9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

45
Technische Universiteit Delft Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Internationalisering en Stages Handleiding evaluatierapport deel 2 (voor het format van het verslag zie handleiding deel 1) De totale omvang van het stageverslag is ongeveer 20 pagina’s A4, (lettertype Tahoma tekengrootte 10, enkele regelafstand) Het evaluatierapport dient uiterlijk 1 maand na het beëindigen van de stage te worden ingeleverd bij de stagecoördinator. - Sociaalpsychologische aspecten Geef een antwoord op de volgende vragen. - Wat waren je verwachtingen, voor je op stage ging? - Hoe heb je je van tevoren verdiept in de geschiedenis, cultuur en taal van het land indien de stage in het buitenland? - Geef minstens 4 verschillen in cultuur tussen het stagebedrijf en de TU Delft en (land van stage / Nederland) - Geef bij deze verschillen aan of die volgens jou een gevolg zijn van - het bedrijf (is anders dan de TU) - het land (is anders dan Nederland) - Met welk van de genoemde verschillen had je de meeste moeite en op welke wijze heb je geprobeerd hiermee om te gaan? - De culturele dimensies van Hofstede, zie onder - Doe de Culture Survey. en lever dit in bij het rapport, geef daarna een antwoord op de volgende vraag: - Culturen worden beschreven door scores op een viertal dimensies. Geef aan, hoe volgens hem het bedrijf/land, waar je gewerkt hebt, scoort op deze dimensies en ga na hoe deze scores zich verhouden tot je eigen ervaringen. Maw ben je het eens met de getallen zoals aangegeven door Hofstede per genoemde dimensie. Als je in Nederland je stage hebt gedaan, ga dan na of je de gesignaleerde verschillen in cultuur tussen de TU en het stagebedrijf kunt vertalen op bovenstaande wijze. Bijlages: A Culture Survey 2 oefeningen De culturele dimensies volgens Hofstede 1

Transcript of 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Page 1: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Technische Universiteit DelftFaculteit Elektrotechniek, Wiskunde en InformaticaInternationalisering en Stages

Handleiding evaluatierapport deel 2 (voor het format van het verslag zie handleiding deel 1)

De totale omvang van het stageverslag is ongeveer 20 pagina’s A4, (lettertype Tahoma tekengrootte 10, enkele regelafstand)

Het evaluatierapport dient uiterlijk 1 maand na het beëindigen van de stage te worden ingeleverd bij de stagecoördinator.

- Sociaalpsychologische aspecten Geef een antwoord op de volgende vragen.- Wat waren je verwachtingen, voor je op stage ging?- Hoe heb je je van tevoren verdiept in de geschiedenis, cultuur en taal van

het land indien de stage in het buitenland?- Geef minstens 4 verschillen in cultuur tussen het stagebedrijf en de TU

Delft en (land van stage / Nederland)- Geef bij deze verschillen aan of die volgens jou een gevolg zijn van- het bedrijf (is anders dan de TU)- het land (is anders dan Nederland)- Met welk van de genoemde verschillen had je de meeste moeite en op

welke wijze heb je geprobeerd hiermee om te gaan?- De culturele dimensies van Hofstede, zie onder- Doe de Culture Survey. en lever dit in bij het rapport, geef daarna een

antwoord op de volgende vraag:- Culturen worden beschreven door scores op een viertal dimensies. Geef

aan, hoe volgens hem het bedrijf/land, waar je gewerkt hebt, scoort op deze dimensies en ga na hoe deze scores zich verhouden tot je eigen ervaringen. Maw ben je het eens met de getallen zoals aangegeven door Hofstede per genoemde dimensie.Als je in Nederland je stage hebt gedaan, ga dan na of je de gesignaleerde verschillen in cultuur tussen de TU en het stagebedrijf kunt vertalen op bovenstaande wijze.

Bijlages:

A Culture Survey 2 oefeningenDe culturele dimensies volgens Hofstede

Oefening 1:

Gaarne de volgende Engelstalige oefeningen doen en deze mee inleveren bij het evaluatierapport

"A Culture Survey"

1

Page 2: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

The activity is based on Mr Geert Hofstede’s research on cultural differences and is taken from "Promoting a European Dimension of Intercultural Learning - Developing School Materials", EFIL Seminars, Vienna.

________________________________________________________________

A Culture Survey

With every statement tick off the number which describes the country in which you would feel most comfortable.

PART 1 (PDI)

I feel most comfortable in a country where …

children in a family are taught that their opinion counts as much as the parents’

1 2 3 4 5 children in a family are taught that the authority of the parents is not to be questioned

children in a family are encouraged to learn that nothing is to be taken for granted

1 2 3 4 5 children in a family are taught that statements from older or more important persons are to be accepted

inferiors should find their working task at a job and their position in a company themselves

1 2 3 4 5 the responsibilities of every staff member and employee are clearly defined

staff members continually challenge their superiors and where it is sometimes difficult to make out who is in charge and who should be told what to do

1 2 3 4 5 the superior at a place of work decides and closely leads and controls his/her staff members and the staff members accept this because they respect him/her and consider this to be his responsibility

the view dominates that the political system can be changed best step by step and through discussions and democratic votes

1 2 3 4 5 the view dominates that the political system can be changed best by exchanging the positions of power.

Add the marked numbers and write the sum into the box below. Then calculate the result for part 1 as indicated.

Result: …… x 5 = …… - 25 = ……

Do the same with parts 2 to 5.

PART 2 (UAI)

I feel most comfortable in a country where …

children are taught in families to live in chaos and uncertainty

1 2 3 4 5 children are taught in families to create clear structures and to

2

Page 3: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

avoid ambivalent situations

people with a general knowledge are admired because they know how to deal with most every situation

1 2 3 4 5 specialists and competent leaders are admired

you don’t always have to have your identity card with you

1 2 3 4 5 you always have to carry your identity card with you

you are not supposed to show feelings in public

1 2 3 4 5 you are supposed to show feelings in public (at the right place and at the right time)

there are only a few rules to be obeyed in society

1 2 3 4 5 there are many rules to be obeyed in society

Result: …… x 5 = …… - 25 = ……

PART 3 (IDV)

I feel most comfortable in a country where …

people in their groups have strong and lasting relationships

1 2 3 4 5 people choose their friends because of similar interests or sympathy

communal spirit and social solidarity predominate

1 2 3 4 5 loneliness and freedom predominate

people concentrate mainly on not loosing their face and in maintaining that of others

1 2 3 4 5 people concentrate on coming up to their own views and standards

promotion is granted because of loyalty and age

1 2 3 4 5 promotion is granted because of performance and not because of age

a superior who does not make use of his/her power in order to get a job for a member of the family in need is regarded as immoral

1 2 3 4 5 a superior who makes use of his/her power in order to get a job for a member of the family in need is regarded as immoral

Result: …… x 5 = …… - 25 = ……

PART 4 (MAS)

I feel most comfortable in a country where …

people express their sympathy with the less successful and the successful are envied

1 2 3 4 5 people adore the successful and blame the less successful

motivation at a place of work results from a pleasant environment, warmth and friendliness

1 2 3 4 5 motivation at a place of work results from clearly defined goals and a great deal of responsibility as responsibility is a proof for

3

Page 4: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

success

people at a place of work endeavour to accomplish agreement and colleagues do not compete with each other

1 2 3 4 5 confrontations are valued as something positive and leading to achievement: either you face competition or you perish

both men and women can be modest and understanding, thinking about the quality of life

1 2 3 4 5 men pursue material success and women are rather modest and understanding, thinking about the quality of life

love means intimacy 1 2 3 4 5 love means emotional support

Result: …… x 5 = …… - 25 = ……

PART 5 (CDI)

I feel most comfortable in a country where …

people can clearly distinguish between good and bad

1 2 3 4 5 people submit to a common goal without thinking about good and evil

balance and constancy rank first 1 2 3 4 5 the fact is stressed that everything is relative and might change at any time

children are taught to ask "why" 1 2 3 4 5 children are taught to ask "what" and "how"

people often refer to their roots and their past

1 2 3 4 5 people can submit to goals which will be put into action in 100 years

people want to bring into accord all information

1 2 3 4 5 people are able to live with contradictory information

Result: …… x 5 = …… - 25 = ……

 All 5 Scores

  (1) PDI (2) UAI (3) IDV (4) MAS (5) CDI (1-4)

your scores            

Your home country

difference          

Oefening 2:

Culturen worden beschreven door scores op een viertal dimensies. Geef aan, hoe volgens hem het bedrijf/land, waar je gewerkt hebt, scoort op deze dimensies en ga na hoe deze scores zich verhouden tot je eigen ervaringen. Maw ben je het eens met de getallen zoals aangegeven door Hofstede per genoemde dimensie.

4

Page 5: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Als je in Nederland je stage hebt gedaan, ga dan na of je de gesignaleerde verschillen in cultuur tussen de TU en het stagebedrijf kunt vertalen op bovenstaande wijze.

Continue with the following for your report:

According to Hofstede cultures can be described in terms of so-called cultural dimensions. Discuss how you estimate your own experiences, both in the working place and the culture you were educated before enrolling at the TU Delft, in comparison to the outcomes of Hofstede’s research.

 my country of

origincountry of Internship

scores Hofstede

my estimate(not the survey) Hofstede

my estimate(not the survey)

Power Distance        Uncertainty Avoidance        Individualism-Collectivism        Masculinity-Femininity        Confucian Dynamism (if applicable)        

Explanation of the figures, give an explanation of the differences Hofstede / your estimate / (not your survey):

Power Distance

Uncertainty Avoidance

5

Page 6: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Masculinity-Femininity

Individualism-Collectivism

6

Page 7: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Confucian Dynamism (if applicable)

_______________________________________________________________________

De culturele dimensies volgens Hofstede

7

Page 8: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Inleiding

Het doen van een stage in het buitenland is iets anders, dan vakantie houden in een ander land. Tijdens een vakantie maak je natuurlijk wel enigszins kennis met een andere cultuur, maar de kennismaking blijft meestal wat oppervlakkig: je neemt wel veel waar, maar bent geen onderdeel van de lokale cultuur. Als je ergens een tijdje werkt, ligt dat anders. Je woont er, leeft er en werkt er. Dit betekent, dat je veel nadrukkelijker in contact komt met de lokale cultuur. Dit kan soms komische maar soms ook zeer vervelende gevolgen hebben. Dit stukje is niet bedoeld als handleiding ‘Hoe beweeg ik me in het buitenland’. Dat zou ook niet goed kunnen omdat ieder land verschillend is en er bovendien binnen een land ook grote verschillen zijn, verschillen, die vaak hun oorsprong in een ver verleden vinden. Denk maar eens aan Nederland, waar we al verschillen kunnen constateren tussen ‘boven’ en ‘onder’ de grote rivieren. Deze verschillen gaan waarschijnlijk terug tot de tijd dat deze rivieren een natuurlijke grens vormden van het Romeinse rijk!

Het beschrijven en begrijpen van cultuurverschillen is moeilijk en gevaarlijk, omdat er altijd een zekere vooringenomenheid is van degene die de beschrijving geeft. Hij beschrijft namelijk altijd vanuit zijn eigen culturele normen. Als hij dan ook nog zijn waarnemingen afzet tegen zijn eigen culturele normen, is het risico van veroordelen levensgroot.

Dit artikel is bedoeld als introductie in het werk van Hofstede (zie ref.). Het geeft een methode waarmee verschillende culturen gekarakteriseerd kunnen worden om op die manier verschillen in cultuur te kunnen begrijpen.

Geert Hofstede werd in 1928 geboren. Hij behaalde in 1953 het diploma Werktuigbouwkundig ingenieur van de (toenmalige) TH Delft. In 1967 promoveerde hij in de sociale psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was o.a. hoogleraar Vergelijkende cultuurstudies van organisaties aan de Rijksuniversiteit Limburg.

Wat is cultuur?

Het denken, doen en laten van de mens wordt voor een deel bepaald door, wat we noemen, de mentale programmering. Deze programmering komt tot stand door de opvoeding en de sociale context waarin ervaringen worden opgedaan. Cultuur vormt een deel van deze programmering. Cultuur is een collectief verschijnsel. We kunnen cultuur als volgt definiëren:

 

Cultuur wordt overgedragen via onze sociale omgeving en niet via erfelijkheid. Cultuur staat in tussen de menselijke natuur (dat wat alle mensen gemeen hebben) en de persoonlijkheid (dat wat iedere mens tot een uniek wezen maakt). Dit kan worden geïllustreerd aan de hand van de onderstaande figuur.

8

Page 9: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

 

                                                                         De drie niveaus van mentale programmering

Hofstede heeft op grond van empirisch onderzoek een aantal dimensies gedefinieerd op grond waarvan hij de cultuur van verschillende landen kon indelen. Hij noemde deze: Culturele Dimensies.

Culturele dimensies

Achtergrond

In 1966 werd een groot wetenschappelijk onderzoekproject uitgevoerd. Dit onderzoek bestond uit het invullen van een uitgebreide enquête door 116000 medewerkers van een groot multinationaal bedrijf in 50 verschillende landen. Onder deze landen bevonden zich minder en meer ontwikkelde landen. De enquêtes waren opgesteld in de taal van de verschillende landen: in totaal 20 talen. Het belangrijkste verschil tussen de respondenten was de cultuur. Er was naar gestreefd een zo goed mogelijke doorsnede per land te krijgen van leeftijden, sekse en type functie. Zoals gezegd, werken alle respondenten voor hetzelfde bedrijf.

Een statistische analyse van de resultaten bleek leidde tot de volgende conclusie:in alle landen komen gemeenschappelijke problemen voor maar in ieder land zoekt men oplossingen, die verschillen met betrekking tot de volgende punten:

maatschappelijke ongelijkheid, waaronder de houding ten opzichte van gezag

de verhouding tussen individu en groep de gewenste rolverdeling tussen mannen en vrouwen: de

maatschappelijke gevolgen van het geboren worden als jongen of als meisje

manieren van omgaan met onzekerheid, waaronder de wenselijkheid van het beheersen van agressie en van het uiten van emoties.

Op grond van deze resultaten konden de volgende culurele dimensies worden gedefinieerd en worden verderop uitgebreid besproken. Lees deze door alvorens de Culture Survey oefening te maken:

9

Page 10: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

‘Machtsafstand’ (van klein naar groot) ‘Collectivisme’ tegenover ‘Individualisme’ ‘Femininiteit’ tegenover ‘Masculiniteit’ Onzekerheidsvermijding (van zwak naar sterk)

The Dimensions of Culture

The culture survey is based on the research of Dr. GEERT HOFSTEDE on cultural differences. He defines culture as follows: "Culture is the collective programming of the mind which distinguishes the members of one human group from another". By this definition, Hofstede emphasizes that culture is not a property of the individuals, but of groups. It is a collection of more or less shared characteristics possessed by people who have been conditioned by similar socialization practices, educational procedures, and life experiences. Because of their similar backgrounds, the people in any given culture may be said to have similar "mental programming." Thus, one can speak of the culture of a family, a tribe, a region, a national minority, or a nation; culture is what differentiates the people in a given collective from people in other collectives at the same level (other families, other tribes, and so forth).

Hofstede is a native of the Netherlands and acquired his doctorate in the field of social psychology there. Beginning in 1966, he undertook a massive research project involving a major multinational corporation identified only by the pseudonym HERMES. In the course of this project, some 116,000 questionnaires were completed by HERMES employees at all levels (unskilled workers to top managers) located in 50 developed and less developed nations. The questionnaires were administered in the language of each country; a total of 20 languages were employed. The principal difference among the respondents was culture; all of them were otherwise similar because they were carefully matched for other characteristics such as age, sex, and job category, and all worked for the same corporation.

Using this unprecedented quantity of data, Hofstede was able to distinguish four key elements, or "dimensions", of culture as described below. In other words, Hofstede specified four major dimensions along which the dominant value systems in the 50 countries can be ordered and described.

 

POWER DISTANCE (PDI)

This dimension is like all 5 dimensions a continuum between two extremes and only very few national cultures, if any, are wholly at one or the other extreme. Power Distance indicates the extend to which a society accepts the fact that power in institutions and organizations is distributed unequally among individuals

 

 

LARGE SMALL

High dependence needs Low dependence needs

10

Page 11: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Inequality accepted

Hierarchy needed

Superiors often inaccessible

Power-holders have privileges

Change by revolution

Inequality minimized

Hierarchy for convenience

Superiors accessible

All have equal rights

Change by evolution

 

UNCERTAINTY AVOIDANCE (UAI)

It indicates the extend to which a society feels threatened by ambiguous situations and tries to avoid them by providing rules, believing in absolute truths, and refusing to tolerate deviance.

 

 

strong weak

Anxiety, higher stress

Inner urge to work hard

showing emotions accepted

Conflict is threatening

Need for consensus

Need to avoid failure

Need for laws and rules

Relaxed, lower stress

Hard work not a virtue per se

Emotions not shown

Conflict & competition seen as fair play

Acceptance of dissent

Willingness to take risks

There should be few rules

 

INDIVIDUALISM vs. COLLECTIVISM (IDV)

It indicates the extend to which a society is a loosely knit social framework in which people are supposed to take care only of themselves and their immediate families, instead of a tight social framework in which people distinguish between in-groups and out-groups and expect their in-group to look after them.

 

11

Page 12: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

 

INDIVIDUALISM COLLECTIVISM

"I" conscious

Private options

Fulfill obligations to self

Loss of self-respect, guilt

"We" conscious

Relationships over tasks

Fulfill obligations to group

Loss of "face", shame

 

MASCULINITY vs. FEMININITY (MAS)

It indicates the extend to which the dominant values in a society tend toward assertiveness and the acquisition of things, and away from concern for people and the quality of life. The dimension was labeled "masculinity" because, within nearly all of the 50 countries, men were more likely to score higher on these values than women. This was true even in societies that, as a whole (that is, considering both men and women), tended to be characterized by the set of values labeled "femininity". Hofstede found that the more a nation as a whole is characterized by masculine values, the greater is the gap between the values espoused by men and women in that nation.

 

 

MASCULINITY FEMININITY

Ambitious and a need to excel

Tendency to polarize

Live in order to work

Big and fast are beautiful

Admiration for the achiever

Decisiveness

Quality of life-serving others

Striving for consensus

Work in order to live

Small and slow are beautiful

Sympathy for the unfortunate

Intuition

 

CONFUCIAN DYNAMISM (CDI)

This dimension was added later by Hofstede. It indicates the extend to which a society exhibits a pragmatic future-oriented perspective rather than a conventional historic or short term point of view.

12

Page 13: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

 

LOW HIGH

Absolute truth

Conventional/Traditional

Short term orientation

Concern for stability

Quick results expected

Spending for today

Many truths (time, context)

Pragmatic

Long-term orientation

Acceptance of change

Perseverance

Thrift for investment

 

 

Values for the five Dimensions

Country PDI UAI IDV MAS CDI

Arabic World (ARA) 80 68 38 52  

Argentina (ARG) 49 86 46 56  

Australia (AUL) 36 51 90 61 31

Austria (AUT) 11 70 55 79  

Belgium (BEL) 65 94 75 54  

Brazil (BRA) 69 76 38 49 65

Canada (CAN) 39 48 80 52 23

China 80 40 15 55 114

Chile (CHL) 63 86 23 28  

Columbia (COL) 67 80 13 64  

Costa Rica (COS) 35 86 15 21  

Denmark (DEN) 18 23 74 16  

Eastern Africa (EAF) 64 52 27 41 25

Ecuador (ECA) 78 67 8 63  

Elsalvador (SAL) 66 94 19 40  

Finland (FIN) 33 59 63 26  

France (FRA) 68 86 71 43  

Germany (FRG) 35 65 67 66 31

13

Page 14: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Great Britain (GBR) 35 35 89 66 25

Greece (GRE) 60 112 35 57  

Guatemala (GUA) 95 101 6 37  

Hong Kong (HOK) 68 29 25 57 96

Hungary (Hun) 19 83 55 79

India (IND) 77 40 48 56 61

Indonesia (IDO) 78 48 14 46  

Iran (IRA) 58 59 41 43  

Ireland (IRE) 28 35 70 68  

Israel (ISR) 13 81 54 47  

Italy (ITA) 50 75 76 70  

Jamaica (JAM) 45 13 39 68  

Japan (JPN) 54 92 46 95 80

South Korea (KOR) 60 85 18 39 75

Malaysia (MAL) 104 36 26 50  

Mexico (MEX) 81 82 30 69  

Netherlands (NET) 38 53 80 14 44

New Zealand (NZI) 22 49 79 58 30

Norway (NOR) 31 50 69 8  

Pakistan (PAK) 55 70 14 50 0

Panama (PAN) 95 86 11 44  

Peru (PER) 64 87 16 42  

Philippines (PHI) 94 44 32 64 19

Portugal (POR) 63 104 27 31  

Singapore (SIN) 74 8 20 48 48

South Africa (SAF) 49 49 65 63  

Spain (SPA) 57 86 51 42  

Sweden (SWE) 31 29 71 5 33

Switzerland (SWI) 34 58 68 70  

Taiwan (TAI) 58 69 17 45 87

Thailand (THA) 64 64 20 34 56

Turkey (TUR) 66 85 37 45  

United States (USA) 40 46 91 62 29

14

Page 15: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Uruguay (URU) 61 100 36 38  

Venezuela (VEN) 81 76 12 73  

West Africa (WAF) 77 54 20 46 16

Bijlages:

De vier dimensies zullen nu afzonderlijk kort worden besproken.

De vier culturele dimensies

Machtsafstand

In Nederland hechten we grote waarde aan het gelijkheidsideaal. Iemand mag eventueel wel ‘de baas’ zijn, maar hij moet zich niets gaan verbeelden. Er zijn zelfs woorden die eigenlijk niet gebruikt mogen worden: er zijn geen ondergeschikten maar medewerkers, de spreekt iemand voorkeur niet aan met zijn titel (dokter kan nog net, maar doctor gaat echt te ver). In veel landen is de politie tegelijkertijd gehaat en gevreesd. In veel landen wordt de autoriteit van de baas niet ter discussie gesteld. Het antwoord dat een bepaalde cultuur heeft op het fundamentele probleem dat mensen ongelijk zijn is de Machtafstand. Hofstede definieert de Machtafstand (Engels: ‘Power Distance’) als volgt:

Dit betekent dat mensen in een cultuur met een grote machtafstand zich makkelijker neerleggen bij het feit dat de macht ongelijk verdeeld is, dan in culturen met een lage machtafstand. Dit geldt zowel voor de ‘sterken’ als de ‘zwakken’ in de betreffende cultuur. Hofstede heeft de belangrijkste verschillen tussen samenlevingen met een kleine en met een grote Machtafstand geïnventariseerd in twee gebieden, te weten (a) algemene normen, gezin, school en werk en (b) politiek en ideeën. Het resultaat is in tabelvorm weergegeven in resp. Bijlage I en Bijlage II.

Via een statistische verwerking van de gegevens en vervolgens normering van de resultaten kwam Hostede tot de Machtafstandindex (MAI, Eng. PDI), een getal dat tussen de 0 en 100 ligt. (Eén waarde ligt boven de 100, omdat het betreffende land later werd toegevoegd.) Hoe hoger de MAI des te groter de Machtafstand. In Bijlage III is een tabel gegeven met MAI-scores van de onderzochte landen(groepen).

15

Page 16: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Interessant is op te merken, dat landen waar een Romaanse taal wordt gesproken (Frans, Italiaans, Spaans) over het algemeen een hogere MAI-score hebben, dan landen met een Germaanse taal (Duits, Nederlands, Engels, Scandinavische talen).

Individualisme / collectivisme

In de meeste samenlevingen wordt het groepsbelang gesteld boven het belang van het individu. We spreken dan van collectivistische samenlevingen. De groep is de dominante factor en het individu ontleent zijn indentiteit aan de groep. De groep staat dan ook pal voor het individu. Iemand aanspreken op zijn gedrag is dan ook meteen een aanval op de groep. Hiertegenover staat de individualistische samenleving, waarin de mens zich primair richt op de zorg voor zichzelf en de (zeer) naaste omgeving. Dit leidt tot de tweede dimensie t.w. de Individualisme-index (IDV). Hofstede geeft de volgende definitie:

 

In Bijlage IV en Bijlage V zijn weer de belangrijkste verschillen weergegeven tussen landen met een lage IDV en een hoge IDV.

Bijlage VI geeft de waarden van de IDV voor de onderzochte groep landen(groepen).

Vaak is het interessant om na te gaan of en in hoeverre er een relatie is tussen de dimensies. Men kan dan landen aangeven met posities in een vlak met als assen de MAI en de IDV. Bijlage VII geeft een dergelijke weergave.

Masculiniteit / femininiteit

Er zijn samenlevingen, waarin het belangrijk wordt gevonden, dat het werk een uitdaging is die persoonlijke voldoening geeft, waarin op basis van prestaties beloningen worden gegeven en waarin het mogelijk is veel geld te verdienen. Er zijn ook samenlevingen waarin het belangrijk is dat er goede werkrelaties zijn, zowel met de chef als met collega's en ondergeschikten en dat men woont in een prettige omgeving. Zorgzaamheid voor anderen en de omgeving is dan een dominante waarde. Dit geeft aanleiding tot de introductie van de dimensie masculiniteit/femininiteit. Onder masculien wordt dan verstaan, dat de dominante waarde ligt in de vaste taakverdeling, gekoppeld aan de sexe: 'de man als jager en de vrouw als zorgster'. Onder feminien verstaan we dan, dat de belangrijkste waarde de aandacht is voor de kwaliteit van het leven. Hofstede komt tot de volgende definitie:

16

Page 17: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

De belangrijkste verschillen tussen landen met een lage MAS en een hoge MAS zijn weergegeven in Bijlage VIII en Bijlage IX.

Op basis van het eerder genoemde onderzoek werd een Masculiniteitsindex (MAS) berekend. De scores van de onderzochte landen op deze index zijn gegeven in Bijlage X. Voorts is in Bijlage XI voor de onderzochte landen(groepen) de positie uitgezet op de dimensies Femininiteit-Masculiniteit en Collectivisme-Individualisme. In dit diagram wordt de bovenste helft ingenomen door collectivistische landen die overwegend arm zijn. De onderste helft bevat meer individualtistische en overwegend rijke landen. Hofstede geeft aan, dat sommige rijke landen relatief veel steun geven aan armere landen en andere rijke landen veel minder. Dit heeft te maken met de mate van masculiniteit van die landen. Een sterk masculiene samenleving is eerder geneigd armoede te zien als iets, wat je eigen schuld is, terwijl in feminiene samenlevingen de zorg voor de ander een belangrijke waarde is.

Onzekerheidvermijding

Niemand kan de toekomst voorspellen. Dat betekent dus, dat iedereen onzeker is over wat er gaat gebeuren. Onzekerheid geeft vaak een onprettig gevoel en we proberen vat te krijgen op de toekomst door het maken van regels, afspraken, wetten en technische ingrepen. De wijze van omgaan met onzekerheid is hangt niet alleen af van het karakter van een mens maar ook van de cultuur, waarin hij leeft. In sommige culturen vinden mensen het prima, dat er maar weinig is geregeld: Engeland heeft geen wetboek van strafrecht maar in Duitsland zijn er zelfs regels voor het geval er niets geregeld is. Uit het eerder genoemde onderzoek bleek, dat er een vierde dimensie geïntroduceerd kan worden namelijk de Onzekerheidsvermijding. Deze wordt als volgt door Hofstede gedefinieerd:

 

In culturen met een sterke Onzekerheidsvermijding wordt het leven beheerst door regels en wetten en er is daardoor ook veel burocratie. Afwijkend gedrag wordt niet getolereerd. Er is een sterke drang om hard te werken en het uiten van agressie wordt geaccepteerd. In een cultuur met een geringe mate van Onzekerheidsvermijding heeft men het liefst zo min mogelijk regels. Er is een grote tolerantie voor afwijkend gedrag. Er heerst vaak een zekere gemoedelijkheid en hard werken is geen doel op zichzelf.In Bijlage XII en Bijlage XIII   zijn de belangrijkste verschillen tussen culturen met een lage en een hoge Onzekerheidsvermijding weergegeven.

17

Page 18: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

De resultaten van het onderzoek leidden, na berekening van de Onzekerheidsvermijdingsindex (OVI) tot de scores als weergeven in Bijlage XIV.

Culturele dimensies en organisaties

In iedere cultuur bestaan er groepen van mensen, die een gemeenschappelijk doel hebben of waarvan verwacht wordt dat ze zich inzetten voor een gemeenschappelijk doel. We spreken dan van organisaties. De wijze waarop mensen in organisaties met elkaar omgaan is sterk afhankelijk van de cultuur, waarin deze organisaties zich bevinden. In organisaties kunnen we onderscheid maken tussen structurele aspecten en menselijke aspecten. De Machtafstand en de Onzekerheidsvermijding beïnvloeden voornamelijk de manier van denken over organisaties. In elke organisatie staan twee vragen centraal:

Wie heeft de macht om wát te beslissen? Welke regels en procedures moeten worden gevolgd om de

gewenste doelen te bereiken?

De Machtafstand beïnvloedt het antwoord op de eerste vraag, terwijl de Onzekerheidsvermijding het antwoord op de tweede vraag beïnvloedt.

De wijze van functioneren van mensen in de organisatie wordt voornamelijk beïnvloed door de andere twee culturele dimensies te weten Individualisme en Masculiniteit.

Een inzicht in de manier van denken over organisaties in verschillende culturen kan worden verkregen door de Machtafstand en de Onzekerheidsvermijding tegen elkaar uit te zetten (Bijlage XV).

Referentie

Geert Hofstede, Allemaal andersdenkenden; omgaan met cultuurverschillen

Contact, Amsterdam, 1998

Bewerking:

Dr.ir. Otto Rompelman, Voormalig medewerker:Faculteit EWITU Delft

Bijlages:

Bijlage I: Belangrijkste verschillen tussen samenlevingen met een kleine en een grote Machtafstand in algemene normen, gezin, school en werk

Kleine Machtafstand Grote Machtafstand

18

Page 19: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

De ongelijkheid tussen mensen moet zo klein mogelijk gemaakt worden

Ongelijkheid tussen mensen wordt zowel verwacht als gewenst

Wederzijdse afhankelijkheid tussen mensen met meer en met minder macht wordt gewenst en tot op zekere hoogt ook bereikt

Mensen met minder macht moeten afhankelijk zijnvan mensen met meer macht; in de praktijk zijnminder machtigen gepolariseerd tussen afhankelijkheid en contra-afhankelijkheid

Ouders behandelen kinderen als gelijken Ouders leren kinderen gehoorzaamheid

Kinderen behandelen ouders als gelijken Kinderen behandelen ouders met respect

Op school verwachten docenten initiatieven van de leerlingen

Op school neemt de docent alle initiatieven

Docenten zijn specialisten die onpersoonlijke waarheden overdragen

Docenten zijn goeroes die persoonlijke wijsheid overdragen

Hoger opgeleiden hebben minder autoritaire waarden dan lager opgeleiden

Hoger en opgeleiden hebben ongeveer even autoritaire waarden

Hiërarchie in organisaties betekent een ongelijkheid in rollen die om praktische redenen is ingesteld

Hiërarchie in organisaties weerspiegelt de existentiële ongelijkheid tussen hoger- en lagergeplaatsten

Decentralisatie is populair Centralisatie is populair

Relatief kleine verschillen in inkomen tussen de top en de basis van een organisatie

Relatief verschillen in inkomen tussen de top en de basis van een organisatie

Ondergeschikten verwachten te worden geraadpleegd

Ondergeschikten verwachten dat hun verteld wordt wat ze moeten doen

De ideale chef is een bekwame democraat De ideale chef is een welwillende autocraat ofte wel een goede vader

Privileges en statussymbolen zijn ongewenst

Privileges en statussymbolen voor managers worden zowel verwacht als toegejuicht

 

Bijlage II: Belangrijkste verschillen tussen samenlevingen met een kleine en een grote Machtafstand in politiek en ideeën

19

Page 20: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Kleine Machtafstand Grote Machtafstand

Het gebruik van macht moet legitiem zijn en is onderworpen aan normen van goed en kwaad

Macht heeft voorrang boven recht: wie de macht heeft, heeft gelijk en is goed

Talenten, rijkdom, macht en status gaan niet noodzakelijkerwijs samen

Talenten, rijkdom, macht en status behoren samen te gaan

Er is een grote middenklasse De middenklasse is klein

Iedereen hoort gelijke rechten te hebben Machtige mensen hebben privileges

Machtige mensen proberen minder machtig te lijken

Machtige mensen proberen zo veel mogelijk indruk te maken

Macht is gebaseerd op formele positie, deskundigheid en vermogen om een ander te belonen

Macht is gebaseerd op familie of vrienden, op charisma en op vermogen geweld te gebruiken

Een politiek systeem wordt veranderd door de regels te veranderen (evolutie)

Een politiek systeem wordt veranderd door de leiders te vervangen (revolutie)

Geweld in de binnenlandse politiek komt zelden voor

Binnenlandse conflicten leiden vaak tot geweld

Pluralistisch samengestelde regeringen op basis van verkiezingsuitslagen

Autocratische en oligarchische regeringen op basis van coöptatie

Het politieke spectrum vertoon een sterk centrum en zwakke linker- en rechtervleugels

Het politieke spectrum, als het zich mag manifesteren, vertoont een zwak centrum en sterke vleugels

Kleine inkomensverschillen in de samenleving, die nog verder worden verkleind door belastingen

Grote inkomensverschillen in de samenleving, verder vergroot door het belastingsysteem

De heersende godsdiensten en wijsgerige systemen benadrukken gelijkheid

De heersende godsdiensten en wijsgerige systemen benadrukken hiërarchie en klasseverschillen

De heersende politieke ideologieën benadrukken het delen van de macht en brengen dat in praktijk

De heersende politieke ideologieën benadrukken machtsstrijd en brengen dat in praktijk

Plaatselijke management-theorieën zijn gericht op de rol van de medewerker

Plaatselijke management-theorieën zijn gericht op de rol van de manager

 

Bijlage III: Scores op de Machtafstands index MAI voor 50 landen en 3 landengroepen

20

Page 21: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Rang-orde Land of landengroep

MAI-score   Rang-orde   MAI-score

1 Maleisië 104   27/28 Zuid-Korea 60

2/3 Guatemala 95   29/30 Iran 58

2/3 Panama 95   29/30 Taiwan 58

4 Filippijnen 94   31 Spanje 57

5/6 Mexico 81   32 Pakistan 55

5/6 Venezuela 81   33 Japan 54

7 Arabische landen/China

80   34 Italië 50

8/9 Ecuador 78   35/36 Argentinië 49

8/9 Indonesië 78   35/36 Zuid-Afrika 49

10/11 India 77   37 Jamaica 45

10/11 West-Afrika 77   38 Verenigde Staten

40

12 Joegoslavië 76   39 Canada 39

13 Singapore 74   40 Nederland 38

14 Brazilie 69   41 Australië 36

15/16 Frankrijk 68   42/44 Costa Rica 35

15/16 Hongkong 68   42/44 Duitsland 35

17 Colombia 67   42/44 Groot-Brittannië

35

18/19 Salvador 66   45 Zwitserland

34

18/19 Turkije 66   46 Finland 33

20 België 65   47/48 Noorwegen 31

21/23 Oost-Afrika 64   47/48 Zweden 31

21/23 Peru 64   49 Ierland 28

21/23 Thailand 64 50 Nieuw-Zeeland

22

24/25 Chili 63 51 Denemarken

18

24/25 Portugal 63 52 Israël 13

21

Page 22: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

26 Uruguay 61 53 Oostenrijk 11

27/28 Griekenland

60

 

Bijlage IV: Belangrijkste verschillen tussen Collectivistische en Individualistische samenlevingen: algemene normen, gezin, school en werk

Collectivistisch Individualistisch

Mensen worden geboren in uitgebreide families of andere wij-groepen die hen blijvend beschermen in ruil voor loyaliteit

Je groeit op om voor jezelf en misschien je gezin te zorgen

Je ontleent je identiteit aan je sociale netwerk

Je ontleent je identiteit aan jezelf

Kinderen leren te denken in termen van ‘wij’

Kinderen leren te denken in termen van ‘ik’

De harmonie moet altijd bewaard blijven, en directe confrontatie vermeden

Een eerlijk mens zegt wat hij of zij denkt

Sterke-context communicatie Zwakke-context communicatie

Een misstap leidt tot schaamte en gezichtsverlies voor jezelf en je groep

Een misstap leidt tot schuldgevoel en verlies van zelfrespect

Het doel van onderwijs is leren om te doen Het doel van onderwijs is leren om te leven

Diploma’s geven toegang tot groepen met een hogere status

Diploma’s verhogen je economische waarde en/of zelfrespect

De verhouding werkgever-werknemer wordt gezien als een morele band, ongeveer zoals een familieband

De verhouding werkgever-werknemer wordt opgevat als een contract op basis van wederzijds voordeel

Personeelskeuze en promoties worden beïnvloed door de groep waartoe je behoort

Personeelskeuze en promoties horen alleen gebaseerd te zijn op bekwaamheid en regels

Management betekent leiding geven aan groepen

Management betekent leiding geven aan individuen

Persoonlijke relaties gaan vóór de taak De taak gaat vóór persoonlijke relaties

 

22

Page 23: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Bijlage V : Belangrijkste verschillen tussen Collectivistische en Individualistische samenlevingen: politiek en ideeën

Collectivistisch Individualistisch

Collectieve belangen gaan voor individuele belangen

Individuele belangen gaan voor collectieve belangen

Het privé-leven is ondergeschikt aan het groepsleven

Iedereen heeft recht op privacy

Meningen worden bepaald door het lidmaatschap van de groep

Iedereen wordt geacht een eigen mening te hebben

Wetten en rechten zijn per groep verschillend

Wetten en rechten moeten voor iedereen hetzelfde zijn

Laag BNP per hoofd van de bevolking Hoog BNP per hoofd van de bevolking

Dominante rol van de staat in de economie Beperkte rol van de staat in de economie

Het economische systeem functioneert op basis van groepsbelangen

Het economische systeem gaat uit van individuele belangen

Belangengroepen domineren de politiek Kiezers oefenen politieke macht uit

Media gecontroleerd door de staat Persvrijheid

Geïmporteerde economische theorieën, die grotendeels irrelevant zijn omdat ze geen rekening houden met collectivistische en particularistische belangen

Economische theorieën uit het eigen cultuurgoed, gebaseerd op het najagen van individueel eigenbelang

In ideologieën wordt gelijkheid zwaarder gewogen dan vrijheid

In ideologieën wordt individuele vrijheid zwaarder gewogen dan gelijkheid

Harmonie en consensus in de samenleving als idealen

Zelfverwerkelijking van ieder individu als ideaal

 

Bijlage VI: Scores op de Individualisme index (IDV) voor 50 landen en 3 landengroepen

Rang-orde Land of landengroep

IDV-score   Rang-orde   IDV-score

1 Verenigde Staten

91   28 Turkije 37

2 Australië 90   29 Uruguay 36

3 Groot-Brittannië

89   30 Griekenland

35

23

Page 24: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

4/5 Canada 80   31 Filippijnen 32

4/5 Nederland 80   32 Mexico 30

6 Nieuw-Zeeland

79   33/35 Oost-Afrika 27

7 Italië 76   33/35 Joegoslavië 27

8 België 75   33/35 Portugal 27

9 Denemarken 74   36 Maleisië 26

10/11 Zweden 71   37 Hongkong 25

10/11 Frankrijk 71   38 Chili 23

12 Ierland 70   39/41 West-Afrika 20

13 Noorwegen 69   39/41 Singapore 20

14 Zwitserland 68   39/41 Thailand 20

15 Duitsland 67   42 Salvador 19

16 Zuid-Afrika 65   43 Zuid-Korea 18

17 Finland 63   44 Taiwan 17

18 Oostenrijk 55   45 Peru 16

19 Israël 54   46 Costa Rica/China

15

20 Spanje 51   47/48 Pakistan 14

21 India 48   47/48 Indonesië 14

22/23 Japan 46   49 Colombia 13

22/23 Argentinië 46 50 Venezuela 12

24 Iran 41 51 Panama 11

25 Jamaica 39 52 Ecuador 8

26/27 Brazilië 38 53 Guatemala 6

26/27 Arabische landen

38

 

Bijlage VII: De positie van 50 landen en 3 landengroepen op de dimensies Machtafstand en Collectivisme-Individualisme; voor de afkortingen van de landennamen: zie onder de figuur

24

Page 25: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

De afkortingen van de landennamen:

ARA Arabische landen 1) JPN Japan

ARG Argentinië KOR Zuid-Korea

AUL Australië MAL Maleisië

AUT Oostenrijk MEX Mexico

BEL België NET Nederland

BRA Brazilië NOR Noorwegen

CAN Canada NZL Nieuw-Zeeland

CHL Chili PAK Pakistan

COL Colombia PAN Panama

COS Costa Rica PER Peru

DEN Denemarken PHI Filippijnen

EAF Oost-Afrika 2) POR Portugal

EQA Ecuador SAF Zuid-Afrika

FIN Finland SAL Salvador

FRA Frankrijk SIN Singapore

GBR Groot-Brittannië SPA Spanje

GER Duitsland SWE Zweden

25

Page 26: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

GRE Griekenland SWI Zwitserland

GUA Guatemala TAI Taiwan

HOK Hongkong THA Thailand

IDO Indonesië TUR Turkije

IND India URU Uruguay

IRA Iran USA Verenigde Staten

IRE Ierland VEN Venezuela

ISR Israël WAF West-Afrika 3)

ITA Italië YUG Joegoslavië

JAM Jamaica

1) Egypte Irak, Koeweit, Libanon, Libië, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten

2) Ethiopië, Kenia, Tanzania, Zambia

3) Ghana, Nigeria, Sierra Leone

Bijlage VIII: Belangrijkste verschillen tussen Feminiene en Masculiene samenlevingen in algemene normen, gezin, school en werk

Feminien Masculien

Dominante waarden in de samenleving zijn de zorg voor anderen en voor de omgeving

Dominante waarden in de samenleving zijn materieel succes en vooruitgang

Menden en persoonlijke verhoudingen zijn belangrijk

Geld en dingen zijn belangrijk

Iedereen wordt geacht bescheiden te zijn Mannen worden geacht assertief, ambitieus en hard te zijn

Zowel mannen als vrouwen mogen zacht zijn en aandacht hebben voor

Vrouwen worden geacht zacht te zijn en voor de intermenselijke verhoudingen te

26

Page 27: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

intermenselijke verhoudingen zorgen

In het gezin houden vader én moeder zich bezig met zowel feiten als gevoelens

In het gezin houdt vader zich bezig met feiten en moeder met gevoelens

Jongens én meisjes mogen huilen, maar geen van beiden mogen ze vechten

Meisjes huilen, jongens niet; jongens moeten terugslaan als ze worden aangevallen, meisjes mogen niet vechten

Sympathie voor de zwakke en de verliezer Sympathie voor de sterke en voor de winnaar

De gemiddelde leerling is de norm De beste leerling is de norm

Slechte studieprestaties zijn geen ramp Slechte studieprestaties zijn een ramp

Vriendelijke docenten worden het meest gewaardeerd

Briljante docenten worden het meest gewaardeerd

Jongens en meisjes kiezen dezelfde vakken en studierichtingen

Jongens en meisjes kiezen verschillende vakken en studierichtingen

Werken om te leven Leven om te werken

Managers gebruiken hun intuïtie en streven naar consensus

Managers worden geacht besluitvaardig en assertief te zijn

Nadruk op gelijkheid, solidariteit en levenskwaliteit

Nadruk op loon naar werken, wedijver tussen collega’s, en prestatie

Conflicten worden opgelost door compromissen en onderhandelingen

Conflicten worden opgelost door ze uit te vechten

 

Bijlage IX: Belangrijkste verschillen tussen Feminiene en Masculiene samenlevingen in politiek en ideeën

Feminien Masculien

Ideaal van een welvaartsmaatschappij Ideaal van een prestatiemaatschappij

De behoeftigen moeten worden geholpen De sterken moeten hun kans krijgen

Tolerante samenleving Repressieve samenleving

Hou het klein; zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet

Groot is mooi en veel is lekker; hoe sneller hoe beter

Behoud van milieu verdient de hoogste prioriteit

Behoud van de economische groei verdient de hoogste prioriteit

27

Page 28: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

De regering besteedt een relatief groot deel van de begroting aan ontwikkelingssamenwerking

De regering besteedt een relatief klein deel van de begroting aan ontwikkelingssamenwerking

Internationale conflicten moeten worden opgelost door onderhandelingen en compromissen

Internationale conflicten moeten worden opgelost door machtsvertoon en vechten

Een relatief groot aantal vrouwen in gekozen politieke functies

Een relatief klein aantal vrouwen in gekozen politieke functies

De dominante godsdiensten benadrukken de complimentariteit van de seksen

De dominante godsdiensten benadrukken de dominante positie van de man

Vrouwenbeweging streeft ernaar dat mannen en vrouwen zowel op het werk als thuis de tahen gelijk verdelen

Vrouwenbeweging streeft ernaar dat vrouwen toegang krijhgen tot posities die eerder aan mannen waren voorbehouden

 

Bijlage X: scores op de Maculiniteitsindex (MAS) voor 50 landen en 3 landengroepen

Rang-orde

Land of landengroep

MAS-score

  Rang-orde

Land of landengroep

MAS-score

1 Japan 95   28 Singapore 48

2 Oostenrijk 79   29 Israël 47

3 Venezuela 73   30/31 Indonesië 46

4/5 Italië 70   30/31 West-Afrika 46

4/5 Zwitserland

70   32/33 Turkije 45

28

Page 29: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

6 Mexico 69   32/33 Taiwan 45

7/8 Ierland 68   34 Panama 44

7/8 Jamaica 68   35/36 Iran 43

9/10 Groot-Brittanië

66   35/36 Frankrijk 43

9/10 Duitsland 66   37/38 Spanje 42

11/12 Filippijnen 64   37/38 Peru 42

11/12 Colombia 64   39 Oost-Afrika 41

13/14 Zuid-Afrika 63   40 Salvador 40

13/14 Ecuador 63   41 Zuid-Korea 39

15 Verenigde Staten

62   42 Uruguay 38

16 Australië 61   43 Guatemala 37

17 Nieuw-Zeeland

58   44 Thailand 34

18/19 Griekenland

57   45 Portugal 31

18/19 Hongkong 57   46 Chili 28

20/21 Argentinië 56   47 Finland 26

20/21/22 India/China 56/55   48/49 Joegoslavië 21

22 België 54   48/49 Costa Rica 21

23 Arabische landen

53 50 Denemarken

16

24 Canada 52 51 Nederland 14

25/26 Maleisië 50 52 Noorwegen 8

25/26 Pakistan 50 53 Zweden 5

27 Brazilië 49

 

Bijlage XI: de positie van 50 landen en 3 landengroepen op de dimensies Femininiteit-Masculiniteit en Collectivisme-Individualisme

29

Page 30: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

De afkortingen van de landennamen:

ARA Arabische landen 1) JPN Japan

ARG Argentinië KOR Zuid-Korea

AUL Australië MAL Maleisië

AUT Oostenrijk MEX Mexico

BEL België NET Nederland

BRA Brazilië NOR Noorwegen

CAN Canada NZL Nieuw-Zeeland

CHL Chili PAK Pakistan

COL Colombia PAN Panama

COS Costa Rica PER Peru

DEN Denemarken PHI Filippijnen

EAF Oost-Afrika 2) POR Portugal

EQA Ecuador SAF Zuid-Afrika

FIN Finland SAL Salvador

FRA Frankrijk SIN Singapore

30

Page 31: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

GBR Groot-Brittannië SPA Spanje

GER Duitsland SWE Zweden

GRE Griekenland SWI Zwitserland

GUA Guatemala TAI Taiwan

HOK Hongkong THA Thailand

IDO Indonesië TUR Turkije

IND India URU Uruguay

IRA Iran USA Verenigde Staten

IRE Ierland VEN Venezuela

ISR Israël WAF West-Afrika 3)

ITA Italië YUG Joegoslavië

JAM Jamaica

1) Egypte Irak, Koeweit, Libanon, Libië, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten

2) Ethiopië, Kenia, Tanzania, Zambia

3) Ghana, Nigeria, Sierra Leone

Bijlage XII: Belangrijkste verschillen tussen samenlevingen met een zwakke en een sterke Onzekerheidsvermijding in algemene normen, gezin, school en werk

Zwakke onzekerheidsvermijding Sterke Onzekerheidsvermijding

Onzekerheid is een normaal onderdeel van het bestaan en men leeft van dag tot dag

De onzekerheid die inherent is aan het bestaan, wordt ervaren als een voortdurende bedreiging die men ondercontrole moet krijgen

Weinig stress; subjectief gevoel van welzijn

Veel stress; subjectief gevoel van angst

31

Page 32: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Agressie en gevoelens mogen niet worden geuit

Agressie en gevoelens mogen op de juiste plaatsen en tijdstippen worden geventileerd

Men voelt zich op zijn gemak in onduidelijke situaties en met onbekende risico's

Men aanvaardt bekende risico's, maar is bang voor onduidelijke situaties en onbekende risico's

Soepele regels voor kinderen over wat vies en taboe is

Strakke regels voor kinderen over wat vies en taboe is

Studenten waarderen ongestructureerde onderwijssituaties en goede discussies

Studenten waarderen gestructureerde onderwijssituaties en willen het juiste antwoord weten

Docenten mogen zeggen dat ze iets niet weten

Docenten worden geacht alle antwoorden te hebben

Er moeten niet meer regels zijn dan strikt nodig is

Er bestaat een emotionele behoefte aan regels, zelfs als die onuitvoerbaar zijn

Tijd is een oriëntatiekader Tijd is geld

Lui zijn is behaaglijk; je werkt alleen hard als het nodig is

Emotionele behoefte aan activiteit; innerlijke drang tot hard werken

Precisie en punctualiteit moeten worden aangeleerd

Precisie en punctualiteit zijn van nature aanwezig

Tolerantie tegenover afwijkende en innovatieve ideeën en dito gedrag

Afwijkende ideeën en gedrag worden onderdrukt; weerstand tegen innovatie

Motivatie door prestatie plus waardering of sociale behoeften

Motivatie door veiligheid of zekerheid plus waardering of sociale behoeften

 

Bijlage XIII: Belangrijkste verschillen tussen samenlevingen met een zwakke en een sterke Onzekerheidsvermijding in politiek en ideeën

Zwakke onzekerheidsvermijding Sterke Onzekerheidsvermijding

Weinig wetten en regels, die bovendien ruim gesteld zijn

Veel wetten en regels, die bovendien heel precies zijn

Als de regels niet kunne worden nageleefd, moeten ze veranderd worden

Als de regels niet kunnen worden nageleefd, zijn wij zondaars en moeten schuld belijden

32

Page 33: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Burgers zijn mondig tegenover de overheid Burgers zijn onmondig tegenover de overheid

Protesten van burgers zijn toelaatbaar Protesten van burgers moeten worden onderdrukt

Burgers staan positief tegenover overheidsinstellingen

Burgers staan negatief tegenover overheidsinstellingen

Ambtenaren staan positief tegenover het politieke proces

Ambtenaren staan negatief tegenover het politieke proces

Tolerantie, gematigdheid Conservatisme, extremisme, roep om wet en orde

Positieve houding tegenover jonge mensen Negatieve houding tegenover jonge mensen

Regionalisme, internationalisme, speciale status voor minderheden

Nationalisme, xenofobie, gelijkschakeling van minderheden

Vertrouwen in generalisten en gezond verstand

Vertrouwen in deskundigen en in specialisatie

Veel verplegenden, weinig artsen Veel artsen, weinig verplegenden

De waarheid van de ene groep mag niet worden opgelegd aan anderen

Er is maar één Waarheid en dat is de onze

Mensenrechten: niemand mag vervolgd worden vanwege zijn of haar overtuiging

Religieus, politiek en ideologisch fundamentalisme en intolerantie

In de wijsbegeerte en wetenschap overheersen relativisme en empirisme

In de wijsbegeerte en wetenschap zoekt men naar allesomvattende theorieën

Wetenschappelijke tegenstanders kunnen privé vrienden zijn

Wetenschappelijke tegenstanders kunnen privé geen vrienden zijn

 

Bijlage XIV: Scores op de Onzekerheidsvermijdingsindex (OVI) voor 50 landen en 3 landengroepen

Rang-orde Land of landengroep

OVI-score   Rang-orde Land of landengroep

OVI-score

1 Griekenland

112   28 Ecuador 67

33

Page 34: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

2 Portugal 104   29 Duitsland 65

3 Guatemala 101   30 Thailand 64

4 Uruguay 100   31/32 Iran 59

5/6 België 94   31/32 Finland 59

5/6 Salvador 92   33 Zwitserland

58

7 Japan 88   34 West-Afrika 54

8 Joegoslavië 87   35 Nederland 53

9 Peru 86   36 Oost-Afrika 52

10/15 Frankrijk 86   37 Australië 51

10/15 Chili 86   38 Noorwegen 50

10/15 Spanje 86   39/40 Zuid-Afrika 49

10/15 Costa Rica 86   39/40 Nieuw-Zeeland

49

10/15 Panama 86   41/42 Indonesië 48

10/15 Argentinië 86   41/42 Canada 48

16/17 Turkije 85   43 Verenigde Staten

46

16/17 Zuid-Korea 85   44 Filippijnen 44

18 Mexico 82   45 India/China 40

19 Israël 81   46 Maleisië 36

20 Colombia 80   47/48 Groot-Brittanië

35

21/22 Venezuela 76   47/48 Ierland 35

21/22 Brazilië 76   49/50 Hongkong 29

23 Italië 75 49/50 Zweden 29

24/25 Pakistan 70 51 Denemarken

23

24/25 Oostenrijk 70 52 Jamaica 13

26 Taiwan 69 53 Singapore 8

27 Arabische landen

68

 

34

Page 35: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Bijlage XV: De positie van 50 landen en 3 landengroepen op de dimensies Machtafstand en Onzekerheidsvermijding; voor de afkortingen van de landennamen

De afkortingen van de landennamen:

ARA Arabische landen 1) JPN Japan

ARG Argentinië KOR Zuid-Korea

AUL Australië MAL Maleisië

AUT Oostenrijk MEX Mexico

BEL België NET Nederland

BRA Brazilië NOR Noorwegen

CAN Canada NZL Nieuw-Zeeland

CHL Chili PAK Pakistan

COL Colombia PAN Panama

COS Costa Rica PER Peru

DEN Denemarken PHI Filippijnen

EAF Oost-Afrika 2) POR Portugal

35

Page 36: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

EQA Ecuador SAF Zuid-Afrika

FIN Finland SAL Salvador

FRA Frankrijk SIN Singapore

GBR Groot-Brittannië SPA Spanje

GER Duitsland SWE Zweden

GRE Griekenland SWI Zwitserland

GUA Guatemala TAI Taiwan

HOK Hongkong THA Thailand

IDO Indonesië TUR Turkije

IND India URU Uruguay

IRA Iran USA Verenigde Staten

IRE Ierland VEN Venezuela

ISR Israël WAF West-Afrika 3)

ITA Italië YUG Joegoslavië

JAM Jamaica

1) Egypte Irak, Koeweit, Libanon, Libië, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten

2) Ethiopië, Kenia, Tanzania, Zambia

3) Ghana, Nigeria, Sierra Leone

Geert Hofstede and the cultural dimensions

Geert H. Hofstede was born on October 2, 1928 in Haarlem, the Netherlands. He received his M.Sc. from the Delft Institute of Technology in 1953, his Ph.D. (cum laude) from Groningen University in 1967.

Hofstede is most well known for his work on four dimensions of cultural variability, commonly referred to as "Hofstede's Dimensions." These include: Uncertainty Avoidance, Power Distance, Masculinity-Femininity, Individualism-Collectivism, Confucian Dynamism. These dimensions were arrived in his 1980

36

Page 37: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

publication, "Culture's consequences: International differences in work-related values." The study took existing survey data (sample size of 116,000) collected from a multinational corporation. The result was a score in each of the dimensions for 40 different countries.

Uncertainty Avoidance

This dimension refers to how comfortable people feel towards ambiguity. Cultures which ranked low (compared to other cultures), feel much more comfortable with the unkown. As a result, HIGH uncertainty avoidance cultures prefer formal rules and any uncertainty can express itself in higher anxiety than those from low uncertainty avoidance cultures.

Power Distance

According to Hofstede & Bond (1984), power distance is defined "as the extent to which the less powerful members of institutions and organizations accept that power is distributed unequally" (419). In other other words people in high power distance cultures are much more comfortable with a larger status differential than low power distance cultures.

Masculinity-Femininity

This dimension tends to draw unwarranted criticism for its name alone. It basically refers expected gender roles in a culture. The cultures that scored towards what Hofstede referred to as "masculine" tend to have very distinct expectations of male and female roles in society. The more "feminine" cultures have a greater ambiguity in what is expected of each gender.

Individualism-Collectivism

This dimension is the same as that proposed by Hall and was verified in Hofstede's study ( and other studies time, and time again).

Confucian Dynamism

Later work with Bond (see Hofstede & Bond, 1987), produced another dimension meant explain the rapid economic developement of many Asian countries. This dimension refers to the selective promotion of particular set of ethics found in Confucian teachings. Particular teachings that lead to economic development include thrift, perserverance, a sense of shame, and following a hierarchy. Other Confucian teachings are less emphasized such as tradition, and protecting face.

SELECTED BIBLIOGRAPHY

Hofstede, G. (1980). Culture's consequences: International differences in work-related values. Newbury Park, CA: Sage.

Hofstede, G. (1986). Cultural differences in teaching and learning. International Journal of Intercultural Relations, 10, 301-320.

Hofstede, G. (1991). Cultures and organizations: Software of the mind. London: McGraw-Hill.

37

Page 38: 9bHandleiding bij het schrijven van het evaluatierapport

Hofstede, G., & Bond, M. H. (1988). Confucius & economic growth: New trends in culture's consequences. Organizational Dynamics, 16 (4), 4-21.

___________________________________________________________________________

 

38