Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Heelkundige en overige handelingen wondverzorging 202

Aanbrengen wondverband met drain (negatieve druktherapie)

Omschrijving Aanbrengen van een wondcontactlaag, gaaskompressen of foam en drain. Afplakken met folie. Aansluiten van de drain op het vacuümsysteem en starten negatieve druk.

Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling: arts

Mag zelfstandig verricht worden door:

Aandachtspunten – Neem kennis van de handleiding van het vacuümsysteem. – Stop (bij gebruik foamverband) de vacuümtherapie een half uur voor verbandwisseling. Bevochtig het

verband met 10 – 30 ml NaCl 0,9% via de drain. – Mogelijk is pijnmedicatie (voor pijnstilling tijdens het aanbrengen verband) nodig. Dien deze op tijd toe,

volgens voorschrift arts. – Verwijderen van necrose, fibrine en ‘beslag’ is nodig, omdat ze de therapie belemmeren. – Breng nooit een nieuw wondverband aan als niet alle voorgaande verbandmaterialen zijn verwijderd. – Wanneer bloedvaten, zenuwen en pezen niet bedekt zijn met fascie of weefsel en bij blootliggend

botweefsel met minimale beschadiging aan het periost is negatieve druktherapie in de regel niet mogelijk. Soms wordt door de arts negatieve druktherapie voorgeschreven. Het gebruik van een niet-verklevende wondcontactlaag om de bloedvaten, zenuwen of pezen te beschermen is dan noodzakelijk.

– Het gaaskompres/de foam ligt in de wond tot aan het huidniveau en mag de intacte huid niet raken. – Gebruik bij grotere wonden of bijvoorbeeld wonden aan de hiel of gewrichten meerdere stroken folie en

breng deze dakpansgewijs (met kleine overlap) aan. – De juiste therapiedruk wordt door de arts bepaald en is afhankelijk van het type vacuümsysteem. Meestal

wordt gestart met een druk tussen 70-125 mm Hg. – Stop de negatieve druk pomp niet langer dan 2 uur aaneengesloten ter voorkoming van ongecontroleerde

groei van bacteriën in de wond. Als de pomp langer dan 2 uur is uitgeschakeld, verwijder dan het wondverband. Behandel de wond vervolgens op conventionele wijze.

– Observeer de wond dagelijks. – Vervang de opvangbeker minimaal 1x per week of eerder wanneer deze vol is.

Complicaties tijdens de handeling Handelwijze Pijn bij het aanzuigen. Eventueel therapiedruk naar beneden brengen en

geleidelijk ophogen tot gewenste druk. Wondverband wordt niet vacuüm getrokken (wondverband voelt niet stevig aan) of de druk is niet stabiel.

Controleer of de klem open staat. Druk de folie aan rond de wond. Plak zo nodig een extra stuk folie over de wond. Zoek het lek in het systeem.

Therapiesysteem is defect. Controleer het systeem. Verwijder verband als defect niet binnen 2 uur is verholpen. Behandel de wond vervolgens op conventionele wijze, in overleg arts. Neem contact op met leverancier van systeem.

Benodigdheden – onderlegger – wondset bestaande uit: - drain - (niet-verklevende) wondcontactlaag - (antimicrobiële) gaaskompressen of foam - (transparante) wondfolie

– bij gaaskompressen: NaCL 0,9% – barrièrefilm – slangen met aansluitconnector – wondcentimeter e/o camera

– vacuümsysteem en handleiding – opvangbeker met connector – schaar – (watervaste) viltstift – alcohol 70% – handschoenen – pincet – 10-12 gaasjes – afvalbak

© Vilans 22-07-2013 Aanbrengen wondverband met drain (ndt): 1 (van 4) Associatie van Zelfstandige High Care Hospices

onbewaakte kopie

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Heelkundige en overige handelingen wondverzorging 203

Werkwijze 1 Stop, bij gebruik faomverband, de vacuümtherapie een half uur voor de verbandwisseling, volgens de

handleiding. Maak het verband nat met 10-30 ml NaCl 0,9% 2 Pas handhygiëne toe. 3 Maak een schoon werkveld en zet de benodigdheden daarop binnen handbereik. 4 Haal de opvangbeker uit de verpakking en plaats deze in het vacuümsysteem. Leg de slang over het

systeem. Zet met de watervaste stift de datum op de opvangbeker. 5 Overgiet de helft van de gaasjes met alcohol 70%. 6 Desinfecteer de schaar (indien deze niet steriel is) en leg de gedesinfecteerde schaar op een

alcoholgaasje. a Houd de schaar bij een oog vast en desinfecteer de beide bladen met een alcoholgaasje. b Houd de schaar met het gebruikte gaasje bij een blad vast en desinfecteer de rest van de schaar met

een tweede alcoholgaasje. c Leg de schaar op het werkveld op een derde alcoholgaasje.

7 Desinfecteer het pincet met een alcoholgaasje (indien dit niet steriel is) en leg het pincet op een alcoholgaasje. a Houd het pincet bij het handvat vast en desinfecteer beide bladen met een alcoholgaasje. b Houd het pincet met het gebruikte gaasje bij een blad vast en desinfecteer de rest van het pincet met

een tweede alcoholgaasje. c Leg het pincet op het werkveld op een derde alcoholgaasje.

8 Vraag de cliënt een comfortabele houding aan te nemen en zorg dat de wond goed bereikbaar is. 9 Leg de onderlegger onder de wond.

10 Trek de handschoenen aan. 11 Verwijder het oude wondverband. Zorg dat alle oude verbandmaterialen zijn verwijderd. 12 Neem een droog gaasje en dep de wondomgeving droog. Gebruik zoveel gaasjes als nodig. 13 Controleer de wond en ga na of de wondbodem beschermd moet worden met een wondcontactlaag. 14 Meet zo nodig de wond volgens afspraak, zonder de wond aan te raken, en maak een foto van de wond. 15 Breng een barrièrefilm aan op de wondranden en laat deze drogen. 16 Trek de handschoenen uit. 17 Open de verpakkingen van evt. de wondcontactlaag, de drain, de folie, de gaaskompressen of de foam en

laat de materialen in geopende verpakking liggen. (Bij gebruik gaaskompressen: overgiet de gaaskompressen met NaCl 0,9%).

18 Knip de drain met de steriele schaar op lengte. Het deel van de drain dat in de wond ligt (het deel met de gaatjes) bedekt ongeveer 2/3 van de lengte van de wond op een zodanige manier dat het uiteinde van de drain op 1 cm van de wondrand ligt. Zorg dat de drain steriel blijft.

19 Breng indien nodig de wondcontactlaag aan (indien niet nodig: ga verder met stap 19), zorg dat de wondbodem volledig bedekt is en tel de gebruikte stukken wondcontactlaag. a Knip de wondcontactlaag met de gedesinfecteerde schaar op de maat van de wond. b Neem de wondcontactlaag met het pincet uit de verpakking. c Leg de wondcontactlaag in de wond zonder druk uit te oefenen. d Controleer of de wondcontactlaag het wondbed goed bedekt. e Vul eventuele open stukken wondbed op met kleine stukjes wondcontactlaag (tel en onthoud het aantal

stukjes). Deze laag moet binnen de wondranden vallen. 20 Bedek de wond met wondverband (gaaskompressen of foam) met pincet zonder druk uit te oefenen. Zorg

dat er geen zuigkracht op huid en wondranden wordt uitgeoefend.

Bij foam: knip foam op maat en plaats foam in de wond. a Gebruik de folie aan de binnenkant als mal voor de maat van de foam. Vouw de folie dubbel en leg de

steriele kant op het wondbed. Knip de folie uit precies tussen de wondranden. Gebruik deze mal om de foam op maat te knippen.

b Neem de foam met het pincet uit de verpakking.

© Vilans 22-07-2013 Aanbrengen wondverband met drain (ndt): 2 (van 4) Associatie van Zelfstandige High Care Hospices

onbewaakte kopie

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Heelkundige en overige handelingen wondverzorging 204

c Knip de foam op maat met de mal van folie en plaats de foam in de wond zonder druk uit te oefenen. d Controleer of de foam goed contact maakt met de wondbodem. De foam dient binnen de wondranden

te blijven.

Bij gaaskompressen: Plaats met pincet minimaal twee lagen in NaCl gedrenkte gaaskompressen in de wond.

21 Plaats de drain met het pincet op de foam of in de gaaskompressen, tot (2/3 lengte van de wond) 1 cm van de wondrand. Zorg dat de drain steriel blijft.

Bij gaaskompressen: Vul met het pincet de wond verder tot huidniveau op met bevochtigde gaaskompressen.

22 Breng de wondfolie losjes aan over de wond met een overlap van 2 cm op de huid. Druk de folie goed aan vanaf de wondrand en fixeer de drain door te tunnelen: til de drain iets op waar deze onder de folie uitkomt en druk de folie onder de drain tegen elkaar. Zorg dat er een luchtdichte afsluiting is.

23 Noteer met de viltstift op de folie: het aantal stukjes wondcontactlaag en de datum. 24 Trek de handschoenen uit. 25 Sluit de drain aan op de afvoerslang en vervolgens op de opvangbeker, zorg dat de klem open staat. 26 Start de negatieve druk en stel de voorgeschreven druk in volgens de gebruiksinstructie. 27 Controleer of het wondverband vacuüm wordt getrokken (voelt niet zacht maar juist stevig aan) en check

de pomp. 28 Ruim de overige materialen op. 29 Pas handhygiëne toe. 30 Noteer de handeling, aantal stukjes wondcontactlaag en eventuele bevindingen.

© Vilans 22-07-2013 Aanbrengen wondverband met drain (ndt): 3 (van 4) Associatie van Zelfstandige High Care Hospices

onbewaakte kopie