Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 2

62
Bronnen materiaal voor een doordacht jeugdbeleid – Onderzoeken VVJ-Tweedaagse 23/03/2017

Transcript of Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 2

Bronnenmateriaal voor eendoordacht jeugdbeleid –OnderzoekenVVJ-Tweedaagse

23/03/2017

- Cijferboek Lokaal Jeugdbeleid 2014-2015- 1993-2013 – Een terugblik op 20 jaar lokaal jeugdbeleid- Applicatie Cijferboek- Jeugdbewegingen in Vlaanderen- Jeugdwerk voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren- Jeugdhuizen in Vlaanderen- Speelpleinwerkingen in Vlaanderen en Brussel- Ouders en jeugdwerk- Vrije tijd van kinderen met een handicap- Vrije tijd van jongeren die in voorzieningen of instellingen verblijven- Jeugdwerk in de stad

• 2

Lokaal jeugdbeleid: cijfers en tendensen

• 3

Wat zeggen experts?Ervaringen en visie van een selectie van 10 jeugd(beleids)experten:Johan Van Gaens, Guy Redig, Kaï Van Nieuwenhove, Els Van Effelterre, Ben Verstreyden, Jan Deduytsche, Tom Willox, Andy Demeulenaere, An Van Damme, Bie VanCraeynest

We kijken door de bril van…Wat zeggen individuele

medewerkers?Ervaringen en visie van selectie van 12

jeugddienstmedewerkers Ervaren oude rotten in het vak & enkele prille geesten

Wat zeggen gemeenten?

Enquête bij gemeentenVia de eerste 5 edities in de boekenVia de elektronische edities van 2007 en 2010 (vernieuwde vragenlijst)Via de laatste nieuwe bevraging voor het 8ste cijferboek

Wat zeggen wetenschap, beleid,

koepels & adviserende instanties?

Zo veel mogelijk documenten van 20 jaar doorgenomen, geen steekproef

• Lange traditie van hoge respons• Vlaams gewest: 91% vulde in• Brussels Hoofdstedelijk gewest: 68% vulde in (is sterke stijging!)• Totaal: 294 gemeenten vulden in, 283 vulden (bijna) volledig in =

89,9% vulde in

Respons cijferboek 2014

4,7%

9,2%

4,3%

15,4%

11,4%

31,6%

Overzicht non-respons per provincie & Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Het lokaal jeugdbeleid becijferd

Interactief bestuur

Jeugdwerk- beleid Jeugdruimte Informatie en

communicatieSamenwerking

met andere domeinen

Bestuurlijke organisatie

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/publicaties_cijferboek_2014-2015.aspx

Interactief bestuur

De jeugdraad = de kern van het interactief bestuur Iedereen* heeft een jeugdraad maar …

Jeugdraad+

Geen andere initiatieven 60%

Wel andere initiatieven 40%

Kinder- gemeenteraad

53%

Ad hoc initiatieven 60%

*in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dit nooit verbonden geweest aan subsidies en zijn er weinig (VGC heeft er wel een!)

Interactief bestuur

De jeugdraad is kleiner, gelijker in geslachtsverhouding én iets actiever 92,6% organiseert zelf activiteiten, het dagelijks bestuur komt gemiddeld 9 keer samen (beide lichte stijging)

2004

2007

2010

2014

0 5 10 15 20 25 30

mannenvrouwen

Grafiek: gemiddeld aantal stemgerechtigde leden jeugdraad Vlaams Gewest 2004-2014 naar geslacht

Informatie en communicatie

Gemeenten informeren digitaal én niet-digitaalKleinere gemeenten maken inhaalbeweging

* 84% van de gemeenten heeft een website voor jeugd

* De websites voor jeugd als onderdeel van de gemeentelijke website stijgt sinds 2010 (einde beleidsprioriteit): van 60% naar 90%

* Facebook kent een sterke stijging sinds 2010 (54% naar 77%)

En niet digitaal: 77% heeft een gedrukt tijdschrift/nieuwsbrief, steeg bij kleinere gemeentes, grote dalen

Samenwerking met andere domeinen

Samenwerkingen nemen toeJeugddiensten werken nu samen met …

cultuurbeleid sportbeleid sociaal beleid en welzijn0

10

20

30

40

50

60

70

80

9083

76

62

En geven in grote mate aan meer te

zullen samenwerken vanaf de BBC

Grafiek: % jeugddiensten dat samenwerkt met andere beleidsdomeinen in 2014

20 jaar lokaal jeugdbeleid

Chronologisch

1. Lokale autonomie2. Dubbele focus op jeugdwerk en jeugdbeleid3. Rol van de jeugddienst(medewerker)4. Inspraak van kinderen en jongeren5. Jeugdruimte 6. Jeugdbeleid t.a.v. maatschappelijk kwetsbare

kinderen en jongeren7. Jeugdinformatie

Thematisch

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/publicaties_20jaar_lokaal_jeugdbeleid.aspx

Digitaal Cijferboek

• Nieuwe applicatie die naast de cijfers van 2008 en 2011 ook die van 2014 ontsluit.

• Veel gebruiksvriendelijker: met een aantal muisklikken kan je jouw lokaal jeugdbeleid benchmarken en rapporten op maat samenstellen.

Digitaal Cijferboek

http://statistieken.vlaanderen.be/QvAJAXZfc/opendoc.htm?document=CJSM%2FCJSM%20-%20Cijferboek.qvw&host=QVS%40cwv100154&anonymous=true

Digitaal Cijferboek

Digitaal Cijferboek

Digitaal Cijferboek

Digitaal Cijferboek

Digitaal Cijferboek

Digitaal Cijferboek

Jeugdbewegingen in VlaanderenEen onderzoek bij groepen, leiding en ledenUitvoerder: Universiteit Gent – Vakgroep SociologiePeriode: oktober 2009 – oktober 2010

• 22

Opzet onderzoekGrootschalige bevraging:185 groepen gecontacteerd1.551 leiders/leidsters815 leden

Focusgroepen over thema’s als eigenheid, ouders, diversiteit, motivatie, inspraak…

• 23

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/publicaties_jeugdbewegingsonderzoek.aspx

Belangrijkste conclusiesMeer dan de helft van de groepen voelt een toename aan in het afhaken van leden en leiding. Maar strookt niet met realiteit: cijfers tonen stabiliteit.

92% van de groepen heeft lokalen die ze te allen tijde vrij kunnen betreden. 81% heeft voldoende vrije ruimte in de onmiddellijke omgeving.

1/5de vindt de lokalen onvoldoende groot en kampt veiligheidsproblemen. Dit is negatief gerelateerd aan de grootte van de groepen.

• 24

Belangrijkste conclusies‘Erfelijk karakter: 80% van de leiding heeft tenminste één ouder die lid was van een jeugdbeweging (stijging van 10% tov 1991).

Meeste leden komen nog steeds uit intacte gezinnen waarbij ouders hoger opgeleid zijn en tewerkgesteld.

Toch meer kansengroepen actief binnen de jeugdbewegingen dan door de hoofdleiding wordt ingeschat. Niet zonder belang: als het niet zichtbaar is wordt er ook minder rekening mee gehouden.

• 25

Belangrijkste conclusiesVorming werkt. Doorgedreven lokaal beleid werpt duidelijk vruchten af. Het subsidiëren van gevolgde vormingen heeft duidelijk effect.

Weinig jeugdbewegingen ingebed in netwerken die hun eigen werking overstijgen (vaak enkel jeugdraad).

• 26

Jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare

kinderen en jongerenUitvoerder: KATHO Hogeschool en Universiteit GentPeriode: februari 2012 – voorjaar 2013

• 27

Opzet onderzoekBevraging van representatieve selectie:40 werkingen40 coördinatoren158 beroepskrachten95 vrijwilligers208 jongeren tussen 14 en 16 jaar

• 28

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/publicaties_jeugdwerkMKKJ.aspx

Belangrijkste conclusiesFoto samenstelling doelgroep:

• 29

Belangrijkste conclusiesProjectsubsidies voor kortlopende projecten die (deels) ten koste gaan van meer structurele subsidies voor de dagelijkse werking hebben een negatief effect op de geleverde kwaliteit.

Nood aan een betere dialoog waarbij lokaal bestuur duidelijk maakt welke effecten ze wensen en waarbij de organisaties de mogelijkheid krijgen om uit te leggen wat haalbaar is.

Stel de jongere centraal. Lokaal beleid vertrekt te vaak vanuit maatschappij en de aanpassing van de jongere daaraan (overlast- en preventieverhaal).

• 30

Belangrijkste conclusiesInvesteer in professionalisering van de werking. Organisaties zonder beroepskrachten doen het minder goed op vlak van de tevredenheid van de jongeren.

Geef aandacht aan infrastructurele tekortkomingen. Dit is gelinkt aan het grote verloop van beroepskrachten.

Investeer in een aanbod voor meisjes. De werkingen bereiken gemiddeld drie kwart jongens.

• 31

Jeugdhuizen in VlaanderenUitvoerder: Katholieke Hogeschool VIVES en VUBPeriode: februari 2013 – voorjaar 2014

• 32

Opzet onderzoekBevraging van representatieve selectie:85 jeugdhuizen73 verantwoordelijken245 vrijwilligers795 bezoekers114 beroepskrachten

Terugkoppeling via focusgroepen

• 33

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/publicaties_onderzoek_jeugdhuizen.aspx

Belangrijkste conclusiesFoto van de bezoekers:

• 34

Belangrijkste conclusiesGemiddelde aantal bezoekers

Activiteit: 118 - Instuif: 45Meer bezoekers als…

Infrastructuur ‘gezond’ isEr een beroepskracht isEr een sterke (grote) vrijwilligersploeg isEr cult./art. projecten lopenEr een betere relatie is met de buurt

4 op 10 jeugdhuizen bereikt jongeren uit meerdere steden/gemeenten

• 35

Belangrijkste conclusiesGemiddeld 17 vaste vrijwilligers per jeugdhuisMeer vrijwilligers als…

Er een beroepskracht isHet goed zit op vlak van infrastructuur, financiën, relatie buurt/lokale bestuurDe nadruk ligt op instuif (eerder dan feest, concert…), bieden van zinvolle vrijetijdsbesteding en het aanleren van verantwoordelijkheid

44% van de jeugdhuizen wil geen beroepskrachtVrees verlies spontaniteit/onafhankelijkheidHebben een eerder ‘traditioneel’, gesloten profiel:

Toog centraal, minder nadruk op activiteitenHechte band vrijwilligersMinder divers publiek

• 36

Speelpleinwerkingen inVlaanderen en Brussel

Uitvoerder: Kind en SamenlevingPeriode: januari 2014 – maart 2015

• 37

Opzet onderzoekGrootschalige bevraging:316 organisatoren van een gemeentelijke of particuliere speelpleinwerkingen109 animatoren

Belevingsonderzoek: Semi-participerende observaties bij 11 werkingen

• 38

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/publicaties_onderzoek_speelpleinwerkingen.aspx

Belangrijkste conclusies95% is actief in de maanden juli en augustus. Ongeveer de helft in de paasvakantie. Minder dan een kwart in de overige schoolvakanties.

Verschillende ‘speelsystemen’: gesloten of open aanbod. Speelkansen en vrijheid die kinderen op een speelpleindag ervaren wordt mee bepaald hoe flexibel met de systemen wordt omgesprongen.

2/3de hebben geen exclusieve infrastructuur ter beschikking, 37% vindt dit een belemmerende factor.

• 39

Belangrijkste conclusiesHet ideale speelterrein bestaat uit een veelheid en diversiteit aan speelzones. Slechts 1/3 beschikt over uitdagende buitenruimtes.

10% heeft een mobiele werking die vindplaatsgericht werkt.

¾ van de animatoren zijn meisjes. 58,8% komt uit het ASO, slechts 7,9% uit het BSO.

60% van de animatoren volgde een vorming.

• 40

Belangrijkste conclusiesEen hogere verloning hangt niet samen met een hogere tevredenheid. Inspraak in de werking wel.

Belangrijk obstakel is het feit dat het speelpleinwerk teveel tijd vergt: gemiddeld 9,5 uur per dag.

1/3 van de bezoekers zijn kleuters. Tieners ouder dan 12 jaar maken gemiddeld 10% van de bezoekers uit.

Kinderen van allochtone afkomst maken gemiddeld 17% uit. Kinderen uit kansarme groepen 14,8%. En kinderen met een beperking 6,7%.

• 41

Ouders en jeugdwerkUitvoerder: Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (Odisee)Periode: januari 2014 – juli 2015

• 42

Opzet onderzoekFocusgroepen: bevraging van sleutelfiguren uit het werkveld4 vrijwillige jeugdbegeleiders8 ondersteuners en begeleiders-beroepskrachten109 animatoren

Semigestructureerde interviews:19 moeders11 vaders18 jongeren

750 online ingevulde vragenlijsten door ouders47 face-to-face bevragingen bij kwetsbare ouders •

43

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/onderzoek_andereproj_jw_ouders.aspx

Belangrijkste conclusiesEen hogere verloning hangt niet samen met een hogere tevredenheid. Inspraak in de werking wel.

Belangrijk obstakel is het feit dat het speelpleinwerk teveel tijd vergt: gemiddeld 9,5 uur per dag.

1/3 van de bezoekers zijn kleuters. Tieners ouder dan 12 jaar maken gemiddeld 10% van de bezoekers uit.

Kinderen van allochtone afkomst maken gemiddeld 17% uit. Kinderen uit kansarme groepen 14,8%. En kinderen met een beperking 6,7%.

• 44

Belangrijkste conclusies70% van de ouders met een kind in een jaarwerking zou graag meer informatie krijgen over hoe het specifiek met hun kind gaat.

51% van de ouders geeft als reden voor niet-deelname aan jeugdwerk omdat de kinderen zelf niet willen. 27% schuift concurrentie met andere vrijetijdsactiviteiten naar voor.

Bij alle werkvormen komt meer informatie over de activiteiten in de top drie verbeterpunten van ouders voor (30% voor vakantiekampen tot 38% voor speelpleinwerkingen). Inspraak wordt niet gevraagd. •

45

Belangrijkste conclusiesTen aanzien van speelpleinwerkingen: beter (34%) en meer (37%) materiaal en opvang voor en na de activiteiten (32%).

Ten aanzien van de organisaties voor vakantiekampen: 36% wil deze graag goedkoper. 27% wil meer contact met de begeleiders en 26% wil vervoer van en naar het kamp.

Ten aanzien van jeugdjaarwerkingen: beter (25%) of meer (29%) materiaal, veiligere lokalen (24%).

• 46

Vrije tijd van kinderen en jongeren met een handicap

Uitvoerder: Artesis Plantijn Hogeschool AntwerpenPeriode: mei 2014 – juni 2015

• 47

Opzet onderzoekOnline bevraging bij 130 ouders

Groepsgesprekken met 72 kinderen en 36 jongeren

Online bevraging bij 213 vrijetijds- en jeugdwerkbegeleiders

• 48

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/onderzoek_andereproj_vrijetijd_handicap.aspx

Belangrijkste conclusies76,1% nam de afgelopen 2 jaar deel aan georganiseerde vrijetijdsactiviteiten.

Kinderen en jongeren met een beperking verschillen niet zoveel in wat ze doen op vlak van vrijetijdsbesteding van andere kinderen en jongeren.

78,8% ervaart drempels:Het bestaat niet in de omgeving (of vinden het niet)Werking staat niet voldoende openVervoer is een probleemDe uren passen nietOnvoldoende vertrouwen in de begeleiding •

49

Belangrijkste conclusiesDe invulling van de vrije tijd wordt vaak bepaald door een negatieve keuze.

Onvrije vrijetijdskeuze en vrijetijdsarmoede: velen doen weinig, weinigen doen veel.

Bedreigd in zelfontplooiing: ‘altijd over of voor ons, nooit met ons’.

Waar het lokale niveau vanuit zijn schaalniveau te klein is, zouden er ook op intergemeentelijk vlak initiatieven kunnen ontwikkeld worden.

• 50

Vrije tijd van jongeren die in voorzieningen of instellingen

verblijvenUitvoerder: Artesis Plantijn Hogeschool AntwerpenPeriode: januari 2015 – februari 2016

• 51

Opzet onderzoekBevraging bij:445 jongeren tussen 10 en 18 jaar in residentiële voorzieningen85 hulpverleners

• 52

http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/onderzoek_andereproj_vrijetijd_instelling.aspx

Belangrijkste conclusiesKwetsbare positie: bij aankomst hebben de meeste kinderen en jongeren geen georganiseerde vrijetijdsbesteding.

Plaatsing is jammer genoeg inboeten op vrije tijd en vrijetijdsbesteding. Slechts in 1 op 3 van de voorzieningen kan meer dan de helft van de toekomende jongeren de vroegere vrijetijdsbesteding verderzetten (praktische en financiële belemmeringen).

Sociale media is vaak nog de enige mogelijkheid voor contact met vrienden.

• 53

Belangrijkste conclusiesVrije tijd fungeert te veel als poortwachter en te weinig als bruggenbouwer. Het interne activiteitenaanbod in instellingen is vaak weinig gedifferentieerd. Zelden wordt actief gezocht naar een match tussen jongeren en vrijetijdsactiviteiten.

Samenwerking met het jeugdwerk is beperkt en functioneel. Deelname blijft minimaal.

• 54

Publicatie in het kader van een groter traject van afdeling Jeugd

‘Jeugdwerk in de stad’Regeerakkoord

“Het stedelijk jeugdwerk verdient bijzondere aandacht en aanpak”

Beleidsnota Jeugd: vermelding 3 initiatieven

Vervolg conferentie Jong in de Stad, met focus stedelijk jeugdwerkVerder inzetten op verzamelen en uitwisselen goede praktijkvoorbeelden in binnen- en buitenlandCriterium stedelijkheid bij beoordeling beleidsnota’s verenigingen

Jeugdwerk in de stad

Uitdagingen voor stedenVergroening, gezinsverdunning, migratie, toenemende diversiteit

Stedelijke kernen als bron van innovatieRol van jeugdwerk

Welke stedelijke jeugdwerkinitiatieven slaan aan bij kinderen en jongeren?Welke antwoorden kunnen vanuit het jeugdwerk geboden worden op de uitdagingen?Welke ondersteuning moet/kan er aan het jeugdwerk geboden worden?

Doel van het traject

Uitwisseling stimuleren tussen steden en jeugdwerk over de troeven en uitdagingenInspiratie bieden aan stedelijke besturen voor de komende legislatuur, met een focus op

Aanwezig jeugdwerkToegankelijk jeugdwerkDivers jeugdwerkKwaliteitsvol jeugdwerk

Stimulansen geven voor cross-sectoraal samenwerken

Doelgroep traject• Jeugdwerkinitiatieven actief in de steden

• Jeugdverenigingen die willen inzetten op stedelijkheid en/of dit reeds doen

• Politici en ambtenaren uit de steden en van het Vlaamse niveau die stedelijk jeugdwerk/kinderen en jongeren in hun focus hebben, direct of zijdelings

Verloop traject

• Stedelijkheid als criterium in de beleidsnota’s

• Brochure• Startmoment 27/09 met debat en

werksessies• 6-tal inspiratiemomenten• Intercity Youth Conference

Website: www.jeugdwerkindestad.be

Stedelijkheid?

• Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest• Grootsteden: Antwerpen en Gent• Regionale steden: Aalst, Brugge, Hasselt, Genk, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout • Provinciale steden: Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, Ieper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem

Heel breed! Stedelijkheid beperkt zich niet tot de kern van steden, maar ‘lekt’ naar randgebieden

Vlaamse Steden op de KaartGrootsteden Provinciale steden Regionale steden

Inhoud Brochure• Schets situatie Kinderen en Jongeren in de stad:

• Demografie + Projectie demografie• Kansarmoede• Migratieachtergrond• Scholing• Jeugdwerkloosheid

• Jeugdwerk in de stad• Definitie• Inventarisatie• Ondersteuning door stad• Participatie• Begeleiding in het jeugdwerk