Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen...

143
Aan de slag! Werken rond partnergeweld binnen de context van een CAW April 2008

Transcript of Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen...

Page 1: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag!

Werken rond partnergeweld binnen de context van een CAW

April 2008

Page 2: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Auteurs: Kris De Groof en medewerkers van CAW Metropool, CAW De Terp en CAW Hageland.

April 2008 2de druk

Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Diksmuidelaan 36 a 2600 Berchem 03 366 15 40 www.steunpunt.be

© 2008 – Steunpunt Algemeen Welzijnswerk vzw

Page 3: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Inhoudsopgave Deel 1

1. Inleiding ...........................................................................................2

2. Visie op de problematiek...................................................................3

3. Handleiding bij de methodiekomschrijving .......................................5

4. Onthaal: met welke verwachtingen komt een cliënt binnen in een CAW? ......................................................................................6

4.1. Er is geen duidelijke hulpvraag ....................................................................... 6 4.2. Hulpvraag van het volwassen slachtoffer van partnergeweld ............................... 6 4.3. Hulpvragen van de pleger van partnergeweld.................................................... 9 4.4. Hulpvragen van het koppel m.b.t. partnergeweld............................................. 10 4.5. Hulpvragen van de jongere rond partnergeweld .............................................. 11

5. Hoe cliënten begeleiden rond partnergeweld binnen de context van een CAW?.....................................................................13

5.1. Individueel begeleiden van een volwassen slachtoffer ...................................... 13

5.2. Individueel begeleiden van een pleger ........................................................... 15

5.3. Begeleiden van een kind of jongere ............................................................... 17

5.4. Begeleiden van een koppel of gezin ............................................................... 18

6. Literatuurlijst ..................................................................................20

Page 4: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 2

1. Inleiding

Dit werkstuk is ontstaan n.a.v. twee projecten: In Antwerpen namen CAW Metropool en CAW De Terp het initiatief voor het project ‘Ontwikkeling van een systeemgerichte methodiek inzake intrafamiliaal geweld in een residentiële context’. Dit project werd uitgevoerd met financiële steun van het Instituut voor Gelijkheid va Mannen en Vrouwen. In het kader van het project kregen de deelnemende opvangcentra een behoorlijke vorming (tien dagen) aangeboden, met de nadruk op het systeemgericht werken met cliënten rond partnergeweld. Daarnaast was het de bedoeling om op basis van deze vorming en literatuur een publicatie te maken, waarin hulpverleners uit opvangcentra concrete handvatten aangereikt krijgen om systeemgericht rond partnergeweld aan de slag te gaan. Hiervoor werd een samenwerking aangegaan met het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. Aanvankelijk was deze publicatie dus enkel gericht op de residentiële setting.

Bijna gelijktijdig stelde CAW Hageland aan het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk de vraag om voor hun CAW n.a.v. een vorming rond IFG een aantal concrete handvatten te bieden rond dit thema. Daarom besloten we om deze twee vragen samen te voegen en tot één document te komen, met bruikbare instrumenten voor alle eerstelijns diensten.

Dit handboek wil concrete handvatten aanreiken rond hoe hulpverleners kunnen omgaan met (vermoedelijke) situaties van partnergeweld en dit zowel in onthaal als in begeleiding, zowel in een ambulante als residentiële context.

Met dit handboek willen we een methodisch kader aanreiken, waarin een visie en een theoretisch kader wordt gekoppeld aan specifieke instrumenten. Hiermee willen we hulpverleners ondersteunen in het werken met de problematiek van partnergeweld. Op deze manier hopen we ook hulpverleners over hun koudwatervrees, die er zeker nog is, heen te helpen.

Tijdens de vorming die in het kader van het project te Antwerpen werd georganiseerd stelden we bovendien nog een aantal hiaten in deskundigheid vast. Zo is er tot op heden weinig ervaring in het werken met allochtone gezinnen m.b.t. partnergeweld. Ook de aanpak van intrafamiliaal geweld in multiproblem-gezinnen is niet eenvoudig. Dit terwijl deze cliëntgroepen een belangrijk deel van de populatie van het algemeen welzijnswerk uitmaken. Hier moet in de toekomst zeker verdere aandacht aan besteed worden.

Page 5: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 3

2. Visie op de problematiek

We vertrekken in dit document vanuit een contextuele kijk op geweld. Dit betekent dat we ervoor pleiten om, waar mogelijk en relevant de andere (partner, kinderen,…) betrokken wordt in de hulpverlening. Dit betekent niet dat de andere altijd ‘in persoon’ bij de hulpverlening moet betrokken worden. De problematiek van partnergeweld gaat immers ook altijd over macht. Indien het machtsonevenwicht te groot is, is het werken met het koppel niet mogelijk. In deze situaties moet andere sporen bewandeld worden.

Vanuit deze visie kiezen we ervoor in dit document niet te spreken over mannen en vrouwen maar wel over slachtoffer en pleger, over ‘partners’, over de ‘cliënt’. We gaan er immers vanuit dat niet elk slachtoffer een vrouw is, en niet elke pleger een man. Bovendien zijn we van mening dat niet elke vorm van partnergeweld in een zuiver slachtoffer- en plegerschap kan ingedeeld worden, maar dat er vaak sprake is van een dynamiek bij partnergeweld1. Hierin hebben we het over de communicatiepatronen en rolpatronen die de relatie kenmerken. We kunnen het aandeel van beide partners hierin op een continuüm plaatsen:

• Inter-persoonlijke dynamiek: Het ene uiterste van het continuüm is volledig inter–persoonlijk. Het gaat hier om relaties waarbij het geweld een echt samenspel is tussen de twee partners. Het koppel wordt als het ware ‘partner in de escalatie’. Het is op dit uiteinde van het continuüm dat men kan spreken van een aandeel van beide partners. We zien dat er in deze relaties een vicieuze cirkel bestaat, een spiraal van geweld, met drie fasen: de spanningsopbouwfase, de escalatie van het geweld en de honeymoon-fase. Wanneer er hier niet wordt ingegrepen, het koppel geen hulp zoekt, wordt deze cirkel steeds sneller doorlopen en kan men spreken van een neerwaartse spiraal. Zo blijft het geweld voortduren.

• Intra-persoonlijke dynamiek: Op het andere uiteinde van het continuüm bevinden zich de koppels waarbij één van de partners een psychiatrische problematiek heeft. Hier wordt de relatie vnl. beïnvloed door de intra-persoonlijke factoren van deze partner. In deze situaties kunnen we meestal niet spreken van een dynamiek tussen twee partners.

Afhankelijk van de plaats op het continuüm waarop het koppel zich bevindt, kan men verschillende aanknopingspunten voor de hulverlening distilleren. Wanneer het koppel zich op het uiteinde van de inter-persoonlijke dynamiek bevindt, ligt de focus voor de oplossing op beide partners. Wanneer het desbetreffende koppel zich op het uiteinde van de intra-persoonlijke dynamiek bevindt, kan de focus van de hulpverlening divers zijn, zal de focus vermoedelijk meer liggen op het individueel werken. Werken met het koppel is hier niet altijd mogelijk en soms af te raden.

In dit document vonden we het ook belangrijk rekening te houden met de consequenties van het geweld voor de kinderen. Werken rond partnergeweld betekent immers niet alleen werken met de volwassene(n) die voor je zitten, maar ook de kinderen in beeld brengen. Dit in beeld brengen moet de hulpverlener voor zichzelf doen, om de risico’s rond veiligheid voor de kinderen in te schatten, maar ook voor de ouders. Ervaring leert ons dat ouders in het conflict vaak weinig bezig zijn met wat dit met de kinderen doet. Vanuit een niet-veroordelende bevraging worden ouders zich meer bewust van wat dit geweld met hun kinderen doet.

Intrafamiliaal geweld is een complex thema. Cliënten die geconfronteerd worden met geweld in het gezin zijn vaak geen hulpvragers, maar wel signaalgevers. De hulpverlener die ermee aan het werk wil moet over heel wat kennis beschikken van geweld en van de factoren die de gevolgen van geweld binnen het gezin beïnvloeden. Dit is nodig om het thema te herkennen en signalen te interpreteren.

Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener die met geweld wil werken moet eigen ervaringen rond geweld, en eigen waarden en normen m.b.t. geweld goed kennen. Deze kennis zal een goede hulpverlening verbeteren en helpt de hulpverlener om aan te geven welke geweldsituaties hij wel/(nog) niet aankan. Het is immers een illusie dat elke hulpverlener alles aan moet kunnen.

1 Hulpverlening in Antwerpen (2007). Visietekst intrafamiliaal geweld. Provincie Antwerpen, o.l.v. provinciaal coördinator Geweld en Slachtofferbeleid, februari 2007.

Page 6: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 4

We willen beklemtonen dat een goede aanpak van intrafamiliaal geweld in het algemeen, en partnergeweld in het bijzonder, een nauwe samenwerking tussen verschillende sectoren vraagt. Netwerken opzetten rond dit thema zijn dus een noodzakelijke voorwaarde om partnergeweld effectief aan te pakken. Dit werkstuk kan ook een hulpmiddel zijn voor het CAW om een afbakening in opdrachten te maken: wat behoren we te doen? Wat nemen we op, en wat nemen we niet op? Ook kunnen er intern in het CAW afspraken gemaakt worden tussen werkingen over wie wat doet. Daarnaast moeten andere organisaties betrokken worden, die eveneens hun eigen opdrachten en taken rond dit thema uitklaren.

Tot slot zijn we van mening dat het juridisch luik en het werken rond veiligheid essentiële doelstellingen zijn in elke aanmelding en begeleiding rond partnergeweld. We pogen via dit werkstuk hier informatie en instrumenten rond aan te reiken.

Page 7: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 5

3. Handleiding bij de methodiekomschrijving

Dit werkstuk bestaat uit twee documenten: een draaiboek en bijlagen.

Het eerste document (datgene wat u nu aan het lezen bent) is het draaiboek. Dit draaiboek bevat twee kolommen. De eerste kolom geeft aan welke vragen er binnen onthaal kunnen worden gesteld rond partnergeweld, en welke doelstellingen bij begeleiding aan bod kunnen komen en dit bij verschillende doelgroepen: volwassen slachtoffers, plegers, gezinnen, koppels en jongeren. Hierbij vermelden we eveneens belangrijke aandachtspunten. Doorheen het draaiboek verwijzen we naar bijlagen die bij de eerste kolom aansluiten.

Het tweede document bestaat uit de bijlagen, die bestaan uit drie onderdelen: theoretische achtergrondinformatie (Wat vertelt de literatuur over partnergeweld?), methodieken (Wat zijn bruikbare methodes om bij bepaalde doelgroepen te gebruiken?) en werkinstrumenten (Wat zijn praktische oefeningen om rond een bepaalde doelstelling of thema met de cliënten ‘aan de slag’ te gaan?). We deden ons best om daar waar mogelijk overlap tussen de bijlagen te vermijden. Maar sommige bijlagen hebben verschillende functies, vb. de spiraal van geweld is zowel belangrijke achtergrondinformatie in het werken rond partnergeweld als een instrument dat kan gebruikt worden om inzicht te verwerven bij de cliënt(en).

We maken in de bijlagen een onderscheid tussen zaken die basis zijn, die je altijd moet toepassen, en zaken die je eventueel bijkomend kan gebruiken. We doen dit door in het eerste document de basiszaken in vet te zetten; de bijkomende zaken zetten we in een gewoon lettertype.

Het merendeel van deze informatie komt uit ‘belangrijke literatuur rond partnergeweld’: ‘De Aanpak’ van Transact, ‘Intieme Oorlog’ van Justine Van Lawick en Martine Groen, en ‘Handelen bij mishandeling- een handleiding voor hulpverleners bij geweld in de relatie’ van Transact. We kozen er expliciet voor om dit werkstuk te maken op basis van reeds bestaande literatuur, omdat hierin de werkbaarheid van de methodieken en instrumenten reeds werd bewezen. Waar nodig werd dit verder aangevuld met vormingsmateriaal (o.a. uit de gegeven vorming in de betrokken CAW’s).

Dit werkstuk heeft als opzet een aantal concrete handvatten aan te reiken rond partnergeweld. We hebben zeker niet de bedoeling om volledig te zijn. Dat is immers een onmogelijke opdracht. Wel hebben we getracht een aantal belangrijke methodieken te beschrijven voor de hulpverleners in een eerste lijnsdienst.

Tot slot zijn we er ons van bewust dat de manier waarop we zaken beschrijven in dit werkstuk in de realiteit zelden zo perfect verlopen. De realiteit is immers altijd zoveel complexer. We proberen waar mogelijk te nuanceren, o.a. via het formuleren van aandachtspunten. Werken met partnergeweld (en dit geldt ook voor andere thema’s in de hulpverlening) vraagt naast methodieken en instrumenten een grote portie flexibiliteit en ervaring. De aangereikte methodieken moeten telkens opnieuw op maat vertaald worden naar de concrete cliëntsituaties. Dit is een proces van vallen en opstaan, elke hulpverlener zal, vanuit de persoon die hij is, met de bagage en ervaring die hij heeft, op zoek moeten gaan naar het gepaste antwoord op de vraag van de cliënt die voor hem zit. In die zin beseffen we terdege dat dit werkstuk MAAR een hulpmiddel is. En willen we dat dit werkstuk rendeert, dan zal er geïnvesteerd moeten worden in training van hulpverleners.

Page 8: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 6

4. Onthaal: met welke verwachtingen komt een cliënt binnen in een CAW?

De verwachtingen t.a.v. de hulpverlening m.b.t. geweld kunnen erg verschillen per doelgroep: een slachtoffer kan andere verwachtingen hebben t.a.v. de hulpverlening dan een pleger. Soms zijn de verwachtingen van de cliënt niet altijd even duidelijk. We zetten hier de verschillende mogelijkheden op een rij: onduidelijke hulpvraag, hulpvragen van een volwassen slachtoffer, een pleger, een koppel en een jongere.

4.1. Er is geen duidelijke hulpvraag

Cliënten komen niet altijd met een duidelijke hulpverleningsvraag bij ons toe. Soms weten ze niet goed waarom ze komen, komen ze met een praktische vraag of worden ze ‘gestuurd’ door anderen. Bij partnergeweld is dit vaak het geval, en dit bij alle doelgroepen die geconfronteerd worden met geweld (slachtoffers, plegers, …). Het is belangrijk hier in het onthaal rekening mee te houden, zodat je weet hoe je deze hulpverleningsvraag kunt ‘activeren’.

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Werken met onduidelijke hulpvraag? (deel 2-pag 32)

• Signalen van partnergeweld (deel 2-pag 35)

4.2. Hulpvraag van het volwassen slachtoffer van partnergeweld

Volwassen slachtoffers hebben verschillende hulpverleningsvragen. Afhankelijk van deze hulpvraag zijn er specifieke methodieken nodig. We lichten deze hieronder toe.

Slachtoffer wil over het geweld praten

HULPVRAGEN:

PAK DE SIGNALEN VAN GEWELD OP.

PRAAT MET MIJ OVER WAT MIJ OVERKOMT EN WAT IK KAN

DOEN.

HELP MIJ HET GEWELD TE STOPPEN.

AANDACHTSPUNTEN:

ERKENNING GEVEN:

Slachtoffers praten vaak voor het eerst over geweld. Ze zijn DAN ook opgelucht eindelijk te kunnen praten over geweld, het lucht op. Sommige slachtoffers schrijven hun ervaringen op. In een opvangcentrum ligt de problematiek van geweld vaak vanaf het begin van de begeleiding op tafel. Slachtoffers praten vaak voor de eerste keer over het geweld en erkenning geven is een belangrijk element om tot vertrouwen te komen.

MEERZIJDIGE PARTIJDIGHEID:

Meerzijdige partijdigheid houdt in dat de belangen van alle betrokkenen even sterk.

meewegen. Het betekent niet per se dat alle belangen ook even sterk behartigd worden.

BASIS SLACHTOFFER:

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Geweldspiraal (deel 2-pag 4)

• Gevolgen van partnergeweld (deel 2-pag 8)

• Signalen van geweld (deel 2-pag 35)

• Typologie van slachtoffers en plegers van partnergeweld (deel 2-pag 39)

METHODIEKEN:

• Bespreekbaar stellen en ontrafelen van geweld (deel 2-pag 50)

• Werken rond geweldspiraal (deel 2-pag 60)

• Werken rond veiligheid (deel 2-pag 54)

• Juridische mogelijkheden overlopen (nog niet volledig) (deel 2-pag 10)

Page 9: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 7

In deze eerste fase is het nodig, maar zeker niet gemakkelijk om de openheid te behouden om vanuit een meerzijdige partijdigheid, samen met de partner rond geweld te werken.

AANKLAMPENDE HULPVERLENING:

Soms ervaart het slachtoffer de situatie niet als onveilig, terwijl de hulpverlener deze objectief gezien wel onveilig vindt. Het is dan onze taak als hulpverlener om onze beleving hierover te benoemen. Deze veiligheid moet met de cliënt besproken worden, en zoveel mogelijk gegarandeerd worden.

VERANTWOORDELIJKHEID NEMEN:

Er moet met een slachtoffer van bij het onthaal al gewerkt worden rond het opnemen van verantwoordelijkheid van eigen veiligheid en deze van eventuele kinderen. Dit wil niet zeggen dat dit op een beschuldigende manier moet gebeuren (het slachtoffer draagt geen verantwoordelijkheid rond het plegen van geweld), maar dat het veiligheidsaspect wel uitvoerig moet bekeken worden, en dat er samen met het slachtoffer moet nagegaan worden waar deze veiligheid kan ingebouwd worden.

Slachtoffer wil bij partner blijven

HULPVRAGEN:

HELP MIJ HET GEWELD TE STOPPEN

HELP MIJ DE CIRKEL TE DOORBREKEN MET BEHOUD VAN

MIJN RELATIE

GEEF MIJ (EN DE KINDEREN) BESCHERMING

AANDACHTSPUNTEN:

GESPREK MET BEIDE PARTIJEN:

Na een geweldpleging beloven en geloven plegers vaak geen geweld meer te gebruiken. Alleen deze belofte is vaak niet voldoende. Als het slachtoffer naar aanleiding van beloftes bij de partner wil blijven of terug wil, moet er zeker getracht worden nog gesprekken met beiden op te starten. Afspraken kunnen gemaakt worden en eventueel op papier meegegeven worden. In de bijlage worden indicaties en tegenindicaties voor het betrekken van derden bij een individuele begeleiding besproken.

VEILIGHEID BESPREKEN

VEILIGHEID VAN DE KINDEREN BESPREKEN:

Als het slachtoffer terugkeert naar een onveilige situatie voor haar kinderen, moet dit besproken worden met het slachtoffer. Ook getuige zijn van geweld heeft immers gevolgen voor de kinderen.

BASIS SLACHTOFFER, AANGEVULD MET:

METHODIEK:

• Motiveringsgesprekken om anderen te betrekken bij individuele gesprekken (deel 2-pag 73)

Page 10: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 8

Dit kan een te gebruiken argument zijn indien deze terug wil keren naar de pleger. Hier heeft de dienst in eerste instantie de verantwoordelijkheid voor het belang van de kinderen kiezen, en dit zo bespreekbaar te stellen met de ouders.

Slachtoffer wil (tijdelijk) weg bij zijn/haar partner

HULPVRAGEN:

IK WIL EEN TIME OUT EN ZELF (TIJDELIJK) HET HUIS UIT

IK WIL VEILIGHEID, DAN WEL BESCHERMING, DAN WEL

WEG

IK WIL DAT HIJ/ZIJ HET HUIS UITGAAT, DAN WEL

WEGBLIJFT

IK WIL EEN EIGEN LEVEN ZONDER ANGST OPBOUWEN

AANDACHTSPUNT:

MEERZIJDIGE PARTIJDIGHEID:

De beslissing om al dan niet bij de partner te blijven is vaak een momentopname, het beslissingsproces verloopt niet rechtlijnig: cliënt komt soms terug op eerdere beslissingen, keert soms terug zonder overleg met de hulpverlener, neemt zelf contact op met de pleger,… Hoe duidelijker de consequenties worden van de keuze om de partner te verlaten, hoe onzekerder het slachtoffer vaak wordt over deze keuze.

BASIS SLACHTOFFER, AANGEVULD MET:

METHODIEK:

• Actuele contact van het slachtoffer met de pleger (deel 2-pag 75)

INSTRUMENT:

• Besluit over de relatie (deel 2-pag 98)

Slachtoffer loopt levensgevaar

HULPVRAGEN:

GEEF MIJ BESCHERMING EN EEN VEILIGE PLEK OM TE

WONEN

AANDACHTSPUNTEN:

VEILIGHEID BESPREKEN:

Bij deze cliënten is het uitermate belangrijk het veiligheidsaspect zorgvuldig en grondig door te nemen.

ACTIE ONDERNEMEN:

Op basis van wat er besproken werd m.b.t. de veiligheid onderneemt het slachtoffer en/of de hulpverlener de nodige stappen. Juridische mogelijkheden bespreken hoort hier zeker bij. Het slachtoffer voldoende ondersteunen en inschatten wat zijn of haar mogelijkheden zijn is hierbij zeer belangrijk.

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Routekaart IFG (deel 2-pag 22)

• Procedure gevaar voor integriteit (sectortekst deel 2-pag 19, toegepast per CAW)

Slachtoffer doorverwijzen naar Vluchthuis, politie en/of motiveren te verhuizen naar een andere stad.

Page 11: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 9

Slachtoffer wordt achtervolgd door zijn/haar (ex-) partner of zijn/haar familieleden (stalking)

HULPVRAGEN:

HOE BEWANDEL IK DE JURIDISCHE WEGEN OM HET

STALKEN TE STOPPEN?

HOE KAN IK DOOR EEN VERANDERENDE OPSTELLING

BIJDRAGEN AAN HET STOPPEN VAN STALKEN?

HELP MIJ BIJ HET STOPPEN VAN STALKEN.

METHODIEKEN:

• Werken rond veiligheid (deel 2-pag 54)

• Werken rond stalking (deel 2-pag 77)

Slachtoffer blijft de gevolgen ondervinden van relationeel geweld in het verleden

HULPVRAGEN:

HELP MIJ HET RELATIONEEL GEWELD IN HET VERLEDEN TE

VERWERKEN.

Slachtoffer intern of extern doorverwijzen naar dienst die rond verwerkingproblematiek werkt, binnen een CAW of naar CGGZ.

4.3. Hulpvragen van de pleger van partnergeweld

Pleger wil over het geweld praten

HULPVRAGEN:

PAK DE SIGNALEN VAN GEWELD OP.

PRAAT MET MIJ OVER WAT MIJ OVERKOMT EN WAT IK KAN

DOEN.

HELP MIJ HET GEWELD TE STOPPEN.

AANDACHTSPUNTEN:

VEROORDEEL HET GEWELD MAAR NIET DE PERSOON:

Het is belangrijk duidelijk te zijn dat geweld niet kan. Anderzijds is het hierbij belangrijk het geweld, maar niet de pleger te veroordelen (wel het gedrag, niet de persoon).

BESPREKEN VAN VEILIGHEID:

Het is belangrijk ook met de pleger te bespreken wat de veiligheidssituatie is, en hoe hij of zij deze kan verbeteren.

DE HULP IS GEVRAAGD OF AANVAARD:

Er kan maar met een cliënt gewerkt worden als hij minstens de hulpverlening aanvaard. Bovendien moet er in voldoende mate verantwoordelijkheid opgenomen worden voor het geweld.

MEERZIJDIGE PARTIJDIGHEID:

Ook deze individuele gesprekken moeten vanuit de meerzijdige partijdigheid gevoerd worden, waarin niemand veroordeeld wordt.

BASIS PLEGER:

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Gevolgen van partnergeweld (deel 2-pag 8)

• Signalen van geweld (deel 2-pag 35)

• Geweldspiraal (deel 2-pag 4)

• Typologie van slachtoffers en plegers van partnergeweld (deel 2-pag 39)

METHODIEKEN:

• Bespreekbaar stellen en ontrafelen van geweld (deel 2-pag 50)

• Werken rond geweldspiraal (deel 2-pag 60)

• Werken rond veiligheid (deel 2-pag 54)

• Diagnostische gesprekken (deel 2-pag 49)

Page 12: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 10

Pleger wil bij partner blijven

HULPVRAGEN:

HELP MIJ HET GEWELD TE STOPPEN.

HELP MIJ DE CIRKEL TE DOORBREKEN MET BEHOUD VAN

MIJN RELATIE.

BASIS PLEGER, AANGEVULD MET:

METHODIEKEN:

• Opbouw van kwaadheid (deel 2-pag 61)

• Motiveringsgesprekken om anderen te betrekken bij individuele gesprekken (deel 2-pag 73)

Pleger doorverwijzen naar dienst die werkt rond stalking en verwerking, binnen CAW of CGGZ.

Slachtoffer is weg bij pleger, maar pleger kan dit niet accepteren

HULPVRAGEN:

HELP ME DE CIRKEL TE DOORBREKEN.

HELP ME BIJ HET VERWERKEN VAN DEZE SCHEIDING.

Pleger is weg bij slachtoffer, maar slachtoffer kan dit niet accepteren en blijft contact met pleger onderhouden tot deze terug komt

HULPVRAGEN:

HELP ME MET DEZE SITUATIE OM TE GAAN.

HELP ME MIJN PARTNER TE MOTIVEREN OM MEE IN

HULPVERLENINGSPROCES TE STAPPEN.

4.4. Hulpvragen van het koppel m.b.t. partnergeweld

Koppel wil bij elkaar blijven

HULPVRAGEN:

HELP ONS HET GEWELD TE STOPPEN.

HELP ONS DE CIRKEL TE DOORBREKEN MET BEHOUD VAN

MIJN RELATIE.

WERK MET ONS AAN BESCHERMING (VAN ONSZELF EN DE

KINDEREN).

AANDACHTSPUNTEN:

• Veiligheid bespreken

• Voldoende aandacht besteden aan de kinderen

BASIS KOPPEL:

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Signalen van geweld (deel 2-pag 35)

• Geweldspiraal (deel 2-pag 4)

• Relatietypologieën bij partnergeweld (deel 2-pag 43)

METHODIEKEN:

• Bespreekbaar stellen en ontrafelen van geweld (deel 2-pag 50)

• Time out (deel 2-pag 64)

• Werken rond geweldspiraal (deel 2-pag 60)

Page 13: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 11

Koppel wil nagaan of ze bij elkaar willen blijven

HULPVRAGEN:

KLAAR MET ONS UIT OF WE BIJ ELKAAR WILLEN BLIJVEN OF

NIET.

HELP ONS HET GEWELD TE STOPPEN.

HELP ONS DE CIRKEL TE DOORBREKEN.

WERK MET ONS AAN BESCHERMING (VAN ONSZELF EN DE

KINDEREN).

BASIS KOPPEL, AANGEVULD MET:

INSTRUMENT:

• Besluit over de relatie (deel 2-pag 98)

METHODIEK:

• Continuering van het ouderschap (deel 2-pag 71)

Doorverwijzen naar diensten die werkt rond relatiebegeleiding en -middeling (eventueel in een CAW)

Koppel wil scheiden, maar zonder verdere conflicten

HULPVRAGEN:

HELP ONS HET GEWELD STOPPEN.

HELP ONS DE CIRKEL TE DOORBREKEN.

WERK MET ONS AAN CONSTRUCTIEVE AFSPRAKEN, OOK

M.B.T. DE KINDEREN.

Doorverwijzen naar dienst die scheidingsbemiddeling aanbiedt

(eventueel in een CAW)

4.5. Hulpvragen van de jongere rond partnergeweld

Jongere wil over geweld praten

HULPVRAGEN:

PAK DE SIGNALEN VAN GEWELD OP.

PRAAT MET MIJ OVER WAT MIJ OVERKOMT EN WAT IK KAN

DOEN.

HELP MIJ HET GEWELD TE STOPPEN.

IK WIL EROVER PRATEN MAAR IK WIL NIET DAT JE ACTIE

ONDERNEEMT NAAR ANDERE GEZINSLEDEN.

AANDACHTSPUNT:

LOYALITEITEN:

Met een jongere werken rond geweld betekent voldoende oog hebben voor loyaliteiten. Dit is bij IFG sowieso sterk aanwezig, maar bij deze doelgroep moet er voldoende aandacht besteedt worden aan de loyaliteiten die ze t.a.v. de verschillende gezinsleden hebben.

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Signalen van geweld (deel 2-pag 35)

• Geweldspiraal (deel 2-pag 4)

METHODIEKEN:

• Bespreekbaar stellen en ontrafelen van geweld (deel 2-pag 50)

• Werken rond veiligheid (deel 2-pag. 54)

Page 14: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 12

Jongere wil (tijdelijk) weg bij de ouders

HULPVRAGEN:

IK WIL EEN TIME OUT EN ZELF HET HUIS UIT.

IK WIL VEILIGHEID, DAN WEL BESCHERMING, DAN WEL

WEG.

IK WIL EEN EIGEN LEVEN ZONDER ANGST OPBOUWEN.

Jongere kent vriend(in) die betrokken is bij partnergeweld

HULPVRAGEN:

PRAAT MET MIJ OVER WAT ER GEBEURT EN WAT IK KAN

DOEN.

HELP MIJ HET GEWELD TE STOPPEN.

Page 15: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 13

5. Hoe cliënten begeleiden rond partnergeweld binnen de context van een CAW?

In dit onderdeel bespreken we de doelstellingen die aan bod kunnen komen bij het begeleiden van cliënten rond partnergeweld. De begeleiding bouwt verder op stappen gezet binnen onthaal. Dit betekent niet dat de achtergrondinformatie, methodieken en instrumenten die tijdens onthaal gebruikt worden niet als inspiratie kunnen dienen bij het begeleidingswerk.

We bespreken achtereenvolgens het begeleiden van een volwassen slachtoffer, een pleger, kind en een koppel/gezin.

5.1. Individueel begeleiden van een volwassen slachtoffer

Individueel begeleiden van een volwassen slachtoffer

SYSTEMATISEREN VAN DE BEGELEIDING

Een effectief middel om de in de hulpverlening opgedane inzichten en ervaringen bij de cliënt beter te laten beklijven, is het bijhouden van een werkmap. Een werkmap geeft de cliënt een duidelijk overzicht van waar hij/zij in de hulpverlening mee bezig is en welke vorderingen worden gemaakt. De werkmap biedt eveneens een goede en handige bewaarplaats voor het actieplan van het slachtoffer. Daarmee heeft het de functie van ‘hulpverleningsagenda’.

METHODIEKEN:

• Werkplan maken (deel 2-pag 76)

BASISINZICHT VERWERVEN IN EIGEN TRAUMATISERING

AANDACHTSPUNTEN:

ERKENNING GEVEN:

Voor je met een slachtoffer kan werken rond veiligheid en andere thema’s is het nodig het slachtoffer te erkennen in de benadeling die hij of zij ondervonden heeft.

MEERZIJDIGE PARTIJDIGHEID

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Gevolgen voor volwassen slachtoffer (deel 2-pag 9)

METHODIEKEN:

• Ideeën van de cliënt over de relatie (deel 2-pag 78)

Doorverwijzen naar een therapeut kan bij een lange geschiedenis van verschillende traumatiserende situaties mogelijkheden zijn (vb. naar een afdeling in CAW of CGGZ)

VERANTWOORDELIJKHEID NEMEN VOOR EIGEN VEILIGHEID

EN (WAAR KINDEREN ZIJN) DE VEILIGHEID VAN KINDEREN

AANDACHTSPUNT:

Duidelijke boodschap bij deze doelstelling is dat het slachtoffer verantwoordelijk is voor bewaken van de veiligheid (en die van kinderen), niet voor geweldpleging.

METHODIEKEN:

• Werken rond veiligheid (deel 2-pag 54)

• Werken rond stalking (deel 2-pag 77)

Page 16: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 14

BASISINZICHT VERWERVEN IN HET EIGEN AANDEEL IN DE

SITUATIE METHODIEKEN:

• Patronen van partnerkeuze (deel 2-pag 80)

• Opbouw van kwaadheid (deel 2-pag 61)

ORIËNTATIE KRIJGEN OP SITUATIE EN MOGELIJKHEDEN ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Geweldspiraal bij partnergeweld (deel 2-pag 4)

METHODIEKEN:

• Werken rond geweldspiraal (deel 2-pag 60)

INSTRUMENTEN:

• Helende brieven (deel 2-pag 120)

• Screeninstrument rond afhankelijkheid (deel 2-pag 106)

• Kwaliteitenspel (deel 2-pag 112)

BESPREKEN VAN DE INVLOED VAN GEWELD OP DE KINDEREN

De problematiek van partnergeweld heeft grote implicaties voor de kinderen uit de betrokken relatie en voor beide partners, m.n. voor de mishandelde partner die de veiligheid en het welzijn van die kinderen wil garanderen. Zowel wanneer de relatie opnieuw wordt hervat als wanneer één van beide of beide partners beslissen om uit elkaar te gaan is het bespreken van de verantwoordelijkheid rond het geweld, en het komen tot concrete afspraken om verder geweld te voorkomen nodig. Hierin nemen beide ouders hun verantwoordelijkheid als ouders naar de kinderen (opnieuw) in

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Gevolgen voor kinderen als getuige van geweld (deel 2-pag 8)

• Patronen in het betrekken van derden, waaronder kinderen in het conflict (deel 2-pag 47)

METHODIEKEN:

• Aandacht voor kinderen in de begeleiding (deel 2-pag 66)

• Continuering van het ouderschap (deel 2-pag 71)

WERKEN AAN ONDERLIGGENDE PATRONEN M.B.T. GEWELD INSTRUMENTEN:

• Zelfbeeld herstellen (deel 2-pag 101)

Doorverwijzen naar een therapeut kan bij een lange geschiedenis van verschillende traumatiserende situaties mogelijkheden zijn (vb. naar een afdeling in CAW of CGGZ)

Page 17: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 15

(VOORLOPIGE) BESLISSING NEMEN OVER HET AL DAN NIET

CONTINUEREN VAN DE RELATIE

Een groot deel van de slachtoffers in Vrouwenopvangcentra onderhoudt contacten met de (ex-)partner vb via GSM, door af te spreken met elkaar te schrijven, door elkaar via vrienden of familieleden boodschappen door te geven,…

In de meeste gevallen houden de slachtoffers die contact onderhouden met hun (ex-)partner dit contact geheim voor de hulpverlening. Zij vrezen dat als dit contact hun hulpverlening ter orde komt, zij met hun problematiek niet meer serieus zullen worden genomen of dat zij uit de opvangvoorziening zullen moeten vertrekken. Het op directe, open wijze bespreken van dit contact is dan ook vnl. binnen de residentiële setting aan de orde, en een te bespreken thema tijdens de begeleiding.

METHODIEKEN:

• Actuele contact van het slachtoffer met de (ex-)partner

AANDACHTSPUNTEN:

GESPREK MET BEIDE PARTIJEN:

In deze gesprekken kan nagegaan worden of het koppel al dan niet de relatie wil continueren.

Slachtoffers willen wanneer ze weg zijn bij de partner vaak rustig de tijd om na te gaan wat ze willen en hoe ze hieraan willen werken. Vaak is het ook zo dat, als slachtoffers een besluit hebben genomen om hun partner te verlaten, daar vele malen op terugkomen. Ook slachtoffers die beslist hebben hun relatie te continueren, komen herhaaldelijk op hun besluit terug omdat de situatie in hun relatie hen wederom te machtig wordt en/of omdat hun perspectief op verbetering weer verdwijnt. Er moet via de begeleiding ruimte geboden worden om te kunnen twijfelen en van gedachten te veranderen. De houding en visie van de begeleiding is hier mee bepalend.

METHODIEKEN:

• Motiveringsgesprekken om anderen te betrekken (deel 2-pag 73)

INSTRUMENT:

Besluit over de relatie (deel 2-pag 98)

5.2. Individueel begeleiden van een pleger

Individueel begeleiden van een pleger

SYSTEMATISEREN VAN DE BEGELEIDING METHODIEKEN:

• Werkplan maken (deel 2-pag 76)

VERANTWOORDELIJKHEID NEMEN VOOR VEILIGHEID

SLACHTOFFER EN EV. VEILIGHEID VAN KINDEREN

AANDACHTSPUNT:

Het is belangrijk ook met de pleger te bespreken wat de veiligheidssituatie is, en hoe hij of zij deze kan verbeteren.

METHODIEKEN:

• Werken rond veiligheid (deel 2-pag 54)

Page 18: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 16

BASISINZICHT VERWERVEN IN RISICOFACTOREN, MECHANISMEN EN GEVOLGEN VAN GEWELDDADIG GEDRAG

AANDACHTSPUNTEN:

VEROORDEEL HET GEWELD MAAR NIET DE PERSOON:

Het is belangrijk duidelijk te zijn dat geweld niet kan. Anderzijds is het hierbij belangrijk het geweld, maar niet de pleger te veroordelen (wel het gedrag, niet de persoon).

DE HULP IS GEVRAAGD OF AANVAARD:

Er kan maar met een cliënt gewerkt worden als hij minstens de hulpverlening aanvaard. Bovendien moet er in voldoende mate verantwoordelijkheid opgenomen worden voor het geweld.

MEERZIJDIGE PARTIJDIGHEID:

Ook deze individuele gesprekken moeten vanuit de meerzijdige partijdigheid gevoerd worden, waarin niemand veroordeeld wordt.

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Gevolgen voor volwassen slachtoffer (deel 2-pag 9)

METHODIEKEN:

• Opbouw van kwaadheid (deel 2-pag 61)

BESPREKEN VAN DE INVLOED VAN GEWELD OP DE KINDEREN

De problematiek van partnergeweld heeft grote implicaties voor de kinderen uit de betrokken relatie en voor beide partners, m.n. voor de mishandelde partner die de veiligheid en het welzijn van die kinderen wil garanderen. Zowel wanneer de relatie opnieuw wordt hervat als wanneer één van beide of beide partners beslissen om uit elkaar te gaan is het bespreken van de verantwoordelijkheid rond het geweld, en het komen tot concrete afspraken om verder geweld te voorkomen nodig. Hierin nemen beide ouders hun verantwoordelijkheid als ouders naar de kinderen (opnieuw) in.

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Gevolgen voor kinderen als getuige van geweld (deel 2-pag 8)

• Patronen in het betrekken van derden, waaronder kinderen in het conflict (deel 2-pag 47)

METHODIEKEN:

• Aandacht voor kinderen in de begeleiding (deel 2-pag 66)

• Continuering van het ouderschap (deel 2-pag 71)

Page 19: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 17

ORIËNTATIE KRIJGEN OP SITUATIE EN MOGELIJKHEDEN ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Geweldspiraal bij partnergeweld (deel 2-pag 4)

METHODIEKEN:

• Ideeën van de cliënt over de relatie (deel 2-pag 78)

INSTRUMENTEN:

• Screeninstrument rond afhankelijkheid (deel 2-pag 106)

• Kwaliteitenspel (deel 2-pag 112)

BASISINZICHT VERWERVEN IN EIGEN TRAUMATISERING

Inzicht verwerven in de patronen van geweld binnen de relatie is hier een belangrijk element om tot verwerking te komen en inzichten te krijgen om tot herstel te komen, met of zonder partner.

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Gevolgen voor kind als getuige van geweld (deel 2-pag 8)

METHODIEKEN:

• Patronen van partnerkeuze (deel 2-pag 80)

WERKEN AAN ONDERLIGGENDE PATRONEN M.B.T. GEWELD METHODIEKEN:

• Empathietraining (deel 2-pag 89)

• Herstel van zelfbeeld (deel 2-pag 101)

(VOORLOPIGE) BESLISSING NEMEN OVER HET AL DAN NIET

CONTINUEREN VAN DE RELATIE INSTRUMENT:

• Besluit over de relatie (deel 2-pag 98)

• Motiveringsgesprekken om anderen te betrekken (deel 2-pag 73)

5.3. Begeleiden van een kind of jongere

Begeleiden van een kind of jongere

OOK DE KINDEREN MOET DE MOGELIJKHEID GEBODEN

WORDEN OM OVER HET GEWELD TE PRATEN.

Wat kunnen we doen voor de kinderen:

• Aandacht geven: wat doet deze situatie met het gedrag van de kinderen?

• Erover praten met de kinderen

• Eventueel groepsbegeleiding organiseren

vb ‘let op de kleintjes’.

AANDACHTSPUNTEN:

DE MEESTE KINDEREN HEBBEN GEEN TRAUMATHERAPIE

NODIG MAAR WEL VEILIGHEID.

DE LOYALITEITEN MOETEN MET HEN BEKEKEN WORDEN

POLSEN NAAR WAT ZE ZELF NOG WILLEN.

METHODIEKEN:

• Aandacht voor de kinderen en werken met kinderen pag. (niet in bijlage):

• ‘Boos als een draak’, boek van Genetello, 2006 (niet in bijlage)

INSTRUMENTEN (niet in bijlage)

• Doos vol gevoelens

• Axendoos

• Kinderen helpen na een schokkende gebeurtenis’, boek van Slachtofferhulp, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk

Page 20: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 18

5.4. Begeleiden van een koppel of gezin

Begeleiden van een koppel of gezin

SYSTEMATISEREN VAN DE BEGELEIDING METHODIEKEN:

• Werkplan maken (deel 2-pag 76)

MET EEN KOPPEL OF GEZIN VERANTWOORDELIJKHEID

NEMEN ROND VEILIGHEID VOOR ALLE GEZINSLEDEN METHODIEKEN:

• Time out (deel 2-pag 64)

MET EEN KOPPEL CONCRETE PLANNING MAKEN M.B.T. RELATIEHERSTEL DAN WEL RELATIEBEËINDIGING

METHODIEKEN:

• Relatiegerichte hulp (deel 2-pag 68)

INSTRUMENT:

• Besluit over de relatie (deel 2-pag 98)

Het kan zijn dat partners bij het aangaan van de relatiegesprekken niet zeker weten of zij hun relatie willen continueren of beëindigen. Voor er aan relatiegerichte hulp gestart wordt moet eerst aan het uitklaren van deze beslissing gewerkt worden.

MET EEN KOPPEL WERKEN ROND GEWELD ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Geweldspiralen bij partnergeweld (deel 2-pag 4)

• Relatie tussen seksualiteit en geweld (deel 2-pag 46)

METHODIEKEN:

• Werken rond geweldspiraal (deel 2-pag 60)

MET EEN KOPPEL WERKEN ROND GEVOLGEN VAN GEWELD

VOOR DE KINDEREN

De problematiek van partnergeweld heeft grote implicaties voor de kinderen uit de betrokken relatie en voor beide partners, m.n. voor de mishandelde partner die de veiligheid en het welzijn van die kinderen wil garanderen. Zowel wanneer de relatie opnieuw wordt hervat als wanneer één van beide of beide partners beslissen om uit elkaar te gaan is het bespreken van de verantwoordelijkheid rond het geweld en het komen tot concrete afspraken om verder geweld te voorkomen nodig.

Hierin nemen beide ouders hun verantwoordelijkheid als ouders naar de kinderen (opnieuw) in.

ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Gevolgen van kind als getuige van partnergeweld (deel 2-pag 8)

• Patronen van het betrekken van anderen, waaronder kinderen in het conflict (deel 2-pag 47)

METHODIEKEN:

• Aandacht voor kinderen in de begeleiding (deel 2-pag 66)

Continuering van het ouderschap (deel 2-pag 71)

Page 21: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 19

MET EEN KOPPEL WERKEN AAN ONDERLIGGENDE PATRONEN ACHTERGRONDINFORMATIE:

• Relatietypologieën bij partnergeweld (deel 2-pag 43)

METHODIEKEN:

• Communicatietraining (deel 2-pag 82)

Patronen van partnerkeuze (deel 2-pag 80)

MET EEN GEZIN WERKEN AAN ONDERLIGGENDE PATRONEN METHODIEKEN:

• Gezinsbegeleidingen (deel 2-pag 95)

Page 22: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 20

6. Literatuurlijst

Castrel, A. (september 2004). Vorming vrijwilligers- gevaarsituaties die nog niet geweken zijn.

Cladder, H. (1999). Oplossingsgerichte korte psychotherapie. Swets & Zeitlinger, Lisse.

De Groof, K. en De Gendt. T. (red) (2007). Kans op Slagen. Een integrale kijk op geweld in gezinnen. Lannoo Campus, Leuven.

De Groof, K. (2005). Intrafamiliaal geweld. Naar een meer samenhangende aanpak. Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Berchem.

Dominicus, H. (22/05/2007). Overzicht justitiële interventiemogelijkheden op verschillende niveaus van de strafrechtsbedeling – Ontwerptekst. Ministerie van Justitie, Brussel.

Ganley, A., Schltechter S. (1996). Domestic Violence. A national curriculum for Child pretective Services Family Prevention Fund – Complication: Grager M. & Francis, R. of Family Services DVIP with ideas provided by clients.

Genetello, H. (2006). Vorming IFG, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk.

Genetello, H. (2006). Boos als een draak - kinderen en partnergeweld. Garant, Antwerpen.

Genetello (2007). Vorming i.k.v. project ‘Ontwikkeling van een systeemgerichte methodiek inzake intrafamiliaal geweld in een residentiele hulpverleningscontext’, gesubsidieerd door Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen.

Groen, (2001), Geweld en schaamte. Richtlijnen voor de eerstelijnshulpverlening bij relationeel geweld in gezinnen van migranten en vluchtelingen. Utrecht.

Hulpverlening in Antwerpen (2007). Visietekst Intrafamiliaal geweld. Provincie Antwerpen, o.l.v. provinciaal coördinator Geweld en Slachtofferbeleid, februari 2007.

Kesteloot, A., Van de Kerckhove, C. onder supervisie van Opdebeeck, S. (2004). Screeningsinstrument Afhankelijkheid bij gewelddadige relaties. Provincie Oost-Vlaanderen, Gent

Le Fevere de Ten Hove, M. (2002). Korte therapie, handleiding bij het ‘Brugse model’ voor psychotherapie, Garant.

Project Stop Huiselijk geweld Amsterdam. Werkgroep Zorg om jeugd/vroegsignalering. (oktober 2005). Amsterdams Protocol Kindermishandeling. Zorgsignalering en handelen bij (een vermoeden van) kindermishandeling

Slachtofferhulp, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (2003). Kinderen helpen na een schokkende gebeurtenis. Praktische ginds na een misdrijf of een plotseling overlijden. Lannoo, Tielt.

Stals, I. - Niet-gepubliceerde tekst werken rond veiligheid van slachtoffers voor politiediensten, politie Antwerpen, Berchem.

Time Out Project.(2006). Schema opbouw en kwaadheid. Vorming IFG, Berchem.

Van der Vlugt, I (1997). Handelen bij mishandeling – een handleiding voor hulpverleners bij geweld in de relatie Transact en Stichting Ambulante Fiom

Van Lawick, J. en Groen, M. (2005). Vorming Kern - Geweldspiraal bij plegers van partnergeweld, Sint-Niklaas.

Van Lawick, J. en Groen, M. (2005). Training Provincie Antwerpen m.b.t. partnergeweld., Berchem.

Van Lawick, J. en Groen, M (2003). Intieme oorlog. Over de kwetsbaarheid van familierelaties. Van Gennep, Amsterdam.

Van Outsem, R., m.m.v. Nico Van Oosten (2001). De aanpak – Systeemgerichte hulp bij geweld in relaties, , Transact, Fiom en Vrouwenopvang Overijssel

Workshop plegers van huiselijk geweld (2006),, Transact en Hannes, N (2007). Vorming IFG, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk.

Page 23: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 1 - Pag. 21

Vrouwenopvang Utrecht (2004-. Brochure ‘Op Eigen Kracht’ Ministerie van Justitie, Den Haag.

Vrouwenopvang Utrecht -(2002). Zorgprogramma Een Veilig thuis. Advies- en meldpunt een Veilighuis, Utrecht.

Page 24: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Inhoudsopgave Deel 2

THEORIE 1. Basisinformatie ........................................................................................ 3 1.1. Geweldspiralen bij partnergeweld .................................................................................4 1.2. Gevolgen van partnergeweld .......................................................................................8 1.3. Juridische informatie over partnergeweld.....................................................................10 1.4. Sectorprotocol integriteit stroomdiagram.....................................................................19 1.5. Routekaart intrafamiliaal geweld ................................................................................22 1.6. Risico-inschatting voor levensbedreigende situaties.......................................................28 2. Bijkomende informatie.............................................................................. 29 2.1. Tegenoverdracht bij partnergeweld.............................................................................30 2.2. Werken met een onduidelijke hulpvraag ......................................................................32 2.3. Signalen van partnergeweld ......................................................................................35 2.4. Typologieën van slachtoffers en plegers van partnergeweld............................................39 2.5. Relatietypologieën bij partnergeweld...........................................................................43 2.6. Relatie tussen seksualiteit en geweld ..........................................................................46 2.7. Patronen in betrekken van derden, waaronder kinderen, in het conflict ............................47 METHODIEKEN 3. Basismethodieken..................................................................................... 48 3.1. Diagnostische gesprekken met de pleger .....................................................................49 3.2. Bespreekbaar stellen en ontrafelen van partnergeweld ..................................................50 3.3. Werken rond veiligheid .............................................................................................54 3.4. Werken rond de geweldspiraal ...................................................................................60 3.5. Opbouw van kwaadheid ............................................................................................61 3.6. Time out.................................................................................................................64 3.7. Aandacht voor de kinderen in de begeleiding................................................................66 3.8. Relatiegerichte hulp..................................................................................................68 3.9. Continuering van het ouderschap ...............................................................................71 4. Bijkomende methodieken ......................................................................... 72 4.1. Motiveringsgesprekken om ander(en) te betrekken bij individuele begeleidingen ...............73 4.2. Het actuele contact van de cliënt met de (ex-)partner ...................................................75 4.3. Een werkplan maken ................................................................................................76 4.4. Werken rond stalking? ..............................................................................................77 4.5. Ideeën van slachtoffer en/of pleger over de relatie........................................................78 4.6. Patronen van partnerkeuze........................................................................................80 4.7. Communicatietraining...............................................................................................82 4.8. Empathietraining .....................................................................................................89 4.9. Gezinsbegeleidingen.................................................................................................95 INSTRUMENTEN 5. Basisinstrumenten .................................................................................... 97 5.1. Besluit over de relatie...............................................................................................98

Page 25: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 2

6. Bijkomende instrumenten....................................................................... 100 6.1. Herstel van het zelfbeeld......................................................................................... 101 6.2. Screeningsinstrument afhankelijkheid ....................................................................... 106 6.3. Kwaliteitenspel ...................................................................................................... 112 6.4. Het bespreekbaar stellen van geweld met bijzondere doelgroepen................................. 113 6.5. Helende brieven..................................................................................................... 120

Page 26: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 3

1. Basisinformatie

Page 27: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 4

1.1. Geweldspiralen bij partnergeweld1

Er zijn verschillende geweldspiralen bekend. We laten de twee meest courante geweldspiralen hieronder zien.

1 Uit Van Lawick, J. en Groen, M (2003). Intieme oorlog. Over de kwetsbaarheid van familierelaties. Van Gennep, Amsterdam.

1. hoge verwachtingen, het romantisch ideaal

2. waarnemen van verschillen, barsten in

het ideaal

3. slachtoffer komt voor zijn of haar

wensen op

4. pleger voelt zich aangevallen, gaat veroordelen, of trekt zich

boos terug

5. slachtoffer voelt zich verantwoordelijk en ‘redt’

situatie

6. pleger ontspant zich, herstel van de romantische

mythe

7. slachtoffer raakt gefrustreerd, boosheid

wordt verhuld

8. pleger raakt gefrustreerd en wordt

gewelddadig

9. slachtoffer raakt verstild, raakt geïsoleerd

en uit contact. Gevoel van verraad en rouw

10. pleger vreest verlies van contact en tracht dit te herstellen door controle en geweld. Gevoel van verraad en rouw

11. slachtoffer raakt meer en meer geïsoleerd en bevroren

dissociatie en splitsen

12. toenemende angst voor verlies van binding en controle bij de pleger, meer geweld, afsplitsen

van de gewelddadige acties

13. totaal disfunctioneren op alle niveaus van het systeem

Page 28: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 5

Toelichting bij de geweldspiraal2

1. Het romantisch ideaal Deze spiraal start met een romantisch ideaal van beide partners over hun relatie. De informatie over hoe ze elkaar leerden kennen, wat hen aantrok in elkaar, en hoe deze beginnende relatie verliep werpt een licht op de latere problemen. Mastenbroek (1995) geeft als waarschuwingsteken aan dat veel koppels waarbij later geweldpleging opduikt, vlug gingen samenwonen, meestal op aandringen van de pleger. Men gaat zeer snel een hoop verbintenissen aan met elkaar: “na een week woonden we al samen”, “hij wou direct beginnen aan kindjes”,… De partners bespreken nauwelijks met elkaar welke verschillen er tussen hen zijn en hoe ze hun leven samen willen inrichten. De focus ligt hier op gelijkheid: “we zijn één ziel”, “onze jeugd lijkt heel erg op elkaar”, in alles komen we overeen”,... Ze hopen dat deze partner alles goed zal maken wat er fout is gelopen in hun leven en gaan hierbij uit van een romantisch ideaal: “dit is de persoon voor wie ik de belangrijkste ben, die mij waardeert voor wie ik ben, mij geeft wat ik nodig heb en aan wie ik zal geven wat hij/zij nodig heeft”. We starten in het begin van een relatie allemaal met een romantisch ideaal, met het idee dat deze persoon perfect op ons potje gaat passen. Het verschil zit hem echter in de verwachting die we t.a.v. de ander hebben. Men gaat hier uit van een tekort uit de kinderjaren, waardoor de ander een onmogelijke opdracht krijgt. De verwachtingen zijn zo hoog, het beeld van de partner zo positief dat desillusie onafwendbaar is. Dit maakt dat er vaak in het begin van deze relaties al grensoverschrijdend gedrag wordt gesteld, maar dat men dit als positief ervaart: “hij was er altijd” “hij heeft mij geen minuut in de steek gelaten in die moeilijke periode” “zij zorgde en regelde alles” “ik was alleen nog met hem bezig, liet al mijn vriendinnen vallen”.

2. Barsten in het ideaal De verschillen worden in deze fase duidelijker. Dit betekent niet dat dit over grote verschillen hoeft te gaan, soms gaat het enkel over of iemand een ‘ochtend- of een avondmens’ is, dus ’s morgens graag vroeg opstaat of liever ’s avonds nog wat langer opblijft. Deze kleine verschillen zijn normaal wanneer de ‘roze bril’ die iedereen opheeft in het begin van de relatie langzaam realistisch kleurt. Het verschil bestaat er in, dat men gedesillusioneerd reageert op dit verschil; men is teleurgesteld dat de ander toch niet helemaal ‘past’ in het ideale plaatje.

3. Het slachtoffer begint een gesprek over de relatie en uit kritiek Wanneer het romantisch ideaal barsten begint te vertonen, tracht meestal het slachtoffer als eerste de relatieproblemen te bespreken. Hoe hij/zij dit doet hangt af van de communicatievaardigheden die het slachtoffer heeft, van het inlevingsvermogen in de ander en van de mate waarin hij of zij oplossingsvaardigheden ontwikkeld heeft.

4. De pleger reageert afwijzend en angstig-defensief Ze ervaren dit als een mogelijk verlies van liefde, hun trots wordt geraakt. Zowel de angst om de ander kwijt te raken als de angst om gedomineerd te worden door de ander spelen hierbij een rol. De angst om verlaten te worden heeft te maken met een heel kwetsbaar zelfgevoel, een vijandig wereldbeeld en/of jeugd-trauma’s. Deze plegers kunnen moeilijk geloven dat iemand hem of haar graag kan zien en bij hem/haar wil blijven, en krijgen hierdoor snel het gevoel dat hun partner niet meer van hen houdt en hen wil verlaten. Ze zullen echter nooit zeggen dat zij deze partner wanhopig nodig hebben om te weten wie ze zijn, en dat het vooruitzicht om alleen te zijn schrikwekkend is. De angst om gedomineerd te worden houdt verband met het beeld van een goede partnerrelatie. Mannelijke plegers van partnergeweld hangen meer dan andere mannen de visie aan dat “de” man de baas moet zijn, naar “de” vader geluisterd moet worden, huishoudelijke taken zijn alleen voor vrouwen, …

5. Het slachtoffer voelt zich verantwoordelijk en redt de relatie Hij/zij doet dit door woorden terug te nemen, de schuld op zich te nemen, eigen gevoelens te onderdrukken, en/of de mening van de pleger over te nemen. Slachtoffers binden dan in en vertonen gewenst gedrag om de relatie te herstellen.

2 De Groof, K. en De Gendt. T. (red) (2007). Kans op Slagen. Een integrale kijk op geweld in gezinnen. Lannoo Campus, Leuven.

Page 29: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 6

6. Ontspanning bij de pleger en herstel van de romantische mythe Door deze reddingsactie kan de pleger zich weer ontspannen. Hij of zij voelt zich in zijn waarde hersteld en kan weer vertrouwen in de liefde van zijn/haar partner. Dit roept bij de pleger aanhankelijk en toegewijd gedrag op, waardoor beiden zich weer (even) gelukkig voelen.

Deze eerste zes fasen kunnen gedurende een lange periode herhaald worden, zonder dat er geweld wordt gepleegd.

7. Het slachtoffer raakt gefrustreerd en wordt bedekt woedend Hij of zij gaat hierdoor echter zijn/haar eigen behoeften onderdrukken en de waarden van de pleger overnemen. Hierdoor laat het slachtoffer de kans schieten aan deze situatie hun eigen betekenis te verlenen en raken hierdoor meer en meer gefrustreerd. Zeuren, klagen, vertonen van psychosomatische klachten, geen zin meer in vrijen,… worden de enige manieren om nog bedekt verzet te tonen.

8. Pleger raakt meer en meer gefrustreerd en begint lichamelijk geweld te gebruiken Machteloosheid, gecombineerd met het niet met woorden gezegd krijgen, stress en schaamte leiden tot gebruik van geweld. Langzaam maar zeker loopt de spanning thuis op en vallen de eerste klappen.

Na fase 8 keert het koppel dus vaak terug naar een romantisch ideaal, en is er een herstel van de romantische mythe. Dit patroon van het romantisch ideaal naar een spanningsopbouw, geweldpleging en opnieuw herstellen van het romantisch ideaal is zeer kenmerkend voor geweld, en kan gedurende jaren verder gezet worden voor mensen een stap naar een derde zetten. Zowel slachtoffer als pleger schamen zich immers om het geweld, voelen zich tekortschieten, verbergen het geweld. Vaak neemt het slachtoffer de verantwoordelijkheid voor het geweld op zich, en/of probeert nieuw geweld te voorkomen door alerter, voorzichtiger te worden, en rechtstreekse confrontaties te vermijden. Hierdoor ontstaan een heleboel circulaire processen die het geweld en de conflicten mee in stand houden of verergeren. De macht die de pleger dacht te hebben door controle en geweld uit te oefenen slaat na verloop van tijd om in machteloosheid. Het slachtoffer trekt zich meer en meer terug en lijkt steeds ongelukkiger te worden. Zijn/haar gedrag geeft de pleger het gevoel niet te voldoen en hij heeft het gevoel alles fout te doen. Beiden komen na een zekere periode van geweld steeds meer los te staan van hun eigen emoties. Ze trekken zich in zichzelf terug, en beginnen dissociatieve kenmerken te vertonen. Het contact met de buitenwereld wordt meer en meer vermeden. Zowel het slachtoffer als de pleger rouwen om het verlies van het romantisch ideaal. Ze schamen zich voor de situatie waar ze zich in bevinden. Het wordt steeds moeilijker het geweld voor de buitenwereld verborgen te houden (Van Lawick, 2003).

Page 30: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 7

Geweldspiraal bij plegers3

3 Geweldspiraal bij plegers van partnergeweld. Uit vorming Justine Van Lawick en Groen (2005).

aantasting van het romantisch ideaal

extreme controle

ervaren van kritiek toenemende verlatingsangst

externaliseren van geweld en vragen om bevestiging

schaamte en zelfhaat

uitbarsting van geweld

oplopende woede, legitimering van geweld

fysiologische reacties

negatieve interpretatie

Page 31: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 8

1.2. Gevolgen van partnergeweld4

Gevolgen voor het jonge kind als slachtoffer en/of getuige Kinderen die getuige en/of slachtoffer zijn van geweld leven vaak jarenlang in een omgeving waarin bedreigingen dagelijkse kost zijn. Het aantal kinderen dat getuige is van intrafamiliaal geweld is overigens aanzienlijk groter dan het aantal effectief mishandelde kinderen. Als gevolg van het geweld ervaren kinderen een reeks van emoties en gevoelens. Kinderen die getuige en/of slachtoffer zijn van geweld kunnen erg geïsoleerd geraken, omdat ze als gevolg van de situatie thuis geen activiteiten kunnen ondernemen die passen bij hun leeftijd, zoals vriendjes mee naar huis nemen, of omdat ze lichamelijk verwaarloosd worden. Ze vallen hierdoor uit de toon bij de andere kinderen. Ze kunnen ook geïsoleerd geraken doordat ze stroever zijn in de omgang met anderen. Zij beschikken over minder vaardigheden om problemen in relaties op te lossen en kunnen zich moeilijk inleven in de gevoelens van anderen. Ook durven kinderen vaak niet of nauwelijks in opstand te komen tegen de ouder die hen mishandelt. Soms reageert een kind dat af door buitenshuis dwars en opstandig te zijn en in die situaties te bepalen wat wel en niet mag. Daarnaast kunnen kinderen zich terugtrekken en het contact met anderen zo veel mogelijk uit de weg gaan, waardoor zij in een isolement geraken. Niet alle kinderen die getuige en/of slachtoffer zijn van geweld komen in dergelijk sociaal isolement terecht. Drie factoren zijn bepalend: het aanpassingsvermogen van het kind, de steun vanuit de familie en de steun vanuit de omgeving (leerkracht, vrienden,…). Naast gedragsproblemen vertonen kinderen die slachtoffer en/of getuige zijn van geweld vaak psychosomatische klachten zoals pijn zonder aanwijsbare reden, hyperventilatie, hoofdpijn of buikpijn. Ook eet- en slaappatronen zijn vaak verstoord. Onder deze symptomen liggen emotionele reacties zoals boosheid en angst, die hun emotionele en sociale ontwikkeling in de weg staan (Baeten en Geurts, 2004).

Gevolgen voor de jongere als slachtoffer en/of getuige Voor vele jongeren is de puberteit een lastige periode die vooral in het teken staat van de ontwikkeling van de eigen identiteit, het aangaan van vriendschapsrelaties en van intieme en seksuele relaties. Getuige zijn van geweld tussen ouders is voor deze jongeren een bijkomende belasting, omdat zij geen voorbeeld krijgen van een evenwichtige en gelijkwaardige partnerrelatie. Zij lopen daardoor een grotere kans om zelf in een gewelddadige relatie terecht te komen, omdat zij onvoldoende vertrouwen hebben in zichzelf en in anderen om gelijkwaardige relaties aan te gaan en in stand te houden. Jongeren die getuige en/of slachtoffer zijn van geweld kunnen in drie groepen ingedeeld worden: een eerste groep ontwikkelt gaandeweg een dadergedrag, bij een tweede groep zien we systematisch slachtoffergedrag ontstaan en bij een derde groep jongeren zijn de gevolgen uitdovend. Voor de eerste twee groepen kan dit gepaard gaan met uiteenlopende problemen in de adolescentie en jongvolwassenheid. De ontwikkeling naar dader- en slachtoffergedrag kan zowel bij jongens als meisjes voorkomen. Een ontsporing in de richting van externaliserend dadergedrag (= dadergedrag gericht op de omgeving) komt veel vaker voor bij jongens. Dadergedrag bij meisjes situeert zich meestal in minder opvallende zones: verbaal geweld, pesten, emotionele verwerping. Ook geweld tussen broer en zus, of geweld van de jongere naar de ouders kan hier plaatsvinden. Het feit dat de ouders hier niet op reageren kan een indicatie zijn voor het aanwezig zijn van geweld tussen de ouders. De zoon die geweld pleegt geeft de omgeving een duidelijk signaal van een problematische verwerking van wat het geweld dat hij sinds zijn vroege kinderjaren overkomt of aanschouwt. Indien dit signaal niet opgepikt wordt is de kans groot dat de geweldcyclus voor deze jongere zich verder ontwikkelt (Adriaenssens, 1998). Wanneer een jongere met geweld van een gezinslid wordt geconfronteerd en de signalen niet ernstig worden genomen, slaagt deze er vaak niet in om weerstand te bieden tegen andere daders van geweld. Elke geweldpleging tast hun capaciteit om weerbaarheid op te bouwen verder aan. Deze ontwikkeling verhoogt het risico dat ze in contact komen met “redders”: partners die de kwetsbaarheid van deze jongeren (vaak meisjes) aanvoelen en zich vanuit hun eigen slachtofferrol aangetrokken voelen door datgene wat hun zo onbekend is, nl. het uiten van emoties. In de groep jongeren die getraind worden in slachtoffergedrag, scoren meisjes het hoogst. Zij vertonen vooral internaliserend gedrag zoals zelfverminking, zelfmoordgedachten, verslavingsproblemen en depressie. Jongens die in een slachtofferrol verzeilen maken een vergelijkbare ontwikkeling mee. Zij vormen een echter veel kleinere groep. De gevolgen op lange termijn kunnen zeer uiteenlopend zijn: van verstoord sociaal functioneren en psychosomatische klachten tot posttraumatische

4 De Groof, K. (2005). Intrafamiliaal geweld. Naar een meer samenhangende aanpak. Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Berchem.

Page 32: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 9

stresstoornissen, verslaving, depressie, van zelfverwonding tot zelfdoding, criminaliteit en overdracht van geweld (Adriaenssens, 1998). Uit verschillende onderzoeken (Dutton, 1994, Widom, 1989) blijkt dat mensen die in hun jeugd mishandeld zijn een groter risico lopen om later zelf ook gewelddadig te worden, dan mensen die geen geweldervaringen hebben. Toch moet men voorzichtig blijven met uitspraken over het voortzetten van geweld van de ene generatie naar de andere. Het behoort zeker tot de langetermijnrisico’s, maar het is niet altijd een dominant terugkerend patroon.

Gevolgen voor het volwassen slachtoffer Een gewelddadige relatie heeft een sterke invloed op het zelfbeeld van het slachtoffer. Het zelfbeeld en de levenskwaliteit worden ernstig aangetast door gevoelens van mislukking, vernedering en angst. Het slachtoffer ontwikkelt gaandeweg een laag gevoel van eigenwaarde en respect. Er kunnen diverse fysieke verwondingen toegebracht worden, gaande van lichte kneuzingen tot blijvende letsels en zelfs handicaps, als gevolg van het fysiek en seksueel geweld. Daarnaast vertalen de traumatische geweldervaringen zich vaak in psychosomatische klachten: slapeloosheid, eetstoornissen, hoofdpijn, hyperventilatie,… Depressie, angsten en fobieën kunnen optreden als gevolg van het verlies van controle over het eigen leven. De slachtoffers die het geweld ondergaan raken vaak geïsoleerd, omdat ze gaan “leven naar de feiten”: geen afspraken durven maken, geen relaties met anderen aangaan, geen initiatief nemen, met de woorden van de partner spreken. Het controlerende gedrag van de pleger en de schuld- en schaamtegevoelens van het slachtoffer versterken elkaar en maken het voor het slachtoffer erg moeilijk om naar buiten te komen (Franck en Van Lint, 2000). Omdat mishandelde slachtoffers hun kinderen in een stressvolle situatie moeten opvoeden, ontstaat het risico dat zij zelf geweld tegen hun kinderen gaan gebruiken. Mishandelde moeders geven, in vergelijking met moeders die niet mishandeld zijn, aan dat zij dubbel zo vaak hun kinderen geslagen hebben. De aard en de ernst van het geweld verschilt echter niet van andere moeders (Levendosky en Graham-Bermann, 2000). Anderzijds kunnen deze moeders ook een gevoel van belangrijkheid hebben, omdat zij voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen. Hierdoor kunnen mishandelde slachtoffers een gevoel van eigenwaarde terug winnen (Pocock en Cram, 1996).

Page 33: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 10

1.3. Juridische informatie over partnergeweld

OVERZICHT JUSTITIËLE INTERVENTIEMOGELIJKHEDEN OP VERSCHILLENDE NIVEAUS VAN DE STRAFRECHTSBEDELING5

5 Dominicus, H. (22/05/2007). Overzicht justitiële interventiemogelijkheden op verschillende niveaus van de strafrechtsbedeling – Ontwerptekst. Ministerie van Justitie, Brussel.

Doorverwijsmogelijkheden: (mogelijk in elke fase van de strafprocedure en tijdens de strafuitvoering) - bemiddelingsdienst (wet 22/06/2005) - hulp- en dienstverleningsaanbod

- voorlopige hechtenis - internering - vrijheid onder voorwaarden

Misdrijf Onderzoeksgerecht Onderzoeksrechter

- minnelijke schikking - bemiddeling in strafzaken - (oproeping bij proces- verbaal) - (onmiddellijke verschijning) - praetoriaanse probatie

- hoofdstraffen (gevangenisstraf, geldboete, werkstraf) - internering - vervangende straffen - bijkomende straffen - (probatie)opschorting - (probatie)uitstel

Rechtbank

- beperkte detentie - voorwaardelijke invrijheidstelling - elektronisch toezicht - voorlopige invrijheidstelling (verwijdering grondgebied) - omzetting gevangenisstraf => werkstraf - voorlopige invrijheidstelling om medische redenen - samenloop van straffen

Strafuitvoeringsrechtbank Strafuitvoeringsrechter

Minister van Justitie

- uitgaansvergunning - penitentiair verlof - onderbreking strafuitvoering

Probatiecommissie

- probatievoorwaarden (opvolging, aanpassing,…) - werkstraf: toezichthoudende instantie

Commissie ter bescherming van de maatschappij

- vrijheid op proef

Politie Parket

- genade

Koning

Page 34: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 11

OVERZICHT INTERVENTIEMOGELIJKHEDEN

NIVEAU BENAMING

WETTELIJKE BASIS

BEKNOPTE OMSCHRIJVING BASISVOORWAARDEN

Minnelijke schikking Art. 216bis Sv. Voorstel tot verval van straf-vordering mits voorafgaande betaling van een geldsom

Betreffende het misdrijf - misdrijf moet strafbaar zijn met

een geldboete, een gevangenisstraf van max. 5 jaar of beide straffen

- parket zou enkel geldboete of geldboete + verbeurdverklaring vorderen

Betreffende antecedenten Geen

Bemiddeling in strafzaken Art. 216ter. Sv. Voorstel tot verval van strafvordering mits: - vergoeden of herstellen van

schade (via bemiddeling) - geneeskundige behandeling

of therapie - dienstverlening - vorming

Betreffende het misdrijf - misdrijf: < 2 j gevangenisstraf - indien behandeling/therapie:

ziekteverschijnsel, drank- of drugsverslaving

Betreffende antecedenten Geen

PARKET6

Praetoriaanse probatie Geen Situatie waarbij het parket zijn beslissing tot niet-vervolging afhankelijk maakt van de na-leving van bepaalde voor-waarden die door de verdachte vrij kunnen worden aanvaard.

Geen

6 De loutere seponering en de vervolging worden hier niet aangehaald, evenmin de oproeping bij proces-verbaal (art. 216quater Sv.) en de onmiddellijke verschijning (art. 216quiquies tot septies Sv.)

Page 35: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 12

Voorlopige hechtenis Wet 20 juli 1990

Vrijheid onder voor-waarden7

Art. 35-38 Wet 20 juli 1990

Maatregel waarbij de betrokkene, in plaats van hem (verder) aan te houden in vrijheid wordt gesteld onder bepaalde voorwaarden.

ONDERZOEKSGERECHT/ ONDERZOEKSRECHTER

Internering Wet 1 juli 1964

Hoofdstraffen Divers

Bijkomende straffen Divers

Internering

Vervangende straffen Divers

Opschorting Wet 29/06/1964 De uitspraak van de veroordeling wordt opgeschort gedurende een periode van minstens 1 en hoogstens 5 jaar.

- misdrijf moet bewezen verklaard zijn

- geen eerdere veroordeling tot een criminele straf of een hoofdgevangenisstraf van meer dan 6 maanden

- gepleegde feit mag niet van die aard zijn dat het gestraft dient te worden met een hoofdstraf van meer dan 5 jaar correctionele gevangenisstraf

- instemming van verdachte is vereist (opschorting impliceert schuld)

FEITENRECHTER

Uitstel Wet 29/06/1964 De tenuitvoerlegging van de straf wordt uitgesteld gedurende een proeftijd van minimum 1 jaar en maximum 5 jaar (max. 3 jaar voor geldstraffen, werkstraffen en gevangenisstraffen <6 maanden).

- misdrijf moet bewezen verklaard zijn

- geen eerdere veroordeling tot een criminele straf of een hoofdgevangenisstraf van meer dan 12 maanden

- gepleegde feit mag niet van die aard zijn dat het gestraft

7 Kan ook worden uitgesproken door een vonnisgerecht

Page 36: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 13

dient te worden met een hoofdstraf van meer dan 5 jaar correctionele gevangenisstraf

- geen voorafgaandelijk akkoord vereist

Probatie Wet 29/06/1964 Het koppelen van bijzondere voorwaarden aan de opschorting of het uitstel

- Onderzoeks- of vonnisgerecht licht de verdachte in voor de sluiting van de debatten en hoort hem in zijn opmerkingen

- Instemming van de betrokkene

STRAFUITVOERINGS-RECHTBANK

Beperkte detentie Wet 17/05/2006 Wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf die de veroordeelde toelaat om op regelmatige wijze de strafinrichting te verlaten voor een bepaalde duur van maximum 12 uur per dag

- veroordeelde bevindt zich, op 6 maanden na, in de tijdsvoorwaarden voor de toekenning van een VI of

- is veroordeeld tot vrijheidsstraf waarvan het uitvoerbaar gedeelte niet meer dan 3 jaar bedraagt

- ingeval straf ≤ 3 jaar: geen tegenaanwijzingen die betrekking hebben op 1) een manifest risico voor de fysieke integriteit van derden, 2) het risico dat slachtoffers worden lastiggevallen en 3) de houding ten aanzien van de slachtoffers

- ingeval straf > 3 jaar: geen tegenaanwijzingen die betrekking hebben op 1) de afwezigheid van vooruitzichten op sociale reclassering van de veroordeelde, 2) het risico op plegen van nieuwe

Page 37: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 14

ernstige strafbare feiten, 3) het risico dat slachtoffers worden lastig gevallen of 4) de houding van de veroordeelde ten aanzien van de slachtoffers

- ingeval straf > 3 jaar: aanwezigheid van sociaal reclasseringsplan

Elektronisch toezicht Wet 17/05/2006 Wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf waardoor de veroordeelde het geheel of gedeelte van zijn vrijheidsstraf buiten de gevangenis ondergaat volgens een bepaald uitvoeringsplan waarvan de naleving onder meer door elektronische middelen wordt gecontroleerd.

- veroordeelde bevindt zich, op 6 maanden na, in de tijdsvoorwaarden voor de toekenning van een VI of

- is veroordeeld tot vrijheidsstraf waarvan het uitvoerbaar gedeelte niet meer dan 3 jaar bedraagt

- ingeval straf ≤ 3 jaar: geen tegenaanwijzingen die betrekking hebben op 1) het feit dat veroordeelde niet de mogelijkheid heeft om in zijn behoeften te voorzien, 2) een manifest risico voor de fysieke integriteit van derden, 3) het risico dat slachtoffers worden lastiggevallen en 4) de houding ten aanzien van de slachtoffers

- ingeval straf > 3 jaar: geen tegenaanwijzingen die betrekking hebben op 1) de afwezigheid van vooruitzichten op sociale reclassering van de veroordeelde, 2) het risico op plegen van nieuwe

Page 38: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 15

ernstige strafbare feiten, 3) het risico dat slachtoffers worden lastig gevallen of 4) de houding van de veroordeelde ten aanzien van de slachtoffers

- ingeval straf > 3 jaar: aanwezigheid van sociaal reclasseringsplan

Voorwaardelijke invrijheidstelling

Wet 17/05/2006 Wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf waardoor de veroordeelde zijn straf ondergaat buiten de gevangenis, mits naleving van de voorwaarden die hem gedurende een bepaalde proeftijd worden opgelegd.

Voorlopige invrijheidstelling met oog op verwijdering van het grondgebied of overlevering

Wet 17/05/2006 uitvoerbaar gedeelte straf ≤ 3 jaar: - 1/3 van de straf is

ondergaan - geen tegenaanwijzingen die

betrekking hebben op 1) mogelijkheid tot onderdak, 2) manifest risico voor fysieke integriteit van derden, 3) risico dat slachtoffers worden lastig gevallen en 4) inspanningen om burgerlijke partij te vergoeden

uitvoerbaar gedeelte straf > 3 jaar: - hetzij 1/3 van de straf is

ondergaan - hetzij 2/3 ingeval van

wettelijke herhaling (max. 14 jaar)

Page 39: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 16

- hetzij 10 jaar ingeval van levenslang of 16 jaar ingeval van levenslang + wettelijke herhaling

- geen tegenaanwijzingen die betrekking hebben op 1) de mogelijkheden voor de veroordeelde om een onderdak te hebben, 2) het risico op het plegen van nieuwe ernstige strafbare feiten, 3) het risico dat slachtoffers worden lastig gevallen en 4) inspanningen om burgerlijke partij te vergoeden

Voorlopige invrijheidstelling om medische redenen

Wet 17/05/2006 Invrijheidsstelling ingeval bij een veroordeelde is vastgesteld dat hij zich in de terminale fase van een ongeneeslijke ziekte bevindt of bij wie is vastgesteld dat zijn detentie onverenigbaar is met zijn gezondheidstoestand

- geen tegenaanwijzingen die betrekking hebben op het risico dat hij ernstige strafbare feiten zou plegen, slachtoffers zou last vallen of op het feit dat hij geen woonst of opvang zou hebben

- instemming met de voorwaarden die worden verbonden

Vervanging gevangenisstraf door werkstraf

Wet 17/05/2006 - uitvoerbaar gedeelte van gevangenisstraf is 1 jaar of minder

- er zijn nieuwe elementen die de sociale, familiale of professionele situatie van de veroordeelde in belangrijke mate hebben gewijzigd sedert het ogenblik waarop de gevangenisstraf werd uitgesproken

Page 40: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 17

Samenloop van straffen Wet 17/05/2006 De strafuitvoeringsrechter kan, indien een in kracht van gewijsde gegaan veroordelend vonnis of arrest geen rekening heeft gehouden met een bestaande situatie van samenloop, de strafmaat herberekenen met toepassing van art. 58 tot 64 van het Strafwetboek.

COMMISSIE TER BESCHERMING VAN DE MAATSCHAPPIJ

Vrijheid op proef Art. 18 Wet 1 juli 1964

Uitgangsvergunning Wet 17/05/2006 Laat de veroordeelde toe om de gevangenis te verlaten voor een bepaalde duur die niet langer mag zijn dan 16 uren

Het moet gaan om - de behartiging van sociale,

morele, juridische, familiale, opleidings- of professionele belangen die een aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen

- een medisch onderzoek of een medische behandeling buiten de gevangenis

MINISTER VAN JUSTITIE

Penitentiair verlof Wet 17/05/2006 Laat de veroordeelde toe de gevangenis te verlaten driemaal 36 uren per trimester met als doel om de familiale, affectieve en sociale contacten van de veroordeelde in stand te houden en te bevorderen en de sociale reïntegratie van de veroordeelde voor te bereiden.

- veroordeelde bevindt zich in het jaar dat voorafgaat waarop hij tot VI kan worden toegelaten

- geen tegenaanwijzingen waaraan kan worden tegemoetgekomen via bijzondere voorwaarden

- instemming van de veroordeelde met de opgelegde voorwaarden

Page 41: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 18

Onderbreking van de strafuitvoering

Wet 17/05/2006 Een schorsing van de uitvoering van de straf voor een duur van maximum 3 maanden (hernieuwbaar). Toegekend om ernstige en uitzonderlijke redenen van familiale aard.

geen tegenaanwijzingen die betrekking hebben op het gevaar dat veroordeelde zich aan de straf zou onttrekken, ernstige strafbare feiten zou plegen of de slachtoffers zou verontrusten.

KONING Genade Art. 110 Grondwet

Beslissing waarbij een door de rechter uitgesproken straf wordt kwijtgescholden of verminderd.

Page 42: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 19

1.4. Sectorprotocol integriteit stroomdiagram

Onmiddellijk in

communicatie brengen?

Einde procedure

Is er tijd voor

overleg? JA

HV debrieft met Team-

verantwoordelijke

Uitvoeren gemaakte afspraken

NEE

JA

JA

Hulpverlener brengt in

communicatie

NEE

NEE

Overleg met Teamverant- woordelijke of interne collega

JA HV heeft

vermoeden nog?

Vindt HV actie

nodig?

Hulpverlener heeft een

vermoeden

NEE

NEE

JA

Kan HV dit in communicatie

brengen?

HV doet wat volgens

hem nodig is

Page 43: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 20

Toelichting bij het stroomdiagram

De rode kleur geeft de drie kernprincipes van de procedure weer: 1. communicatie 2. actie 3. overleg

Gebruikte afkortingen:

o HV: hulpverlener o TV: teamverantwoordelijke o Mdw: medewerker

Algemene tip: om te kunnen leren uit het gebruik van de procedure wordt geadviseerd om de terugkoppeling (debriefing) eventueel ook te voorzien naar het gehele team. Bij 1 We gebruiken de term “vermoeden” zodat de hulpverlener de kans heeft om tijdig de procedure in te zetten. Bij 2 We gaan ervan uit dat we in eerste instantie nagaan of de gebruiker aanspreekbaar is op het vermoeden. Wanneer dit niet zou zijn kan dit verschillende redenen hebben. De gebruiker is onaanspreekbaar, weigert hierover te spreken, de gebruiker heeft de (mentale) mogelijkheden niet om hierover te communiceren, is fysiek niet aanwezig en dus niet aanspreekbaar of er zijn argumenten dat het niet het moment is om de gebruiker op dit vermoeden aan te spreken (agressiegevaar, verwardheid, crisis,...). Bij 3 Acties kunnen zeer uiteenlopend zijn:

o Begeleiding stopzetten o Begeleiding intensifiëren o Verwijzen naar andere hulpverlener(s) o Inschakelen van andere hulpverlener(s): voor advies of aanvullend aanbod o Coaching vragen als hulpverlener bij andere hulpverleners o Derden die gevaar lopen verwittigen o In laatste instantie melden bij derden (zie bijlagen) o ...

Bij 4 In dit geval gaat het om een noodprocedure: er moet gehandeld worden én er is geen tijd meer voor overleg. Dit impliceert wel dat in principe iemand van het CAW doorgaans snel bereikbaar moet kunnen zijn voor overleg, want geen gebruik kunnen maken van overleg is op zich geen argument om zonder overleg te handelen. Bij 5 Spreek ook af wie best actie onderneemt: het is niet noodzakelijk steeds de betrokken hulpverlener die best geplaatst is om actie te voeren. Neem er ook de bijlagen bij die je overleg kunnen stofferen (sectorafspraken inzake cliëntinformatie, wetteksten inzake beroepsgeheim, principes en uitgangspunten integriteit, deontologische code inzake cliëntinformatie). Bespreek hoe én wanneer de gebruiker ingelicht kan worden (belang omwille van de betrouwbaarheid als hulpverlener). Bij 6 Gemaakte afspraken uitvoeren: we herinneren eraan dat het de betrokken hulpverlener is die hoofdelijk beslist of hij het beroepsgeheim al dan niet dient te doorbreken. Het kan wel het resultaat zijn van het overleg dat dit best gebeurt, maar gezien de hulpverlener hoofdelijk aansprakelijk is voor het schenden van het beroepsgeheim kan hij niet verplicht worden door zijn organisatie om dit al dan niet te doorbreken.

Page 44: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 21

Routekaart Familiaal Geweld8

De procedure gevaar voor integriteit van het Algemeen Welzijnswerk toegepast op familiaal geweld

Werkwijze

Deze Routekaart Familiaal Geweld hoort bij de interne procedures opgesteld rond gevaar voor schade van integriteit en de werkwijze voor het verwerven, gebruiken en doorgeven van informatie m.b.t. de cliënt. De doelstelling van deze routekaart is concrete handvatten aan te reiken bij deze procedures over hoe in onthaal en begeleiding om te gaan met (gevaar voor integriteit bij) situaties van familiaal geweld. Meer specifiek worden er tips gegeven over hoe een open houding aan te nemen om signalen m.b.t. geweld in het gezin te traceren, en hoe met een vermoeden van gevaar bij geweld in het gezin om te gaan. Deze routekaart is opgedeeld in bepaalde fasen; dit betekent niet dat deze fasen niet door elkaar kunnen lopen, elkaar kunnen overlappen, en dat in bepaalde concrete situaties bepaalde fasen kunnen overgeslagen worden.

8 Idem 2.

Page 45: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 22

1.5. Routekaart intrafamiliaal geweld

Zorgsignalering en handelen bij (vermoedens van) familiaal geweld

Fase 0 Een open houding en alertheid m.b.t. IFG

HOE KAN JE EEN OPEN HOUDING HEBBEN EN ALERT ZIJN OP INTRAFAMILIAAL GEWELD? • luister naar je eigen gewaarwording • heb oog voor een algemene gevoel van

onwelbevinden dat een cliënt verwoordt vb. ik voel me al een tijd niet zo goed

• wanneer een cliënt aangeeft dat er problemen zijn met gezinsleden, bevraag dan zelf of er geweld wordt gepleegd in het gezin

• ga met jezelf aan de slag rond geweld: wat zijn je eigen ervaringen hier mee, wat zijn je normen en waarden m.b.t. geweld, welke angsten en onzekerheden heb je rond geweld,…?

• wees bereid om te luisteren naar ervaringen van familiaal geweld

WAT BELEMMERT EEN OPEN HOUDING EN ALERTHEID M.B.T. INTRAFAMILIAAL GEWELD? • er van uitgaan dat geweld zich niet

aandient op eerste lijn • enkel en alleen uitgaan van de eigen

normen en waarden rond geweld • een veroordelende houding aannemen

mb.t. geweld; als een cliënt dit voelt, zal de drempel om signalen te geven alleen vergroten

• het niet uitgeklaard hebben van eigen angsten, onzekerheden, normen en waarden m.b.t. geweld

Page 46: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 23

Fase 1 Ontstaan vermoeden: Maak observaties concreet

WAT KAN JE DOEN BIJ EEN VERMOEDEN? • Omschrijf alle waarnemingen in concrete

objectieve beschrijvingen • deel je zorg met andere directe collega’s • volg deze routekaart

WAT KAN JE BEST NIET DOEN BIJ EEN VERMOEDEN? • de zorgen over wat je hoort opstapelen • het vermoeden of de twijfel voor jezelf

houden • het geweld laten voortduren ter

bescherming van jouw vertrouwensrelatie met de cliënt

Fase 2 overleg met de cliënt

HOE BESPREEK JE EEN VERMOEDEN MET DE CLIËNT? • leg ook ‘kleine’ zorgen of vermoedens

voor aan de cliënt • maak (indien mogelijk samen met de

cliënt) een risico-inschatting van diens veiligheid

• vertel een cliënt die om geheimhouding vraagt dat je dat niet kunt doen, maar leg uit dat je met anderen gaat kijken hoe je hem/haar het best kan helpen, waarbij je hem op de hoogte stelt van elke stap die je neemt

• beveilig het vertrouwen: wat heeft de cliënt nodig om zich niet gebruskeerd te voelen. Hou in ieder geval de hulpverlening/het gesprek open

• bevraag hoe het gaat met de (andere) kinderen in het gezin

WAT KAN JE BEST NIET DOEN IN BESPREKING VAN EEN VERMOEDEN MET DE CLIËNT? • de cliënt en/of andere gezinsleden

beschuldigen of veroordelen • ‘waarom’ vragen stellen aan de cliënt

Zorg over cliënt /vermoeden van IFG

Zorg blijft?

Afdoende verklaring

Onderneem één of meerdere acties: • gesprek met cliënt aangaan • gesprek met teamverantwoordelijke • informatie verzamelen • gericht observeren

Overleg met teamverantwoor-delijke: analyseer de situatie en bereid een actieplan en/of hulpverleningsvoorstel voor

Spoed?

Indien overleg met teamverantwoordelijke of andere directe collega’s niet mogelijk is: directe actie ondernemen – achteraf intern bespreken

Zeer acuut gevaar

Hulpverlener legt waarneming voor aan cliënt, EN teamverantwoor-delijke

Zowel kleine als ernstige zorg

Page 47: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 24

• de cliënt geheimhouding beloven • beloftes maken die je niet waar kunt

maken

WAT ZIJN MOGELIJKE HULPVERLENINGACTIES? De hulpverleningacties kunnen zeer uiteenlopend van aard zijn: • begeleiding stopzetten • begeleiding intensifiëren • verwijzen naar andere hulpverlener(s) • inschakelen van andere hulpverlener(s)

(voor advies of aanvullend aanbod) • coaching vragen als hulpverlener bij

andere hulpverleners • derden die gevaar lopen verwittigen • in laatste instantie melden bij derden,...

WAT INDIEN ER GEEN TIJD MEER IS VOOR OVERLEG MET TEAMVERANTWOORDELIJKE OF DIRECTE COLLEGA’S? • In dit geval gaat het om een

noodprocedure: er moet gehandeld worden EN er is geen tijd meer voor overleg.

• Dit impliceert wel dat in principe iemand (kan zowel intern als extern zijn) doorgaans snel bereikbaar moet kunnen zijn voor overleg, want geen gebruik kunnen maken van overleg is op zich geen argument om zonder overleg te handelen.

Fase 3 Hulp op gang brengen

WAT KAN JE DOEN BIJ HULP OP GANG BRENGEN? • Bespreek met de cliënt alle

hulpverleningsmogelijkheden die er zijn; hou hierbij rekening met de wisselende hulpvraag van de cliënt

• Bekrachtig de bereidheid tot op gang zetten van de hulpverlening

Hulp op gang brengen

Overleg met team en/of teamverant-woordelijke

Maak een actieplan en/of hulpverleningsvoorstel

Page 48: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 25

• Soms hebben cliënten meer gesprekken nodig om na te gaan welke hulp ze nodig hebben, gun hen die tijd

• biedt hen van bij het eerste gesprek iets concreet aan; op deze manier werk je motiverend, hebben cliënten directe handvaten EN het gevoel dat er iemand met hen bezig is.

• Hou in je gesprekken steeds rekening met de grote loyaliteit die speelt bij geweld in het gezin; behoud een niet veroordelende, open houding, ook naar andere gezinsleden (ook de pleger)

• Maak vooraf duidelijk aan de cliënt over hoe er wordt omgegaan met cliëntinformatie in je CAW

• Bespreek met het team en/of de teamverantwoordelijke wat hulpverleningsmogelijkheden zijn; draag dit niet alleen

• Onderneem acties passend bij jouw beroepsverantwoordelijkheid

• De hulpverleningacties kunnen zeer uiteenlopend zijn: begeleiding stopzetten, begeleiding intensifiëren, verwijzen naar andere hulpverlener(s), inschakelen van andere hulpverlener(s) (voor advies of aanvullend aanbod), coaching vragen als hulpverlener bij andere hulpverleners, derden die gevaar lopen verwittigen, in laatste instantie melden bij derden,...

• Blijf de communicatie met de cliënt in de gaten houden

• Stel wanneer meerdere hulpverleningsorganisaties betrokken zijn vast wie waarvoor verantwoordelijke is, ook gedurende een overbruggingsperiode vanwege een wachtlijst voor een bepaalde hulpaanbod

Page 49: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 26

• Maak bij meerdere betrokken hulpverleningorganisaties afspraken over informatie-uitwisseling, terugkoppeling en evaluatie van de verwijzing en over wie wanneer contact opneemt met de ander of de cliënt

WAT KAN JE BEST NIET DOEN BIJ HULP OP GANG BRENGEN? • een overleg organiseren over de cliënt

zonder zijn/haar medeweten • je laten weerhouden hulpverlening op

gang te brengen door wachtlijsten of nare ervaringen

Fase 5 Evaluatie

Fase 6 Nazorg

Evalueer met teamverantwoordelijke en/of team: ondernomen acties, effect en tijdsplanning/samenwerking met cliënt en beroepskrachten

nazorg

Page 50: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 27

BEGRIPPENLIJST:

Intrafamiliaal geweld Familiaal geweld is elk dwingend, intimiderend gedrag dat uitgeoefend wordt tegenover een gezins- of familielid of ex()intieme partner én waarbij dit dwingend intimiderend gedrag gepaard gaat met geweld of dreiging met geweld en een familiale invloed heeft. Geweld: fysiek, psychisch, economisch en seksueel geweld; zowel passief als actief; ook getuige zijn van geweld is een vorm van slachtofferschap. We onderscheiden: partnergeweld, stalking, ouderenmis(be)handeling, oudermishandeling, kindermishandeling en geweld tussen kinderen.

Gericht observeren Het objectiveren van een subjectief gevoel, het verzamelen van feitelijke informatie over bepaald gedrag van een cliënt

Afdoende verklaring De zorg over het geweld in het gezin is verdwenen

Zeer acuut gevaar Er is een vermoeden van levensbedreigende omstandigheden, gevaar voor de cliënt – aftoetsen is hierbij belangrijk!

Spoed Er moet nu gehandeld worden.

Page 51: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 28

1.6. Risico-inschatting voor levensbedreigende situaties9

Inschatting van het risico op letstel of overlijden: 1. het geweldpatroon:

• ernst en frequentie van geweld in huidige, gelijklopende of voorbije relatie; een escalatie ib ernst en frequentie

• doodsbedreigingen, het uiten van concrete plannen • opsluiting, gijzeling • geweldgebruik buiten het gezin • slachtoffer is al eens met zwaar lichamelijk letstel t.g.v. geweld in het ziekenhuis

opgenomen • pleger beschikt over wapens en bedreigt slachtoffer ermee • pleger heeft al eens levensbedreigend geweld tegen anderen gebruikt • pleger heeft al eens met wapens gedreigd tegen anderen of ze gebruikt • slachtoffer beschikt over een wapen

2. toegang tot het slachtoffer 3. factoren die drempel- en normvervagend werken

• drug- of alcoholgebruik • bepaalde medicatie • psychose, hersenletsel of andere medische oorzaken

4. ingesteldheid van de pleger • geobsedeerd door het slachtoffer • het nemen van verhoogde risico’s • het negeren van negatieve gevolgen van zijn of haar gedrag

5. dreiging tot zelfdoding van de pleger, slachtoffer of de kinderen 6. situationele factoren

• geweld bij scheiding, of de intentie weg te gaan • verhoogde autonomie van het slachtoffer • stressfactoren: verlies van werk, conflicten met vrienden, financiële druk • gebruik van geweld door slachtoffer, kinderen

7. een geschiedenis van onvermogen van diensten en instanties om hulp te bieden Criteria voor het bepalen van een groot risico voor kinderen Om te bepalen of de kinderen een groot risico lopen, en hieraan gekoppeld de nood voor een directie interventie (zie bijlage Procedure gevaar voor integriteit en Routekaart IFG) worden volgende zaken als bijkomende risicofactoren beschouwd als er sprake is van IFG.

• letsels veroorzaakt door geweld bij een volwassene of kind in het gezin • ernstig of frequent geweld, of escalatie in ernst en/of frequentie • wapenvertoon, of gebruik/dreiging met wapens tijdens IFG-incident • de pleger dreigt zichzelf of anderen ernstig toe te takelen of te doden • stalking van volwassen slachtoffer en/of kinderen • bedreigend gedrag van de pleger, en het risico dat kinderen in gevaar gebracht of ontvoerd

worden • middelengebruik • volwassen slachtoffer moest vluchten en de kinderen achterlaten bij pleger, of slachtoffer

en kinderen zijn gevlucht of wilden vluchten maar vonden geen onderkomen • volwassen slachtoffer kan niet zorgen voor de kinderen en hun veiligheid garanderen t.g.v.

trauma van recent of eerder geweld of andere factoren (vb. eigen verslaving, depressie,…)

9 Gebaseerd op Handelen bij mishandeling – een handleiding voor hulpverleners bij geweld in de relatie (1997). Van der Vlugt, I. Transact en Stichting Ambulante Fiom en Domestic Violence. A national curriculum for Child pretective Services (1996). Ganley, A., Schltechter, S.. Family Prevention Fund – Complication: Grager M. & Francis, R. of Family Services DVIP with ideas provided by clients.

Page 52: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 29

2. Bijkomende informatie

Page 53: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 30

2.1. Tegenoverdracht bij partnergeweld10

Eigen gewaarwording rond geweld is belangrijk Er bestaan een aantal intermenselijke triggers m.b.t. geweld; iedereen kan in bepaalde omstandigheden geweld gebruiken. Als je dit als hulpverlener beseft, bespreek je geweld op een andere manier. Zo zal je o.a. degene die voor je zit minder snel veroordelen. In het werken met geweld is het belangrijk je bewust te zijn en blijven van je eigen reacties op het verhaal dat de cliënt vertelt:

1. wat voel ik in mijn lichaam? (wat zijn mijn lichamelijke gewaarwordingen?) Lichamelijke gewaarwordingen zijn heel belangrijk in de opbouw van woede en kwaadheid. Als hulpverlener maak je (zie bijlage opbouw van kwaadheid, en bijlage time out) je cliënten alert op hun eigen lichaamssignalen en –taal, maar dit betekent dat je ook voor je signalen van je eigen lichaam zeer alert moet zijn.

2. wat gaat er door mijn hoofd? (wat zijn mijn gedachten?)

Deze zaken maken je duidelijk dat dit verhaal iets met je doet; dit zijn belangrijke zaken om alert te blijven op tegenoverdracht.

Tegenoverdracht bij geweld Bij hulpverleners die geconfronteerd worden met geweld is het belangrijk stil te staan bij tegenoverdracht. Het hulpverlenerskruis van Wilson en Lindsey11 is één van de mogelijke handvaten om hierrond in intervisie of supervisie te werken:

Overidentificatie met de cliënt(en)

Afstand nemen van de cliënt(en)

AC T I E F

Redden • van alles willen doen • het onmogelijke nastreven • de cliënt willen redden • namens de cliënt handelen

Professionele facade • veel over de cliënt praten • verwijzen • ‘dit hoort niet bij ons vak’ • diagnoses nastreven • niet doorvragen naar

geweldVan Lawick

Overtrokken

PASS I E F

Machteloosheid • somber en moedeloos

worden • niet kunnen helpen • hulpverlening opgeven • zelf slachtoffer voelen

‘Blaming the victim’ • problemen niet serieus

nemen • hulpverlening haalt toch

niets uit • de cliënt zeurt • ze kunnen het wel alleen • agressief, sadistisch,

masochistisch

Afstand nemen

De hulpverlener bespreekt hierbij een situatie in een intervisie- of supervisiecontext. Hij zij probeert samen met de andere te achterhalen waar hij zich bevindt op dit hulpverlenerskruis. Daarna tracht hij te achterhalen van waar dit komt, waarmee dit te maken heeft (normen en waarden, eigen geschiedenis,…). Tot slot bepalen ze samen wat er verder nodig is, zowel m.b.t. de cliënt(en) als m.b.t. de hulpverlener.

Persoonlijke, professionele en organisatorisch zorg dragen voor hulpverleners bij geweld Geconfronteerd worden met geweld, en de gevolgen van geweld, dringt door in het bewust en onbewuste leven van de luisteraar, in dit geval de hulpverlener. Hulpverleners die naar de vaak pijnlijke verhalen van hun cliënten luisteren, zijn dan ook vaak even geschokt als hun cliënten. Deze verhalen roepen vaak verschillende emoties op: woede, angst, machteloosheid, onveiligheid,… Groen (2003) vermeldt een aantal persoonlijke, professionele en organisatorische voorwaarden om dit werk te kunnen blijven volhouden.

10 Van Lawick, J. en Groen, M (2003). Intieme oorlog. Over de kwetsbaarheid van familierelaties. Van Gennep, Amsterdam. P. 213-235. 11 Idem 1.

Page 54: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 31

• Persoonlijk: o Het is belangrijk voor de hulpverlener om de banden met vrienden te onderhouden en

voldoende tijd te besteden aan het privé-leven. Vele hulpverleners die werken met geweld vertonen na verloop van tijd empatische vermoeidheid als een kenmerk van secundaire victimisatie; dit kan met zich meebrengen dat men vrienden gaat vermijden. Hier komt nog bij dat men zijn vrienden niet wil belasten met de verhalen uit het werk.

o Een dagboek bijhouden met emotionele reacties kan helpen. Soms helpt het ook om een vriend toch te vertellen over het werk.

o Zorg voor voldoende ontspanning: sport, hobby’s, theater, sauna, massages,… o Het kan helpen om na het horen van gewelddadige verhalen iets moois te zien of te horen;

schoonheid kan echt iets goedmaken. o Neem als dit mogelijk is regelmatig korte vakanties.

• Professioneel: o De mogelijkheid om een beroep te doen (individueel of met meerdere personen of in team)

op een supervisor die bekend is met co-traumatisatie kan helpen. Het is bij deze verhalen en wat ze bij je oproepen prettig om ze samen met jou te ontrafelen. Gevoelens van onveiligheid, angst, machteloosheid en verdriet kunnen zo weer een plaats krijgen. Ook kan een bepaald gedrag (zie hulpverlenerskruis) eerder gestopt worden als hulp voorhanden is.

o Voor een hulpverlener die in zijn team als enige rond geweld werkt is het bovendien belangrijk om het isolement te doorbreken. Sommige teamleden kunnen het hier moeilijk mee hebben omdat ook zij het vaak moeilijk hebben met deze verhalen. Hierin een goede supervisor achter je hebben kan ondersteunend werken.

o Zorgen dragen voor jezelf betekent dat je best niet altijd met het werken rond geweld bezig bent. Dit kan best afgewisseld worden met andere thema’s, of andere taken (vb. sociaal-administratieve taken, organisatorische taken,…).

• Organisatorisch: o Binnen de dienst of via intervisie is het belangrijk steun te bieden waarbij het accent ligt op

de persoon van de hulpverlener. Ook met één collega kan hier al worden afgesproken om intervisie te doen.

o Er kan in teamverband worden vastgesteld wat de signalen van secundaire victimisatie zijn, en wat men van elkaar kan verwachten als de spanningen te hoog oplopen.

o Het is belangrijk dat de dienst zorg draagt voor de veiligheid van de hulpverleners; zo kan er gezorgd worden voor een noodbel, afgesproken worden om geen gesprekken te doen wanneer je alleen in het gebouw bent, ervoor zorgen dat er collega’s in de buurt zijn als er gewelddadig gedrag dreigt,…

o Als diensten weinig steunend zijn, en afwijzend reageren op steun, lopen hulpverleners meer kans op burn-out verschijnselen.

Page 55: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 32

2.2. Werken met een onduidelijke hulpvraag

Het gebeurt regelmatig dat cliënten bij ons toekomen zonder het duidelijk is welke hulpvraag ze stellen. Bij intrafamiliaal geweld kan deze hulpvraag bovendien ook wisselend zijn. Via het Brugs model12 wordt de relatie hulpverlener – cliënt bekeken a.d.h.v. enkele vragen. Elk relatieniveau heeft hierin een symbolische naam: een voorbijganger, een zoeker, een koper en een co-expert. Het is als hulpverlener belangrijk na te gaan waar de cliënt zich op het moment van aanmelding bevindt, zodat je weet welk mandaat je hebt (of niet hebt) van de cliënt, en waaraan je kan werken om dit te veranderen.

1. Is een oplossing mogelijk?

Ja Neen

Probleem Beperking

2. Is er een hulpvraag? Hulpvraag?

Neen Neen Ja voorbijganger Ja

in een vrijblijvende relatie

3. Is er een werkbare hulpvraag? Werkbare hulpvraag?

Neen Neen Ja klager of zoeker Ja in een zoekende relatie

4. Heeft de cliënt passende resources? Passende resources?

Neen Neen Ja koper Ja in een consulterende relatie Co-expert in een co-expertenrelatie

12 Myriam Le Fevere de Ten Hove, Korte therapie, handleiding bij het ‘Brugse model’ voor psychotherapie, Garant, 2002

Page 56: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 33

Toelichting bij schema13:

1. Is er een oplossing mogelijk? Wanneer een probleem onomkeerbaar is, spreekt men van een beperking. Doel voor de cliënt is met deze beperking te leren leven, te bepalen welke plaats ze in je leven innemen,... Als iemand bijvoorbeeld een lichamelijke handicap heeft is er geen oplossing meer mogelijk om deze lichamelijke handicap ongedaan te maken, maar wel om met deze handicap te leren leven, en je te omringen met de zorg die hierbij aansluit. Of wanneer iemand schulden heeft kan er niet meer gewerkt worden aan het probleem ‘voorkomen dat er schulden zijn’, maar wel aan hoe geen verdere schulden te maken, en/of de schuldenlast langzaam afbouwen. Ook dit is dus een mogelijke beperking.

2. Is er een hulpvraag? Cliënten die geen hulpvraag hebben worden vaak gestuurd door anderen vb. justitie, school, ouders, de partner, huisarts, … Bezoekers of voorbijgangers zijn mensen die zeggen zelf geen probleem te hebben. Advies of aanreiken van oplossingen stuit hier op weerstand omdat het doel van deze cliënten is het contact met de hulpverlener zo snel mogelijk te beëindigen en met rust gelaten te worden. Zij geven je geen mandaat om waar dan ook aan te werken, ze zijn voorbijgangers in een vrijblijvende relatie. Je doel als hulpverlener is hier de context te creëren om een hulpvraag te laten ontstaan. Omdat er (nog) geen klacht is, kan er geen hulpverleningsvoorstel geformuleerd worden, laat staan een begeleiding beginnen. De hulpverlener kan alleen een context scheppen waarin een hulpvraag mogelijk wordt. De taak van de hulpverlener bestaat er in zoveel mogelijk mee te gaan in de problemen die de cliënt zelf beschrijft, en mogelijk oplossingen te helpen vinden. Belangrijk hierbij is te erkennen hoe vervelend de situatie voor hem of haar is, en zijn of haar sterke kanten en goede bedoelingen te bevestigen. De hulpverlener is hierbij zo vriendelijk mogelijk, staat altijd aan de kant van deze cliënt, en zoekt naar wat al dan niet werkt. Soms werkt het om aan deze bezoekers als mogelijk hulpvraag aan te bieden te helpen degene van wie ze ‘moeten’ komen te verlossen, van hun nek te krijgen. Andere bezoekers hebben wel een hulpvraag, maar een andere dan de verwijzer, waar dan wel mee kan gewerkt worden. Hiernaar op zoek gaan lukt echter vaak niet in het eerste gesprek. Daarom is het belangrijk het eerste gesprek met de bezoeker af te ronden met complimenten, en het maken van een volgende afspraak om verder te praten. Hierbij komt het regelmatig voor dat cliënten zeggen dat dit de eerste keer was dat een professional iets aardigs tegen hen zei.

3. Is de hulpvraag werkbaar? Sommige mensen geven wel informatie over een probleem, maar beschouwen zichzelf (nog) niet als deel van het probleem of de oplossing. Dit noemen we een zoekende relatie, de cliënten zijn klagers of zoekers. Zij plaatsen de last van de oplossing elders, of formuleren een vage hulpvraag of een meer omschreven maar onwerkbare hulpvraag. Deze twee groepen lopen vaak in elkaar over, vandaar dat we ze hier samen bespreken. Bij de klagers-groep is het belangrijk dat je het lijden van deze cliënten erkent, en waardering uitspreekt voor het volhouden, én voor het hulp zoeken. Deze cliënten zijn nog niet bereid en/of in staat zelf aan het probleem te werken. Zolang deze cliënt het probleem bij een ander, in zijn lichaam, bij de hulpverlener,… plaatst is het te vroeg om te bespreken wat hij/zij zelf anders zou kunnen doen. De suggesties van de hulpverlener beperken zich in deze situaties tot denken over, analyseren en observeren van de klacht of het probleem. Een mogelijk huiswerkopdracht voor deze cliënt na het eerste gesprek is om te observeren tussen dit gesprek en het volgende gesprek wat de cliënt zo wil houden en wat er niet veranderd moet worden, en hem of haar hier in het volgende gesprek over te laten vertellen. Bij de zoekers is het belangrijk samen met de cliënt een werkbare hulpvraag te indiceren. Soms merk je dat dit (nog) niet mogelijk is, en moet je dezelfde vraag stellen als bij de andere groep: wat willen ze behouden. Andere keren stelt de cliënt zichzelf te grote doelen, waardoor hij verlamt. Een hulpvraag is werkbaar:

- als ze realistisch is - eerder klein dan groot is - belangrijk is voor de cliënt - de hulpverlener door heeft dat het een grote inspanning vraagt van de cliënt

13 Gebaseerd op: idem 2, en Cladder, H. (1999). Oplossingsgerichte korte psychotherapie. Swets & Zeitlinger, Lisse.

Page 57: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 34

4. Zijn er passende resources voor handen? Heeft de cliënt die capaciteiten die hij nodig heeft voor het bereiken van zijn doel en is hij zich hier bewust van? Hier krijgt de hulpverlener een groot mandaat: de cliënt is bereid advies van hem aan te nemen, nuttige technieken aan te leren, ed.

5. Wanneer de cliënt alle resources heeft, noemen we hem co-expert. Cliënten benoemen het probleem als deel van zichzelf, en geven aan dat ze er iets aan willen doen. De verschillende doelen zullen niet allemaal even duidelijk zijn, maar de cliënt is bereid iets te veranderen. In een co-expertenrelatie kunnen we vaststellen dat de cliënt manager is van zijn leven en is de opdracht ‘ Doe zo voort’.

Page 58: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 35

2.3. Signalen van partnergeweld14

Meestal zullen mensen die geconfronteerd worden met geweld (zowel slachtoffers als plegers) niet makkelijk uit zichzelf over de situatie vertellen. De zichtbaarheid wordt bemoeilijkt door de geheimhouding op het naar buiten komen van de verhalen. We weten dat mensen problemen van geweld bijna nooit spontaan uiten. De hardnekkigheid van het stilzwijgen rond dit thema is voor iedereen die ermee werkt een zeer vertrouwd gegeven: wachten op duidelijke verhalen of evidente feiten die ons optreden mogelijk zouden maken, betekent dat er in realiteit uiteindelijk geen hulp op gang komt. Toch weten we dat vele cliënten, ook als ze geen gesproken taal gebruiken, op andere manieren naar hun situatie verwijzen. We zien non-verbaal gedrag en krijgen tekens of aanwijzingen die ons evengoed ‘iets zeggen’. Dat zijn signalen die, als ze door iemand opgevangen en geïnterpreteerd worden, het begin kunnen vormen van het werken met een vermoeden. Dat is een belangrijk moment. Het geeft de kans om ongerustheid over of een vermoeden van mishandeling om te zetten in een zoeken naar hulp of verandering (bij slachtoffer en/of pleger). Door te starten vanuit een vermoeden grijpen we de kans om in een vroeg stadium hulp aan te bieden. Het niet benutten van deze mogelijkheid vormt een gemiste kans. Signalen die opgemerkt maar genegeerd worden belemmeren mogelijke hulp. Miskende signalen dwingen een cliënt vaak tot ernstiger signaalgedrag, of doen hem of haar de moed en de hoop opgeven, en laten mensen ook in hun machteloosheid zitten. Het is nodig dat belangrijke personen in de omgeving van de cliënt vroegtijdig de verantwoordelijkheid nemen om bij zorgwekkende situaties, en dit zeker waar sprake is van kinderen.

Zorg over een cliënt Cliënten waar zorgen over zijn, kunnen veel verschillende signalen laten zien. Deze signalen kunnen wijzen op geweld in het gezin, maar kunnen ook een andere oorzaak hebben, bijvoorbeeld een verhuizing, spanning, zwangerschap,… Bij signaleren gaat het in de eerste plaats om de zorg die je hebt over een cliënt, waarvoor je geen geruststellende of afdoende verklaring kunt vinden. Intrafamiliaal geweld is één van de mogelijke oorzaken. Bij een eerste vermoeden of ‘niet-pluis-gevoel’ kan het nodig zijn de Routekaart intrafamiliaal geweld te volgen.

Normen, waarden en dilemma’s Signalen opvangen vraagt om bewustwording van eigen normen en waarden. Signalen kunnen verschillend worden geïnterpreteerd. Iedereen kijkt vanuit zijn eigen referentiekader naar het onderwerp intrafamiliaal geweld. Wanneer maak jij je zorgen om een kind? Verschilt dat met anderen? Hoe ga je om met verschillen in normen en waarden? Ook kunnen allerlei vragen je tegenhouden verder te kijken en stappen te ondernemen: Heb ik het wel goed? Hoe zullen de ouders reageren? Bij wie kan ik terecht? Het zal toch niet zo erg zijn? Is het mijn taak wat met deze signalen te doen? Signalen opvangen vraagt om kennis, vaardigheden en duidelijkheid over de te volgen stappen.

Objectief signaleren Het is belangrijk dat je verschil maakt tussen objectief en subjectief signaleren. Omdat signalen vaak niet eenduidig zijn is het belangrijk niet te snel conclusies te trekken. Dat wil zeggen dat je concrete, feitelijke signalen beschrijft en dat je niet gaat interpreteren. Bijvoorbeeld: ‘Stefan maakt een bleke indruk, heeft wallen onder de ogen en heeft gespannen gelaatstrekken.’ in plaats van ‘Stefan ziet er slecht uit’.

In de routekaart intrafamiliaal geweld wordt er een stappenplan uigezet om met vermoedens van geweld in het gezin om te gaan. Hierin werd de procedure ‘Gevaar voor integriteit’ van het Algemeen Welzijnswerk toegepast op IFG.

We geven in dit deel een aantal mogelijke signalen weer die kunnen wijzen op partnergeweld. Toch willen we bij deze lijst aangeven dat dit geen volledige lijst is. Ook andere signalen kunnen wijzen op partnergeweld Bovendien is bij het gebruik van deze lijst enige voorzichtigheid geboden. Het opmerken van één of enkele signalen hoeft geen grond te zijn voor een situatie van partnergeweld. Een andere oorzaak is uiteraard ook mogelijk. blijft het bij signalen dan is het belangrijk om deze in communicatie te brengen met de cliënt(en). Enkel op deze manier kom je te weten of deze signalen effectief op geweld in het gezin wijzen.

14 Uit: handelen bij mishandeling - een handleiding voor hulpverleners bij geweld in de relatie. Ineke van der Vlugt, Transact en Stichting Ambulante Fiom, 1997.

Page 59: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 36

Algemene signalen van partnergeweld

Verborgen signalen van mishandeling Mogelijke uitspraken:

‘ik weet niet meer hoe ik verder moet’ ‘ik heb relatieproblemen’ ‘ik wil thuis weg’ ‘ik voel me depressief en tot niets meer in staat’ ‘hoe kan ik mijn partner veranderen’ ‘mijn partner is geen goede moslim’ ‘ik ben zo gespannen en vermoeid’ ‘ik heb een steen in mijn maag’

Psychosomatische klachten

• Symptomen van machteloosheid (slapte, neerslachtigheid, depressiviteit, vermoeidheid) • Symptomen van spanning (hoofdpijn, slaapstoornissen, nachtmerries, maagpijn)

Psychosociale klachten

• Schuldgevoelens • Schaamte • Concentratiestoornissen • Depressieve gevoelens • Negatief zelfbeeld • Relatieproblemen • Problemen rond seksualiteit en intimiteit • Wantrouwen • Tegenstrijdige gevoelens • Sociaal isolement

Gedragsmatige verschijnselen

• Moeite met oogcontact • Moeilijk bereikbaar zijn • Afspraken steeds uitstellen • Drugs- en medicijngebruik, eetproblemen • Geven van paradoxale boodschappen • Ingehouden woede • Grenzeloosheid • Opvoedingsproblemen met de kinderen (verwaarlozing, parentificatie, mishandeling) • Vragen op het gebied van echtscheiding, huisvesting en dergelijke.

Psychische verschijnselen

• Suïcidepogingen • Zelfdestructief gedrag • Dissociatieve verschijnselen

Specifieke signalen bij volwassen slachtoffers

Lichamelijk letstel:

• Blauwe plekken • Kneuzingen • Verwondingen (snij-, brand-, bijt-, en hoofdwonden) • Verlies van tanden • Fracturen (ribben, neus, botten) • Ontwrichtingen (met name kaak en schouder) • Gehoorstoornissen • Genitale stoornissen • Schedelletsel

Page 60: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 37

Psychosomatische klachten • Symptomen van angst (hartkloppingen, hyperventilatie, trillen, zweten, duizeligheid,

buikpijn, pijn in de hartsteek, kortademigheid, slapeloosheid) • Menstruatiestoornissen

Gedragsmatige verschijnselen

• Schrikachtigheid • Onderdrukken van emoties, moeite met huilen • Niet over geld (mogen) beschikken • Slaafse houding tegenover de partner • Weinig contacten buitenshuis • Schoonmaakdwang

Specifieke signalen van plegers

Psychosociale klachten

• Getuige geweest zijn van geweld in gezin van herkomst

Gedragsmatige verschijnselen

• Extreme jaloersheid • Controlerend gedrag • Onrealistische verwachtingen t.a.v. de partner • Anderen de schuld geven voor eigen problemen • Anderen de schuld geven voor eigen gevoelens • Wreed gedrag t.a.v. kinderen/dieren • Verbaal misbruik • Dubbele persoonlijkheid (Jeckyll en Hyde) • Mishandeling in eerdere relaties • Bedreigingen uiten • Gebrekkige impulscontrole

Psychische verschijnselen

• Voorgeschiedenis van middelengebruik

Specifieke signalen van kinderen als slachtoffer en/of getuige van geweld15

Het is bij signalen van kinderen moeilijk een onderscheid te maken tussen kinderen als slachtoffer van geweld, en kind als getuige van geweld, omdat dit vaak door elkaar loopt: het kind verdedigt de ouder,.. .Uit onderzoek blijkt dat de gevolgen van getuige zijn van geweld veel gelijkenissen vertoont met zelf slachtoffer zijn van geweld. Daarom halen we deze in onderstaande lijst niet uit elkaar. Lichamelijke signalen 0-12 jaar

• Onverklaarbare blauwe plekken, schaafwonden, kneuzingen, botbreuken • Krab-, bijt- of brandwonden • Littekens • Slechte verzorging wat betreft kleding, hygiëne, voeding • Achter in ontwikkeling (motoriek, spraak, taal, emotioneel, cognitief) • Psychosomatische klachten: buikpijn, hoofdpijn, misselijk etc. • Vermoeidheid, lusteloosheid • Opvallend vermageren of dikker worden • Slaapproblemen • Voeding/eetproblemen • Niet zindelijk (vanaf 4 jaar)

15 Amsterdams Protocol Kindermishandeling. Zorgsignalering en handelen bij (een vermoeden van) kindermishandeling (oktober 2005). Project Stop Huiselijk geweld Amsterdam. Werkgroep Zorg om jeugd/vroegsignalering.

Page 61: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 38

Extra voor 12-18 jaar

• Zwangerschap • Abortus • Vertraagd intreden puberteit • Anorexia/boulimia

Sociaal-emotionele en gedragssignalen 0-12 jaar

• Extreem zenuwachtig, gespannen, angstig of boos • Teruggetrokken gedrag • In zichzelf gekeerd, depressief • Passief, meegaand, apathisch, lusteloos • Kind is bang voor de ouder • Plotselinge verandering in gedrag • Veel aandacht vragen op een vreemde manier • Vastklampen of veel afstand houden • Angst of schrikreacties bij onverwacht lichamelijk contact • Zelfverwondend gedrag • Overijverig • Jong of ouwelijk gedrag • Stelen, brandstichting, vandalisme • Altijd waakzaam • Lichaam stijf houden bij optillen • Extreem verantwoordelijkheidsgevoel • Niet spelen met andere kinderen (vanaf 3 jaar) • Afwijkend spel (ongebruikelijke thema’s) • Snel straf verwachten • Gebruik van alcohol of drugs • Agressieve reacties naar andere kinderen • Geen interesse in speelgoed/spel

Extra voor 12-18 jaar

• Suïcidaal gedrag • Anorexia • Boulimia • Weglopen van huis • Crimineel gedrag • Verslaafd aan alcohol of drugs • Relationeel geweld

Page 62: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 39

2.4. Typologieën van slachtoffers en plegers van partnergeweld

We bespreken in dit deel de typologieën van slachtoffers en plegers van partnergeweld. Ook hier is enige nuancering op zijn plaats: niet alle slachtoffers en plegers vallen altijd in één van deze categorieën, en bij sommige cliënten merken we dat categorieën samen voorkomen. Het doel van deze typologie is de hulpverlener de mogelijkheid geven om in te schatten wat de cliënt nodig heeft aan hulpverlening, en welke dienst het meest aangewezen is om de hulpverlening op te starten. Daarnaast wil deze typologie een kapstok aanbieden om meer kwaliteitsvol, vanuit een bepaald kader én met meer begrip met een cliënt te werken. Deze typologieën hebben echter als gevaar dat hulpverleners enkel nog het etiket dat aansluit bij het profiel van de cliënt als uitgangspunt nemen, terwijl het de opdracht van de hulpverlener blijft ‘de mens achter het etiket te blijven zien’.

Typologie van slachtoffers van partnergeweld16 Slachtoffers hebben ook een eigen aandeel in het ontstaan en de ontwikkeling van partnergeweld. Mensen die in mishandelingssituaties terechtkomen, zijn te categoriseren in verschillende types. Deze typologie ziet er als volgt uit:

Type 1: incidentele slachtoffers

Deze slachtoffers hebben geen kenmerken die als risicofactor gelden voor het slachtoffer worden van geweld binnen relaties. Zij treffen meestal eenmalig een mishandelende partner.

Type 2: chronische slachtoffers

Zij treffen steeds weer een gewelddadige/mishandelende partner. Zij zijn onder te verdelen in volgende subtypen;

Traumarepeterende slachtoffers Deze slachtoffers hebben een geschiedenis van chronische mishandeling vanaf hun kindertijd. Zij zoeken bewust of onbewust (potentieel) gewelddadige, mishandelende partners en lokken in hun relatie gewelddadig gedrag uit bij hun partner, ter bevrediging van hun behoefte aan traumapetitie of ter behoud of herstel van hun vertrouwde psychische evenwicht.

Afhankelijke slachtoffers Deze groep slachtoffers heeft een negatief zelfbeeld en zeer weinig zelfvertrouwen. Zij zoeken een “sterke man” die hen beschermt en verzorgt en stellen zich in sterke mate afhankelijk van hem op. Zij worden vaak uitgezocht als partner door mannen die graag hun partner willen domineren. Geweld en intimidatie van de partner wordt door deze slachtoffers verzetloos gedoogd. Bovendien geven zij dan altijd toe aan de wensen van hun partner. Zodoende wordt het geweld bij hun partner aangemoedigd en beloond.

Psychologische agressieve slachtoffers Deze slachtoffers lokken vaak fysiek geweld uit door de partner (en anderen) in extreme mate te treiteren, te vernederen en psychisch onder druk te zetten. Zij zijn in het algemeen verbaal vaardiger dan hun tegenpartij in conflicten. Zij zijn in conflicten vaker geneigd om gelijk te willen krijgen (om het conflict te willen winnen) dan om het conflict in overleg op te willen lossen (door bijvoorbeeld het bereiken van een compromis). Ook komt passief-agressief gedrag regelmatig voor bij deze groep van slachtoffers.

Zij bezitten een stijl van sociale interactie, en in het bijzonder van conflicthantering, waarin de volgende kenmerken predomineren:

• Het niet in expliciete bewoordingen, of niet op tijd, aangeven van de eigen grenzen, wensen, behoeften en opvattingen. In plaats hiervan wordt vnl. gebruik gemaakt van het afgeven van “signalen” en “hints” die de partner en anderen zouden moeten opvangen en juist zouden moeten interpreteren.

• Het pogen om het gedrag van de partner en van anderen naar de eigen wens te beïnvloeden door te proberen om sterke negatieve gevoelens bij de partner en anderen op te wekken. Deze negatieve gevoelens zijn gevoelens van schaamte, schuld, frustratie, verdriet, verwarring, boosheid ed. Deze gevoelens kunnen worden opgewekt, zowel door middel van verbale uitingen als door middel van non-verbaal

16 Van Outsem, R., m.m.v. Nico Van Oosten (2001). De aanpak – Systeemgerichte hulp bij geweld in relaties, , Transact, Fiom en Vrouwenopvang Overijssel

Page 63: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 40

gedrag. Ook kunnen deze gevoelens worden opgewerkt door het zich nadrukkelijk onthouden van door de ander gewenst gedrag.

Slachtoffers van het borderlinetype Deze slachtoffers gedragen zich chaotisch m.b.t. relaties. Zij zoeken vaak heftige, emotionele confrontaties op met hun partner. Zij zijn vaak ook promiscue en zelden kieskeurig in hun partnerkeuze. Zij zijn zelf vaak eveneens psychisch of fysiek gewelddadig t.a.v. hun partner. Op het fysieke vlak moeten ze echter vaak het onderspit delven tegenover de fysiek sterkere man.

Verslaafde slachtoffers Zij zijn verslaafd aan alcohol, drugs of medicijnen, en zoeken en vinden meestal een partner binnen hun eigen kring van middelengebruikers. Hierdoor bestaat er steeds een risico op het treffen van een mishandelende partner, en het terechtkomen in gewelddadige verslavingsrelaties. Ook het gedrag dat samengaat met hun verslavingsproblematiek kan het risico van mishandeling door hun partner vergroten.

Hoe als hulpverlener hiermee werken? Aan de hand van deze typologie kunnen manieren worden gevonden om de interactiepatronen van slachtoffers in en na de geweldrelatie op het spoor te komen en zo te veranderen zodat de kans op verder relationeel geweld in de toekomst kleiner wordt. Ook kan men aan de hand hiervan voor ieder slachtoffer specifieke aandachtspunten formuleren die in een werkplan verwerkt kunnen worden. In de praktijk komt het regelmatig voor dat slachtoffers onder meer dan één type vallen.

Het werken met de beschreven typologie kan voor het slachtoffer in sommige gevallen nogal confronterend zijn. Het impliceert immers een eigen aandeel in de problematiek die zij zelf liever niet onder ogen wil zien. Voor veel slachtoffers is het makkelijker om alle schuld en verantwoordelijkheid bij hun (ex-)partner te leggen. Voor veel hulpverleners kan het verleidelijk zijn om hier in mee te gaan. Het aanwijzen van ‘de enige schuldige’ kan een schijnduidelijkheid opleveren waardoor de problemen van het slachtoffer gemakkelijker lijken te kunnen worden opgelost. Aan de andere kant kan het voor het slachtoffer juist heel bevrijdend werken om het eigen aandeel in de problematiek te bespreken, inclusief de patronen. Door zich bewust te worden van hoe en in welke mate hij/zij zelf de kans verhoogt op het ervaren van geweld binnen relaties, krijgt het slachtoffer het gevoel zijn/haar eigen lot meer in de hand te hebben. Zo wordt hij/zij zich bewust er zelf actief voor te kunnen zorgen dat hij/zij niet nogmaals te maken krijgt met relationeel geweld, en dat hij/zij ervoor kan zorgen dat toekomstige relaties veilig en kwalitatief beter kunnen zijn. Dit gevoel van controle versterkt het zelfbeeld van het slachtoffer.

Tips: • de hulpverlener dient het nut van de bespreking van deze typologie en het eigen

aandeel eerst te communiceren voor met de bespreking van dit onderwerp te beginnen; dit om te vermijden dat het slachtoffer ten onrechte denkt dat de hulpverlener er op uit is om hem/haar de schuld van het geweld in de schoenen te schuiven.

• Zowel bij slachtoffers als bij plegers dient de afweging te worden gemaakt welke cliënten door eerste lijns- en welke op tweede lijnshulpverlening moet worden opgenomen. Nauwe samenwerking en afspraken hierover zijn aangewezen.

Typologie van plegers van partnergeweld17

We komen tot de volgende typologie van plegers van relationeel geweld, waarbij de beschreven typen elkaar onderling niet uitsluiten.

Angstig controlerende plegers Deze plegers hebben een negatief zelfbeeld en heel weinig zelfvertrouwen. Zij hebben ego-zwakke, afhankelijke persoonlijkheidsstructuren. Zij hebben een grote angst om hun partner, van wie ze zich afhankelijk voelen te verliezen. Het gewelddadig gedrag wordt hier gepleegd als middel om bij hen te blijven, of om te voorkomen dat de partner hen verlaat.Het geweld kan zich hier actief en/of passief stellen. Bij het actief geweld zijn deze plegers vaak zeer perfectionistisch, overheersend en 17 Gebaseerd op De aanpak – Systeemgerichte hulp bij geweld in relaties, Ron Van Outsem, m.m.v. Nico Van Oosten, Transact, Fiom en Vrouwenopvang Overijssel 2001; en Genetello (2007). Vorming i.k.v. project “Ontwikkeling van een systeemgerichte methodiek inzake intrafamiliaal geweld in een residentiele hulpverleningscontext”, gesubsidieerd door Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen.

Page 64: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 41

controlerend. Bij het passief geweld houden ze hun partner van op afstand in de gaten, en zijn ze niet in staat tot emotioneel contact.

Getraumatiseerde plegers Deze plegers hebben ofwel een posttraumatische stresstoornis (PTSS), of zijn fysisch getraumatiseerd. Bij de eerste groep treedt het gewelddadig gedrag op wanneer de pleger posttraumatische beelden over het vroeger ervaren trauma heeft. Bij de tweede groep is de medische oorzaak fysisch, hebben mensen een hersenstoornis (n.a.v. vroeger geweld, of andere gebeurtenissen). Ook hier kan geweld optreden, maar hebben ze als oorzaak deze hersenstoornis.

Algemeen ontremde plegers Bij hen is er sprake van geweld als gegeneraliseerd sociaal gedrag. Vaak gaat het hierbij over een aangeleerd gedragspatroon. In veel gevallen wordt een multi-problematische levensgeschiedenis gevonden, met uiterst beperkte hechtingsmogelijkheden in de eigen opvoeding. Het gewelddadig gedrag treedt bij deze plegers zowel vanuit een gewoonte als functioneel op. In veel situaties wordt gewelddadig gedrag als een overlevingstrategie beschouwd.

Verslaafde plegers Deze plegers zijn verslaafd aan, of vertonen problematisch gebruik van alcohol, drugs of medicatie. Het gewelddadig gedrag treedt hier op tijdens intoxicatie en/of door de effecten op langere termijn van de ingenomen middelen.

Psychotische plegers Deze plegers lijden aan een psychotisch en/of een psychische stoornis zoals schizofrenie, reactieve psychose, paranoïde persoonlijkheidsstoornis,… Het gewelddadig gedrag treedt op als resultaat van denkprocessen op een moment van gebrekkige realiteitstoetsing.

Emotioneel labiele pleger Deze plegers hebben een groot gebrek aan sociale vaardigheden, ook op het gebied van conflicthantering. Het gewelddadig gedrag treedt hier op als een inadequate poging om conflicten, of emoties in het algemeen te beslechten. Deze plegers zien hierbij geen adequatere alternatieven voor het gewelddadig gedrag.

Culturedefensieve pleger Deze pleger kan zowel autochtoon als allochtoon zijn. Deze pleger heeft een traditionele, conservatieve levenshouding, o.a. in zijn opvattingen over de rol van mannen en vrouwen in de samenleving en het gezin. Hij gaat hierbij uit van traditionele rolpatronen.

Psychopathische pleger Deze plegers hebben een persoonlijkheidsstoornis die vaak gekenmerkt wordt door antisociale persoonlijkheidsstructuren. Het gewelddadig gedrag treedt op als gevolg van een groot gebrek aan empatisch vermogen en een slecht ontwikkelde gewetensfunctie. Doel van het gewelddadig gedrag is vaak voordeel halen uit de situatie en/of het bevestigen van de eigen dominantie over de ander(en).

Tip: Psychopathische plegers zijn onbehandelbaar. Een aantal kenmerken18 waar je op kan letten bij bevraging over geweld:

• vertonen tijdens conflict een lagere hartslag • hebben geen extra adrenaline productie tijdens geweld of spreken over geweld • vertonen weinig hersenactiviteit tijdens geweld of spreken over het geweld • gebruik van mes of ander wapen • direct intimiderend, dreigend en vernederend • zijn zowel t.a.v. familieleden als t.a.v. anderen gewelddadig • hebben geen schaamte over gepleegde geweld

Ambulante begeleiding of therapie heeft bij deze plegers geen effect: deze groep kan best geholpen worden met langdurigere, residentiële begeleiding.

18 Uit training Van Lawick en Groen (2005).m.b.t. partnergeweld. Provincie Antwerpen, Berchem.

Page 65: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 42

Mogelijke vormen van agressie bij partnergeweld

We onderscheiden bij partnergeweld drie soorten agressie19: - Impulsief geweld. dit is plots en hevig, de emotionele opwinding is groot, het stopt maar als de

pleger uitgeraasd is. Onderdanig zijn helpt hier niet, maar verzet maakt dat pleger sneller moe is en hij is daardoor sneller uitgeraasd.

- Jachtgeweld. Dit is een vorm van agressie waarbij er een langzame opbouw is. De 1e fase concentreert zich op het ‘overwinnen van de prooi’, 2e fase op ‘de prooi afmaken’. Weerstand doet agressie dalen, terwijl onderdanigheid vaak agressie doet stijgen.

- Functionele agressie. Deze vorm van agressie is berekend en doelgericht. Het begin is geleidelijk, en het eindigt als het doel bereikt is of als het doel onmogelijk blijkt. Overgave, onderdanigheid doet hier de agressie dalen, terwijl weerstand door een zwakker iemand agressie doet stijgen. Weerstand door een sterker iemand doet agressie dalen

Bij partnergeweld wordt er heel vaak impulsief geweld gebruikt, soms ook functionele agressie, uitzonderlijk jachtgeweld als vorm van agressie.

19 Genetello, H. (2007). Vorming i.k.v. project “Ontwikkeling van een systeemgerichte methodiek inzake intrafamiliaal geweld in een residentiele hulpverleningscontext”, gesubsidieerd door Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen

Page 66: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 43

2.5. Relatietypologieën bij partnergeweld20

We gaan hier dieper in op het principe van het romantisch ideaal waarbij de partnerkeuze bepaald wordt vanuit een tekort bij zichzelf, dat door de ander kan worden ingevuld.

Collusie - Collusie is een niet-toegegeven samenspel van partners op grond van een gelijkaardig,

onoverwonnen fundamenteel conflict uit de kindertijd. - Dit conflict wordt in verschillende rollen tot uitdrukking gebracht maar bestaat uit

gepolariseerde varianten van hetzelfde. - De verbondenheid in het gelijksoortige conflict begunstigt bij de ene partner de progressieve en

bij de andere partner de regressieve pogingen tot zelfgenezing. - Het doel is om van het eigen conflict te worden verlost.

Opmerkingen: - Collusie is niet echt een typologie, maar zijn thema’s die in elke relatie naar boven komen,

maar waar mensen rond één thema in vast kunnen zitten. - Een collusie begint als ideaalbeeld: dit is de relatie die mijn tekort/teveel uit jeugd zal

goedmaken. - Het is belangrijk de terminologie van deze collusies niet te verwarren met dagdagelijks

woordgebruik.

1. Het verlangen naar één-zijn Partner 1 verlangt onvoorwaardelijke verering en idealisatie, wil zelf geen offers brengen of zich laten inperken terwijl partner 2 ernaar verlangt dwepend op te gaan in de partner, haalt zelfwaardering uit partner-zijn-van, wil geen eigen zelf opbouwen.

Het conflict speelt zich af wanneer de partner die zichzelf wegcijferde, zich volledig bindt aan de partner, geen eigen zelf (meer) heeft. Hij/zij probeert de partner aan te sporen te voldoen aan het ideaalbeeld dat hij/zij van hem/haar heeft. Hij/zij reageert met teleurstelling en krenkende opmerkingen als dit niet lukt. De geïdealiseerde partner wil voldoen aan het ideaalbeeld en voelt zich meer en meer de gevangene van de alom-aanwezige partner. Hij/zij probeert hem/haar op afstand te houden met vernederingen, kwaadaardige en meedogenloze woorden en acties.

2. Het verlangen naar elkaar met zorgen omringen Partner 1 verlangt hierbij naar bescherming, zorg, koestering, voldaan worden in alle behoeftes en wensen, en wil zelf niet actief bijdragen terwijl partner 2 ernaar verlangt te zorgen, te koesteren, met zorg te omringen, en de eigen behoeftes niet wil zien.

Het conflict speelt zich af wanneer de beschermeling enerzijds het gevoel krijgt niet als gelijkwaardige partner gezien te worden, en bij zijn/haar partner zwaarder in de schuld te komen staan. Anderzijds blijft hij/zij eindeloos en mateloos het geven van de ander eisen. De woede en frustratie worden geuit in steeds meer eisend gedrag en het onthouden van dankbaarheid. Het ontbreken van dankbaarheid is moeilijk voor de beschermer, dit wekt woede op die zich uit in klagen, verwijten en uiteindelijk het weigeren van zorg.

3. Het verlangen naar elkaar geheel toebehoren Partner 1 verlangt hier naar autonomie en heerschappij, en ontkent de angst om verlaten te worden, terwijl partner 2 de positie van afhankelijkheid en inschikkelijkheid accepteert, en afziet van zelfontplooiing van autonomie. Deze collusie bestaat ook in de variant waarbij beiden in de pool van partner 1 vastzitten; dit is de machtstrijd-relatie. Een andere variant van deze collusie is de jaloezie-ontrouw-collusie. Bij deze laatste collusie toont partner 1 het verlangen naar autonomie door ontrouw terwijl partner 2 zijn/haar afhankelijkheid toont door jaloezie en controle. Het conflict speelt zich in deze collusie af wanneer de passieve partner, die ogenschijnlijk geen weerstand biedt, en rechtstreekse confrontatie vermijdt probeert met trucs, halve waarheden zich aan de heerser te onttrekken. In passiviteit zijn zijn/haar wapens slordigheid, vergeetachtigheid, onhandigheid, laksheid.

20 Idem 18.

Page 67: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 44

De heersende partner raakt hierdoor gefrustreerd en kwaad, ziet dit als ongehoorzaamheid, passiviteit en laksheid van zijn/haar partner. Hij/zij wordt onzeker door signalen van insubordinatie die hij/zij niet hard kan maken. Dit maakt hem/haar nog meer overheersend, tiranniek, overordelijk, vitterig, …

Page 68: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 45

1. Het verlangen naar «mannelijke» bevestiging Partner 1 verlangt hier om sterkte te ontwikkelen en te tonen, steun en toeverlaat te zijn, mannelijk te zijn terwijl partner 2 ernaar verlangt passief-vrouwelijk te zijn, zwak en hulpbehoevend te kunnen zijn.

Het conflict speelt zich zo af dat de pleger altijd sterk moet zijn; als hij zich zwak toont, wordt het slachtoffer teleurgesteld waarop hij of zij reageert met spot, verachting, en jaloezie opwekt. De pleger reageert op deze teleurstelling met zich terugtrekken, passiviteit, vermijden van conflicten, “leidzaam” dragen van zijn kruis. Dit lokt op zijn beurt bij het slachtoffer razernij en “hysterisch” gedrag op wat de pleger nog meer in de passieve “hier is toch niets tegen te beginnen” houding duwt.

Circulaire processen Niet enkel in collusies ontstaan circulaire processen, elk menselijk contact bestaat uit wederzijdse beïnvloeding. Elke partner legt de interpunctie anders en presenteert een lineaire beïnvloeding “ik doe dat omdat hij/zij dit doet” en legt derhalve de verantwoordelijkheid voor verandering bij de ander “als hij/zij dit niet meer doet, zal ik dat niet meer moeten doen”. Het kunnen zien van de circulariteit maakt dat mensen sneller bereid zijn hun eigen gedrag te veranderen. Eenzijdige verandering in circulaire processen kan voldoende zijn om het geheel te veranderen, wederzijds veranderen via relatiebegeleiding is gemakkelijker. In circulariteit proberen partners vaak een evenwicht in stand te houden: ze kiezen elk een pool en blijven die krampachtig vasthouden uit angst door de ander meegetrokken te worden in de extremiteit van diens pool. Dit terwijl de andere partner helemaal dit extreem niet beoogt. Pas wanneer beiden in staat zijn te verwoorden dat zij niet uit zijn op het extreem maar op een evenwicht, kan elk zijn pool loslaten.

bv. autonomie – samenhorigheid

extreem pool 1 pool 2 extreem

isolement autonomie samenhorigheid versmelting

bv. bezorgheid – vertrouwen

extreem pool 1 pool 2 extreem

ondraaglijke bezorgheid vertrouwen roekeloosheid, angst

Page 69: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 46

2.6. Relatie tussen seksualiteit en geweld21

Sommige partners reageren spanningen af via seks. De lichamelijke processen bij seksuele opwinding lijken op de lichamelijke processen bij woede en angst. In spanning verkeren kan ook de behoefte aan seks verhogen waardoor geweld een libidoverhogend effect heeft. Bij het wegvallen van de conflicten en het geweld kan daardoor het verlangen naar seksueel contact verminderen. Andere koppels gebruiken seks als een manier om controle te krijgen over de agressie. Seks is bij veel koppels een goede manier om conflicten op te lossen, zich verbonden te voelen met elkaar. Het kan ook gebruikt worden door één partner om de ander gunstig te stemmen en zo geweld te voorkomen. Kwaadheid, wraak, afkeuring wordt bovendien vaak geuit in het weigeren van seksueel contact. In deze relaties wordt seks onthouden als strafmaatregel. Dit weigeren van als straf wordt vaak toegedekt als “moeheid”, “hoofdpijn”, … Soms wordt er seksueel geweld gepleegd in de relatie. Hier wordt één van de partners gedwongen tot het hebben van seksueel contact of bepaalde vormen van seksueel contact. Het is vaak een escalatie van ander fysiek geweld en heeft vaak een grote machtscomponent “jij bent van mij” “jij hebt te doen wat ik wil” “ik kan met jou doen wat ik wil”. In die zin is het ook een vorm van psychisch geweld. Het is bij partnergeweld belangrijk om te bevragen hoe seksualiteit zich verbindt tot de geweldpleging, en dit met elkaar in verband te brengen.

21 Idem 15.

Page 70: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 47

2.7. Patronen in betrekken van derden, waaronder kinderen, in het conflict22

Als gemeenschappelijke vijand Een derde wordt als een gemeenschappelijke uitdaging of bedreiging gezien en het koppel sluit zich, voelt zich verbonden in de strijd tegen … Bij kinderen manifesteert dit zich als het bestempelen van het kind of de kinderen als moeilijk, onopvoedbaar.

Als zorger voor beiden Een koppel met een sterke behoefte aan zorg kan een derde in het conflict betrekken die in de zorgende pool gaat staan en hun in staat stelt beiden in de regressieve pool te blijven. Bij kinderen manifesteert dit zich als het sterk geparentificeerde, zorgende kind.

Als hulpbehoevende voor beiden Een hulpbehoevende derde stelt het koppel in deze situaties in staat helemaal in de progressieve zorgende pool te blijven en alle spanningen te wijten aan deze zorg en inspanning. Bij kinderen kan dit zich uiten via een zwak, ziekelijk kind, een kind dat niet groot mag worden, een kind dat niet bekwaam mag worden.

Als verbinding tussen beiden Het koppel vermijdt te grote intimiteit door ieder samenzijn met zijn tweetjes te vermijden, de derde wordt overal bij betrokken. Bij kinderen gebeurt dit door het kind dat functioneert als hart van het gezin, waarrond alles draait, dat er altijd en overal bij moet zijn.

Als eenzijdige bondgenoot Een partner sluit zich aan bij een derde die helemaal zijn/haar kant kiest. De andere partner gaat als reactie vaak hetzelfde doen. Dit verhoogt het conflict tussen de partners en leidt vaak tot escalaties. Bij kinderen kan dit gebeuren door een kind dat kant kiest en één ouder verwerpt uit zorg voor de ander.

Als overnemer van een echtelijke taak (taken) Een derde kan een echtelijke taak overnemen bv. een vriend waarmee ik wel kan praten, een minnares die wel passioneel is, … Dit kan tot conflicten leiden maar ook een door beiden aanvaarde verdeling zijn. Bij kinderen zie je hier vaak een kind als beste vriend(in), het kind als vertrouwenspersoon, het kind als partner voor activiteiten, ….

Oefening: Hoe kan ik als hulpverlener verstrikt raken in het conflict? Zie ik voorbeelden van zo’n verstrikt raken in mijn/onze werking? Hoe kunnen we dit vermijden?

22 Idem 18.

Page 71: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 48

3. Basismethodieken

Page 72: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 49

3.1. Diagnostische gesprekken met de pleger23

In deze gesprekken krijgt de mishandelende partner de kans zijn visie over de relatie en de relatieproblemen weer te geven. Ook tracht de hulpverlener een indruk te krijgen van de cliënt en zijn levenssituatie. Het is in deze gesprekken aangewezen dat de cliënt de ruimte krijgt om zijn/haar verhaal te vertellen door gerichte vragen te stellen en hem/haar ruime spreektijd te geven.

Te bevragen in diagnostische gesprekken: • hoe beleeft de mishandelende partner zijn/haar partner en zijn/haar relatie hiermee? • Hoe beschrijft hij/zij zichzelf in en buiten de relatie? • Hoe is volgens hem/haar het geweld in de relatie ontstaan? • Wat heeft hij/zij proberen te bereiken en is dit gelukt? • Wat was het resultaat van de geweldpleging? Is hij/zij daar tevreden over? • Hoe verlopen ruzies en gewelddadige situaties? • Wat zijn de onderwerpen van de ruzies? Waarover maakt hij/zij ruzie? Waarover maakt

zijn/haar partner ruzie? • Wat loopt er goed in de relatie? Wat loopt er slecht in de relatie? • Wat heeft de cliënt allemaal geprobeerd om de problemen in de relatie op te lossen en hoe

heeft hij/zij dat aangepakt? • Bevraag volgende zaken: financiën, vrije tijd, verslaving, woonsituatie, gezondheid • Spelen er (binnen of buiten de relatie) actuele factoren die stress veroorzaken bij de

mishandelende partner die invloed hebben op de relatie en het geweld? • Zijn er relevante derden die een belangrijke rol spelen in het leven van de cliënt en zo ja:

op welke manier? • Wat is zijn/haar levensgeschiedenis? Zijn er zaken die hier een achtergrond zijn/zouden

kunnen zijn voor zijn/haar huidige gewelddadige gedrag? Hoe ziet de cliënt dit zelf? • Wat vindt hij/zij zelf van zijn gewelddadig gedrag in de relatie? • Wat is zijn/haar motivatie om de problemen op de lossen en in hoeverre is hij/zij

gemotiveerd om dit te doen? Eventueel laten scoren op een schaal van 0 tot 100. • Welk soort relatie had hij/zij vroeger als ideaalbeeld? • Heeft hij/zij momenteel contact met de (ex-)partner? Zo ja, wat is het doel hiervan? • Hoe verloopt dit contact? Wat zijn de (mogelijke) gevolgen van dit contact? • Zijn er kinderen? Zo ja: welke band heeft hij/zij hiermee? • Wie is op de hoogte van de feiten (mogelijke steunfiguren) • Bevraag ook religie en culturele achtergrond • Ziet hij/zij voor zichzelf werkpunten? • Heeft de cliënt een levensspreuk? Zo ja: met welke betekenis?

23Idem 15.

Page 73: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 50

3.2. Bespreekbaar stellen en ontrafelen van partnergeweld24

Mogelijke introductie van vragen naar geweldservaringen

Wanneer je een vermoeden hebt van mishandeling bij de cliënt kan je er als hulpverlener best zelf naar vragen, maar op een niet-beschuldigende, open manier. De beste manier om dit te doen is door algemeen te beginnen: Veel cliënten (met vergelijkbare verhalen) hebben ervaring met geweld of mishandeling in het gezin/de relatie. Ervaring leert ons dat mensen die hiermee geconfronteerd worden hier uit schaamte, angst of schuldgevoelens zelden zelf over beginnen. Daarom vraag ik hiernaar.’ Wanneer je het dan toespitst op de specifieke situatie van de cliënt voelt hij zich niet abnormaal, geen uitzondering. Hij kreeg immers de boodschap dat het ook met anderen gebeurt. ‘Bent u ooit geslagen, bedreigd of vernederd door uw partner/ouders/kind? Komt het wel eens voor dat uw ouder/partner/kind u bedreigt met geweld vb. door met spullen te gooien, te controleren, …?’

Bespreekbaar stellen van geweld

Stap 1: bespreekbaar maken van het geweld (na signalen)

• Vraag naar eventuele problemen thuis, naar problemen in de relatie of naar ervaringen waar hij of zij liever niet over praat en die misschien verband houden met zijn/haar klachten.

• Bij andere problemen: vragen naar de gevolgen voor en omgaan met de problemen door de andere gezinsleden. Zijn er wel eens meningsverschillen en/of ruzies als gevolg daarvan?

• Hoe wordt dat dan opgelost? Gebeurt het wel eens dat er gedreigd wordt of geduwd,…? • Nodig hem/haar uit om hier meer over te vertellen. Toon begrip voor schaamte, angst en

schuld en geef aan dat vele mensen die geconfronteerd worden met geweld (zowel slachtoffers als plegers) dit ervaren. De schaamte is vaak groot, ook bij plegers, en de ontkenning ook. Tracht door te vragen zonder te veroordelen, met vooral als doelstelling zicht te krijgen op de situatie, in al zijn schakeringen.

Stap 2: exploreren van geweld

• Bespreek aard, ernst en frequentie van geweld. • Besteed ruim aandacht aan de gevolgen van het geweld en de actieve en passieve vormen

van verzet. • Ga na of er kinderen zijn en wat zij ervan merken. Geef evt. voorlichting.

Stap 3: verantwoordelijkheid voor veiligheid vergroten

• Ga na hoe veilig het slachtoffer zich voelt en hoe veilig de kinderen zijn. Op welke manier tracht het slachtoffer de veiligheid te waarborgen?

• In hoeverre durft het slachtoffer de confrontatie met de partner aan? Durft hij/zij hem meevragen? Is het veilig voor het slachtoffer en de kinderen als de hulpverlener de partner benadert? Op welk moment zou dat het beste kunnen?

• Bespreek de cirkel van geweld • Geef toelichting bij relatiegeweld en ga samen na hoe het slachtoffer zijn of zijn/haar

veiligheid en deze van de kinderen kan vergroten

Ontrafelen van geweld

aard, ernst en gevolgen van geweld bevragen bij het slachtoffer

• Van welke lichamelijke, psychische of psychosomatische klachten en problemen heeft u last?

• Sinds wanneer heeft u hier last van? • Hoe is uw gezondheid, nachtrust, eetpatroon, lichaamsbeleving? • Waar hangen naar uw idee de klachten en problemen mee samen? • Mag u zelf over uw geld beschikken? Wordt u respectvol behandeld door uw (ex)partner? • Wordt u wel eens lastig gevallen door uw (ex)partner?

24 Gebaseerd op workshop plegers van huiselijk geweld, Transact (2006), en Hannes, N (2007). Vorming IFG, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk.

Page 74: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 51

• Blijft het bij slaan of gebruikt hij/zij ook wel eens andere vormen van geweld, zoals stompen, schelden, van de trap duwen, aan de haren trekken?

• Is er sprake van een (levens-) bedreigende situatie, zoals dreigen met wapens, zwaar geweld?

• Is één van jullie beiden verslaafd aan drugs, alcohol of medicatie? • Heeft u wel eens tegen uw zin seksueel contact gehad met uw partner? • Sinds wanneer en hoe vaak komen deze gebeurtenissen voor? • Zijn er speciale situaties die aanleiding geven tot geweld? • Wie neemt het initiatief tot geweld? • Heeft u wel eens verwondingen opgelopen? • Wanneer bent u voor het laatst op deze wijze mishandeld en bedreigd?

Aard, ernst en gevolgen bevragen bij de pleger

• Bevraag hem of haar hoe de relatie met de partner verloopt. • Bevraag stressfactoren: werksituatie,…. • Ga na hoe hij omgaat met frustraties. • Exploreer zijn of haar boosheid. Waarover wordt hij of zij boos, hoe, wanneer loopt het uit

de hand? Zorg hierin voor een zo concreet mogelijk omschrijving van het geweld: fysiek, verbaal, psychisch, bedreigingen, of seksueel geweld. Wat zijn hierin de ontwikkelingen: toename, afname, escalatie: in welke periode, onder welke omstandigheden? Wat, wanneer en hoe was de ergste vorm van geweld die hij/zij pleegde. Je kan dit doen aan de hand van de vijf G’s: de gebeurtenis (de context), de gedachten, de gevoelens, het gedrag, de gevolgen de grond van het gebeurde (= de aanleiding). Formuleer hierbij vragen als wat, waar, wie, wanneer, waarom en hoe.

• Ga na wat hij/zij van zijn/haar boosheid en geweld vindt. Wat wil hij ermee bereiken? Is het gelukt? Wat vindt hij/zij ervan dat hij/zij z’n zelfbeheersing verliest? Zijn er andere manieren om dit doel te bereiken? Lukt het wel eens om de controle te bewaren? Waarin zit het verschil? Hoe zou hij/zij graag de problemen willen oplossen? Hoe komt het volgens hem/haar dat dit niet lukt? Als hij/zij zichzelf niet gewelddadig vindt: wanneer is iemand in zijn of haar ogen gewelddadig? Wat is geweld?

• Ga na wat hij/zij dan doet. Maak het zo concreet mogelijk: bij duwen: waar stond de ander toen je duwde? Hoe hard duwde je? Waar stond de ander na de duw? … Hoe vaak gebeurt dit? Verloopt het ook wel eens anders? Wat zijn de gevolgen op lange termijn? Bespreek de cyclus van geweld wanneer het vaker voorkomt. Betrek het gedrag van de ander erbij maar enkel als rode lappen voor z’n boosheid en geweld

• Peil zijn/haar motivatie om de problemen op te lossen. Leg hem/haar uit dat er een methode bestaat om het niet zover te laten komen en of hij/zij bereid is deze toe te passen.

• Welke gevolgen ziet hij/zij? Welk effect heeft dit op zijn/haar respect, het vertrouwen tussen de partners, de liefde van de partner? Is de ander bang voor hem/haar? Is de partner veranderd tijdens de relatie? Hoe zal de relatie volgens hem/haar verlopen als hij/zij geweld blijft gebruiken?

• Wordt er alleen in het gezin geweld gebruikt, of ook elders? Gebruikte hij/zij al geweld in eerdere relaties? Is hij/zij al in aanraking geweest met de politie vanwege het geweld en/of andere zaken? Maak duidelijk dat ook geweld binnen de relatie strafbaar is.

• wanneer gebruikte hij/zij voor het eerst geweld? • Point of no return nagaan. Tot in detail nagaan wanneer hij/zij zijn/haar zelfbeheersing

verliest, benoem dit als een keuze die hij/zij maakt. Welke signalen neemt hij/zij bij zichzelf waar?

• Hoe probeert hij/zij te voorkomen dat hij/zij gewelddadig wordt, nu en in het verleden? Wat werkt(e) wel, wat niet? Heeft hij/zij al eerder hulp gezocht? Zo nee: wat hield hem/haar tegen? Zo ja: wat is zijn/haar ervaring hiermee?

• Wat is verband tussen levensgeschiedenis en kwaadheidgeschiedenis, en hoe zijn deze met elkaar verbonden?

• Hoe gaat pleger om met schaamte en schuld verbonden aan geweld? • Bespreekbaar stellen van geweld met pleger kan ook via Duplo-blokken,

dagboekopdrachten, boek met kwaadheidgeschiedenis.

Page 75: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 52

Aard, ernst en gevolgen bevragen met een koppel

• Leg uit dat een verhaal altijd 2 kanten heeft, dat je niet op zoek bent naar “de waarheid” maar hun beider verhaal wilt horen.

• Laat de pleger zijn of haar verhaal doen. • Bekijk hoe de partner de situatie ervaarde. • Benoem zo veel mogelijk circulaire processen, leg de nadruk op de gelijkenissen in de

verhalen, de 2 kanten van hetzelfde verhaal, de verbinding. • Ga na hoe beiden omgaan met frustraties. • Exploreer boosheid: Waarover wordt hij/zij boos, hoe, wanneer loopt het uit de hand, hoe

reageert de ander op deze boosheid, wat helpt, wat verergert? Ook hier zoveel mogelijk circulair benoemen.

• Ga na wat zij met boosheid en geweld proberen bereiken, wat is het doel? Hebben ze andere oplossingen geprobeerd? zien ze nog andere oplossingen?

• Hoe ziet een geweldsituatie er concreet uit: chronologie, gedrag in details, reacties, … • Peil naar motivatie om geweld te stoppen. • Peil naar motivatie om aan onderliggende problemen te werken.

Beleving, ervaring, en draagkracht van de cliënt (zowel slachtoffer, pleger als koppel) t.a.v. het geweld

• Hoe kijkt hij/zij zelf tegen de situatie aan? • Hoe reageert hij/zij op het geweld? • Is er sprake van zelfdestructief gedrag? • Heeft hij/zij het gevoel invloed te kunnen uitoefenen op de situatie? • Wat is volgens hem/haar de belangrijkste aanleiding voor de moeilijkheden in de relatie, en

de mishandeling door zijn/haar partner? • Op welke manieren wordt er verzet gepleegd? Wat waren de effecten van dit verzet of

pogingen daartoe? • Hoe kijkt hij/zij naar zijn/haar eigen gedrag of aandeel? • Legt hij/zij de verantwoordelijkheid voor de mishandeling bij zichzelf? • Heeft hij/zij geprobeerd het geweld te stoppen? Hoe? • Hoe zijn zijn/haar eigenwaarde en zelfbeeld? • Maakt hij/zij zich verwijten over het geweld? • Confronteert hij/zij zijn/haar partner met het geweld, bespreken ze dit met elkaar? Welke

reacties roept dit op bij zijn/haar partner? • Welke gevoelens roept de situatie op bij hem/haar? • Hoe is zijn/haar zelfredzaamheid en zijn/haar sociale vaardigheden? • Wat zien of merken de kinderen van het geweld, en hoe reageren ze? Vertonen ze

emotionele of gedragsproblemen? Worden de kinderen uitgespeeld tegen elkaar of t.a.v. één van de ouders, of gebruikt als dreigement? Hoe is de band tussen de kinderen en beide ouders?

• Speelt verslaving van hem/haar en/of zijn/haar partner een rol bij het geweld? Zo ja: in kaart brengen: achtergrond en aard verslaving, hulpverlening op dit gebied nu en in het verleden.

• Heeft hij/zij sociale contacten en een vriendennetwerk? o Zo ja: hoe reageren zij op de situatie, en hoe heeft hij of zij dit beleefd? In

hoeverre is de reactie van zijn/haar omgeving van invloed op zijn/haar eigen beleving?

o Zo nee: wat zijn onderliggende angsten? (bang zijn niet meer te kunnen functioneren, angst voor represailles, angst voor uitsluiting en ongeloof?) Hoe heeft hij/zij zijn/haar geheim kunnen dragen?

• Hoe eindigen de ruzies of gewelddadigheden? Betoont hij/zij spijt of berouw, en hoe vaak? Wat is zijn/haar reactie hierop? Wanneer voelt hij/zij medelijden of medeleven met zijn/haar partner?

Beleving, ervaring, en draagkracht van de cliënt (zowel slachtoffer, pleger als koppel) t.a.v. partner

• Wat waren de verwachtingen van een relatie toen hij/haar zijn/haar partner leerde kennen? • Op welke leeftijd leerden ze elkaar kennen? • Wat waren aantrekkelijke kanten aan hem/haar? • Wat vindt hij/zij nog steeds aantrekkelijk aan haar/hem? • Op welke ervaringen met de partner kijkt hij/zij met plezier terug? • Zou hij/zij zich een leven zonder hem/haar kunnen voorstellen?

Page 76: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 53

• Welke rol speelt zijn/haar partner in zijn/haar huidige leven? • Wat is de betekenis van een relatie voor hem/haar? • Waarin zou zijn/haar partner moeten veranderen? • Hoe beoordeelt hij/zij haar/zijn minder leuke kanten?

Mogelijke vragen over vroege signalen van geweld en patronen in de relatie

• Hoe beschrijf je je partner in de eerste periode van de relatie? • Waren er destijds al tekenen in de relatie die zouden kunnen wijzen op toekomstig geweld?

(voorbeelden: controleren, vernederen, beginnend grensoverschrijdend gedrag) Wat vond je destijds van haar/zijn gedrag? En nu, erop terugkijkend?

• Vragen naar relatieperspectief en/of levensperspectief. Wat is belangrijk in je leven?Wie ben je en wie wil je zijn? Wat voor relatie wil je met je partner? Wat wil je dat hij/zij voor je voelt? Wat voor vader/moeder wil je zijn? Hoe wil je dat je kinderen je herinneren?

• Is hij/zij ook naar anderen wel eens gewelddadig of agressief? Wat vind je hiervan?

Page 77: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 54

3.3. Werken rond veiligheid

Vlucht- en veiligheidsplan voor volwassen slachtoffers25 Hulpverleners hebben vaak maar ervaring in individueel werken met cliënten. Als blijkt dat er geweld in de relatie speelt, is het mogelijk de hulpvrager een aantal gesprekken aan te bieden om hem/haar te motiveren er iets aan te doen.

De volgende stappen zijn geformuleerd:

• Maak cliënt verantwoordelijk voor eigen veiligheid en die van de kinderen • Geef voorlichting over de consequenties van langdurig blootstellen aan angst, dreiging en

geweld. Maak met hem of haar een concreet actieplan over wat hij/zij kan doen in de situatie.

• Vraag of slachtoffer de symptomen van mishandeling herkent • Vraag concreet door over het geweld • Onderzoek samen welke hulpbronnen het slachtoffer heeft en wijs hem/haar op zijn/haar

verantwoordelijkheid

Vragen aan het slachtoffer voor het opstellen van een actieplan:

• Wat denkt u dat uw partner doet als u hem/haar met de kinderen verlaat? • Voor wie is de schande het grootst wanneer u zou vertrekken, voor u of uw partner? • Welke hulpbronnen hebt u in- en buitenshuis? • Wie weet dat er geweld wordt gepleegd?

Het actieplan moet onder meer gericht zijn op vergroting van het netwerk en het zo mogelijk betrekken van familieleden bij de situatie. In sommige gevallen kan communicatie via fax of mail helpen.

• Schakel een gezagsfiguur in, zoals een familielid die gezag heeft en geweld in de familie niet duldt. Een andere mogelijkheid is een hulpverlener vragen te bemiddelen.

• Onderzoek of het mogelijk is om een time out te creëren, zonder risico’s voor de veiligheid van het slachtoffer en de kinderen.

• Geef voorlichting over de consequenties van het meemaken van geweld voor de kinderen en het slachtoffer zelf.

• Ga na wat het slachtoffer moet meenemen om te vluchten (zie verder).

Het heeft geen zin om langdurig met de hulpverlening door te gaan als er aan de situatie niets verandert. De hulpverlener kan contact met het gezin houden en instellingen inschakelen die de belangen van de kinderen behartigen. Dit kan de druk op het gezin verhogen om stappen te ondernemen. Maar gesprekken blijven voeren met een slachtoffer dat structureel mishandeld wordt, is niet aangewezen en kan zelfs schadelijk zijn.

Als er geweld is

Je bent slachtoffer van geweld in je relatie. Of je bent bang aan het worden, omdat je het gevoel hebt dat er misschien iets niet in orde is met je relatie. Een belangrijke eerste stap is om ‘naar buiten’ te gaan een hulp te vragen. Hoe je dat zou kunnen aanpakken, staat verderop beschreven in het gedeelte over ‘hulp vragen’. Hieronder staat wat je zélf zou kunnen doen:

- Hoe je zou kunnen denken en doen (je gedrag) - wat je kunt doen tijdens een geweldsuitbarsting - wat je concreet in en om je huis kunt doen - wat je moet doen als je gewond bent - wat je kunt doen als je kinderen hebt.

25 Gebaseerd op Groen, (2001), Geweld en schaamte. Richtlijnen voor de eerstelijnshulpverlening bij relationeel geweld in gezinnen van migranten en vluchtelingen. Utrecht; Vrouwenopvang Utrecht; Brochure ‘Op Eigen Kracht’ Ministerie van Justitie, Den Haag; Niet-gepubliceerde tekst Ingrid Stals- Berchem; Zorgprogramma Een Veilig thuis-Utrecht.

Page 78: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 55

Gedrag: tips Wees duidelijk. Als je iets niet leuk vindt of niet prettig: zeg het meteen en zeg het

duidelijk. Bij de eerste klap is het belangrijk meteen te reageren en duidelijk te maken dat je het niet

pikt. Denk niet na de eerste klap: ‘Ik laat het even rusten’. Als er vaker klappen zijn gevallen, moet je hulp vragen, zie daarvoor de tips bij ‘hulp vragen’.

Hoop niet dat je partner vanzelf verandert. Laat je niet overhalen tot medelijden met zijn problemen. Je kunt zijn problemen niet oplossen, je kunt hem niet ‘redden’.

Laat je geen schuldgevoelens aanpraten. Geweld valt nooit goed te praten. Geweld hoef je niet te accepteren. Je hebt het recht om met respect behandeld te worden,

boos te worden, nee te zeggen, fouten te maken, van gedachten te veranderen of veranderingen voor te stellen, tegen een onredelijke behandeling of kritiek te protesteren. Je hebt ook het recht om weg te gaan.

Laat weten dat je een volgende keer opstapt of de politie inschakelt. Je kunt proberen de signalen van een komende uitbarsting te leren herkennen, hoewel

geweld ook vaak onverwacht uitbreekt. Maar ga wel weg als je signaleren merkt. Ga bijvoorbeeld met een geloofwaardig excuus het huis uit.

Wees trots op jezelf als je actie onderneemt, zorg goed voor jezelf en blijf goed eten. Breng en hou jezelf op orde.

Het bijhouden van een dagboek kan helpen om alles op een rijtje te zetten en van je af te schrijven. Zorg dat je partner het niet kan lezen, verstop het goed.

Doe dingen die je graag wilt doen vb. cursussen volgen, sporten,… Sluit je niet op in huis, spreek en ontmoet andere mensen. Pak oude vriendschappen weer op.

Je kunt cursussen volgen die je zelfbeeld versterken, vb. een assertiviteitstraining, een weerbaarheidcursus,… Daar leer je sterk worden en te oefenen met opkomen voor jezelf.

Leer je kinderen hoe en wanneer 101 te bellen.

Tijdens een geweldsuitbarsting: Denk aan je eigen veiligheid en die van de kinderen. Dit kan in principe op drie manieren:

bescherm jezelf, vlucht of verdedig je. Zoek een manier van reageren die bij je past, maar als je iets doet: doe het met overtuiging.

Als je vlucht, zorg er dan voor niet te snel weer terug te gaan, en vraag iemand anders met je partner te praten.

Zorg voor een mogelijkheid om snel alarm te slaan. Koop bijvoorbeeld een mobiele telefoon. Die kun je zo programmeren dat één druk op de knop verbinding geeft met de politie, de buren of iemand anders die je kan helpen. ga indien mogelijk naar buiten wanneer er geweld wordt gepleegd. Bel 101.

Roep om hulp zodat de buren eventueel 101 kunnen bellen.

In en om huis: Als je zicht hebt op waar en wanneer er het meest kans is op geweldpleging, kan het zin

hebben maatregelen te treffen die daarmee rekening houden. Zorg dat er geen voorwerpen onder handbereik zijn, die als wapen gebruikt kunnen worden

(zware asbakken, keukenmessen). Probeer bij een ruzie niet in de badkamer, garage, kelder of keuken te staan, waar zware

voorwerpen of andere mogelijke wapens voorhanden zijn. Zorg dat je de buitendeur altijd kunt openmaken (laat de sleutel altijd in het slot of in de

buurt van de deur). Zorg dat je de huissleutel op weg naar buiten snel mee kunt nemen.

Als je gewond bent: Ga naar een dokter of de Spoedgevallendienst van een ziekenhuis. Als het gaat om meer

dan blauwe plekken, kan dit blijvende gevolgen hebben, als je niet snel behandeld wordt. Een dokter heeft beroepsgeheim, je kan hem gerust vertellen waar het letsel vandaan

komt. Maak foto’s of laat foto’s maken van je wonden. Deze kunnen later als bewijsmateriaal

gelden.

Als je kinderen hebt: Vraag je af wat je (kleine) kinderen wilt en kunt vertellen. Vertel (oudere) kinderen wat er aan de hand is, maak het bespreekbaar. Maak duidelijk dat het geweld niet mag en dat het niet hun fout is. Probeer te voorkomen dat ze getuige zijn van geweld. Dat zal niet altijd kunnen. Maar

probeer een manier te vinden om ze in veiligheid te brengen.

Page 79: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 56

Hulp vragen

Vertel je verhaal over geweld aan mensen die jou willen helpen, en die je vertrouwt. Dat kan een vriendin zijn, maar ook een familielid, collega’s, buren. Diensten waar je ook bij terecht kan zijn: politie, je huisarts, de kerk of moskee, en de Centra Algemeen Welzijnswerk. Wat je ook doet, probeer je isolement te doorbreken door contact te zoeken en te blijven houden met anderen die je kunt vertrouwen.

Sociaal Netwerk: Blijf contact houden met familie, vriend(inn)en, buren of met de school van je kinderen.

Zorg dat ze op de hoogte zijn. Zij kunnen naar je luisteren, je steunen, eventueel onderdak verschaffen, als dat nodig is de politie waarschuwen, je naar de dokter brengen, je partner aanspreken of je stimuleren iets te ondernemen om het geweld te stoppen.

Laat een brief met gegevens over de geweldsituatie (en eventueel foto’s) achter bij iemand die je kunt vertrouwen. Dat kan later eventueel als bewijs gelden.

Hulporganisaties: Hulporganisaties kunnen je steunen en helpen een einde te maken aan het geweld. Ze

kunnen je helpen een sociaal netwerk op te bouwen om je isolement te doorbreken. Ze kunnen ook proberen de geweldspiraal te doorbreken en/of hulp bieden aan mannen die geweld gebruiken.

Vraag een eerste gesprek bij hulporganisaties. Zorg daarbij dat je informatie krijgt over de mogelijkheden die er zijn om het geweld te stoppen. Vraag om informatie over allerlei vervolgstappen: relatiebegeleiding, individuele ondersteuning, residentiële opvang in een centrum, scheiding, mogelijkheden om te verhuizen of juist in je huis te blijven wonen,…

Als je weg wilt

Als je besluit weg te gaan, moet je je vertrek goed voorbereiden. Die voorbereidingen kunnen ook van pas blijken als je in een noodsituatie plotseling het huis moet verlaten.

Voorbereidingen: schakel familie en/of vrienden in om je hierbij te helpen. Vertel enkel aan mensen die je

volledig kunt vertrouwen waar je naartoe gaat. zorg dat je weet waar je in noodgevallen naartoe wil, en hoe je daar moet komen. Waar kan je naartoe? maak een keuze tussen je vluchtopties: familie, vrienden/kennissen of

opvangvoorzieningen, binnen of buiten de stad,… ga hierbij na welke consequenties deze mogelijkheden hebben, ook t.a.v. de kinderen

(school, vrijetijdsbesteding,…) bekijk welke adressen hiervan veilig zijn, ook in geografisch opzicht wanneer een opvanghuis de meest aangewezen vluchtoptie is: contacteer indien mogelijk

deze dienst op voorhand. Vele van deze opvangcentra zijn in Vlaanderen immers volzet, en vaak vraagt het een zoektocht voor je een geschikte plaats vindt. Deze diensten werken met een eerste gesprek; bespreek tijdens dit gesprek welke datum het meest geschikt is om te vertrekken; op deze manier kunnen ze (trachten) een plaats voor je vrij (te) houden. Wanneer een contactname met deze dienst niet mogelijk is: ga naar een politiebureau of een hulpverleningsdienst (een CAW of een andere dienst); zij nemen dan de nodige stappen voor een andere opvangmogelijkheid.

Als je een job hebt, overweeg dan om je werkgever op de hoogte te brengen van de situatie, en om je ziek te melden. Zeg je job niet op.

Bedenk dat, als je geen eigen inkomen hebt, je altijd een leefloon kan aanvragen bij het OCMW.

Open een eigen bankrekening. Denk na over het adres: is er een adres van een vertrouwenspersoon dat je kunt gebruiken?

Informeer de school en/of dagverblijf van je kinderen. Contacteer eventueel een advocaat. Deze kan bij de vrederechter dringende maatregelen

vragen (omgangsregeling met de kinderen, verandering van verblijfplaats, indien nodig een straatverbod).

Zorg dat je weet waar je in de buurt kunt opbellen, als dat thuis niet kan. Bespreek met oudere kinderen van tevoren de mogelijkheid dat ze misschien samen met

jou weg zullen gaan. Denk erover na of je ze daarmee wilt en kunt belasten. Denk aan het afmelden bij (sport- of andere) verenigingen. Zeg voorlopig dat ze ziek zijn

(opzeggen kan later).

Page 80: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 57

Wat neem je mee? Je kinderen (je kan deze eventueel van school/kinderdagverblijf eventueel ophalen in

afspraak met deze diensten) Persoonlijke bezittingen (sieraden, knuffels van de kinderen, kopij huissleutel, extra

sleutels auto) Kleding Documenten (bij voorkeur worden kopieën achtergelaten bij vertrouwenspersonen): Paspoort/rijbewijs Huwelijksakte/trouwboekje Geboorte-attesten Verblijfsvergunning Papieren mutualiteit en SIS-kaart Bankpas/geld Adressenboekje Papieren kinderbijslag Papieren verzekeringen Documenten i.v.m. leefloon Medicijnen

Je kan een koffer klaar zetten met deze persoonlijke bezittingen, kleding en documenten, eventueel bij een vertrouwenspersoon. Verstop deze koffer ergens waar je gemakkelijk toegang toe hebt in geval van nood.

Als de andere je lastig blijft vallen

Slachtoffers die uit een gewelddadige relatie zijn gestapt, lopen vaak extra risico om verder lastig en/of aangevallen te worden door de (ex-)partner. Juridische mogelijkheden:

Belaging of ‘stalking’ is strafbaar. Bespreek met politie en/of een advocaat wat de mogelijkheden zijn.

Sociaal netwerk: Laat vrienden, je huisarts en de wijkagent weten wat er aan de hand is. Zoek contact met mensen in de buurt die je kunnen steunen. Hou ze op de hoogte van wat

er gebeurt, bijvoorbeeld als je een paar dagen weg gaat. Vraag hun je te waarschuwen als ze een verdachte auto of persoon zien.

Waarschuw de school, en vraag hen de kinderen niet aan je ex-partner mee te geven zonder jouw toestemming.

In en om het huis: Controleer het nieuwe huis op veiligheidsaspecten (sloten, uitgangen, ramen, zicht op de

voordeur,…). Vraag aan de preventiewerkers van de politie of ze je hierbij kunnen helpen. Zorg voor goede sloten op deuren en ramen en hou ze op slot, ook als je thuis bent. Noteer precies wat er gebeurt, als je wordt lastig gevallen. Ga na of er getuigen zijn. Zorg voor vluchtwegen in je huis. Zorg dat alles afgesloten is als je niet thuis bent. Overweeg een hond te nemen. Honden zijn zeer effectieve alarmeerders. Neem een geheim telefoonnummer, of een mobiel telefoonnummer. Zorg dat men op het

werk weet dat deze niet mag doorgegeven worden. Neem een antwoordapparaat. Zo hoef je niet op te nemen en kun je nagaan wie er gebeld

heeft. Je kan ook een telefoon met nummerweergave nemen, zodat je weet wie er belt. Hou belangrijke telefoonnummers (politie, familie, vrienden,…) bij de hand. Varieer je vaste routes in je buurt van tijd tot tijd.

Verantwoordelijkheid opnemen voor veiligheid door plegers van partnergeweld

Ook bij een pleger is het opnemen van verantwoordelijkheid rond veiligheid van de partner en de kinderen belangrijk.

Hulpverleners hebben vaak maar ervaring in individueel werken met cliënten. Als blijkt dat er geweld in de relatie speelt, is het mogelijk de hulpvrager een aantal gesprekken aan te bieden om hem/haar te motiveren er iets aan te doen.

Page 81: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 58

De volgende stappen zijn geformuleerd: • maak cliënt verantwoordelijk voor eigen veiligheid en die van de kinderen • Vraag of pleger de symptomen van mishandeling herkent • Vraag concreet door over het geweld • Onderzoek samen welke hulpbronnen het slachtoffer heeft en wijs hem/haar op zijn/haar

verantwoordelijkheid

Vragen aan de pleger voor het opstellen van een actieplan: • wat denkt u dat uw partner doet als u hem/haar met de kinderen verlaat? • Voor wie is de schande het grootst wanneer u zou vertrekken, voor u of uw partner? • Wie weet dat er geweld wordt gepleegd? • Wat houdt u tegen om te vertrekken?

Het actieplan moet onder meer gericht zijn op vergroting van het netwerk en het zo mogelijk betrekken van familieleden bij de situatie. In sommige gevallen kan communicatie via fax of mail helpen.

• Onderzoek of het mogelijk is om een time out te creëren, zonder risico’s voor de veiligheid van het slachtoffer en de kinderen.

• Geef voorlichting over de consequenties van het meemaken van geweld voor de kinderen en het slachtoffer zelf.

Het is zinvol de pleger blijvend te sensibiliseren rond het geweld. Vaak is het zinvol om ook de partner te betrekken bij de hulpverlening.

Als er geweld is

Je bent pleger van geweld in je relatie. Een belangrijke eerste stap is om ‘naar buiten’ te gaan een hulp te vragen. Hoe je dat zou kunnen aanpakken, staat verderop beschreven in het gedeelte over ‘hulp vragen’. Nog beter is om al voor de uitbarsting weg te gaan en hulp te vragen om te bemiddelen in het conflict i.p.v. het te laten escaleren. Gedrag: tips

• Wees duidelijk. Als je iets niet leuk vindt of niet prettig: zeg het meteen en zeg het duidelijk. Doe dit zonder te roepen of te slaan.

• Leer je kinderen hoe en wanneer 101 te bellen, ook als je zelf het geweld hebt gepleegd is dit belangrijk.

Tijdens een geweldsuitbarsting:

Denk aan de veiligheid van je kinderen.

In en om huis: Als je zicht hebt op waar en wanneer er het meest kans is op geweldpleging, kan het zin hebben maatregelen te treffen die daarmee rekening houden.

Zorg dat er geen voorwerpen onder handbereik zijn, die als wapen gebruikt kunnen worden (zware asbakken, keukenmessen).

Probeer bij een ruzie niet in de badkamer, garage, kelder of keuken te staan, waar zware voorwerpen of andere mogelijke wapens voorhanden zijn.

Zorg dat je de buitendeur altijd open is (laat de sleutel altijd in het slot of in de buurt van de deur).

Besef dat je tijdens een woede-uitbarsting gevaarlijk bent en je daar achteraf alleen maar spijt van hebt; let dus tijdens een conflict op deze zaken.

Als je kinderen hebt: Vraag je af wat je (kleine) kinderen wilt en kunt vertellen. Vertel (oudere) kinderen wat er aan de hand is, maak het bespreekbaar. Maak duidelijk dat het geweld niet mag en dat het niet hun fout is. Probeer te voorkomen dat ze getuige zijn van geweld.

Hulp vragen

Praat met je verhaal over geweld met mensen die jou willen helpen, en die je vertrouwt. Dat kan een vriend zijn, maar ook een familielid, collega’s, buren. Diensten waar je ook bij terecht kan zijn: politie, je huisarts, de kerk of moskee, en de Centra Algemeen Welzijnswerk (zie folder).

Page 82: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 59

Hulporganisaties kunnen je steunen en helpen een einde te maken aan het geweld. Ze kunnen je helpen een sociaal netwerk op te bouwen om je isolement te doorbreken. Ze kunnen ook proberen de geweldspiraal te doorbreken en/of hulp bieden om je te leren op andere manieren te communiceren dan via geweld.

Vraag een eerste gesprek bij hulporganisaties. Zorg daarbij dat je informatie krijgt over de mogelijkheden die er zijn om het geweld te stoppen. Vraag om informatie over allerlei vervolgstappen: relatiebegeleiding, individuele ondersteuning, residentiële opvang in een centrum, scheiding, mogelijkheden om te verhuizen of juist in je huis te blijven wonen,…

Als je weg wilt

Wat neem je mee? Persoonlijke bezittingen (sieraden, knuffels van de kinderen, kopij huissleutel, extra

sleutels auto) Kleding Documenten (bij voorkeur worden kopieën achtergelaten bij vertrouwenspersonen): Paspoort/rijbewijs Verblijfsvergunning Papieren mutualiteit en SIS-kaart Bankpas/geld Adressenboekje Documenten i.v.m. leefloon Medicijnen

Page 83: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 60

3.4. Werken rond de geweldspiraal

We zagen in de achtergrondinformatie de theorie over de geweldspiraal. In dit onderdeel bespreken we hoe de hulpverlener concreet met de geweldspiraal kan werken.

inzichtelijk werken tijdens onthaal: o De geweldspiraal kan gebruikt worden om tijdens het eerste gesprek, nadat het geweld

ontrafeld is, aan de cliënt(en) uit te leggen hoe geweld vaak werkt: van een romantisch ideaal naar het moeilijk kunnen bespreken van verschillen, een spanningsopbouw, het plegen van geweld, naar een herstel van het romantisch ideaal. Vooral de eerste zes fasen zijn hierin belangrijk. De hulpverlener kan wanneer hij/zij dit wenst ook gebruik maken van de geweldspiraal bij de pleger (zie ook in bijlage).

o Wanneer dit uitgelegd wordt, treedt bij cliënten vaak al een vorm van herkenning op; daarnaast maakt het de manier waarop er geweld wordt gepleegd minder abnormaal: het is zo beschreven omdat dit bij vaak wanneer er geweld wordt gepleegd zo gebeurt.

o Daarnaast is het voor een cliënt een manier om zijn verhaal verder te verfijnen: bij ons is dat anders, of dat herken ik, en dat niet… Het geweld wordt op deze manier verder ontrafeld. Het is dus een goede methodiek om te gebruiken bij mensen die verbaal minder krachtig zijn: het helpt hen, aan de hand van dit ‘schema’, om verder te gaan, om dit te kunnen uitleggen aan de hand van dit schema.

o Het biedt cliënt en hulpverlener samen de kans om te kijken waar de cliënt(en) zich op het moment van het gesprek bevindt: waar zit hij/zij in de geweldspiraal? Zit hij/zij in ‘het romantisch ideaal’, of net na het geweld? En waar denkt hij/zij zich straks, na het gesprek te bevinden? Belangrijk hierbij is om aan te tonen dat dit heel snel kan wisselen, zonder dat de cliënt het gevoel heeft enkel een goede cliënt te zijn wanneer hij/zij zich in een bepaalde fase bevindt, en een slechte cliënt wanneer hij/zij verandert.

o Voor de hulpverlener is het een kans om, aan de hand van dit schema, de wisselende hulpvraag te stellen: wanneer wordt er vooral een appèl op anderen gedaan? Op wie deed de cliënt op zo’ n momenten een appèl? Wat was de reactie? Ook dit is dus een kans om verder te ontrafelen welke hulp er al gevraagd werd, hoe hierop gereageerd werd,…Wat gebeurde er? Was dit wat de cliënt echt wilde? Veranderde hij/zij na verloop van tijd van gedachte? Wat gebeurde er toen?

o Daarnaast kan de hulpverlener aangeven dat de cliënt misschien nu een bepaalde wens tot hulp heeft, maar binnen een paar uur misschien al een andere. Ook hier is het belangrijk dit niet veroordelend, maar ‘als normaal’ toe te lichten. Aan de hand hiervan de verschillende hulpverleningsmogelijkheden uitleggen is een goede zaak. Het geeft de cliënt de kans om, los van hoe hij het nu, op dit moment voelt, te kijken wat hij nu écht wil. Hierover van gedachten veranderen blijft echter geen probleem, en moet mogelijk zijn en blijven. Wel biedt het de kans om de hulpvraag van de cliënt helderder te stellen.

inzichtelijk werken tijdens de begeleiding: o De hulpverlener kan tijdens de start van de begeleiding eveneens het geweld te ontrafelen,

en beter tot doelstellingen voor de begeleiding te komen.

o Daarnaast is het een goed instrument om dit samen met de toelichting van de time out of het werken rond de opbouw van kwaadheid te gebruiken. Ook hier kan de geweldspiraal inzichtelijk gebruikt worden, en kan zowel de cliënt als de hulpverlener hier op terugkomen: waar ben je nu/zijn jullie nu? Wat verandert dit naar de hulpverlening?

o Wanneer het geweld gestopt is, en het al een tijdje goed gaat met het koppel, maar de begeleiding nog niet aan afronding toe is, kan de geweldspiraal helpen om de doelstellingen opnieuw te bespreken. Cliënten die geconfronteerd werden met geweld hebben immers de neiging af te haken wanneer er even geen geweld meer werd gepleegd. Hier opnieuw de geweldspiraal, en de hieraan gekoppelde wisselende hulpvraag bespreken kan helpen om te bespreken waar cliënten nog wel of niet (meer) aan willen werken.

Page 84: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 61

3.5. Opbouw van kwaadheid26

Het eerste doel van de hulpverlening van de mishandelende partner is zorgen dit het gewelddadig gedrag stopt. Een zelfcontroleprogramma leert de mishandelende partner controle nemen voor hun gewelddadig gedrag, en dit vanuit de ervaring van macht en controle over dit gedrag. Deze controle wordt verworven door de koppeling van gedragsinzichten aan de inzichten m.b.t. de oorsprong, het doel en de dynamiek van het eigen gedrag. Daarna wordt met deze gedragsalternatieven concreet geoefend zodat deze geïntegreerd geraken in de gedragsmogelijkheden van de pleger. Het zelfcontroleprogramma heeft drie onderdelen:

• Zelfmonitoring • Inventarisatie van gedragsalternatieven • Praktijkoefeningen

Zelfmonitoring Bij zelfmonitoring is het de bedoeling dat de pleger inzicht krijgt in de oorsprong; het doel en de dynamiek van zijn/haar gewelddadig gedrag. Dit gebeurt d.m.v. een lijst waarin de cliënt situaties beschrijft waar hij wel of niet gewelddadig werd. In de situaties waar de partner van de cliënt niet meer in zijn/haar directe nabijheid verkeert wordt er vanuit het verleden gewerkt. Meerdere mishandelingsituaties worden beschreven. Hierin worden zoveel mogelijk actuele situaties beschreven.

Situaties worden aan de hand van volgende niveaus beschreven: • wat ging er aan de situatie vooraf? ( de achtergrond) • wat gebeurde er tijdens deze situatie? (de feiten) • wat voelde ik in die situatie? (de emotionele beleving) • wat dacht ik in die situatie? (de rationele interpretatie van de situatie) • wat wilde ik doen en waarom, met welk doel? (de intentie) • wat deed ik in deze situatie? (concrete gedragsresultaat) • wat had ik anders kunnen doen om mijn doel te bereiken? (primaire gedragsalternatief) • had ik mezelf een ander doel moeten/kunnen stellen? (intentie-alternatief) • wat had ik anders moeten/kunnen doen om dat te bereiken? (secundair gedragsalternatief)

Oefeningen die kunnen helpen om eigen woede- grens te onderzoeken zijn:

Oefening 1: “Wat zit er in de rugzak?” Hier benoemt de cliënt de zwaarte van zijn of haar leven: wat draagt hij allemaal op zijn/haar rug, wat weegt op hem/haar? Op deze manier komen de stressfactoren in beeld, waardoor de cliënt besef kan ontwikkelen van wat bepaalt dat de emmer overloopt als er nog iets bijkomt, of als er een bepaald onderdeel groter wordt, letterlijk en figuurlijk meer plaats inneemt. Voorbeeld

Verleden Relationele problemen Financiële problemen Kinderen Werk

Oefening 2: de verhouding tussen tijd en kwaadheid De oefening van waar de grens van ontploffing ligt bij de cliënt, via de as van tijd: hoeveel tijd heeft een cliënt nodig om tot ontploffing te komen?.Zo achterhaalt de cliënt of hij snel van ergernis naar kwaadheid , en van kwaadheid naar woede gaat of niet, en wat hiervoor nodig is. In het schema wordt duidelijk dat middelenmisbruik deze grens verlaagt. Ook deze oefening is gericht op zelfinzicht.

26 Idem 16.

Page 85: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 62

tijd

kwaadheid

agressiepunt

middelengebruik

rugzak

Schema verhouding tussen tijd en kwaadheid27

27 Time Outproject.(2006). Schema opbouw en kwaadheid. Vorming IFG, Berchem.

Page 86: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 63

oefening 3: de woedethermometer Nog een oefening die de graad van kwaadheid in beeld brengt is ‘de thermometer’. Hierin bepaalt de cliënt waar de cliënt zich op een bepaald moment in een beschreven situatie bevindt op een schaal van tien. Waar bevond hij/zij zich voor hij/zij naar binnen ging? Wat gebeurde er toen? Op welke schaal van 10 zat hij/zij toen? Op deze manier wordt een situatie ontrafeld aan de hand van de schaal van 10 van geweld. Zo krijgt de cliënt inzicht in waar en wanneer en nog mogelijkheden zijn om weg te gaan, het geweld te voorkomen (zie bijlage time out).

10 Geweld !

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

Het is hierbij ook goed na te gaan wat “opfokkende gedachten en handelingen”, “rode lappen”zijn. Dit zijn stimuli die leiden tot een gewelddadige reactie, en patronen van denken en voelen die de “rode lappen” verbinden aan het gewelddadige gedrag. Ze maken dat de adrenaline en de thermometer stijgt. Zo wordt er naar patronen gezocht van situaties, gevoelsbelevingen en gedachten die leiden naar gewelddadig gedrag. Ook het bespreken van “kalmerende gedachten en handelingen”, die de adrenaline en de thermometer doen dalen, zijn zeer belangrijk. Bovendien moet er veel aandacht worden besteed aan “goedpraters”; dit zijn gedachten waarmee het gewelddadig gedrag wordt goedgepraat en/of gebagatelliseerd. Aan de hand van intentiealternatieven wordt gezocht naar nieuwe manieren van reageren op situaties, die de kans op geweld reduceren en constructieve gedragsalternatieven bevorderen. De hulpverlener kan hierbij helpen door zelf ook mogelijke intentie-alternatieven aan te dragen.

Inventarisatie van gedragsalternatieven De gedragsalternatieven worden gespiegeld aan de genoemde intenties en aan een resultaatprognose. De cliënt (pleger) en de hulpverlener gaan samen na hoe groot de kans is dat het gedragsalternatief een beter resultaat oplevert dan het gebruikelijke gedrag en wat de waarde hiervan is voor de cliënt. Daarna worden de beschreven intenties en intentiealternatieven kritisch onder de loep genomen. Er wordt een inventarisatie gemaakt van laatste redmiddelen; dit zijn concrete handelingen voor als de cliënt de controle over zichzelf acuut dreigt te verliezen. Het toepassen van de time out (zie bijlage time out) in situaties die mogelijk tot geweld kunnen leiden door verlies van zelfcontrole, moet een belangrijke plaats innemen in de lijst van gedragsalternatieven. De handeling weglopen” van een situatie krijgt hierdoor een andere invulling: winnen in plaats van verliezen.

Praktijkoefening De besproken gedragsalternatieven kunnen door de cliënt op verschillende manieren worden geoefend: via rollenspelen met de hulpverlener, huiswerkopdrachten (waaronder oefenen met de partner), schrijfoefeningen (vb.in plaats van “hij/zij maakte me kwaad waardoor ik ging slaan” naar “ik werd kwaad en ging slaan om ….”).

Page 87: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 64

3.6. Time out28

Een time out nemen blijkt in de praktijk vaak een effectief middel om bij ruzies escalatie te voorkomen. Bij een ruzie kunnen beide partners om een time-out vragen. Een time out zorgt ervoor dat de overmatige emotionaliteit tot bedaren komt. Beide partners krijgen hierdoor de ruimte om zich te bezinnen over een constructievere manier om het bestaande conflict op te lossen. Voor het slagen van een time out zijn afspraken nodig die worden vastgelegd. Dit is belangrijk om te voorkomen dat time out mislukken vb. omdat ze te laat worden genomen, omdat de andere partij de time out niet respecteert, omdat de andere partner de time out probeert te beletten of de time out benoemt als “weglopen” of “verliezen”.

(alleen mogelijk wanneer er geen ernstige alcohol of drugs verslaving is) • De dader moet verantwoordelijkheid nemen voor het gewelddadig handelen. Informatie

over het veelvuldig voorkomen van huiselijk geweld kan hierbij helpen. • Vermijdt het spreken over oorzaken, schuld, geschiedenis en andere belangrijke zaken.

Deze worden uitgesteld tot latere gesprekken.

• Geef uitleg rond opbouw van kwaadheid en agressie o bouwt zich op, is er niet plots o denken beïnvloedt deze opbouw o reactie van de ander beïnvloedt deze opbouw o point of no return = moment dat je wil pijn doen

• Bevraag hoe dat bij hen is a.d.h.v. het laatste geweldincident, hierbij beginnen met de pleger, kijken bij het slachtoffer of hij/zij ook kwaad was en hoe dit zijn/haar denken en doen beïnvloedde.

• aandacht voor escalerend en de-escalerend denken en gedrag • eigen vormen van zelfcontrole bekijken: hoe is het jullie al gelukt een ruzie te kalmeren?

Waarschuwingspunt vastleggen • Vraag de medewerking van beide partners voor het meewerken aan een ‘stop het geweld’

programma. • Wanneer beiden instemmen volgt uitleg van de time out:

o Beide partners kunnen een time out aanvragen o Vraag een time out aan als het niveau van boosheid, agressie, “benauwdheid” (het

zich onder druk voelen staan), verdriet of angst te hoog is (naar het eigen oordeel) om op een constructieve manier verder te kunnen praten, wanneer je m.a.w. voelt dat dingen fout lopen

o Concentreer je hierbij op signalen van woedeopbouw: lichamelijk, in denken, in doen, in gevoelens, in gedachten,…

o Een time out wordt aangevraagd door de woorden “time out” te zeggen, eventueel begeleid door een van te voren afgesproken signaal, gebaar of teken; hierover kunnen ook andere afspraken gemaakt worden.

o Aarzel niet om een time out aan te vragen; beter een time out te vroeg dan te laat aanvragen.

o Een time out halen is niet hetzelfde als bakzeil halen, verliezen of weglopen. Het is een adempauze voor beide partners. Het is ook voor beiden een goede gelegenheid om na te denken over hoe het bestaande conflict kan worden opgelost.

o Het aanvragen van een time out moet door beide partijen worden gerespecteerd; de partner mag het verzoek niet aanvechten.

o Geef een aanvraag voor een time out aan door duidelijke afspraken te maken met welk gebaar, woord, teken en manier waarop dit te doen.

o Een time out duurt minimaal twee uur (of een afgesproken aantal uren), en maximaal vierentwintig uur. Als de time out ingaat, nemen beide partners fysiek afstand van elkaar. De eerste twee uur zijn ze niet in dezelfde ruimte en zoeken ze geen contact met elkaar. De time out vrager gaat als eerste weg.

o De eerste één tot anderhalf uur van de time out ondernemen beide partners een afleidende activiteit (die ze eventueel van tevoren hebben afgesproken). Maak van tevoren een lijst van activiteiten die je kan ondernemen tijdens het eerste half uur van de time out. Het moet een ontspannende activiteit zijn.

28 Gebaseerd op Van Lawick J en Groen, M (2003). Intieme Oorlog. Over de kwetsbaarheid van familierelaties. Van Gennep, Amsterdam, en Genetello, H. (2006). Vorming IFG, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk.

Page 88: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 65

o Tijdens of eventueel daarna nemen beide partners apart van elkaar de tijd om na te denken over een constructieve manier om het gesprek te hervatten.

o Degene die een time-out vraagt heeft de verantwoordelijkheid om het initiatief te nemen om het contact te herstellen. Hij/zij benadert de andere partij met een voorstel om het gesprek te hervatten. Dit dient te gebeuren tussen de twee en vierentwintig uur na aanvang van de time out.

o Als de andere partner aangeeft nog niet toe te zijn aan hervatting van het gesprek respecteert de time out vrager dat. Er wordt samen afgesproken wanneer het gesprek opnieuw wordt hernomen. Wanneer de time out vrager zich vierentwintig uur na aanvang van de time out nog niet in staat voelt om het gesprek op constructieve wijze te hervatten benadert de time out vrager de andere partner om dit aan te geven. Er wordt samen een afspraak gemaakt voor hervatting van het gesprek.

o Er zijn geen beperkingen voor het aantal time outs die kunnen aangevraagd worden.

o Een time out blijft van kracht totdat beide partners de time out opheffen en het gesprek over het conflict hervatten. In het begin van de begeleiding kan het aangewezen zijn om verdere bespreking van het conflict (enkel) tijdens de relatiegesprekken uit te klaren.

• Leg uit waarom een time-out werkt: o stopt adrenaline productie (hoog adrenaline gehalte geeft bewustzijnsvernauwing

en ‘kokerdenken’). o de enige manier om te voorkomen dat iemand beschadigd wordt.

• Bespreek hoe ze de time out kunnen laten mislukken en laat hun zelf nadenken over oplossingen.

o waar kan je heengaan gedurende een time-out? o hoe lang mag een time-out duren? o is alcohol een probleem (niet naar de kroeg gaan)? o hoe kan de veiligheid van kinderen gegarandeerd worden? o wat kunnen ze doen als er een escalatie is midden in de nacht/ in de auto/ bij

familie? o hoe kan het contact hersteld worden na de time out? o Bekijk hierbij wat haalbaar en aanvaardbaar is voor beide partners.

• Vraag te bellen wanneer het fout is gegaan. • Licht toe dat dit programma er is om veiligheid in huis te garanderen en dat die veiligheid

nodig is om begeleiding te kunnen doen. • De relatiebegeleiding start zodra de time out werkt. • De time out is er voor het hele leven.

Time out opvolgen met het koppel Elke gesprek wordt het al dan niet voorkomen van geweld terug besproken, samen met de toepassing van de time out hierbij:

• is time-out nodig geweest? • hoe is de time-out verlopen? • moeten de afspraken rond time-out veranderen? • zonodig herwerken van de time-out afspraken.

Page 89: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 66

3.7. Aandacht voor de kinderen in de begeleiding29

In dit deel bespreken we zowel hoe je ouders kunt attenderen op de kinderen tijdens het geweld als wanneer en hoe met kinderen aan de slag gaan rond geweld..

aandacht bij de ouders installeren voor de kinderen • Waar waren de kinderen? hoe reageerden ze? • Sommige kinderen proberen te helpen? Zie je je kind helpen? • Geraakt het kind soms fysiek betrokken in het conflict? • Gedraagt het kind zich anders in de uren of dagen na het conflict? • Spreken jullie nadien hier nog over met het kind? Stelt het kind vragen?

Coach de ouders (zowel individuele als bij relatiebegeleidingen)rond erkenning van de effecten, verhogen van de veiligheid, van zichzelf en de kinderen, erkenning geven van de zorg, bijsturen van parentificatie en het op zich nemen van de verantwoordelijkheid.

Wanneer zijn er eerste gesprekken nodig met het kind? - kind is getuige van herhaald en ernstig geweld - ouders tonen geen inlevingsvermogen in kind - kind kwam actief tussen - duidelijke signalen van trauma: nachtmerries, verlatingsangst, … - kind zit met loyaliteitsconflict.

gesprekken met kinderen voeren • Begin met niet beladen onderwerpen om het ijs te breken: school, vriendjes, dingen waar ze

goed in zijn, hobby’s,…. • Bespreekbaar maken van geweld

o vertel wat je al weet over het geweld in het gezin. o bekijk of het kind een spreekverbod heeft gekregen van de ouders, zo ja: hef dit eerst op

met de ouders. o bevraag wat kind hoorde, zag, deed. Laat ze vertellen hoe het voor hen is en hoe ze het

anders zouden willen. o reflecteer, herhaal, herformuleer waar nodig. o benoem steeds gedrag van de pleger, nooit beschuldigingen op hem/haar als persoon. o erken hoe moeilijk het voor het kind moet zijn.

• Exploreer gevoelens en gedachten rond het geweld. • Exploreer hanteringgedrag en zorg

o herken het kind in zijn zorg. o leg de verantwoordelijkheid bij de ouders zonder deze als persoon aan te vallen (= ontsla

het kind van de verantwoordelijkheid die het op zich neemt). • Bekijk hulpvraag van kind en leg eigen hulpverlening uit. • Schat het ontwikkelingsniveau van het kind in:

o kan het kind gevoelens benoemen en juist onderscheiden? Let hierbij vooral op hoe het kind kwaadheid en verdriet uit elkaar houdt. Eventueel te gebruiken materiaal: doos vol gevoelens (kinderen van 2-7 jaar), Axendoos (kinderen van 5-12 jaar), gevoelendomino, gevoelensmemory, blad met zon, regen, bliksem, bibberwind.

o Hoe ver staat het kind in perspectiefname (zich inleven in anderen) en het verhaal van verschillende kanten kunnen zien?

• Bij vermoeden van kindermishandeling: o bekijk de thuissituatie algemeen: waar wonen ze, wie woont daar, wie werkt wanneer, wie

zorgt voor het kind, wie speelt met het kind, … Eventueel te gebruiken materiaal: tekenen van huis, gezin, Playmobil, vingerpopjes.

o stel familierelatievragen (inkomend positief, inkomend negatief, uitgaand positief, uitgaand negatief).

o bespreek het vermoeden van geweld. o bekijk of het kind zwijgplicht kreeg. o bevraag zo concreet mogelijk, met hulp van materiaal. o altijd parafraseren als gedrag, nooit uitspraken doen over de persoon van de pleger. o wees alert voor herbeleving: hou het kind in hier en nu.

29 Idem 18.

Page 90: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 67

o biedt erkenning voor pijn, verdriet, angst, verwarring. o laat ook ruimte om het positieve te benoemen. o bespreek wat je nu verder gaat doen, hoor de bezwaren en angsten van het kind, probeer

deze gerust te stellen zonder over te nemen. o maak een risico-inschatting.

• Bij getuige zijn van partnergeweld o mogelijke doelen:

- veiligheid van het kind verhogen. - inschatten van het effect op het kind. - erkenning geven voor aangedaan leed en voor gedragen zorg. - ambivalentie in cognities en gevoelens tgo. de pleger doorwerken. - ambivalentie in cognities en gevoelens tgo. het slachtoffer doorwerken. - parentificatiepatronen ontdekken en waar nodig bijsturen. - schuldgevoelens verminderen. - angst verminderen.

Oefening: Boos als een draak Deze oefening gebeurt a.d.h.v. het boek ‘Boos als een draak’30 van Hilde Genetello. Dit boek is zeer praktisch, en kan integraal toegepast worden, vandaar dat we dit hier niet verder uitwerken. De beschreven oefening kan toegepast worden bij kinderen van 5 tot 10 jaar.

Oefeningen ‘kinderen helpen na een schokkende gebeurtenis’. In dit boek worden er in deel 2 concrete oefeningen beschreven rond hoe met kinderen rond meerdere thema’s aan de slag te gaan. Ook deze oefeningen zijn heel praktisch en concreet beschreven, o.a. rond gevoelens, het zelfbeeld, verlies en afscheid, …

Met oudere kinderen kan je deze aspecten bespreken aan de hand van gesprekken.

Thema’s die in deze gesprekken aan bod komen:

o wie is het kind? Hoe ziet zijn gezin er uit? …: zie bovenaan. o bespreken van geweld: zie bovenaan. o bespreken van effecten: angst, verdriet, kwaadheid, verwarring, schaamte, effecten op

gedragsvlak, … o effecten op sociaal vlak. o ambivalentie tegenover de pleger: kwade kant – lieve kant: je kan 2 omgekeerde

gevoelens tegelijk hebben. Dit is niet evident voor kinderen om dit te begrijpen, leven vaak meer in hier en nu (jij bent mijn vriend niet meer, hij is mijn vriend weer, …), erkenning geven voor de 2 kanten, de 2 gevoelens, de 2 gedachten en de verwarring die dit teweeg brengt.

o ambivalentie tegenover het slachtoffer: de schuldvraag, onderscheid aanleiding – oorzaak, onderscheid verantwoordelijkheid voor kwaadheid – verantwoordelijkheid voor geweld.

o loyaliteitsconflicten: met wie mag je/moet je vriend zien, met wie mag je geen vriend meer zijn.

o zorgen van het kind/parentificatie. o helpende/niet-helpende getuigen. o tussenkomst politie. o tussenkomst hulpverlening.

30 Genetello, H. Boos als een draak (2006), kinderen en partnergeweld.. Garant, Antwerpen.

Page 91: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 68

3.8. Relatiegerichte hulp31

Het creëren van rust en veiligheid is een voorwaarde om met het koppel relationeel aan de slag te gaan; pas wanneer dit gegarandeerd is kunnen de andere thema’s (relatieherstel, relatiegerichte hulp, relatiebeëindiging) aan bod komen.

Rust en veiligheid creëren Dit onderdeel gaat om het creëren van rust en veiligheid wanneer koppels er nog niet uit zijn of ze samen willen blijven of niet tot het harmonieus beëindigen van de relatie kunnen komen. We bespreken hier vooral de thema’s en de randvoorwaarden die tijdens deze fasen best in acht worden genomen.

• Welke thema’s spelen er bij beide partner? Waarover maken ze zich zorgen? • Waarover willen ze op korte termijn afspraken maken? • Welke concrete en uitvoerbare afspraken kunnen gemaakt worden zodat beide partners in

de gelegenheid zijn om in alle rust en veiligheid na te denken over wat ze verder willen? • Welke afspraken kunnen gemaakt worden over een voorlopige omgangsregeling voor de

kinderen? • Welke afspraken kunnen en moeten er gemaakt worden over de financiën en de

huisvesting? • Hoe kan worden gezorgd dat beide partners zich aan de afspraken houden? Hoe wordt het

nakomen van afspraken gecontroleerd?

Wat kan/zal er gedaan worden als (één van) beide partners zich niet aan de afspraken houden? Welke consequenties zijn hier aan verbonden?

Relatieherstel

Als de relatiegesprekken gericht zijn op herstel worden volgende thema’s behandeld:

• de persoonlijke problematiek van beide partners. Dit kan in een individuele begeleiding van beide partners. De bedoeling van de bespreking hier is dat beide partners elkaar en elkaars problematiek beter leren begrijpen.

• De geschiedenis en het verloop van de relatie: wat is er goed en wat is er verkeerd gelopen? Hoe is dat zo gekomen? Hoe is de situatie tot geweld kunnen escaleren?

• Welke aanleidingen zijn er voor escalatie tot geweld? Hoe kunnen beide partners deze aanleidingen tijdig herkennen en er anders mee omgaan, zodat een gewelddadige escalatie voorkomen wordt?

• Wat zijn de gevolgen van de relatieproblemen en de escalatie voor de eventuele kinderen? Hoe kunnen beide partners wat dit betreft verantwoordelijkheid nemen voor het welzijn van hun kinderen? Hebben de kinderen hulp nodig?

• Wat willen beide partners van elkaar en van de relatie? Hoe zou een goede relatie eruit kunnen zien voor beide partners?

• Wat is het eigen aandeel van de partners in de problematiek binnen de relatie? • Hoe kunnen beide partners elkaar steunen in het overwinnen van hun individuele

problematiek? • Hoe kunnen beide partners elkaar ondersteunen in het veranderen van hun eigen aandeel

in de relatieproblematiek? • Hoe kan de (wederzijdse) aangerichte schade worden goedgemaakt? Hoe kan men komen

tot compensatie van het leed? Hoe kan men komen tot (wederzijdse) genoegdoening? Zijn hiervoor geritualiseerde vormen te bedenken?

• Welke manieren kunnen beide partners ontwikkelen om tot de gewenste vorm van de relatie te komen? Welke afspraken kunnen hierover worden gemaakt?

• Hoe kunnen beide partners een betere kwaliteit van hun relatie bereiken in termen van concrete bezigheden?

• Wat te doen als het weer fout gaat? Welke consequenties worden hierover afgesproken?

31 Idem 16.

Page 92: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 69

Voorwaarden voor relatiegerichte hulp Voordat de relatiegesprekken starten, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:

• beide partners moeten gemotiveerd zijn voor de relatiegesprekken. • de doelstellingen van beide partners voor de relatiegesprekken moeten duidelijk zijn:

streven ze naar herstel van de relatie, naar een zo harmonieus mogelijke beëindiging van de relatie, naar het komen tot een gemeenschappelijk besluit over het al dan niet continueren van de relatie of naar het creëren van rust in de aanloopfase van de systeemhulpverlening?

• beide partners dienen expliciet hun motivatie kenbaar te maken voor eigen gedragsverandering.

• beide partners maken hun motivatie kenbaar om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen gedrag en aandeel in de problematiek.

• de fysieke en psychologische veiligheid van alle betrokkenen (dus ook van de pleger) moet ten allen tijde gewaarborgd zijn.

• gesprekken over de relatieproblemen en over het ouderschap moeten uit elkaar worden gehaald, en afzonderlijk worden besproken.

Afspraken rond gespreksvoering • geef duidelijk aan dat een hulpverleningsgesprek geen rechtszaak is, dus dat

beschuldigingen, bewijsvoering ed. niet nodig zijn. • spreek af om zoveel mogelijk in ik-boodschappen te spreken. • spreek af dat iedereen elkaar laat uitpraten zonder te onderbreken, maar ook dat iedereen

de kans krijgt te reageren. • spreek af met de partners in deze gesprekken alles door te werken, en geen kwaadheid

mee naar huis te nemen. • spreek af dat beide partners geen beloftes doen die ze thuis niet kunnen/zullen houden.

Tips voor de relatiegerichte hulp • check steeds of de boodschappen van de partners begrepen zijn vb. door de ontvangende

partner in eigen woorden te laten vertellen wat de ander gezegd heeft. • leg het accent op de eigen verantwoordelijkheid van de partners voor eigen woorden en

daden. • zorg ervoor dat je als hulpverlener niet als ‘medium voor communicatie’ tussen de partners

gaat fungeren. Laat de partners elkaar aanspreken als zij het over elkaar hebben. Hiervan kan afgeweken worden als de emoties te hoog oplopen of als blijkt dat een directe communicatie te moeilijk is.

• stimuleer de partners om hun gevoelens te verwoorden als ze problematische situaties beschrijven. Stimuleer beide partners om zich in te leven in de gevoelens van de ander als deze zijn/haar gevoelens verwoordt, vb. door aan de andere partner te vragen hoe het voor hem zou zijn in die situatie, of door te vragen of hij/zij het zich kan voorstellen dat de ander zich zo voelt.

• treedt bij een conflict niet op als rechter maar stimuleer de partners om al pratend en onderhandelend tot een eigen oplossing en compromis te komen. Draag hiervoor alleen conflictoplossings- en onderhandelingsstrategieën aan. Geef bij conflicten en meningsverschillen aan dat deze conflicten mogen bestaan en niet altijd overbrugbaar zijn. Draag daar waar conflicten en meningsverschillen overbrugbaar blijken mogelijkheden aan om ermee te leren leven en om elkaar in elkaars waarde te laten.

• spreek de partners erop aan als ze zich in de gesprekken niet aan de afspraken rond uitpraten houden. Intervenieer hierbij direct en ontneem zonodig de sprekende partij tijdig het woord. Wijs op een overtreding van de afspraken en geef een alternatief aan conform de afspraken. Eventueel kan van de overtreding een leermoment worden gemaakt door te laten zien wat het effect van de overtreding is. Er kan ook worden nagegaan waarom de betreffende overtreding is gemaakt. Zodoende kunnen er instrumenten worden gevonden om dergelijke overtredingen in de toekomst te voorkomen, zowel in de begeleiding als daarbuiten.

• gebruik bij voorkeur de laatste vijftien minuten van ieder gesprek voor het formuleren van concrete afspraken en acties voor het actieplan. Geef aan wanneer tot deze fase van het gesprek wordt overgegaan en zorg ervoor dat de voorafgaande fase wordt afgerond. De afronding vindt plaats door het besprokene kort samen te vatten en een conclusie te formuleren. Vraag aan de partners om kort op de geformuleerde conclusie te reageren en geef zonodig aan dat er in het volgende gesprek verder wordt gepraat. Zie erop toe dat de laatste vijftien minuten van het gesprek ook daadwerkelijk aan het formuleren van

Page 93: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 70

concrete afspraken wordt besteed, en dat de partners niet over andere zaken met elkaar in discussie gaan.

Zo harmonieus mogelijk de relatie beëindigen

De relatiegesprekken die gericht zijn op een zo harmonieus mogelijke beëindiging van de relatie kennen de volgende thema’s:

• afscheid nemen van elkaar. • afscheid nemen van de relatie. • hoe gaat het met de kinderen? Hebben zij hulp nodig? • hoe wordt het ouderschap geregeld? • hoe ziet het contact met elkaar eruit na beëindiging van de relatie? Welke afspraken

kunnen er gemaakt worden zodat geweld en intimidatie zoveel mogelijk uitgesloten kunnen worden?

• hoe dient het contact met de kinderen te verlopen? Hoe dient een eventuele omgangsregeling er uit te zien?

• het afhandelen van praktische zaken: welke concrete afspraken kunnen er worden gemaakt zodat contact hierover niet tot gewelddadige of intimiderende situaties leidt?

• wat gebeurt er als er toch weer geweld of intimidatie plaatsvindt? Hierbij wordt ook gekeken naar juridische stappen en consequenties.

• bespreek met het koppel het aanbod van scheidings- en ouderschapsbemiddeling (ev. bij een CAW).

Page 94: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 71

3.9. Continuering van het ouderschap32

Als de relatie wordt beëindigd moet op de volgende vragen een concreet en praktisch antwoord komen, met het oog op het garanderen van de veiligheid van de kinderen.

• hoe wordt de ouderlijke macht over de kinderen geregeld? Wie ondersteunt het slachtoffer hierbij, en hoe?

• hoe wordt de ouderlijke macht over de kinderen geregeld? Wie ondersteunt de pleger hierbij, en hoe?

• hoe zit het met een mogelijke bezoekregeling van de andere ouder? Bestaat er gevaar voor geweld? Hoe kan voorkomen worden dat deze bezoekregeling leidt tot gewelddadige en bedreigende situaties?

• moeten de kinderen op een andere school? Welke school en waar? • hoe kan het gezinsinkomen zonder dat van de ex-partner voldoende worden? Welke

regelingen zijn hiervoor nodig? • hebben de kinderen hulpverlening nodig? Zo ja: welke en bij wie? • is er opvoedingsondersteuning nodig als het slachtoffer verder alleen zorg moet dragen

voor de opvoeding van de kinderen? Welke ondersteuning is hierbij mogelijk en wie kan die bieden?

• zijn er mogelijkheden voor gezinshulp als het slachtoffer moet werken om het gezin van een inkomen te voorzien of als hij/zij zodanig is aangeslagen dat hij/zij tijdelijk niet in staat is om voor haar/zijn gezin te zorgen?

• hoe kan het slachtoffer voldoende aandacht voor zichzelf en voor zijn/haar problematiek krijgen, zonder dat dit ten koste gaat van de aandacht voor de kinderen?

• verwijs naar het aanbod van ouderschaps- en scheidingsbemiddeling (ev. in een CAW). • Geweld heeft ook een effect op de kinderen. Wie neemt het op zich dit met de kinderen te

bespreken? Doet de cliënt dit ‘(en slachtoffer of pleger), al dan niet in aanwezigheid van de hulpverlener? Doet hulpverlener dit? Belangrijk hierbij is dat de pleger verantwoordelijkheid opneemt voor het gepleegde geweld, en beide ouders verantwoordelijkheid dragen rond de veiligheid van de kinderen. De boodschap (waar mogelijk van beide ouders) naar het kind moet dan ook zijn dat deze geen verantwoordelijkheid draagt voor het geweld (zie ook bijlage gesprekken met kinderen over geweld).

Wanneer de relatie wordt gecontinueerd moet op de volgende vragen een concreet en praktisch antwoord komen, zowel met het oog op het garanderen van de veiligheid van de kinderen als op het contact tussen ouders en kinderen:

• is de verwachting gerechtvaardigd dat het geweld zich niet zal herhalen? • hebben de kinderen hulpverlening nodig? Zo ja: welke en bij wie? • hoe kunnen beide partners adequaat voor hun kinderen zorgen? Welke afspraken kunnen

hierover worden gemaakt? • hoe kan de mishandelende partner de geestelijke (en/of lichamelijke) schade die de

kinderen hebben opgelopen helpen herstellen? Is dit haalbaar? Ook hier moet er voorbereid worden hoe hierover een gesprek kan verlopen tussen de pleger en kind(eren) zie hierboven. Ook de niet mishandelende ouder kan aangesproken worden op de verantwoordelijkheid de veiligheid van de kinderen al dan niet te hebben kunnen garanderen. Ook hierover kan een gesprek met kind(eren) worden aangegaan.

De antwoorden op deze vragen kunnen best verwerkt worden in een concreet en uitvoerbaar plan. Dit plan dient, behalve de concreet te ondernemen acties van het slachtoffer en/of de pleger, ook te vermelden wie hem/haar bij deze acties kan ondersteunen. Dat kunnen zowel personen als diensten zijn. Het plan kan ook in de werkmap worden verwerkt.

32 Idem 15.

Page 95: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 72

4. Bijkomende methodieken

Page 96: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 73

4.1. Motiveringsgesprekken om ander(en) te betrekken bij individuele begeleidingen

Wanneer een slachtoffer of pleger alleen hulp zoekt of moet zoeken, gebeurt het wel eens dat er gevraagd wordt de partner niet te contacteren. Wanneer cliënten er (nog) niet voor kiezen bij de partner te vertrekken is het echter van belang zo vroeg mogelijk in het hulpverleningsproces deze partner bij de begeleiding te betrekken. Wanneer er reeds een langdurig hulpverleningscontact is, bestaat immers het gevaar dat de hulpverlener steeds meer bij het verhaal van de (individuele) cliënt wordt betrokken en een onpartijdige benadering van de ander niet meer mogelijk is. Voor de ander wordt het steeds moeilijker om te komen. Beiden kunnen het gevoel hebben bij je op het matje te moeten komen: de pleger voor wat hij/zij gedaan heeft , het slachtoffer voor zijn/haar aandeel in het ontstaan van de situatie. Hieronder bespreken we de manier waarop cliënt(en) kunnen gemotiveerd worden in een relationeel aanbod te stappen.

Belangrijke principes bij het verkrijgen van de toelating van de cliënt om de partner uit te nodigen33:

- van bij het onthaal en/of start van de begeleiding is het belangrijk de meerzijdige partijdigheid te installeren en alle hulpverleningsopties open te houden

- een gesprek met de ander aanbieden als een passende oplossing, waarbij de eigen overtuiging van de hulpverlener belangrijk is: als je er zelf niet in gelooft, hoe kan de cliënt er dan in geloven? Je moet het ook jezelf zien doen/kunnen. Dit is een belangrijke tegenindicatie (zie onder). Vooraf moet je ook op een aantal zaken zicht hebben

• het ontstaan en de aard van het geweld • hoe beiden omgaan met kwaadheid en geweld • wat hoopt en wat verwacht de cliënt van zijn/haar partner te krijgen? Wat is een

voorwaarde om verder te kunnen? • Wat denkt de cliënt zelf anders te kunnen doen in de relatie?

Mogelijke vragen aan het slachtoffer die hem/haar kunnen helpen de partner te motiveren mee te komen34:

- denkt u dat uw partner bereid is de conflicten thuis zonder geweld op te lossen, als hij weet dat het de kinderen ernstig schaadt als ze zien hoe hij u slaat?

- denkt u dat uw partner bereid is mee naar het gesprek te komen wanneer hij/zij weet dat het voor u beiden moeilijk is de spiraal van geweld te stoppen en uw familie door voortgaand geweld het risico loopt uit elkaar te vallen?

- op welke manieren denkt u dat de schaamte bij uw partner om hulp te vragen kan verminderen?

- wie in de familie (of vrienden) kan een bijdrage leveren om uw partner te motiveren?

- stel dat u beiden in staat bent uw conflicten zonder geweld op te lossen, wat zou dat betekenen voor uw positie in uw familie en vriendenkring?

- denkt u dat iemand anders, bijvoorbeeld een huisarts, uw partner beter kan motiveren om mee te komen naar een gesprek dan u dat zelf kunt?

- bij welk conflict heeft uw partner de meeste hulp nodig? Zou hulp hem/haar op dat moment helpen zijn/haar woede te beheersen?

- waar schaamt uw partner zich op dit moment het meeste voor? Op welk terrein en in wiens ogen is zijn/haar gezichtsverlies op dit moment het grootst?

- beseft u dat u uzelf en uw partner alleen kunt helpen wanneer u bereid bent goed voor uw eigen veiligheid en die van uw kinderen te zorgen?

- beseft uw partner dat u bang voor hem bent als hij gewelddadig is? Zo niet, vertel hem dat dan en zorg dat dit goed tot hem doordringt.

- wil u hem zelf eerst benaderen voordat de hulpverlener met hem/haar contact opneemt? Hoe waarborg je je veiligheid bij het bespreken van dit voorstel? Zou het helpen wanneer de hulpverlener hem/haar contacteert, en wanneer en hoe zou dit het best werken?

33 idem 18. 34 Groen, (2001), Geweld en schaamte. Richtlijnen voor de eerstelijnshulpverlening bij relationeel geweld in gezinnen van migranten en vluchtelingen. Utrecht.

Page 97: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 74

Wanneer een slachtoffer niet bereid is zelf zijn/haar partner uit te nodigen, of als hij/zij zegt dat het slachtoffer het aan de partner gevraagd heeft maar dat deze niet wil, is het een goede strategie als hulpverlener zelf contact te zoeken met de partner, en dit zeker wanneer het koppel terug bij elkaar is.

Tegenindicaties wanneer de ander beter niet uitgenodigd wordt35: bij de cliënt:

• Wenst de relatie niet verder te zetten of twijfelt heel erg (en deze twijfel blijft constant) • Is door psychische problemen niet in staat een afgewogen beslissing te nemen • (geen degenindicatie = twijfelt heel sterk aan de bereidheid van de partner om mee te

werken) bij de partner:

• psychopathische persoonlijkheidsstructuur merkbaar in sociaal functioneren • agressie t.a.v. het centrum en zijn medewerkers = beter dat een derde (instantie) de

partner uitnodigt bij de hulpverlener:

• onvoldoende kennis over partnerrelaties en geweld • onvoldoende vaardigheden in het werken met koppels • persoonlijke afkeer t.a.v. geweld (normen en waarden, eigen angsten, onzekerheid in het

werken met geweld zit in de weg)

Uitnodigen van de partner: eerste telefonisch contact36 • Algemene houding: meerzijdig partijdig, respectvol, verwacht een ‘ja’ bij de uitnodiging,

niet te bruut doordrukken, maar ook niet te voorzichtig

• Spreek de ander aan op zijn/haar hulpvraag (Brugs model)

• Laat u niet afschrikken door de façade veroorzaakt door schaamte en schuldgevoelens

• Ga na wat uw interventies bij de ander teweegbrengen/uitlokken aan gevoel bij de ander

• Veiligheid bevragen en installeren

Eerste individuele gesprek met de ander37: • Geef informatie over de systeemgerichte aanpak: je bent niet op zoek naar 1 waarheid,

niet op zoek naar een schuldig, onderscheid tussen persoon en zijn/haar daden

• Ontrafelen en bespreekbaar stellen (zie in deze bijlage)

• Hoe gemotiveerd is hij/zij om een aantal koppelgesprekken te hebben en de aangeboden werkwijze (time out zie in deze bijlage) te proberen?

35 Idem 18. 36 Idem 18. 37 Idem 18.

Page 98: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 75

4.2. Het actuele contact van de cliënt met de (ex-)partner38

Het is raadzaam om in de loop van de hulpverlening (zowel bij ambulante als residentiële begeleidingen) regelmatig aan de cliënt (zowel slachtoffer als pleger) op directe wijze te vragen of deze contact onderhoudt met de (ex-)partner. Het openlijk kunnen bespreken van het actuele contact van de cliënt met de (ex-)partner is van belang om volgende redenen:

• Het actuele contact tussen de cliënt en de (ex-)partner heeft meestal een groot effect op zijn/haar denken, voelen en handelen. Daardoor heeft het ook een grote invloed op de verdere hulpverlening aan de cliënt en/of het relatie- of gezinssysteem. Het openlijk kunnen bespreken van het hoe en het waarom van het actuele contact, van de inhoud en de consequentie ervan biedt zowel de hulpverlener als de cliënt een beter overzicht van de bestaande problematiek en de situatie. Ook biedt het mogelijkheden om de processen in de problematische relatie tussen de cliënt en de (ex-)partner op constructieve wijze te beïnvloeden.

• Het contact tussen hulpverlener en cliënt wordt verbeterd. • Er bestaat geen noodzaak meer voor het slachtoffer om heimelijke acties te ondernemen

met betrekking tot het onderhouden van contacten met de (ex-)partner. • Eventuele ‘geheime agenda’s’ van de cliënt kunnen makkelijker bespreekbaar worden

gemaakt.

38 Idem 22.

Page 99: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 76

4.3. Een werkplan maken39

Een werkplan maken kan zowel bij individuele begeleidingen als bij relatiebegeleidingen toegepast worden. Hulpverleners die hiermee wensen te werken moeten in het achterhoofd houden dat dit vaak enkel bruikbaar is bij cliënten die enige taalvaardigheid hebben.

Een werkplan bij een individuele begeleiding

Het is voor het welslagen van elke hulpverlening belangrijk om verworven inzichten om te zetten in concrete acties. Daarom dienen afspraken en geplande handelingen te worden opgeschreven in een document dat vervolgens als richtlijn en referentiekader kan dienen in het complexe verloop van de hulpverlening. In dit plan dienen ook zaken een plek te krijgen die te maken hebben met het welzijn en het functioneren van het slachtoffer of de pleger buiten de relatiesfeer.

Indien gekozen wordt voor het gebruik van een werkmap, dan kan dit plan in deze werkmap gestoken worden. In de werkmap worden volgende zaken in aparte delen door het slachtoffer bijgehouden:

• een samenvatting van de inhoud van de gevoerde gesprekken • een opsomming van de conclusies en verworven inzichten uit individuele gesprekken • een samenvatting van de voor het slachtoffer of de pleger relevante zaken die besproken

zijn tijdens de groepsgesprekken • de gemaakte huiswerkopdrachten • de gemaakte oefeningen • de met de hulpverlener gemaakte afspraken • het actieplan: de door het slachtoffer of de pleger uit te voeren acties • verslagen van de door het slachtoffer of de pleger ondernomen activiteiten en de resultaten

hiervan • eventuele andere voor de hulpverlening relevante papieren en documenten

Tip: • het bijhouden van een werkmap gebeurt tussen de (individuele en/of groeps)gesprekken

in. Het is aangewezen om het slachtoffer of de pleger ertoe aan te sporen om de werkmap bij te werken vlak na ieder gesprek. Dit bevordert een heldere en volledige verslaggeving van inzichten, plannen en afspraken. Het is ook raadzaam om de cliënt te vragen om tijdens gesprekken korte aantekeningen te maken, als geheugensteun.

• Tip: het is aan te bevelen een ringmap en geen schrift te gebruiken, aangezien in een ringmap ook andere relevante papieren kunnen worden bewaard.

Een werkplan bij een relatiebegeleiding

Ook in een relatiebegeleiding kan het handig zijn om te werken met een actieplan. Dit is een lijst van afspraken en activiteiten waartoe de partners zich engageren. Elke gesprek wordt het (voorlopig) actieplan opgesteld, geëvalueerd en zonodig bijgesteld. De relatiebegeleiding wordt beëindigd als men een definitief actieplan heeft waaraan beide partners zich geruime tijd hebben weten te houden, met als resultaat het stoppen van het geweld en een betere onderlinge communicatie. Het actieplan wordt als volgt samengesteld:

• Aan het eind van ieder gesprek (laatste 15 minuten) wordt er een inventaris opgemaakt van wat er tijdens het gesprek aan de orde is gekomen.

• Er wordt nagegaan welke van deze elementen een basis vormen voor concrete afspraken en/of acties.

• De geformuleerde afspraken en/of acties worden op papier gezet. • De gemaakte afspraken en/of acties worden uitgeprobeerd. In de eerste vijftien minuten

van het volgend gesprek wordt er op dit actieplan teruggekomen. Succesvolle afspraken en/of acties blijven op het actieplan staan, anderen worden herzien. Deze worden aangevuld met nieuwe afspraken en/of acties die in het gesprek aan bod komen. Zo bouwt zich een definitief actieplan op. Het definitieve actieplan is het plan waarbij beide partners het gevoel hebben dat dit zorgt dat het geweld stopt en om hun doelstellingen wat betreft hun relatie te verwezenlijken.

• Zodra men tot een definitief actieplan is gekomen, wordt nagegaan of en welke doelstellingen zij nog willen realiseren.

39 Idem 22.

Page 100: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 77

4.4. Werken rond stalking?40

• Laat het slachtoffer klacht neerleggen bij de politie. Vraag steeds datum en nummer van het PV en de naam van de agent die het opstelde. Indien een slachtoffer iets vergeet te vermelden, kan ze achteraf nog terugkeren om zijn/haar verklaring aan te vullen. Kopij van medische attesten, brieven van de stalker,… kunnen eventueel bij het dossier worden gevoegd. Maak bij materiële schade foto’s.

• Stel samen met het slachtoffer een veiligheidsplan op (zie ook vlucht- en veiligheidsplan). Maak een lijst van dingen waar het slachtoffer de grootste angst voor heeft. Zoek samen naar concrete scenario’s van wat de cliënt kan doen in deze situaties. Kijk hierbij naar wat hij/zij al ondernomen heeft, en wat eventueel nog kan gebeuren.

• Laat de cliënt een dagboek opstellen over de zaken die gebeuren; het vermelden van het tijdstip, wat er gebeurde en/of wat de stalker deed, hoe het slachtoffer reageerde, hoe het afliep,…

• Zoek samen uit wat reële en irreële angsten zijn. Soms zitten cliënten met angsten die meer te maken hebben met interpretaties dan met een reëel gevaar; tracht deze tot reële proporties te brengen: ga na wat het verschil is tussen wat de stalker doet en waar men bang voor is.

• Zit er een evolutie in de gedragingen van het slachtoffer en/of van de pleger? Maak hierbij een vergelijking tussen verschillende voorvallen. Wat kan het slachtoffer hieruit leren?

• Zoek samen met het slachtoffer naar wat rustmomenten kunnen zijn. Eigen aan deze situaties is immers de stress, het constant alert zijn. Hoe kan het slachtoffer hierin voor zichzelf (laten) zorgen?

• Differentieer de identiteit van de cliënt: hij/zij is meer dan het slachtoffer, maar ook vriendin, zus, werknemer, moeder,… Besteed voldoende aandacht aan wat goed loopt, en op welke domeinen.

• Sta samen met het slachtoffer stil bij de eigen houding, gezien deze een grote invloed heeft op de gedragingen van de stalker.

40 Castrel, A. (september 2004). Vorming vrijwilligers- gevaarsituaties die nog niet geweken zijn.

Page 101: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 78

4.5. Ideeën van slachtoffer en/of pleger over de relatie41

Mensen die met geweld in het gezin te maken hebben voelen zich vaak gevangen in de relatie. Dit gevoel blijft vaak spelen, ook al is er fysiek afstand gedaan van de partner of is de relatie beëindigd. Het is gestoeld op bepaalde vaststaande ideeën die men heeft over zichzelf, de partner, de eventuele kinderen en de relatie.

Doelstellingen van het werken rond ideeën van slachtoffer of pleger over de relatie: • inventariseren welke ideeën ertoe leiden dat men zich gevangen voelt in de relatie. • Trachten de ideeën over zijn/haar eigen situatie in een ander perspectief te plaatsen:

wat zijn de effecten van deze beelden voor hem of haar en zijn/haar situatie, alternatieve redeneringen met als doelstelling dat de cliënt zichzelf in een actieve rol gaat zien, en ervaart dat hij/zij macht kan krijgen over zijn/haar situatie en actief een eigen invulling kan geven aan deze keuzes.

Ideeën betreffende intimidatie • Als ik bij hem/haar wegga, dan vermoordt hij/zij mij en/of de kinderen. • Als ik bij hem/haar wegga, dan doet hij/zij mij en/of de kinderen iets aan. • Als ik bij hem/haar wegga, dan maakt hij/zij mij het leven zuur. • Als ik bij hem/haar wegga, dan pleegt hij/zij zelfmoord/dan stort hij/zij in. Hij/zij kan

niet zonder mij.

Ideeën die de partner verontschuldigen • Het ligt allemaal aan zijn/haar traumatiserende jeugd, zijn/haar middelengebruik,

zijn/haar stress op het werk,… Hij/zij kan er ook niets aan doen. • Hij/zij heeft zoveel goeds in zich, hij/zij is geen slecht mens, hij/zij bedoelt het niet

kwaad. • Hij/zij kan ook lief zijn voor mij, hij/zij houdt van mij, hij/zij wil mij eigenlijk geen pijn

doen.

Ideeën van zelfbeschuldiging • Hij/zij heeft gelijk, het is allemaal mijn schuld, ik zorg ervoor dat hij/zij agressief

wordt. • Ik ben zo waardeloos, geen wonder dat hij/zij mij slaat en uitscheldt, geen wonder dat

hij/zij geen respect voor mij kan opbrengen. • Het is beter om bij elkaar te blijven voor de kinderen,van een scheiding worden zij

ongelukkig. Die scheiding is dan ook mijn schuld.

Ideeën betreffende moraliteit, verantwoordelijkheid en plichtsbesef • Ware liefde overwint alles/ware liefde moet alles kunnen overwinnen. • Ik heb nu eenmaal voor hem/haar gekozen. Ik ben nu eenmaal met hem/haar

getrouwd. Ik mag hem/haar niet verlaten. • Ik mag mijn gezin niet in de steek laten, ook al word ik ongelukkig en voel ik me

onveilig. • Scheiden is een zonde. • Ik moet bij hem/haar blijven en het huwelijk redden. • Ik ben verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in huis. Dat het goed gaat met dit

huwelijk en met het gezinsleven, is mijn verantwoordelijkheid.

Ideeën van demoralisatie • Ik ben te moe om nog tegen dit probleem te vechten. • Niemand zou mij geloven. Men denkt misschien dat het mijn schuld is of dat ik

overdrijf, dat ik me aanstel. • Niemand kan hier iets tegen doen, hij/zij kan doen wat hij/zij wil. • Ik ben al zo vaak bij hem/haar weggegaan en weer teruggegaan, niemand neemt mij

meer serieus. Ik neem mezelf al niet meer serieus. • Ik zie zo tegen een scheiding op, met alle consequenties van dien. • Alle mannen/vrouwen zijn gewelddadig en dominant. Waarom zou ik deze inruilen voor

de volgende?

41 Idem 22.

Page 102: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 79

Ideeën m.b.t. ontkenning, bagatelliseren en irreële toekomstverwachtingen • Ooit wordt alles beter, als…. • Ik kan mijn partner veranderen. • Misschien gaat het allemaal weer vanzelf wel een keer over. • Ik ben altijd al geslagen, mishandeld. Dit kan er ook nog wel bij. • Ach, in iedere relatie valt er wel eens een klap.

Ideeën van afhankelijkheid van de partner • Zonder hem/haar ben ik niets meer. Ik red het niet zonder mijn partner. • Als ik bij hem/haar wegga, sta ik er helemaal alleen voor. • Als ik bij hem/haar wegga, vind ik nooit meer een andere partner. • Als ik bij hem/haar wegga, verlies ik mijn materiële/financiële zekerheid.

Tips: • Deze cognities kunnen zowel bij slachtoffers als bij plegers toegepast worden. • Als het slachtoffer of de pleger het moeilijk vindt om redenen aan te geven waarom

hij/zij zich gevangen voelt in de relatie, dan kan de bovenstaande lijst met ideeën worden verstrekt. Hij/zij kan dan bijvoorbeeld per genoemde ideeën aangeven in hoeverre hij/zij vindt dat dit op hem/haar van toepassing is: 0 = niet van toepassing, 1 = een beetje van toepassing, 2 = vaak van toepassing 3 = sterk van toepassing. Hierna kan hij/zij eventueel aangeven welke andere ideeën die bij hem/haar spelen niet in de lijst vermeld staan. De belangrijkste ideeën kunnen dan besproken en uitgedaagd worden ten behoeve van de ontwikkeling van alternatieve ideeën die de keuzemogelijkheid van het slachtoffer vergroten.

Page 103: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 80

4.6. Patronen van partnerkeuze42

Patronen van partnerkeuzes in individuele gesprekken

Aan de hand van de antwoorden op een aantal vragen kan zowel het slachtoffer als de pleger inzicht krijgen in patronen van partnerkeuze en in de eventuele risico’s op het opnieuw stappen in een mishandelingsrelatie. De hulpverlener dient hierbij de cliënt de structuur aan te bieden om patronen van partnerkeuze te verduidelijken en om alternatieven te formuleren.

Hier komen vragen aan de orde als:

• Wat zoek jij in een partner? • Op welk type vrouw/man val jij doorgaans en waarom? • Ben jij actief of passief in het zoeken naar een partner? (kies jij jouw partner of word jij

uitgekozen?) Waarom? Hoe gebeurt dat? • Waar (op welke plaatsen) zoek jij doorgaans je partners? • Zoek jij een partner die dominant is? • Verwacht jij leiding van je partner? Zo ja, vraag jij leiding aan jouw partner? Hoe doe je

dat (zowel verbaal als non-verbaal)? • Ben jij geneigd jezelf afhankelijk op te stellen van jouw partner? Op welke gebieden en op

welke manieren? • Wat vind jij aantrekkelijk aan partners die potentieel gewelddadig zijn? • Wat voor relatie zou jij het liefst willen? Geef een zo uitvoerig mogelijke beschrijving. • Wat is er in je relaties tot op heden terecht gekomen van jouw idealen over relaties?

Waarom is dit (zowel wat betreft positieve als negatieve dingen, dus zowel wat betreft de zaken die wel als zaken die niet gelukt zijn) zo gegaan denk je?

• Kan je duidelijk aan je partner aangeven wat je wensen en behoeften zijn? Durf je dat? • Wat zijn jouw beelden over mannen/vrouwen in het algemeen? Wat is hiervan reëel en wat

is hiervan irreëel? • Wat zijn jouw beelden over relaties in het algemeen? Wat is hiervan reëel en wat is hiervan

irreëel?

Aan de hand van de antwoorden kan het slachtoffer of de pleger inzicht krijgen in zijn/haar patronen van partnerkeuze en in de eventuele risico’s op het opnieuw hervallen in een mishandelingrelatie. De hulpverlener heeft als taak de structuur aan te bieden om de patronen van partnerkeuze te verduidelijken en om alternatieven te kunnen formuleren.

Tips: • Het op korte termijn formuleren van antwoorden op bovengenoemde vragen kan voor de

cliënt erg moeilijk zijn; daarom kan het handig zijn om deze vragen mee te geven om deze in de loop van de week goed te overdenken en op te schrijven. De antwoorden kunnen in een volgende gesprek uitvoerig worden besproken. De hulpverlener dient steeds kritisch na te gaan of de cliënt sociaal wenselijke antwoorden geeft.

• Het kan handig zijn om de verkregen beeldvorming over de wijze van partnerkeuze van de cliënt op papier vast te leggen. Ook de hieruit voortvloeiende tips en aanbevelingen voor een betere en meer veilige partnerkeuze kunnen hierbij vermeld worden. Dit document kan dan in latere situaties van partnerkeuze voor de cliënt als geheugensteun dienen. Het slachtoffer of de pleger zal dan in latere situaties gemakkelijk bewust kunnen worden van de mogelijke risico’s die hij/zij loopt op het opnieuw terechtkomen in een gewelddadige relatie.

Patronen van partnerkeuzes in relatiegesprekken

Mogelijke doelen: - benoemen van het positieve in de partner en in de relatie - bekijken van de verwachtingen van beiden van de relatie - zicht krijgen op “te veels” en “te weinigs” uit jeugd en vorige relaties (collusie) - wederzijdse invloeden verduidelijken

42 Idem 22.

Page 104: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 81

Bevragen bij beide partners - hoe hebben jullie elkaar leren kennen? - wat vond jij aantrekkelijk aan …? waar werd je verliefd op? - wat had jij nodig van een relatie? weet je waarom? - zijn er momenten dat je dat gevoel nog hebt? wanneer? - zijn er momenten dat je je net ergert aan die dingen waar je toen verliefd op werd?

Page 105: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 82

4.7. Communicatietraining43

1. Naar elkaar luisteren Naar elkaar luisteren betekent elkaar de ruimte geven om het eigen verhaal te vertellen en de ander duidelijk te maken dat diens boodschap is ontvangen. Naar elkaar luisteren kent zowel verbale als non-verbale aspecten. Om goed naar elkaar te kunnen luisteren, zijn de volgende zaken van belang:

• Een hulpverleningsgesprek is geen rechtszaak, dus beschuldigingen, bewijsvoering, getuigen,… zijn niet nodig

• Iedereen bekijkt en beschrijft een situatie vanuit zijn perspectief, DE waarheid bestaat niet • Liefde maakt niet helderziend: duidelijkheid is belangrijk • Positief vragen of het positieve benoemen werkt beter dan bekritiseren. Als je positieve

boodschappen geeft, laat ze niet besmetten met daaropvolgende kritiek maar op zichzelf bestaan

• laat de spreker uitpraten (niet steeds in de rede vallen) • als je iets niet begrijpt, vraag om uitleg. Probeer je vragen tot een minimum te beperken

tijdens het spreken van de ander; probeer je vragen zoveel mogelijk op te sparen tot de spreker is uitgesproken.

• als de spreker is uitgesproken, check of je diens boodschap goed hebt begrepen. Doe dit door zeer kort de hoofdzaak van diens betoog samen te vatten.

• geef na deze samenvatting, en na de bevestiging van de spreker dat jij hem/haar goed hebt begrepen, jouw reactie. Als de spreker aangeeft dat je hem/haar verkeerd hebt begrepen, vraag dan om nadere uitleg. Hierna kan je dan jouw reactie geven.

• Werk tijdens de relatiegesprekken alles door, neem geen kwaadheid mee naar huis • Doe geen beloftes die je thuis niet zal/kan houden

2. Feedback geven Feedback geven is elkaar op een positieve en opbouwende manier kritiek geven. Tips voor feedback:

• spreek in de “ik-vorm” • benoem je observatie van het gedrag van de ander waar je kritiek op hebt • benoem zo concreet mogelijk de gevolgen die dit gedrag voor jou heeft • verwoord hierbij je eigen negatieve gevoel bij het gedrag van de ander (waar je kritiek op

hebt) • geef aan wat je liever zou willen; geef een alternatief aan • geef aan wat je zou voelen (positief gevoel) als gehoor wordt gegeven aan je feedback • vraag de ander om reactie op je feedback • beperk je opmerkingen tot het gedrag van de ander, en niet tot de hele persoon van de

ander; vermijd veroordelingen • vermijd woorden als “altijd”, “nooit”, “iedereen”. Beperk je kritiek zoveel mogelijk bij het

hier en nu, bij je eigen gevoel en bij het gedrag van de ander • vul de gedachten, gevoelens en meningen van de ander niet zelf niet. Formuleer je ideeën

over de gedachten, gevoelens en meningen van de ander als je eigen vermoeden of indruk, en check deze zoveel mogelijk bij de ander: vraag de ander of je vermoedens kloppen en wat hij/zij er van vindt

• Vraag uitleg als je niet begrijpt wat de ander zegt of bedoelt 3. Lichaamstaal en verbale uitingen Lichaamstaal is een belangrijke vorm van communicatie. Er kan in de communicatie tussen mensen verwarring ontstaan als de lichaamstaal niet overeenkomt met wat er wordt gezegd. In het kader van communiceren d.m.v. lichaamstaal is de bewustwording van eigen lichaamstaal van belang. Veel mensen zijn zich niet of slechts gedeeltelijk bewust van hun lichaamstaal. Bekende en bruikbare hulpmiddelen bij de bewustwording van lichaamstaal en stemgebruik zijn de video- en cassetterecorder. Doorgaans wordt een individu zich pas bewust van diens lichaamstaal als hij/zij die bij wijze van spreken door de oren en ogen van iemand anders kan waarnemen. Door oefeningen met de videocamera of cassetterecorder kan de cliënt zelf horen en zien wat zijn/haar lichaamstaal uitstraalt. Ook kan de cliënt er zo achterkomen of diens non-verbale communicatie overeenstemt met wat wordt gezegd. Bij gebrek aan video of cassetterecorder kan de hulpverlener de lichaamstaal van de cliënt, en de eventuele incongruenties tussen verbale en non-verbale communicatie ook duiden.

43 Idem 15.

Page 106: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 83

Oefenen met congruentie van lichaamstaal en eigen gevoelens: Eveneens met behulp van video, cassetterecorder en duiding door de hulpverlener kan de cliënt leren om diens gevoelens adequaat om te zetten in lichaamstaal. Als de cliënt in staat is om diens gevoelens congruent te uiten in lichaamstaal, dan zal in het algemeen de respons van degene met wie hij/zij communiceert meer in overeenstemming zijn met wat de ander verwacht. De ander krijgt immers de gelegenheid rekening te houden met de gevoelens van de cliënt. 4. Checken van de gedachten en gevoelens van de ander Veel mensen denken te weten wat een ander denkt, vindt of voelt. Vaak klopt dit echter niet; dit kan aanleiding geven tot onnodige misverstanden en conflicten. Het is daarom zeer belangrijk dat de cliënt leert om bij de ander na te vragen wat hij/zij denkt, vindt of voelt. Dit kan door het stellen van een aantal vragen als “Wat vind jij er van?”, “Hoe voel jij je nu?”, “Ik heb het idee dat jij denkt/voelt/vindt dat…. , klopt dit?”, “Als jij dit zegt/doet, krijg ik de indruk dat jij …. denkt/vindt/voelt, is dat zo? Het checken van iemands denken en voelen hoeft natuurlijk niet steeds te gebeuren; de situaties waar het best wel kan zijn:

• bij het nemen van gezamenlijke beslissingen • bij meningsverschillen • bij misverstanden en onduidelijkheden in een gesprek • in situaties van dreigende ruzie • bij het uitpraten van ruzies, meningsverschillen en conflicten • bij het geven en ontvangen van kritiek • bij onzekerheid over wat een ander van jou vindt of voor jou voelt.

5. Direct communiceren of juist signalen uitzenden Veel mensen gaan er in gesprekken met elkaar al snel vanuit dat de ander begrijpt wat hij/zij bedoelt, voelt en wil. Bedoelingen, wensen en gevoelens worden niet direct uitgesproken, maar er worden signalen naar de ander uitgezonden, waarvan men veronderstelt dat de ander deze opvangt en begrijpt. Deze signalen kunnen verschillende vormen aannemen, maar algemeen kunnen we hierover stellen dat men niet expliciet uitspreekt wat men van elkaar wil, wat men voelt en wat men bedoelt, maar dat men dingen zegt waaruit de ander deze wensen, bedoelingen en gevoelens zou moeten kunnen afleiden. Dit maakt dat misverstanden, wederzijds onbegrip en irritatie vaak het gevolg zijn. Directe communicatie verkleint de kans op begrip, doordat de spreker helderheid schept over diens bedoelingen, wensen en gevoelens en over de verwachte respons van de ander. Tips voor direct communiceren:

- Noem de dingen bij naam: • benoem zo concreet mogelijk waar je het over hebt (de situaties waar je gevoelens,

wensen en bedoelingen betrekking op hebben) • benoem de gevoelens die je ervaart (“ik voel me boos/verdrietig, onzeker, verward,…”) • benoem de bedoeling die je hebt (“het is mijn bedoeling dat ….”) • benoem de wensen die je hebt (“ik zou graag willen dat jij…/dat je niet meer…/dat wij

samen …./…”)

- Zeg wat je van de ander wil: • benoem zo concreet mogelijk wat jij graag zou willen dat de ander zou doen/niet meer zou

doen • zeg niet alleen maar wat je niet (meer) wil, maar ook wat je wel wil • benoem hoe je zou willen dat de ander reageert op het uitspreken van je gevoelens,

bedoelingen en/of wensen • vertel (indien mogelijk) iets over de achtergrond van je gevoelens, wensen en bedoelingen

- Vermijd het volgende:

• een onderdanige houding/toon/bewoordingen • een autoritaire houding/toon/bewoordingen • een lacherige, onverschillige, of terloopse manier van spreken

- Bied eventueel aan om mee te denken aan een oplossing als er een probleem is rond het vervullen van je wensen.

Page 107: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 84

6. Nee” zeggen, het aangeven van eigen grenzen Mensen vinden het vaak moeilijk om “nee” te zeggen, zij zijn bang om afgewezen te worden of om ruzie te krijgen. “Nee” kunnen zeggen is echter één van de belangrijkste pijlers bij de ontwikkeling van wederzijds respect. Tips bij het “nee” zeggen:

• kijk de andere persoon aan • zeg duidelijk dat je niet wil ingaan op de vraag, het verzoek, de opdracht of het bevel • let op de reactie hierop van de ander • wanneer de ander blijft aandringen, of de boodschap niet voldoende begrepen heeft,

herhaal dan je weigering • wanneer de ander nog steeds blijft aandringen, spreek dan je irritatie uit over het

aandringen en geef aan dat je wil dat hij/zij hiermee ophoudt (vb. “Ik vind het vervelend dat je zo blijft aandringen en wil graag dat je hiermee ophoudt”)

• blijft de ander dan nog steeds aandringen, stop dan het gesprek Vaak is er ruimte om te onderhandelen. Ga hierbij na of je hiervan gebruik wil maken; laat bij de onderhandeling van je “nee” geen “ja” maken (tegen je zin). 7. Kritiek geven en ontvangen Kritiek geven kan best volgens de regels van feedback (zie bij ‘Feedback geven’). Tips voor het geven en ontvangen van kritiek:

• laat degene die kritiek geeft uitpraten; luister naar wat hij/zij te zeggen heeft • als bepaalde dingen niet (helemaal) duidelijk zijn, vraag dan om uitleg, vb. via concrete

voorbeelden 8. Leren onderhandelen is leren compromissen sluiten A.d.h.v. problemen, conflicten uit dagelijks leven kan je koppels laten inoefenen met problemen die emotioneel niet zwaar beladen zijn, pas dan zwaardere problemen aanpakken. Dit kan op verschillende relatiegebieden zijn:

• huishouden • opvoeding kinderen • ontspanning samen • ontspanning apart • relatie met familie en schoonfamilie • seksualiteit

Goede gebieden om te oefenen in onderhandelen: huishouden, ontspanning samen en ontspanning apart. 9. Uitpraten van ruzies Het uitpraten van ruzies wordt vaak verward met het elkaar verwijten van wat de ander allemaal fout doet en met het “afzoenen” van de ruzies, terwijl het probleem dat de ruzies veroorzaakte onopgelost blijft. Tips voor het effectief uitpraten van ruzies:

• Begin nooit met uitpraten van een ruzie als de gemoederen nog verhit zijn; neem eerst een time out.

• Neem de tijd om de ruzie uit te praten; kies een rustige ruimte waar je niet gestoord wordt.

• Soms vergt het uitpraten van een ruzie meerdere gesprekken; het is niet altijd nodig in één gesprek tot een oplossing te komen.

• Begin niet met het uitpraten van een ruzie als één van betrokken partijen onder invloed van alcohol of drugs is.

• Spreek met elkaar af dat er opnieuw een time out volgt als de gemoederen opnieuw verhit geraken.

• Wanneer de ander om een time out vraagt respecteer je dat en laat je de ander gaan. • Maak een nieuwe afspraak om verder te gaan met het uitpraten van de ruzie. • Hanteer de regels van feedback. • Spreek met elkaar de doelstelling van het uitpraten van de ruzie af:

- Het verduidelijken van het probleem waardoor er ruzie ontstond - Het samen zoeken naar een oplossing voor het probleem - Het sluiten van een (voor beide partijen) aanvaardbare compromis - Het maken van afspraken waarin beide partijen een bijdrage leveren om het probleem

op te lossen.

Page 108: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 85

10. Complimenten geven en ontvangen Het belang van elkaar complimenten geven wordt vaak onderschat, hoewel het erg belangrijk is in het contact tussen mensen, en in de onderlinge communicatie: complimenten verbeteren vaak de sfeer, en geven uitdrukking aan de erkenning en waardering van de goede kanten van de ander. Bovendien kweken zij goede wil bij de gesprekspartner. Tips bij het geven van complimenten:

1. maak oogcontact, kijk de ander aan 2. zeg wat je goed vindt aan de ander of wat de ander goed heeft gedaan; zeg dit op een zo

direct mogelijke manier 3. spreek vanuit de “ik-vorm” (vb. “ik vind het erg goed/mooi/leuk dat jij…”) 4. geef indien nodig uitleg waarom je dit zo goed/leuk/mooi,…. Vindt

Tips bij het ontvangen van complimenten:

5. maak oogcontact, kijk de ander aan 6. bedank de ander voor het compliment 7. geef aan hoe je het vond om het compliment te horen 8. als je het idee hebt dat het compliment niet duidelijk/onoprecht,… is vraag dan om uitleg

over het compliment. 11. Achtergronden van beide partners bespreken aan de hand van genogrammen Bespreek de achtergronden, opvattingen en codes rond communicatie en geweld die beide partners vanuit hun familie hebben meegekregen. Ze bepalen in welke richting oplossingen kunnen gezocht worden, en welke oplossingen wel of niet geaccepteerd worden. Oefening 1: hoe heb ik geleerd te denken over gevoelens van de ander(en)? Deze oefening heeft vier onderdelen:

• Bewustwording van culturele normen • Bewustwording van normen in eigen opvoeding • Bewustwording van invloed van eigen levensloop op normen uit eigen opvoeding en eigen

cultuur • Bewustwording van eigen normen die het resultaat zijn van integratie van cultuur,

opvoeding en levensloop.

Page 109: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 86

Deze oefening wordt schriftelijk gemaakt. Verdeel hiervoor een vel papier op de horizontale as in vier kolommen: cultuur, opvoeding, levensloop, eigen normen. In de verticale as wordt het papier onderverdeeld in volgende kolommen:

Ik heb geleerd te denken dat mensen blij worden als .............................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen bang worden als ...........................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen boos worden als ...........................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen verdrietig worden als ....................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich verward voelen als .................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen agressief worden als ......................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen depressief worden als ....................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich teleurgesteld voelen als ...........................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich vertwijfeld voelen als ..............................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen verliefd worden als .......................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen seksueel opgewonden worden als ....................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich trots voelen als ......................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen hysterisch worden als ....................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich gebruikt voelen als .................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich schuldig voelen als ................................................. Ik heb geleerd te denken dat mensen zich schamen als ..........................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich buitengesloten voelen als ........................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen ………. (zelf gevoel in te vullen) worden als ........................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich…………… (zelf gevoel in te vullen) als ..........................

De cliënten maken de zin in elke kolom af, waarbij zij opschrijven wat zij respectievelijk leerden vanuit eigen cultuur, eigen opvoeding, eigen levensloop en huidige visie. Volgende vragen kunnen in nabespreking aan bod komen:

• Welke verschillen zijn er tussen hoe beiden geleerd hebben te denken over emoties van mensen vanuit eigen cultuur en vanuit eigen opvoeding?

• Welke invloed heeft de levensloop van beide partners gehad op hun eigen denken over de emoties van mensen?

• Wat zijn beelden/meningen van de cliënten over het uiten van verschillende emoties? • Wat zijn ze gewoon over het uiten van emoties, en waarom? • Hoe waarderen ze het uiten van emoties (goed of slecht, teken van kracht of van

zwakte,…)? • Komen de door de cliënten aangegeven huidige normen overeen met hun gedrag? Wanneer

wel/niet? Als er verschillen zijn, waardoor worden deze verklaard? • Zijn er verschillen hierin tussen beide partners? Hoe gaan ze met dit verschil om?

12. Opbouwen van positieve relatiemomenten

• bespreek positieve momenten • bekijk hoeveel en op welke manier het koppel samen tijd kan doorbrengen zonder derden,

kinderen, … • bekijk wat zij als leuke samen-tijd zouden beschouwen • maak afspraken om in de komende week enkele kleine positieve relatiemomenten te

organiseren

Oefening 1: verwenpot Schrijf 10 kleine dingen die de ander kan doen om jou een plezier te doen op kaartjes, je partner doet hetzelfde, stop die elk in een pot, als je de ander wilt plezieren neem je een kaartje uit zijn/haar pot en doe je wat het kaartje zegt.

Page 110: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 87

Pas op: schrijf enkel positieve dingen op (dus niet “stoppen met …”, “niet meer…”), Weet: hoe kleiner en hoe gemakkelijker te organiseren, hoe sneller je het kan krijgen.

Variant op oefening verwenpot Vraag elke partner in de komende week 3 dingen te doen waaraan de ander kan zien dat je hem/haar graag ziet. Vraag de andere partner te raden wat deze 3 dingen waren. 13. Werken rond oplossingsvaardigheden Meichenbaumschema: Het Meichenbaumschema wordt vnl. gebruikt bij kinderen om oplossingsvaardigheden aan te leren en impulsiviteit te verminderen. Het kan echter ook gebruikt worden bij koppels die moeite hebben met doelgericht problemen oplossen. Het schema bestaat uit 4 vragen waar mensen achtereenvolgens moeten bij stilstaan:

1) Wat is het probleem? Wat is mijn doel? Wat wil ik bereiken? 2) Wat is mijn plan? Hoe ga ik tewerk gaan om dit doel te bereiken? 3) tijdens de actie: Volg ik mijn plan? 4) Haal ik het gewenste resultaat? zoniet terug naar 1.

Bij het werken met kinderen kunnen de klassieke Meichenbaumbeertjes gebruikt worden:

Met het koppel kan je extra aandacht besteden aan de volgende zaken:

5) Zijn we het eens over wat het probleem is? 6) Zijn onze doelen hetzelfde of combineerbaar? 7) Wie bepaalt het plan en wie voert het plan uit? afspraak: degene die doet bepaalt hoe. 8) Het probleem is pas opgelost als beiden het resultaat ok vinden. 9) Inzicht in escalerende en de-escalerende communicatie

‘Communiceren’ betekent niet alleen met elkaar praten, maar ook de manier waarop dat praten gebeurt is belangrijk. Communicatie heeft dus een inhoud en vorm (hoe de inhoud wordt verpakt). Datgene wat men zegt, wordt ook vaak onderstreept door non-verbaal gedrag (gebaren, lichaamshouding,…). Vlak voor het geweld komen de plegers vaak in een soort van tunnelvisie terecht, een ‘van de werkelijkheid losrakend denken’. Het is als heel hard rijden op een snelweg: je bent alleen bezig met rijden, het lijkt alsof je alleen maar rechtdoor kunt rijden, en er geen afritten meer zijn. De pleger gebruikt hier in zichzelf vaak ‘escalerende gedachten’ t.a.v. zijn partner: het steeds herhalen van hetzelfde standpunt, herhalen dat de ander dit doet om hem of haar te pesten, de boosaardigheid van hem of haar herhalen, generaliseren (altijd/nooit/iedereen/niemand…),… Daarom is het belangrijk om met beide partners te besprek wat escalerende en niet escalerende gedachten, maar ook communicatiepatronen zijn. Zo wordt er enerzijds inzicht verworven: wat helpt en wat helpt niet; daarna kan je met hen gaan werken hoe dit te vermijden (zie time out).

Page 111: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 88

Escalerende communicatie Deëscalerende communicatie

- Het steeds herhalen van hetzelfde standpunt

- De ander willen overtuigen van je gelijk - In de aanval gaan - Verdedigen - Van alles erbij halen wat niets met de

ruzie te maken heeft - Verwijten horen in alles wat de ander

zegt - Generaliseren (altijd / nooit / iedereen /

niemand / …) - Mensen aan je kant proberen te krijgen

of naar anderen verwijzen die dat ook vinden, hem/haar ook fout vinden, …

- Stereotyperingen (alle mannen, alle vreemdelingen, …)

- Dreigen - Je partner belachelijk maken,

vernederen - Roepen - Gooien of stukslaan van voorwerpen - Duwen, slaan, schoppen, spuwen - Ruzies uit het verleden oprakelen/oude

koeien uit de sloot halen - Koppig zwijgen - De ander negeren - Seks weigeren - Niet luisteren naar wat ander te

vertellen heeft - …

- Zich inleven in de ideeën en gevoelens van de ander

- Aanvaarden dat de ander een ander standpunt heeft

- Begrip tonen - Doorvragen wat de ander bedoelt - Zoeken naar compromissen - Zich beperken tot het huidige

onderwerp in het hier en nu - Verschillen aanvaarden - Het bij jezelf houden, ik-boodschappen - Nuanceren, relativeren - Fouten durven toegeven - Nadenken over alternatieven - Stellen van gerichte, concrete vragen

Page 112: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 89

4.8. Empathietraining44

Empathie is het vermogen om je een voorstelling te maken van de emoties van een ader. Deze voorstelling heeft een cognitief en een emotioneel karakter: iemand kan zich enerzijds een symbolische voorstelling maken van de ingeschatte emoties van een ander, en kan anderzijds deze emoties ook intern reproduceren. Empathie is een basisvoorwaarde voor een goede communicatie; het verdiept de emotionele band tussen mensen omdat er wederzijds begrip is voor elkaars gevoelens. Bovendien is empathie een emotionele buffer voor grensoverschrijdend gedrag.

Er zijn drie niveaus van empathie:

1. Theoretische empathie: Hier wordt een theoretische voorstelling gemaakt van de emoties van de ander waarbij de cliënt zelf geen emoties aan toevoegt, vb. ik geef Jan 100 euro en hij is blij. Wanneer ik Jan 1000 euro geef, zal hij nog blijer zijn. De theoretische conclusie is dus dat Jan blij is met geld, en nog blijer met meer geld. Hieraan wordt geen emotionele kwaliteit toegevoegd.

2. Zelfreflectieve empathie: hier maakt men voorstelling van de emoties van de ander, gespiegeld aan hetgeen de cliënt zelf zou ervaren. Hij of zij gaat er hierbij vanuit dat de ander hetzelfde in een bepaalde situatie zou voelen als hij of zij. De cliënt is hier in staat om de voorgestelde emotie van de ander te reproduceren door zich levendig in te denken in de situatie van de ander. Bijvoorbeeld: “Jan baalt ervan als hij geld verliest, want ik baal er ook altijd van als ik geld verlies.”

3. Hetero-empathie: bij deze vorm van empathie wordt een voorstelling gemaakt van de emoties van de ander, gebaseerd op het emotionele referentiekader van de ander. Deze kennis over het emotionele referentiekader is gebaseerd op eigen observaties, eventueel aangevuld met informatie van anderen. Hoe beter de cliënt deze persoon kent, hoe beter hij vaak in staat is tot hetero-empathie. De cliënt reproduceert hier de voorgestelde emotie los van de eigen emotionele reactie. Bijvoorbeeld: “Jan is erg verdrietig omdat zijn kookprogramma geannuleerd werd. Dit programma interesseert mij niet maar betekent heel veel voor Jan. “

De empathietraining kent de volgende onderdelen: • kennis over de functie en de waarde van empathie • Versterken van het bewustzijn dat andere mensen ook emoties kennen en het bevorderen

van observatievaardigheden m.b.t. uitingen van emoties van de ander(en). • Leren onderscheid maken tussen eigen emoties en die van de ander(en). • Progressief leren van empathie. • Verhelderen van empathieblokkades. Hierbij worden (waar nodig) ook de morele

standaard, de gewetensfunctie en de contactuele vaardigheden van de cliënt geëxploreerd. • Opheffen van empathieblokkades d.i. het overbrengen van bestaande empatische

vermogens naar situaties waarin empathie geblokkeerd is. Hierbij wordt (indien nodig) gewerkt aan aanpassing van de morele standaards van de cliënt, aan versterking van dien gewetensfunctie en aan bevordering van zijn/haar contactuele vaardigheden.

• Aanleren en versterken van processen van (h)erkenning. • Plannen van empathiebevorderende activiteiten in het dagelijks leven. • Specifieke oefeningen voor slachtofferempathie.

4. Kennis over de functie en waarde van empathie De hulpverlener vertelt in zijn/haar eigen woorden over de verschillende aspecten van empathie. Aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt dit zo concreet mogelijk gemaakt, gezien het begrip empathie” voor veel cliënten nieuw is.

Te bespreken onderwerpen: • Wat is empathie en waar is het goed voor? • Wat heb je nodig om tot empathie in staat te zijn? • Hoe kun je gevoelens van de andere(en) adequaat inschatten? • Verschillende niveaus van empathie

Huiswerkopdracht Schrijf een verhaal over empathie waarin de volgende zaken aan bod komen:

• Wat is empathie voor jou?

44 Idem 22.

Page 113: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 90

• Wat is voor jou het nut, de functie van empathie? • Hoe kan je empathie in je dagelijks leven gebruiken? • In welke situaties kan je empatisch zijn? In welke situaties kan je dat niet of heel moeilijk? • Bij welke mensen kan je empatisch zijn en bij welke soort mensen niet? Geef voorbeelden.

Hoe komt het dat je bij sommige mensen wel en bij andere niet empatisch kunt zijn? • Bij welke mensen en/of in welke situaties zou je in de toekomst empatischer willen zijn?

Waarom? Deze oefening kan ook mondeling gebeuren. 5. Versterken van het bewustzijn dat andere mensen ook emoties kennen en het

bevorderen van observatievaardigheden m.b.t. uitingen van emoties van de ander(en).

Deze oefeningen stimuleren bij de cliënt de bewustwording van emoties van andere mensen, en van de diversiteit hiervan. Er wordt ook aandacht besteed aan het leren onderscheiden en benomen van de verschillende gevoelens door de cliënt. Belangrijk hierbij is dat de cliënt via navraag leert om zijn of haar interpretatie te checken bij de ander(en). Oefening 1: hoe observeer ik de gevoelens van anderen?

De cliënt krijgt de opdracht om de daaropvolgende week in vijf situaties de gevoelens van iemand te observeren. Dit kan op verschillende locaties: op straat, op het werk, bij anderen thuis,… Na iedere observatie geeft hij/zij antwoord op de volgende vragen:

• Waar let ik op als ik de gevoelens van de ander observeer? • hoe kom ik tot mijn conclusie over hoe de ander zich voelt; op basis waarvan interpreteer

ik deze observatie? • Hoe lang doe ik erover om tot deze conclusie te komen? • Blijf ik bij mijn eerste conclusie, of heb ik achteraf een andere conclusie getrokken?

Wanneer ik de eerste conclusie veranderde: waarom deed ik dit dan?

De antwoorden worden tijdens de volgende bijeenkomst besproken. Het doel van de bespreking is om (in)zicht te krijgen over hoe de cliënt de gevoelens van de ander(en) observeert en interpreteert. Daarna kan met de cliënt worden besproken hoe deze zijn observatie- en/of interpretatiestrategieën kan verbeteren.

Oefening 2: hoe zien gevoelens er uit?

Verdeel een blad papier in vier kolommen: • Hoe kijkt iemand? • Hoe gedraagt iemand zich? • Wat zegt iemand? • Hoe klinkt iemands stem?

De cliënt vult met de volgende gevoelens deze kolommen in: angst, boosheid, verdriet, schaamte, vreugde, schuld, woede, neerslachtigheid, verwarring, teleurstelling, irritatie, verliefdheid, seksuele opwinding, verlegenheid, trots, en twee gevoelens naar keuze. Daarna wordt de ingevulde lijst besproken, en wordt een tactiek vastgelegd over hoe de cliënt a.d.h.v. uiterlijke kenmerken kan inschatten hoe deze zich voelt, en eventueel op welke momenten hij/zij daarop kan letten. 6. Leren onderscheid tussen eigen emoties en die van de ander(en Oefening 1: één situatie, meerdere gevoelens Het doel van deze oefening is dat de cliënt beseft dat de ander(en) in een situatie andere gevoelens kan ervaren dan de cliënt zelf.

De cliënt neemt de volgende situaties in gedachte: • Mijn moeder is gisteren overleden • Jan heeft promotie gekregen op zijn werk • Ik heb 10.000 euro gewonnen in de loterij • Cato is vorige week op straat aangerand • Ik heb de voorbije week niets bijzonders meegemaakt.

Laat de cliënt deze situaties zo opvatten dat hij/zij er:

• Blij om is, • Verdrietig om is,

Page 114: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 91

• Boos om is, • Bang van is.

Eventueel kan de cliënt zich hiervoor in de plaats van de ander zetten. Daarna bespreken de hulpverlener en cliënt deze opdracht, waarbij de hulpverlener de cliënt stimuleert in zijn/haar besef dat situaties multi-interpretabel zijn, en dat verschillende mensen dezelfde situatie anders kunnen interpreteren en zo tot verschillende emotionele reacties kunnen komen. Oefening 2: hoe zat het met de ander(en)? De cliënt krijgt de opdracht na te gaan in welke situaties de ander(en) andere gevoelens had bij of over deze situatie dan hij/zijzelf, en waarom. Deze oefening kan zowel mondeling als schriftelijk (met mondelinge nabespreking) worden gedaan. De hulpverlener en cliënt bespreken hierbij de verschillende manieren waarop deze situatie(s) kunnen geïnterpreteerd worden. 7. Het progressief leren van empathie Niveau 1: theoretische empathie Hier leert de cliënt zich bewust te worden van zijn/haar theoretische referentiekaders en wetmatigheden m.b.t. de emotionele reacties van mensen, en dit door de referentiekaders te vertalen in eigen normen. Oefening 1: hoe heb ik geleerd te denken over gevoelens van de ander(en)? Deze oefening heeft vier onderdelen:

• Bewustwording van culturele normen • Bewustwording van normen in eigen opvoeding • Bewustwording van invloed van eigen levensloop op normen uit eigen opvoeding en eigen

cultuur • Bewustwording van eigen normen die het resultaat zijn van integratie van cultuur,

opvoeding en levensloop.

Deze oefening wordt schriftelijk gemaakt. Verdeel hiervoor een vel papier op de horizontale as in vier kolommen: cultuur, opvoeding, levensloop, eigen normen. In de verticale was wordt het papier onderverdeeld in volgende kolommen: Ik heb geleerd te denken dat mensen blij worden als ................................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen bang worden als ..............................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen boos worden als ..............................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen verdrietig worden als .......................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich verward voelen als ....................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen agressief worden als ........................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen depressief worden als .......................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich teleurgesteld voelen als ..............................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich vertwijfeld voelen als .................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen verliefd worden als ..........................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen seksueel opgewonden worden als .......................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich trots voelen als .........................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen hysterisch worden als .......................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich gebruikt voelen als ....................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich schuldig voelen als ....................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich schamen als .............................................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich buitengesloten voelen als ...........................................

Ik heb geleerd te denken dat mensen ……….. (zelf gevoel in te vullen) worden als ..........................

Ik heb geleerd te denken dat mensen zich…………… (zelf gevoel in te vullen) als .............................

Page 115: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 92

De cliënt maakt de zin in elke kolom af, waarbij hij/zij opschrijft wat hij/zij respectievelijk leerde vanuit eigen cultuur, eigen opvoeding, eigen levensloop en huidige visie. Volgende vragen kunnen in nabespreking aan bod komen:

• Welke verschillen zijn er tussen hoe de cliënt geleerd heeft te denken over emoties van mensen vanuit eigen cultuur en vanuit eigen opvoeding?

• Welke invloed heeft de levensloop van de cliënt gehad op zijn/haar eigen denken over de emoties van mensen?

• Wat zijn beelden/meningen van de cliënt over het uiten van verschillende emoties? • Wat is de cliënt gewoon over het uiten van emoties, en waarom? • Hoe waardeert de cliënt het uiten van emoties (goed of slecht, teken van kracht of van

zwakte,…)? • Komen de door de cliënt aangeven huidige normen overeen met zijn/haar gedrag?

Wanneer wel/niet? Als er verschillen zijn, waardoor worden deze verklaard? Oefening 2: in de praktijk oefenen met theoretische empathie In deze oefening krijgt de cliënt de opdracht om in zijn/haar dagelijks leven “empathisch” te reageren op mensen uit zijn/haar omgeving. De ervaring worden eventueel schriftelijk voorbereid, en mondeling besproken. In deze bespreking staan centraal hoe de cliënt uiting geeft aan zijn/haar meevoelen met de ander, hoe de ander hierop reageert, en hoe de cliënt tot adequatere manieren kan komen om zijn meevoelen te uiten, zodat het een positieve reactie oplevert bij de ander(en). De cliënt krijgt daarna de opdracht om met adequatere uitingsvormen te oefenen. Zo worden verschillende manieren van meevoelen uitgeprobeerd, bijgesteld, en/of worden er nieuwe manieren bedacht. De bedoeling is dat dit leidt tot bevredigende positieve reacties bij de ander(en). Niveau 2: zelfreflectieve empathie Het oefenen met emotieproductie op een steeds hoger niveau oefening 1: het bewust worden en benoemen van eigen emoties In het eerste gedeelte van de oefening schrijft de cliënt op wat hij/zij voelt als hij/zij blij is, verdrietig is, boos is en bang is. Dit zijn basale emoties. De beschrijvingen worden besproken om tot een voor de cliënt persoonlijke operationele definitie te komen. Deze worden opgeschreven. Vervolgens schrijft de cliënt op wat hij/zij voelt als hij/zij verward is, agressief is, depressief is, vertwijfeld is, zich “raar” of “vreemd” voelt, zich overvallen of overweldigd voelt. Ook de beschrijving van deze samengestelde emoties worden besproken om tot een voor de cliënt persoonlijke operationele definitie te komen, en worden opgeschreven. Daarna schrijft de cliënt op wat hij/zij voelt als hij/zij zich verraden voelt, zich trots voelt, zich gebruikt voelt, zich schaamt, zich schuldig voelt, zicht onzeker voelt, zich teleurgesteld voelt, , wrok tegen iemand koestert, liefde voor iemand voelt, sympathie voor iemand voelt, zich seksueel aangetrokken voelt tot iemand, zich bedreigd voelt, zich verlaten voelt, zich buitengesloten voelt, ergens over twijfelt. Ook deze laatste beschrijvingen worden besproken om tot een persoonlijke operationele definitie te komen van bovengenoemde samengestelde cognitief-emotionele ervaringen, en worden opgeschreven. In het tweede deel van deze oefening schrijft de cliënt typische situaties op uit zijn/haar leven waar hij de hierboven beschreven emoties ervaart. Deze worden besproken, waarin aandacht wordt besteed aan de volgende zaken:

• Is er een verschil in soort situaties die beschreven worden bij basale emoties, samengestelde emoties, en samengestelde cognitief-emotionele ervaren, en zo ja: welk?

• Is er voor de cliënt een verschil in de beleving van basale emoties, samengetelde emoties en samengestelde cognitie-emotionele ervaringen, en zo ja:welk?

• Wat is de interpretatiestijl van de cliënt in de beschreven situaties? (vb. voelt zich snel onzeker, snel aangevallen, …

• Beleeft de cliënt in de beschreven situaties zijn/haar emoties en ervaringen door d situatie op zich, of door zijn/haar interpretatie ervan?

Page 116: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 93

2. Het oefenen met zelfreflectieve empathie Oefening 1: in vitro oefenen met zelfreflectieve empathie

• Hulpverlener bedenkt verschillende situaties waarin een fictief personage zich bevindt. De cliënt zich in in deze situatie, waarbij hij/zij de emotie reproduceert die bij hem/haar past. Deze emotie wordt dan aan de fictieve persoon toegeschreven.

• De cliënt geeft hierbij aan hoe hij zich zou gedragen t.o.v. deze fictieve persoon. • Daarna geeft de cliënt aan hoe hij/zij vindt dat hij/zij zich zou moeten gedragen t.o.v. deze

fictieve persoon. • Deze verschillen tussen het gangbare gedrag en het “ideale” gedrag van de cliënt worden

daarna besproken.

Deze oefening kan ook geoefend worden in het dagelijks leven, waarbij de cliënt zich inleeft in andere mensen op basis van wat hij/zij aan emoties reproduceert, door zich in te leven in de ander(en). Dit wordt dan besproken met de hulpverlener. Oefening 2: wat te doen na empathie? Hierbij wordt oefening 1 herhaald, waarbij het accent ligt op de wijze waarop de cliënt handelt na diens aanvoelen van de gevoelens van de ander(en). Zo ontwikkelt de cliënt handelingstrategieën als vervolg van zijn empatische reactie. Hij/zij oefent hiermee door eert stil te staan bij de vraag met welk doel hij/zij op de ander wil reageren, voor hij tot empatisch handelen overgaat. Deze oefening wordt in rollenspelen zo lang herhaald tot de cliënt vanuit doorvoelen empatisch op de ander reageert en handelt, terwijl hij/zij wel zijn/haar eigen grenzen respecteert. 8. Het verhelderen van empathieblokkades Hierin leert de cliënt inzicht verwerven op de situatie waarin zijn/haar empathie geblokkeerd wordt. Dit zijn immers de situaties waarin d cliënt het meeste risico loopt om grensoverschrijdend gedrag te stellen. Oefening 1: inventarisatie van empathieblokkades De cliënt schrijft tien situaties op van het laatste half jaar op waarin hij/zij zich niet geneigd voelde met de ander(en) mee te voelen. Daarna worden volgende vragen gesteld:

• Welke overeenkomsten zie je in de beschreven situaties? • Hoe voelde je je zelf in deze situaties? • Wie waren er bij deze situaties betrokken? • Kun je uit de beschreven situaties opmaken in welk soort situaties het moeilijk voor je is

om met de ander mee te voelen? • Kun je uit de beschreven situaties opmaken bij welk soort mensen je het moeilijk hebt om

mee te voelen? • Wat voel je doorgaans als je niet geneigd bent om met een ander mee te voelen? • Hoe scherm je jezelf af van de gevoelens van de ander? Geef meerdere voorbeelden.

Het resultaat van deze bespreking is een inventarisatie van typische situaties van non-empathie bij de cliënt, typische kenmerken van de mensen waarbij hij/zij non-empatisch is, typische gevoelsbelevingen van de cliënt bij non-empathie, en typisch gedrag waarmee de cliënt zich afschermt van gevoelens van de ander(en). Hierbij kunnen dan gedragsalternatieven geformuleerd worden, die eerst in vitro, en daarna in het dagelijks leven kunnen geoefend worden. Oefening 2: macht en machteloosheid bij non-empathie; waar bescherm ik mezelf tegen door non-empatisch te zijn? Het thema van deze oefening is waar de cliënt beng voor is als hij/zij met de ander mee zou voelen. Doel is de cliënt bewustmaken van zijn/haar motivatie voor non-empatie in bepaalde situaties. Volgende aandachtpunten komen hier aan bod:

• Beelden over mannelijkheid en vrouwelijkheid m.b.t. meevoelend gedrag • Cultuurbepaalde en/of morele ideeën over al dan niet met bepaalde mensen en/of in

bepaalde situaties met de ander(en) meevoelen. • Invloeden van groepsdruk. • De angst dat de gevoelens van de ander(en) overweldigend zouden kunnen zijn. • Zich geen houding weten te geven bij bepaalde situaties, bij bepaalde mensen. • Eigen impulsiviteit en sterke drang tot behoeftebevrediging als remmende factor voor

empathie.

Page 117: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 94

• Andere, door de cliënt zelf aan te geven, factoren die situationele non-empathie bevorderen.

9. Specifieke oefeningen voor slachtofferempathie Deze oefeningen kunnen gebruikt worden bij cliënten die vaker grensoverschrijdend gedrag vertonen. Oefening 1: de omgekeerde wereld

• Laat de cliënt verhalen vertellen van grensoverschrijdende gedragingen die hij/zij heeft gepleegd.

• Laat vervolgens de cliënt dezelfde verhalen vertellen waarbij deze zich verplaatst in het slachtoffer. De cliënt moet hierbij steeds vanuit de “ik-positie vertellen wat hij/zij als slachtoffer voelt.

• De hulpverlener zorgt er hierbij voor dat de cliënt bij het vertellen van deze verhalen de feiten niet bagatelliseert of bepaalde stukken overslaat. Ook zorgt deze ervoor dat de cliënt uitvoerig stilstaat bij de gevoelens die hij/zij als slachtoffer zou hebben.

Deze oefening kan eventueel schriftelijk worden gedaan, maar vraagt alleszins een grondige en kritische mondelinge (na)bespreking. Oefening 2: de gevolgen voor de eigen slachtoffers

• Hierbij gaat de cliënt (al dan niet samen met de hulpverlener) op zoek naar artikels, boeken, TV-programma’s, videobanden,… over de gevolgen voor slachtoffers van de daden die de cliënt pleegde, en bekijkt dit materiaal grondig.

• De cliënt bespreekt daarna wat hij/zij geleerd heeft over de (mogelijke) gevolgen van eigen daden voor de ander(en).

• De cliënt staat er vervolgens bij stil wat de gevolgen voor hem/haar zouden zijn als hij/zij niet de pleger maar het slachtoffer zou geweest zijn van dezelfde daden die hij/zij stelde.

Oefening 3: brief aan de slachtoffers

• De cliënt schrijft in deze oefening een brief aan zijn/haar slachtoffers (afzonderlijk) waarin hij/zij spijt betuigt. Hierin schrijft hij/zij ook uitdrukkelijk waarom hij/zij spijt heeft en waarom de cliënt de gepleegde feiten niet meer wil herhalen.

• Ook beschrijft de cliënt hoe hij/zij zich zou voelen als hij/zij zelf het slachtoffer was geweest, en hoe hij/zij zou reageren en zich zou voelen als een geliefd iemand slachtoffer zou zijn geweest van de door de cliënt gepleegde handelingen.

• Bovendien schrijft de cliënt hoe hij/zij de gepleegde daden goed zou willen maken, alsook de straf die hij verdient voor zijn/haar handelingen, en waarom.

Deze brief wordt niet aan de slachtoffers verstuurd maar bewaard door de cliënt en gedurende een maand om de dag gelezen.

Page 118: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 95

4.9. Gezinsbegeleidingen45

Gezinsgesprekken kunnen georganiseerd worden als vervolg op relatiegesprekken. Ze zijn relevant als beide partners van plan zijn om hun relatie te herstellen en samen de kinderen willen gaan opvoeden. Ook als de partners besluiten om niet meer met elkaar verder te gaan kunnen gezinsgesprekken waardevol zijn om de nieuwe vorm van de relatie aan de kinderen duidelijk te maken. Bovendien hebben gezinsgesprekken tot doel de relaties onderling tussen ouders en kinderen te herstellen en na te gaan welke hulp daar eventueel nog bij nodig is.

Voorwaarden voor het opstarten van gezinsgesprekken de veiligheid van de betrokken is gegarandeerd. De deelnemende kinderen zijn oud genoeg om aan een gezinsgesprek deel te nemen

(minimum zes jaar bij normaal ontwikkelde kinderen) Alle betrokkenen, dus ook de kinderen, zijn gemotiveerd om mee te doen aan

gezinsgesprekken

Thema’s in de gezinsgesprekken Hoe hebben de gezinsleden afzonderlijk de geweldsituatie beleefd? Welk effect heeft dit op

hen gehad, welke schade is aangericht? Wat is volgens elk gezinslid het probleem, en wat is er nodig om dit op te lossen? Hoe liggen de verhoudingen tussen de gezinsleden? Wat vinden ze van elkaar, wat voelen

ze voor elkaar en wat willen ze van elkaar? Kan het vertrouwen in elkaar hersteld worden? Zo ja: hoe? Wat is hiervoor nodig? Wat hebben de ouders als opvoeder te bieden en welke verantwoordelijkheden hebben

ouders naar hun kinderen? Hoe kunnen beide ouders deze verantwoordelijkheden gestalte geven?

Wat willen de kinderen van hun ouders? Wat zijn hun behoeften? Is er sprake van parentificatie bij de kinderen? Is het de taak van de kinderen geworden

om ruzies te voorkomen, hun vechtende ouders te scheiden, de ene ouder op te vangen na de gewelddadige episoden en de andere te kalmeren/tegen te houden als hij boos is?

Hebben de kinderen partij moeten kiezen voor één van beide ouders? Wat zijn hiervan de gevolgen? Hoe kan dit veranderd worden?

Hoe verdelen de ouders de opvoeding van de kinderen? Bij een scheiding dient duidelijk te worden hoe de verhoudingen tussen de gezinsleden zijn. Wat willen de kinderen hierin?

Wat kan ieder gezinslid doen om te helpen het probleem thuis op te lossen? Geweld thuis als slechte voorbeeld voor de kinderen: hoe kan deze schade worden

hersteld? Is er naast de gezinsgesprekken nog verdere hulp nodig voor het gezin of voor de

individuele gezinsleden?

Tips voor de hulpverleners stel je op als directieve gespreksleider. Zie erop toe dat het woord evenredig verdeeld

wordt over alle gezinsleden. Bepaal samen met de gezinsleden de thematiek van de betreffende sessie. Intervenieer direct als er dreigende, agressieve, spottende, minachtende of dominerende taak of gebaren worden gebruikt.

Stimuleer de constructieve inbreng en openheid van alle gezinsleden. Als een gezinslid meer ruimte nodig heeft om zich uit te drukken, zorg er dan voor dat die extra ruimte er komt. Zie er op toe dat kritiek op een opbouwende manier (volgens de regels van feedback) gegeven wordt.

Let er op geen moeilijke woorden, abstracte begrippen en vakjargon te gebruiken. De kinderen moeten het gesprek kunnen begrijpen.

Stimuleer de kinderen extra om het woord te nemen en aan te geven wat hun wensen en behoeften zijn. Zorg ervoor dat de kinderen niet in de rede worden gevallen door de ouders. Vraag de ouders of zij hun kinderen hebben begrepen en vraag hen eventueel om de uitspraken van de kinderen in hun eigen woorden na te vertellen.

Draag ideeën en oplossingsstrategieën aan. Laat de gezinsleden zelf oplossingen voor de gezinsproblemen bedenken.

Maak steeds duidelijk dat niemand verplicht is om openheid van zaken te geven als hij/zij dat niet wil. Maak daarbij wel steeds duidelijk dat hoe opener iemand is, hoe groter de kans dat men tot onderling begrip komt en daarmee tot oplossingen voor de problemen.

45 Idem 22.

Page 119: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 96

Spelregels bij gezinsgesprekken Niet toegestaan zijn: lichamelijk geweld, schelden, dreigende taal en gebaren, obscene taal

en gebaren, minachtende, spottende taal en gebaren, obscene taal en gebaren, de gevoelens van de

ander ontkennen of bagatelliseren, een ander steeds in de rede vallen, negatieve kritiek geven.

de bedoeling is juist om: naar elkaar te luisteren, elkaars gevoelens en meningen respecteren, elkaar

opbouwende kritiek te geven (volgens de regels van feedback), elkaar na het geven van kritiek een alternatief te geven of in ieder geval mee te denken over dat alternatief, en samen naar oplossingen te zoeken voor de problemen.

Page 120: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 97

5. Basisinstrumenten

Page 121: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 98

5.1. Besluit over de relatie46

Besluit over de relatie bij een individuele cliënt

Het kan zijn dat partners bij het aangaan van de relatiegesprekken niet zeker weten of zij hun relatie willen continueren of beëindigen. Daarover moet dan eerst een beslissing worden genomen.

Alle redenen die bij de cliënt kunnen spelen, dienen uitvoering besproken te worden, wil hij/zij tot een echte en duurzame besluitvorming komen. Ook dient inzicht geboden te worden op de concrete oplossing van alle genoemde praktische en materiële problemen.

Vaak voorkomende redenen om terug te komen op het besluit om de partner te verlaten:

• Er tegenop zien om alleen te komen staan, al dan niet met de zorg over de kinderen • Financiële problemen: van een leefloon leven, onvoldoende inkomen hebben, schulden

moeilijk kunnen aflossen, financiële represailles van de partner • Huisvestingsproblemen: moeilijk een nieuwe, betaalbare woning kunnen vinden die

geschikt is voor de eventuele kinderen en veilig is tegen represailles van de ex-partner • Het ompraten van de cliënt door de ander door het beloven van beterschap, het verklaren

van de liefde,… • Het ompraten van de cliënt door de eigen kinderen die hun andere ouder missen en niet

willen dat hun ouders van elkaar scheiden • Eerdere negatieve ervaringen met de hulpverlening • Negatieve verhalen over de vrouwenopvang of over de hulpverlening die het slachtoffer

van anderen heeft gehoord • Het gevoel afhankelijk te zijn van de partner (zie screeningsinstrument rond

afhankelijkheid) • Het gemis aan een rots in de branding voor zichzelf en de kinderen • Het gevoel verantwoordelijk te zijn voor het welzijn van de partner en de kinderen • Het gemis van de positief ervaren aspecten van de relatie: de goede kanten van de

partner, de goede tijden die zij samen beleefd hebben, de (positieve) spanning in de relatie, de gepassioneerde vrijpartijen na geweldsituaties,…

• Normen en waarden m.b.t. scheiding: “scheiden is een zonde”, “ware liefde overwint alles”, “als je eenmaal voor iemand gekozen hebt, moet je die niet laten vallen”, scheiden is slecht voor de kinderen”,…

Oefening: het opmaken van de balans Dit is een oefening om overzicht en structuur te bieden wanneer de cliënt bezig is met het besluit omtrent het al dan niet continueren van de relatie met de partner.

Neem een vel papier en verdeel dit blad in twee kolommen. Één kolom is bestemd voor de argumenten om de relatie te beëindigen, de andere voor de argumenten om de relatie te continueren.

De cliënt bedenkt allerlei argumenten om wel of niet door te gaan met de relatie. De hulpverlener kan hierbij eventueel helpen door het stellen van vragen of door het opperen van argumenten. De cliënt geeft bij ieder argument aan hoe belangrijk het is. Het belangrijkste argument krijgt rangordenummer 1, het op één na belangrijkste argument nummer twee,… Het slachtoffer of de pleger mag niet meerdere argumenten dezelfde rangordenummer geven. Het toekennen van rangordenummers geldt voor alle argumenten van beide kolommen bij elkaar, dus niet voor elke kolom afzonderlijk. De cliënt omcirkelt of onderstreept de argumenten die de rangordenummers 1 tot en met 6 hebben gekregen. Vervolgens beantwoordt hij/zij de volgende vragen:

• tussen welke argumenten ligt voor jou de grens tussen hoofdzaak en bijzaak? • Hoeveel van de hoofdzaakargumenten zijn er in beide kolommen terecht gekomen? • Hoeveel argumenten van de “top 6” bevinden zich in de kolom “argumenten om door te

gaan met de relatie” en hoeveel in de andere kolom? • Als je de rangordenummers van de “top 6” van beide kolommen bij elkaar optelt, welke

kolom levert dan het laagste getal op? • In welke kolom is het belangrijkste argument terecht gekomen? • Wat betekenen je antwoorden op bovenstaande vragen voor je beslissing over doorgaan of

stoppen met de relatie?

46 Idem 22.

Page 122: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 99

• Gaat het om een voorlopige beslissing: schrijf op wat je nodig hebt om tot een definitieve beslissing te komen.

• Indien het om een definitieve beslissing gaat: schrijf op wat er zou kunnen gebeuren waardoor je terug zou kunnen komen op je beslissing.

• Schrijf op wat je moet doen als je op je beslissing terugkomt.

Deze oefening kan eventueel meerdere keren herhaald worden als een slachtoffer of een pleger steeds tot voorlopige beslissingen komt. Er kan dan in de loop van de tijd een ontwikkeling worden gevonden in de manier van argumentatie en besluitvorming van het slachtoffer. Deze ontwikkeling biedt zo informatie om tot een definitieve beslissing te komen.

In het algemeen is het niet realistisch van een cliënt te verwachten dat ze snel tot een duurzaam en definitief besluit komt. Bij ieder besluit rond de relatie dient men daarom stil te staan bij de te ondernemen acties indien hij/zij op dit besluit terugkomt, of indien hij/zij door zijn/haar (ex-)partner van het genomen besluit wordt afgebracht. Deze acties kunnen best op schrift worden vastgelegd, plus verwerkt in het plan.

Besluit over de relatie bij een koppel

Het kan zijn dat partners bij het aangaan van de relatiegesprekken niet zeker weten of zij hun relatie willen continueren of beëindigen. Daarover moet dan eerst een beslissing worden genomen. Relevante thema’s om dit met een koppel te bespreken:

• Wat voelen beide partners voor elkaar? • In hoeverre bestaat er bij beide partners het vertrouwen dat de problemen in de relatie

nog opgelost kunnen worden? • In hoeverre bestaat er bij beide partners de motivatie om de problemen in de relatie op te

lossen, en onder welke voorwaarden? • Wat zijn de voor- en nadelen van het continueren dan wel beëindigen van de relatie? • Welke rol spelen de eventuele kinderen in de beslissing of de relatie al dan niet

gecontinueerd wordt? Wat is het belang van de kinderen hierbij?

Totdat beide partners tot dezelfde beslissing zijn gekomen, wordt geen relatiebegeleiding gecontinueerd. De bedoeling van de gesprekken is tot een besluitvorming te komen, op basis van (onder andere) bovenstaande thema’s. De (eventuele) individuele hulpverlening kan wel worden voortgezet.

Page 123: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 100

6. Bijkomende instrumenten

Page 124: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 101

6.1. Herstel van het zelfbeeld47

Mensen die langere tijd in een geweldsrelatie hebben gezeten, hebben vaak allerlei verwrongen en negatief geladen beelden over wie zij zijn, wat zij vinden. Sommige beelden hebben zij overgenomen van hun (ex)partner, anderen komen vanuit vroegere (gezins)ervaringen. Het is van het grootste belang dat de cliënt onderscheid leert maken tussen de gedachten, ideeën, wensen, meningen en gevoelens van zichzelf en die van zijn/haar (ex-)partner. Als men zich succesvol leert ontworstelen aan een mishandelende relatie en de nasleep ervan, dan moet zijn/haar geschonden zelfbeeld hersteld en versterkt worden. Dit geldt ook voor een succesvol streven naar relatieherstel en voor het kunnen nemen van een doordachte beslissing over het al dan niet willen continueren van de relatie. Oefening 1: “ik wil, de ander wil, wat gebeurt er?” Voorbereiden: Neem voor deze oefening een blad papier. Verdeel dit blad in drie kolommen: één met als hoofding “Ik wil”, één met als hoofding “hij wil” en één met als hoofding “Wat gebeurt er?”. In de kolom “ik wil” vult de cliënt allerlei wensen in. In de kolom “hij wil” vult de cliënt tegengestelde wensen in of wensen die de wensen van hem/haar uitsluiten. In de kolom “Wat gebeurt er?” vult het slachtoffer of de pleger in wat er in de praktijk van dagelijks leven met zijn/haar partner doorgaans gebeurt.

Ik wil De ander wil Wat gebeurt er?

Ik heb geen zin om te vrijen. Mijn partner heeft zin om te vrijen.

Ik heb zin om vanavond uit te gaan.

De ander heeft zin om thuis TV te kijken.

Ik wil mijn eigen spaarrekening, met dat geld wil ik kunnen doen wat ik wil.

Mijn partner vindt dat we alleen een gemeenschappelijke spaarrekening moeten hebben en dat wij allebei bepalen wat er met dat geld gebeurt.

Ik wil dat mijn partner en ik allebei evenveel doen in het huishouden.

Hij of zij vindt het mijn taak om voor het huishouden te zorgen.

Ik vind dat onze kinderen op een openbare school moeten gaan.

Mijn partner vindt dat onze kinderen naar een Katholieke school moeten gaan.

Ik wil liever een wasmachine dan een breedbeeld TV.

Hij/zij wil liever een breedbeeld TV kopen dan een nieuwe wasmachine.

Ik draag niet graag schoenen met hoge hakken.

Hij wil graag dat ik schoenen met hoge hakken draag.

Ik wil graag vaker bij mijn ouders op visite.

Hij/zij heeft een hekel aan mijn ouders en wil daar niet op visite gaan.

Ik wil graag uitgaan met vrienden (zonder partner).

Hij/zij wil niet dat ik zonder hem/haar uitga.

Ik wil ’s avonds thuis kunnen komen wanneer ik wil.

Hij/zij vindt dat ik ’s avonds uiterlijk om 22.00 u ’s avonds thuis moet zijn.

Ik zou graag op een toneelcursus willen.

Hij/zij wil niet dat ik op een toneelcursus ga.

Ik wil naar ‘Thuis’/voetbal kijken.

Hij/zij wil naar een programma op het andere net kijken dat tegelijkertijd wordt uitgezonden.

Ik wil graag afspreken met …………

Hij/zij wil niet dat ik afspreek met …………

47 Idem 22.

Page 125: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 102

Ik wil een baan. Hij/zij wil dat ik thuis ben voor het huishouden en voor de kinderen en vindt dat ik daarom niet moet werken.

Hierna schrijft de cliënt (indien mogelijk) nog een tiental “Ik wil” uitspraken op, plus bijhorende wensen van zijn/haar (ex-)partner, en wat hij/zij denkt dat er dan uiteindelijk in de praktijk zal gebeuren.

Nabespreken: Bij de nabespreking van deze oefening komen de volgende thema’s aan de orde:

• Op welke gebieden heb jij je aangepast aan jouw (ex-)partner? • Welke meningen/gedachten/zienswijzen heb jij van jouw (ex-)partner overgenomen? Over

welke dingen gaan deze meningen? Wat waren jouw eigen meningen over deze dingen voordat jouw relatie met jouw (ex-)partner begon?

• Welke van jouw wensen en behoeften zijn naar jouw mening in de relatie met jouw (ex-)partner naar de achtergrond verschoven? Waarom? Hoe ging dat? Wat is er nu nog over van deze wensen en behoeften?

• Hoe zou jij aan jouw (belangrijkste) wensen en behoeften gestalte geven?

De hulpverlener probeert de cliënt tijdens de nabespreking zoveel mogelijk te stimuleren tot eigen meningsvorming en tot verkenning van zijn/haar eigen wensen en behoeften. Tips:

• Als het te moeilijk is voor de cliënt, kan je dit ook meegeven, en deze lijst het volgende gesprek bespreken.

• Ook deze oefening kan je zowel bij een slachtoffer als bij een pleger gebruiken.

Oefening 2: “ik was, ik ben, ik wil zijn”

Voorbereiding:

Maak voor deze oefening kaartjes van papier of van dun karton met daarop de volgende begrippen:

Lief, vrolijk, optimistisch, zelfstandig, gevoelig, hard, afhankelijk, succesvol, onzeker, zelfverzekerd, daadkrachtig, lamlendig, somber, depressief, pessimistisch, rustig, gespannen, opstandig, braaf, recht door zee, wispelturig, grillig, stabiel, labiel, humeurig, angstig, moedig, ik weet wat ik wil, ik weet niet wat ik wil, boos, verdrietig, trots, beschaamd, schuldig, verward, seksueel aantrekkelijk, leuke uitstraling, innemend, seksueel onaantrekkelijk, geen leuke uitstraling, afstotelijk, lelijk, mooi, besluitvaardig, besluiteloos, moedeloos, goede moeder/vader, slechte moeder/vader, gemeen, goed van hart, aardig, idealistisch, dromerig, nuchter, onverschillig, ongevoelig/afgestompt, slim, dom, snel, langzaam, actief, passief, goed van vertrouwen, achterdochtig, roekeloos, voorzichtig, druk, stil, sociaal, eenzaam, open, gesloten, avontuurlijk, huiselijk, koppig, eigenwijs, pittig, teruggetrokken, ondernemend, saai, interessant, behulpzaam, eenkennig, wereldwijs, wereldvreemd.

Laat de cliënt op vijf blanco kaartjes de voor hem/haar belangrijkste begrippen opschrijven. Hij/zij concentreert zich eerst tien minuten op de periode van het jaar dat voorafging aan het geweldsrelatie. Als men meerdere geweldsrelaties achter de rug heeft, betreft het hier de periode van een jaar voorafgaand aan de eerste geweldsrelatie. Vervolgens kiest hij/zij de kaartjes waarop de begrippen vermeld staan die in zijn/haar huidige beleving op zichzelf betrekking hadden in die periode. Hij/zij mag een onbeperkt aantal kaartjes kiezen. De door de cliënt uitgekozen begrippen worden in een lijst opgeschreven onder de hoofding “Ik was”.

Hierna concentreert het slachtoffer of de pleger zich tien minuten op de periode van jaar geweldsrelatie(s). Vervolgens kiest hij/zij opnieuw een onbeperkt aantal kaartjes waarop de begrippen staan die in zijn/haar beleving nu van toepassing zijn. Deze uitgekozen begrippen worden opgeschreven op een nieuwe lijst met als hoofding “Ik ben”.

Daarna concentreert de cliënt zich tien minuten lang op hoe hij/zij in de toekomst zou willen zijn en op hoe hij/zij zou willen dat zijn/haar leven er in de toekomst uit zou zien. Hij/zij kiest opnieuw een onbeperkt aantal kaartjes met daarop de begrippen die in zijn/haar beleving op deze positieve toekomstwens betrekking hebben. Deze begrippen worden weer opgeschreven op een derde lijst met als hoofding “ik wil zijn”.

Page 126: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 103

De drie lijsten worden eerst afzonderlijk doorgenomen; zo komt men tot drie “portretten” van achtereenvolgens hoe de cliënt in zijn/haar herinnering was voor het geweld, hoe hij/zij zichzelf nu beleeft, en hoe hij/zij wou willen worden. Daarna worden de drie “portretten” met elkaar vergeleken. Hierbij kijkt men naar:

• Welke gewenste eigenschappen zijn tijdens de geweldsrelatie verloren gegaan? • Welke ongewenste eigenschappen zijn tijdens de geweldsrelatie(s) ontstaan? • Welke gewenste eigenschappen zijn tijdens de geweldsrelatie(s) overeind gebleven? Deze

eigenschappen kan men benomen als de sterke eigenschappen van de cliënt. Dit zijn de eigenschappen waar de cliënt een beroep kan doen bij het opbouwen van een nieuw leven (met of zonder de partner).

• Welke door de cliënt ongewenste eigenschappen die er nu zijn, waren er al voordat het geweld begon? Deze eigenschappen kan men aanmerken als mogelijke valkuilen bij het werken naar een nieuw en beter bestaan (met of zonder partner).

Nabespreking:

• Hoe is het slachtoffer of de pleger in zijn/haar eigen beleving veranderd t.o.v. de periode voorafgaand aan de geweldsrelatie(s)?

• Hoe zijn deze veranderingen tot stand gekomen? Welke processen hebben hierbij allemaal een rol gespeeld?

• Wat is het aandeel van zijn/haar (ex-)partner en wat is zijn/haar eigen aandeel in het hoe en waarom van deze veranderingen?

• Is de cliënt blij met deze veranderingen? Met welke wel en met welke niet? Waarom (niet)? • Wat moet er veranderen om te worden zoals het slachtoffer of de pleger heeft aangegeven

dat hij/zij zou willen zijn? • Welke concrete acties zijn hiervoor nodig? Deze acties worden op papier gezet, eventueel

met een korte vermelding waarom deze acties nodig zijn.

Tips:

• Als de cliënt moeite heeft om zich te concentreren op de drie relevante perioden van deze oefening, dan kan de hulpverlener hem/haar helpen om zich op de relevante perioden te concentreren door over die perioden aan de cliënt vragen te stellen.

• De ontstane “portretten” van de cliënt plus de lijst met concrete acties kunnen gebruikt worden voor het opstellen en eventueel bijstellen van het handelingsplan van de cliënt.

• Ook deze oefening kan zowel bij slachtoffer als pleger gebeuren.

Page 127: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 104

Oefening 3: wie ik wil zijn en wat ik wil

Dit is een oefening waarbij de cliënt een lijst vol zinnen af moet maken. Deze zinnen hebben betrekking op zijn/haar wensen en behoeften. De zinnen worden als huiswerk aan de cliënt meegegeven en worden in het daaropvolgende gesprek besproken.

Over een jaar wil ik ...........................................................................................................

Om gelukkig te zijn, heb ik dit nodig: ....................................................................................

Ik wil dat mijn (ex-)partner .................................................................................................

Ik wil getroost worden door .................................................................................................

Wat ik echt beu ben is ........................................................................................................

Ik wil boos kunnen worden om .............................................................................................

Ik wil getroost worden omdat ...............................................................................................

Ik verdien het dat anderen ..................................................................................................

Ik verdien het dat mijn (ex-)partner ......................................................................................

Ik verdien het dat mijn kinderen ..........................................................................................

Ik wil eindelijk bevrijd worden van ........................................................................................

Wat mij dwarszit is .............................................................................................................

Ik wil loskomen van ............................................................................................................

Wat ik zou willen voelen is ...................................................................................................

Wat ik altijd al heb gemist is Mijn grootste ideaal is .................................................................

Wat ik in het leven zou willen bereiken is ...............................................................................

Wat betreft werk zou ik graag Over vijf jaar zou ik graag .........................................................

Om mij te kunnen ontspannen heb ik het nodig om .................................................................

Ik vind van mannen dat zij ..................................................................................................

Ik vind van vrouwen dat zij Ik vind van mezelf dat ik ..............................................................

Wat betreft geld wil ik .........................................................................................................

Ik heb de vrijheid nodig om te .............................................................................................

Mijn grootste wens wat betreft seksualiteit is .........................................................................

Mijn grootste wens wat betreft liefde is ..................................................................................

In een relatie vind ik het belangrijk dat .................................................................................

In de opvoeding van mijn kinderen wil ik ...............................................................................

Het belangrijkste in de opvoeding van mijn kinderen vind ik .....................................................

Wat ik aan mezelf zou willen veranderen is ............................................................................

Ik ben trots op mezelf wat betreft mijn ..................................................................................

Over tien jaar zou ik graag ..................................................................................................

Als ik tachtig ben, dan wil ik ................................................................................................

Mijn sterkste kant is Mensen moeten rekening houden met mijn ...............................................

Ik heb recht op ..................................................................................................................

Ik krijg graag complimenten over .........................................................................................

Ik wil eindelijk eens erkenning voor ......................................................................................

Als ik boos ben, dan wil ik graag kunnen ...............................................................................

Als ik trots ben op mezelf dan wil ik graag kunnen ..................................................................

Ik vind het leven ................................................................................................................

Page 128: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 105

Ik vind de maatschappij ......................................................................................................

Over vriendschappen vind ik ................................................................................................

Wat ik in een man/vrouw zoek is ..........................................................................................

Wat ik van een man/vrouw wil is ..........................................................................................

Wat ik eens zou willen uitproberen is ....................................................................................

Wat ik eens zou willen meemaken is .....................................................................................

Wat ik tekortkom is ............................................................................................................

Wat betreft het huishouden vind ik .......................................................................................

Ik wil stoppen met .............................................................................................................

Ik wil beginnen met ............................................................................................................

Ik wil mij niet meer druk hoeven te maken om .......................................................................

Wat ik echt hard nodig heb is ...............................................................................................

Mijn kwetsbaarste kant is ....................................................................................................

Tegenover mensen die “boven mij staan” voel ik me meestal ...................................................

Ik laat me intimideren door .................................................................................................

Ik ben bang voor ................................................................................................................

Mijn grootste nachtmerrie is ................................................................................................

Mijn grootste droom is ........................................................................................................

Aan de hand van deze informatie gaat de hulpverlener het gesprek aan met de cliënt over diens zelfbeeld, zijn/haar wensen en behoeften, en over hoe hij/zij zijn/haar wensen en behoeften gestalte zou kunnen geven. Er wordt hierbij ruim aandacht besteed aan het effect van de ervaren geweldsrelatie op het zelfbeeld en zijn/haar wensen en behoeften. De hulpverlener let, terwijl deze oefening gebeurt op de statements van de cliënt die uiting geven aan:

• hoe hij/zij zichzelf ervaart • wat hij/zij wil • wat hij/zij nodig heeft • waar hij/zij bang voor is • hoe hij/zij zou willen zijn • wat zijn/haar doelen zijn in het leven, wat hij/zij belangrijk vindt in het leven

De nabespreking van deze oefening kan meerdere gesprekken vragen.

Page 129: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 106

6.2. Screeningsinstrument afhankelijkheid48

Dr. Obdebeeck ontwikkelde in samenwerking met het provinciebestuur Oost-Vlaanderen een instrument waarmee kan achterhaald worden welke vormen van afhankelijkheid spelen bij de cliënt(en). Hoe dit instrument gebruiken? De resultaten van deze screening kunnen (naaste andere instrumenten en relevante thema’s) vooral tijdens (de start van) begeleidingen gebruikt worden, maar ook bij een uitgebreide intake of kortdurende hulpverlening kan dit zijn plaats krijgen. Je kan met dit instrument inzichtelijk werken, en zo doelstellingen helder krijgen m.b.t. dit thema. Voor de berekening van de belangrijkste vormen van afhankelijkheid zijn naast de vragen 2 kolommen toegevoegd. In de eerste kolom wordt genoteerd of een afhankelijkheidsvorm aanwezig is door dit al dan niet aan te kruisen. In de tweede kolom kan de cliënt of de hulpverlener (in samenspraak met de cliënt) of kan men aangeven aan welke vorm van afhankelijkheid er in overleg met de cliënt prioritair kan gewerkt worden. Hoe afhankelijkheid berekenen? Op het einde van elke afhankelijkheidscategorie berekent de hulpverlener een ernstscore, waarin een optelling wordt gemaakt van de items waarvoor de cliënt ‘afhankelijk’ scoorde. Deze som is de teller van een breuk die het totaal aantal items van de betreffende afhankelijkheidscategorie als noemer heeft. De noemers zijn al in het instrument ingevuld. Door de breuken te herberekenen tot percentages (door de teller van de breuk te delen door de noemer van de breuk en dit cijfer te vermenigvuldigen met 100) kunnen de verschillende afhankelijkheidsvormen met elkaar vergeleken worden. Aan het einde komt men tot een totaalscore voor objectieve en subjectieve afhankelijkheid. Om de score te berekenen neemt men de afhankelijkheidsscores per afhankelijkheidscategorie (zie laatste blad van dit instrument, bij berekening). Zo krijgt men een overzicht van acht breuken voor objectieve afhankelijkheid en één voor subjectieve afhankelijkheid. De totaalscore wordt berekend door de acht tellers voor objectieve afhankelijkheid op te tellen, en deze som te delen door 23. Om de totaalscores van objectieve en subjectieve afhankelijkheid vergelijkbaar te maken kan men deze beide in percentages omzetten. In de conclusies wordt na overleg met de cliënt een samenvatting gegeven van de belangrijkste probleemgebieden en welke problemen al dan niet zullen aangepakt worden.

A. objectieve absolute MATERIELE afhankelijkheid aanwezig opmerkingen

1. Wat is uw hoogst behaalde diploma? Hoger onderwijs Hoger middelbaar onderwijs ASO Hoger middelbaar onderwijs TSO Hoger middelbaar onderwijs BSO Lager middelbaar onderwijs Bijzonder onderwijs Lager onderwijs Geen

2. Beschikt u zelf over een inkomen? Ja nee

3. Geef aan over welk bedrag u netto maandelijks beschikt, onafhankelijk van het inkomen van uw partner:

meer dan 1.750 euro tussen 1.500 en 1.750 euro tussen 1.250 en 1.500 euro tussen 1.000 en 1.250 euro tussen 750 en 1.000 euro minder dan 750 euro

48 Kesteloot, A., Van de Kerckhove, C. onder supervisie van Opdebeeck, S. (2004). Screeningsinstrument Afhankelijkheid bij gewelddadige relaties. Provincie Oost-Vlaanderen, Gent

Page 130: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 107

4. Indien u een inkomen uit arbeid verwerft, stemt uw huidige tewerkstelling dan overeen met uw studieniveau?

Nee, ik ben op een hoger niveau tewerkgesteld

Ja, zelfde niveau als studie Nee, ik ben op een lager niveau

tewerkgesteld

5. Bent u eigenaar van onroerend of roerend goed? Ja, eigenaar van roerend goed

* alleen eigenaar * mede-eigenaar met partner

Ja, eigenaar van onroerend goed * alleen eigenaar * mede-eigenaar met partner

Nee, niet van onroerend noch van roerend goed

6. Hebt u of hebben uw partner schulden die u nog moet (helpen) afbetalen?

Nee Ja

* hoeveel moet u maandelijks mee afbetalen?

……………………… * hoe lang moet u nog mee afbetalen?

………………………

SCORE /6

B. Objectieve relatieve MATERIELE afhankelijkheid aanwezig opmerkingen

7. Heeft uw partner een hoger diploma dan u? Weet niet Nee, hij/zij heeft een lager diploma Nee, hij/zij heeft een gelijkwaardig diploma Ja, hij/zij heeft een hoger diploma

8. Heeft uw partner een beduidend hoger inkomen dan u (meer dan 250 euro nette per maand meer)?

Weet niet Nee, lager inkomen Nee zelfde inkomen Ja

9. Heeft uw partner een beter arbeidsstatuut dan u? weet niet nee, hij/zij heeft een minder gunstig

arbeidsstatuut nee, hij/zij heeft een gelijkwaardig

arbeidsstatuut ja

10. Heeft uw partner meer materiële bezittingen dan u?

weet niet nee ja

SCORE /4

Page 131: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 108

C. Objectieve absolute SYMBOLISCHE afhankelijkheid aanwezig opmerkingen

11. Welke rollen vervult u binnen uw gezin en de maatschappij?

Vader of moeder Echtgeno(o)t(e) of partner Huisvrouw of huisman Meewerkende echtgenoot (zelfstandig

helper) Buitenshuis werkende man of vrouw Dochter van, zus van, zoon van, broer van Lid van een vereniging Student Vrijwilliger Politicus/a Vriend(in) Andere: ………………………………

12. Is geloof belangrijk voor u? nee ja

* weinig belangrijk * belangrijk * zeer belangrijk

SCORE /2

D. Objectieve relatieve SYMBOLISCHE afhankelijkheid aanwezig opmerkingen

13. Welke rollen zou u graag opnemen als u geen rekening moest houden met uw partnerrelatie?

Vader of moeder Echtgeno(o)t(e) of partner Huisman of -vrouw Meewerkende echtgenoot (zelfstandig

helper) Buitenshuis werkende man of vrouw Dochter van, zus van, zoon van, broer van Lid van een vereniging Student Vrijwilliger Politicus/a Vriend(in) Andere: ……………………..………

SCORE /1

E. Objectieve absolute AFFECTIEVE afhankelijkheid aanwezig opmerkingen

14. Hebt u een relatie die voor u zeer betekenisvol is?

Ja Nee

15. Krijgt u voldoende liefde en vriendschap van de mensen rondom u?

ja nee

SCORE /2

Page 132: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 109

F. Objectieve relatieve AFFECTIEVE afhankelijkheid aanwezig opmerkingen

16. Ziet u uw partner nog graag? Weet niet Nee Ja

17. Denkt u wel eens aan uw partner? Nooit Zelden Soms Vaak Heel vaak

18. Vraagt u zich wel eens af wat uw partner aan het doen is?

Nooit Zelden Soms Vaak Heel vaak

19. Kunt u zich voorstellen dat uw relatie definitief voorbij is?

Ja Ik kan me dat moeilijk voorstellen Nee

20. Denkt u makkelijk over een scheiding heen te komen?

Makkelijk Moeilijk Ik zou nooit over een scheiding van

mijn partner geraken

SCORE /5

G. Objectieve absolute SOCIALE ahankelijkheid aanwezig opmerkingen

21. Op hoeveel mensen in uw omgeving kan/kon u een beroep doen voor allerlei zaken zolang u bij uw partner bent/was?

Niemand 1, wie: …………………. 2, wie: …………………. 3 of meer, wie: …………………..

22. Zijn bij de opgesomde mensen ook alleenstaanden?

Ja Nee

SCORE /2

H. Objectieve relatieve SOCIALE afhankelijkheid aanwezig opmerkingen

23. Stel dat uw relatiebreuk definitief was, hoeveel contacten zouden zich dan herstellen?

Geen 1, met: …………………… 2, met: …………………… 3 of meer, met: ………………………

SCORE /1

Page 133: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 110

I. Subjectieve absolute afhankelijkheid aanwezig opmerkingen

24. Zou u het op FINANCIEEL vlak moeilijker hebben zonder uw partner?

Ik zou het financieel gemakkelijk hebben Het zou geen verschil uitmaken Ik zou het moeilijker hebben

25. Zou u het op PRAKTISCH vlak moeilijker krijgen bij het verbreken van uw partnerrelatie?

Ik zou het makkelijker krijgen Het zou niets uitmaken Ik zou het moeilijker krijgen

26. Zou u AANZIEN verliezen door een relatiebreuk? Mijn aanzien zou eerder toenemen Het zou niets uitmaken Ik zou aanzien verliezen

27. Zou u het contact met uw PARTNER MISSEN bij een relatiebreuk?

Ik zou eerder blij zijn hem/haar niet meer te moeten zien

Het zou niets uitmaken Ik zou het contact met hem/haar

missen

28. Hoe zou de kwaliteit van uw SEKSUEEL leven zijn als uw partnerrelatie verbroken werd?

Mijn seksueel leven zou wellicht verbeteren Het zou niet veel veranderen De kwaliteit zou wellicht verminderen

29. Zou u last hebben van EENZAAMHEID bij een relatiebreuk?

Ik zou minder last hebben van eenzaamheid Het zou niets uitmaken Ik zou last hebben van eenzaamheid

30. Zou u VRIENDEN verliezen bij een relatiebreuk? • Ik zou vrienden/vriendinnen bij krijgen • Het zou niets uitmaken • Ik zou vrienden/vriendinnen verliezen

31. Denkt u dat u problemen zou krijgen met uw FAMILIE n.a.v. uw relatiebreuk?

Mijn relatie met mijn familie zou eerder verbeteren

Het zou niets uitmaken Ik zou problemen krijgen met mijn

familie

32. Zou u last hebben van SCHULDGEVOELENS OF VERDRIET t.o.v. uw partner bij een relatiebreuk?

Ik zou eerder blij zijn over zijn of haar moeilijkheden

Het zou mij niets uitmaken Ik zou mij verdrietig voelen Ik zou last hebben van schuldgevoelens

SCORE / 9

Page 134: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 111

BEREKENING:

A. Objectieve absolute materiële afhankelijkheid

B. Objectieve relatieve materiële afhankelijkheid

C. Objectieve absolute symbolische afhankelijkheid

D. Objectieve relatieve symbolische afhankelijkheid

E. Objectieve absolute affectieve afhankelijkheid

F. Objectieve relatieve affectieve afhankelijkheid

G. Objectieve absolute sociale afhankelijkheid

H. Objectieve relatieve sociale afhankelijkheid

TOTAAL OBJECTIEVE AFHANKELIJKHEID: ……………/23 = ……………… %

I.Subjectieve afhankelijkheid

TOTAAL SUBJECTIEVE AFHANKELIJKHEID: ……………/9 = ……………… % CONCLUSIE:

Page 135: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 112

6.3. Kwaliteitenspel49

Het kwaliteitenspel is naast gevoelensspel, relatiespel, vaardighedenspel,… een mogelijkheid om zowel met een individuele cliënt als met een koppel aan de slag te gaan rond eigen sterke en minder sterke kanten, en verwachtingen t.a.v. de andere. Het bevat 140 kaarten met eigenschappen: 70 hiervan zijn kwaliteiten, en 70 vervormingen. Kwaliteiten zijn persoonskenmerken. Ze vormen het potentieel aan persoonlijke mogelijkheden die wij tot onze beschikking hebben en al dan niet gebruiken. Vervormingen zijn vervormde kwaliteiten. Dit zijn van nature goede eigenschappen die overontwikkeld zijn, waardoor ze vaak een negatief effect hebben op de omgeving. Doelstellingen van dit kwaliteitenspel:

- zelfreflectie: zicht krijgen op eigen sterke en minder sterke kanten: welke eigenschappen laat je zien? Welke eigenschappen zien mensen van jou? Welke eigenschappen wil je hebben?…

- link leggen met het geweld: eigenschappen in verband brengen met kwaliteiten en vervormingen (vb. welke kwaliteiten lieten je in de steek op het moment dat je het geweld pleegde?) Zo kunnen er o.m. hypothesen geformuleerd worden over ontstaan en voortbestaan van geweld.

- zijn bruikbaar om eigen positieve kenmerken en valkuilen te kunnen benoemen (positieve invloed op zelfbeeld), positieve kenmerken en valkuilen van partner te kunnen benoemen en zicht te krijgen op wederzijdse invloeden binnen koppel.

Oefening voor individueel werken: Kies 10 kwaliteiten en 10 vervormingen, die je typerend vindt voor jezelf. Overloop de kaarten, en maak hierin 3 categorieën: wie ben je? Waar twijfel je over en welke zijn afhankelijk van de situatie waarin je je bevindt? Welke ben je niet? Bepaal bij deze drie de volgorde van belangrijkheid. Oefening voor werken met koppel: Neem willekeurig 8 kaarten rond kwaliteiten en leg ze voor u. Overloop de rest van de stapel en vervang een kaart die voor je ligt door een beter passende kaart tot je die 8 kwaliteiten hebt, die helemaal bij jou passen. Idem vervormingen. Bekijk welke van jouw kwaliteiten je partner ook heeft. Leg die in het samen-deel. Overloop de kwaliteiten opnieuw en haal er tot 8 uit die echt bij hem/haar passen. Idem vervormingen Schema: Waar zijn jullie gelijk? Waar vullen jullie elkaar aan? Wat is moeilijk verenigbaar? Wat wordt onderdrukt door je partner? Wat wordt juist opgeroepen? Wat trok je aan in her begin van de relatie? Is dit nu nog aanwezig? … Positieve kenmerken Negatieve kenmerken

49 Te verkrijgen bij Creare. Depuydt & partners. [email protected]

partner ik

partner ik

Page 136: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 113

6.4. Het bespreekbaar stellen van geweld met bijzondere doelgroepen50

Bij het bespreekbaar stellen van wat er gebeurd is met bijzondere doelgroepen zoals kinderen, anderstaligen (als er geen tolk aanwezig is), minderbegaafden, … kan, wanneer er geen tolk aanwezig is, het zinvol zijn met ‘plaatjes’ te werken. We geven hieronder een aantal mogelijkheden aan. Je gebruikt deze om het geweld bespreekbaar te stellen. Deze plaatjes dienen enkel om het geweld in een eerste (crisis)gesprek bespreekbaar te stellen. Meer diepgaande gesprekken kunnen enkel met behulp van een tolk gebeuren.

50 Idem 18.

Page 137: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 114

Page 138: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 115

Page 139: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 116

Page 140: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 117

Page 141: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 118

Page 142: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 119

Page 143: Aan de slag! de slag... · Werken rond intrafamiliaal geweld betekent met eigen waarden en normen m.b.t. geweld aan de slag gaan. Geweld in het gezin raakt ons allemaal. De hulpverlener

Aan de slag! – April 2008 Deel 2 - Pag. 120

6.5. Helende brieven

Doel is om slachtoffers inzicht te bieden in de effecten van de inzicht krijgen in effecten van mishandeling, in hoop op verandering, in angsten. Oefening 1 Schrijf een brief aan je partner (niet op te sturen) waarin je beschrijft hoe je leven, je gevoelens, je zelfbeeld, ed. veranderden door de mishandeling

Oefening 2 Schrijf het best mogelijke antwoord dat je partner jou zou kunnen schrijven

Oefening 3: Schrijf het slechts mogelijke antwoord dat je partner jou zou kunnen schrijven 1. Oefening 4: Ouder, wijzer zelf Het doel van deze oefening is om zicht te krijgen op lange-termijn-verlangens aangaande het leven/relaties, en om zicht krijgen op eigen hulpbronnen. Stel je bent … jaar (minimaal 20 jaar ouder dan nu), je zit op een zomers terras te genieten van de zon en je bent gelukkig. Beschrijf je leven zoals het dan is. Je denkt terug aan de moeilijke periode in 2006 en besluit een brief te schrijven aan je ik in 2007 waarin je raad en advies geeft. Hoe zou die brief eruitzien?