8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen....

23
8. Mystagogisch werken met speelfilms over leven na de dood In het boek Verleiden tot God pleit ik voor mystagogisch werken met jongeren. 1 ‘Mystagogie’ betekent letterlijk: het begeleiden van een spirituele leerling. De term is in de tweede helft 20 ste eeuw, door toedoen van Rahner, herontdekt door pastoraaltheologen. Rahner herinnerde er in de 1960er jaren aan dat de eerste kerkvaders aan mystagogische catechese deden. Voor iemand als Cyrillus van Jeruzalem (315-386) was het niet meer dan logisch dat de dopelingen pas werden onderwezen over de geloofsgeheimen van de sacramenten nadat ze het doopsel en de eucharistie hadden ondergaan. In onze tijd vinden we het evenzeer logisch dat het pas zin heeft om iemand te onderwijzen over verliefdheid nadat de leerling de ervaring van verliefdheid heeft meegemaakt. Een mystagogische benadering kenmerkt zich precies door deze volgorde: eerst de (spirituele) ervaring, dan pas het onderricht. Het is eigenlijk vreemd dat de kerken van deze logische volgorde zijn afgestapt. Waarom is men in de loop van de tijd andere benaderingen van geloofsonderricht gaan ontwikkelen? Waarschijnlijk omdat er tijdens de (contra)reformatie een grote behoefte was om het geloof helder te formuleren en zuiver over te dragen. De geloofsleer werd, aan de hand van een vraag en antwoordspel, helder geformuleerd in de catechismus en catechese bestond uit uitleg van deze formuleringen. Tot en met de jaren 1960 werd deze vorm van verkondingscatechese gebezigd: een sterk verbale en conceptuele catechetische benadering. Vanaf de jaren 1960 kwam het grote manco van deze benadering steeds meer aan het licht: er was nauwelijks aandacht voor de existentiële ervaringen van de leerlingen. De verkondigingskatechese werd dan ook vervangen door de ervaringscatechese. In tegenstelling tot de verkondigingscatechese werd er niet uitgegaan van de geloofsleer, maar van de eigen ervaring van de leerling. Toch is de ervaringscatechese niet de oplossing gebleken voor het probleem van het toenemend plausibiliteitsverlies van christelijk geloof onder jonge mensen. In een steeds verder seculariserende samenleving werd de beginsituatie van de leerlingen namelijk steeds minder godsdienstig. Uitgaan van de eigen ervaring van de leerlingen werd steeds meer: uitgaan van seculiere ervaringen. En de koppeling van een seculiere 1 W. Smeets, Verleiden tot God, Jongeren inwijden in christelijke spiritualiteit, Tielt 2007. Te bestellen via www.smeetsadvies.nl. 1

Transcript of 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen....

Page 1: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

8. Mystagogisch werken met speelfilms over leven na de dood

In het boek Verleiden tot God pleit ik voor mystagogisch werken met jongeren.1 ‘Mystagogie’ betekent letterlijk: het begeleiden van een spirituele leerling. De term is in de tweede helft 20ste eeuw, door toedoen van Rahner, herontdekt door pastoraaltheologen. Rahner herinnerde er in de 1960er jaren aan dat de eerste kerkvaders aan mystagogische catechese deden.

Voor iemand als Cyrillus van Jeruzalem (315-386) was het niet meer dan logisch dat de dopelingen pas werden onderwezen over de geloofsgeheimen van de sacramenten nadat ze het doopsel en de eucharistie hadden ondergaan. In onze tijd vinden we het evenzeer logisch dat het pas zin heeft om iemand te onderwijzen over verliefdheid nadat de leerling de ervaring van verliefdheid heeft meegemaakt. Een mystagogische benadering kenmerkt zich precies door deze volgorde: eerst de (spirituele) ervaring, dan pas het onderricht. Het is eigenlijk vreemd dat de kerken van deze logische volgorde zijn afgestapt.

Waarom is men in de loop van de tijd andere benaderingen van geloofsonderricht gaan ontwikkelen? Waarschijnlijk omdat er tijdens de (contra)reformatie een grote behoefte was om het geloof helder te formuleren en zuiver over te dragen. De geloofsleer werd, aan de hand van een vraag en antwoordspel, helder geformuleerd in de catechismus en catechese bestond uit uitleg van deze formuleringen. Tot en met de jaren 1960 werd deze vorm van verkondingscatechese gebezigd: een sterk verbale en conceptuele catechetische benadering. Vanaf de jaren 1960 kwam het grote manco van deze benadering steeds meer aan het licht: er was nauwelijks aandacht voor de existentiële ervaringen van de leerlingen. De verkondigingskatechese werd dan ook vervangen door de ervaringscatechese. In tegenstelling tot de verkondigingscatechese werd er niet uitgegaan van de geloofsleer, maar van de eigen ervaring van de leerling. Toch is de ervaringscatechese niet de oplossing gebleken voor het probleem van het toenemend plausibiliteitsverlies van christelijk geloof onder jonge mensen. In een steeds verder seculariserende samenleving werd de beginsituatie van de leerlingen namelijk steeds minder godsdienstig. Uitgaan van de eigen ervaring van de leerlingen werd steeds meer: uitgaan van seculiere ervaringen. En de koppeling van een seculiere ervaring aan een godsdienstige interpretatie werd daardoor steeds meer gekunsteld. Jezus wordt er vaak aan zijn haren bijgesleept. (‘Waar wij het nu over hebben, dat is precies waar Jezus het ook over heeft’). Inmiddels is catechese (geloofsonderricht) voorbehouden aan de parochies en komt de religieuze ervaring binnen het vak godsdienst/levensbeschouwing in het onderwijs nauwelijks nog aan bod. Steeds meer scholen zetten het levensbeschouwelijk neutrale vak ‘levensbeschouwing’ op hun rooster.

Welnu, als ik in Verleiden tot God pleit voor mystagogisch werken met jongeren dan bedoel ik: geef jongeren allereerst de kans om een spirituele ervaring op te doen aan christelijk geloof. De tweede en derde stap is dan: het ondersteunen bij het verhelderen en vervolgens verinnerlijken van deze ervaring. Nu is alleen al die eerste stap zeker niet eenvoudig in een steeds verder seculariserende cultuur. Het is de kunst om jongeren te verleiden tot deelname aan christelijke spirituele praxes. Vaak zal het nodig zijn om in te spelen op een extrinsieke motivatie om een latente innerlijke motivatie te wekken. Zo kan een kloosterbezoek worden ingebed in het curriculum van een school waardoor de leerling er studiepunten mee kan verdienen (extrinsieke motivatie). Als de leerling eenmaal in het

1 W. Smeets, Verleiden tot God, Jongeren inwijden in christelijke spiritualiteit, Tielt 2007. Te bestellen via www.smeetsadvies.nl.

1

Page 2: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

klooster is, komt er meestal ook een intrinsieke motivatie bovendrijven om zich bezig te houden met spiritualiteit. In Verleiden tot God wordt een scala aan mystagogische werkwijzen aangedragen rond verschillende ‘verleidelijke’ ervaringsingangen, waaronder ook het werken met spirituele speelfilms. Zeker als een mooie film via een beamer wordt vertoond op een groot scherm is het voor jongeren zeer aantrekkelijk om naar zo’n film te kijken.2

De bedoeling van dit laatste artikel is het nu om te laten zien hoe er door catecheten en pastores mystagogisch kan worden gewerkt met speelfilms rond het thema ‘leven na de dood’. Dit thema nodigt, ook jonge mensen, onmiddellijk uit om zich te bezinnen op expliciet religieuze vragen. Is het na de dood afgelopen of is er nog ‘iets’ hierna? Wat zeggen de verschillende godsdiensten en filosofieën daarover en wat vind ik daarvan? Hoe aannemelijk vind ik die antwoorden? Wat weet ik over hoe mijn (groot)ouders hierover denken? Als jonge mensen op zoek gaan naar hun eigen antwoorden op vragen over leven en dood komt waarschijnlijk ook het plausibiliteitsverlies van godsdienst meteen naar voren. De antwoorden van de katholieke kerk lijken namelijk in tegenspraak met de natuurwetenschappen. Maar is dit ook werkelijk het geval? Het boek Is er leven na de dood? en de eerste toelichtende artikels werpen een heel ander licht op de natuurwetenschappelijke plausibiliteit van geloof in een hiernamaals en aanverwante geloofsonderwerpen. De denkoriëntaties die daar worden geboden, kunnen voor de pastor of catecheet wellicht behulpzaam zijn bij gesprekken met jonge mensen. - In de eerste paragraaf ga ik er nu verder op in hoe er mystagogisch met jonge mensen kan worden gewerkt vanuit de ervaringsingang van de speelfilm over leven na de dood. - In de tweede paragraaf bespreek ik een aantal van dergelijke speelfilms. - In de derde paragraaf wordt ten slotte een tweetal exemplarische spiritueel-didactische werkvormen aangeboden. Deze kunnen door catecheten en pastores worden gebruikt ter verheldering en verinnerlijking van de kijkervaringen.

1. Mystagogisch werken met speelfilms

In zijn boek ‘Mystagogie’ laat Van den Berk zien dat speelfilms ‘symboliseringsprocessen’ zijn. Ze activeren het ‘symbolisch bewustzijn’ van de kijker en roepen zo allerlei ervaringen op. De taak van de catecheet of pastor is het nu om te ondersteunen bij het verhelderen van deze ervaringen. We zien dat de speelfilm hier werkt als spirituele ervaringsingang, net als de sacramenten bij de mystagogische catecheten in de oude kerk.3

Deze mystagogische werkwijze neem ik graag van Van den Berk over, echter met twee belangrijke wijzigingen. - Op de eerste plaats: bij Van den Berk volgt er, na het bekijken van de film in een groep, een zogenoemd filmgesprek. Het groepsgesprek lijkt mij op zich een geschikte spiritueel didactische werkvorm als het gaat om het verhelderen van de kijkervaringen. Het risico lijkt mij echter dat er op deze wijze weinig komt van het verinnerlijken van deze ervaringen, tenminste als het blijft bij ‘praten over’ de film.- Op de tweede plaats: Van den Berk’s benadering is sterk jungiaans: intrapsychisch (zie eerste artikel). Bijbelverhalen en speelfilms worden benaderd zoals ook sprookjes en dromen worden benaderd. Het gaat niet om de feitelijke gebeurtenissen die in het

2 Houdt u er rekening mee dat er voor vertoning van speelfilms aan groepen een vergunning nodig is. Zie verder: www.videma.nl.3 T. Van den Berk, Mystagogie, Inwijding in het symbolisch bewustzijn, Zoetermeer 1999.

2

Page 3: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

Bijbelverhaal worden beschreven, maar enkel en alleen om het duiden van de symboliek in het verhaal. In het eerste artikel geef ik het voorbeeld van de Schepping in zes dagen. Net als bij een sprookje gaat het om een symbolisch verhaal, niet om historische feiten. En net als een sprookje bewerkt het scheppingsverhaal allerlei innerlijke ervaringen bij degene die naar het verhaal luistert. De vraag is nu echter: moeten (Bijbel)verhalen over onderwerpen als engelen, de hemel of de onsterfelijke ziel ook louter op deze intrapsychische wijze benaderd worden? Of gaat het bij deze onderwerpen niet alleen om innerlijke ervaringen (intrapsychisch), maar ook om feitelijkheden (extrapsychisch)? Om te spreken met de woorden van de engel Seth in de film City of Angels als hij het heeft over onsterfelijkheid: ‘Some things are true, whether you believe in them or not’.

De huidige academische theologie durft nauwelijks nog over onderwerpen rond het leven na de dood te spreken in termen van feitelijkheden (zie artikel 1). Dit terwijl de catechismus van de katholieke kerk heeft vastgehouden dat het bij onderwerpen als onsterfelijkheid, engelen en de hemel wel degelijk om feitelijkheden gaat. Het lastige is dan wel weer dat de kerk haar visie op deze onderwerpen verkondigt als de enige ‘geloofswaarheden’. De meeste hedendaagse mensen kunnen moeilijk uit de voeten met dergelijke aanspraken op de enige waarheid, zeker als deze ‘waarheid’ in strijd lijkt met de inzichten van de natuurwetenschappen.

Mijn voorstel is het nu om bij mystagogisch werken juist de godsdienstige ervaring centraal te stellen. De taak van de begeleider is het dan om, in plaats van godsdienst te reduceren tot moraal of intrapsychische ervaringen (zie eerste artikel), de aandacht te vestigen op wat ik, in Verleiden tot God, de vierde laag noem. De religieuze werkelijkheid wordt dan niet gereduceerd tot immanentie, tot iets dat louter en alleen ‘in de mens zit’, maar gezien als de beleving van de relatie van de mens met een transcendente en extrapsychische werkelijkheid. Dit is wat ik de expliciet religieuze ervaring zou willen noemen. En als de religieuze werkelijkheid, waarmee in relatie wordt getreden, wordt benoemd als ‘God’, dan zou ik willen spreken van de expliciet godsdienstige ervaring. Mystagogisch werken met speelfilms bestaat dan uit drie stappen:1) Het aanbieden van een expliciet godsdienstige speelfilm als ervaringsingang;2) Het faciliteren van het verhelderen van de eventueel door de kijkers opgedane spirituele ervaringen;3) Het faciliteren van het verinnerlijken van deze ervaringen.

In de nu volgende tweede paragraaf beschrijf ik een aantal speelfilms over leven na de dood waarin religie en godsdienst expliciet wordt gethematiseerd. In de derde paragraaf volgt meer over verhelderen en verinnerlijken.

2. Speelfilms over leven na de dood

Speelfilms over leven na de dood lenen zich bij uitstek voor een mystagogische benadering. In dergelijke films komen immers allerlei onderwerpen aan bod die de extrapsychische religieuze werkelijkheid thematiseren: bijna-doodervaringen, het bestaan van engelen, de hel, het vagevuur, de hemel enzovoort. In deze tweede paragraaf bespreek ik nu een aantal populaire speelfilms waarin deze onderwerpen een grote rol spelen. De cijfers tussen haakjes staan steeds voor de tijdsindex van een bepaalde scène. Zo betekent ‘1.12’: ‘na 1 uur, 12 minuten’.

3

Page 4: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

City of Angels4

In de beginscène horen we de gedachten van een moeder die zeer bezorgd is om haar bedlegerige dochtertje. Als het meisje ijlings naar het ziekenhuis wordt gebracht, praat ze met deze man. Langzaam wordt het voor de kijker duidelijk dat hij een engel is. Vandaar dat we de gedachten van de moeder konden horen. Vandaar dat hij voor de omstanders onzichtbaar is. Het meisje wordt naar de IC gebracht. Even later zien we haar, samen met de man, vanaf een afstandje naar de artsen en het dode lichaam kijken. ‘We gaan naar huis’, zegt de engel. ‘Mama zal dat niet begrijpen’, antwoordt het meisje. De engel stelt haar gerust: ‘dat komt wel mettertijd’. ‘Wat vond je het leukst’?, vraagt de engel.‘Pyjama’s’ antwoordt het meisje.

Even later (0.13) zien we de jonge hartspecialiste Maggie. Ze is radeloos. Eén van haar patiënten is overleden terwijl ze hem aan het opereren was. Ze heeft het gevoel dat ze vreselijk gefaald heeft en loopt ontredderd door het ziekenhuis. Dan ontmoet ze Seth, de engel van de openingsscène. Ze raken met elkaar in gesprek over wat er gebeurd is.

Maggie: Ik hield zijn hart in mijn hand toen hij stierf…Seth: Mensen sterven als hun lichaam het opgeeft. Heb je alles gedaan wat je kon?Maggie: Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat ze het niet opgeven. Wat doe ik hier

anders? Ik wilde dat hij zou blijven leven!Seth: Het was niet jouw fout, Maggie. Hij leeft wel degelijk, alleen niet op de wijze waarop jij denkt.Maggie: Daar geloof ik niet in…Seth: Sommige dingen zijn waar, of jij er nou in gelooft of niet.

Maggie heeft zich de materialistische denkwijze van de (medische) wetenschap helemaal eigen gemaakt. Ze lijkt zichzelf te beschouwen als een soort elektricien die een slecht werkend onderdeel van een elektrisch apparaat weer aan de praat moet krijgen. Ze moet kapotte harten repareren en er zo voor zorgen dat mensen met hartproblemen niet sterven. Maar ze heeft gefaald. Ze voelde het hart van haar patiënt in haar eigen handen ophouden met kloppen; dat zijn de feiten. Hij stierf, terwijl het haar taak was om hem in leven te houden. Niet verwonderlijk dat ze radeloos wordt en geen boodschap heeft aan Seth die haar ervan verzekert dat haar patiënt voortleeft. Geloven in een geestelijk voortbestaan past niet in Maggies denkwijze, het is een geloof dat zij niet deelt. Seth wijst haar vervolgens op feitelijkheden over het leven na de dood waarvan Maggie geen flauw benul heeft: ‘Sommige dingen zijn waar, of jij er nou in gelooft of niet.’

Maggies wetenschappelijke denkwijze over de dood als het stukgaan van een elektrisch apparaat lijkt op het eerste gezicht logisch en aannemelijk. Logischer en aannemelijker dan de gelovige denkwijze van Seth over het voortbestaan na de dood. Maar is het werkelijk zo dat Maggies denkwijze logischer is dan die van Seth? (Zie verder in het boek hoofdstuk 2). Deze scène is uitstekend bruikbaar voor een gesprek over de materialistische versus de idealistische denkwijze over bewustzijn. Is bewustzijn een product van de hersenen of is materie een product van de Geest? (zie artikels 1 en 5). Ook de scène na 0.40 is zeer goed bruikbaar wat dit betreft. ‘Dit ben ik’ zegt Maggie over de

4 Zie: http://www.imdb.com/find?s=all&q=City+of+angels. Deze film is de Hollywood-versie van ‘Der Himmel ueber Berlin’ van Wim Wenders. Zie: http://www.imdb.com/title/tt0093191.

4

Page 5: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

lichaamscellen die ze ziet door een microscoop. Voor Seth is dit onbegrijpelijk: denk je echt dat dit ‘alles’ is?

Verder is deze film goed bruikbaar over een gesprek over engelen. Bestaan ze écht? En zo ja: wat moet ik me bij een engel voorstellen? Wellicht draagt het Hollywoodkarakter van de film bepaald niet bij aan het geven van meer plausibiliteit aan het bestaan van engelen. Seth en Maggie worden namelijk verliefd op elkaar en Seth besluit om mens te worden. Zowel in de esoterische als in de kerkelijke theologie wordt gezegd dat engelen puur geestelijke wezens zijn die dichter bij God staan dan de mens. Zie verder artikel 4 voor informatie over engelen, o.a. over de engelenhiërarchie van de mystieke theoloog Pseudo-Dionysius.

Dragonfly5

Net als ‘City of Angels’ speelt ‘Dragonfly’ zich grotendeels af in een Amerikaans ziekenhuis. Halverwege de film blijkt dat een religieuze zuster er onderzoek heeft gedaan naar de bijna-doodervaringen van kankerpatiëntjes. Nadat de pers lucht kreeg van haar onderzoekswerk is ze weggehoond. In het ziekenhuis heerst een materialistische natuurwetenschappelijke visie die dergelijke bijgelovige praktijken niet toelaat!

Aan het begin van de film maken we kennis met Joe die, net als zijn vrouw, als arts is verbonden aan dit ziekenhuis. Zijn vrouw is hoogzwanger en werkt in Venezuela. Daar is net een zwaar onweer losgebroken. De bus waar ze in zit, glijdt in een ravijn en alle inzittenden verongelukken.

Nog verteerd door het verlies van zijn vrouw werkt Joe aan één stuk door. Hij weigert een vrouw te behandelen die zojuist een suïcidepoging heeft ondernomen. ‘Ik ben alleen geïnteresseerd in mensen die willen leven’. Naderhand heeft hij spijt van zijn handelswijze en gaat hij naar deze, inmiddels alweer bij bewustzijn gekomen, vrouw toe. Zij vertelt hem dat ze het vreselijk vindt dat haar de overgang naar de andere wereld werd belet. Joe spreekt haar vermanend toe: ‘hoe rot ook, deze wereld is alles wat er is!’ (0.9).

Weer iets later brengt Joe een bezoek aan de voormalige afdeling van zijn overleden vrouw: kinderen met kanker. Joe ziet hoe één van deze patientjes ternauwernood aan de dood ontsnapt. En wat zeer opmerkelijk is: als het jongetje weer bij bewustzijn is, weet hij Joe exact te vertellen wat er in de operatiekamer gebeurde terwijl hij diep comateus was. Joe is gefascineerd en raakt zelfs in de ban van bijna-doodervaringen als bijna overleden patiëntjes steeds boodschappen voor hem blijken te hebben van zijn vrouw. Vanaf dan heeft hij voortdurend het gevoel dat zijn overleden vrouw met hem probeert te communiceren. Maar na een gesprek met collega’s komt hij weer met beide benen op de grond. Zijn collega’s dragen nuchtere verklaringen aan voor bijna-doodervaringen: De tunnel die bijna doden zien, is niets anders dan de tunnelvisie van het oog. En uit de zogenaamde ‘waarnemingen’ van bijna-doden blijkt: kennelijk werken de hersenen nog ook als de EEG een vlakke lijn laat zien (0.32). Wat dit laatste betreft, is het trouwens zeer opvallend dat verderop in de film (0.48) een orgaandonor dood wordt verklaard als de EEG een vlakke lijn aangeeft.

Halverwege de film komt er een wende in Joe’s denken als hij de genoemde religieuze zuster gaat opzoeken (0.50). Volgens haar zijn er tussen het waken en de dood nog wel honderd bewustzijnstoestanden waar de wetenschap nog geen weet van heeft. Het lijkt haar alleszins mogelijk dat zijn vrouw tussen leven en dood zweeft en daardoor met haar vroegere patientjes kan communiceren als die bijna dood zijn.

5 Voor meer informatie zie: http://www.imdb.com/title/tt0099582.

5

Page 6: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

Aan het eind komt Joe er achter dat het vreemde kruis dat de bijna doden patientjes maar steeds tekenen op landkaarten wordt gebruikt als het symbool is voor een waterval. Hij herinnert zich foto’s van zijn vrouw bij een waterval, nabij waar ze verongelukt is. Hij weet het nu zeker: zijn vrouw wil dat hij daarheen gaat. Het blijkt dan dat zijn vrouw, na haar ongeluk, werd opgevangen door een indianenstam. Zij kon zelf uiteindelijk niet worden gered, maar haar baby wél.

Deze film thematiseert de discussie tussen onderzoekers van bijna-doodervaringen en materialistische sceptici. Bij gesprekken met jongeren kan het eerste hoofdstuk van het boek als betekenisachtergrond dienen, evenals het tweede en derde artikel.

Flatliners6

Deze film gaat over bijna-doodervaringen. Een groep studenten geneeskunde wekt dergelijke ervaringen bij elkaar op om te onderzoeken wat er na het sterven gebeurt. De student die het initiatief heeft genomen, is van mening dat filosofie en religie hebben gefaald. Daarom moet de wetenschap een antwoord vinden op de vraag naar wat er is na de dood (0.16). We zien allerlei aspecten van bijna-doodervaringen die werden besproken in het eerste hoofdstuk van het boek. Bij twee van de studenten zien we hun levensfilm voorbij trekken. In deze levensfilm wordt de aandacht steeds gevestigd op momenten waarop een ander pijn heeft gehad in het contact. En het opvallende is: nu worden de rollen omgedraaid. Het negermeisje dat vroeger genadeloos gepest werd (1.10), is nu degene die de meest smerige scheldwoorden naar het hoofd van de bijna dode slingert (0.56). En de bijna dode die vroeger een medeleerling had geslagen, wordt nu door diezelfde medeleerling mishandeld (0.40). Allen houden ze aan deze indrukwekkende ervaringen het besef over dat ze iets goed te maken hebben. Ze vinden pas weer innerlijke rust als ze zich hebben verzoend met hun vroegere slachtoffers. Degene die vroeger het negermeisje pestte, zoekt haar op om zich bij deze inmiddels volwassen vrouw te verontschuldigen (1.16). Ook degene die voortdurend wordt mishandeld door zijn vroegere medeleerling, vindt de rust van de verzoening (1.38). Opvallend hierbij is dat degenen die tot inkeer komen over hun vroegere gedrag in eerste instantie voortdurend praten in termen van ‘schuld’ en ‘boetedoening’. Dit moralisme verdwijnt echter als de verzoening heeft plaatsgehad. De volwassen negervrouw die als kind werd gepest, bedankt zich. De medeleerling glimlacht. Het gaat niet om schuldbesef, maar om bewustwording (zie: hoofdstuk drie, onder ‘oordeel’).

De film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid rond leven na de dood. Bij deze studenten gaat de nieuwsgierigheid zo ver dat ze hun leven op het spel zetten om over de grens van dit leven te kunnen kijken. Veel jonge mensen hebben ervaring met praktijken als ‘glaasje draaien’. In hoofdstuk 4 (onder het kopje ‘dierbaren in de hemel en op aarde’) vergelijk ik dergelijke, op sensatie beluste praktijken, met de deur van je huis openzetten voor drugsverslaafden.

Ghost7

Aan het begin van de film zien we hoe Sam, de mannelijke hoofdpersoon, wordt neergeschoten bij een overval (0.18). Zonder dat Sam dit in eerste instantie doorheeft, blijkt hij met een geestelijk lichaam uit zijn fysieke lichaam te zijn getreden. In dat geestelijke lichaam holt hij achter de moordenaar aan. Daarna keert hij terug bij zijn vriendin Molly. Tot

6 Voor meer informatie over deze film zie: http://www.imdb.com/title/tt0099582.7 Voor meer informatie over deze film zie: http://www.imdb.com/title/tt0099653.

6

Page 7: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

zijn ontsteltenis ziet hij dat zij, volledig ontredderd, zijn gewonde fysieke lichaam in haar armen houdt. Met dit nieuwe geestelijke lichaam blijkt Sam door muren heen te kunnen.

Even later zien we hoe Sam in het ziekenhuis een oude man ontmoet die, net als hijzelf, met zijn lichaam door vaste objecten heen kan (0.23). De oude man blijkt overleden en te zijn gekomen om zijn vrouw op te halen. Samen kijken ze naar een patiënt die overlijdt: er treedt een geestelijk lichaam uit het fysieke en er verschijnt een licht dat dit geestelijke lichaam aantrekt.

Sam is vervolgens getuige van zijn eigen begrafenis (0.25) en doet hij verwoede pogingen om contact te maken met zijn vriendin. Zij reageert niet op hem, maar de kat wél (0.27). Sam blijkt hulp nodig te hebben. We zien die man naar een medium toegaan dat bij haar thuis sessies organiseert waarin contact met overledenen wordt gelegd (0.37). Het medium is in de voetstappen getreden van haar moeder, die bekendstond voor haar vermogen om een communicatieve brug te slaan tussen nabestaanden en overledenen. Maar de dochter heeft niet veel succes met haar mediumschap. Althans, geen succes in de zin dat ze contact krijgt met overledenen. Zakelijk gezien is ze zeer succesvol: ze weet haar klanten zodanig te bespelen dat deze alle onzin die ze uitkraamt voor zoete koek slikken. En dan gebeurt er iets vreemds: het ‘medium’ hoort ineens een stem van... iemand die overleden is! Tot haar eigen schrik blijkt ze het mediamieke vermogen van haar moeder geërfd te hebben. Deze scènes geven mooi en op een zeer grappige wijze weer dat bijgeloof, oplichterij en werkelijke mediamieke vermogens elkaar niet onderling uitsluiten!

Het medium blijkt in staat om de man te helpen met het leggen van contact met Molly. Aanvankelijk is ze sceptisch: ‘Ik geloof niet in dat leven-na-de-dood-gedoe’ (0.47). Maar Sam weet haar uiteindelijk te overtuigen door een muntje voor haar ogen te laten dansen (1.40). Sam heeft namelijk eerder van een andere overledene geleerd hoe hij materiele objecten kan verplaatsen met zijn emoties (1.13).

Het medium weet Molly uit te leggen dat Sam ‘vastzit tussen twee werelden’; hij heeft nog een klus te klaren voordat hij verder kan naar de lichtwereld. En die klus blijkt bestaan uit een gevecht tussen Sam en zijn beste vriend Carl (1.48). De moord van het begin van de film blijkt door deze vriend te zijn geregeld. Bij het gevecht tussen de overleden Sam en zijn vriend legt de laatste het loodje en wordt door donkere gestalten weggesleept (1.51). Sam is nu klaar om over te gaan naar de lichtwereld. Hij neemt afscheid van zijn vriendin en wordt dan opgehaald door een groot licht. De laatste woorden die hij aan Molly richt: ‘Het is fantastisch, de liefde die je van binnen hebt, die neem je mee!’.

Deze film is zeer geschikt voor het ingaan op de opvatting dat er, op het moment van sterven, een geestelijk lichaam opstaat uit het fysieke lichaam. Eventueel kan hier door de catecheet, bij wijze van persoonlijk getuigenis, een koppeling worden gemaakt met het geestelijke opstandingslichaam waarover Paulus spreekt (zie artikel 1). Verder leent deze film zich zeer goed om het thema mediumschap en contact met overledenen te bespreken. De genoemde scènes over het medium (gespeeld door Whoopi Goldberg) zijn zeer grappig en geven zo een bepaalde lichtheid aan het onderwerp.

The Others8

Deze film is een variatie op het aloude thema van het spookhuis. Een jonge vrouw woont met haar zoontje en haar dochtertje in villa op een Brits eiland. Het is 1945, vlak na de Tweede Wereldoorlog. De kinderen zijn allergisch voor zonlicht. En het dochtertje hoort steeds stemmen van ‘anderen’.

8 Voor meer informatie over deze film zie: http://www.imdb.com/title/tt0230600.

7

Page 8: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

Aan het begin van het verhaal melden zich een oudere dame en heer, samen met een jonge vrouw, bij de voordeur. De vrouwe des huizes neemt hen in dienst als huishouders. Deze huishouders tonen zich gelaten als de kinderen en hun moeder allerlei vreemde ervaringen meemaken. Het is zoals het dochtertje al vermoedde: er zijn ‘anderen’ in huis… het huis is bewoond door spoken…

Als kijker heb je voortdurend het gevoel dat er iets niet klopt in de wijze waarop het gezin hun situatie duidt. Aan het einde van de film vallen alle puzzelstukjes in elkaar. We zien mensen om een ronde tafel zitten voor wat al gauw een spiritistische bijeenkomst blijkt te zijn (1.27). De mensen rond de tafel voldoen aan de beschrijving die het dochtertje aldoor van de ‘anderen’ heeft gegeven. Pas nu beseft het gezinnetje: wij zijn zelf de ‘anderen’, de spoken … De huishouding blijkt ook uit overledenen te bestaan. Het zijn mensen die enkele decennia eerder in dit huis zijn overleden. De oude huishoudster weet: ‘we moeten met elkaar leren leven, de levenden en de doden’ (1.25). En: ‘soms hebben we contact met hen (de levenden w.s.) en soms niet’ (1.33). Zeer opvallend is wat we zien gebeuren met de moeder. Aan het begin van het verhaal onderwijst ze haar kinderen nog zeer streng over ‘het voorgeborchte van de hel’ (0.15). Het dochtertje vindt de geloofsopvattingen van haar moeder vreemd: ‘mama gelooft niet is spoken, maar we moeten van haar wel alles geloven wat in de Bijbel staat’ (0.37). De oude huishoudster begrijpt dit: ‘ze (de moeder w.s.) gelooft alleen wat ze kent’ (1.00). Nadat de moeder nu door heeft dat zij en haar kinderen spoken zijn, zegt ze tegen haar kinderen (die ze trouwens vermoord blijkt te hebben): ‘Ik weet niet eens meer of er wel een voorgeborchte bestaat’ (1.33).

Aan het einde van de film is er een ‘plot-twist’. Als kijker ga je mee in het perspectief van de hoofdpersonen. En pas helemaal aan het einde wordt duidelijk dat deze hoofdpersonen overleden zijn. Wat ‘The Others’ bovendien interessant maakt, is dat het kenmerken heeft van een horrorfilm. Horrorfilms zijn bij sommige jongeren zeer populair. Ik vermoed dat dit iets te maken heeft met de uitstoot van adrenaline bij situaties die angst oproepen. Het is een soort genieten van angstgevoelens. In Verleiden tot God pleit ik ervoor om, zo nodig, aan te sluiten extrinsieke motivaties van jongeren. Het feit dat sommige jongeren van horror genieten, kan dus als aanknopingspunt worden gebruikt voor catechese of pastoraat. Tenminste als er na het kijken naar de film door de catecheet of pastor wordt ingezoemd op religieuze vragen. Geloof jij dat er contact mogelijk is tussen levenden en gestorvenen? Geloof jij dat sommige overledenen nog rondhangen in het huis dat ze bewoond hebben?

The Sixth Sense9

Hieronder neem ik, bij wijze van beschrijving van de film, het ‘filmverslag’ over van een (anonieme) leerling van 2 VMBO:‘Ik denk dat de Sixth Sense bij levensbeschouwing wordt vertoond omdat de film te maken heeft met levensbeschouwelijke dingen, zoals godsdienst, magie, wonderen, en nog andere zaken. Ook denk ik dat deze film wordt vertoond omdat de mens 5 zintuigen heeft: voelen, zien, ruiken, horen, en proeven. En in deze film wordt er nog een 6e bij toegevoegd. Want Cole, het jongetje in de film, kan doden zien.

Het verhaal gaat over een 8-jarig jongetje, Cole Sear, dat doden, die niet weten dat ze dood zijn, kan zien. Doden kunnen elkaar ook niet zien. Zijn vader is dood en hij woont samen met zijn moeder in huis. Hij vertelt uiteindelijk zijn geheim aan zijn psychiater, Malcolm Crowe (Bruce Willis). Die is erg verrast. Hij had al eerder een patientje gehad dat

9 Voor meer informatie, zie: http://www.imdb.com/title/tt0167404.

8

Page 9: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

zoiets paranormaals had. Hij had toentertijd dat jongetje, Vincent Gray, niet kunnen helpen. Vincent had toen op 30-jarige leeftijd nog bij Crowe ingebroken en had Crowe in zijn buik geschoten omdat hij hem niet geholpen had. Een jaar later begint Crowe dus met zijn sessies met Cole Sear. Zijn relatie met zijn vrouw verslechtert, ze praten nooit meer met elkaar. Cole is altijd heel erg bang, want de doden hebben altijd iets engs aan hun lichaam . Als Cole bang is, gaat hij altijd naar de kerk: daar komen de doden nooit. Dan helpt dr Crowe Cole, door te zeggen dat hij moet proberen te luisteren naar de doden, de doden zouden alleen maar hulp van hem willen. Cole doet dat ook, en hij begint ze steeds meer te begrijpen, en durft ook al te praten met ze.Op de laatste sessie geeft Cole Crowe het advies met zijn vrouw te praten wanneer ze slaapt.

Dat doet hij, zijn vrouw fluistert in haar slaap: Malcolm waarom heb je me verlaten? Dan ondekt hij aan de achterkant van zijn trui een bloedvlek: hij is zelf ook dood! (een jaar geleden dus doodgeschoten door Vincent Gray). Cole was dus ook de enige die hem kon zien’.10

Wie kiest voor het vertonen van een aantal fragmenten uit deze film, zou kunnen starten met de scène waarin Crowe wordt neergeschoten (0.10). Gevolgd door een scène waarin er iets raars aan de hand blijkt te zijn met het jongetje Cole. Als zijn moeder de keuken inkomt, ziet ze dat alle keukenkastjes open zijn. Ze is ervan overtuigd dat haar zoontje dit gedaan heeft (0.17). Pas aan het einde van het verhaal gaat de moeder geloven dat haar zoontje contact heeft met overledenen. Cole weet haar dan dingen te vertellen die hij heeft gehoord van oma, de overleden moeder van zijn moeder (1.27). De opmerkelijkste scène is de plot-twist (die lijkt op die in The Others): pas aan het einde van de film beseft Crowe dat hij dood is (1.33). Halverwege de film diagnosticeerde hij Cole nog als ‘gestoord’ en lijdend aan ‘hallucinaties’ (0.49). Nu realiseert hij zich dat Vincent, zijn vroegere patientje die hem later dood zou schieten, net als Cole constant overledenen zag. Ook Vincent heeft hij destijds fout gediagnosticeerd. Nu hij dit weet, kan hij afscheid nemen van zijn vrouw (1.36).

Vooral het onderwerp van contact met overledenen komt in deze film sterk naar voren. Het gaat dan om overledenen die, in termen van de verschillende bestaanslagen, in de derde (de astrale) laag zijn blijven hangen. Hun tijdsbesef is daarom heel anders dan dat van mensen op aarde. Ze zijn nog bezig met het evalueren van hun aardse leven (zie hoofdstuk 3 bij ‘zelfevaluatie na de dood’). Star Wars III11

In de eerste Star Wars hebben we kennisgemaakt met het schattige jongentje Annekin Skywalker. In de derde Star Wars ontpopt Annekin zich als jongeman tot een buitengewoon getalenteerde Jedi (een soort ridder). Hij krijgt een toekomstvisioen waarin hij zijn moeder ziet sterven, waarna deze ook werkelijk sterft. Later ziet hij in een visioen zijn zwangere vrouw sterven bij de bevalling (0.29). Hij wil nu koste wat kost de dood van zijn vrouw en kind voorkomen. En hij schrikt van zichzelf als hij merkt hoever hij bereid is daarvoor te gaan. Daarom consulteert hij Meester Yoda. Zoals alle spirituele meesters ziet Yoda de dood niet als een einde en kent hij het gevaar van eigenwilligheid en gehechtheid:

10 http://www.scholieren.com/werkstukken/19310.11 Voor meer informatie over deze film, zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Star_Wars.

9

Page 10: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

Wees op je hoede met toekomstvisioenen. De angst voor verlies is een pad naar de Donkere Kant. De dood is een natuurlijk deel van het leven. Wees blij voor degenen die opgaan in de Kracht.

Maar Annekin is vastberaden: ‘Ik zal ervoor zorgen dat dit toekomstvisioen niet uitkomt!’ Meester Yoda geeft Annekin dan een dringend advies dat helemaal in de lijn ligt van de grote spirituele tradities: ‘Train yourself to let go of everything you fear te lose’. (‘Oefen jezelf om alles los te laten waarvan je bang bent het te verliezen’). Helaas blijkt Annekin daartoe niet in staat. Het lukt hem niet om zijn hoofd te buigen voor de onafwendbare gebeurtenissen en zijn eigenwilligheid los te laten. Om zijn zin te krijgen verkoopt hij zijn ziel aan het kwaad. Hij loopt over naar the Dark Side of the Force (de Donkere Kant van de Kracht). Zo wordt hij Darth Vader, de handlanger van het kwaad. Later in het verhaal blijkt dat hij ook daardoor niet kan voorkomen dat zijn vrouw sterft. De gebeurtenissen waren hoe dan ook onafwendbaar. Het vasthouden heeft hem alleen verder van huis gebracht. Meester Yoda blijkt gelijk te hebben gehad: angst voor verlies leidt naar de Donkere Kant van de Kracht.

De taferelen uit deze film die het meest geschikt zijn om te vertonen, beginnen bij de ontmoeting van Annekin en Padme, de prinses met wie hij in het geheim getrouwd is (0.24). Als ze hem vertelt dat ze zwanger is, noemt Annekin dit ‘het gelukkigste moment’ van zijn leven. Nog voordat we de beangstigende droom te zien krijgen waarin Annekin Padme ziet overlijden (0.29), horen we de Meester van de Donkere Kant zeggen dat hij binnenkort een machtige leerling zal hebben (0.27). Het plan ligt kennelijk al klaar om Annekin’s angst voor de dood van zijn vrouw te gebruiken als toegangspoort tot de Donkere Kant van de Kracht. Ondanks de waarschuwing van Meester Yoda (0.32) loopt Annekin in deze val. De onderwijzing van Meester Yoda is zeer compact: hij geeft een visie op de dood en onsterfelijkheid die vrij is van angst. Iemands overlijden is geen reden tot treurnis. Zo iemand transformeert immers in De Kracht. Net als alle grote spirituele leraren wijst Yoda Annekin erop dat gehechtheid de eigenlijke vijand is en dat het juist zaak is om los te laten.

Tieners en jongeren zullen zeer waarschijnlijk graag naar scènes uit deze film kijken. Het zal slechts voor weinigen de eerste keer zijn want deze film was een enorme kaskraker. Het is de vraag of ze eerder hebben begrepen wat Meester Yoda nu eigenlijk tegen Annekin zegt. Het zou interessant zijn om dit eerst te peilen. De spirituele visie op het kwaad, die in het derde hoofdstuk wordt gegeven, kan wellicht behulpzaam zijn bij de verheldering. Vervolgens zou de nadruk kunnen worden gelegd op Yoda’s visie op onsterfelijkheid. Theologisch gezien, is deze pantheïstisch van aard: De Kracht is geen Persoon, maar de levensenergie die alles doortrekt. De mystagoog die daar behoefte aan heeft, kan daar zijn eigen getuigenis naast zetten van de persoonlijke godsrelatie na de dood (zie volgende paragraaf).

What Dreams May Come12

Het verhaal begint in Zwitserland: een Amerikaanse man en vrouw ontmoeten elkaar op een meer in een prachtig berglandschap. Ze worden verliefd, gaan trouwen en krijgen twee kinderen. De vrouw schildert, de man is arts. In een rap tempo zien we dan een aantal tragische gebeurtenissen. Eerst overlijden de twee tienerkinderen bij een auto-ongeluk en later overkomt de vader van het gezin hetzelfde (0.12). De vrouw blijft ontredderd achter.

12 Zie ook: http://www.imdb.com/title/tt0120889.

10

Page 11: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

De titel is ontleend aan een uitspraak van Shakespeare’s Hamlet: ‘What dreams may come when we have shuffled off this mortal coil’. In deze film valt er veel te herkennen van wat werd besproken in ‘Is er leven na de dood?’. 1) bijna-doodervaringen: Nadat de arts is verongelukt ziet hij zichzelf van bovenaf op een brancard liggen en daarna in een ziekenhuisbed (0.12). Een lichtgestalte legt hem uit dat hij zojuist overleden is. Ogenblikkelijk verplaatst de zojuist overledene zich door tijd en ruimte. Eerst slaat hij zijn vrouw gaande die om hem treurt; dan is hij getuige van zijn eigen begrafenis. Hij probeert contact te maken met zijn vrouw, maar zij reageert niet (0.17). In een volgende scène schrijft de vrouw in haar dagboek. Hij fluistert haar in: ‘I still exist’. We zien haar deze woorden op het papier krassen en daarna het papier verscheuren. Kennelijk denkt ze dat ze hallucineert (0.20). De lichtgestalte legt de man uit dat hij zo lang hier op aarde blijft als hij zelf wil. We zien de man afscheid nemen van zijn en door een tunnel gaan (0.23). 2) Het hemels paradijs: De man wordt wakker in een landschap met prachtige kleuren dat van olieverf blijkt te zijn gemaakt. Hij herkent het landschap als de plek waar hij zijn vrouw heeft ontmoet (0.24). De lichtgestalte legt hem uit dat hij deze wereld zelf schept met zijn gedachten. ‘In het begin voelen we ons onveilig. Ieder creëert hier diens eigen wereld’ (0.27). En in deze wereld blijkt het geen probleem om te vliegen (0.34). Iets later zien we een jonge Aziatische vrouw die de man meeneemt naar haar wereld: een strand met vliegende kinderen (0.41). Ook zij heeft hier dus haar eigen wereld gecreëerd. 3) Het weerzien van dierbaren: Het duurt even, maar op een gegeven moment realiseert de man zich dat hij deze wereld van de vliegende kinderen kent. Hij herinnert zich een kunstwerkstuk van zijn dochter dat hierop leek (0.46). Dan herkent de man zijn dochter in de Aziatische vrouw (0.49). Later herkent de man ook zijn zoon de andere lichtgestalte die hem stond op te wachten toen hij overleed (1.03). 4) Contact tussen overledenen en dierbaren op aarde: Voordat de man overging van de aarde naar de lichtwereld zagen we al dat hij contact maakte met zijn vrouw (0.20). Ook als hij in de volgende werelden is, blijkt hij signalen van haar op te vangen. We zien zijn vrouw op aarde een boom schilderen die vervolgens in de wereld van de man verschijnt. De brug tussen overledenen en mensen op aarde wordt geslagen door gedachten. 5) De hel: De vrouw blijkt het verlies van haar kinderen en haar man niet aan te kunnen. Ze pleegt suïcide. De mannelijke lichtgestalte is ontredderd: ‘ze realiseert zich niet dat ze dood is; zit in zichzelf opgesloten’ (0.52). De man vraagt of ze naar de hel is gegaan bij wijze van straf. Dit wijst de lichtgestalte resoluut van de hand. Nee, het is geen straf, maar wel een gevolg van de ‘natuurlijke orde’. De man besluit om zijn vrouw uit deze helse wereld te halen. We zien taferelen die doen denken aan Dante’s Inferno (1.10). Als hij zijn vrouw vindt, blijkt deze volledig opgesloten te zitten in negatieve gedachten, vooral rond schuld (1.22). Het beeld van de hel dat hier wordt neergezet, blijkt overeen te komen met de tijdelijke hel of het vagevuur. Het lukt het stel namelijk om de overstap te maken van deze vreselijke bewustzijnstoestand, naar de lichtwereld en daar als gezin herenigd te worden (1.35). 6) Reïncarnatie: De Aziatische vrouw (zijn dochter dus) had de man al uitgelegd dat iedereen in de lichtwereld zijn werk heeft. ‘Sommigen helpen anderen bij het opnieuw geboren worden’

11

Page 12: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

(0.43). Aan het einde van de film besluit het stel om naar de aarde terug te keren en elkaar opnieuw te vinden. In de slotscène zien we een jongetje en een meisje die elkaar ontmoeten op een wijze die gelijkenissen vertoont met de openingsscène van de ontmoeting in Zwitserland (1.40).

Deze film is zeer geschikt om de genoemde onderwerpen te behandelen in een groep. In de volgende paragraaf worden daar concrete didactische werkvormen voor aangeboden.

3. Mystagogische werkvormen

Het vertonen van een film is nog geen mystagogische catechese. Soms verkiezen leerkrachten en pastores het om de filmbeelden voor zichzelf te laten spreken. Praten over de film wordt vaak ervaren als ‘kapotpraten’ van de kijkervaring.13 Zelf hou ik er, als filmliefhebber, ook niet van om na het kijken van een volledige film nog met mijn aandacht naar mijn hoofd te moeten gaan. Dit is anders bij het gericht bekijken van fragmenten. De film is sterk evocatief en zeker bij een controversieel onderwerp als ‘leven na de dood’ is het van belang om gedachten te kunnen ventileren. Dit is wat ik de tweede stap van het mystagogisch proces noem: verhelderen. Op de tweede volgt een derde: de verinnerlijking. Beide stappen worden hieronder uitgewerkt met exemplarische werkvormen.

a) VerhelderenEen gesprek over fragmenten uit een film kan zeer verhelderend werken. En deze verheldering lijkt me juist bij deze onderwerpen van zeer groot belang. Zoals ik uitleg in Verleiden tot God: voor veel hedendaagse (jonge) mensen zijn godsdienstige antwoorden op levensvragen vaak niet plausibel. Ze zitten dermate vastgebakken aan een materialistische levensvisie dat het bestaan van engelen of een hiernamaals als bijgelovige onzin wordt afgedaan (zie artikel 1). De informatie in het tweede artikel kan begeleiders helpen om deze sceptici te laten zien dat het materialistische paradigma natuurwetenschappelijk al een eeuw achterhaald is. Wellicht kan de informatie in het boek en de andere artikels ook helpen om als begeleider over deze onderwerpen te praten op een wijze die voor jonge mensen wél rationeel plausibel is. Zodoende kan er dan een rationeel struikelblok worden weggenomen.

Bij het verhelderen lijkt het me verder belangrijk dat er een getuigenis plaatsvindt: een eigen godsdienstig antwoord van de begeleider op de gestelde vragen. Deze antwoorden worden zo als oriëntaties aangeboden aan de deelnemers. Bijvoorbeeld: - ‘Ja, volgens mij is de ziel onsterfelijk’. (Zie: hoofdstuk twee van het boek). Of:- ‘Ja, volgens mij bestaat de hemel’. (Zie: hoofdstuk vier). Of:- ‘Ja, volgens mij is er contact mogelijk tussen levenden en gestorvenen’. (Hoofdstuk 4 onder het kopje ‘dierbaren in de hemel en op aarde’).Bij een dergelijk getuigenis is het van groot belang om de deelnemers alle ruimte te geven om op zoek te gaan naar hun eigen antwoorden. Zoals ik in Verleiden tot God uitleg sluiten getuigen en ruimte geven elkaar niet uit. Het kan juist zeer stimulerend werken om overeenkomsten en verschillen in visies te inventariseren. Wat zit er in jouw cirkel, wat in de

13 Zie ook: R. Bieringer en D. Pollefeyt op http://www.kuleuven.be/thomas/images/algemeen/filmfiches/Jezusfilms.pdf. De auteurs spreken over ‘de goddelijke betovering’ van de film die wordt doorbroken op het moment dat de ‘didactische werkvorm wordt gestart’. Toch achten ook zij de didactische werkvorm onmisbaar voor ‘hermeneutische geloofscommunicatie’: ‘In het proces van confrontatie en dialoog, van bevragen en herinterpreteren van de film en van de religieuze traditie worden zowel de toeschouwer als de traditie zelf veranderd’ (pag. 12).

12

Page 13: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

mijne en wat in ons raakvlak? De werkvorm van het ‘standpuntspel’ is zeer geschikt. Niet alleen om snel overeenkomsten en verschillen van meningen te inventariseren, maar ook om verhelderende gespreksdynamieken te faciliteren.

Het standpuntspelIn de werkruimte hangen in de vier hoeken grote vellen. Op elk vel staan uitspraken met betrekking tot een onderwerp, bijvoorbeeld:

1) het hiernamaals:- Ik leef hoogstens voort in de gedachten van dierbaren die me overleven. Als mijn hersenen stoppen, stopt ook mijn bewustzijn.- Na de dood gaat mijn ziel naar de hemel en blijft daar voor eeuwig.- Na de dood gaat mijn ziel tijdelijk naar de hemel en komt dan weer in een nieuw lichaam op aarde.- Na de dood is het wachten op het Einde der Tijden. Dan komt Jezus terug en verrijst mijn lichaam.2) bijna-doodervaringen:- Wat bijna doden denken waar te nemen zijn hallucinaties.- Bijna doden verlaten tijdelijk hun lichaam en krijgen zo inzicht in de hemel.- Bijna dood is niet het zelfde als dood: wat deze mensen vertellen, zegt mij niets over een eventueel hiernamaals.- Bezig zijn met dergelijke ‘ervaringen’ is net zoiets als glaasje draaien: gevaarlijk, niet doen!3) het vagevuur en de hel:- Het vagevuur en de hel zijn verzonnen om de mensen angst aan te jagen.- Het vagevuur en de hel bestaan écht. Wie in het vagevuur terecht komt, kan nog in de hemel komen, maar wie in de hel terecht komt is voor eeuwig verdoemd.- Na de dood wordt de ziel eerst uitgezuiverd: dat zou je vagevuur of hel kunnen noemen, maar het is tijdelijk, zeker niet eeuwig.- Vagevuur en hel bestaan niet. Iedereen gaat na de dood direct naar de hemel.4) engelen:- Engelen moet je zien als figuren in sprookjes. Je moet ze symbolisch zien. Ze bestaan niet in de échte wereld.- Engelen bestaan écht; het zijn puur geestelijke wezens die in qua trilling hogere bestaanslagen wonen.- Met dit soort onzin hou ik mij niet bezig.- Engelen zijn verzinsels van de kerk om de mensen zoet te houden.

Als begeleider vraag je de deelnemers om een plek te kiezen in de ruimte. Wie zich duidelijk thuisvoelt bij één van uitspraken gaat in die hoek staan. Wie zich het meest thuisvoelt bij een uitspraak, maar toch niet helemaal, gaat op enige afstand van de betreffende hoek staan. Wie zich in geen van de uitspraken kan vinden of het echt niet weet, gaat in het midden van de ruimte staan.Als begeleider kun je zelf ook een standpunt innemen en op die manier van je eigen geloof getuigen terwijl je de deelnemers alle ruimte laat om hun eigen standpunt in te nemen. Je kunt vervolgens als een soort interviewer optreden: waarom sta je hier? Leg eens uit? Je kunt verschillende mensen met elkaar in gesprek brengen. Tussentijds kun je even stoppen

13

Page 14: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

om te vragen of iedereen nog het juiste ‘standpunt’ heeft ingenomen. Wil er misschien iemand van ‘standpunt’ veranderen? Waarom?Het aardige van deze werkvorm is dat er bij de deelnemers verschillende ik-posities (zie artikel 5) worden geactiveerd. Zo kan bijvoorbeeld bij iemand een ik-positie die dacht zeker te weten ‘dood is dood’, na verloop van tijd worden gedomineerd door een ik-positie die een hiernamaals wél plausibel vindt. Op deze wijze vindt er dan innerlijke dialoog en bewustwording plaats (zie artikel 5).

Het standpuntspel is een verbale werkvorm met een sterke non-verbale component. Het een ‘standpunt innemen’ gebeurt namelijk niet alleen in het hoofd met woorden, maar met het hele lichaam. De deelnemer gaat letterlijk voor een bepaalde mening ‘staan’.

b) Verinnerlijken van ervaringenNa de eerste stap, het aanbieden van de ervaringsingang, en de tweede, verbale verheldering, volgt nu de derde stap: het faciliteren van een didactische werkvorm die de deelnemer (leerling) helpt bij het verinnerlijken van de opgedane ervaringen. Hiertoe zijn non-verbale werkvormen geschikter dan verbale. Bij verbale werkvormen blijft de verwerking namelijk vaak steken op een rationeel niveau, terwijl bij non-verbaal werken meteen het innerlijk kan worden geraakt.

Het cartesiaanse wereldbeeld zit nog steeds sterk verankerd in onze cultuur. Zo zien we bijvoorbeeld dat de overheid scholen vooral aanzet tot het optimaliseren van studieresultaten met betrekking tot rekenen en taal. Ondanks alle aandacht die er ook wordt gevraagd voor allerlei andere vormen van intelligentie, vooral de sociale intelligentie, ligt de nadruk op de mathematische en de verbaal-conceptuele. Er is op scholen relatief weinig ruimte om bij kinderen de vorm van intelligentie te stimuleren die wordt aangeduid met de term ‘spirituele intelligentie’.14 In het vijfde artikel moge duidelijk zijn geworden dat ik juist deze intelligentievorm het hoogste aansla. Ze komt overeen met het bewustzijn van de vierde jas dat te maken heeft met intuïtief weten, contact met de geestelijke bestaanslagen, zingeving, bewustwording en spirituele groei. Andere intelligentievormen staan ten dienste van deze spirituele intelligentievorm. Uiteraard is dit een visie op intelligentie die is ingegeven door een zeer bepaald, namelijk een spiritueel wereldbeeld. Binnen het bestek van dit artikel beperk ik me tot de conclusie dat het er bij de derde mystagogische stap om gaat deze spirituele intelligentie bij de deelnemers te stimuleren. En de meest geschikte didactische werkvormen daartoe zijn non-verbaal, symboliserend, creatief.

Een exemplarische werkvorm: schilderenFragmenten uit de film ‘What Dreams May Come’ zijn zeer geschikt om de twee mystagogische vervolgstappen te zetten:- In een eerste bijeenkomst wordt de scène vertoond waarin de hoofdpersoon overlijdt en contact probeert te zoeken met zijn vrouw. Deze beelden werken sterk evocatief met het oog op een verhelderend groepsgesprek door middel van de didactische werkvorm van het standpuntspel. Op deze wijze kunnen de opvattingen van de deelnemers (met betrekking tot wat er gebeurt bij het overlijden of de mogelijkheid van contact met overledenen) snel worden geëvalueerd. Bovendien kan de catecheet niet alleen als gespreksleider optreden, maar ook getuigen van diens eigen geloof.- In een tweede bijeenkomst kan dan de scène worden vertoond waarin de hoofdpersoon overgaat naar de hemel. We zagen dat hij, net als zijn dochter, zijn eigen hemels paradijs

14 Zie bijvoorbeeld: M. Rikmenspoel, Spirituele intelligentie, Becht 2005.

14

Page 15: 8  · Web viewDe film is zeer geschikt voor het uitdiepen van het onderwerp bijna-doodervaringen. Ook leent deze film zich ervoor om stil te staan bij het gevaar van nieuwsgierigheid

creëert met behulp van beelden van de schilderijen van zijn vrouw. Na het bekijken van deze scène wordt de deelnemers gevraagd om hun eigen hemels paradijs te schilderen. Hoe ziet dat eruit? Welke beelden, welke kleuren? Het schilderen is dan een meditatieve manier om in contact te komen met wat in het vijfde artikel de bewustzijnslaag van de vierde jas werd genoemd. Het gaat dan veeleer om intuïtief weten of zelfs her-inneren dan om bedenken.15 Aan het einde van de bijeenkomst kunnen de schilderijen aan elkaar getoond worden en, desgewenst, van commentaar voorzien.

Tot besluit: een oproepWellicht zijn er lezers van dit artikel die nog andere mogelijkheden zien om mystagogisch te werken met één van de besproken speelfilms. Wie zich geroepen voelt, nodig ik van harte uit om mij een beschrijving van een dergelijke mystagogische werkvorm te e-mailen ([email protected]). Deze beschrijvingen zullen dan, uiteraard met vermelding van de naam van de bedenker, worden gepubliceerd via mijn website.

15 Denk bij dit her-inneren aan de opvatting van de pre-existentie van de ziel, die ook werd gehuldigd door Origenes: de ziel heeft een bestaan gekend in de hemelse sferen voordat ze op aarde kwam (zie ook artikel 6).

15