorganen;

5) de opgave van de vastgelegde middelen;

6) een beschrijving van de procedures.

|_|

ja

|_|

nog niet

38

Worden in het kwaliteitsmanagementsysteem de noodzakelijke procedures beschreven?

In het kwaliteitsmanagementsysteem moeten minstens de volgende procedures beschreven worden:

1) de procedure om gebruikersklachten te behandelen;

2) de procedure om kwaliteitsverbetering te implementeren;

3) de procedure om het zorg- en ondersteuningsaanbod bekend te maken;

4) de procedure om de deskundigheid te bevorderen;

5) de procedure voor de intake van gebruikers;

6) de procedure om door te verwijzen;

7) de procedure bij grensoverschrijdend gedrag;

8) de procedure om het zorg- en ondersteuningsplan uit te voeren, te evalueren en bij te sturen;

9) de procedure om het zorg- en ondersteuningsplan af te sluiten;

10) de procedure voor een behoorlijk gebruikers- en toegangsbeheer en een veilige uitwisseling van persoonsgegeven tussen de betrokken actoren;

11) de procedure om de documenten en gegevens van het kwaliteitsmanagementsysteem te beheren.

|_|

ja

|_|

nog niet

39

Hanteert de dienst voor gezinszorg een geschreven referentiekader voor elke vorm van grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers?

|_|

ja

|_|

nog niet

40

Hanteert de dienst voor gezinszorg een procedure voor de preventie van, de detectie van en gepaste reacties op grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers?

In die procedure is een registratiesysteem opgenomen dat geanonimiseerde gegevens bijhoudt over de gevallen van grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers.

|_|

ja

|_|

nog niet

41

Meldt de dienst voor gezinszorg, op een geanonimiseerde wijze, elke vorm van grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers aan Zorg en Gezondheid?

Zorg en Gezondheid stelt daarvoor een formulier ter beschikking op https://www.zorg-en-gezondheid.be/grensoverschrijdend-gedrag-melden-aan-zorg-en-gezondheid.

|_|

ja

|_|

nog niet

42

Meldt de dienst voor gezinszorg ernstige gebeurtenissen die de zorg en ondersteuning, de gezondheid, de veiligheid, de waardigheid of de integriteit van de gebruikers in het gedrang kunnen brengen, of die daarop een ernstige impact hebben, onmiddellijk aan Zorg en Gezondheid?

In de melding worden geen persoonsgegevens opgenomen.

|_|

ja

|_|

nog niet

43

Garandeert de dienst voor gezinszorg dat de personeelsleden en de bestuurders geen eigenschappen hebben die onverzoenbaar zijn met hun functie?

De dienst voor gezinszorg vraagt om die reden minstens bij de aanwerving van alle nieuwe personeelsleden en bij de aanstelling van alle nieuwe bestuurders een uittreksel uit het strafregister ter inzage, waaruit blijkt dat geen van die personen in België of in het buitenland door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing is veroordeeld wegens een misdrijf dat vermeld is in boek 2, titel VII, hoofdstuk V, VI en VII, titel VIII, hoofdstuk I, II, IV en VI, en titel IX, hoofdstuk I en II, van het Strafwetboek.

Als aan een van de personen een werkstraf of een andere alternatieve straf is opgelegd, wordt voorzien in een aangepaste begeleiding van die medewerker, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met mogelijke risico's voor de gebruikers.

|_|

ja

|_|

nog niet

44

Verzamelt de dienst voor gezinszorg op een gestructureerde, systematische wijze gegevens over de gebruikers, hun mantelzorgers, de personeelsleden, vrijwilligers, verenigingswerkers en de bestuurders, de aard van de zorg- en ondersteuningsvraag, de geboden woonzorg, de kwaliteit en het effect ervan?

|_|

ja

|_|

nog niet

45

Worden de persoonsgegevens die verzameld worden in het kader van het Woonzorgdecreet, door de dienst voor gezinszorg verwerkt conform de regelgeving over de bescherming bij de verwerking van de persoonsgegevens?

De gegevens over gezondheid worden verwerkt conform artikel 9, derde lid, van de algemene verordening gegevensbescherming door of onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar die aan het beroepsgeheim is gebonden, of door een andere persoon die tot geheimhouding is gehouden. De verwerking van persoonsgegevens vindt plaats met respect voor de rechten van de betrokken gebruikers en mantelzorgers.

|_|

ja

|_|

nog niet

46

Verzamelt en verwerkt de dienst voor gezinszorg in het kader van de uitvoering van de bevoegdheden en taken minstens de noodzakelijke gegevens?

De dienst voor gezinszorg moet de volgende gegevens verzamelen en verwerken:

1) de persoonsgegevens met het oog op de identificatie van de betrokken gebruiker, zijn vertegenwoordiger en zijn mantelzorgers, in voorkomend geval externe zorgverstrekkers;

2) de gezondheidsgegevens over de gebruiker die relevant zijn voor zorg en ondersteuning;

3) de gegevens over de te verlenen zorg en ondersteuning;

4) de persoonsgegevens met het oog op de identificatie van de personeelsleden, de vrijwilligers, de verenigingswerkers en de bestuurders;

5) de gegevens over de bekwaamheid en de integriteit van de personeelsleden, de vrijwilligers, de verenigingswerkers en de bestuurders, namelijk:

· de opleiding die ze gevolgd hebben;

· een uittreksel uit het strafregister.

|_|

ja

|_|

nog niet

47

Houdt de dienst voor gezinszorg zich aan de verplichtingen voor de gegevensverwerking van persoonsgegevens van de gebruiker?

De dienst voor gezinszorg moet zich aan de volgende verplichtingen houden:

1) als dat noodzakelijk is voor de zorg en de ondersteuning aan een gebruiker, deelt de dienst voor gezinszorg persoonsgegevens over die gebruiker mee aan een andere zorgaanbieder op voorwaarde dat de gebruiker daarover is geïnformeerd en er uitdrukkelijk mee heeft ingestemd, en, als het de mededeling van gezondheidsgegevens betreft, als de zorgaanbieder aan het beroepsgeheim onderworpen is;

2) de dienst voor gezinszorg bewaart de persoonsgegevens van een gebruiker in een gebruikersdossier en werkt samen met de andere zorgaanbieders uit het zorgteam via het digitale zorg- en ondersteuningsplan, waarin minstens de zorg- en ondersteuningsdoelen en de afspraken over de geplande zorg en ondersteuning voor een persoon met een zorg- en ondersteuningsvraag worden opgenomen. Het gebruikersdossier is toegankelijk voor het zorgteam;

3) behalve in de gevallen dat de mededeling of de inzage van persoonsgegevens nodig is voor de berekening van de subsidies of voor de uitoefening van het toezicht, vermeld in artikel 63 van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019, worden aan Zorg en Gezondheid of Zorginspectie geen persoonsgegevens meegedeeld of ter inzage gegeven;

4) de dienst voor gezinszorg bewaart de persoonsgegevens over een gebruiker minimaal twee jaar nadat de zorg en ondersteuning aan de betrokken gebruiker beëindigd is. De dienst voor gezinszorg mag die gegevens bewaren tot maximaal vijf jaar nadat die zorg en ondersteuning beëindigd is. Persoonsgegevens kunnen op elektronische wijze worden bewaard;

5) de dienst voor gezinszorg informeert de gebruikers over de verwerking van hun persoonsgegevens en garandeert de gebruikers het recht op inzage en het recht op rectificatie van hun gegevens, overeenkomstig de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens;

6) de dienst voor gezinszorg zorgt voor de beveiliging van de verwerking van de persoonsgegevens over de gebruikers, overeenkomstig de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens.

|_|

ja

|_|

nog niet

48

Houdt de dienst voor gezinszorg zich aan de verplichtingen voor de gegevensverwerking van persoonsgegevens van de personeelsleden en bestuurders?

De dienst voor gezinszorg moet zich aan de volgende verplichtingen houden:

1) de dienst voor gezinszorg bewaart de persoonsgegevens over een personeelslid of een bestuurder tot tien jaar na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst of het bestuursmandaat. Persoonsgegevens kunnen op elektronische wijze worden bewaard;

2) de dienst voor gezinszorg informeert de personeelsleden en bestuurders over de verwerking van hun persoonsgegevens en garandeert die personen het recht op inzage en het recht op rectificatie van hun gegevens, overeenkomstig de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens;

3) de dienst voor gezinszorg zorgt voor de beveiliging van de verwerking van de persoonsgegevens over de personeelsleden en bestuurders, overeenkomstig de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens.

|_|

ja

|_|

nog niet

49

Geef in een duidelijk stappenplan aan op welke manier u binnen de termijn van maximaal één jaar vanaf de datum van de erkenningsbeslissing aan de voorwaarden voor de kwaliteit van de zorg en ondersteuning en de gegevensregistratie zult voldoen.

U hoeft deze vraag alleen te beantwoorden als de dienst voor gezinszorg nog niet aan alle voorwaarden voor de kwaliteit van de zorg en ondersteuning en de gegevensregistratie voldoet.

     

Specifieke erkenningsvoorwaarden

50

In deze rubriek worden de specifieke erkenningsvoorwaarden opgesomd waaraan een dienst voor gezinszorg moet voldoen. Kruis telkens het antwoord aan dat op uw dienst van toepassing is. Als u ‘ja’ aankruist, betekent dit dat de dienst voor gezinszorg nu al aan de geformuleerde norm voldoet. Als u ‘nog niet’ aankruist, betekent dit dat u er zich toe verbindt om binnen een termijn van maximaal één jaar na de datum van het erkenningsbesluit aan de geformuleerde norm te voldoen. Dat geldt evenwel niet voor de voorwaarden waar u als dienst voor gezinszorg vanaf de ingangsdatum van de erkenning aan moet voldoen. Die voorwaarden worden opgelijst in vraag 108 van dit formulier.

Voorwaarden voor zorg en ondersteuning

51

Verricht het begeleidend personeel van de dienst voor gezinszorg een sociaal onderzoek in het natuurlijke thuismilieu van de gebruiker?

Het onderzoek wordt jaarlijks uitgevoerd als aan de gebruiker uitsluitend gezinszorg wordt verleend of als aan de gebruiker gezinszorg en schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp worden verleend. Het vindt tweejaarlijks plaats als aan de gebruiker uitsluitend schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp wordt verleend. Als aan de gebruiker uitsluitend gezinszorg wordt aangeboden in een centrum voor dagopvang, kan het sociaal onderzoek ook in dat centrum verricht worden. Een sociaal onderzoek is niet vereist als de dienst aan een gebruiker in een groep van assistentiewoningen crisiszorg of overbruggingszorg verstrekt.

Onder crisiszorg wordt verstaan: een onmiddellijke en aangepaste interventie in geval van een noodsituatie die niet vooraf kan worden ingeschat en waarin onmiddellijk zorg moet worden geboden.

Onder overbruggingszorg wordt verstaan: aangepaste zorg die aansluit bij crisiszorg en die gedurende een korte periode wordt verleend in afwachting dat de zorg wordt verleend die de bewoner zelf heeft gekozen, door de zorgverstrekker die de bewoner zelf heeft gekozen.

In geval van acute gezinszorg mag het sociaal onderzoek ook door de dienst na de start van de hulpverlening uitgevoerd worden tot maximaal veertien dagen erna.

Onder acute gezinszorg wordt verstaan: de gezinszorg die gedurende maximaal veertien dagen wordt geboden door verzorgend personeel in geval van een noodsituatie die niet vooraf kan worden ingeschat en waarin onmiddellijk zorg vereist is.

|_|

ja

|_|

nog niet

52

Evalueert en objectiveert de dienst voor gezinszorg als onderdeel van het sociaal onderzoek, behalve bij kraamzorg, het zelfzorgvermogen van de gebruiker op het vlak van gezinszorg?

Het zelfzorgvermogen van de gebruiker wordt vastgesteld aan de hand van de BelRAI-screener en de sociale module, eventueel aangevuld met de meest aangewezen BelRAI-instrumenten, waaronder de BelRAI-Home Care. Als er al een actuele evaluatie en objectivering van het zelfzorgvermogen van de gebruiker aan de hand van die instrumenten ter beschikking zijn, worden die gebruikt, tenzij de situatie van de gebruiker intussen gewijzigd is. Tot 1 januari 2022 kan de dienst het zelfzorgvermogen van de gebruiker vaststellen aan de hand van de BelRAI-screener zonder sociale module en mag de dienst de BEL-profielschaal gebruiken als alternatief voor de BelRAI-Home Care.

|_|

ja

|_|

nog niet

53

Biedt de dienst voor gezinszorg op verzoek van de gebruiker of zijn vertegenwoordiger persoonsverzorging, huishoudelijke hulp, schoonmaakhulp en de bijbehorende psychosociale en pedagogische ondersteuning aan als uit het sociaal onderzoek blijkt dat de draagkracht van de gebruiker of zijn omgeving, hetzij wegens geestelijke of lichamelijke ongeschiktheid, hetzij wegens bijzondere sociale omstandigheden, onvoldoende is?

Als de dienst niet zelf in de nodige zorg en ondersteuning kan voorzien, leidt hij de gebruiker en zijn mantelzorgers toe naar de gepaste zorg van hun keuze. Bij signalen van onderbescherming of welzijnsproblematieken leidt de dienst toe naar een van de kernactoren van het geïntegreerd breed onthaal volgens de keuze van de gebruiker.

|_|

Ja

|_|

nog niet

54

Biedt de dienst voor gezinszorg gedurende maximaal drie maanden nog meerlingenhulp aan op verzoek van het gezin dat door een overlijden van een of meer kinderen niet meer voldoet aan de definitie van een meerling?

Onder meerling wordt verstaan: minstens een drieling of twee tweelingen van wie de leeftijd niet meer verschilt dan 19 maanden, de laatste dag van de 19e maand inbegrepen, tot een van beide tweelingen de leeftijd van drie jaar heeft bereikt.

|_|

ja

|_|

nog niet

55

Laat de dienst voor gezinszorg activiteiten van schoonmaakhulp bij een gebruiker verrichten door logistiek personeel of doelgroepwerknemers, al dan niet op basis van een samenwerkingsverband met andere thuiszorgvoorzieningen of een lokalediensteneconomieonderneming als vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale diensteneconomie?

Om die activiteiten te verrichten, kan alleen verzorgend personeel worden ingezet als de taken van het verzorgend personeel bij de gebruiker overwegend blijven bestaan uit persoonsverzorging en huishoudelijke hulp, tenzij het doel van de zorg of de aard van de zorgsituatie de competentie van een verzorgende vereist. De dienst motiveert in dat geval zijn beslissing. Die motivering wordt bij het gebruikersdossier gevoegd.

Als dat relevant is, voegt u de samenwerkingsverbanden bij dit formulier.

|_|

ja

|_|

in eigen beheer

|_|

in samenwerkingsverband

|_|

nog niet

|_|

in eigen beheer

|_|

in samenwerkingsverband

56

Kunnen het logistiek personeel en de doelgroepwerknemers naast schoonmaakhulp op verzoek van de gebruiker ook andere activiteiten uitvoeren als die activiteiten occasioneel worden verricht, de ondersteuning bij de gebruiker voor meer dan vier vijfde uit schoonmaakhulp blijft bestaan en die activiteiten verantwoord zijn door het zorg- en ondersteuningsplan?

De activiteiten naast schoonmaakhulp zijn:

1) de zorg voor kleding en linnen die bestaat uit de volgende activiteiten: wassen, strijken en verstellen;

2) de zorg voor woon- en leefklimaat die bestaat uit de volgende activiteiten: leefruimten hygiënisch onderhouden, bedden opmaken en verschonen, zorgen voor planten in de woning en zorgen voor huisdieren;

3) boodschappen doen.

Het akkoord van de gebruiker wordt bij zijn administratieve dossier gevoegd. De dienst informeert de gebruiker dat hij in dat geval voor deze activiteiten de bijdrage voor schoonmaakhulp moet betalen in plaats van de bijdrage voor gezinszorg die geboden wordt door verzorgend personeel.

|_|

ja

|_|

nog niet

57

Kan de dienst voor gezinszorg op verzoek van de gebruiker of zijn vertegenwoordiger karweihulp aanbieden als uit het sociaal onderzoek blijkt dat de draagkracht van de gebruiker of zijn omgeving, hetzij wegens geestelijke of lichamelijke ongeschiktheid, hetzij wegens bijzondere sociale omstandigheden, onvoldoende is?

Het feit dat de gebruiker of zijn omgeving over onvoldoende draagkracht beschikt, kan in geval van karweihulp ook blijken uit een eerdere, nog geldige indicatiestelling door de dienst of, met het akkoord van de gebruiker, uit een eerdere nog geldige indicatiestelling door een andere dienst voor gezinszorg of door een dienst voor logistieke hulp.

Deze voorwaarde is optioneel. Daarom kunt u behalve ‘ja’ en ‘nog niet’, ook het antwoord ‘nee’ aankruisen.

Aan deze voorwaarde kan ook voldaan worden op basis van een samenwerkingsverband met een andere thuiszorgvoorziening of een lokalediensteneconomieonderneming als vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale diensteneconomie.

Als dat relevant is, voegt u de samenwerkingsverbanden bij dit formulier.

|_|

ja

|_|

in eigen beheer

|_|

in samenwerkingsverband

|_|

nog niet

|_|

in eigen beheer

|_|

in samenwerkingsverband

|_|

nee

58

Kan de dienst voor gezinszorg op verzoek van de gebruiker of zijn vertegenwoordiger oppashulp aanbieden als uit het sociaal onderzoek blijkt dat de draagkracht van de gebruiker of zijn omgeving, hetzij wegens geestelijke of lichamelijke ongeschiktheid, hetzij wegens bijzondere sociale omstandigheden, onvoldoende is?

Deze voorwaarde is optioneel. Daarom kunt u behalve ‘ja’ en ‘nog niet’ ook het antwoord ‘nee’ aankruisen.

Aan deze voorwaarde kan ook voldaan worden op basis van een samenwerkingsverband met een dienst die oppashulp aanbiedt. Als dat relevant is, voegt u de samenwerkingsverbanden bij dit formulier.

|_|

ja

|_|

in eigen beheer

|_|

in samenwerkingsverband

|_|

nog niet

|_|

in eigen beheer

|_|

in samenwerkingsverband

|_|

nee

59

Stemt de dienst voor gezinszorg de zorg en ondersteuning af op de reële behoeften van de gebruikers binnen de wettelijke en maatschappelijke grenzen, rekening houdend met het principe van de subsidiariteit en het principe van de minst ingrijpende zorg?

De zorg en ondersteuning kunnen een preventief, versterkend, herstellend, verzorgend of palliatief karakter hebben, en kunnen ondersteunend, aanvullend of vervangend zijn.

|_|

ja

|_|

nog niet

60

Heeft de dienst voor gezinszorg in functie van de geboden gezinszorg de volgende taken:

1° het informele zorg- en ondersteuningsnetwerk van de gebruiker ondersteunen en versterken;

2° op aangeven van en in samenspraak met de gebruiker en zijn mantelzorgers zorg-, ondersteunings- en ontwikkelingsdoelen in het zorg- en ondersteuningsplan bepalen en die opvolgen;

3° in uitzonderlijke omstandigheden en binnen een afgestemd integraal zorg- en ondersteuningsaanbod een aanklampende aanpak hanteren;

4° op verzoek van de gebruiker de integrale en geïntegreerde zorg en ondersteuning coördineren, waarbij de dienst instaat voor informatieoverdracht aan en onderlinge afstemming met het informele en professionele zorg- en ondersteuningsnetwerk?

|_|

ja

|_|

nog niet

61

Heeft de dienst oog voor de hele zorgsituatie, inclusief de vroegtijdige zorgplanning, de palliatieve zorg en de levenseindezorg, met respect voor het zelfbeschikkingsrecht van de gebruiker?

|_|

ja

|_|

nog niet

62

Prioriteert de dienst op basis van de vastgestelde behoeften, de beperkingen op het vlak van zelfzorg en de beperkingen op het vlak van de beschikbaarheid en draagkracht van de mantelzorg en schenkt de dienst daarbij bijzondere aandacht aan de zorg en ondersteuningsvragen van maatschappelijk kwetsbare doelgroepen?

De dienst bepaalt het aantal uren zorg en ondersteuning aan de gebruiker afhankelijk van die criteria.

|_|

ja

|_|

nog niet

63

Kan de dienst voor gezinszorg, met het oog op een naadloze overgang van een gebruiker naar een woonzorgcentrum en met het akkoord van de gebruiker en de initiatiefnemer van het woonzorgcentrum, zorg en ondersteuning verlenen aan de gebruiker in het woonzorgcentrum als dat aangewezen is voor het welzijn van de gebruiker en de kwaliteit van de zorg en ondersteuning?

|_|

ja

|_|

Nee

64

Beschikt de dienst voor gezinszorg over het identificatienummer van de sociale zekerheid (INSZ-nummer) van de gebruiker vóór de dienst aan de gebruiker gezinszorg of schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp aanbiedt?

|_|

ja

|_|

nog niet

65

Vordert de dienst voor gezinszorg een bijdrage van de gebruiker per gepresteerd uur gezinszorg dat door verzorgend personeel geboden wordt?

Bij de berekening van de bijdrage voor een gepresteerd uur gezinszorg wordt niet alleen rekening gehouden met het inkomen en de gezinssamenstelling, maar ook met de zorgintensiteit.

De wijze waarop u die gebruikersbijdrage moet berekenen, wordt geregeld in het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg, bijlage I en bijlage II. De bijdrage die aangerekend wordt voor de gezinszorg, is gelijk aan de effectieve duur van die gezinszorg, uitgedrukt in minuten, gedeeld door zestig, en vermenigvuldigd met de bijdrage die gevraagd wordt per uur gezinszorg.

|_|

ja

|_|

nog niet

66

Vordert de dienst voor gezinszorg een bijdrage van de gebruiker per gepresteerd uur schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp dat door logistiek personeel of doelgroepwerknemers geboden wordt? Wordt bij de berekening van de bijdrage voor een gepresteerd uur schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp minstens rekening gehouden met het inkomen en de gezinssamenstelling?

De bijdrage die aangerekend wordt voor de schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp, is gelijk aan de effectieve duur van die schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp, uitgedrukt in minuten, gedeeld door zestig, en vermenigvuldigd met de bijdrage die gevraagd wordt per uur schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp.

|_|

Ja

|_|

nog niet

67

Vordert de dienst voor gezinszorg in het kader van meerlingenhulp een bijdrage van de gebruiker per gepresteerd uur schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp, dat door logistiek personeel of doelgroepwerknemers geboden wordt?

De wijze waarop u die gebruikersbijdrage moet berekenen, wordt geregeld in het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg, bijlage I en bijlage II.

|_|

ja

|_|

nog niet

68

Vordert de dienst voor gezinszorg een bijdrage van de gebruiker voor de tijd die een verzorgend of logistiek personeelslid of een doelgroepwerknemer nodig heeft om zich te verplaatsen van de ene naar de andere gebruiker als die twee hulpverleningsmomenten aansluitend zijn?

De verplaatsingstijd wordt gelijk verdeeld over beide gebruikers.

|_|

ja

|_|

nog niet

69

Vordert de dienst voor gezinszorg een bijdrage van de gebruiker voor de tijd die een verzorgend of logistiek personeelslid of een doelgroepwerknemer nodig heeft om zich te verplaatsen van een gebruiker naar een werkvergadering, of omgekeerd?

Voor de helft van de verplaatsingstijd wordt een gebruikersbijdrage aangerekend aan de gebruiker.

|_|

ja

|_|

nog niet

70

Rekent de dienst voor gezinszorg voor alle andere verplaatsingen dan de verplaatsingen, vermeld in vraag 68 en 69, geen verplaatsingstijd aan de gebruiker aan?

Andere verplaatsingen zijn bijvoorbeeld woon-werkverkeer of verplaatsingen van een gebruiker naar een bijscholing.

|_|

ja

|_|

nog niet

71

Verleent de dienst voor gezinszorg de zorg en ondersteuning op een gebruikersgerichte wijze? Zijn de organisatie, de gebouwen, de materialen, de hulpverleners, de procedures en de werkvoorschriften afgestemd op de specifieke behoeften van de gebruikers?

|_|

ja

|_|

nog niet

72

Is er voldoende overleg en persoonlijk contact tussen de gebruiker en de dienst voor gezinszorg? Wordt er een verslag opgemaakt bij de intake en er worden in overleg met de gebruiker en zijn mantelzorgers tussentijdse evaluaties gehouden?

|_|

ja

|_|

nog niet

73

Worden minstens bij de start en bij de evaluatie van de zorg en ondersteuning de noodzakelijke acties ondernomen?

De volgende acties moeten ondernomen worden:

1° er wordt een schriftelijke weerslag van de afspraken over de uitvoering van het zorg- en ondersteuningsplan gemaakt, waarvan een kopie aan de dienst en aan de gebruiker wordt bezorgd;

2° er wordt schriftelijk gecommuniceerd aan de gebruiker over de frequentie van de hulpbeurten en over het aantal uren per beurt;

3° de mogelijkheden en beperkingen van de zorg en ondersteuning worden duidelijk gemaakt aan de gebruiker en zijn mantelzorgers;

4° de gebruiker en zijn mantelzorgers worden geïnformeerd over de prioriteitsregeling en de criteria, vermeld in vraag 62;

5° de gebruiker en zijn mantelzorgers ontvangen maximaal de juiste zorg en ondersteuning op het juiste moment, zoals met hen is afgesproken;

6° de dienst waarborgt het vertrouwelijke karakter van de gesprekken tussen de dienst en de gebruiker en zijn mantelzorgers.

|_|

ja

|_|

nog niet

74

Zorgt de dienst voor gezinszorg ervoor dat de gebruiker de geplande zorg kan annuleren tot uiterlijk de werkdag voordien vóór 15 uur?

Bij een latere annulering en als er geen overmacht wordt aangetoond, kan een vergoeding gevraagd worden die maximaal gelijk is aan de gebruikersbijdrage die de gebruiker voor de geplande zorg zou betalen.

Onder werkdagen wordt verstaan: alle dagen met uitzondering van zaterdagen, zondagen en de wettelijke feestdagen, vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.

|_|

ja

|_|

nog niet

75

Geef hieronder in een duidelijk stappenplan aan op welke wijze u binnen de termijn van maximaal één jaar aan de voorwaarden voor de zorg en ondersteuning zult voldoen.

Vermeld daarbij ook op welke wijze u vanaf de ingangsdatum van de erkenning aan de voorwaarden, vermeld in vraag 65, 66, 67, 68, 69 en 70, zult voldoen.

U hoeft deze vraag alleen te beantwoorden als de dienst voor gezinszorg nog niet aan alle specifieke voorwaarden voor de zorg en ondersteuning voldoet.

     

Voorwaarden voor de organisatie en de werking

76

Maakt de dienst voor gezinszorg zijn opdracht en zorg- en ondersteuningsaanbod, en de mogelijkheden en voorwaarden ervan bekend?

|_|

ja

|_|

nog niet

77

Worden de zorg en ondersteuning continu verleend en wordt de werking van de dienst voor gezinszorg continu georganiseerd?

De gebruiker wordt tijdig op de hoogte gebracht van eventuele hiaten in de zorg en ondersteuning.

|_|

ja

|_|

nog niet

78

Is de dienst voor gezinszorg altijd bereikbaar tijdens de uren waarin de dienst prestaties levert, minstens voor de gebruikers bij wie de dienst op dat ogenblik prestaties levert?

|_|

ja

|_|

nog niet

79

Zorgt de dienst voor gezinszorg voor een goede overdracht van informatie en voor goede interne afspraken in situaties waarbij verschillende functies of medewerkers betrokken zijn?

|_|

ja

|_|

nog niet

80

Kunnen de gebruikers klachten uiten?

Gebruikers moeten de garantie hebben dat hun klacht wordt geregistreerd en geanalyseerd, en dat de oorzaak van hun klacht wordt onderzocht. Ze moeten de garantie hebben dat op hun klacht binnen een bepaalde termijn schriftelijke feedback wordt gegeven.

|_|

ja

|_|

nog niet

81

Treft de dienst voor gezinszorg, binnen zijn mogelijkheden, bij elke klacht kwaliteitsverbeterende maatregelen?

Binnen zijn mogelijkheden treft de dienst preventieve maatregelen om te voorkomen dat vastgestelde tekortkomingen zich zouden herhalen.

|_|

ja

|_|

nog niet

82

Wordt de klachtenprocedure bij de intake in een papieren versie aan iedere gebruiker overhandigd?

Dat houdt in dat de dienst alle niveaus binnen de klachtenprocedure duidelijk aangeeft, met minstens de vermelding van een adres en telefoonnummer.

|_|

ja

|_|

nog niet

83

Worden alle klachten en het gevolg dat eraan gegeven is, geregistreerd en verwerkt in het jaarverslag?

|_|

ja

|_|

nog niet

84

Loopt een stagiair die een dienst voor gezinszorg inzet, een stage die bestaat uit twee delen?

De dienst moet rekening houden met de volgende voorwaarden als hij een stagiair inzet:

· Tijdens het eerste deel loopt de stagiair mee met een verzorgend of logistiek personeelslid en voert hij zorg en ondersteuning (gezinszorg, poetshulp, karweihulp of oppashulp) uit onder toezicht van dat personeelslid.

· Na het eerste deel volgt er een tussentijdse evaluatie door de dienst en de onderwijsinstelling of het opleidingscentrum waar de stagiair een opleiding volgt. De dienst houdt een schriftelijk verslag van die evaluatie bij.

· Alleen bij een positieve tussentijdse evaluatie mag de stagiair het tweede deel van de stage aanvatten, waarin hij de zorg en ondersteuning zelfstandig mag uitvoeren onder verwijderd toezicht.

Onder een stagiair wordt verstaan: een leerling, student of cursist die in het kader van een leerprogramma dat georganiseerd wordt door een onderwijsinstelling of een opleidingscentrum, arbeid verricht bij een dienst voor gezinszorg, in vergelijkbare omstandigheden als de personeelsleden van die dienst, met de bedoeling beroepservaring op te doen.

|_|

ja

|_|

nog niet

85

Rekent de dienst voor gezinszorg alleen voor de hulp- en dienstverlening die de stagiair zelfstandig onder verwijderd toezicht uitvoert, een gebruikersbijdrage aan de gebruiker aan?

De gebruikersbijdrage die in dat geval aangerekend wordt, moet dezelfde zijn als die gefactureerd wordt voor de prestaties van het verzorgend of logistiek personeel.

Aangezien de dienst niet verplicht is om een gebruikersbijdrage aan te rekenen voor de prestaties van de stagiair, kunt u behalve ‘ja’ en ‘nog niet’ ook het antwoord ‘nee’ aankruisen.

|_|

ja

|_|

nog niet

|_|

nee

86

Geef in een duidelijk stappenplan aan op welke wijze u binnen de termijn van maximaal één jaar aan de voorwaarden voor de organisatie en de werking zult voldoen.

U hoeft deze vraag alleen te beantwoorden als de dienst voor gezinszorg nog niet aan alle specifieke voorwaarden voor de organisatie en de werking voldoet.

     

Voorwaarden voor de personeelsomkadering

87

Stelt de dienst voor gezinszorg doorlopend minstens tien voltijdsequivalenten verzorgend personeel te werk?

De verzorgende personeelsleden voeren de activiteiten uit, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 tot uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg, met inachtneming van artikel 3, 4 en 4/1 van dat besluit.

Voor de berekening van het aantal voltijdsequivalenten verzorgend personeel worden de effectief gepresteerde uren, de gelijkgestelde uren en de uren bijscholing genomen die het verzorgend personeel, met inbegrip van het niet-gesubsidieerde personeel, in de loop van een jaar gepresteerd heeft. Dat totaal deelt u door 1539 uren.

|_|

ja

|_|

nog niet

88

Beschikt het verzorgend personeelslid bij de indiensttreding over een inschrijvingsbewijs dat Zorg en Gezondheid heeft uitgereikt?

Dat inschrijvingsbewijs wordt alleen uitgereikt aan personen die beschikken over een van de documenten, vermeld in artikel 29, tweede lid, van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers. Een overzicht van de studiebewijzen vindt u op de website van Zorg en Gezondheid: https://www.zorg-en-gezondheid.be/kwalificatievereisten_personeel_GZAT_en_LH.

|_|

ja

|_|

nog niet

89

Stelt de dienst voor gezinszorg per 120 gebruikers aan wie de dienst gezinszorg biedt, één voltijdsequivalent begeleidend personeel te werk?

Per 60 extra gebruikers aan wie de dienst gezinszorg aanbiedt, stelt de dienst daarbovenop één halftijdsequivalent begeleidend personeel te werk.

|_|

ja

|_|

nog niet

90

Beschikt een begeleidend personeelslid of een lid van het omkaderingspersoneel over de nodige competenties voor de opdrachten die aan hem worden toegewezen?

Hij beschikt bij de indiensttreding over een van de volgende graden of studiebewijzen:

1° de graad van bachelor;

2° de graad van master;

3° een buitenlands studiebewijs, op voorwaarde dat het door het National Academic Recognition Information Centre (NARIC-Vlaanderen) gelijkwaardig wordt verklaard met een Vlaams studiebewijs dat leidt tot de graad van bachelor of master.

|_|

ja

|_|

nog niet

91

Voldoet een begeleidend personeelslid of een lid van het omkaderingspersoneel dat belast is met het verrichten van de sociale onderzoeken, aan de voorwaarden, vermeld in artikel 156 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming?

|_|

ja

|_|

nog niet

92

Stelt de dienst voor gezinszorg per volledige schijf van 75 voltijdsequivalenten verzorgend personeel één halftijdse equivalent leidinggevend personeel te werk?

|_|

ja

|_|

nog niet

93

Beschikt een leidinggevend personeelslid bij de indiensttreding over een van de volgende graden of studiebewijzen:

1° de graad van master;

2° een buitenlands studiebewijs, op voorwaarde dat het door het National Academic Recognition Information Centre (NARIC-Vlaanderen) gelijkwaardig wordt verklaard met een Vlaams studiebewijs dat leidt tot de graad van master?

Een personeelslid dat niet aan die voorwaarde voldoet, kan toch als leidinggevend personeelslid tewerkgesteld worden als het over minstens vijf jaar ervaring beschikt als begeleidend personeelslid in een dienst voor gezinszorg of een dienst voor logistieke hulp, of als leidinggevende in een andere woonzorg- of welzijnsvoorziening.

|_|

ja

|_|

nog niet

94

Gelden er voor de logistieke personeelsleden en de doelgroepwerknemers geen kwalificatievereisten?

|_|

ja

|_|

nog niet

95

Zijn de personeelsleden van de dienst voor gezinszorg gekwalificeerd voor de opdrachten die ze vervullen?

|_|

ja

|_|

nog niet

96

Biedt de dienst voor gezinszorg zijn personeelsleden permanente vorming en ondersteuning aan met het oog op werkbaar werk en zorg op maat?

|_|

ja

|_|

nog niet

97

Registreert de dienst voor gezinszorg altijd de inhoud, de plaats en het tijdstip van de vormingsactiviteiten?

|_|

ja

|_|

nog niet

98

Wordt er een planning opgemaakt als de bijscholing collectief plaatsvindt?

Die planning moet op de dienst ter beschikking worden gesteld, minstens tijdens de maand vóór de activiteit plaatsvindt.

|_|

ja

|_|

nog niet

99

Beschikken elk verzorgend, logistiek, begeleidend of leidinggevend personeelslid, elke doelgroepwerknemer en elk lid van het omkaderingspersoneel over een inschrijvingsnummer bij Zorg en Gezondheid voor ze tewerkgesteld worden bij een dienst?

Zorg en Gezondheid kent dat nummer toe nadat de dienst het identificatienummer van de sociale zekerheid (INSZ-nummer) van de betrokken persoon bezorgd heeft. Er wordt per functietype een apart inschrijvingsnummer toegekend.

|_|

ja

|_|

nog niet

100

Past de private dienst voor gezinszorg minimaal de loon- en arbeidsvoorwaarden toe van het paritair comité dat bevoegd is voor de diensten voor gezinszorg van de Vlaamse Gemeenschap?

|_|

ja

|_|

nog niet

|_|

niet van toepassing

101

Geef in een duidelijk stappenplan aan op welke wijze u binnen de termijn van maximaal één jaar aan de voorwaarden voor de personeelsomkadering zult voldoen.

U hoeft deze vraag alleen te beantwoorden als de dienst voor gezinszorg nog niet aan alle specifieke voorwaarden voor de personeelsomkadering voldoet.

     

Voorwaarden in verband met Vesta

102

Vesta is een systeem van elektronische gegevensuitwisseling. Meer informatie over Vesta vindt u op www.zorg-en-gezondheid.be/vesta.

103

Maakt de dienst voor gezinszorg gebruik van Vesta om de gegevens over zijn personeel en zijn gebruikers die nodig zijn om de subsidies te berekenen en om operationele en beleidsinformatie te genereren, aan Zorg en Gezondheid te bezorgen?

|_|

ja

|_|

nog niet

104

Past de dienst voor gezinszorg bij het doorsturen van gegevens naar Vesta de handleiding toe die Zorg en Gezondheid ter beschikking stelt?

|_|

ja

|_|

nog niet

105

Houdt de dienst voor gezinszorg rekening met het informatieveiligheidsbeleid bij het doorsturen van gegevens naar Vesta?

|_|

ja

|_|

nog niet

106

Geef in een duidelijk stappenplan aan op welke wijze u vanaf de ingangsdatum van de erkenning aan de voorwaarden voor het gebruik van Vesta zult voldoen.

U hoeft deze vraag alleen te beantwoorden als de dienst voor gezinszorg nog niet aan alle specifieke voorwaarden in verband met Vesta voldoet.

     

Bij te voegen bewijsstukken

107

Voeg de volgende bewijsstukken bij dit formulier en vink ze telkens af in de onderstaande aankruislijst.

|_|

als de rechtspersoon verplicht is om statuten te hebben: een kopie van de gecoördineerde versie van die statuten

Dat is een versie van de statuten waarin alle latere wijzigingen geïntegreerd zijn.

|_|

een rechtsgeldige beslissing om de erkenning aan te vragen en de dienst voor gezinszorg uit te baten

|_|

de samenwerkingsovereenkomsten met relevante welzijns- en gezondheidsvoorzieningen uit de regio

|_|

een administratief basisdossier

Maak daarbij een duidelijk onderscheid tussen de vijf verplichte elementen: de voorgenomen activiteiten, de organisatiestructuur, de feitelijke leiding, de verwantschappen en nauwe banden met andere personen en de code voor goed bestuur.

|_|

een financieel plan voor minstens drie jaar

|_|

een stappenplan hoe de dienst voor gezinszorg binnen de termijn van maximaal één jaar vanaf de datum van de erkenningsbeslissing zal voldoen aan alle erkenningsnormen

Ondertekening

108

Vul de onderstaande verklaring in.

Ik bevestig dat alle gegevens in dit formulier naar waarheid zijn ingevuld.

Ik ga het engagement aan om vanaf de ingangsdatum van de erkenning aan de volgende voorwaarden te voldoen:

· Ik vorder een bijdrage van de gebruiker per gepresteerd uur gezinszorg dat door verzorgend personeel geboden wordt. Ik zal bij de berekening van de bijdrage voor een gepresteerd uur gezinszorg niet alleen rekening houden met het inkomen en de gezinssamenstelling, maar ook met de zorgintensiteit. Ik zal de bijdrage berekenen volgens de bepalingen in het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg, bijlage I en bijlage II, zoals vermeld in vraag 65.

· Ik vorder een bijdrage van de gebruiker per gepresteerd uur schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp dat door logistiek personeel of doelgroepwerknemers geboden wordt. Ik zal bij de berekening van de bijdrage voor een gepresteerd uur schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp minstens rekening houden met het inkomen en de gezinssamenstelling, zoals vermeld in vraag 66. Dit geldt ook voor de activiteiten, zoals vermeld in vraag 56.

· Ik vorder in het kader van meerlingenhulp een bijdrage van de gebruiker per gepresteerd uur schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp dat door logistiek personeel of doelgroepwerknemers geboden wordt. Ik zal de bijdrage berekenen volgens de bepalingen in het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg, bijlage I en bijlage II, zoals vermeld in vraag 67.

· Ik vorder een bijdrage van de gebruiker voor de tijd die een verzorgend of logistiek personeelslid of een doelgroepwerknemer nodig heeft om zich te verplaatsen van de ene naar de andere gebruiker, op voorwaarde dat die twee hulpverleningsmomenten aansluitend zijn, zoals vermeld in vraag 68.

· Ik vorder een bijdrage van de gebruiker voor de tijd die een verzorgend of logistiek personeelslid of een doelgroepwerknemer nodig heeft om zich te verplaatsen van een gebruiker naar een werkvergadering, of omgekeerd, zoals vermeld in vraag 69.

· Ik reken voor alle andere verplaatsingen dan de verplaatsingen, vermeld in vraag 68 en 69, geen verplaatsingstijd aan de gebruiker aan, zoals vermeld in vraag 70.

· Ik maak gebruik van Vesta om de gegevens over mijn personeel en mijn gebruikers die nodig zijn om de subsidies te berekenen en om operationele en beleidsinformatie te genereren, aan Zorg en Gezondheid te bezorgen, zoals vermeld in vraag 103.

· Ik pas bij het doorsturen van gegevens naar Vesta de handleiding toe die Zorg en Gezondheid ter beschikking stelt, zoals vermeld in vraag 104.

· Ik houd rekening met het informatieveiligheidsbeleid bij het doorsturen van gegevens naar Vesta, zoals vermeld in vraag 105.

· Ik ga het engagement aan om, aan de hand van het stappenplan, binnen maximaal één jaar na de datum van het erkenningsbesluit te voldoen aan alle erkenningsvoorwaarden.

Ik verbind me ertoe eventuele wijzigingen van de gegevens in dit formulier onmiddellijk door te geven aan Zorg en Gezondheid.

vertegenwoordiger 1

vertegenwoordiger 2

datum

dag

  

maand

  

jaar

    

dag

  

maand

  

jaar

    

handtekening

     

     

voor- en achternaam

     

     

functie

     

     

Aan wie bezorgt u dit formulier?

109

Bezorg dit formulier, samen met de bewijsstukken, aangetekend aan Zorg en Gezondheid. U vindt het adres bovenaan op dit formulier. Schrijf in het adres onder de vermelding 'Afdeling Woonzorg en Eerste Lijn': ‘diensten voor gezinszorg’ en de bijbehorende provincie.

Hoe gaat het nu verder met deze aanvraag?

110

Zodra uw aanvraagdossier volledig is en de administrateur-generaal een beslissing genomen heeft over uw aanvraag van een erkenning, ontvangt u die beslissing.

Aanvraag van de erkenning als dienst voor gezinszorg - pagina 14 van 14