810 Geen Aanleiding Voor Bijzondere Uitkering Ziekenfonds In Afwijking Beleidsregels CVZ

stelsel 58 6-2006 > zorg & financiering Op basis van de onderzochte feiten werd vastge- steld dat het college vóór het nemen van het besluit op de hoogte is gebracht van mogelijke aanvraagprocedures voor hetzelfde geneesmid- del in andere lidstaten. Het college was gehou- den om de aldus verkregen informatie op haar juistheid te onderzoeken en, indien aan de orde, om te bezien of de aanvraagprocedures reeds tot afgifte van een vergunning hadden geleid. Nu dat achterwege was gebleven was het onderzoek naar de relevante feiten niet juist en niet volledig geweest, zodat het besluit is genomen in strijd met artikel 3:2 Awb (Algemene wet bestuurs- recht). Gelet op de opstelling van partijen was er onvoldoende zicht of het onderzoeksgebrek in heroverweging kon worden hersteld, zodat het registratiebesluit werd geschorst. Bron: RZA 2006, 97< 810 geen aanleiding voor bijzondere uitkering ziekenfonds in afwijking beleidsregels cvz De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State deed op 22 maart 2006, onder num- mer 200504531/1, uitspraak in een geschil tussen een ziekenfonds en het College voor zorg- verzekering (CVZ). Het ziekenfonds had beroep ingesteld tegen de ex ante vaststelling door het CVZ van het budget verstrekkingen en vergoedingen Zfw 2003 (Zie- kenfondswet), op grond van de stelling dat het CVZ wegens bijzondere omstandigheden had moeten afwijken van zijn beleidsregels. De bijzondere omstandigheden betreffen een cumula- tie van negatieve effecten van het nacalculatie- percentage van de vaste ziekenhuiskosten op 95 in plaats van honderd procent, het relatieve geringe aantal (goedkope) zelfstandigen die bij het ziekenfonds staan ingeschreven en de gro- testedenproblematiek van Amsterdam. Volgens het ziekenfonds hadden die omstandigheden het CVZ moeten nopen een uitkering te doen in verband met een substantieel of structureel ver- schil tussen kosten en budget dat rechtstreeks verband houdt met hogere kosten van verzekerden als gevolg van een bijzondere geografische situatie of zeer uitzonderlijke omstandigheid. De Afdeling overwoog dat CVZ beoordelingsvrij- heid toekomt bij die beslissing, daargelaten of een verzoek om een dergelijke uitkering aan de orde kan komen in het kader van een ex ante vaststelling zoals hier aan de orde. Daaraan is invulling gegeven in de beleidsregels, welke door de minister zijn goedgekeurd. Ziekenfond- sen komen alleen voor een uitkering in aanmer- king ten behoeve van slachtoffers van de nieuw- jaarsramp in Volendam en ten behoeve van verzekerden op de Friese Waddeneilanden. Dit beleid achtte de Afdeling niet onredelijk. De door het ziekenfonds aangevoerde bijzondere omstandigheden waren de minister bekend bij goedkeuring van de beleidsregels, zodat het CVZ zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het geen uitzonderlijke omstandigheden betrof als in de beleidsregels bedoeld. Dat het ziekenfonds stelde meer negatieve effecten te ondervinden dan andere zorg- verzekeraars maakte dat niet anders. Bron: RZA 2006, 85<

Upload
phamlien
Category

Documents
view
212
download
0

Embed Size (px):

Transcript of 810 Geen Aanleiding Voor Bijzondere Uitkering Ziekenfonds In Afwijking Beleidsregels CVZ

Page 1: 810 Geen Aanleiding Voor Bijzondere Uitkering Ziekenfonds In Afwijking Beleidsregels CVZ

stelsel

58 6-2006 > zorg & financiering

Op basis van de onderzochte feiten werd vastge-steld dat het college vóór het nemen van hetbesluit op de hoogte is gebracht van mogelijkeaanvraagprocedures voor hetzelfde geneesmid-del in andere lidstaten. Het college was gehou-den om de aldus verkregen informatie op haarjuistheid te onderzoeken en, indien aan de orde,om te bezien of de aanvraagprocedures reeds totafgifte van een vergunning hadden geleid. Nu

dat achterwege was gebleven was het onderzoeknaar de relevante feiten niet juist en niet vollediggeweest, zodat het besluit is genomen in strijdmet artikel 3:2 Awb (Algemene wet bestuurs-recht). Gelet op de opstelling van partijen was eronvoldoende zicht of het onderzoeksgebrek inheroverweging kon worden hersteld, zodat hetregistratiebesluit werd geschorst.Bron: RZA 2006, 97<

810 geen aanleiding voor bijzondere uitkering ziekenfonds inafwijking beleidsregels cvz

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raadvan State deed op 22 maart 2006, onder num-mer 200504531/1, uitspraak in een geschil tus-sen een ziekenfonds en het College voor zorg-verzekering (CVZ).

Het ziekenfonds had beroep ingesteld tegen deex ante vaststelling door het CVZ van het budgetverstrekkingen en vergoedingen Zfw 2003 (Zie-kenfondswet), op grond van de stelling dat hetCVZ wegens bijzondere omstandigheden hadmoeten afwijken van zijn beleidsregels. De bij-zondere omstandigheden betreffen een cumula-tie van negatieve effecten van het nacalculatie-percentage van de vaste ziekenhuiskosten op 95in plaats van honderd procent, het relatievegeringe aantal (goedkope) zelfstandigen die bijhet ziekenfonds staan ingeschreven en de gro-testedenproblematiek van Amsterdam. Volgenshet ziekenfonds hadden die omstandighedenhet CVZ moeten nopen een uitkering te doen inverband met een substantieel of structureel ver-schil tussen kosten en budget dat rechtstreeksverband houdt met hogere kosten van verzeker-

den als gevolg van een bijzondere geografischesituatie of zeer uitzonderlijke omstandigheid.De Afdeling overwoog dat CVZ beoordelingsvrij-heid toekomt bij die beslissing, daargelaten ofeen verzoek om een dergelijke uitkering aan deorde kan komen in het kader van een ex antevaststelling zoals hier aan de orde. Daaraan isinvulling gegeven in de beleidsregels, welkedoor de minister zijn goedgekeurd. Ziekenfond-sen komen alleen voor een uitkering in aanmer-king ten behoeve van slachtoffers van de nieuw-jaarsramp in Volendam en ten behoeve vanverzekerden op de Friese Waddeneilanden. Ditbeleid achtte de Afdeling niet onredelijk. Dedoor het ziekenfonds aangevoerde bijzondereomstandigheden waren de minister bekend bijgoedkeuring van de beleidsregels, zodat hetCVZ zich in redelijkheid op het standpunt heeftkunnen stellen dat het geen uitzonderlijkeomstandigheden betrof als in de beleidsregelsbedoeld. Dat het ziekenfonds stelde meer nega-tieve effecten te ondervinden dan andere zorg-verzekeraars maakte dat niet anders.Bron: RZA 2006, 85<

ZenF-0606 cyaan.qxd 26-7-2006 10:10 Pagina 58