‘Afvallen is topsport’ › wp-content › uploads › 2016 › 12 › UFL-3.pdf · gie en...
Transcript of ‘Afvallen is topsport’ › wp-content › uploads › 2016 › 12 › UFL-3.pdf · gie en...
14 scaladinsdag 31 mei 2016 > delimburger.nl
Te zwaar zijn is ongezond. Dus worden wevan alle kanten bestookt met tips, trucsen adviezen om af tevallen. Boeken over
gezond eten en de laatste dieethypes voeren de bestsellerlijsten aan. Maar in veel gevallen verdwijnendie enkele weken na aanschaf achter in de boekenkast om er nooit meer uit te komen. En wie enthousiast begint te lijnen, merkt vaak datde animo na een tijdje behoorlijk terugloopt. Aan de Universiteit Maastrichtdoen medewerkers van verschillende faculteiten onderzoek naar hettegengaan van overgewicht. Gezamenlijk doen zij mee in het programma Eat Well, dat gezonde voeding promoot als basis voor een goede gezondheid. Ook is er het Eetlab,waar onderzoekers bestuderen welke psychologische mechanismen het de lijner moeilijk maken enop welke manier je blijvend af kunt vallen. Om maar meteen te beginnen met een spoiler: diëten werken niet op de lange termijn. Dat zegtAnita Jansen, hoogleraar psychologie en obesitasexpert. „Afvallen is topsport. Stel, je bent echt veel te zwaar en wilt 50 kilo kwijt. Dat betekent dat je 50 maal 7000 calorieënminder moet eten. Als je per dag1000 calorieën minder eet, wat al veel moeite kost, dan moet je dat dusminstens een jaar blijven doen. Endaar gaat het mis, want de meestemensen houden dat niet vol. Van dezwaarlijvigen die onder behandeling van een diëtist zijn, lukt hetmaar 20 procent om voor langeretijd af te vallen.”
PrullenbakDe sleutel tot het probleem is gedragsverandering, meent Jansen.„Eten is kortetermijnplezier: als je overstag gaat, heb je daar vaak meteen al spijt van. Daarom trainen wij
gisseur als spin in het web. Hij haaltde schotten tussen verschillende beleidsterreinen weg en zorgt datbij nieuwe plannen alle aspectenworden betrokken die bijdragenaan het voorkomen van overgewicht en obesitas. Denk aan onderwijs, wonen, sociale omgeving, fysieke activiteit, veiligheid van dewoon/speelomgeving, gezondheidszorg, sportaanbod en levensmiddelenaanbod.” Kremers realiseert zich dat het voorkomen en terugdringen vanobesitas een lange adem vergt. Verder onderzoek blijft belangrijk.„Soms moet je heel veel doen omeen heel klein effect te sorteren.”
We kunnen er beter voor zorgen datmensen niet te dik worden. Lastig, want obesitas is wat wij noemen een‘wicked’ probleem: de oorzaak is complex en één oplossing is er niet.Daarom pleiten wij voor een integrale aanpak. Met verschillende publiekprivate partijen kijken we hoewe gezond gedrag een belangrijkerol kunnen geven bij het maken vanbeslissingen.
RegisseurEen voorbeeld is het project Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG),waarbij verschillende Limburgse gemeenten zijn aangesloten. In elkegemeente fungeert een JOGGre
‘Afvallen is topsport’
“Obesitas is een ‘wicked’ probleem: de oorzaak is complex en één oplossing is er niet.Stef Kremers, hoogleraar
Ingesleten eetgedrag is moeilijk weer af te leren. FOTO WENDY VLUGGEN
DOOR MEYKE HOUBEN
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Universiteitsfonds Limburg/SWOL, zonder dat deze partij invloed heeft gehad op de inhoud van het verhaal.
mensen om meer in de toekomst te denken. Dan lukt het namelijk beterom patronen te veranderen.” De mens is een gewoontedier, blijkt uit onderzoek. Wie elke dag om drieuur een stuk chocola eet, krijgt na verloop van tijd om vijf voor drie altrek.
TherapieHet zijn die gewoontes die leiden toteen bepaald eetgedrag. En die moeilijk weer zijn af te leren, weet Jansen. „Onze therapie is erop gericht om dat gedrag te veranderen. In deeerste plaats door te vragen wat iemand denkt bij het eten. Vaak hoor je: ‘ik vind dat ik het heb verdiend’ of‘ik ben een emotionele eter’. Datbeeld proberen we te kantelen. Emotioneel eten bestaat namelijk niet. Het blijkt dat mensen die veel eten als ze zich rot voelen, altijd veeleten. Onderdeel van de therapie is ook een training via de computer:deelnemers leren in een spel om nietmeteen te reageren, maar zichzelf in te houden. En we doen gedragsoefeningen. We zetten iemand bijvoorbeeld veel eten voor, waar hij ofzij lang aan moet ruiken. In het begin krijg je daardoor veel trek, maarna een uur dooft die trek uit. Of wepresenteren iemand een taartje, datdiegene vervolgens in de prullenbak moet gooien. Zo ervaart je lichaam dat je niet alles hoeft op te eten.” De therapie boekt resultaat, maar is geen wondermiddel, benadrukt Jansen. „Er is veel tijd mee gemoeid.”Dat obesitas zo snel om zich heengrijpt, ligt niet aan de mens, maar aan de omgeving. Die is steeds meer‘obesogeen’ geworden. Dat wil zeggen dat de omgeving een ongezondekeuze voor ons de makkelijkste keuze maakt. „De smartphone, social media en het enorme aanbod aan fastfood waren er twintig jaar geleden niet”, zegt hoogleraar obesitaspreventie Stef Kremers. „Maar het is naïef te denken dat we die omgeving nog kunnen terug veranderen.
> delimburger.nl dinsdag 31 mei 2016 15scala
“De goede mix van bacteriën verkleint de kans op overgewicht.John Penders,universitair docent
Ingesleten eetgedrag is moeilijk weer af te leren. FOTO WENDY VLUGGEN
Wie meer wil weten over het onderzoek van het Eetlab van de Universiteit Maastricht, kan op 5 juni terecht bij de GGD ZuidLimburg in Geleen. De Universiteit Maastricht houdt dan in samenwerking metGGD ZuidLimburg tussen 11.0016.00 uur een themasessie over ‘De psychologie van eten’. Het gratis toegankelijke evenement omvat lezingen, workshops en een demo
markt. Op de demomarkt kunnen bezoekers de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van het menselijkbrein, voeding en ons lichaam zelf uitproberen. Voor kinderen van 815 jaar is er een speciaal kindercollege. Daarin maken de deelnemers op speelse wijze – onder meerdoor zelf proefjes te doen kennis met eetonderzoek. De middagwordt afgesloten met een lezing
door hoogleraar Psychologie AnitaJansen. De themamiddag ‘De psychologie van eten’ is onderdeel vande JubileUMtour, die het Universiteitsfonds Limburg en de Universiteit Maastricht organiseren ter gelegenheid van hun beider jubilea. Voor de workshops en lezingen moet u zich vooraf aanmelden. Dit kan via de site www.uflswol.nl bij‘nieuws’.
Themamiddag ‘psychologie van eten’
Bij het tegengaan of voorkomen van extreem overgewicht ligt de nadruk op voeding en bewegen, maar er
blijken meer factoren van invloed. Zo doet John Penders, universitair docent medische microbiologie aande Universiteit Maastricht, onderzoek naar de relatie tussen de darmbacteriën van pasgeboren kinderenen obesitas. „Het algemene idee is dat onze westerse leefstijl ertoeheeft geleid dat het microbioom deverzameling van darmbacteriën diein ons lichaam leeft – van samenstel
ling is veranderd”,legt Penders uit.„Daar zijn verschillende oorzaken vooraan te wijzen, ondermeer het toegenomen gebruik van antibiotica, maar ookhet feit dat baby’sminder vaak en minder lang borstvoeding krijgen. Wevermoeden dat erbij kinderen ook eenrelatie is tussen datveranderd microbioom en gewicht. Hoedat precies zit, weten we nog niet.
Daarom verzamelen we nu, samen met partners in Nederland, Duitsland en Canada, de poep van pasgeboren kinderen. We onderzoekenwelke factoren ingrijpen in de samenstelling van de bacteriën en volgen de kinderen om te kijken hoe hun gewicht zich ontwikkelt.”Wat eerder onderzoek al heeft uitgewezen, is dat borstgevoede kinderen een heel ander microbioom hebben dan kinderen die flesvoedingkrijgen. „In borstvoeding zitten nietalleen meer complexe vezels, maarook de eigen bacteriën van de moedermelk”, zegt Penders. „Onze theorie is dat die bacteriën, afhankelijk van de samenstelling encombinaties, bijdragen aan een optimale vertering van voedingsstoffen in het lichaam. Daardoor is de kans op overgewicht wellicht kleiner.”Ervaring wijst uit dat het niet eenvoudig is om het microbioom op latere leeftijd permanent te beïnvloeden. Penders: „Daarvoor zijn drastische maatregelen nodig, zoals hetomgooien van je eetpatroon. Omdatdat heel lastig is, mikken we op preventie. We weten al dat een vaginalebevalling en de eerste zes maandenalleen borstvoeding voor een kindhet beste zijn, maar dat lukt niet altijd. We willen er nu achter komen welke bacteriën kinderen missendie via een keizersnede zijn geborenof flesvoeding krijgen. Ons doel isdat elk kind uiteindelijk de goedemix van bacteriën heeft, waardoor de kans op overgewicht verkleint.”
Bacteriën als slank-makers
De kroket in de kantine, de hamburger in de snackbar, de zak popcorn in de bioscoop: overal en op elk moment van de dag worden we verleid tot eten. Het enorme aanbod aan voedsel – vaak te vet en/of te zoet – heeft er mede toe geleid dat inmiddels de helft van de Nederlanders te dik is en 12% zelfs extreem overgewicht heeft. Bij de Universiteit Maastricht nemen ze het probleem vanuit verschillende kanten onder de loep.
John Penders