748 BeëIndiging Vergoeding Kosten Ziekenvervoer; Geen Onbillijke Hardheid

1
stelsel 44 5-2005 > zorg & financiering De sector bestuursrecht van de rechtbank s-Hertogenbosch wees op 24 januari 2005, onder de nummers AWB 0411185 ZFW, AWB 04/1186 ZFW, AWB 0411187 ZFW, AWB 04/1188 ZFW en AWB 0411190 ZFW vonnis in een geschil tussen een aantal verzekerden en hun zieken- fonds over de weigering een Ness Handmaster te verstrekken. Het ziekenfonds stelde zich op het standpunt dat betreffende hulpmiddel geen verstevigde orthese is als bedoeld in de Regeling hulpmiddelen. De rechtbank overwoog dat op grond van de productinformatie van Ness de Ness Hand- master primair aangemerkt moet worden als een spierstimulator. De versteviging is geen doel op zich, maar een voorwaarde om de spier- stimulator goed te laten functioneren. De recht- bank concludeerde dat de Ness Handmaster geen hulpmiddel is als genoemd in de Regeling Hulpmiddelen 1996. Tegen het vonnis is hoger beroep ingesteld. Bron: RZA 2005, 43< 746 ness handmaster is geen orthese De sector bestuursrecht van de rechtbank s-Hertogenbosch wees op 1 februari 2005, onder nummer AWB 0412509 ZFW, vonnis in een geschil tussen een verzekerde en haar zie- kenfonds over de weigering een trippelstoel te verstrekken. De rechtbank overwoog dat niet was gebleken dat het ziekenfonds zoals is vereist, alvorens (afwijzend) te beslissen op de aanvraag van een trippelstoel, medisch onderzoek heeft verricht of contact heeft gelegd met de behandelend sec- tor. Voorts had het ziekenfonds ten onrechte het advies van het College voor zorgverzekeringen om nader onderzoek te verrichten naast zich neergelegd. Inmiddels was voorts in geding als- nog vastgesteld dat verzekerde voldoet aan het criterium zich niet zonder gebruik van de han- den staande kan houden. De rechtbank conclu- deerde op grond daarvan de verzekerde derhalve aanspraak had op de gevraagde trippelstoel. Bron: RZA 2005, 44< 747 aanvraag trippelstoel onzorgvuldig behandeld; aanspraak op grond van ‘handenvrijcriterium’ De sector bestuursrecht van de rechtbank Arnhem wees op 8 december 2004, onder num- mer AWB 0412580, vonnis in een geschil tussen een verzekerde en diens ziekenfonds over de weigering verzekerde in aanmerking te laten komen voor een vergoeding van ziekenvervoer op grond van de Regeling ziekenvervoer Ziekenfondswet. De rechtbank overwoog dat verzekerde niet lan- ger in aanmerking is gebracht voor vergoeding van kosten van ziekenvervoer als gevolg van de toepassing van de per 1 juni 2004 in werking getreden stringentere Regeling ziekenvervoer Ziekenfondswet. Nu de strekking van de nieuwe regeling juist is om de vergoeding van kosten van ziekenvervoer beperkter mogelijk te maken en nu voorts niet gebleken was van onevenredi- ge gevolgen voor verzekerde anders dan die de wetgever heeft bedoeld, was geen sprake van onbillijke hardheid. Bron: RZA 2005, 46< 748 beëindiging vergoeding kosten ziekenvervoer; geen onbillijke hardheid

Transcript of 748 BeëIndiging Vergoeding Kosten Ziekenvervoer; Geen Onbillijke Hardheid

Page 1: 748 BeëIndiging Vergoeding Kosten Ziekenvervoer; Geen Onbillijke Hardheid

stelsel

44 5-2005 > zorg & financiering

De sector bestuursrecht van de rechtbank ’s-Hertogenbosch wees op 24 januari 2005,onder de nummers AWB 0411185 ZFW, AWB04/1186 ZFW, AWB 0411187 ZFW, AWB 04/1188ZFW en AWB 0411190 ZFW vonnis in een geschiltussen een aantal verzekerden en hun zieken-fonds over de weigering een Ness Handmasterte verstrekken. Het ziekenfonds stelde zich ophet standpunt dat betreffende hulpmiddel geenverstevigde orthese is als bedoeld in deRegeling hulpmiddelen.

De rechtbank overwoog dat op grond van deproductinformatie van Ness de Ness Hand-master primair aangemerkt moet worden alseen spierstimulator. De versteviging is geen doelop zich, maar een voorwaarde om de spier-stimulator goed te laten functioneren. De recht-bank concludeerde dat de Ness Handmastergeen hulpmiddel is als genoemd in de RegelingHulpmiddelen 1996. Tegen het vonnis is hogerberoep ingesteld.Bron: RZA 2005, 43<

746 ness handmaster is geen orthese

De sector bestuursrecht van de rechtbank ’s-Hertogenbosch wees op 1 februari 2005,onder nummer AWB 0412509 ZFW, vonnis ineen geschil tussen een verzekerde en haar zie-kenfonds over de weigering een trippelstoel teverstrekken.

De rechtbank overwoog dat niet was geblekendat het ziekenfonds zoals is vereist, alvorens(afwijzend) te beslissen op de aanvraag van eentrippelstoel, medisch onderzoek heeft verricht

of contact heeft gelegd met de behandelend sec-tor. Voorts had het ziekenfonds ten onrechte hetadvies van het College voor zorgverzekeringenom nader onderzoek te verrichten naast zichneergelegd. Inmiddels was voorts in geding als-nog vastgesteld dat verzekerde voldoet aan hetcriterium zich niet zonder gebruik van de han-den staande kan houden. De rechtbank conclu-deerde op grond daarvan de verzekerde derhalveaanspraak had op de gevraagde trippelstoel.Bron: RZA 2005, 44<

747 aanvraag trippelstoel onzorgvuldig behandeld; aanspraak opgrond van ‘handenvrijcriterium’

De sector bestuursrecht van de rechtbankArnhem wees op 8 december 2004, onder num-mer AWB 0412580, vonnis in een geschil tusseneen verzekerde en diens ziekenfonds over deweigering verzekerde in aanmerking te latenkomen voor een vergoeding van ziekenvervoerop grond van de Regeling ziekenvervoerZiekenfondswet.

De rechtbank overwoog dat verzekerde niet lan-ger in aanmerking is gebracht voor vergoeding

van kosten van ziekenvervoer als gevolg van detoepassing van de per 1 juni 2004 in werkinggetreden stringentere Regeling ziekenvervoerZiekenfondswet. Nu de strekking van de nieuweregeling juist is om de vergoeding van kostenvan ziekenvervoer beperkter mogelijk te makenen nu voorts niet gebleken was van onevenredi-ge gevolgen voor verzekerde anders dan die dewetgever heeft bedoeld, was geen sprake vanonbillijke hardheid. Bron: RZA 2005, 46<

748 beëindiging vergoeding kosten ziekenvervoer; geen onbillijkehardheid

ZenF-0505-cyaan.qxd 15-6-2005 15:37 Pagina 44