(9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

16
' 28 (Staiilttbeftiüoting vuur liet tlieiisL.ia.ir 1920. '2. 1. 10.) (9. I. 10.) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden Staatscommissiën met opgave van hunne same: voor zoover hieromtrent inlichtingen verschaft kunnen worden, va I. KeMOtieerende onder het Departement van Justitie. Staatscommissie, welke tot opdracht heeft der Regeering te dienen van advies over de vraag, welke aanvulling en wijziging het in hot Wetboek van Strafrecht aangenomen stelsel van bestraffing van bedelarij en landlooperij en de toepassing daar- van in de praktijk behoeven om een meer doeltreffende be- strijding van dat maatschappelijk euvel te verzekeren, onder bevoegdheid tevens haar gevoelen te doen kennen omtrent de bij dat wetboek getroffen voorziening ten aanzien van habitueele dronkenschap. Staatscommissie tot voorbereiding van du herziening van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Staatscommissie, aan welke is opgedragen: a. te onderzoeken of wijziging van de wet van 17 Novem- ber 1870 (Staatsblad n". '227), tot regeling der coöperatieve vereenigingen, aangevuld bij de wet van 7 Mei 1S78 (Staatsblad n°. 41) en gewijzigd bij de wet van 20 Januari 1896 (Staals- blad n°. 9). wenscbeUJk is, dan wel of eene nieuwe wet noodig moet worden geacht, een en ander mede in verband met het onderscheid tusschen coöperatieve en andere vereenigingen; b. te onderzoeken, of in verband met do onder a verstrekte opdracht wijziging in andere wetten wenschelijk is. 'i Sedert overleden. Verschillende leden van deze Staatscommissie zijn overleden, de daardoor opengevallen plaatsen zijn niet aangevuld, omdat die Commissie reeds zoover met haren arbeid was gevorderd, dat de ontbinding daarvan in overweging kon worden genomen, welke ontbinding Intusscben door bijzondere omstandigheden niet is gevolgd. mr. S. Gratama, raadsheer in don Hoogeu Raad der Nederlanden te 's Qravenhage, tevens voorzitter. mr. A. E. Bles, (destijds) raadadviseur bij het Departement van Justitie, lid tevens secretaris. (Van het secretariaat eervol ontheven bij Koninklijk besluit van 17 Mei 1019, n°. 75. Mevrouw mr. L. C. Schönfeld—L'olano, referendaris bij het Departement van Justitie te "s Graven hage, tevens secretaresse (benoemd bij Koninklijk besluit van 17 Mei 1919, n". 75). mr. A. Anema. hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. mr. 11. L. Druckcr, oud-hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, lid van de Tweede Kamer der Staten Genei aal, te 's Gravenhage. l ) mr. H. Hesse, raadsheer in het gerechtshof te Arnhem. mr. J. Limburg, advocaat en procureur, lid van do Tweede Kamer der Staten-Generaal, te "s Gravenhage. mr. B. O. J. Loder, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, te 's Gravenhage. jhr. mr. G. A. H. Michiels van Kossenirh. advocaat en procureur, te Roermond. jhr. mr. A. F. O. van Sasse van Y'sselr, raadsheer in het gerechts- hof, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. te 's Hertogenbosch. mr. I. A. A. Bosch, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, te 's Gravenhage, tevens voorzitter. A. A. Bajema, lid van het bestuur van den Bond van Coöpe- ratieve Zuivelfabrieken in Friesland, lid van Provinciale Staten van Friesland, te Warns. J. F. Berkvens, directeur der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, te Eindhoven. dr. .1. van Beurden, adviseur van dt ii Bond van Roomseh-Katholieke Middenstan dsvereentgin gen In het Bisdom 's Hertogenbosch, advi- seerend lid van het bestuur van den Roomsch-Katholieken Midden- standsbond, te Ileeswijk. G. J. D. C. Goedhart, voorzitter van den Nederlandschen coöpera- tieven Bond, te 's Gravenhage. W. Kakebeeke, voorzitter der coöperatieve beetwortelsuikerfabriek „Dinteloord" te Goos. U. G. Kooistra, adviseerend bestuuriid van de Federatieve vereeni- ging van bonden van coöperatieve zuivelfabrieken in Nederland gevestigd te 's Gravenhage, secretaris van den Rond van coöperatieve zuivelfabrieken in Friesland, te Leeuwarden. G. J. M. van Lingen, voorzittei van den Nederlandschen Roomsch- Katholieken Bond van Coöperatieve vereenigingen, te Amsterdam. / (Stu&Ubcgioutihg voor bel dienstjaar 1920. 2. 1. 10.) 29 stellingen, van de Koninklijke besluiten, waarbij de ('ommissiën werden in het leven geroeppen, en, den stand der aan bedoelde Commissiën opgedragen werkzaamheden. Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd ingesteld. Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden. 22 September 1903, n°. 51. 4 November 1911, n°. 40. In verband met de sedert tot stand gekomen Wet, houdende regeling betreffende de woon- wagens en woonschepen (Staatsblad 1918, n°. 492) wordt de ontbinding der commissie in over- weging genomen. De tweede lezing der verschillende boeken is afgeloopen en het ontwerp behoudens de eind- redactie derhalve gereed. Aan de samenstelling der Memorie van Toelichting wordt met kracht gewerkt: het algemeen gedeelte daarvan is ter definitieve vaststelling aan de leden toegezonden. 8 Juli 1919, n°. 35. De commissie is 18 Juli 1919 geïnstalleerd, en heeft hare werkzaamheden aangevangen.

Transcript of (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

Page 1: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

'

28 (Staiilttbeftiüoting vuur liet tlieiisL.ia.ir 1920. '2. 1. 10.)

(9. I. 10.) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden Staatscommissiën met opgave van hunne same: voor zoover hieromtrent inlichtingen verschaft kunnen worden, va

I. KeMOtieerende onder het Departement van Justitie.

Staatscommissie, welke tot opdracht heeft der Regeering te dienen van advies over de vraag, welke aanvulling en wijziging het in hot Wetboek van Strafrecht aangenomen stelsel van bestraffing van bedelarij en landlooperij en de toepassing daar-van in de praktijk behoeven om een meer doeltreffende be-strijding van dat maatschappelijk euvel te verzekeren, onder bevoegdheid tevens haar gevoelen te doen kennen omtrent de bij dat wetboek getroffen voorziening ten aanzien van habitueele dronkenschap.

Staatscommissie tot voorbereiding van du herziening van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Staatscommissie, aan welke is opgedragen: a. te onderzoeken of wijziging van de wet van 17 Novem-

ber 1870 (Staatsblad n". '227), tot regeling der coöperatieve vereenigingen, aangevuld bij de wet van 7 Mei 1S78 (Staatsblad n°. 41) en gewijzigd bij de wet van 20 Januari 1896 (Staals-blad n°. 9). wenscbeUJk is, dan wel of eene nieuwe wet noodig moet worden geacht, een en ander mede in verband met het onderscheid tusschen coöperatieve en andere vereenigingen;

b. te onderzoeken, of in verband met do onder a verstrekte opdracht wijziging in andere wetten wenschelijk is.

'i Sedert overleden.

Verschillende leden van deze Staatscommissie zijn overleden, de daardoor opengevallen plaatsen zijn niet aangevuld, omdat die Commissie reeds zoover met haren arbeid was gevorderd, dat de ontbinding daarvan in overweging kon worden genomen, welke ontbinding Intusscben door bijzondere omstandigheden niet is gevolgd.

mr. S. Gratama, raadsheer in don Hoogeu Raad der Nederlanden te 's Qravenhage, tevens voorzitter.

mr. A. E. Bles, (destijds) raadadviseur bij het Departement van Justitie, lid tevens secretaris. (Van het secretariaat eervol ontheven bij Koninklijk besluit van 17 Mei 1019, n°. 75.

Mevrouw mr. L. C. Schönfeld—L'olano, referendaris bij het Departement van Justitie te "s Graven hage, tevens secretaresse (benoemd bij Koninklijk besluit van 17 Mei 1919, n". 75).

mr. A. Anema. hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. mr. 11. L. Druckcr, oud-hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden,

lid van de Tweede Kamer der Staten Genei aal, te 's Gravenhage.l) mr. H. Hesse, raadsheer in het gerechtshof te Arnhem. mr. J. Limburg, advocaat en procureur, lid van do Tweede Kamer

der Staten-Generaal, te "s Gravenhage. mr. B. O. J. Loder, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden,

te 's Gravenhage. jhr. mr. G. A. H. Michiels van Kossenirh. advocaat en procureur,

te Roermond. jhr. mr. A. F. O. van Sasse van Y'sselr, raadsheer in het gerechts-

hof, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. te 's Hertogenbosch.

mr. I. A. A. Bosch, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, te 's Gravenhage, tevens voorzitter.

A. A. Bajema, lid van het bestuur van den Bond van Coöpe-ratieve Zuivelfabrieken in Friesland, lid van Provinciale Staten van Friesland, te Warns.

J. F. Berkvens, directeur der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, te Eindhoven.

dr. .1. van Beurden, adviseur van dt ii Bond van Roomseh-Katholieke Middenstan dsvereentgin gen In het Bisdom 's Hertogenbosch, advi-seerend lid van het bestuur van den Roomsch-Katholieken Midden-standsbond, te Ileeswijk.

G. J. D. C. Goedhart, voorzitter van den Nederlandschen coöpera-tieven Bond, te 's Gravenhage.

W. Kakebeeke, voorzitter der coöperatieve beetwortelsuikerfabriek „Dinteloord" te Goos.

U. G. Kooistra, adviseerend bestuuriid van de Federatieve vereeni-ging van bonden van coöperatieve zuivelfabrieken in Nederland gevestigd te 's Gravenhage, secretaris van den Rond van coöperatieve zuivelfabrieken in Friesland, te Leeuwarden.

G. J. M. van Lingen, voorzittei van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Bond van Coöperatieve vereenigingen, te Amsterdam.

/

(Stu&Ubcgioutihg voor bel dienstjaar 1920. 2. 1. 10.) 29

stellingen, van de Koninklijke besluiten, waarbij de ('ommissiën werden in het leven geroeppen, en, den stand der aan bedoelde Commissiën opgedragen werkzaamheden.

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

22 September 1903, n°. 51.

4 November 1911, n°. 40.

In verband met de sedert tot stand gekomen Wet, houdende regeling betreffende de woon-wagens en woonschepen (Staatsblad 1918, n°. 492) wordt de ontbinding der commissie in over-weging genomen.

De tweede lezing der verschillende boeken is afgeloopen en het ontwerp behoudens de eind-redactie derhalve gereed. Aan de samenstelling der Memorie van Toelichting wordt met kracht gewerkt: het algemeen gedeelte daarvan is ter definitieve vaststelling aan de leden toegezonden.

8 Juli 1919, n°. 35. De commissie is 18 Juli 1919 geïnstalleerd, en heeft hare werkzaamheden aangevangen.

Page 2: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

.10 (Staatabejrrootinft voor liet dienstjaar 192!). r. 100

OMSCHRIJVING DER COMMISSIE. NAMEN DKK LEDEN.

Staatscommissie, welke tot opdracht heeft te overwegen hoe in het belang eener goede rechtsbedeeling ware te geraken tot wegneming van onjuistheden en aanvulling van leemten, waar-van in en door de practijk algemeen erkend wordt, dat zij als zoodanig voorkomen in de Nederlandsche burgerlijke wetgeving (Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Koophandel en Faillisse-mentswet, en Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

Ch. Miseroy, voorzitter van de Broederschap van Notarissen in Nederland, notaris te Amsterdam.i

A. G. Mulder, voorzitter van liet bestuur van «Je coöperatieve stroocartonfabriek „de Vrijheid" te Ommelanderwijk.

W. Nijkamp H.Gzn., directeur san het centraal bureau uit het Nederlandscli Landbouw-Comité te Enschedé.

Joh. Obbink, secretaris van den Coöperatieven Bond van landbouw-aan- en verkoopvereenigingen voor Gelderland, aangesloten bij de Geldersch-Overijselsche maatschappij van landbouw ("bij verkorting B. A. G.) te Aalten.

mr. dr. M. Polak, raadsheer in het Gerechtshof te Amsterdam. mi. J. M. I. A. Simons, administrateur lij het Departement van

van Justitie te 's Gravenhage. dr. D. A. Sloos, voorzitter van den Bond van Nederlandsche Arbeiders

Coöperaties, te Amsterdam. mr. P. W. H. Truijen, oud lid van het bestuur en oud-rechtskundig

adviseur van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven, Inspecteur van het lager onderwijs in de Eerste Inspectie te Roermond.

mr. J. Verdam, directeur der Coöperatieve Spaar* en Voorschotbank „Boaz". advocaat en procureur te Amsterdam.

P. T. Vos, notaris, oud lid van Provinciale Staten v.ui Gelderland, te Lichten voorde.

W. Warnaar, voorzitter van de afdeeling Zuidholland van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond. lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland, te Sassenh°im.

C. L E. Molier, commies aan het Departement van Justitie te 'a Gravenhage. als secretaris.

A. Semplonius. doctorandus in de rechten, te 's Gravenhajre: als secretaris.

mr. O. Gezelle Meerburg, rechtsgeleerd hoofdambtenaar der Coöpe-ratieve Centrale Raiffeisen-Bank gevestigd te Utrecht, rechtsgeleerd adviseur van de Coöperatieve Landbouwbeurs, advocaat te Utrecht.

mr. 0. P. Zaaijer, oud voorzitter van het Koninklijk Nederlandsch Landbouwcomité te 's Gra%'enhage.

mr. •!. Kappeyue van de Coppello. lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal, advocaat en procureur, te Amsterdam, tevens voor-zitter.

mevrouw mr. I.. C. Schönfeld-Polano, referendaris aan het Depar-tement van Justitie, te 's Gravenhage, tevens algemeen secretaresse.

mr. F. .1. Bolsius, president van de arrondisements-rechtbank te Roermond:

mr. P. Coninck Westenberg, president van de arrondissements-rechtbank te Amsterdam.

mr. P. Dieleman, lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland, advocaat en procureur te Middelburg.

mr. J. Limburg, lid van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, advocaat en procureur te 's Gravenhage.

mr. R. II. Loeft', president van de arrondisseinents-iechtbank te 's Hertosrenhosch.

mr. M. Mendeln, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, adv<>i;t;it en procureur te Amsterdam.

prof. mr. W. L P. A. Molengraaf!', oud-hoogleeniar aan de liijks-rjniversiteit te Utrecht, te Rotterdam.

Bijlagr K Tweede Kamer. (Staatsbegiooting voor het dienstjaar 1920. 2. I . 10.)

-' '

31

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

13 September 1919, n°. 51. De commissie is 4 October 1919 geïnstalleerd en heeft eene aanvang gemaakt met hare werk-zaamheden.

Handelingen der Staten-Generaal. Biilacren. 1319—1920.

Page 3: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

32 (Staatsbetfrootintf Voor het dienstjaar 1920. 10.)

II. Ressorteerende onder het Departement van Binnenlandsche Zaken.

Staatscommissie inzake maatregelen ter bestryding van het zedelyk en maatschappelijk gevaar hetwelk aan bioscoopvoor-stellingen verbonden is.

Staatscommissie voor eene herziening der Gemeentewet.

mr. P. I. du Pui, kantonrechter te Zwolle. prof. mr. J. Ph. Suijling, hoogleeraar aan de Kijks-Universiteit te

Utrecht.

mr. H. van der Vegte, rechter-plaatsvervanger en advocaat-procureur te Zwolle.

mr. dr. L. E. Visser, raadsheer in den Hoogen Raad der Neder-landen te 's Gravenhage.

C. L. E. Molier, commies aan het Departement van Justitie, te 's Gravenhage. adjunct-secretaris.

mr. J. Offerhaus, advocaat en procureur te Amsterdam, adjunct-secretaris.

C. P. M. Romme, doctorandus in de rechtswetenschap te Amster-dam, adjunct-secretaris.

mr. H. Sanders, advocaat en procureur te Rotterdam, adjunct-secretaris.

Lid en voorzitter: mr. R. B. Ledeboer, advocaat-generaal bij den Hoogen Raad.

Leden: J. Bemelmans, redacteur van tooneel en bioscoop, leeraar te Rolduc. mr. J. V. van Dijck, raadadviseur bij het Departement van Justitie. H. ter Hall, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. mevrouw M. Hugenholtz—Zeeven te 's Gravenhage. mr. J. Limburg, lid van Gedeputeerde Staten van Zuidholland; J. van der Molen Tz., lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. mr. Th. M. G. Treussard, ridder van Rappard, inspecteur van het

Rijkstucht" en opvoedingswezen. S. L. Veenstra, inspecteur der reclasseering bij het Departement

van Justitie. mr. A. de Graaf, te Utrecht. dr. W. W. van der Meulen.

's Gravenhage. Secretaris:

lid van den raad der gemeente

mr. H. Dooyeweerd Hzn., commies aan het Departement van Arbeid.

Lid en voorzitter: mr. J. Oppenheim, lid van den Raad van State.

Lid en ondervoorzitter: mr. dr. F. A. C. graaf van Lijnden van Sandenburg, Commissaris

der Koningin in Utrecht. Leden:

jhr. mr. D. J. de Geer, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. mr. D. A. P. N. Kooien, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. mr. \V. M. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. dr. J. van Leeuwen, oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. .1. W. C. Tellegen. burgemeester van Amsterdam.

Secretaris: mr. dr. J. J. Boasson, referendaris ter gemeentesecretarie te

s Gravenhage. Adjunct-secretaris:

mr. F. G. 0. J. M. Teulings te 'sHertogenbosch.

(Staatsbegrootiny voor het dienstjaar 1920. 2 . I . 10.) 33

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

2 November 1918, n°. 110.'

6 December 1918, n°. 7.

De Commissie is met haien arbeid nog niet gereed.

Al.svoren.

Page 4: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

S4 (Staatsbetfi-ootiiiK voor het dienst ja«ir 1920. '2. I . 10.)

OMSCHRIJVING DER COMMISSIE.

Staatscommissie inzake de bezoldiging van de burgemeesters en ambtenaren en werklieden in dienst der gemeenten.

NAMEN DER LEDEN.

Staatscommissie tot voorbereiding van eene herziening der Grondwet.

Staatscommissie wier taak is omschreven in artikel 1 der Crisis-enquêtewet 1918 (Staatsblad n°. 559).

Lid en voorzitter: P. J. Raaijmakers te Overveen.

Lid en ondervoorzitter: A. L. G. H. M. Coenen, burgemeester van Roosendaal. H. Pollema te Sneek. mr. L. N. Roodenburg te 's Gravenhage.

Leden: L. Hoejenbos te 's Gravenhage. M. J. de Jongh te Delft. M. G. J. Kempers, burgemeester van Harderwijk. P. Lommen, burgemeester van Castricum. Th. Pels, gemeentesecretaris van 's Hertogenbosch. B. Holtrop te 's Gravenhage. W. C. Luberti te Amsterdam. H. M. Kempenaar te 's Gravenhage. A. B. Michielsen, burgemeester van Haarlemmerliede en Spaarn-

woude. N. van Hinte te Amsterdam. G. J. A. Wesselingh te Amsterdam. L. F. Guit te 's Gravenhage. W. van der Have te Rotterdam. A. L. van Beusekom, commissaris van politie te Wageningen. P. Harrebomeé, hoofd-inspecteur van politie te Amsterdam. W. L. H. Koster Hencke te Harderwijk. E. van Duin te Rotterdam. H. E. van Geelen, te Amsterdam.

Lid en secretaris: mr. T. J. Verschuur te Breda.

Adjunct secretarissen: A. H. Koenot te Amsterdam. H. Robin te 's Gravenhage. dr. D. Hoek te 's Gravenhage.

Lid en voorzitter: de Minister van Binnenlandsche Zaken.

Algemeen secretaris met adviseerende stem: mr. J. B. Kan. Secretaris-Generaal in algemeenen dienst.

Leden: mr. A. Anema, .hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. jhr. mr. D. J. de Geer, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. mr. J. Kappeyne van de Coppello, lid van de Eerste Kamer der

Staten-Generaal. mr. J. Limburg, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. .1. H. A. Schaper, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. mr. dr. A. H. Struycken. lid van den Raad van State.

Adjunct-secretaris: mr. I. J. Bloem te Leiden.

Lid en voorzitter: jhr. mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, oud lid van de Tweede

Kamer der Staten-Generaal. te 's Hertogenbosch. Leden:

W. Bos, oud-wethouder der gemeente Groningen, te 's Gravenhage. L. J. H. Eversen, controleur van de grondbelasting, te Groningen.

Bijlage A.

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

» December 1918. n". 09.

20 December 1918. n°. 78.

8 Januari L919. B°. 48.

Tweede Kamer. (Stontftbefrruoting TOOT hel dienstjaar 1920. 2> I . 10.) 88

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

De Commissie is met haren arbeid nog niet gereed.

Alsvoien.

De publicatie van hot eerste verslag' door de commissie overeenkomstig artikel 1"> dei Crisis-enquêtewet 1918 (Staatsblad n". 559i uitgebracht, wordt voorbereid.

Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1919—1920.

Page 5: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

86 (Staatsbegrootiiifr voor het dienstjaar ]9~U. '1, I. 10.;

Staatscommissie voor het alcoholvraagstuk.

B. J. Gerretson. oud lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te Rotterdam.

J. N. Hendrix, lid van den gemeenteraad, te Amsterdam. D. Koeleman, oud burgemeester, te 's Gravenhage. A. Kooien, te Amsterdam. jhr. mr. D. E. van hennep, lid van Gedeputeerde Staten van

Noord-Holland, te Heemstede. mr. H. .1. Nieboer, lid van den gemeenteraad, te 's Gravenhage. A. C. van Rijk. voorzitter van het Comité van graanhandelaren.

te Rotterdam. (K.B. 28 Augustus 1919, nn. 1011. mr. H. van der Vegte. lid van Gedeputeerde Staten van Over-

ijssel. te Zwolle. H. de Wilde, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, te

's Gravenhage. Lid en secretaris:

W. O. A. Koster, oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene-raal, te 's Gravenhage.

Adjunct secretarissen : jhr. mr. F. J. M. van Xispen tot Sevenaer te 's Hertogenbosch. mr. ('. .1. Heemskerk, te 's Gravenhage. jhr. R. T. Groeninx van Zoelen.

Lid en roorzitter: J. C. L. van der Lande, oud lid van de Eerste Kamer der Staten-

Generaal te Fbbergen. Lid ril onder -roorzitter:

mr. V. EL Rutgers. lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Leden :

H. Anielink. secretaris van het Christelijk Nationaal Vakverbond te Rotterdam.

jhr. mr. E. A. van Beresteyn, lid van de Tweede Kamer der .Staten-Generaal.

E. G. van den Bovenkainp. inspecteur der directe belastingen en accijnsen te Schiedam.

mr. di. (i. W. 1. Bruins, hoogleeraar aan de Xederlandsche Handels-hoo?eschool te Rotterdam.

A. H. Gerhard, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. P. H. van Groningen. t3 Deventer. ]jd van het Hoofdbestuur dei-

Maatschappij van Nijverheid. H. O. M. Hermans, üd van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, E. Kupers. tweede-secretaris van het Nederlandse!] Verbond van

Vakvereenigingerj te Amsterdam. S. A. Maas. directeur van de N.v. Distilleerder^], v.h. Simon

Rynbende en zonen te Schiedam. P. van der Heulen, voorzitter van de Nederlandschr Vereeniging

tot afschaffing van alcoholhoudende dranken, inspecteur der directe belastingen en acctJnsen te Leeuwarden.

B. L. A. M. van Ogtrop. lid der lirma Wynand Fockink. likeurstoker te Amsterdam.

J. van Rijzewijk. voorzitter van het R. K. Vakbureau, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Ed. Schurmann. onder-voorzitter van den Middenstandsbond te Rotterdam.

I.. Simonis. secretaris van Sobriëtas. te 's Hertogenbosch. professor dr. I. R. Slotemaker de Bruine te Utrecht, voorzitter

van Eukrateia.

(Sla;itsbegrooting voor het dienstjaar 1920. i. I. 10.) 87

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, K o | . t o v , . r z i ( .n t v a n d e t J s t a n d d e r ; i a n d e Commissie opgedragen werkzaamheden, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

<

6 Maart 1919, n". 16. De Commissie is met haren arbeid nog niet gereed.

Page 6: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

38 (Staatabegrooting roor lift dienatjaar 1020. 2. I . 10.)

OMSCHRIJVING DER COMMISSIE. NAMEN DEK LEDEN.

III. Ressorteerende onder het Departement van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen.

Staatscommissie tot het ontwerpen van wettelijke voor-schriften ten aanzien van de voorziening in de kosten van het openbaar en bijzonder onderwijs, waardoor de deugdelijk-heid en de krachtige vooruitgang van het onderwijs der jeugd wordt verzekerd, onder behoud van de opvoedkundige zelfs-tundigheid van het bijzonder onderwijs.

Staatscommissie, aan welke is opgedragen een onderzoek in te stellen en rapport uit te brengen omtrent hetgeen hier te lande reeds geschiedt in het belang van de ontwikkeling der

mr. dr. F. W. .). G. Snijder van Wissenkerke, algemeen voorzitter van den Volksbond tegen drankmisbruik.

dr. N. L. Söhngen. hoogleeraar aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen. £

Abr. Staalman, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, directeur van het bureau van advies van den Nederlandschen Bond van Kofflehuis-, en Restauranthouders en Slijters.

C. .1. G. Struycken, tweede-voorzitter van den Roomsch Katholieken Middenstandsbond te 's Gravenhage.

J. Tak, directeur der gistfabriek .,Hollandia" te Schiedam. dr. F. G. Waller, president-directeur der Nederlandsche Gist en

Spiritusfabriek te Delft. Wilh. Richters, wijnhandelaar te 's Gravenhage.

Lid en secretaris: Th. W. van der Woude, leider van het medisch consultatiebureau

voor alcoholisme te Amsterdam. Lid in adjunct-secretaris:

mr. J. J. A. Bakker, reserveeerste-luitenant, advocaat en procureur, rechtskundig adviseur van de Haagsche afdeeling van de Katholieke Reclasseeringsvereeniging te 's Hertogenbosch.

Lid en voorzitter: dr. D. Bos, lid van de Tweede Kamer der Staten-Gcneraal (overleden);

Lid en ondervoorzitter: jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman. Minister van Staat, lid van

de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Leden:

mr. W. H. de Beaufort, lid van de Tweede Kamer der Staten. Generaal (overleden).

Th. M. Ketelaar, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. K. ter Laan, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. mr. Th. H. de Meester, lid van de Tweede Kamer der Staten-

Generaal. J. v. d. Molen Tzn., lid van de Tweede Kamer dei Staten-Generaal. dr. W. H. Nolens, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. A. Roodhuyzen, oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. mr. P. J. Troelstra, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. mr. M. Tydeman jr., lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

(overleden). mr. R. van Veen, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. C. v. d. Voort van Zijp, lid van de Tweede Kamer der Staten-

Generaal. mr. A. J. M. J. baron van Wijnbergen, lid van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal. Secretaris:

jhr. mr. C. Feith, thans secretaris-generaal bij het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.

Adjunct-secretaris: jhr. mr. dr. W. D. de Jonge, thans hoofdcommies bij het Departement

van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen.

Lid en voorzitter: mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen, lid van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal te Utrecht.

Biji^^cJ A.

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit. waarbij de Commissie werd

ingesteld.

31 December 1913, n°. 10.

18 Juni 1917, n°. r,8.

Tweede Kamer. (Stü.'tsbegrooting voor het dienstjaar 1920. 2. I . 10.) 39

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

De Commissie is nog niet ontbonden.

Als eerste vrucht van haren arbeid heeft de Commissie ingediend eene verzameling van rapporten, aan haar uitgebracht door organisaties, welke ten bate van de ontwikkeling der oudere jeugd werkzaam zijn. Haar eindrapport is spoedig te verwachten.

Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1919—1920.

Page 7: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

40 (8taat«begrooting voor het dienstjaar l'J'M. '1. I. 10.)

OMSCHRIJVING DER COMMISSIE. NAMEN' DER LEDEN.

jeugdige personen, daaronder te verstaan de jongens en meisjes van dertien tot achttien jaar, en, zoo daartoe aanleiding blijkt te bestaan, hieraan voorstellen toe te voegen.

Staatscommissie, welke zal hebben na te gaan. of. — en zoo ja, — op welke wijze eene wettelijke regeling van het handelsonderwijs en het accountants wezen, behoort te worden getroffen, met bepaling, dat het door haar daaromtrent uit te brengen verslag vergezeld zal gaan van een beredeneerd voorstel, bevattende de uitwerking van hare denkbeelden in den vorm van een of meer ontwerpen van wet.

Staatscommissie, aanjl welke is opgedragen te onderzoeken wat van Staatswege kan worden verricht tot verbetering van liet lot van blinden en halfblinden.

J. v. d. Molen Tzn., lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal i te Rotterdam.

mr. H. W. Biaupot ten Cate, schoolopziener in het arrondissement j Arnhem te Arnhem

H. Th. Cox te Antersfoort, directeur der Holhtndsche Stoomboot" j Maatschappij te Amsterdam.

t lAd en secretaris:

A. H. Gerhard, lid van de Tweede Kamer dei Staten-Generaal te i Laren IN.-H.I.

Adjum t-secretnris: mr. H. van Haeringen re Rotterdam (na ontslag van mr. M. v. d. j

Feen te 's Gravenhage).

Lid in voorzitter: mr. F. S. van Nierop, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

te Amsterdam. Leden:

mr. dr. G. W. J. Bruins, boogleeraar aan de Handelahoogeschool ' te Rotterdam.

11. Burgmans Czn.. accountant te 'sGravenhage. 8. P. van Leghen te Amsterdam. dr. P. Fockens, oud*inspecteur van het M. o. te 's Gravenhage. i. G. de Jongh, hoogleeraar aan de handelshoogeschool te Rotterdam. Th. Limperg jr.. accountant te Amsterdam. mr. W. L. P. A. Molengraaff. oud-hoogleeraar aan de Rijks-Univer- j

siteit te Utrecht, te Rotterdam. .1. Polak, • accountant te Rotterdam. G. Smits, accountant te Haarlem. <;. F. Stork te Hengelo iO.). W. Toose, directeur eoner openbare handelsschool te Rotterdam. H. C. Verbeek, leeraar aan de bijzondere handelsschool te Rolduc. J. G. C. Volmer, buitengewoon hoogleeraar aan de Handelshooge- j

school te Rotterdam, re 's Gravenhage. 1. Uzelnian. directeur eener openbare handelsschool te Amsterdam. mr. L'. Bouwman, hoofd vai\ het bureau voor den accoutantsdienst

der directe belastingen te 's Gravenhage. M. v. Overeem, directeur der hoogere burgerschool met 3-jarigen

cursus en daaraan verbonden handelsschool met 2-jarigen cursus te Utrecht.

Lid en secretarie: mr. dr. H. ^. D. van Lier, secretaris van de Kamer van koop-

handel en fabrieken te Rotterdam. Adjunct-secretarissen:

mr. N. E. Fockens te Utrecht en D. Stigter te Bussum. '

Lid en voorzitter: mr. G. W. baron van der Feltz, lid van de Eerste Kamer der

Staten-Generaal te Assen. Leden: '

Th. M. Ketelaar, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te Amsterdam.

J. G. Scheurer, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te Ermelo.

dr. A. H. J. Belzer, directeur van het instituut tot onderwijs van blinden t« Amsterdam.

(Stoatubegrouting voor bet dienstjaar [9W). 2. I. 10.) 41

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

16 Mei 1918, n°. 72.

27 Maart 1916, n°. 70.

Verwacht mag worden, dat de commissie binnen niet t« langen tijd met haar arbeid gereed zal komen.

De Commissie heeft rapport uitgebracht, maar is nog niet ontbonden.

\

Page 8: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

42 (StaMsbeo-rootiiig: voor het dienstjaar 1920. '1. I. 10.)

OMSCHRIJVING DER COMMISSIE. NAMEN DEK LEDEN.

Rijkscommissie van Advies inzake reorganisatie van het Museumwezen hier te lande. (Rijkscommissie voor het Museum-wezen).

L. te Wechel. voorzitter van den Nederlandschen Blindenbond te Rotterdam.

M. C. v. d. Wielen oud rector van de R. K. Blindeninrichtingen te Grave.

Lid en secretaresse: jvr. mr. J. A Baronnesse van Verschuer te 's-Uravenhage.

Lid en voorzitter: mr. M. I. Dnparc, chef der afdeeling Kunsten en Wetenschappen

bij liet Departement van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen te "s Gravenhage.

Lid en ondervoorzitter: F. Schmidt Dégener, directeur van het museum Boymans te

Rotterdam. Lid en Mcrttarii:

dr.C. Hofstede de Groot, oud-directeur van 's Rijks Prentenkabinet en lid van de Commissie van Toezicht op het Frans Hals museum te Haarlem, te 's Gravenhage en prof. dr. W- Martin, buitengewoon hooglePraar in de Kunstgeschiedenis aan de Rijks Universiteit te Leiden en directeur van het Koninklijk Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis) te 's Gravenhage.

Leden : jhr. H. Teding van Berkhout, directeur van's Rijks Prentenkabinet,

voorzitter der Rijks commissie voor het architectuurmuseum en secretaris dei' vereeniging „Rembrandt" te Amsterdam.

dr. A. Bredius. adviseur van Int Koninklijk Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis) te 's Gravenhage.

S. de Clercq, architect te 's Gravenhage. dr. H. E. van Gelder, directeur van den dienst van Kunsten en

Wetenschappen der gemeente 's Gravenhage. dr. .1. H. Holwerda, directeur van 's Rijks Museum van Oudheden

te Leiden. C. G. 't Hooft, conservator van tiet museum Fodor. lid van het

dagelijksch bestuur van het Nederlandsch Historisch Scheepvaart museum te Amsterdam.

dr. H. H. Juynboll. directeur van 's Rijks Ethnographiscb museum te Leiden.

Willy Martens, directeur van het museum H. W. Mesdag te 's Gravenhage.

A. W. M. Mensing, waarnemend conservator van het Nederlandsch Historisch Scheepvaart museum te Amsterdam.

mr. dr. 8. Muller Fzn. Rijksarchivaris in «te provincie Utrecht, te Utrecht.

M. van Notten, directeur van het Nederlandsch museum van Geschiedenis en Kunst, lid van de Commissie van Toezicht op de Rijksaradamie van Beeldende Kunsten te Amsterdam.

jhr. B. W. F. van liiemsdijk. hoofddirecteur van 's Rijks museum, directeur van 's Rijks Museum van Schilderden te Amsterdam.

T. B. Roorda, tijdelijk conservator bij 's Rijks Bthnographisch museum te Leiden.

prof. jhr. dr. .1. SLx, hoogleeraar in de kunstgeschiedenis aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam voorzittei der Commissie van Toezicht op het Rijks museum.

prof. dr. Jan Veth. buitengewoon hoogleeraar aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, te Bussum.

prof. dr. W. Vogelsang. hoogleeraai in de Kunstgeschiedenis aan de Rijks Universiteit te Utrecht en (.'. W. H. Baard, conservator van het Stedelijk Museum te Amsterdam.

Adj. teerttorii: P. Visser, commies bij het Departement van Onderwijs. Kunsten

en Wetenschappen te 's Gravenhage.

Bijlage . Tweede Kamer. (Staatsl>egiootin<r voor het dienstjaar 1920. 2. I . 10.) 48

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

5 Februari 1919, n°. 62. De Commissie heeft in Maart hare werkzaamheden aangevangen.

Handelingen der Staten-Generaal. Hiilaren. 1919—1920.

Page 9: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

44 (Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1920. 2. I . 10.)

OMSCHRIJVING DER COMMISSIE. NAMEN DER LEDEN.

Rijkscommissie voor de dramatische kunst.

IV. Ressorteerendt onder het Departement van Financiën. Staatscommissie, welke tot opdracht heeft eene regeling

te ontwerpen van het pensioenrecht der burgerlijke ambte-naren en der andere groepen van niet-militaire pensioenge-rechtigden, alsmede van dat hunner weduwen en weezen.

Lid en voorzitter: Jhr. mr. C. Feith, secretaris-generaal bij het Departement van

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te 's Gravenhage. Lid en ondervoorzitter:

J. de Meester, letterkundige en redacteur van de Nieuwe Rotter -damsche Courant te Rotterdam.

Lid en secretaris: J. Meihuizen, directeui der N. V. het Gebouw van Kunsten en

Wetenschappen en lid van het hoofdbestuur van het Nederlandsch Tooneelverbond te 's Gravenhage.

Leden: J. van Andel, directeur der Christelijke Hoogere burgerschool te

's Gravenhage. prof. mr. A Anema, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te

Amsterdam. G. G. van As, letterkundige en lid der hoofdredactie van het

dagblad de Nederlander te 's Gravenhage. S. Bruysten, hoofdredacteur van het dagblad de Residentiebode te

's Gravenhage. mr. A. J. L. van Beeck Calkoen, referendaris bij het Departement

van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen te 's Gravenhage. H. Heyermans, tooneelschrijver en directeur der N. V. „ Tooneel •

vereeniging" te Amsterdam. mevrouw B. Holtrop-van Gelder, tooneelspeelster bij de Koninklijke

vereeniging „Het Nederlandseh Tooneel" te Amsterdam. W. van Korlaar jr. adjunct-directeur-gérant bij de Koninklijke

vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel" te Amsterdam. F. Lapidoth, letterkundige en redacteur van het dagblad de Nieuwe

Courant te 's Gravenhage. A. Laudy, hoofdredacteur van het dagblad de Tijd te Amsterdam. prof. jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, hoogleeraar aan de

Rijks Universiteit te Utrecht. C. v. d. Lugt Melsert, directeur der N. V. „Het Hofstad Tooneel"

te 's Gravenhage. mevrouw T. van Rijn-Naeff, letterkundige te Dordrecht. A. Roodhuyzen, oud-lid van de 2de Kamer der Staten-Generaal

te 's Gravenhage. dr. W. Royaards, directeur van de N. V. „Het Tooneel" te

Amsterdam. dr. F. Rutten, letterkundige te Geulle. dr. J. F. M. Sterck, Regeeringsvertegenwoordiger in de commissie

van beheer en toezicht op de tooneelschool te Amsterdam, te Heemstede.

mevrouw A. Tartaud-Klein, tooneelspeelster bij de N. V. „Het Rotterdamsch Tooneel" te Rotterdam.

dr. C. J. Vinkesteyn, inspecteur der gymnasia, oud-lid van het hoofdbestuur van het Nederlandsch Tooneelverbond te 's Gravenhage.

Jan C. de Vos sr., tooneelspeler bij de N. V. „Tooneelvereeniging" te Amsterdam.

Adjun etsecretaris: J. de Visser te 's Gravenhage.

Voorzitter: mr. Th. H. de Meester, lid van den Raad van State.

Leden: J. N. Elenbaas, lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland.

(Staatebegrootiag voor het dienstjaar 1920. 2. I . 10.» 45

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

\-

19 Maart, 1919, n°. 53.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

De Commissie heeft het eerste gedeelte van haar rapport uitgebracht.

^

8 November 1915, n°. 38. De Commissie is nagenoeg met hare werkzaamheden gereed en hoopt binnen zeer korten tijd hare voorstellen aan Hare Majesteit de Koningin te kunnen aanbieden.

Page 10: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

46 (Staattbegrooting voor het dienstjaar 1920. 2. I . 10.)

OMSCHRIJVING DER COMMISSIE.

V. Ressorteerende onder het Departement van Oorlog. Staatscommissie tot het instellen van een onderzoek tot be-

vestiging der overtuiging omtrent de noodzakelijkheid van de geldelijke en persoonlijke lasten voor de verdediging des lands op het volk gelegd.

VI. Ressorteerende onder het Departement van Waterstaat. Staatscommissie, ingesteld ten einde der Regeering te dienen

van advies omtrent de wettelijke regels, welke ten aanzien van het waterstaatsbestuur behooren te worden gesteld, en omtrent de volgorde, waarin aan de daartoe betrekkelijke voorschriften der Grondwet behoort te worden voldaan.

NAMEN DER LEDEN.

J. C. Mulder, oud-directeur van het Weduwen* en Weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren en van het pensioenfonds voor de ge-meenteambtenaren.

dr. D. Snoeck Henkemans, bezoldigd lid van den verzekeringsraad, te 's Gravenhage.

prof. mr. J. Ph. Suyling, hoogleeraar, te Utrecht. mr. N. G. van Taack Tra Kranen, secretaris van de pensioenraden. mr. L. J. A. Trip, thesaurier-generaal bij het Departement van

Financiën. dr. B. Turksma, chef van het pensioenbureau der gemeente

Amsterdam. jhr. mr. G. C. von Weiier, administrateur hij liet Departement van

Financiën. W. P. Zeilmaker, oud-voorzitter van de Pensioenvoreeniging van

burgerlijke ambtenaren. Lid en secretaris:

mr. dr. A. L. Scholtens, secretaris-generaal van het Departement van Arbeid.

H. W. A. Zoot, wiskundig adviseur bij het weduwen- en weezen-fonds voor burgerlijke ambtenaren werd uitgenoodigd om als adviseerend lid de vergaderingen der commissie bij te wonen.

Adjunct-secretaris: mr. E. G. van Bisselick, commies bij de Pensioen raden.

Lid en voorzitter: vacature:

Leden: L. F. Duymaer van Twist, lid van de Tweede Kamer der Staten-

Generaal. jhr. mr. D. J. de Geer, lid van de Tweede Kamer derStaten-Generaal. K. ter Laan, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. mr. H. P. Marchant, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. A. C. A. van Vuuren, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 3 vacaturen:

Adviseerende leden: jhr. L. M. A. von Schmid, gepensionneerd kolonel der infanterie. P. J. P. van der Steur, reserve-majoor der genie. J. H. G. Vermeer, majoor der militaire administratie (tijdelijk

adviseerend lid). J. C. J. B. A. de Josselin de Jong, met den rang van luitenant-kolonel

gepensionneerd kapitein der mariniers, tevens algemeen secretaris. Secretarissen:

J. Loeff, kapitein der militaire administratie. A. de Bruin, kapitein der jagers.

Lid en Voorzitter. A. Deking Dura.

Leden. prof. mr. A. C. Visser van IJzendoorn. mr. E. Fokker. mr. dr. C. J. H. Schepel, mr. dr. van Gelein Vitringa.

.'

Bijlage A. Tweede Kamer. (Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1920. 2. I . 10.) 47

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie weid

ingesteld.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

12 December 1910. n°. 56.

21 April 1892, n°. 4.

\

De Commissie zette hare werkzaamheden voort. Zij bood, naar aanleiding van een door haar ingesteld onderzoek met betrekking tot verschillende onderwerpen, welke rechtstreeks verband houden met den mobilisatietoestand, op 21 Octobcr 1918 aan H. M. de Koningin een verslag aan inzake het onderwerp „Waarnemingen bij de gemobiliseerde landmacht".

Overeenkomstig de adviezen der Commissie zijn: 1. bepalingen vastgesteld omtrent verveningen (Wet van 13 Juli 1895. Staatsblad n°. 113) p 2. ter uitvoering van artikel 191 der Grondwet regels gesteld volgens welke de besturen van

waterschappen, veenschappen en veenpolders in het huishoudelijk belang van die instellingen verordeningen kunnen maken (Wet van 20 Juli 1895, Staatsblad n°. 139);

3. regels gesteld tot opheffing van belemmeringen bij de uitvoering van werken, in het openbaar belang bevolen of ondernomen, uit de bepalingen van verordeningen voortspruitende iWet van 23 Mei 1899. Staatsblad n°. 129):

Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1919—1920.

Page 11: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

48 (Staatsbegrooting voor liet dienstjaar 1920. 2. I . 10.)

OMSCHRIJVING DEK COMMISSIE. NAMEN ,̂ DER LEDEN.

Staatscommissie, ingesteld om een onderzoek in te stellen omtrent het vraagstuk der droogmaking van de plassen beoosten de Vecht.

Staatscommissie, ingesteld om ter voorbereiding van werken, welke, ter verbetering van het spoorwegverkeer, van het stads-verkeer en van het verkeer te water in verband met de daar-mede samenhangende handelsbeweging in en nabij Rotterdam, zullen moeten totstandkomen, de onderscheidene belangen in verband met elkander te overwegen en in hoofdtrekken omtrent aard en volgorde der te verrichten werken te adviseeren.

mr. dr. <;. \V. J. Bruins. M. C. E. Bongaerts. jhr. mr. dr. L. II. N. Bosch ridder van Rosenthal. H. W. J. Mol. .jhr. mr. B. W. Th. Sandberg. mr. dr. S. Sijbenga. D. T. Wouda. 0. A. Jolles. dr. H. J. I.ovink.,

Lid en Secretaris. mr. dr. R. H. baron de^Vos van Steenwijk.

Lid en voorzitter: . G. A. Jolles, hoofdingenieur-directeur directie Zuidholland en Utrecht.

Leden: F. A. R. A. baron van Ittersum. W. F. Pop, commandant in het eerste genieeommandement. F. H. de Monté Verloren. Joh. Timmerman, mr. E. van Beusekom. mr. J. Kappeijne van de Coppello. W. H. van Terwisga.

Lid en Secretaris. W. H. Brinkhorst.

Lid en Voorzitter. E. H. Stieltjes.

Lid en plaatsvervangend Voorzitter. A. H. W. van der Vegt.

Lid en Secretaris. P. H. A. Rosenwald.

I

fSlmtobeirroiitiiiir voor lid dipustjuar 1920. 2. I . 10.; 49

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

Kort overzicht van don stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

10 November 1911, n°. 30.

19 Maart 1914, n°. 21.

4. ter uitvderipg van artikel 188 der Grondwet algemeens regels gesteld omtrent het water-staatsbestuur iWet van 10 November 1900. Staatsblad n°. 176);

5. eenige bevoegdheden toegekend aan de besturen van waterschappen, meenschappen en veen-polders (Wet van 9 Mei 1902. Staatsblad n". 54);

6. bepalingen vastgesteld omtrent het ondernemen van droogmakerijen en indijkingen (Wet van 14 Juli 1904, Staatsblad nu. 147»:

7. onder den naam „Rivieremvet" voorschriften vastgesteld tei verzekering van den goeden staat der voorname rivieren en stroomen des Rijks (Wet van 9November 1908, Staatsblad n°. 339).

8. bij de wet van 9 November 1917 {Staatsblad n". 633) de bepalingen gewijzigd van de Wet van 10 November 1900 {Staatsblad n". 176) omtrent het hooger beroep van besluiten van Gede-puteerde Staten ten opzichte van waterschappen, veenschappen en veenpolders.

Betreffende het ontwerp-wegenwet kan worden medegedeeld, dat de adviezen daaromtrent van Gedeputeerde Staten, welke nu bijna allen zijn ingekomen thans in handen zijn gesteld vanden Rijkswaterstaat.

Omtrent het wetsontwerp toe aanvulling en wijziging van de wet van llJO0 (Staatsblad n°. 1H>) tot voorkoming van beperking van overstroomingen, weid door de Regeering mondeling overleg gepleegd met de bijzondere commissie van de Tweede Kamer, die dit wetsontwerp heeft onderzocht.

Dooi' de Staatscommissie werd advies uitgebracht omtrent de opmerkingen, door de bijzondere Commissie uit de Tweede Kamer in het voorloopig verslag gemaakt omtrent het wetsontwerp, strekkende tot vaststelling van voorschriften betreffende overzetveren en veerrechten.

üe Commissie bracht verder nog advies uit omtrent de opmerkingen, die te berde ware: gebracht door de bijzondere commissie uit de Tweede Kamer, in het Voorloopig Verslag, omtrent liet door de Staatscommissie opgemaakte en bij Koninklijke boodschap van 19 Maart 1919 inge-diende ontwerp van wet tot nadere wijziging van de wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad n". 125) regelende de onteigening ten algeineenen nutte, welke wijziging strekt tot vereenvoudiging en bespoediging van de onteigeniugs-proeedure.

Voorts werd door de Commissie nog advies uitgebracht omtrent een andere ontworpen wijziging van ovengenoemde wet en wel die, strekkende ter bekorting van de procedure voor onteigeningen welke geschieden tot het verkoopen van de opbrengst van gronden en ten behoeve van daarmede in verband staande werken ter verbetering van waterlossingen en van watervoorziening van gronden.

Het door de Staatscommissie ingestelde onderzoek naar de wettelijke voorzieningen die noodii? zouden zijn voor het onderhoud en de verbetering van waterleidingen en waterlossingen op deugdelijke wijze te verzekeren, heeft geleid tot een bereids bij het Departement ingekomen wetsontwerp tot het aanbrengen van eenige wijzigingen in de wet van 10 November 1900 (Staatsblad n°. 176). Dit wetsvoorstel werd door het Departement in handen gesteld van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel en om advies toegezonden naar de Gedeputeerde Staten der onderscheidene provinciën en den Rijkswaterstaat.

Thans is bij de Staatscommissie in voorbereiding eene regeling ten aanzien van den aanleg van nieuwe waterleidingen.

Tengevolge van de intreding dei' demobilisatie van 's lande weermaeht konden de militaire leden der Commissie weder aan de werkzaamheden deelnemen, zoodat deze in het begin van 1919 werden hervat. Een reeds vroeger opgemaakt plan van droogmaking kon alzoo worden vastgesteld, terwijl de behandeling van verschillende onderwerpen, welke met deze aangelegenheid in verband staan, werd voortgezet.

De Commissie kon dit jaar hare werkzaamheden krachtig voortzetten; zij meent er in geslaagd te zijn een schema te ontwerpen voor hetgeen ter verbetering van de verkeerstoestanden zal moeten geschieden en houdt zich thans onledig met het uitwerken in hoofdzaken van de in het schema passende onderdeden.

Page 12: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

60 (Staatabegrootinjr voor het dienstjaar 1920. 2. I. 10.)

OMSCHRIJVING DHR COMMISSIE. NAMEN DBB LEDEN.

Staatscommissie, ingesteld om een onderzoek in te stellen omtrent de oorzaken van de buitengewone hooge waterstanden tijdens den stormvloed van 13/14 Januari 1916 voorgekomen op de in Zuidholland gelegen benedenrivieren meer bepaaldelijk op den Rotterdamschen waterweg.

Staatscommissie, ingesteld om te onderzoeken in hoeverre als gevolg van de afsluiting van de Zuiderzee, ingevolge de wet van 14 Juni 1918 {Staatsblad n°. 354), te verwachten is, dat tijdens storm hoogere waterstanden en eene grootere golfoploop dan thans het geval is zullen voorkomen vóór de kust van het vaste land van Noordholland, Friesland en Groningen, alsmede vóór de daarvoor gelegen Noordzee-eilanden.

Leden. mr. A. de Jong. A. 0. Burgdorffer. E. J. B. H. M. EiiLreringh. J. A. Kalft". A. B. Marinkelle. .1. I.. Iltiysinga.

Lid en voorzitter. dr. H. 0. van de Sande Bakhuyzen.

Lid en onder-voorzitter. J. C. Ramaer. dr. E. van Everdingen.

Lid. M. C. E. Bongaerts. A. C. Bnrgdorff'er. .1. J. Cantor Cremers. A. Th. de Groot. C A . Jolles. A. B. Marinkelle. J. M. Phaff. W. E. Stoel, dr. J. P. van der Stok. G. H. de Vries Broekman.

Lid en secretaris. P. H. Gallé. C. W. I.ely.

Lid en roorzitter. dr. H. A. Lorentz.

Lid en onder-voorzitter. EL Wortman. dr. E. van Eveidingen.

Lid en eerste secretaris. W. E. Stoel.

Lid. W. K. Behrens. W. K. du Croix. P. H. Gallé. R. H. Gockinga. .1. Kooper. C. W, Lely. A. R. van Loon. L. H. Mansholt. jhr. R. R. L. de Muralt. J. M. Phaff. jhr, C. J. A. Reigersman. dr. J. P. van der Stok. .1. P. van Vlissingen. D. F. Wouda. J. P. Wijtenhorst. r

2de secretaris: .1. Th. Thijsse.

Bijlage A. Tweede Kamer. (Staatebegrooting voor lift dienstjaar 1020. '2. 1. 10.) 51

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

20 Maart 1916 n°. 23.

4 Juli 1918 n°. 30.

De Commissie is met het onderzoek gereed, haar eindverslag is thans ter perse.

Ten einde zich de ontbrekende gegevens te verschaffen voor de kennis van den invloed van de afsluiting der Zuiderzee op hooge stormvloeden daarbuiten, langs de kusten van Noordholland, Friesland en Groningen, is de Commissie overgegaan tot de oprichting van peilschaal-gebouwtjes voor een aantal registreerende getijmeters van het gebruikelijke model en tot de opstelling van een aantal verplaatsbare registreerende getijmeters, zoogenaamd dieptemeters, terwijl eenige eleetrische peilschalen in aanbouw zijn. De peilschaalgebouwtjes en de dieptemeters zijn gereed. In verband met de te verrichten waarnemingen werd het N. A. P. door waterpassing overge-bracht naar de eilanden Ameland, Terschelling en Wieringen.

Nog werden stroomwaarnemingen gedaan in de Zuiderzee en in de zeegaten.

Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1919—1920.

Page 13: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

r>2 (Staetabegrooting voor h*>t dienstjaar 1920. 2. I . 10.)

OMSCHRIJVING DER COMMISSIE. NAMEN DER LEDEN.

Staatscommissie welke zal onderzoekon welke wijzigingen hot reglement, bevattende de dienstvoorwaarden voor het spoor-wegpersoneel. met uitzondering van de loonregeling, behoort, te ondereaan.

Vil. Ressorteerende onder het Departement van Landbouw, . Nijverheid en Handel.

Staatscommissie, aan welke is opgedragen in bijzonderheden na te gaan of de oprichting van een sleeptank in Nederland mogelijk en noodzakelijk' is.

Staatscommissie voor de pacht. Aan deze commissie is opgedragen:

ii. te onderzoeken uf er grond is voor de herziening van de 4de afdoeling van den "den titel van het 3de boek van het Burgerlijk Wetboek, en, bij bevestiging van deze vraag, aan te geven welke de wijzigingen behooren te zijn:

0. na te gaan. ot' de bestaande bijzondere tijdsomstandig-heden aanleiding geven tot hot maken van een regeling, om opdrijvïug van de huurprijzen van landerijen te voorkomen, en, bij bevestiging van deze m a g , zoodanige regeling te ont-werpen.

lAd en voorzitter: mr. M. W. F. Treub.

Lid en onder voorzitter: mr. J. B. Peyrot.

Lid en secretaris: L. Slagtor.

Leden: J. Augusteyn. J. G. Balkesteyn. mr. dr. K. H. Beyen. mr. Ch. F. P. Bodemeyer. E. C. W. van Dijk. 1'. de Haan. D. A. van der Laan. mr. EL vua Manen. P, Moltmaker. J. .1. P. Nivard.

Voorzitter: A. D. Muller te 's Gravenhage.

Ledin: .). F. v. Beek te 's Gravenhage. J. W. G. Coops te 's Gravenhage.

. J. 't Hooft te Vlissingen. 8. F. Monhemius te 's Gravenhage. H. Cops te Deltt. E. Vossuach te Delft. W. F. Behrens te Delft. W. F. Stoel te 's Gravenhage. dr. E. B. "Wolff te Amsterdam. A. v. Gelder te Rotterdam. F. Smit te Kinderdijk. Heyme Goedkoop te Amsterdam. J. Wilmink te~ Amsterdam. B. Ruijs te Rotterdam. Jan Leis te Kinderdijk.

1ste Secretaris: A. v. Driels te Voorburg.

2de Secretaris: mr. A. Meyjes te 's Gravenhage.

Voorzitter: mr. P. A. Diepenhorst te Amsterdam.

Leden: dr. L. X. Deckers te 's Gravenhage. S. Koenen te Bennokom. L. EL Mansholt te Westpolder (gein. IJlruni). mr. E. M. Meyers te Leiden. L. E. J. F. Mollérus te 's Gravenhage. mr. .1. B. C. C. C. de Wijkerslooth de Weerdesteijn te Utrecht.

Secretaris: mr. J. W. Goedbloed te (Joes.

(Staatabegroofing voor het, dienstjaar 1920. 2. I. 10.) 53

Datum on nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de (lommissie werd

ingesteld.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

17 Juli 1919 n°. 65.

3 Mei 1918, n". 29, gewijzigd bij K. B. vfm 24 Mei 1918. n°. 76.

12 Maart 1919, n°. 10.

De Commissie hoeft kort geloden haar werkzaamheden aangevangen.

De commissie heeft een uitvoerig onderzoek ingesteld naar alle bijzonderheden omtrent het te behandelen vraagstuk, heeft de inrichting van de bestaande sleeptanks bestudeerd, enkele dezer tanks door eenige leden doen bezoeken en is thans begonnen het ontwerp en de begrooting van een volgens haar voorstel in Nederland te bouwen tank uit te werken. Voorts is een begin gemaakt met de samenstelling van het verslag, dat zij hoopt in te dienen vóór het einde van dit jaar.

De Commissie heeft, na de installatie op 22 Maart j.1. hare werkzaamheden kraohtig aangevat.

Page 14: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

u (Staatsbegrootiug poor hel dienstjaar 11)20. '2. I. 10.)

Staatscommissie in zake het mondden klauwzeer. Aan deze commissie is opgedragen de beantwoording van de volgende vragen:

Is de bestrijding van het mond- en klauwzeer van Staats wege met het oog op de gevaren voor den Nederlandschen veestapel en het economisch nadeel aan die ziekte verbonden, gewenscht?

Ia het voor de bestrijding en de genezing van het mond en klauwzeer noodzakelijk, dat een nader onderzoek wordt ingesteld naar de ziekte en hare verschillende eigenschappen ?

Zoo ja, op welke wijze moet dit onderzoek plaats vinden en hoe kan de Regeering daaraan bevorderlijk zijn?

Hoe kan, in afwachting van de resultaten van dit onderzoek en bij ontkennende beantwoording van de 2dc vraag het mond-en klauwzeer op de beste wijze worden bestreden?

Voorts zal gaarne worden vernomen, welke waarde is te hechten aan verschillende in de laatste jaren aangeprezen middelen ter voorkoming en genezing dezer ziekte.

Staatscommissie, welke tot opdracht heeft een onderzoek in te stellen omtrent de werking der visscherijinspectie, waarbij de vraag zal zijn onder de oogen te zien. in hoeverre deze tak van dienst, hetzij door reorganisatie, hetzij door eene andere wijze van optreden, beantwoorden kan aan het doel, waarvoor hij is ingesteld, en voorts te overwegen in hoeverre er in de wettelijke bepalingen, die de visscherijinspectie te handhaven heeft, principiëele wijzigingen zouden moeten worden trebracht.

Staatscommissie wier taak zal zijn: a. een onderzoek in te stellen inzake de bestaande duurte

van de voornaamste levensbehoeften; b. na te gaan of en in hoeverre door Hegeeringsmaatregelen

of anderszins algemeene prijsstijging kan worden tegengegaan, of althans voor bepaalde artikelen beperkt:

c. indien zij termen tot een als sub b bedoeld ingrijpen aanwezig acht. daartoe strekkende voorstellen te doen.

Voorzitter: mr. 0. P. Zaayer te. 's (Jravenhage.

heden : .1. .1. Weater te Utrecht, dr. L de Blicrk te Utrecht, dr. W. J. Paimans Utrecht, dr. J. Pools te Rotterdam, dr. II. Remmelts te 'gGravenhage. mr. ilr. A. Heringa te Wageningen. .1. A. Klauwen» te Amsterdam. M. W. J. baron van Dedem te den Hulst. mr. A. G. A. liidder v. Rappard te Tiel. L. F. Duijmacr v. Twist te 's Gravenhage. Th. C. Wesselingh te Hazerswoude. E. Wesbosch te Winsum. mr. dr. Th. F. J. A. Dolk te Delft.

Voorzitter: jhr. mr. N. ('. de Gijselaar te Leiden.

Pluatxrirru)igend voorzitter prof. mr. A. C. Visser v. Uzindoora te Leiden.

Secretori*: dr. I.. F. de Beaufort, te Leusden.

Leden : W. Dil Izn. te Zaandam. L. F. Duymaer v. Twist te 's Gtavcnhage. A. Hoogendijk .Izn. te Vlaai dingen. 1'. A. de Jong te Thoien. \V J. Kouskanip te de Rilt. mr. A. W. Schippers te Rotterdam. P. Schungel te Hoenza-Driel. jhr. P. (;. v. Tien hoven te Amsterdam. C. A. Wierkcx, te Woudrichem.

Adjunct•secretaris'. II. Vonk te Arnhem.

Voorzitter: nu. dr. <;. J. \V. Bruins te Rotterdam.

Lrdtn : B. J. Gerretson te Rotterdam. H. (i. M. Hermans te Maastricht. mr. I'. A. .1. .lansen te Maastricht. mr. «Ir. F. v. Ketwich Verschuur te (ironingen. mevr. Liliman Bosch te Baarn. G. A. .1. Mirrer te Rotterdam. J. Schouten te Rotterdam. dr. F. v. Weideren baron Rengera te I.lsbrechten bij Sneek. F. M. Wibaut te Amsterdam.

Secretaris: mr. dr. A. Fontein te Rotterdam.

Bijlage A. Tweede Kamer. iStii.iUbegrooting voor lief dienstjaar 1920. 2. T. 10.) 55

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit. waarbij de Commissie werd

ingesteld.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

•2 Mei 1919. n". 52. De Commissie heeft, onmiddellijk na de installatie hare werkzaamheden aangevangen.

9 Mei 1919, n". 71. De Commissie heeft in Juni een aanvang gemaakt met hare werkzaamheden. Twee sub-commissies onderzoeken de werking der inspectie bij de Zee- en kustvisscherij en de Zoetwater-visscherij, terwijl een centrale commissie zich met de algemeene zaken bezig houdt.

23 Augustus 1919, n". 58. De Commissie hoopt in den loop der maand Öctober 1919 een rapport in te dienen, vergezeld van een wetsontwerp met Memorie van Toelichting.

Handelingen der Staten-Generaal Bijlagen. 1919—1920.

Page 15: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

56 (Stsatsbsgrooting voor het dienstjaar 1920. 2. 1. 10.)

VIII. Ressorteerende onder.hel Departement van Arbeid.

Staatscommissie, aan welke is opgedragen te onderzoeken hoe de wettelijke bepalingen betreffende de uitoefening van de geneeskunst zouden moeten luiden, indien de bevoegdheid tot het uitoefenen van die kunst niet meer afhankelijk werd gesteld van het bezit van het getuigschrift van met goed gevolg afgelegd artsexamen.

Staatscommissie die van voorlichting zal hebben te dienen over wettelijke maatregelen tot bestrijding van de tuberculose en over de beste wijze van bestrijding dier ziekte.

Lid en voorzitter: mr. 8. van Houten, oud-Minister van Binnenlandsche Zaken te

's-Gravenhage. Leden:

jhr. mr. J. W. M. Bosch van Oud-Amelisweetd, 'president van de arrondissementsrechtbank te Utrecht, lid van de Eerste Kamer der Staten "Generaal te Utrecht:

mr. J. A. van Hamel, oud-hoogleeraar aan de gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te Amsterdam;

jhr. mr. K. 0. van Holthe tot Echten, raadsheer in het Gerechtshof te 's-Gravenhage, te 's-Gravenhage;

mr. D. Simons, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, te Utrecht;

Secretaris: mr. B. Edersheim. advocaat-procureur te 's-Gravenhage.

Lid, teven-s Voorzitter: jhr. mr. dr. "W. Roëll, Kamerheer-Secretaris van H. M. de Koningin-

Moeder te 's Gravenhage. Lid. teven* Ondervoorzitter:

dr. M. W. Pijnappel, voorzitter van de Nederlandsche Centrale Vereeniging tot bestrijding der tuberculose, te Zwolle.

Lid. tevens Secretaris: • dr. M. R. Heynsius van den Berg, arts te Amsterdam.

Leden : E. .J. Abrahams, arts te Amsterdam. mevr. L. de Bussy—Kruysse, lid van du Commissie van toezicht

en beheer over de Rijkskweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam. C. Dekker, arts secretaris-penningmeester van de Nederlandsche

Centrale Vereeniging tot bestrijding der tuberculose te 's Gravenhage. mevr. dr. L>. van Dorp Beucker Andreae, Geneeskundige directrice

van het zeuhospitium te Katwijk aan Zee. mr. Ph. Falkenburg. Secretaris der gemeente Amsterdam. ds. F. C. Pleiscfaer, voorzitter van de vereeniging „Het Groene

Kruis" te Winterswijk. mr. M. A. Harders, referendaris bij het Departement van Binnen-

landsche Zaken te 's Gravenhage. L. Heijermans. arts te Amsterdam. dr. D. A. de Jong. hoogleeraar te Leiden. dr. R. de Josselin de Jong, arts te Rotterdam. A. Keppler. c. i. directeur van den Gemeentelijken Woningdienst

te Amsterdam. dr. L. C. Kerebergen, arts te Haarlem. J. J. van Male, inspecteur van den arbeid der 1ste klasse, hoofd

van het 2de district der Arbeidsinspectie te Breda. dr. W. Nolen, Hoogleeraar te Leiden. dr. P. K. Pel, hoogleeraar te Amsterdam. dr. L. Polak Daniels, arts te 's-Gravenhage. mr. L. N. Roodenburg, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

te 's-Gravenhage. J. H. Schaper lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te

Rijswijk |Z. H.).

(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1920. 2. I. 10.j 57

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit. waarbij de Commissie werd

ingesteld.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

31 Juli 1917, n°. 39.

3 Juli 1918, n". 25.

Is nog werkzaam.

Is nog werkzaam.

Page 16: (9. I.10. ) STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden ...

58 (Staatsbegrooting voor bet dienstjaar 1920. :*. [. 10.)

0M80HRIJVINQ DHR COMMISSIE. NAMEN DEK LEDEN.

Staatscommissie tot het uitbrengen van advies aangaande de meest wenscheln'ke wijze, waarop de ziekenverzorging van arbeiders en van in economisch opzicht met arbeiders gelijk-staande al of niet in aansluiting aan de bij de Ziektewet (Wet van 5 Juni 1913, Staatsblad n°. 204) geregelde ziekteverzekering zou kunnen worden geregeld.

IX. Ressorteerende onder het Departement van Koloniën.

Staatscommissie voor de herziening van het Indisch privaat-en strafrecht.

dr. G. Scheltema, buitengewoon hoogleeraar te Groningen. dr. J. Schouten te 's-Gravenhage. ds. J. C. Sikkel, voorzitter der vereeniging tot Christelijk Hulpbetoon

aan Tuberculosoüjders te Amsterdam: dr. N. P. van Spanje, voorzitter van het bestuur der vereeniging

voor Roomsch Katholieke Herstellingsoorden voor longlijders en zwakke kinderen te Amsterdam. \

dr. C. H. II. Spronck, destijds hoogleeraar, buitengewoon lid van den Centralen Gezondheidsraad te Utrecht.

dr. B. H. Vos. geneesheer-directeur van het Volkssanatorium te Hellendoorn.

P. J. J. Haazevoet, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, voorzitter der Roomsch-Katholieke vereeniging tot bestrijding der Tuberculose „Herwonnen Levenskracht" te Utrecht.

en .1. van Zutphen, secretaris vanden Algemeenen Nederlandschen Diamantbewerkersbond te Amsterdam.

Voorzitter: mr. dr. 1). A. P. N. Kooien te Utrecht.

Leden : II. Brouwer te Hilversum. dr. H. Brongersma te Amsterdam. dr, A. R. (,'ohen te Amsterdam. E. II. Dik te Amsterdam, dr. P. H. van Eeden te Amsterdam, prof. F. .!. C. Franssen te St. Michielsgestel, mr. H. W. Groeneveld te 's Gravenhage. V. van Itallie te Amsterdam, dr. N. M. Josephus Jitta te Utrecht. E. Kopers te Amsterdam. dr. B. W. Th. Nuyens te Amsterdam, mr. L. Litaert Peerbolte te 's Gravenhage. A. H. Vossenaar te Heerlen. •1. L. C. Wortman te Amsterdam.

Voorzitter: mr. A. D. W. de Vries.

Secretaris: mr. J. .1. Hagen.

Leden: mr. A. H. du Mosch. mr. P. L. A. Collard. mr. B. H. F. van der Zwaan, mr. dr. M. S. Koster, mr. E. H. Winkelman, mr. W. Boekhoudt en mr. W. Sonneveld.

Bijlage A. Tweede Kamer. (Staatebegrooting voor hel dienstjaar 1920. 2. I . 10.) 59

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit, waarbij de Commissie werd

ingesteld.

11 Juni 1919, n°. 65.

30 Juli 1892, n°. 36.

Kort overzicht van den stand der aan de Commissie opgedragen werkzaamheden.

Is nog werkzaam.

De uit de Commissie gevormde Bijzondere Commissie is gereed gekomen met de haar opge-dragen bewerking van ontwerpen eener nieuwe lezing voor Nederlandsch-Indië van de Rechts-pleging bij de Landmacht en van de Provisioneele Instructie voor het Hoog Militair Gerechtshof daar te lande met de daarbij behoorende toelichtingen.

Handelingen der Staten-Generaal Bijlagen. 1919—1920.