Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden...

15
Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het realiseren van een energie- neutraal gebied EOS LT 07051, taak 3.5 Datum September 2012 in opdracht van Agentschap NL (nu Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) www.rvo.nl

Transcript of Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden...

Page 1: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het realiseren van een energie- neutraal gebied EOS LT 07051, taak 3.5

Datum September 2012 in opdracht van Agentschap NL (nu Rijksdienst voor

Ondernemend Nederland) www.rvo.nl

Page 2: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken
Page 3: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

Rapportage Taak 3.5 van het EOS-LT project TRANSEP-DGO

Auteurs: Eric Willems en Mariëlle Nuchelmans,

Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs

september 2012

Taak 3.5 Bepaling van de benodigde ontwikkelingen op technisch en niet-

technisch gebied.

De vakgebieden van transitiestudies en van socio-technische innovatiestudies laten zien dat

duurzaamheidsuitdagingen geen eenduidige oplossingen kennen, maar vragen om inzet van

vele verstrengelde vakgebieden en belanghebbenden, en een fundamentele verandering in

de manier waarop we denken, organiseren en (samen)werken [Rotmans, J. (2003).

Transitiemanagement - Sleutel voor een duurzame samenleving ]. Dit wordt bevestigd door

ervaringen van koplopers die streven naar een energieneutrale gebouwde omgeving. De

barrieres die zij tegenkomen zijn diep geworteld in bijvoorbeeld de cultuur in de bouw, waar

wederzijds wantrouwen innovatieve samenwerkingen in de weg staan, of de organisatie van

financiering van bouwprojecten, gericht op korte termijn winst in plaats van lange termijn

waarde [Roorda et al (2011) Analyse koploperprojecten, praktijkervaringen en aanbevelingen

uit interviews en literatuur. DRIFT. Bovendien is er bij gebiedsontwikkeling nog een politieke

component in de besluitvorming.

Op basis van analyse van literatuur en praktijkervaringen is een handreiking opgesteld voor

een procesaanpak waarin we de verschillende barrières benoemen die een transitie in de

weg staan. Juist deze barrières zijn zinvol om te benoemen omdat daar zich het

vervolgonderzoek op kan richten hoe deze het beste kunnen worden aangepakt.

Zo moet met de nieuwe processen en technieken gewerkt worden aan oplossingen voor:

- gedrag (beslissers, bouwers en bewoners)

- technologische barrières (techniekontwikkeling), investeringen

- institutionele barrières (wat zijn we gewend?)

- ruimtelijke barrières ((stede)bouwkundige inpassing).

Per onderdeel is in de volgende paragrafen een beschouwing gegeven waarbij in het

bijzonder de verschillen tussen de huidige situatie en energieneutrale gebiedsontwikkeling

aan de orde komen.

3.5.1. Gedrag versus techniek

Vanuit energietransitie gedacht willen we dat energieneutraliteit, of dit in de vorm van een

concreet product, dienst of idee is, door de grote massa opgepakt gaat worden. Techniek

moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren

denken vanuit perspectief eindgebruiker en daardoor de innovatie aansluit bij hun wensen.

Het gaat om socio-technische innovatie waarbij de oplossing niet pasklaar uit het

laboratorium of testfaciliteit komt. .

De procesaanpak in 20 bouwstenen en de nieuwe energieconcepten zullen hun weg moeten

vinden vanaf de eerste pilotprojecten naar een meerderheid die dit als gemeengoed gaat

toepassen. Bij deze transitie kan gebruik gemaakt worden van modellen uit de marketing om

te begrijpen hoe groepen mensen zich een verandering eigen maken. Deze methode sluit in

Page 4: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

zoverre aan bij de transitietheorie dat in eerste instantie niet iedereen zich met een

veranderingsproces kan bezig houden, maar dat dit wordt gestuurd door een kleinere groep

bijvoorbeeld in de transitiearena en door de persoonlijke ambities van een inspirerend

kopstuk [20 bouwstenen].

Vanuit de marketing is een methode ontwikkeld waardoor na te gaan is hoe een product in

de markt staat, met andere wordt hoe het geaccepteerd wordt [4]. Er wordt bijvoorbeeld

gebruikt gemaakt van de Bell Curve (zie onderstaande figuur) waarbij de markt wordt

verdeeld in vijf typologieën.

Figuur 3.5.1. Bell Curve met typologieën van groepen mensen.

De innovators zijn de mensen die een nieuwe technologie als eerste oppikken en zich

daarmee willen onderscheiden ook al is deze nog duur. De early adopters is de tweede

groep, de technologie die zij gebruiken is al wel een bewezen technologie, maar nog niet

door de grote massa geaccepteerd. Dezer groep wil de ergste kinderziektes en risico’s van

nieuwe producten vermijden maar accepteert nog een wat hoger prijsniveau.

De early majority is de eerste helft van de grote massa die alleen tegen een redelijke prijs en

met een hoge betrouwbaarheid een aanschaf doen. De late majority volgt als een grote

groep de technologie al heeft geaccepteerd en het uitgebreid getest is.

De laggards zijn de achterblijvers met zelfs een grote weerstand tegen verandering. Zij

blijven bij wat ze kennen en zullen niet snel een nieuwe technologie of toepassing

accepteren of er de voordelen van inzien.

In dat opzicht is deze curve de eerste afgeleide van de transitiecurve (figuur 5.3.2.). Daar

waar in de pilotprojecten de early adaptors de eerste transitie beginnen op te pakken blijkt

dat het verleiden van de early en late majority een belangrijke voorwaarden op het tempo

van de transitie te versnellen. De oppervlakte onder de Bell Curve is een maat voor de

aantallen personen dat binnen hun referentiekader, tot een verandering overgaan.

Page 5: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

Figuur 3.5.2. De transitie naar duurzame gebiedsontwikkeling, Uit: - Roorda C. et al (2011). Systeemanalyse duurzame

gebiedsontwikkeling. DRIFT)

Typologieën bij energievoorziening

De energievoorziening en energievraag in de gebouwde omgeving kenmerkt zich door drie

energiedragers te weten warmte, koude en elektriciteit. Tussen de energieafgifte en de

energiebronnen kunnen er diverse energieomzettingen plaats vinden. Daarbij geven de

energieconcepten uit wp3 een aantal hoofdverschijningsvormen aan.

Voor de energievoorziening, uitgaande van de energieconcepten hebben we getracht een

beeld te schetsen in welke fase van transitie en acceptatie bepaalde technieken kunnen

worden ingedeeld. Hierbij komt dat een groot aantal technieken waar de gebruiker mee in

aanraking komt niet wezenlijk anders zijn voor de duurzame energieconcepten dan voor

fossiele varianten.

Tabel 3.5.1 Typologieën voor onderdelen van de energieconcepten

Warmtevoorziening Koudevoorziening Elektriciteitsvoorziening

Innovators Bidirectioneel warmtenet

(mijnwaterproject

Heerlen)

Collectief koudenet:

elektrisch gedreven

compressiekoeling of

zonthermisch gedreven

sorptiekoeling

Vehicle-to-grid

Organic Rankine Cycle

(bij warmtevraag als

warmtepomp in te zetten)

Early adopters Geothermische

doubletten (tuinders)

Early majority Warmtenet op biomassa Zonthermisch gedreven

sorptiekoeling

Vloerkoeling

Bio

warmtekrachtkoppeling

(elektriciteitscentrale op

biomassa/biogas)

Late majority Warmteopslag (WKO) Koudeopslag (WKO) PV-panelen, windturbines

Page 6: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

grondwater/bodem

Zonnecollectoren

Vloerverwarming

grondwater/bodem

Laggards HR107 ketels

Radiatoren

Compressiekoeling Conventionele

elektriciteitscentrale

Een complicerende factor is dat gebruikers anders naar een radiator of vloerverwarming

kijken als ze weten dat er een ander type warmteopwekking en distributie aan gekoppeld zit

dan ze gewend zijn. Ook al beïnvloed die warmtevoorziening niet de specifieke werking en

het comfort van de warmteafgifte. Dit is een fenomeen waar nog bijzondere aandacht en

vervolgonderzoek aan moet worden besteed.

Typologieën toe te passen technieken

Zoals eerder beschreven (paragraaf 3.2 van WP3 rapport [1]) vergt het ontwerpen van

energieneutrale gebieden een andere ontwerpfilosofie dan de Trias-Energetica. Deze drie-

stappen methode kan energieopslag, energie-uitwisseling en energieconversie niet

onderscheiden. Ook duurzame bronnen uit de omgeving worden niet onderkend. Voor de

energieneutrale gebouwde omgeving is daarom de behoefte aan een uitgebreidere

ontwerpsystematiek, die visueel is weergegeven in onderstaande figuur.

Energievraag gebied

Beperken energievraag

Maximale inzet duurzame

energiebronnen

Ene

rgie

uitw

isselin

gin

energ

y-h

ubs

Buffe

ring v

an

ene

rgie

Efficiënte inzet

fossiele brandstoffen

543

2

1

Energievraag gebied

Beperken energievraag

Maximale inzet duurzame

energiebronnen

Ene

rgie

uitw

isselin

gin

energ

y-h

ubs

Buffe

ring v

an

ene

rgie

Efficiënte inzet

fossiele brandstoffen

543

2

1

Figuur 3.5.2.: Visuele weergave van de vijf-stappen-visie voor energieneutrale gebiedsontwikkeling [5]

Om de vijf-stappen-visie te kunnen toepassen zullen alle vijf de stappen minimaal in het

stadium van early majority van de Bell Curve moeten zijn. Op dit moment kunnen we de

technieken behorende bij de vijf stappen als volgt indelen:

Page 7: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

Tabel 3.5.2 Technieken uit de vijf-stappen visie in Bell Curve

Stap Categorie in Bell curve

Stap 1: Energievraag beperken Van innovator tot late majority (goed isoleren)

Stap 2: Duurzame bronnen inzetten Early adopter Geothermische doubletten

Early majority Warmtegedreven koeling;

Urban wind;

Biomassa.

Late majority Warmte- koude opslag;

Vlakkeplaat- en vacuümbuis-

zonnecollectoren;

Warmtepompen (WP);

PV (zonnepanelen)

Nog in ontwikkeling WP-booster

Stap3: Uitwisselen van energie Innovator Elektriciteitshub (Smart-grid)

Organic Rankine Cycle

Waterstof als energiedrager

Bidirectioneel warmtenet

Late majority Hoge-temperatuur-warmtenetten

Lage-temperatuur-warmtenetten

(inclusief lage-temperatuur

legionella verwijdering)

Nog in ontwikkeling Warmtehub:

Energiehub

Stap 4: Bufferen van warmte en koude Innovator Thermochemische warmteopslag

Compacte warmteopslag in

gebouwen (CHS)

Earley majority Waterbuffer

Late majority WKO

Thermische massa in gebouwen

Stap 5: Efficiënt toepassen van fossiele

brandstoffen

Late majority (daadwerkelijk stand van techniek)

Te zien is dat vooral stap 3, het uitwisselen van energie, nog veel technieken heeft die in de

innovator categorie zitten.

Voorwaarden acceptatie van gebruikers

Bij de communicatie over nieuw te introduceren zal meer aandacht dan nu moeten worden

besteed. Veel projecten met warmtepompen dragen een enorme last van nazorg met zich

Page 8: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

mee doordat bewoners geheel andere verwachten hebben dan hoe een systeem zich

gedraagt. Daarbij zijn de ongemakken die het fossiele energieconcept met zich mee bracht

plotseling volstrekt irrelevant geworden. Naar voorlichten en gedrag is nog het nodige

onderzoek te doen zodat we bewoners snellen en tevredener op het duurzame spoor mee

krijgen.

Om tot een goede acceptatie te komen zijn belangrijk:

- Communicatie vooraf, het scheppen van de juiste verwachtingen

- Geen teleurstellingen in de markt over comfort en de financiën/energierekening

- Technische ontwikkelingen opzetten in samenspraak met de eindgebruiker waardoor

zaken goed, voorspelbaar en betrouwbaar werken (zie bijv. de werkwijze zoals beoogd

volgens Living Lab [6]).

Hoe goed dit ook wordt georganiseerd, elke marktintroductie kent zijn verassingen die niet

binnen vooraf op te stellen modellen zijn te voorspellen. Daar moet je dan bij de introductie

rekening mee houden en capaciteit en mensen voor reserveren om problemen op te vangen.

Naast dit scenario zal goed de publieke opinie en het gedrag moeten worden bekeken om op

tijd een strategie te kunnen aanpassen op de ontwikkelingen.

Vergelijkbare trajecten zijn de introductie van de warmtepomp die nog steeds niet echt

omarmd wordt door het brede publiek. In hoofdzaak heeft dit met verwachtingen te maken

die soms onrealistisch hoog zijn. Soms tegen beter weten in geschetst om bijvoorbeeld aan

de verwachtingen van overheid te voldoen en daarmee de techniek door te drukken met alle

nare gevolgen achteraf.

Techniekontwikkeling en de economische factoren zijn bepalend voor het tempo van het

transitieproces. Wat we wel kunnen doen is het proces zodanig faciliteren naar de gebruiker

dat deze het nieuwe product gaat omarmen. Vergelijkbaar zijn de introductie van ADSL,

compact disc, HD-TV, glasvezelkabel en de smartphone. Maar ook elektrisch vervoer kent

een goede communicatie en diverse ambassadeurs met een onafhankelijke status en

aanzien (bijv. Prins Maurits als ambassadeur van het elektrische rijden).

Als de energieprijzen niet harder stijgen dan nu het geval is dan zal ook dit soort aanpak in

de gebouwde omgeving noodzakelijk kunnen zijn om een stabiel tempo van de doorbraak

van toepassing van duurzame energie te realiseren.

Invloed energieconcept op gebruiker

In de onderstaande tabel staat beschreven op welke wijze een gebruiker direct te maken

krijgt met de eigenschappen van een energieconcept. Sommige onderdelen, zoals

vloerverwarming, mogen al breed geaccepteerd worden verondersteld. Andere, zoals

energieopslag, zullen zich nog volledig aan de gebruikers moeten bewijzen.

Page 9: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

Tabel 3.5.3: Invloed energieconcept op gebruiker

Energieconcept* Invloed op gebruiker

Financieel Overig

Geo hub (1/2) De gebruiker kan met zijn gebruikersgedrag weinig

invloed uitoefenen op de energierekening doordat

een groot gedeelte bestaat uit vastrecht.

Geen onderhoudskosten

Het verwarmingssysteem is een laag temperatuur

en per vertrek is vraaggestuurd CO2-geregelde

ventilatievoorziening of gebalanceerde ventilatie

met warmteterugwinning aanwezig

Bio-hub (3/4)

Zonne-hub hoge

temperatuur

opslag(5/6)

Zonne-hub lage

temperatuur

opslag (7/8)

All-electric (9/10) De gebruiker kan met zijn gebruikersgedrag veel

invloed uitoefenen op de energierekening.

Onderhoudskosten voor warmtepomp

Conventioneel

met PV (11-13)

De gebruiker kan met zijn gebruikersgedrag veel

invloed uitoefenen op de energierekening.

Onderhoudskosten voor gasketel

Per vertrek is vraaggestuurd CO2-geregelde

ventilatievoorziening of gebalanceerde ventilatie

met warmteterugwinning aanwezig

* zie paragraaf 4.2 van WP3 rapport [1]

Nog nader onderzoek is van belang in hoeverre een bewoner zelf energiezuinig gedrag kan

en wil vertonen, en waar de apparaten volledig automatisch zo duurzaam mogelijk moeten

werken. En dit binnen de context dat we steeds een hoger comfortniveau willen nastreven.

(literatuur referenties??)

3.5.2 Technologische barrières

De energieconcepten zijn opgebouwd uit een combinatie van bestaande en innovatieve, nog

te ontwikkelen technologieën. Deze technologieën bevinden zich in verschillende stadia van

ontwikkeling. De techniekontwikkeling is als volgt gepresenteerd in wp3.

Page 10: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

Figuur 3.5.3 Beschrijving van de stadia van techniekontwikkeling van energieconcepten

Hierbij zijn de in te zetten technieken nog in ontwikkeling volgens het onderstaande

verwachtingsschema:

Technologieën in ontwikkeling (naar verwachting voor 2020 op de markt)

- Organic Rankine Cycles (ORC);

- Warmtepompbooster (WP-booster (voor uitleg zie de Begrippenlijst in [1]));

- Electriciteitshub;

- Waterstof als energiedrager in technologische toepassingen.

Nog te ontwikkelen technologieën (naar verwachting na 2020 op de markt)

- Bi-directionele warmtenetten

- Warmtehub

- Energiehub

- Compacte warmteopslag in gebouwen (CHS)

3.5.3 Investeringen

Alle beschikbare financiën voor technologische ontwikkelingen hangt samen met de hoogte

van de energieprijzen, en met de verwachtingen over de stijging van de energieprijzen. Het

voorspellen van energieprijzen is een hachelijke zaak. Enerzijds worden steeds nieuwe

voorraden fossiele brandstoffen gevonden, anderzijds wordt de milieudruk steeds groter.

Welke van de twee de doorslag geeft, zal in de toekomst duidelijk worden. Zeker is dat het

duurder worden van fossiele brandstoffen de drijvende kracht is achter het gebruik van

duurzame energiebronnen. Zie ter illustratie de onderstaande tabel:

Page 11: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

Tabel 3.5.4 Beschikbare financiën versus energieprijs

Beschikbaar budget

Toename van

onzekerheid

Besteedbaar t.b.v.

besparingen korte

termijn

Reserveren voor investeringen

middellange termijn

Besteden aan onderzoek

Energieprijs laag - - o

Energieprijs hoog + + o

Energieprijs stijgend ++ ++ +

Verwachtte stijging + + ++

De hoogte van de onzekerheid op de energiemarkt bepaalt de inspanning die door bedrijven

wordt gedaan in de technologie van de energietransitie. Het prijsmechanisme werkt hier als

een push in de markt. Anderzijds zijn de grote spelers op de fossiele energiemarkt machtig

genoeg om economisch voordeel te halen uit diverse situaties omdat zij de belangrijkste

schakel zijn in leveringszekerheid.

Het is de moeite waard om te bestuderen of er transitiemechanismen zijn die het prijsniveau

van de energie ondergeschikt kunnen maken in het tempo van de energietransitie.

3.5.4 Ruimtelijke barrières

Iedere uitvoering van een energieconcept neemt ruimte in, zowel in de woning als in het

gebied. In onderstaande tabel staat indicatief weergegeven aan welke ruimtebeslag gedacht

moet worden.

Tabel 3.5.5 Ruimtebeslag energieconcept in het gebouw en in het gebied

Energieconcept* Ruimtebeslag gebouw Ruimtebeslag gebied

Geo hub (1/2) Afleverset

PV-panelen

1 x 1 m2

20 m2

Technische

ruimte

Infrastructuur

Warmtehub (incl.

WKK en

absorptie/compressie

koelmachine)

Elektriciteitshub

Warmtenet

Koudenet

Bidirectioneel

elektriciteitsnet

15 m2 + 1 m

2 per

woning

Virtueel

Vergelijkbaar

stadsverwarming

Vergelijkbaar

elektriciteitsnet

Bio-hub (3/4) Afleverset

PV-panelen

1 x 1 m2

20 m2

Technische

ruimte

Infrastructuur

Warmtehub (incl.

WKK en

absorptie/compressie

koelmachine)

Electriciteitshub

Warmtenet

15 m2 + 1 m

2 per

woning

Virtueel

Vergelijkbaar

Page 12: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

Koudenet

Bidirectioneel

elektriciteitsnet

stadsverwarming

Vergelijkbaar

elektriciteitsnet

Energieconcept* Ruimtebeslag gebouw Ruimtebeslag gebied

Zonne-hub hoge

temperatuur

opslag(5/6)

Afleverset

Zonnecollector

PV-panelen

1 x 1 m2

10 m2 dak

10 m2 dak

Technische

ruimte

Infrastructuur

Warmtehub (incl.

WKK en

absorptie/compressie

koelmachine)

Electriciteitshub

Bidirectioneel

warmtenet

Koudenet

Bidirectioneel

elektriciteitsnet

15 m2 + 1 m

2 per

woning

Virtueel

Vergelijkbaar

stadsverwarming

Vergelijkbaar

elektriciteitsnet

Zonne-hub lage

temperatuur

opslag (7/8)

Afleverset

Zonnecollector

PV-panelen

1 x 1 m2

8 m2 dak

12 m2 dak

Technische

ruimte

Infrastructuur

Warmtehub (incl.

WKK, ORC en

absorptie/compressie

koelmachine)

Electriciteitshub

Bidirectioneel

warmtenet

Koudenet

Bidirectioneel

elektriciteitsnet

15 m2 + 1 m

2 per

woning

Virtueel

Vergelijkbaar

stadsverwarming

Vergelijkbaar

elektriciteitsnet

All-electric (9/10) Warmtepomp

Zonnecollector

(optie)

PV-panelen

1 x 1 m2

1 x 1 m2 +

3 m2 dak

20 of 17 m2

dak

Technische

ruimte

Infrastructuur

Elektriciteitshub

Elektriciteitsnet

Virtueel

Conventioneel

met PV (11-13)

HR-ketel

Zonnecollector

(optie)

PV-panelen

0,5 x 1 m2

1 x 1 m2 +

3 m2 dak

20 of 17 m2

dak

Infrastructuur Gasnet

Elektriciteitsnet

Page 13: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

Compressieko

eler/

sorptiekoeler

0,5 x 1 m2

*zie paragraaf 4.2 WP3 rapport [1]

Binnen deze ruimtelijke voorwaarden lijkt het dat er geen belemmeringen zijn voor het

realiseren en inpassen van de energieneutrale concepten uit wp3.

3.5.5 Institutionele barrières

Ter illustratie is een vergelijking gemaakt met de introductie van grootschalige windenergie in

West Europa. Bij windenergie zijn al jarenlange studies verricht naar de schaalgrootte,

locaties en economische haalbaarheid. Naarmate de economische haalbaarheid beter is

neemt ook de acceptatie toe.

Anderzijds zie je dat grote turbines worden ontwikkeld door investeerders en grote

energiebedrijven, en dat de locatiekeuze politiek is beïnvloed. De machtige partijen verdelen

de eerste delen van de duurzame buit. Leveringszekerheid is bepalend bij dit beeld.

Tevens zie je dat de kleine turbines nu minder financieel interessant zijn dan PV-panelen [2].

Daarmee lijken grote turbines meer accepteert te raken ondanks grote impact op ruimtelijke

ordening.

PV-panelen zijn robuust, geluidarm en hebben geen bewegend delen en hebben daarom

tevens technisch een voorsprong op kleinere windturbines.

Maar wanneer het de bewoners en bedrijven gaat lukken om daadwerkelijk vraagbeperking

door te voeren, en onze grenzen voor comfort enigszins bij te stellen (minder of geen

tuinverlichting, licht uit wanneer je een vertrek verlaat etc, stand-by verbruik omlaag brengen)

worden kleine opwekkers steeds interessanter omdat hun dekkingsgraad substantieel wordt.

Koppelen we dat aan een methode van energieopslag dan lijkt het er op alsof er ruimte gaat

ontstaan voor een gemengde of hybride situatie. Hierbij zou de basisbehoefte door de

gebruiker zelf kunnen worden voorzien, en bij pieken kan het net worden ingeschakeld.

Andersom zou een mechanisme ook kunnen werken. Basisbehoefte via het openbare net,

deze investeringen kunnen daarmee volledig tot hun recht komen. En de piekbelasting of de

‘luxe’ zou de bewoner zelf kunnen invullen met een opslag en lokaal opweksysteem. Zo kan

hij ook zelf sturen op deze voorzieningen en de daarmee gemoeide kosten. Bij andere

huishoudelijke voorzieningen zoals gereedschap e.d. werkt het al op deze wijze. Groot

gereedschap wordt gehuurd, maar kleine boormachines e.d. heeft iedereen zelf tot zijn

beschikking.

De energieconcepten van transep-dgo lijken het beste te passen bij het laatste model. Ook

vanuit ruimtelijke ordening is dit het beste te begrijpen. De ruimte is van iedereen, en

voorziet in een basisbehoefte. Onze markteconomie vult daarboven vanzelf een

welvaartsverdeling zoals met al onze goederen.

Op dit dilemma, gekoppeld aan de technieken en economische aspecten van

kostenimplicaties van grootschalige energie-infrastructuur (elektriciteit en

warmte/koudenetten) is nog nader onderzoek gewenst.

Page 14: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

In algemeen geldt: zorgen dat duurzaamheid geen “fix” aan einde van plan en

realsatieproces wordt, maar van te voren al wordt meegenomen zodat (technische)

oplossingen geïntegreerd zijn in samenhangend totaalconcept en beperkte meerkosten

hebben.

3.5.6 Aanbevelingen voor nader onderzoek

Uit deze paragraaf volgt dat het beïnvloeden van de technische ontwikkeling nauw

samenhangt met ons gedrag. En juist dat gedrag blijft een grote onvoorspelbare factor. Het

is daarom goed om de ontwikkeling op de voet te volgen om te kunnen bepalen in welke fase

van het innovatietraject een ontwikkeling zich bevindt. Als dat goed in beeld is kan de

beïnvloeding door overheid en bedrijven in de gewenste richting zo goed mogelijk plaats

vinden.

Daarnaast hoeft een afwijkend ontwikkelingstraject niet meteen tot zorgen te baren. Niet

ongebruikelijk is dat er zich onverwachte gebeurtenissen voordoen die het proces sterk

kunnen versnellen of zelfs een andere richting op doen gaan. Schoksgewijze veranderingen

zijn veel aannemelijker dat een geleidelijk proces zoals wordt betoogd door N.Taleb in De

Zwarte Zwaan [3].

Op de volgende vlakken is het gewenst om nader onderzoek op te pakken:

• gebruikers ervaren anders gebruikelijke technieken kijken als ze weten dat er een

ander type onbekende aan gekoppeld zit dan ze gewend zijn, ook al is die invloed

objectief niet merkbaar.

• Onderzoek naar communicatie over nieuwe technieken die voor een gebruiker een

permanent karakter gaan dragen, en daarom beslissen er over lastig maakt.

• bestuderen of er transitiemechanismen zijn die het prijsniveau van de energie

ondergeschikt kunnen maken in het tempo van de energietransitie technieken en

economische aspecten van kostenimplicaties van grootschalige energie-

• infrastructuur (elektriciteit en warmte/koudenetten) bij duurzame lokale

energieopwekking en –opslag.

De inpassing in de ruimtelijke ordening en de bouwkundige inpassing op gebouwniveau is

niet wezenlijk anders dan bij de huidige energieconcepten. Uitzondering hierop zijn grote

windturbines en grote biomassa vergistingsinstallaties maar deze technieken zijn geen

essentieel onderdeel van de energieconcepten uit wp3. Deze uitwerking van grootschalige

technieken valt buiten de scope van Transep-dgo en verdient vervolgonderzoek in het kader

van de landsinrichting.

Literatuurlijst:

[1] B. Jablonska et al., Innovatieve energieconcepten en pilots voor de energieneutrale

gebiedsontwikkeling in 2050, ECN rapport E--10-071, februari 2011.

[2] Jadranka Cace, RenCom, i.o.m. NWEA-commissie Miniturbines, Visiedocument mini

windturbines, NWEA (Nederlandse Wind Energie Associatie.

[3] Nassim Nicolas Taleb, De zwarte zwaan- de impact van het hoogst onwaarschijnlijke,

2008, EAN: 9789057122675

[4] E.M. Rogers, Diffusion of innovations, 4th edition, ISBN:9780029266717

Page 15: Aanpak van technische en niet-technische barrières voor het … van technische … · moet worden ontwikkeld in interactie met eindgebruikers zodat techniek ontwikkelaars leren denken

[5] E. Willems, Energieneutrale kantoren? Kijk eens om je heen!, TVVL Magazine augustus

2010.

[6] http://en.wikipedia.org/wiki/Living_lab