jurisprudentie

69zorg & financiering > 7/8-2006

geweest bij zowel het onderzoek als bij de vast-stelling van de overtreding.Het College overwoog dat noch in de tekst vanartikel 48l Wte, noch in hetgeen met betrekkingtot de hierbij beoogde functiescheiding in hetkader van de totstandkomingsgeschiedenis vandat artikel is opgemerkt, enig aanknopingspuntis te vinden voor de juistheid van de stelling vande AFM dat de opdracht tot functiescheidingzich niet zou richten tot leden van de raad vanbestuur. De wetgever heeft beoogd dat de beslis-sing tot het opleggen van een boete objectief enonbevooroordeeld dient plaats te vinden en datde besluitvorming in dit opzicht te vergelijken ismet de beoordeling door de rechter. Met betrek-

king tot de feitelijke bemoeienis van hetbestuurslid in kwestie met het onderzoek naarde vermeende overtreding was vooral van belangdat die betrokkenheid niet beperkt was gebleventot het verstrekken van algemene aanwijzingenof tot kennisname van rapportages omtrent devoortgang van het onderzoek. Daardoor was deschijn ontstaan dat hij in een later stadium nietmet de vereiste objectiviteit en onbevooroor-deeldheid over de vermeende overtreding konbesluiten. Door desalniettemin deel te nemen inde besluitvorming van de raad van bestuur wasin strijd gehandeld met de verplichting van arti-kel 48l Wte 1995.Bron: RZA 2006, 130<

De Centrale Raad van Beroep deed op 31 maart2006, nr. 05/4968 CSV, uitspraak in een geschilover de juiste wijze van bekendmaking van eenboetebesluit.

Het UWV (Uitvoeringsinstituut werknemers-verzekeringen) had een werkgever een boeteopgelegd wegens het niet tijdig indienen vanjaarloonopgaven en het bezwaar tegen datbesluit niet-ontvankelijk verklaard wegens ter-mijnoverschrijding. Door de Centrale Raad werd vastgesteld dat het

UWV weet had van het feit dat voor de werk-gever een gemachtigde optrad, zodat het boete-besluit derhalve aan de gemachtigde hadmoeten worden toegezonden. Nu het UWV hetbesluit alleen had toegezonden aan de werkge-ver zelf, was geen sprake van bekendmaking opde voorgeschreven wijze. De bezwaartermijnwas dan ook niet aangevangen met die toezen-ding, zodat betrokkene ten onrechte niet-ont-vankelijk is verklaard.Bron: RZA 2006, 132<

992 toezending boetebesluit aan betrokkene in plaats van aangemachtigde

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven(CBb) heeft eind juli beslist op beroepen inge-steld door het Slotervaartziekenhuis teAmsterdam en door zorgverzekeraars tegen eenbesluit van het College tarieven gezondheids-zorg (CTG) uit 2005. Het geschil zag op hetbudget voor in 2003 door het Slotervaart-ziekenhuis geleverde zorg. Dit budget wordt

vastgesteld door CTG. De zorg komt voor reke-ning van de zorgverzekeraars.

Volledige zorg moet worden vergoed

Het CBb heeft het Slotervaartziekenhuis op tweepunten in het gelijk gesteld. Het eerste punt betreft de vraag of het Sloter-

993 slotervaartziekenhuis ten dele in het gelijk gesteld in budgetgeschil

ZenF-0708-06-n.qxd 12-10-2006 9:51 Pagina 69

stelsel

70 7/8-2006 > zorg & financiering

vaartziekenhuis in zijn budget voor 2003 (doormiddel van nacalculatie) de in 2003 geleverdezorgproductie volledig vergoed moet krijgen.Over dit budget bestond tussen het Slotervaart-ziekenhuis en zorgverzekeraars geen overeen-stemming. CTG had de vergoeding bepaald alsde productie in de tweede helft van 2002 ver-meerderd met één procent. Bij het Slotervaart-ziekenhuis was sprake van een herstelproces endaardoor was de zorgproductie toegenomen.Het CBb heeft geoordeeld dat de volledige in2003 gerealiseerde zorgproductie voor vergoe-ding in aanmerking moet komen. Gelet op derollen die zorgverzekeraars en zorginstellingenbij de totstandkoming van de tarieven (budget)hebben, hadden zorgverzekeraars de mogelijk-heid om de productie in 2003 van het Sloter-vaartziekenhuis te beperken. Zij hadden bij henverzekerde patiënten erop kunnen wijzen datdoor het Slotervaartziekenhuis verleende zorgniet zou worden vergoed of het Slotervaart-ziekenhuis kunnen bewegen verdere zorgverle-ning in 2003 te staken. Dit hebben zij nietgedaan. Omdat het Slotervaartziekenhuis tal-rijke meningsverschillen over voorgaande jarenhad met zorgverzekeraars vond het CBb dat vanhet Slotervaartziekenhuis niet kon worden ge-vergd dat het met hen in onderhandeling zoutreden om toestemming te krijgen voor de reedsgeleverde meerproductie 2003.

Hoogte loonkosten specialisten

Het tweede punt waarop het CBb het Sloter-vaartziekenhuis in het gelijk heeft gesteld betreftde voor vergoeding in aanmerking komendeloonkosten voor in dienst zijnde medisch speci-

alisten. Het CTG heeft naar het oordeel van hetCBb onvoldoende gemotiveerd waarom is uitge-gaan van lagere loonkosten dan die door hetSlotervaartziekenhuis met een accountantsver-klaring zijn gesteld.

Het beroep van zorgverzekeraars is op een juri-disch technisch punt gegrond verklaard.Bezwaren tegen de afwikkeling van het budgetmet betrekking tot 1998 had het CTG tenonrechte ongegrond verklaard. Deze bezwarenhadden niet-ontvankelijk moeten worden ver-klaard omdat over de afrekening over 1998 noggeen besluit was genomen.Voor het overige heeft het CBb de beroepen vanhet Slotervaartziekenhuis en de zorgverzeke-raars ongegrond geoordeeld.Het CTG moet nu een nieuw besluit nemenwaarbij wordt besloten op de twee punten diehet CBb onjuist heeft geoordeeld.

NVZ blij

De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen(NVZ) is verheugd dat er voor het Slotervaart-ziekenhuis nu een einde is gekomen aan eenjarenlange onduidelijkheid over het budget2003. Hoewel de uitspraak juridisch nog welverder geanalyseerd moet worden, beschouwtde NVZ de uitspraak verder als een belangrijkesteun in de rug bij haar opvattingen inzake dethans lopende discussie over een mogelijkemacrokorting.Bronnen: College van Beroep voor het bedrijfsleven,28 juli 2006 en bericht NVZ Ziekenhuizen, 2 augustus2006<

ZenF-0708-06-n.qxd 12-10-2006 9:51 Pagina 70