747319-5 SC750 Dutch User Manual
Transcript of 747319-5 SC750 Dutch User Manual
SC750
Smartsigns®
Compact
2
Inhoudstabel
1. Waarschuwingen ........................................................3
1.1 Waarschuwingen .................................................................3
2. Inleiding ......................................................................5
2.1 Inhoud..................................................................................52.2 Voorpaneel ...........................................................................92.3 Achterpaneel .......................................................................102.4 Aanzetten.............................................................................112.5 Uitzetten ..............................................................................11
3. Bediening ...................................................................12
3.1 Applicatiescherm ................................................................123.2 Opdrachtbalk.......................................................................13
3.2.1 Instellen ........................................................................................ 133.2.2 SPOT-Modus ................................................................................ 15
4. Patiëntbewaking.........................................................16
4.1 ECG Bewaking ....................................................................1564.2 Respiratiebewaking .............................................................174.3 SpO2 Bewaking ...................................................................184.4 Temperatuurbewaking .........................................................194.5 NIBP Bewaking ....................................................................20
5. Recorder Instellingen .................................................21
6. Technische gegevens ................................................22
7. Onderhoud van het systeem ......................................26
7.1 Reiniging en desinfectering ................................................26
8. Garantie & Service .....................................................28
Inh
ou
dsta
bel
3
1. WaarschuwingenLees deze handleiding zorgvuldig door en maak uzelf bekend met de toetsen, displayfuncties en bedieningswijze voordat u
deze apparatuur gebruikt.
Deze apparatuur is samengesteld uit hoogwaardige onderdelen voor een veilig en betrouwbaar gebruik. Indien twijfel bestaat over de integriteit van de aardgeleider dan
dient de apparatuur via de interne stroombron gebruikt te worden.
Alle modificaties en reparaties aan deze apparatuur dienen door Huntleigh Healthcare erkende en bevoegde onderhoudsmonteurs, vertegenwoordigers of technische medewerkers in het ziekenhuis
uitgevoerd te worden.
CE-MARKERING Deze apparatuur is voorzien van een CE-markering. Deze markering is uitsluitend geldig wanneer de apparatuur samen met de kabels en andere accessoires wordt gebruikt die door Huntleigh Healthcare Ltd.
zijn goedgekeurd.
1.1 Waarschuwingen
Opmerking Hieronder beschrijven wij een aantal algemene risico’s en onveilige praktijken die tot de dood, ernstige verwondingen of productbeschadigingen kunnen leiden. Er worden door de gehele handleiding specifieke waarschuwingen gegeven.
Risico op brand of ontploffingen
Er bestaat een ontploffingsgevaar indien de apparatuur in de aanwezigheid van ontvlambare anaesthetica wordt gebruikt. Risico op ontploffing of brand.
Mogelijk veiligheidsrisico
Plaats de apparatuur niet rechtstreeks boven de patiënt. Plaats de apparatuur op een plek waar het geen gevaar voor de patiënt oplevert in geval het van de plank of andere montage afvalt.
Elektrische risico’s
Gebruik de apparatuur niet wanneer de kabels en draden beschadigd zijn of met losse druksluitingen die interferentie of signaalverlies kunnen veroorzaken.
De kabels en draden moeten regelmatig op beschadiging worden geïnspecteerd.
Eventuele beschadiging aan de apparatuur
Dit product mag niet gesteriliseerd worden. Sterilisatie kan tot ernstige beschadiging leiden.
De accessoires mogen niet via autoclaaf of met gas gesteriliseerd worden tenzij de instructies van de fabrikant dit uitdrukkelijk aangegeven.
Wa
ars
ch
uw
ing
en
4
Mogelijk schok- of brandgevaar
De onderdelen van deze apparatuur mogen niet in water ondergedompeld worden. Gemorste vloeistoffen kunnen tot beschadiging van de elektrische onderdelen leiden.
Eventueel veiligheidsrisico
Gebruik geen accessoires van een andere fabrikant. Gebruik uitsluitend de accessoires die in deze handleiding staan vermeld. Gebruik van andere onderdelen kunnen de werking van de apparatuur benadelen. De juiste accessoires zijn afgeschermd om te voorkomen dat de geleidende onderdelen van de elektroden in contact kunnen komen met andere geleidende onderdelen of aarde.
Waarschuwing Wanneer apparatuur van verschillende fabrikanten op elkaar wordt aangesloten dienen zij aan EN60601-1-1 te voldoen. Alle aangesloten apparatuur moet aan EN60601-1, EN60950, EN60065, EN60335 of EN61010 voldoen.
Waarschuwing De nauwkeurigheid van de aflezingen op deze apparatuur kan door de aanwezigheid van een pacemaker of door hartritmestoornissen beïnvloed worden.
Waarschuwing Indien men vermoedt dat andere apparatuur storingen veroorzaakt, bijv. diathermie-apparaten, dan dient men de betreffende apparatuur uit te zetten of te verplaatsen, de afstand te vergroten of de draadlengte te verkorten.
Waarschuwing Indien men twijfels heeft over de integriteit van de aardsluitingsbeveiliging dan mag de apparatuur uitsluitend via de interne elektrische stroombron van stroom voorzien worden wanneer de apparatuur met een patiënt verbonden is. Maak alleen gebruik van de netvoeding om de batterij op te laden wanneer de apparatuur niet met een patiënt verbonden is
Waarschuwing Elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Dit product voldoet aan de eisen van de toepasselijke EMC-richtlijnen. Het gebruik van niet door de fabrikant genoemde accessoires kan leiden tot hogere emissies door of verminderde weerstand van de apparatuur, hetgeen een nadelig effect heeft op de werking van de apparatuur.
Dit product bevat gevoelige elekronische onderdelen. Sterke radiofrequentievelden kunnen de bediening van dit systeem verstoren. In geval van storing adviseren wij u de oorzaak van deze storing op te sporen en de apparatuur ‘buiten bereik’ te gebruiken.
Gebruik geen reinigingsmiddelen met oplosmiddelen op dit systeem. Gebruik geen hoge temperatuur E-straal/ gammasterilisatiteprocessen.
In geval van twijfel omtrent het gebruik van deze apparatuur dient u een alternatieve methode te gebruiken.
Wa
ars
ch
uw
ing
en
5
2. Inleiding2.1 Inhoud
1 x NetsnoerIn
leid
ing
CHG
1 x SC750
1 x Handleiding
6
1 x Vingersensor volwassene
1 x SpO2 Interfacekabel
1 x ECG / RESP Patiëntenkabel
Temperatuursondes (optioneel)
1 x Oppervlak
1 x Rectaal
1 x Centraal
ECG / RESP
Inle
idin
g
7
1 x NiBP slang
1 x Standaard afstelbare manchet
NIBP
Recorder
1 x RegisterpapierIn
leid
ing
8
Registerpapier laden
1.
2.
4.
10cm
3.
1. Open de klep.
2. Plaats/vervang het registerpapier.
3. Zet het papier op één lijn met de roller.
4. Sluit de klep.
Inle
idin
g
9
2.2 Voorpaneel
1 ~ Netvoeding aangesloten - Aan/Uit
2 CHG Batterijenstatus LED
3 Aan/Uit Standby On
Inle
idin
g
CHG
1
2
3
10
2.3 Achterpaneel
1 Hoofdingang
2
I/O ingangen: -
• Netwerk
• Seriële poort
• Toetsenbord
• Externe monitor
• Equipotentiaal aardingspunt
3 Batterij
46 Toegelaten vermogen en serienummer etiket
Inle
idin
g
o
I
Use only with a 250V fuseEmployer uniquement avec
un fusible de 250V
Use only with a 250V fuseEmployer uniquement avec
un fusible de 250V
Use only 250V fusesUse only 250V fuses
1
2
3
4
11
2.3 Aanzetten
2. 2. Het LED gaat branden.
3.
3. Druk op . . .
4. Het openingsscherm wordt weergegeven.
2.4 Uitzetten
1. Druk op . .
Selecteer de gewenste groep patiënten.
YES
GEEN
Shut Down?
Inle
idin
g
1.
1. Sluit de SC750 zoals afgebeeld op de netvoeding aan
SC750
NEONAAT
PAEDIATRIC
VOLWASSENE
Opmerking: Ontkoppel de stroomkabel van de aansluiting achteraan het toestel om deSC750 van het stroomnet te verwijderen.
4.
12
3.1 Applicatiescherm3. Bediening
De indeling van het scherm bestaat uit een aantal drukcurves en cijfers.
15br/m
18 : 05
85%
40.0
50
11
°C
30.040.030.0
T1
T2
37.938.1 0.2
60
mmHg
AUTO 5
11 Apr 2005
16050
MAPDIA
SYS
SETUP SUSPEND TRENDS SPOT RECORDGO/STOP
NIBPREC : OK (MANUEEL)
VOLWASSENESOMEBODYPATIENT REF
INFO
TEMP
1 /cmRESP
97% bpm
100929030
SPO2
Leiding II (CASC)
ECG
60Leiding II
x190
30
ECG
18 : 05
85%
11 Apr 2005
REC : OK (MANUEEL)
VOLWASSENESOMEBODYPATIENT REF
INFO
Datum, tijd en batterijenstatus
TouchscreenVergrendelen/ ontgrendelen
Opdrachtbalk
Pa
ram
ete
r id
en
tifi
ca
tie
Datum, tijd en batterijenstatus
Bed
ien
ing
13
3.2 Opdrachtbalk
Druk op een van de TABS op de opdrachtbalk om de instellingen te bezichtingen of te wijzigen:
3.2.1 Instellen
SETUP SETUPSYSTEMPATIËNT
ECGRECORDER
RESPSPO2 TEMPNIBP
TRENDS25mm/s
ALARM SETUP
Snelheid
1
23
4
5
ZIE HOOFDSTUK
4
SETUP SUSPEND TRENDS SPOT RECORDGO/STOP
Zie hieronder
Stopgezet Alarm
TRENDSInstellen Tabel- /
grafiekvorm
SPOT-modus
VASTLEGGEN/VRIJGEVEN
Curve
STARTEN/STOPPEN RECORDER(indien meegeleverd)
Bed
ien
ing
6
14
SYSTEM
HelderheidVolumeVolume
NEDERLANDS
SET TIJD/DATUM
Taal
2 MINUTENSuspend
+-+-+-
DEMO MODE
SYSTEM SETUP
ENGLISHFRANÇAISDEUTSCHESPAÑOL
PORTUGUÊSČEŠTINASVENSKAITALIANONORSK
5 MINUTEN15 MINUTEN
Tijd1805
11Apr2005
+-+-
Datum+-+-+-
uur
jaar
maand
dag
minuut
TIJD/DATUM
1
PATIËNT
PATIËNT
Verander Naam/Ref
VORWASSENE
Nieuwe Patiënt?
NaamRef
2 +-Bed
NAAM/REFNameRef
A B C D E FG H I J K LM N O P Q RS T U V W XY Z 0 1 2 34 5 6 7 8 9
DEL SPC - . ' /
Mode
2
RECORDER
TRENDS
ALARM SETUP
TRENDS SETUP
Wis Trends
HR AF
%O2 PR
T1 T2
Wis TrendsBevestig Wissen
ALARM SETUP
UIT
DEFAULTS
Hold ECG Alarms
MEDIUM(SOUND 1)ECG ASYSTOLIE
MEDIUM(SOUND 1)ECG HR laag
MEDIUM(SOUND 1)ECG HR hoog
MEDIUM(SOUND 1)RESP APNEU
MEDIUM(SOUND 1)
RESP BRhoog/laag
AAN
MEDIUM(SOUND 2)
HOOG(SOUND 1)
HOOG(SOUND 2)
MEDIUM(SOUND 2)
HOOG(SOUND 1)
HOOG(SOUND 2)
RECORDER SETUP
UITWave 1
UITWave 2
UITWave 3
UITWave 4
AANAlarm Mode
RESET
UIT
ECGRESPSPO2
Bed
ien
ing
3
4
5
15
Bed
ien
ing
3.2.2 SPOT-modus
Druk op .
Op het scherm wordt de SPOT-modus geactiveerd. In de SPOT-modus worden alle monitorfuncties geactiveerd, behalve ‘Freeze trace’ (VASTLEGGEN Curve)
18 : 05
85%
11 Apr 2005SUSPEND TRENDS SPOT RECORD
GO/STOP
60 9760
12485
(102)
80
ADULTMANUEEL
Leiding II
@ 18.05
SETUP
ECG
SPO2
37.938.1
NIBP
T1/T2
SPOT-modus
Wanneer u op de knop SPOT op de opdrachtenbalk drukt, wordt ECG/SPO2/NIBP/TEMP groot weergegeven op het scherm.
Let erop dat er geen sporen worden weergegeven in de SPOT-modus.
SPOT
Druk op om terug te keren naar de normale modus.SPOT
25mm/sSnelheid 6.25mm/s12.5mm/s50mm/s
6
Drukcurve snelheid 6,25, 12,5, 25, 50mm/sec
16
4.1 ECG Bewaking1. Plaats de elektroden op de patiënt.
4. Patiëntbewaking
2. Druk op . . .
ECG SETUP
Leiding
Gain
Mode
Filter
QRS Beep
UITMONITOR
x1
1mVDUAL AANHR ALARM SETUPUIT
x2, x4, x1 2
DIAGNOSTISCH
UIT
I
AANAAN
HR ALARM SETUP
+
-
laag
Gebruikt StandaardInstelling
Auto Limiet
45
30
45 120
90
+
-119
hoogI, II, III,
*aVR, aVL, aVF, VAANParameter
UIT
SETUP
3. Opties zo nodig wijzigen.
4. Druk op √ om de wijzigingen op te slaan.
ECGLeiding II (CASC)
ECG
60Leiding II
x190
30
ECG
OF
* Optie voor ECG met 5 draden
Pa
tiën
tbew
akin
g
R L
F
R L
FN
C1
ECG met 3 draden
ECG met 5 draden
17
Pa
tiën
tbew
akin
g4.2 Respiratiebewaking
Respiratie wordt via de ECG elektroden waargenomen. In sommige situaties kan het nodig zijn om de elektroden zoals afgebeeld te verplaatsen.
1. Druk op . . .
AAN
1 /cm
Parameter
RESP SETUP
Sens
AF ALARM SETUP
AF ALARM SETUP
+
-
laag
Gebruikt StandaardInstelling
Auto Limiet
6
5
5 40
25
+
-39
hoogUIT
SETUP
2. Opties zo nodig wijzigen.
3. Druk op √ om de wijzigingen op te slaan
RESP
15br/m
50
11
1 /cmRESP
OF
R L
F
R L
FN
C1
ECG met 3 draden
ECG met 5 draden
18
4.3 SpO2 Bewaking
1. Plaats de sensor.
3. Druk op . . .
SPO2 SETUPAANParameter
Pulsatie Beep AAN
O2 ALARM SETUPPR ALARM SETUP
PR ALARM SETUP
+
-
laag
Auto Limiet
46
30
45 120
90
+
- 119
hoogUIT
O2 ALARM SETUP
+
-
laag
Auto Limiet
93
95
92 100
99
+
-99
hoog
Gebruikt StandaardInstelling
Gebruikt StandaardInstelling
SETUP
4. Opties zo nodig wijzigen.
5. Druk op √ om de wijzigingen op te slaan
SPO2
15br/m
50
11
1 /cmRESP
OF
2. Bevestig het draad.
Pa
tiën
tbew
akin
g
19
Pa
tiën
tbew
akin
g4.4 Temperatuurbewaking
Het systeem accepteert diverse YSI 400 compatibele temperatuursensors.
Deze kunnen gebruikt worden voor oppervlakmetingen, centrale metingen, slokdarm en neusmetingen, rectale en aurale metingen.
1. Druk op . . .
TEMP SETUPParameter
T2 ALARM SETUP
T1 ALARM SETUP
T2 ALARM SETUP
+
-
laag
Auto Limiet
26.0+
-35.0
hoog
36.1
26.0 35.0
40.1
T1 ALARM SETUP
+
-
laag
Auto Limiet
26.0
36.9
26.0 35.0
38.9
+
-35.0
hoog
Gebruikt StandaardInstelling
Gebruikt StandaardInstelling
SETUP
2. Opties zo nodig wijzigen.
3. Druk op √ om de wijzigingen op te slaan.
4. Zie de handleiding van de fabrikant voor informatie omtrent vervanging.
TEMP
40.0
°C
30.040.030.0
T1
T2
37.938.1
0.2TEMPOF
T1T1
T2T2
Enkel kanaal Dubbel kanaal
20
4.5 NiBP Bewaking
1. Plaats de manchet om de arm van de patiënt.
2. Druk op . . .
DIA ALARM SETUP
Set Defaults
+
-
low
Use Defaults
Auto Limit
41
60
40 100
100
+
-99
high
MAP ALARM SETUP
Set Defaults
+
-
low
Use Defaults
Auto Limit
61
76
60 140
116
+
-139
high
160 mmHg
AUTOMATISCH
Start Druk
5 minutenCyclus
MAP ALARM SETUP
SYS ALARM SETUP
KALIBRATIE MODE ONMOGELIJK
NIBP SETUP
Mode
VOLWASSENEMode
PAEDIATRICNEONAAT
MANUEELTURBO
80 mmHg240 mmHg
60 mmHg120 mmHg
NeonaatVolwassene
2,3,4,5,10,15,3060,90 minuten
SYS ALARM SETUP
+
-
laag
Auto Limiet
AAN
81
100
80 160
140
+
-159
hoogUIT
DIA ALARM SETUPGebruikt StandaardInstelling
SETUP
3. Opties zo nodig wijzigen.
4. Druk op √ om de wijzigingen op te slaan.
5. Druk op . . .
NIBP
mmHg
AUTO 5 16050
MAPDIA
SYS NIBP
OF
Pa
tiën
tbew
akin
g
Let op: NiBP werking is uitgeschakeld als die vanuit interne batterijen, wanneer de batterij capaciteit lager is dan 16%.
21
Reco
rder
Inste
llin
gen
RECORDER SETUP
UITWave 1
UITWave 2
UITWave 3
UITWave 4
AANAlarm Mode
RESET
UIT
ECGRESPSPO2
1. Druk op . . .
5. Recorder Instellingen
RECORDER
2. Opties zo nodig wijzigen.
3. Druk op . . .
4. Druk op √ om de wijzigingen op te slaan.
RESET
Alarmmodus
De alarmmodus biedt twee opties, ON (AAN) of OFF (UIT).
De recorder begint bij een alarm automatisch met afdrukken.
09 : 38 : 49 06 - Feb - 2002NAME :REF :
HR 60 bpmBR 15 r / m
%02 97% PR 60 bpmP1 : ART 120 / 80 (100) mmHgP2 : CVP 15 . 0 / 9 . 6 ( 12 . 0 ) mmHg
CO2 40 mmHg RR 15 r / mT1 37 .9 T2 38 .1
IBP1
SP02
RE
SPE
CG Curva 1
Curva 2
Curva 3
Curva 4
AAN
Druk op . . .
UIT
RECORDGO/STOP
Let op: Recorder werking is uitgeschakeld als die vanuit internebatterijen, wanneer de batterij capaciteit lager is dan 16%.
22
6. Technische gegevens
Classificatie Apparatuur
Mate van bescherming tegen elektrische schok.
Klasse 1 en apparatuur met interne stroombron
Mate van bescherming tegen elektrische schok
Type CF – apparatuur met afleidingen bedoeld voor directe elektrische aansluiting op het hart. De apparatuur is beschermd tegen defibrillatie ontlading. De afleidingen zelf en de sonde en bloeddrukmanchet zorgen voor bescherming tegen defibrillatie ontlading voor de spO2 en niet-invasieve bloeddruk. De ECG module is voorzien van slagruimten om de problemen in verband met parasitaire stroom die door defibrillatie, diathermie enz. wordt gegenereerd te minimaliseren.
Bedrijfsmodus. Continu
Mate van bescherming tegen vloeistofintreding.
IPX1
Mate van gebruiksveiligheid in de aanwezigheid van ontvlambare anaesthetica
De apparatuur is niet geschikt voor gebruik in de aanwezigheid van ONTVLAMBARE ANAESTHETICAMENGSELS MET LUCHT, ZUURSTOF OF LACHGAS.
Chirurgische apparatuur voor elektrochirurgie
Dit apparaat biedt geen bescherming tegen HF-verbranding door andere chirurgische apparatuur.
Tech
nis
ch
e g
eg
even
s
23
Algemeen
Voedingsspanning 100 - 240V 50/60Hz.
Zekeringstype T2AH 250VAC (SCHURTER 0001-2707)
Ingangsstroom 90 VA
Scherm 8.4 inch diagonaal hoge helderheid TFT plat scherm display
Curvesnelheid 50, 25, 12,5 en 6,25mm per seconde voor ECG en SpO2 waveforms. De respiratie waveform tracesnelheid is 6,25mm per seconde.
Curve vastleggen Op alle curven
Batterij 12V NiMH type met lader en batterijstatusindicatie. Met een volledig opgeladen batterij kan er circa 3 uur lang continue bewaking plaatsvinden.
Afmetingen 240mm breed, 223mm hoog (inclusief voetjes), 160mm diep (inclusief equipotentiaal aardaansluiting)
Gewicht 3,3kg
Uitgangen 10/100 Ethernet aansluiting (RJ45) voor de aansluiting op het Smartsigns Central View, Seriële poort (9-pins ‘D’) voor software-upgrade of verbinding met Huntleigh Healthcare BD4000, 6 pin mini DIN voor extern toetsenbord, VGA aansluiting voor slave-monitor
Tech
nis
ch
e g
eg
even
s
Milieu
Bediening Opslag
10°C - 40°C Temperatuurbereik -10°C - 50°C
30% - 90% (niet-condenserend)
Relatieve vochtigheid 0% - 99% (niet-condenserend)
860mb - 1060mb Druk 860mb - 1060mb
24
ECG
Hartslagbereik 15 – 300 BPM
Selecteerbare draden I, II, of III met de standaardoptie van 3 draden. I, II, III, aVR, aVL, aVF en V met de optie van 5 draden.
Selecteerbare versterking
0.5, 1, 2 of 4 keer.
Detectie kabelproblemen
Geeft KABELS LOS (LEAD OFF) waarschuwing
QRS indicatie Knipperend hartsymbool en hoorbare toon met volumeregeling/uit
Pacemakerindicatie
‘P’ weergegeven.Curve gemarkeerd met postieve 2cm pols.
Esis/defibrillatorbescherming
Ja
Bandbreedte 0.5 - 30 Hz (monitor functie), 0,5 - 100Hz(diagnostieke functie)
Filter 50Hz / 60Hz
Ingangsimpedantie > 20MΩ bij 10Hz
Trends 1, 8 of 24 uur trend van ECG hartslag
Alarmen Hoog en Laag, Asystool met visuele en hoorbare waarschuwingen
SpO2
Bereik 0 – 99%
Resolutie 1%
Nauwkeurigheid Volwassen 70 - 99% ±2% 0 - 69 OngespecificeerdNeonataal 70 - 99% ±3% 0 - 69 Ongespecificeerd
Gemiddeld gemiddeld 8 slagen
Polsslagbereik 30 – 254bpm, ±2bpm of ±2%
Patiënt ingangslekkage
< 10 μA
Trends 1, 8 of 24 uur trend van SpO2%, en polsslag.
Alarmen SpO2 saturatie, Hoog (55 - 100%), en Laag (50 - 95%).Polsslag, Hoog (250 - 35 SPM), en laag (150 - 30 SPM)
Tech
nis
ch
e g
eg
even
s
25
Respiratie
Methode Impedantiemeting via ECG elektrodeplaatsing op de borst.
Nauwkeurigheid ±2% ±1 cijfer
Gevoeligheid 1Ω/cm of 3Ω/cm selecteerbaar.
Bereik 4 - 125 Resp/min.
Trends 1, 8 of 24 uur trend van respiratiesnelheid
Alarmen Apneu, hoog en laag.
Niet-invasieve bloeddruk
Bereik 30 tot 280mmHg. Manchet over druk 300mmHg
Nauwkeurigheid ±5 mm Hg met een standaard afwijking niet groter dan ±8 mmHg
Display Systolisch/diastolisch en map numeriek display; grafisch manometer display tijdens opblazen/leeglopen manchet.
Automatische herhaal tussenpozen
‘Turbo’ of continu. Herhaal tussenpozen programmeerbaar van 1-90 minuten in stappen van 2, 3, 4, 5, 10, 15, 30, 60 of 90 minuten.
Trends Grafisch en tabelvorm display of ten minste 24 aflezingen van systolische, diastolische en MAP aflezingen.
Alarmen Systolisch, Diastolisch, MAP. Hoog, en lage druk met visuele en hoorbare waarschuwingen.
Temperatuur
Methode Thermistor (compatibel met YSI 400 serie)
Nauwkeurigheid ±0.1°C ± 1 cijfer
Display T1, T2 ou T1, T2 & ∆T
Bereik 13 – 47°C
Trends 1, 8 of 24 uur trend van T1 en T2
Alarmen Hoge en lage temperatuur op T1 en T2.
Recorder
Type Thermische rij tot 24 punten/mm horizontaal, 8 punten/mm verticaal
Papier 50mm breedte x 30m lange thermische rol
Snelheid 50, 25, 12.5, 6.25mm/s
Waveform Tot 4 zoals geselecteerd in de menufunctie.
Alarmen De recorder neemt zo nodig op het alarm op
Tech
nis
ch
e g
eg
even
s
26
7. Onderhoud van het systeemAlhoewel de SC750 robuus is en bestendig tegen normaal klinisch gebruik, bevat de apparatuur kwetsbare onderdelen zoals het display en de accessoires. Het is daarom belangrijk dat u voorzichtig met de apparatuur omgaat.
Wij adviseren dat het systeem deel uitmaakt van een jaarlijks kalibratieprogramma waarbij de nauwkeurigheid van het systeem met de specificaties van de fabrikant wordt vergeleken.
Als een onderdeel van het systeem beschadigd is, dan dient het systeem naar het servicecentrum te worden gezonden voor reparatie. Het systeem, met uitzondering van het display, kan met een zacht, wegwerpbaar doekje worden gereinigd dat bevochtigd is met warm zeepsop. Vermijd contact met de elektrische onderdelen en connectors. Zorg ervoor dat er geen vloeistof in het systeem terechtkomt. Zorg ervoor dat het apparaat volledig droog is voordat het opnieuw wordt gebruikt.
Het display kan met een zachte en droge tissue worden afgenomen.
7.1 Reiniging en desinfectering
Aanbevolen wordt het apparaat en de accessoires regelmatig te testen.
De monitor
De monitor en het snoer moeten schoon gehouden worden en regelmatig op beschadiging worden gecontroleerd. Wij adviseren dat de monitor met een doekje of tissue worden gereinigd dat met reinigingsmiddel is bevochtigd. Controleer wekelijks de elektrische aansluitingen en inspecteer de kabelmantel op beschadiging. In geval van beschadiging dient u het advies van bevoegd servicepersoneel in te winnen. Functionele controles - Wanneer het systeem niet continu wordt gebruikt dan moet het laadniveau van de batterij maandelijks gecontroleerd en zo nodig opnieuw opgeladen worden. Het opladen van een lege batterij duurt circa 3 uur. Sluit de apparatuur op de netvoeding.Controleer of de groene ‘ ~ ‘ indicator 4 en oranje “CHG” branden.
NB: Het is niet nodig om de monitor aan te zetten om de batterij op te laden.
Om permanente beschadiging te voorkomen mogen er geen fenol desinfecteringsmiddelen die op detergens zijn gebaseerd en kationische oppervlakte-actieve stoffen, op ammonia gebaseerde verbindingen of antiseptische oplossingen zoals Steriscol of Hibiscrub bevatten worden gebruikt.
Reiniging SpO2 apparatuur
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt of desinfecteert. Gebruik geen autoclaaf of ethyleenoxide en dompel niet onder in vloeistoffen. Reinig met warm zeepsop en laat de apparatuur goed drogen.
On
derh
ou
d v
an
het
syste
em
27
ECG-draden patiënt
De patiëntdraden moeten met warm water of een neutraal reinigingsmiddel gereinigd en vervolgens afgedroogd worden. Gebruik chemische desinfecteringsmiddelen die ethanol (70% -80%), propanol (70% - 80%) of alderhyden (2% - 4%) bevatten om de draden te desinfecteren. De patiëntkabel mag niet via autoclaaf gesteriliseerd worden. De elektrische connectors mogen niet in vloeistof ondergedompeld worden.
Reiniging en sterilisatie van de temperatuursonde
De sonde moet na gebruik met warm water gereinigd en vervolgens afgedroogd worden. De temperatuursonde kan via de volgende methoden gesteriliseerd woreden:
1. Lage temperatuur stoom 73°C ±2°C
2. Ethyleenoxide
3. Koude sterilisatievloeistoffen onder medisch toezicht.
Sondes mogen onder geen omstandigheden gekookt worden, in de autoclaaf worden gesteriliseerd of met vloeistoffen die op chloorhexidine gebaseerd zijn worden gereinigd. De accessoires moeten na gebruik gereinigd worden. De sensors en kabels moeten in overeenstemming met plaatselijke infectiebestrijdingsprocedures gedesinfecteerd worden of met een doekje of gaasje dat met 70% w/v isopropylalcholol afgenomen worden.
Reiniging van de NiBP manchetten
Neem de manchet voorzichtig af met een doekje dat met een geschikte reinigingsvloeistof is bevochtigd. De manchet vervolgens goed drogen. Zorg ervoor dat er geen water in de manchet terechtkomt.Goedgekeurde reinigingsmiddelen zijn onder meer: - De desinfecteringmiddelen die gewoonlijk in ziekenhuizen worden gebruikt zoals Clorox®, bleekwater (1:10 oplossing Clorox® /water), isopropylalcohol. Lysol® oplossing, Phisorex®, Quatricide®, Virex® en Vesphene®.
Reiniging van de NiBP tubes
Neem de tubes voorzichtig af met een doekje dat met een geschikte reinigingsvloeistof (milde zeepsopoplossing) is bevochtigd.
De tubes vervolgens goed drogen.
De volgende reinigingsmiddelen kunnen de slangen permanent beschadigen en mogen NIET gebruikt worden: -
Butylalcohol, gedetanureerde ethanol, Freon™, Mild chloorbleekmiddel, Isopropylalcohol, Trichloroethaan, Trichloroethyleen, Aceton, Vesphene II, Enviroquat®, Staphene®, Misty®, Glutaraldehyde.
On
derh
ou
d v
an
het
syste
em
28
8. Garantie & serviceDe standaard verkoopvoorwaarden van Huntleigh Healthcare Diagnostic Products Divisions zijn op alle producten van toepassing. Een kopie is op verzoek verkrijgbaar. De verkoopvoorwaarden omvatten tevens de garantievoorwaarden en hebben geen invloed op de wettelijke rechten van de consument.
Indien u het systeem om welke reden ook moet retourneren dan verzoeken wij u:
• Het product in overeenstemming met de instructies in deze handleiding tereinigen.
• Het product in een geschikte verpakking te verpakken.
• Een deoontaminatiecertificaat (of een andere verklaring die bevestigt dat product gereinigd is) op de buitenzijde van de verpakking te bevestigen.
• De verpakking onder vermelding van ‘Service Department - Compact’ te retourneren.
Huntleigh Healthcare behoudt het recht om producten die niet voorzien zijn van een duct decontaminatiecertificaat aan de verzender terug te sturen.
Er is een onderhoudshandleiding verkrijgbaar voor dit systeem. Deze handleiding bestaat uit onderhoudsinformatie, onderdelenlijsten en richtlijnen voor het verhelpen van storingen.
Indien u deze onderhoudshandleiding wilt bestellen neem dan contact op met uw plaatselijk leverancier of:-
Customer Care Department. Huntleigh Healthcare, Diagnostic Products Division, 35, Portmanmoor Rd., Cardiff. CF24 5HN United Kingdom.
Tel: +44 (0) 29 20496793 - Service Service (24uur antwoordapparaat) Tel: +44 (0) 29 20485885 Fax: +44 (0) 29 20492520
Email: [email protected]
Ga
ran
tie &
serv
ice
Geproduceerd in het Verenigd Koninkrijk door Huntleigh Healthcare DiagnosticProducts Division. Het bedrijf hanteert een beleid van
voortdurendeproductverbetering en behoudt het recht om de specificaties en materialen zondervoorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Smartsigns en Huntleigh zijn gedeponeerde handelsmerken van HuntleighTechnology Ltd.
© Huntleigh Healthcare Ltd. 2006, 2011
Smartsigns® Producten voldoet aan de Medical Devices Directive93/42/EEC aangepast door 2007/47/EC en werd onderworpen aandeconformiteitsgarantieprocedures zoals beschreven door de Richtlijn.
© Huntleigh Healthcare Limited 2006, 2011Alle rechten voorbehouden
Huntleigh Healthcare Ltd. - Diagnostic Products Division35 Portmanmoor Road, Cardiff, CF24 5HN, United KingdomT: +44 (0)29 20485885 F: +44 (0)29 20492520 E: [email protected]: www.huntleigh-diagnostics.com
DISTRIBUTED IN GERMANY BY:HNE Huntleigh Nesbit Evans Healthcare GmbHIndustriering Ost 66, 47906 KempenT: +49 (0) 2152-5511-10 F: +49 (0) 2152-5511-20E: [email protected]
Registered No: 942245 England. Registered Office: 310-312 Dallow Road, Luton, Beds, LU1 1TD
© Huntleigh Healthcare Limited 2006, 2011
...with people in mind
AN COMPANY, MEMBER OF THE GETINGE GROUP
® and ™ are trademarks of Huntleigh Technology LimitedAs our policy is one of continuous improvement, we reserve the right to modify designs without prior notice.
747319-5(NEDERLANDS)