8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten:...

31
Zelf leren schrijven voor economie en bedrijfskunde

Transcript of 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten:...

Page 1: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

Zelf leren schrijven voor economie en bedrijfskunde

8257_Zelf leren schrijven.indd 1 20-02-16 13:15

Page 2: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

Zelf leren schrijven voor economie en bedrijfskunde Training op www.zelflerenschrijven-eb.nl

Bas KarremanGelijn WernerHenk van der MolenEveline OsseweijerMargriet AckermannHenk SchmidtEstella van der Wal

8257_Zelf leren schrijven.indd 3 20-02-16 13:15

Page 3: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

Inhoud

Woord vooraf 11

Inleiding 13

De ViBE’s nader bekeken 21

1. ViBE-1: Algemene structuur 27 1.1 Inleiding 27 1.2 Titel en kopjes 28 1.2.1 De titel van je verslag 28 1.2.2 Kopjes in je verslag 30 1.3 De algemene structuur van een tekst 31 1.3.1 De centrale vraagstelling 32 1.4 De structuur van alinea’s 33

2. ViBE-2: Structuur empirisch wetenschappelijk verslag 37

2.1 Inleiding 37 2.2 De algemene opbouw van een empirisch weten-

schappelijke tekst 38 2.2.1 De inleiding 39 2.2.2 Interesse wekken bij het publiek 43 2.2.3 Het middenstuk 44 2.2.4 Ordenen van de informatie 45 2.2.5 Structuuraanduiders in het midden-

stuk 48 2.2.6 Discussie en conclusie 49 2.3 De samenvatting 53 2.3.1 Wat er in een goede samenvatting moet

staan 53 2.3.2 Wat er niet in een samenvatting mag

staan 55

8257_Zelf leren schrijven.indd 5 20-02-16 13:15

Page 4: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

6Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

3. ViBE-3: Theoretisch kader 61 3.1 Inleiding 61 3.2 Doel van het theoretisch kader 62 3.2.1 Relevante informatie 62 3.2.2 Deelvragen 63 3.2.3 Opstellen van hypothesen 68 3.3 Efficiënt schrijven 71 3.3.1 Voorbereiden 71 3.3.2 Schrijven 72 3.3.3 Reviseren 73

4. ViBE-4: Data en methodiek 77 4.1 Inleiding 77 4.2 Data en steekproefselectie 78 4.2.1 Beschrijving van de databron 78 4.2.2 De selectie van de steekproef 79 4.3 Methodiek 81 4.3.1 Wiskundige modelspecificatie 82 4.3.2 Specificatie van de variabelen 83 4.3.3 Beschrijvende statistieken 84 4.3.4 Analysetechniek 86

5. ViBE-5: Resultaten en wetenschappelijke integriteit 89

5.1 Inleiding 89 5.2 Onderzoeksresultaten rapporteren 90 5.2.1 Herhaling van de hypothese(n) 90 5.2.2 Resultaten rapporteren 91 5.2.3 Statistische significantie en het toetsen

van hypothesen 93 5.3 Opmaak van figuren en tabellen 96 5.3.1 Figuur opmaken 97 5.3.2 (Regressie)tabel opmaken 99

8257_Zelf leren schrijven.indd 6 20-02-16 13:15

Page 5: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

7I n h o u d

5.4 Zorgvuldigheid en integriteit 103 5.4.1 Verzamelen van gegevens 104 5.4.2 Analyse van resultaten 105 5.4.3 Rapportage van resultaten 106

6. ViBE-6: Verwijzen, parafraseren en citeren 109 6.1 Inleiding 109 6.2 Verwijzen 110 6.2.1 De literatuurlijst 110 6.2.2 Boeken 111 6.2.3 Verzamelbundels 113 6.2.4 Artikelen in tijdschriften 114 6.2.5 Publicaties op internet 115 6.2.6 De ordening van de literatuurlijst 117 6.2.7 Verwijzen binnen de tekst 120 6.2.8 Meerdere auteurs 121 6.2.9 Meerdere werken 122 6.2.10 Verwijzen naar een publicatie uit een

andere bron 123 6.2.11 Het moment van verwijzing 124 6.3 Parafraseren en citeren 125 6.3.1 Parafraseren 125 6.3.2 Hoe citeer je? 127 6.3.3 Wanneer citeren? 128

7. ViBE-7: Argumentatie 133 7.1 Inleiding 133 7.2 Voorbereidend denkwerk voor je verslag 134 7.3 Argumentatievormen 136 7.3.1 Vormen van argumentatie 136 7.3.2 Argumentatieschema’s 138 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144 7.4.2 Parafraseren 146

8257_Zelf leren schrijven.indd 7 20-02-16 13:15

Page 6: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

8Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

8. ViBE-8: Cohesie en zinsconstructies 149 8.1 Inleiding 149 8.2 Cohesie in een tekst 149 8.2.1 Eenduidig gebruik van verwijswoor-

den 150 8.2.2 Afstand van het verwijswoord tot het

antecedent 151 8.2.3 Expliciete en impliciete verbanden in een

tekst 153 8.2.4 Correct gebruik van synoniemen 154 8.3 Af te raden zinsconstructies 155 8.3.1 Lange zinnen 155 8.3.2 Naamwoordconstructies 155 8.3.3 Passieve vorm 157 8.3.4 Omslachtige formuleringen 158 8.3.5 Tangconstructies 159

9. ViBE-9: Wetenschappelijke schrijfstijl 163 9.1 Inleiding 163 9.2 Schrijfstijl en taalgebruik bij wetenschappelijk

schrijven 163 9.2.1 Schrijftaal versus spreektaal 164 9.2.2 Afwisselend woordgebruik 165 9.2.3 Ik en wij 167 9.2.4 Sekseneutraal taalgebruik 168 9.3 Werkwoordstijden en helder wetenschappelijk

taalgebruik 169 9.3.1 Werkwoordstijden 170 9.3.2 Helder wetenschappelijk taalgebruik 171

10. ViBE-10: Revisie en afwerking 179 10.1 Inleiding 179 10.2 Revisie op grammatica en stijl 180 10.2.1 Congruentie 180 10.2.2 Verwijswoorden 182 10.2.3 Stijlfouten 184

8257_Zelf leren schrijven.indd 8 20-02-16 13:15

Page 7: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

9I n h o u d

10.2.4 Overige kwesties 185 10.3 Spelling en interpunctie 188 10.3.1 Spellingcontrole 188 10.3.2 Spaties of niet 188 10.3.3 Interpunctie 190 10.4 Revisie van de inhoud van je verslag 193 10.4.1 Inhoud per onderdeel 193 10.4.2 Bondig schrijven 194 10.4.3 Concretiseren 195 10.5 Vormvoorschriften 196 10.5.1 Alinea-indeling 196 10.5.2 Typografie 196 10.5.3 Opsommingen 197 10.5.4 Afkortingen 200 10.5.5 Getallen in de tekst 202

Bijlage: Beoordelingsformulier schrijfonderwijs 207

Geraadpleegde literatuur 211

Internetsites 213

Index 215

Over de auteurs 219

8257_Zelf leren schrijven.indd 9 20-02-16 13:15

Page 8: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

Woord vooraf

De opzet en inhoud van deze nieuwe cursus voor studenten Eco-nomie en Bedrijfskunde komt deels overeen met de oorspronke-lijke cursus voor studenten binnen de opleidingen Psychologie en Pedagogiek.

We bedanken prof. dr. Jos ten Berge van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de Rijksuniversiteit Gronin-gen, Rolandt Tweehuysen en Joost den Haan van De Twee Hanen V.O.F., Alain Bazin en Trevor Stam van ESB, en prof. dr. Ivo Ar-nold, prof. dr. Enrico Pennings, prof. dr. Kirsten Rohde en dr. Thomas Peeters van de Erasmus School of Economics van de EUR voor het commentaar op eerdere versies van het boek. De auteurs houden zich aanbevolen voor opmerkingen en suggesties. Via de website kunt u deze aan ons doorgeven.

Bas KarremanGelijn WernerHenk van der MolenEveline OsseweijerMargriet AckermannHenk SchmidtEstella van der Wal

8257_Zelf leren schrijven.indd 11 20-02-16 13:15

Page 9: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

Inleiding

Afgestudeerden van universiteit en hogeschool moeten in hun werk regelmatig stukken schrijven. Of het nu gaat om een be-leidsnota, een wetenschappelijk verslag of een rapportage, steeds is een goed gestructureerde en heldere schrijfstijl van groot be-lang. Professioneel schrijven houdt met name in: je ideeën zoda-nig verwoorden dat de bedoeling ervan goed overkomt bij de lezer. Wie slecht schrijft, wordt vaak niet serieus genomen. Een beleidsnota die onbegrijpelijk is, belandt onderin de la. Een ver-nieuwend wetenschappelijk verslag wordt afgewezen als het vol taalfouten zit. Een onduidelijke rapportage voor een cliënt leidt ertoe dat deze het advies niet goed kan implementeren en dus on-tevreden zal zijn.

De kwaliteit van de schriftelijke producten van hogeropgeleiden laat in veel gevallen te wensen over. Schrijven kun je echter leren door veel oefening. Bij die oefening dienen verschillende schrijf-vaardigheden te worden onderscheiden, zoals goed structureren, foutloos spellen en samenvatten.

Idealiter krijgen studenten tijdens hun opleiding al een vrij in-tensieve schrijftraining, bijvoorbeeld wanneer ze veel verslagen moeten maken die door docenten worden gelezen en van com-mentaar voorzien. In de praktijk van het hoger onderwijs blijft echter oefening in schrijfvaardigheid meestal een ondergescho-ven kindje. Goed commentaar geven op schriftelijke verslagen kost veel tijd en is daardoor ook duur. Bovendien is het nakijken van verslagen vaak frustrerend voor docenten, omdat studenten veelal dezelfde fouten maken. Docenten vinden dat nakijken dan ook vaak ‘zonde van hun tijd’. Bij veel onderwijsinstellingen blijft het schrijfonderwijs daarom meestal beperkt tot het maken van een aantal verslagen, met minimale instructies en met weinig

8257_Zelf leren schrijven.indd 13 20-02-16 13:15

Page 10: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

14Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

specifiek commentaar van de docent. Men verwacht dat de stu-denten het schrijven min of meer vanzelf leren tijdens het maken van die verslagen voor de verschillende vakken. Bij zulke versla-gen ligt de nadruk echter meestal op de inhoud en niet op de wijze waarop de tekst is geschreven. Het gevolg van dit alles is dat veel studenten in het hoger onderwijs niet echt goed leren schrij-ven.

Om iets aan dit probleem te doen, hebben de auteurs van dit boek – verbonden aan het Instituut voor Psychologie en de Erasmus School of Economics van de Erasmus Universiteit Rotterdam – in samenwerking met het economische vakblad Economisch Sta-tistische Berichten – een digitale cursus Zelf leren schrijven voor economie en bedrijfskunde ontwikkeld. Het doel van deze cursus is studenten gerichter te laten oefenen met verschillende ‘micro’-schrijfvaardigheden, zonder dat docenten veel tijd hoeven te ste-ken in instructie en commentaar. De naam van de cursus geeft aan dat de nadruk ligt op het zelfstandig oefenen van de verschil-lende vaardigheden. De cursus bestaat uit tien digitale program-ma’s, hier ViBE’s genoemd, waarin studenten verschillende deel-vaardigheden kunnen oefenen. De naam ViBE is gekozen omdat de programma’s deel uitmaken van een grotere verzameling pro-gramma’s die alle bedoeld zijn om bepaalde Vaardigheden in de Economie en Bedrijfskunde (ViBE) aan te leren. Voorbeelden van deze deelvaardigheden zijn: het formuleren van een specifie-ke vraagstelling, het maken van een goede alinea-indeling, het zorgen voor een goede onderlinge samenhang tussen zinnen en alinea’s, en ten slotte het opmaken van figuren en tabellen.

Elke ViBE begint met uitleg over een bepaald aspect van het schrijven. Deze uitleg leidt tot een vuistregel, een soort richtlijn die studenten aan kunnen houden bij het schrijven van een ver-slag. Tot slot worden er enkele korte oefeningen gegeven, waarbij de studenten de vuistregel moeten gebruiken. Het programma biedt dus niet alleen informatie over verschillende ‘micro’-vaar-digheden, maar het laat studenten die informatie ook toepassen.

8257_Zelf leren schrijven.indd 14 20-02-16 13:15

Page 11: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

15I n l e i d i n g

Aangezien er geen strikte regels zijn voor wat uiteindelijk een goede tekst is, bestaat de feedback op de gemaakte oefeningen meestal uit het presenteren van een goed voorbeeld, de zoge-noemde expertversie. Dit goede voorbeeld is geschreven door ie-mand met veel schrijfervaring. Studenten kunnen hun zelfge-maakte opgave vergelijken met de expertversie. Tot slot kunnen ze de vuistregels gebruiken om een eigen schrijfopdracht te maken en te reviseren. Door aldus het schrijfonderwijs te volgen, krijgen studenten inzicht in een groot aantal regels die van be-lang zijn voor het schrijven van een tekst. De oefeningen bieden een manier om vaardiger te worden in het schrijven, zonder dat een docent steeds teksten moet nakijken en daar commentaar op moet geven. Door de algemene uitleg in elke ViBE wordt tevens het probleem ondervangen dat docenten vaak dezelfde uitleg moeten geven aan verschillende studenten.

Originele cursus voor studenten Psychologie

De cursus Zelf leren schrijven is aanvankelijk ontwikkeld aan het Instituut voor Psychologie van de Erasmus Universiteit Rotter-dam (EUR). Sinds het studiejaar 2003/2004 is geëxperimenteerd met de digitale programma’s in de eerste twee jaar van de oplei-ding Psychologie. De onderwijsenquêtes laten zien dat studenten het werken met de programma’s als nuttig ervaren en de vuistre-gels duidelijk en toepasbaar vinden. De meeste studenten werken liever met het digitale programma dan alleen met het boek, omdat ze de lessen uit het programma dan meteen in praktijk kunnen brengen. Het succes van de cursus Zelf leren schrijven binnen de opleiding Psychologie heeft ertoe geleid dat nu de on-derhavige versie van het boek is ontwikkeld, speciaal toegespitst op de opleidingen Economie en Bedrijfskunde.

8257_Zelf leren schrijven.indd 15 20-02-16 13:15

Page 12: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

16Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

Verschillen met de cursus voor studenten Psychologie en Pedagogiek

Deze nieuwe cursus voor studenten Economie en Bedrijfskunde verschilt op een drietal punten met de oorspronkelijke cursus voor studenten Psychologie en Pedagogiek.

1. Aard van de wetenschappelijke tekst

Ten eerste verschilt de aard van de wetenschappelijke tekst waar-voor de student leert schrijven. De cursus voor studenten Psy-chologie en Pedagogiek richt zich op een wetenschappelijk re-view-verslag, oftewel een verslag dat inzichten en resultaten uit de literatuur beschrijft. De cursus voor studenten Economie en Bedrijfskunde behandelt daarentegen de rapportage van een em-pirisch wetenschappelijk verslag. Dit betreft een verslag waarin gegevens worden onderzocht om hypothesen en theorieën te toetsen. Empirisch onderzoek is heel divers en omvat vele ver-schillende typen, vormen en analysetechnieken. Het is daarom noodzakelijk om de aard van het wetenschappelijk verslag verder te specificeren. In deze cursus zal de nadruk liggen op kwantita-tief empirisch onderzoek, oftewel empirisch onderzoek waarin statistische en numerieke onderzoeksmethoden centraal staan.

De keuze voor een kwantitatief empirisch verslag sluit aan bij de economische traditie om empirische vraagstukken analytisch te benaderen. In tegenstelling tot de meer holistische benadering in kwalitatief onderzoek hebben economen een sterke voorkeur om te werken met een specifieke en goed meetbare vraagstelling, die vervolgens empirisch wordt onderzocht door expliciete toetsing van hypothesen en theorieën. Deze scherpe toetsing wordt mede mogelijk gemaakt door de beschikbaarheid van al bestaande on-derzoeksgegevens, zogenoemde secundaire data. Zowel macro-, financieel-, als bedrijfseconomische data zijn over het algemeen gemakkelijk verkrijgbaar. Dit sluit het gebruik van primaire data overigens niet uit; ook economen en bedrijfskundigen zijn be-

8257_Zelf leren schrijven.indd 16 20-02-16 13:15

Page 13: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

17I n l e i d i n g

dreven in het zelf verzamelen van nieuwe gegevens door middel van bijvoorbeeld experimenten en vragenlijsten.

Naast de economische traditie is er ook een praktische reden voor de keuze van een kwantitatief empirisch onderzoek: het toepassen van statistische methoden en technieken op empiri-sche gegevens is een onmisbaar onderdeel binnen het curricu-lum van een opleiding Economie en Bedrijfskunde. Omdat een scherpe toetsing van een onderzoeksvraag alleen mogelijk is met de juiste analysetechnieken, wordt binnen het economieonder-wijs ruim aandacht besteed aan kwantitatieve onderzoeksme-thoden en statistiek. Aan het zorgvuldig en duidelijk opstellen en rapporteren van kwantitatief empirisch onderzoek wordt echter vaak minder aandacht geschonken, ondanks dat van studenten wel verwacht wordt dat ze dat kunnen.

Om de student voor te bereiden op het schrijven van een derge-lijk verslag zijn drie extra ViBE’s toegevoegd aan de oorspronke-lijke cursus. De eerste ViBE betreft de opzet en bespreking van een theoretisch kader. De tweede ViBE betreft het rapporteren van de data, steekproefselectie en analysetechniek. In de derde en laatste extra ViBE wordt de rapportage van de onderzoeksre-sultaten behandeld, inclusief nieuwe digitale programma’s voor de weergave van wiskundige formules, figuren en tabellen. Deze extra ViBE’s zijn nodig omdat de inhoud van een empirisch ver-slag niet helder en overtuigend naar voren komt als de statisti-sche modellen, analysetechnieken en onderzoeksresultaten on-duidelijk zijn gepresenteerd.

2. Zorgvuldigheid en integriteit

Het tweede verschil met de oorspronkelijke cursus is dat de cur-sus voor studenten Economie en Bedrijfskunde een extra digitaal programma bevat in ViBE-5 over de zorgvuldigheid waarmee empirisch onderzoek moet worden uitgevoerd en over weten-schappelijke integriteit. Dit zijn twee onderwerpen waar ten on-

8257_Zelf leren schrijven.indd 17 20-02-16 13:15

Page 14: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

18Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

rechte nog weinig aandacht aan wordt besteed in schrijfvaardig-heidscursussen waar empirisch onderzoek centraal staat.

3. Economische context

Ten derde hebben de voorbeelden en oefeningen in de ViBE’s veelal een economische context en niet een psychologische. De economische onderwerpen die aan bod komen in de voorbeel-den en oefeningen zijn zeer divers en sluiten goed aan bij het ken-nisgebied van zowel economen als bedrijfskundigen.

Ten slotte: dit boek is ook te gebruiken als naslagwerk. Het bevat alle informatie die in de digitale programma’s is verwerkt, zodat deze gemakkelijk nog een keer na te lezen is. Bovendien bevat het een korte instructie voor docenten en voor studenten over het gebruik van de ViBE’s. De ViBE’s zelf zijn beschikbaar op www.zelflerenschrijven-eb.nl. In het boek staat een toegangs-code waarmee de student de site kan bezoeken.

Mogelijkheden van www.zelflerenschrijven-eb.nl voor docenten

Docenten ontvangen bij het aanvragen van een docentexemplaar van het boek automatisch een e-mail met de inloggegevens van hun persoonlijke docentaccount. Zij hoeven de activeringscode uit het boek dus niet te gebruiken. Die code activeert namelijk een studentenaccount. Het docentenaccount geeft de docent de beschikking over de volgende extra voorzieningen:

Het juiste antwoord

Als u als docent bent ingelogd in het systeem, dan ziet u bij elke vraag direct het juiste antwoord ingevuld. Om de feedback te zien die de studenten krijgen, klikt u op de ‘antwoord indienen’ but-ton.

8257_Zelf leren schrijven.indd 18 20-02-16 13:15

Page 15: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

19I n l e i d i n g

Studentvolgsysteem

Veel docenten vinden het prettig om te zien wat de vorderingen van hun studenten zijn in het gebruik van de cursus. Daarom bevat de website een studentvolgsysteem. Meer uitleg hierover vindt u op www.zelflerenschrijven-eb.nl.

Aanwijzingen alleen voor uw eigen studenten 

Het is mogelijk om op de pagina’s opmerkingen te plaatsen die alleen uw eigen studenten te lezen krijgen. Die opmerkingen zijn alleen leesbaar voor uw studenten als zij uw code koppelen aan hun account. Meer uitleg hierover vindt u op de website. 

8257_Zelf leren schrijven.indd 19 20-02-16 13:15

Page 16: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

De ViBE’s nader bekeken

Hieronder wordt uitgelegd hoe de ViBE’s gebruikt moeten wor-den en wat ze inhouden.

Gebruik van de ViBE’s door docenten

De ViBE’s zijn op verschillende manieren in te zetten bij schrijf-vaardigheidstrainingen. U bent als docent natuurlijk vrij in de wijze van gebruik. Als voorbeeld geven we hier een beschrijving van de manier waarop de ViBE’s worden gebruikt in het schrijf-onderwijs van de opleiding Economie aan de EUR.

Een voorbeeld: het schrijfonderwijs bij Economie aan de EUR

Het schrijfonderwijs binnen de opleiding Economie aan de EUR bestaat uit twee cursussen van elk zeven weken. De cursussen vinden plaats in de laatste twee blokken van het eerste jaar van de bacheloropleiding. De kern van beide cursussen is een schrijfop-dracht die met de digitale programma’s wordt ondersteund. De schrijfopdracht bestaat uit een verslag waarin studenten een vraagstelling op basis van empirisch onderzoek moeten beant-woorden. Het empirisch onderzoek wordt uitgevoerd door de student zelf, maar is qua inhoud en begeleiding losgekoppeld van de schrijfcursus. De begeleiding bij het uitvoeren van het empi-risch onderzoek wordt verzorgd door de docententeams van de vakken die de studenten in ieder blok volgen naast de schrijfcur-sus. Bij de Erasmus School of Economics betreft dat de vakken Marketing, en Organisatie en Strategie.

In de eerste cursus ligt de nadruk op de rapportage van de data, methodiek en resultaten van empirisch onderzoek. Omdat stu-

8257_Zelf leren schrijven.indd 21 20-02-16 13:15

Page 17: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

22Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

denten deze rapportage als lastig ervaren, wordt er in de eerste cur-sus alvast uitgebreid aandacht aan geschonken. In de tweede cur-sus oefent de student met het schrijven van een volledig onderzoeksverslag. De studenten lopen als gezegd alle ViBE’s door in de laatste twee blokken van het eerste jaar. Tijdens het tweede jaar van de opleiding moeten studenten vervolgens nog-maals een volledig onderzoeksverslag schrijven, zodat de kennis die de studenten van de ViBE’s en richtlijnen hebben, kan wor-den opgefrist.

De opzet van het schrijfonderwijs volgt de drie fases die in het schrijfproces kunnen worden onderscheiden, te weten voorberei-den, schrijven en reviseren.

Tijdens de eerste drie weken van de eerste cursus krijgen studenten de gelegenheid zich voor te bereiden op de eerste schrijfopdracht. Hierbij kan worden gedacht aan het zoeken naar data, het selecte-ren van een steekproef, het genereren van beschrijvende statistie-ken en het werken met software voor statistische analyse. In deze voorbereidende periode doorlopen studenten de eerste vijf ViBE’s.

In de drie weken daarna beginnen de studenten aan een op-dracht waarin zij leren hoe ze over de data, methodiek en onder-zoeksresultaten moeten rapporteren in een verslag. In deze peri-ode moeten de studenten ViBE 6 en 7 doorlopen. De geleerde vuistregels uit deze ViBE’s moeten ze daarna toepassen tijdens het uitvoeren van de schrijfopdracht. De opdracht kent twee fases. Tijdens de eerste fase moeten studenten de opdracht voor-bereiden en een aantal inhoudelijke vragen beantwoorden over de data, methodiek en de beschrijvende statistieken. Door eerst apart in te gaan op de inhoud kunnen de studenten zich volledig concentreren op het schrijfproces in de tweede fase. Aan het eind van de zesde week moeten de studenten de opdracht inleveren. De docent kijkt de opdracht na en voorziet de studenten van feedback. In de zevende week van de eerste cursus worden de schrijfopdracht en de feedback plenair besproken met de studen-

8257_Zelf leren schrijven.indd 22 20-02-16 13:15

Page 18: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

23V i B E ’ s n a d e r b e k e k e n

ten in kleine practicumgroepen. De feedback en schrijfvaardig-heden uit deze eerste cursus zijn een gedegen voorbereiding voor de daaropvolgende tweede cursus schrijfvaardigheden in het laatste blok van het eerste collegejaar.

In de tweede cursus van eveneens zeven weken moeten de stu-denten een volledig onderzoeksverslag schrijven. In deze periode doorlopen ze de laatste drie ViBE’s. In vergelijking met de voor-gaande cursus wordt in deze zeven weken nadrukkelijker aan-dacht geschonken aan het reviseren van het verslag. Studenten kunnen de feedback uit het voorgaande blok meteen toepassen. Aangezien veel studenten pas iets af hebben als dat werkelijk moet, slaan ze de revisiefase van schrijven vaak over. Omdat het toch belangrijk is dat studenten leren om hun eigen schrijfpro-ducten kritisch na te lezen en te verbeteren, is in de opzet van het onderwijs gekozen voor twee tussentijdse deadlines.

Na de eerste deadline krijgen studenten feedback op de onder-zoeksopzet en structuur en na de tweede deadline krijgen ze feedback op het gehele onderzoeksverslag. Na deze laatste feed-backronde hebben ze nog één volledige week om hun verslag aan te passen. Aan de hand van de geleerde vuistregels moeten ze hun verslag zin voor zin nakijken en nagaan of bepaalde passages of zinnen voor verbetering vatbaar zijn. Aan het eind van de zeven weken moeten ze de tweede schrijfopdracht definitief bij de docent inleveren. De beoordelingscriteria die docenten hante-ren voor het nakijken zijn gebaseerd op de inhoud van de ViBE’s.

In het tweede jaar van de bacheloropleiding Economie worden bij de beoordeling van de schrijfopdracht wederom de punten uit het eerste jaar gebruikt. Zie voor deze beoordelingscriteria de bij-lage.

8257_Zelf leren schrijven.indd 23 20-02-16 13:15

Page 19: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

24Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

Gebruik van de ViBE’s door studenten

Toen je dit boek moest aanschaffen voor je studie, is je wellicht uitgelegd hoe je met deze ViBE’s moet werken. Het kan ook zijn dat je uit eigen interesse dit boek hebt aangeschaft om je schrijf-vaardigheid te vergroten. In dat geval kun je de ViBE’s doorne-men in een volgorde die je zelf het meest nuttig lijkt. De verschil-lende ViBE’s zijn onafhankelijk van elkaar te gebruiken. Als tip geven we mee om de tijd te nemen voor het reviseren van je tekst. Wanneer je denkt klaar te zijn met de tekst, leg die dan een paar dagen weg en kijk er daarna nog eens grondig naar. Ook doe je er verstandig aan je tekst door een derde te laten lezen en commen-taar te vragen op punten waarvan je minder zeker bent. De vuist-regels die je tijdens het werken met de ViBE’s leert, kun je gebrui-ken als richtlijn bij het schrijven en reviseren van je tekst. Dit boek kun je kortom gebruiken als naslagwerk, om de vuistregels en de uitleg daarbij nog eens op te zoeken.

Kort overzicht van de inhoud van de ViBE’s

Er worden in dit boek tien ViBE’s besproken. We geven hier een kort overzicht van de inhoud ervan.

ViBE-1: Algemene structuur behandelt de algemene tekstuele structuur. Hoe kunnen studenten ervoor zorgen dat de rode draad van een verslag duidelijk wordt voor de lezer? De structuur heeft voornamelijk betrekking op de verschillende paragrafen van het verslag. Per paragraaf is er vervolgens een opbouw in alinea’s.

ViBE-2: Structuur empirisch wetenschappelijk verslag gaat in op de structuur en opbouw van een (kwantitatief) empirisch weten-schappelijk verslag (waarbij ‘kwantitatief empirisch’ staat voor het door middel van statistische of numerieke methoden onder-zoeken van gegevens of data om theorieën te toetsen). In deze ViBE wordt behandeld welke informatie aan de orde is in achter-

8257_Zelf leren schrijven.indd 24 20-02-16 13:15

Page 20: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

25V i B E ’ s n a d e r b e k e k e n

eenvolgens de inleiding, het middenstuk, de discussie en de con-clusie van een empirisch wetenschappelijk verslag. In paragraaf 2.3 wordt de samenvatting besproken.

ViBE-3: Theoretisch kader geeft een bespreking van de gangbare onderdelen binnen het theoretisch kader van een empirisch ver-slag. Centraal in de ViBE staan het gebruik van deelvragen, de beschrijving van de theoretische en empirische literatuur en het opstellen van hypothesen. Tevens wordt er in deze ViBE kort in-gegaan op efficiënt schrijven.

ViBE-4: Data en methodiek gaat in op de rapportage van de data en methodiek in empirisch onderzoek. In deze vierde ViBE wor-den de rapportage van de databron, de verantwoording van de dataverzameling en de rapportage van de onderzoeksmethodiek behandeld.

ViBE-5: Resultaten en wetenschappelijke integriteit bevat een be-spreking van de onderzoeksresultaten en de manier waarop stu-denten onderzoeksresultaten moeten presenteren in de tekst. Vanwege het empirische karakter van het onderzoek wordt spe-cifieke aandacht geschonken aan de opmaak van tabellen en gra-fieken. Daarnaast wordt stilgestaan bij onderzoeksethiek en de normen voor wetenschappelijke integriteit.

ViBE-6: Verwijzen, parafraseren en citeren gaat in op hoe studen-ten literatuur van anderen kunnen gebruiken in hun eigen ver-slag, zonder plagiaat te plegen. De hier behandelde regels zijn ge-baseerd op de richtlijnen van de American Psychological Association (APA). Anders dan de naam doet vermoeden, worden deze richtlijnen ook toegepast in andere sociale wetenschappen, zoals economie en bedrijfskunde. Studenten leren in deze ViBE hoe ze een literatuurlijst moeten opstellen en hoe ze in de tekst naar literatuur van anderen moeten verwijzen. Vervolgens wordt ingegaan op de weergave van andermans tekst in eigen bewoor-dingen (parafraseren) en op de geldende regels omtrent citeren.

8257_Zelf leren schrijven.indd 25 20-02-16 13:15

Page 21: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

26Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

ViBE-7: Argumentatie gaat over verschillende typen argumenten en argumentatiestructuren. Deze ViBE behandelt hoe studenten een standpunt kunnen onderbouwen in hun verslag. Ook wordt ingegaan op redeneerfouten, zoals drogredeneringen.

ViBE-8: Cohesie en zinsconstructies gaat in op de syntactische sa-menhang in de tekst en op het formuleren van zinnen. Studenten leren hoe ze ervoor kunnen zorgen dat het verhaal één geheel vormt, dus de juiste verwijzingen bevat. Ook wordt ingegaan op verschillende zinsconstructies en de vraag welke zinnen door-gaans makkelijker of moeilijker te lezen zijn.

ViBE-9: Wetenschappelijke schrijfstijl gaat over welke schrijfstijl gepast is binnen een wetenschappelijke context. De stijl waarin iets wordt geschreven, moet passen bij het communicatieve doel van de tekst. Een journalist mag bijvoorbeeld in een column in de krant een ironische stijl hanteren, maar in een wetenschappe-lijk verslag is dat minder gepast. In de wetenschap is het gebrui-kelijk om objectief, formeel en helder te schrijven. De studenten krijgen in deze ViBE uitleg over hoe ze dat het beste kunnen doen.

ViBE-10: Revisie en afwerking gaat in op enkele grammaticale on-derwerpen waar veel studenten fouten mee maken. Ook wordt het gebruik van leestekens (interpunctie) kort behandeld. Verder wordt aandacht besteed aan de laatste inhoudelijke aanpassingen van een verslag. Staat alle noodzakelijke informatie duidelijk in de tekst? Tot slot komt in deze ViBE de uiterlijke verzorging van een tekst aan bod.

8257_Zelf leren schrijven.indd 26 20-02-16 13:15

Page 22: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

1. ViBE-1: Algemene structuur

1.1 Inleiding

Het is misschien een open deur intrappen, maar een goed ge-schreven stuk – of het nu een onderzoeksverslag, essay, be-leidsnotitie of adviesrapport is – kenmerkt zich door een goede structuur. Een tekst die logisch is gestructureerd, is beter lees-baar. Een goede structuur kun je herkennen aan verschillende aspecten, zoals indeling, functionaliteit, alinea-opbouw, en de samenhang van en overgang tussen alinea’s. We bespreken ze hieronder kort.

Allereerst is de indeling van het verslag belangrijk. Een verslag moet altijd een inleiding, middenstuk en slot bevatten. Door naar de inhoudsopgave of de verschillende kopjes te kijken, krijg je al een goede indruk van de structuur. De indeling van een ver-slag moet aansluiten bij de verwachtingen van lezers. De inlei-ding moet de lezer bijvoorbeeld snel duidelijk maken wat het on-derwerp is van je tekst en wat je over dit onderwerp wilt vertellen, ofwel wat het doel is van je schrijven. In een onder-zoeksverslag wordt de lezer meestal op de hoogte gebracht door een centrale vraagstelling. De rest van het onderzoeksverslag ver-schaft informatie die direct relevant is voor de beantwoording van deze vraagstelling.

Een goede structuur impliceert dat elk tekstonderdeel functio-neel is. Dit geldt voor elk niveau van een tekst. Het verslag als ge-heel heeft een doel, net als elke paragraaf, alinea, zin en woord. Stel jezelf bij elk tekstonderdeel de vraag wat je hiermee wilt zeg-gen. Je moet hierbij de tekstonderdelen in samenhang bezien. Zoals woorden een logische zin moeten vormen, zo moeten zin-nen een logische alinea vormen, alinea’s een logische paragraaf,

8257_Zelf leren schrijven.indd 27 20-02-16 13:15

Page 23: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

28Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

paragrafen een logisch hoofdstuk en hoofdstukken uiteindelijk een logisch verslag.

Op een gedetailleerder niveau in de tekst is een goede structuur ook belangrijk, bijvoorbeeld bij de opbouw van alinea’s en bij de overgangen tussen alinea’s. Het construeren van alinea’s is een van de belangrijkste vaardigheden bij het schrijven van een tekst. Een goede alineastructuur geeft aan dat de auteur heeft nage-dacht over de tekst. Een tekst is namelijk niet simpelweg een ver-zameling losse zinnen, maar een vlechtwerk van onderling sa-menhangende zinnen.

In deze ViBE staat de structuur van een tekst centraal. Je krijgt uitleg over hoe je voor een goede structuur in je tekst kunt zor-gen. Daarnaast oefen je hoe je teksten van anderen en van jezelf structureert.

1.2 Titel en kopjes

De structuur van een verslag wordt op het eerste oog duidelijk door de titel en de kopjes van de verschillende onderdelen. De lezer stelt zijn of haar verwachtingen over de inhoud van de tekst vast aan de hand van deze indeling. Wil je de structuur van je tekst duidelijk aangeven, dan moet je zorgen voor een titel en kopjes die de lading dekken.

1.2.1 De titel van je verslag

Meestal is de titel het eerste wat iemand leest van een tekst. Een goede titel verwijst naar de verschillende inhoudelijke elementen waaruit de tekst bestaat, zoals in titel 1:

1. Een economisch-historisch perspectief op het meten van welvaartsgroei

8257_Zelf leren schrijven.indd 28 20-02-16 13:15

Page 24: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

29V i B E - 1 : A l g e m e n e s t r u c t u u r

Hier staat heel duidelijk wat het onderwerp van dit verslag is (‘het meten van welvaartsgroei’) en verder wordt een aanwijzing gege-ven over de invalshoek ervan (‘een economisch-historisch per-spectief ’). De titel is dus het eerste aspect waarin iets van de structuur van je verhaal tot uitdrukking kan komen. Let erop dat je titel niet te algemeen is, zoals:

2. EU-lidmaatschap

De lezer weet dan wel dat het verslag over EU-lidmaatschap gaat, maar wat er precies besproken gaat worden, blijft onbelicht. De lezer kan zo geen verwachtingen over de inhoud ontwikkelen en bijvoorbeeld beslissen of hij/zij het stuk wel of niet wil lezen. Titel 3 is een voorbeeld van een betere formulering:

3. De economische effecten van EU-lidmaatschap

Lezers weten nu dat de economische effecten van EU-lidmaat-schap centraal staan. Dus mochten zij geïnteresseerd zijn in bij-voorbeeld de voorwaarden om lid van de EU te worden, dan zul-len ze een andere tekst moeten zoeken.

Je hebt ook speelse of pakkende titels die de interesse van de lezer wekken, maar niet aangeven waar de tekst verder over gaat. Neem bijvoorbeeld titel 4:

4. Baat het niet, dan schaadt het niet

Deze titel onthult niets over de inhoud van de tekst. Dit probleem kun je ondervangen door een ondertitel toe te voegen die wel precies aangeeft wat de lezer kan verwachten van de inhoud, zoals in titel 5 gedaan is:

5. Baat het niet, dan schaadt het niet. Het belang van klein-schalige beleidsexperimenten

8257_Zelf leren schrijven.indd 29 20-02-16 13:15

Page 25: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

30Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

Vuistregel 1

Zorg dat de titel van je verslag kort en krachtig aangeeft waar de tekst over gaat.

Oefening 1

1.2.2 Kopjes in je verslag

De kopjes van de verschillende onderdelen (paragrafen) in je ver-slag zijn handige structuuraanduiders. Je moet er wel voor zor-gen dat ze goed weergeven wat je onder zo’n kopje gaat bespre-ken. ‘Inleiding’, ‘discussie’ en ‘conclusie’ kunnen in je tekst altijd kopjes zijn, maar noem het middenstuk geen ‘middenstuk’. Geef dit een inhoudelijke naam. Indien het middenstuk lang is, kun je het opdelen in paragrafen, elk met een tussenkopje dat de inhoud van de besproken onderwerpen goed weergeeft. Stel dat je verslag gaat over onderzoek naar de economische gevolgen van de aard-bevingen in Groningen, dan kun je de volgende titels en (sub)kopjes hanteren:

Groningen beeft – De economische gevolgen van aardbe-vingen

1. Inleiding 2. Aardbevingen bedreigen economische ontwikkeling 2.1 Schade aan dijken, wegen en gebouwen 2.1.1 Vergoedingsregelingen? 2.1.2 Langetermijnverwachtingen 2.2 Vestigingsperspectieven op de tocht? 2.3 Economische groei in de regio 3. Data en methode 3.1 Steekproefselectie 3.2 Analysetechniek 4. Resultaten 5. Discussie en conclusie

8257_Zelf leren schrijven.indd 30 20-02-16 13:15

Page 26: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

31V i B E - 1 : A l g e m e n e s t r u c t u u r

Op de eerste pagina van het verslag staat de titel, met een nader verklarende ondertitel. Punt 2 betreft het middenstuk. Dit krijgt dus een inhoudelijke titel. Kopjes en subkopjes (cursief) worden ook van titels voorzien. De punten 1 tot en met 5 komen ook zo in de inhoudsopgave te staan.

Vuistregel 2

Zorg dat de kopjes in je verslag de inhoud goed weergeven van wat je daaronder gaat bespreken.

Oefening 2

1.3 De algemene structuur van een tekst

Stel dat je een willekeurig artikel uit een tijdschrift onder ogen krijgt. Wat verwacht je in de inleiding te lezen? En op basis van die inleiding, wat in de rest van het artikel?

Als lezer heb je bepaalde verwachtingen over de inhoudelijke op-bouw van een tekst. De algemene structuur van een tekst wordt duidelijk als je de volgende drie vragen kunt beantwoorden: Wat is het onderwerp? Wat is de centrale vraag? Wat is het antwoord op die vraag?

Als schrijver moet je inspelen op de verwachtingen van de lezer en er dus voor zorgen dat hij/zij deze drie vragen na lezing kan beantwoorden.

Vuistregel 3

Zorg voor een heldere structuur van je tekst door duidelijk te maken (1) wat het onderwerp is, (2) wat de centrale vraagstelling erbij is, en (3) wat het antwoord daarop is.

Oefening 3

8257_Zelf leren schrijven.indd 31 20-02-16 13:15

Page 27: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

32Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

Oefening 4

1.3.1 De centrale vraagstelling

Aangezien het grootste deel van je verslag bestaat uit het geven van informatie om je centrale vraagstelling te beantwoorden, is het belangrijk dat deze vraagstelling helder geformuleerd is, zodat de lezer weet wat er gaat komen. Baken het onderwerp van je vraagstelling vroeg in het schrijfproces nauwkeurig af: dit voorkomt onnodig zoeken naar literatuur, overbodig geschrijf en onduidelijkheid over het onderzoeksontwerp of de onderzoeks-methode. Het kan echter gebeuren dat je tijdens het lezen van de literatuur ontdekt dat de vraagstelling toch te breed is. Dan kun je de vraagstelling natuurlijk alsnog aanscherpen.

De volgende voorbeelden maken duidelijk wat bedoeld wordt met een specifieke vraagstelling. Allereerst een voorbeeld van een slechte vraagstelling:

Welk effect hebben toeslagen op marktwerking?

In dit voorbeeld is het niet duidelijk over welk soort toeslagen het gaat. Betreft het zorgtoeslag, huurtoeslag of misschien kinderop-vangtoeslag – of wellicht meer dan één soort toeslag? Verder is het niet duidelijk wat hier onder ‘marktwerking’ wordt verstaan, want dat is een zeer breed begrip. Nu weet je als lezer ook niet of het om één of meer effecten gaat. De vraagstelling is dus niet spe-cifiek genoeg en biedt zo ook geen houvast omtrent het soort in-formatie dat in het verslag besproken wordt. Een goede vraagstel-ling is bijvoorbeeld:

Welk effect heeft de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 in Nederland gehad op de prijs- en productieniveaus van kinderdagverblijven?

8257_Zelf leren schrijven.indd 32 20-02-16 13:15

Page 28: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

33V i B E - 1 : A l g e m e n e s t r u c t u u r

In dit voorbeeld is er geen twijfel over de bedoeling van de vraag. Alle elementen in de vraag zijn afgebakend.

Let er ook op dat je vraag open geformuleerd is: deze moet niet met een simpel ‘ja’ of ‘nee’ beantwoord kunnen worden. Een open onderzoeksvraag is belangrijk wanneer er geen eenduidig antwoord te verwachten is of de onderzoeksuitkomsten niet goed voorspelbaar zijn. Dit is over het algemeen het geval bij kwalita-tief onderzoek. Bij kwantitatief onderzoek staat een goed meet-bare vraagstelling centraal. Dit hoeft echter niet te betekenen dat de vraag per se gesloten geformuleerd moet zijn. Op basis van het toetsen van hypothesen, die per definitie gesloten geformuleerd zijn, kan namelijk ook een antwoord worden gegeven op een open onderzoeksvraag. Het is overigens wel zo dat de onder-zoeksvragen bij kwantitatief onderzoek specifieker zijn dan bij kwalitatief onderzoek om expliciete toetsing mogelijk te maken.

Bekijk je vraagstelling kritisch en controleer of deze specifiek ge-noeg is. In sommige verslagen staan in de inleiding wel tien vragen. Het is dan niet duidelijk wat de hoofdvraag is. Let er dus in je eigen verslag op dat je helder aangeeft wat de centrale vraagstelling is.

Vuistregel 4

Zorg dat je centrale vraagstelling specifiek genoeg gefor-muleerd is.

Oefening 5

Oefening 6

1.4 De structuur van alinea’s

Alinea’s zijn de eigenlijke bouwblokken van je tekst, ingedeeld per paragraaf en vervolgens per hoofdstuk. Als deze bouwblok-ken onderling niet logisch samenhangen, verliest het verhaal als-nog zijn structuur. Het is dus nuttig om eens te kijken naar hoe

8257_Zelf leren schrijven.indd 33 20-02-16 13:15

Page 29: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

34Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

de informatie binnen een alinea georganiseerd kan zijn. Een ali-nea behandelt meestal maar één onderwerp. In een alinea zijn de eerste twee zinnen en de laatste zin vaak van groot belang. Door-gaans is de eerste zin een overgangszin of een inleidende zin op het onderwerp dat in de alinea ter sprake komt. De tweede zin kan daarover de centrale informatie bevatten. Dit is dan de kern-zin. Het onderwerp van de kernzin werk je uit in de rest van de alinea. De laatste zin bevat vaak de conclusie of een aankno-pingspunt voor het onderwerp van de volgende alinea.

Natuurlijk kunnen alinea’s op verschillende manieren worden opgebouwd. Het is echter wel aan te raden om te zorgen voor een heldere kernzin die de belangrijkste informatie presenteert waar-aan de rest van de discussie in de alinea ‘opgehangen’ kan wor-den.

Lees ter illustratie de volgende alinea uit een artikel over de markt voor sociale media:

De dynamiek van de markt bepaalt dus mede in hoeverre marktconcentratie economisch wenselijk is. Dit laat zich tonen aan de hand van het voorbeeld van de markt voor so-ciale media, waar toe- en uittreding geen uitzondering zijn. De Nederlandse sociale netwerksite Hyves was vijf jaar ge-leden nog immens populair. Op zijn hoogtepunt had de site tien miljoen leden en 350.000 unieke bezoekers per dag. Niemand die een paar jaar geleden verwachtte dat hyven ooit géén veelgebruikt werkwoord meer zou zijn. Toch is Hyves nu verleden tijd en zijn de leden massaal overgestapt naar Facebook. Het is dus onduidelijk wie elkaars concur-renten in de toekomst zullen zijn.

Bewerkte bron: Van Dalen en Klein, 2014.

8257_Zelf leren schrijven.indd 34 20-02-16 13:15

Page 30: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

35V i B E - 1 : A l g e m e n e s t r u c t u u r

De eerste zin is een overgangszin die terugwijst naar de voorgaan-de alinea in het artikel. In deze alinea is kennelijk uitgelegd dat marktconcentratie economisch wenselijk is, en hoe die wenselijk-heid afhangt van de dynamiek van die markt (in termen van toe- en uittreding van bedrijven). De eerste zin vormt dus een opstapje naar het onderwerp van deze nieuwe alinea. De tweede zin maakt het onderwerp duidelijk en is aldus de kernzin. De volgende zin-nen gaan verder op dit onderwerp in door het voorbeeld uit te leg-gen (van hoogtepunt tot uittreding). De laatste zin bevat de con-clusie.

Let er verder op dat alinea’s nooit te kort of te lang zijn. Een ali-nea van één zin is te kort. Probeer in zo’n geval na te gaan of de zin niet bij de vorige of komende alinea past. Wanneer dat niet het geval is, probeer dan meer uitleg te geven over het onderwerp van die alinea. Een alinea van meer dan een halve pagina wordt over het algemeen te lang geacht. Mocht je zo’n lange alinea heb-ben, ga dan na of je misschien verschillende onderwerpen in die alinea behandelt. Is dat het geval, splits de alinea dan in tweeën.

Vuistregel 5

Behandel bij voorkeur één onderwerp per alinea.

Vuistregel 6

Gebruik de eerste twee zinnen en de laatste zin in de alinea om de structuur duidelijk te maken.

Vuistregel 7

Maak alinea’s niet te kort of te lang.

Oefening 7

Kennistest vraag 1 t/m 6

8257_Zelf leren schrijven.indd 35 20-02-16 13:15

Page 31: 8257 Zelf leren schrijven - Boom test onderwijs · 7.3.3 Signaalwoorden 139 7.3.4 Redeneerfouten: drogredenen 141 7.4 Verwijzingen en parafrases 144 7.4.1 Verwijzingen toevoegen 144

36Z e l f l e r e n s c h r i j v e n v o o r e c o n o m i e e n b e d r i j f s k u n d e

1. Zorg dat de titel van je verslag kort en krachtig aangeeft waar de

tekst over gaat.

2. Zorg dat de kopjes in je verslag de inhoud goed weergeven van wat

je daaronder gaat bespreken.

3. Zorg voor een heldere structuur van je tekst door duidelijk te

maken (1) wat het onderwerp is, (2) wat de centrale vraagstelling

erbij is, en (3) wat het antwoord daarop is.

4. Zorg dat je centrale vraagstelling specifiek genoeg geformuleerd

is.

5. Behandel bij voorkeur één onderwerp per alinea.

6. Gebruik de eerste twee zinnen en de laatste zin in de alinea om de

structuur duidelijk te maken.

7. Maak alinea’s niet te kort of te lang.

Overzicht van de vuistregels ViBE-1: Algemene structuur

8257_Zelf leren schrijven.indd 36 20-02-16 13:15