.7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van...

62
1

Transcript of .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van...

Page 1: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

1

Page 2: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

.7/,,VLAAMSE RAAD

VOOR

WETENSCHAPSBELEID

ACTIVITEITENVERSLAG

1994-1995

Page 3: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

VoorwoordOp 1 6 november 1 995 viel mij de eer te beurtvoorzitter te worden van de Vlaamse Raad voorWetenschapsbeleid (VRWB). De VRWB, hethoogste adviesorgaan in Vlaanderen voor hetwetenschaps- en technologiebeleid, vervult eengewichtige rol als raadgever, begeleider, inspirator, geweten en gangmakervan de strategischmeest cruciale engagementssector waaraan hetnieuwe Vlaanderen zich zal optrekken.

Sinds zijn oprichting heeft de VRWB zich gestadig ontwikkeld onder de dynamische impuls vanmijn voorgangers Theo Peeters, Jef Roos enAndré Oosterlinck. De VRWB is gegroeid naareen efficiënt werkende Raad met een intensgesprek intern en een groot gezag naar buiten.Van bij het prille begin in 1 986 tot voor enkelejaren (april 1 994) was ik al als raadslid betrokken bij de VRWB. Bij mijn terugkeer als vierdeVRWB-voorzitfer tref ik een nog welvarenderVRWB aan, die tot volle ontplooiing is gekomenen is opengebloeid tot een volwassen raad vanwijzen.

Het algemene klimaat voor het wetenschapsbeleid is ondertussen ook stimulerender geworden. We stellen vast dat het de Vlaamse regering ernst is om hetwetenschappelijk onderzoekals prioriteit te stellen. De voorgestelde beleids-prioriteiten voor 1995-1 999 zijn ongetwijfeldlovenswaardig. De VRWB heeft in een eersteglobaal advies reeds zijn waardering envreugde geuit over de aangekondigde belangrijke plannen, met inbegrip van een duidelijkefinanciële doelstelling, die voor het wetenschaps- en technologiebeleid van de komendevijf jaar worden uitgetekend.

De VRWB zal de Vlaamse regering gestadigherinneren aan haar goede voornemens en die

Page 4: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

ook helpen waarmaken met degelijke en goedonderbouwde adviezen en aanbevelingen.

De adviesopdracht van de VRWB ligt zowelstroomopwaarts als stroomafwaarts in het proces van de besluitvorming. De VRWB moet enerzijds het adviesorgaan zijn dat door deVlaamse regering geconsulteerd wordt over alhaar initiatieven inzake wetenschapsbeleid.Anderzijds zal de VRWB zelf initiatieven nemenom belangrijke vraagstellingen m.b.t. hetwetenschapsbeleid te onderzoeken en de overheiddaarmee elementen aan te reiken om haarwetenschapspolitiek uit te stippelen.

Een juist evenwicht tussen de adviesopdrachtenhet opzetten van eigen projecten zal blijvendmoeten nagestreefd worden. Immers een VRWBdie alleen maar advies uitbrengt op verzoekverwordt tot een ad hoc werkgroep met weinigpotentieel voor het uitwerken van een eigen visie. Anderzijds houdt het zich uitsluitend beperken tot aanbevelingen op eigen initiatief hetgevaar in dat de VRWB ver van de actuelebeleidsvoering gaat werken en zijn aanbevelingen de mist ingaan.

Het is dan ook belangrijk dat de huidige dynamiek binnen de VRWB verder aangewakkerdblijft, evenals het onderhouden van een goedecommunicatie met het beleid. Alle VRWB-Iedenzullen met volle inzet als wijzen zitting hebbenom na te denken, te overleggen, te debatterenover de grote krachtli1nen en de minder groteaspecten van het wetenschapsbeleid.

Het nieuwe Vlaanderen zal de instap naar dekennismaatschappij niet missen. De kennis-explosie doet, naar men zegt, het kennisvolumeom de 7 jaar verdubbelen, In het voor de

3

Vlaamse regering, en dus ook voor iedere VIaming wat magische jaar 2002 moeten wij dusdubbel zoveel weten als wij nu weten. Dit is eenfascinerend perspectief!De VRWB zal hetvoortouw moeten nemen in diebeweging en er ook voor moeten zorgen datdeze kennis gedeeld wordt met zovelen moge

Roger DillemansVoorzitter

Page 5: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

VoorgeschiedenisHet iaar 1 995 was het tiende werklaar van deVRWB, Het is een gelegenheid om terug te blikken op de tienjarige geschiedenis van het hoogste adviesorgaan in Vlaanderen voor hetwetenschaps- en technologiebeleid.

Aan de wieg van de VRWB stond een groep vanexperts-hoogleraren, die in 1 982 door de toenmalige Vlaamse regering werden samengeroepen. Om versnippering en overlapping vanadviesorganen inzake wetenschappelijke activiteiten te vermijden, kregen zij als opdrachtvoorstellen uit te werken betreffende overlegstructuren inzake het wetenschappelijk onderzoek. Hun aanbevelingen liggen aan de basisvan de oprichting van de Vlaamse Raad voorWetenschapsbeleid bij besluit van de Vlaamseregering van 17 juli 1985.

De officiële installatie-plechtigheid had plaatsop 1 8 februari 1 986. Minister Gaston Geens,toen de voorzitter van de Vlaamse regering,sprak bij die gelegenheid over de grote verwachtingen die binnen de Vlaamse Gemeenschap werden gekoesterd omtrent de impactvan de VRWB op de wetenschapsbeoefening inVlaanderen. Minister G. Geens situeerde dewerking van de VRWB toen rond vier hoofdthema’s, zijnde toekomstverkenningen aan dehand van een langetermijnvisie, de Organisatievan het Vlaamse wetenschapsbeleid, operationele aspecten i.v.m. vorming van onderzoekersen impulsacties, en de federale en internationale relaties.

Het eerste jaar (1 986) ging de kersverse VRWBonder de bezieling van zijn eerste voorzitter,prof. Theo Peeters, met veel enthousiasme vanstart. Maar logistiek-administratieve problemenbelemmerden in 1 987, en voor een groot deelook nog in 1 988, ernstig de VRWB-werkzaamheden. Een oplossing werd gevonden bij deVLIR, die vanaf 1 juni 1 988 voor één jaar hetVRWB-secretariaat op poten hielp zetten. Vanaf1 juni 1 989 werd een regeling getroffen om hetVRWB-secretariaat te organiseren binnen hetministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

4

Page 6: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Vanaf toen heeft de VRWB zich gestadig kunnenontplooien tot een volwaardig adviesinstrumentin de besluitvorming t.a.v. het Vlaamse wetenschapsbeleid. Prof. Jef Roos nam begin 1 990 defakkel over als voorzitter. Onder zijn impulsheeftdeVRWB duideli jkaan gezag kunnen winnen.

De erkenning van zijn gezagsvolle status kreegde VRWB van het Vlaams Parlement, dat eind1993 een decreet goedkeurde tot oprichtingvan de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid.De VRWB kon nu steunen op een stevige juridische basis met meer autonomie en eenbeklemtoning van de beleidsaspecten in zijnopdracht.

De heer Luc Van den Brande, minister-president,installeerde op 22 maart 1 994 de nu decretaalsamengestelde VRWB. Prof. Jef Roos werd opnieuw voorzitter, maar gaf in september dehamer door aan prof. André Oosterlinck, die opzijn beurt eind 1995 werd opgevolgd doorprof. Roger Dillemans, de huidige VRWB-voorzitter.

De minister-president zei tijdens de installatie-plechtig heid erop te rekenen dat de VRWB zelfinitiatieven zou nemen en uit eigen bewegingaanbevelingen zou doen inzake een betere organisatie van het wetenschapsbeleid in Vlaanderen. De minister-president stelde uitdrukkeliker de voorkeur aan te geven om samen met al ebetrokkenen te werken aan een globale visie ophet Vlaamse wetenschapsbeleid.

De vernieuwde VRWB concentreerde zijn werkzaamheden dan ook meer dan voorheen op hetlangetermijndenken. 1 995 was in dat opzichteen topjaar. De VRWB slaagde erin, geanimeerd door het efficiënte enthousiasme van devoorzitter, prof. André Oosterlinck, op eigeninitiatief niet minder dan 4 belangrijke pro-actieve aanbevelingen te formuleren, en last butnot least om als hoogtepunt een boodschap terichten aan de nieuwe Vlaamse regering.

De VRWB mocht in de diverse beleidsdocumenten met tevredenheid vaststellen dat deVlaamse regering en de minister-president, tevens bevoegd voor wetenschap en technologie,in hoge mate rekening houden met de VRWBadviezen en -aanbevelingen.

5

Page 7: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Activiteiten 1994

In 1 994 brak voor de VRWB een nieuw tijdperkaan. Het decreet van 1 5 december 1 993 totoprichting van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid bevestigt en versterkt de rol van deVRWB. De decreetgever verleent de VRWB eengrotere autonomie, opdat de Raad zijn opdrachten als hoogste adviesorgaan inzakewetenschaps- en technologiebeleid onafhankelijk van de politieke overheid of van individuelebelangen kan uitvoeren.Tevens werd het accent sterker dan voorheengelegd op de globale beleidslijnen en prioriteiten inzake wetenschaps- en technologiebeleid.

Op 22 maart 1994 installeerde minister-president Luc Van den Brande plechtig de nieuweVRWB, samengesteld volgens de decretale bepalingen.

De vernieuwde VRWB heeft geen tijd verlorenen is snel gestart met het organiseren van zijnwerkzaamheden in het licht van het lange-termijndenken.

Eerst was er de Organisatie begin 1 994 van dediscussiegroep binnen de commissie Wetenschapsbeleid rond de situatie van de onderzoeker. Deze discussiegroep heeft in een eerste fasefeiten en cijfers verzameld omtrent de situatie,d.w.z. de loopbaanmogelijkheden, van de onderzoeker aan de Vlaamse universiteiten,onderzoeksinstellingen en bedrijven. In eentweede fase werden hieruit knelpunten gedistilleerd en voorstellen geformuleerd voor remediëring. Momenteel wordt het rapport terzakegefinaliseerd.

Een andere belangrijke activiteit in het kadervan het ontwikkelen van een Iangetermijnvisieinzake het Vlaamse wetenschapsbeleid, resulteerde in de publicatie eind 1 994 van het rapport “Wetenschap als Cultuur”, gevolgd dooreen VRWB-aanbeveling in 1995. Dit rapport

1

Page 8: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

kreeg ruime aandacht en werd druk besprokenin brede wetenschappelijke, wetenschapspolitieke en maatschappelijke kringen. De VRWBwerkzaamheden in dit verband gaan reeds terug tot het voorjaar van 1 992 toen een ad hocwerkgroep werd belast met een analyse van despecifieke problemen, eigen aan het brededomein van de cultuurwetenschap. Aan dewerkgroep werd gevraagd een voorstel uit tewerken ter bevordering van de cultuurwetenschappen met nadruk op hun eigen bijdrage tothet maatschappelijk leven. De ad hoc werkgroep heeft op basis van algemeen ervarenlacunes en problemen in maart 1 993 eeninterimrapport aan de VRWB voorgelegd, metals titel “De impact van de wetenschappen opde cultuur en de bijzondere problematiek vande cultuur- en gedragswetenschappen”. Aansluitend bij dit interimrapport werd een studie-opdracht uitgevoerd door de onderzoekersMarc De Mey (promotor), Johan Braeckman enTom Claes. Over het onderzoek, waarin eenmassa kwantitatieve gegevens alsook een uitgebreide kwalitatieve documentering werden verzameld, verscheen in december 1994 een rapport “Wetenschap als Cultuur”, dat in boekvormwerd verspreid. Het geeft een scherpe probleemanalyse en biedt een aantal suggestiesvoor mogelijke oplossingen.

Daarnaast heeft de VRWB in de loop van 1 994tevens een aantal adviezen op verzoek geformuleerd.De minister-president vroeg de VRWBom adviesinzake het ontwerp van besluit van de Vlaamseregering betreffende de financiering van degeconcerteerde onderzoeksacties en van despeciale fondsen voor onderzoek in de universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. Het ontwerp-besluit beoogde onder meer de creatiebinnen elke universiteit van een “Bijzonder Universitair Onderzoeksfonds” voor het beheer vande overheidsbijdrage voor de geconcerteerdeonderzoeksacties en de speciale fondsen vooronderzoek, waarbij de ruimere beslissings

bevoegdheid van de universiteiten aan bepaalde voorwaarden gekoppeld werd. HetVRWB-advies verscheen in februari 1 994

Diezelfde minister raadpleegde de VRWB verder nog inzake zijn voorstel voor een nieuweactie ter stimulering van de Vlaamse universitaire deelname aan Europese onderzoeksprogramma’s. Hetvoorstel voorzag enerzijds inde ondersteuning van ‘verkennende internationale initiatieven’ als patent cle basis voor eerlater EU-pro1ectvoorstel, en anderzitds in hetbeperkte behoud van middelen voor cofinanciering in strikte zin van goedgekeurde EU projecten. De VRWB bracht ziin advies uit in maart1994.

In diezelfde maand kwam er nog een advies totstand betreffende het onderzoeksi nitiatief vande minister-president rond ‘Spraak- en Taaitechnologie’ voor het Nederlands. Het onderzoeksinitiatief paste in de langetermijnstrategievan de Vlaamse regern , om Vlaarderen cversterken in het Europa er regio’s en zorg tedragen voor de Vlaamse culturele eigenheid.waarvan taal een belangrijke emanatie is

Ook de Vlaamse minister van Onderwijs vroegin 1 994 het advies van de VRWB, meer bepaald inzake het ontwerp-besluit van deVlaamse regering tot regeling van de procedurevan het beleidsgericht onderwijskundig wetenschappelijk onderzoek op initiatief van deVlaamse minister, bevoegd voor het orderwijsDit ontwerp-besluit heeft voornamelilk tot doelde bestaande procedure te verduidehken en tevereenvoudigen.

Een opvallend feit in 1994 was de lanceringdoor minister-president Luc Van den Brande vanzijn “Technblogienota Vlaanderen 2002”,waarin hij een aantal concrete voorstellen doetvoor de invulling van het techno’ogiebeleid irhet kader van het project Vlaanderen — Europa2002. De minister-president opteert daarbij

Page 9: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

voor drie speerpunttechnologieën, m. n. biotechnologie, informatietechnologie en nieuwe materialen. De belangrijkste hierin voorgestelde acties, ook wat betreft financiële implicaties, zijnde oprichting van een Vlaams interuniversitairinstituut voor biotechnologie (VIB), en het opstarten van een actieprogramma in het domeinvan de informatietechnologie, vooral gericht opmultimedia.De technologienota werd voor advies aan deVRWB voorgelegd, die zich op 30 juni 1 994hierover uitsprak.

Het laatste advies van dat werk jaar heeft betrekking op het ontwerp-besluit van de Vlaamseregering betreffende de toekenningsvoorwaarden van de jaarlijkse toelagen van de VlaamseGemeenschap aan het Nationaal Fonds voorWetenschappelijk Onderzoek en de erbij geassocieerde onderzoeksfondsen. Sinds de wijziging van de statuten van het NFWO in juni1992, beheert de Vlaamse raad van bestuurvan het NFWO de toelagen voor het niet-georiënteerd wetenschappelijk onderzoek inVlaanderen. De Vlaamse regering wil met ditontwerp-besluit de voorwaarden bepalen dieaan het NFWO worden opgelegd voor de toekenning van deze toelagen. Tot vandaag werddit ontwerp-besluit nog niet goedgekeurd.

Het najaar van 1 994 betekende ook het eindevan het bijna vijf jaar durende voorzitterschapvan prof. dr. ir. Jef Roos, die met ingang van 1september 1994 een functie opnam in de privésector en werd opgevolgd door prof. dr. Ir.André Oosterlinck.

19951995 was een heel bijzonder jaar voor Vlaanderen, het Vlaamse Parlement werd voor deeerste maal rechtstreeks verkozen. Voor deVRWB was dit een gelegenheid om een boodschap te richten aan de nieuwe Vlaamse regering met betrekking tot het Vlaamse wetenschapsbeleid.In zijn boodschap formuleert de VRWB eenaantal aanbevelingen voor de krachtlijnen vaneen evenwichtig wetenschaps- en technologiebeleid, gesteund op uitvoerige analyses en discussies in de schoot van de VRWB en zijn commissies.

Verder formuleerde de VRWB in juni 1 995 eenaanbeveling bij de beleidsbrief “Het wetenschapsbeleid in Vlaanderen — Beleidsbrief voor1995”, die de minister-president in oktober1 994 had voorgesteld in de commissie Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid van deVlaamse Raad. Dit document is uitvoerig besproken in de schoot van de VRWB, en meerbepaald in zijn commissie Wetenschapsbeleid.

Naar aanleiding van het project “TelenetVlaanderen” van de Vlaamse minister van Economie1heeft de VRWB zich willen beraden over deimplicaties die dit project zal teweegbrengenvoor de Vlaamse wetenschappelijke wereld.Op vraag van de VRWB heeft de minister hetEindrapport dd. 1 2 oktober 1 994 van hetstudiesyndicaat “Nieuwe diensten op kabel en/of telefoonlijnen” meegedeeld en tevens expliciet de Raad om advies verzocht.Het VRWB-advies werd voorbereid in een adhoc werkgroep en door de VRWB goedgekeurdop 28 juni 1995.

Conform de bepalingen in het oprichtingsdecreet van 15 december 1993, bracht deVRWB in 1 995 advies uit betreffende deVlaamse horizontale begrotingsprogramma’swetenschapsbeleid 1994 en 1995. Zoals ook

Page 10: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

voor de begrotingen 1991, 1992 en 1993 isgebeurd — de opeenvolgende VRWB-begrotingsadviezen zijn stilaan een begrip geworden— heeftde VRWB, en meer bepaald zijn commissie Begroting en Financiën, een grondige analyse uitgevoerd ter onderbouwing van dit advies. Hierbij werden de Vlaamse overheids-kredieten voor wetenschapsbeleid in een federaal en internationaal kader geplaatst en werdhun evolutie in de tijd nagegaan. In zijn adviesvraagt de VRWB de Vlaamse overheid om definanciële inhaalbeweging, die sinds 1 993voor 0&0 werd ingezet, voort te zetten en nogte versnellen.

De commissie Federale en Internationale Samenwerking onderzocht in opvolging van tweeeerdere VRWB-adviezen omtrent de deelnamevan Vlaamse onderzoeksgroepen en bedrijvenaan Europese onderzoeksprogramma’s, uitgebracht in 1 989 en 1 991, de meest recente bevindingen terzake. De resulterende VRWB-aanbeveling, uitgebracht in september 995, isonder meer gebaseerd op de nieuwe ontwikkelingen van het Europese 010-beleid en de gevolgen hiervan voor de Vlaamse deelnemers enconcentreert zich rond de punten: informatieverstrekking, kwaliteitsbevordering en evaluatie,het Vlaamse onderzoeksbeleid en integratie.

Naar aanleiding van het eerder vermelde rapport “Wetenschap als Cultuur”, formuleerde deVRWB in september 995 een aanbeveling inzake het stimuleren van de cultuur- en gedragswetenschappen. Hierin stelt de VRWB explicietdat een verhoging van de financiële middeleneen noodzakelijke maar duidelijk niet voldoende voorwaarde is om de problematiek vande cultuur- en gedragswetenschappen op te lossen. Naast een volgehouden beklemtoning vankwaliteitsvereisten zijn structurele innovatiesnodig. De VRWB richt zijn aanbevelingen tot deverschillende niveaus: de cultuur- en gedragswetenschappers zelf, de universiteiten en hetoverheidsbeleid.

Het IWI-rapport ‘Toekenning van de specialisatiebeurzen voor het academiejaar 1994-1 995’ heeft de aandacht getrokken van deVRWB, die het nodig heeft geacht hierover eenaanbeveling te formuleren. Vanaf 1 oktober1 994 werden het beheer en de coördinatie vande Vlaamse specialisatiebeurzen van het nationale IWONL overgedragen aan het IWT. Overde eerste selectieproced ure, door het IWT georganiseerd in het najaar van 1 994, wordt invoormeld rapport uitgebreid verslag uitgebracht betreflende het verloop van debeoordelingsprocedure en de wijze van selectie

Page 11: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

van de bursalen. De VRWB is van oordeel dathet IWT zijn eerste selectieprocedure professioneel heeft georganiseerd.

In het laatste kwartaal van 1 995 was er devraag van de secretaris-generaal van het departement Onderwijs, aan onder meer de VRWBom commentaar te geven bij de oproep die deministers van Onderwijs van Bremen, Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen, Nederland enVlaanderen hebben gericht aan de hoger onderwijs- en onderzoeksinstellingen om grensoverschrijdende samenwerking in het hogeronderwijs en het wetenschappelijk onderzoekin de betreffende regio’s te verbreden en te verdiepen. Het uiteindelijke doel van de oproep iseen open onderwijsruimte te creëren in de desbetreffende regio’s en hierdoor nieuwe keuzemogelijkheden aan de studenten aan te bieden.De VRWB-commentaar werd uitgebracht in december 1995.

Ten slotte was er ook in 1 995 een voorzitters-wissel aan het hoofd van de VRWB. Met ingangvan 1 november 1 995 werd prof. dr. RogerDillemans, ererector van de K.U. Leuven, benoemd tot voorzitter van de VRWB in opvolgingvan prof. dr. ir. André Oosterlinck, die wegenszijn benoeming tot rector van de K.U. Leuvenzijn mandaat van VRWB-voorzitter ter beschikking stelde.

Ter gelegenheid van de installatie van denieuwe VRWB-voorzitter op 16 november1 995, heeft minister-president Luc Van denBrande zijn beleidsbrief “Het wetenschaps- entechnologiebeleid in Vlaanderen: Beleids-prioriteiten 1 995-1 999” aan de VRWB voorgesteld.

Lopende activiteitenUiteraard wordt in de schoot van de VRWB enzijn commissie Wetenschapsbeleid ruime aandacht besteed aan de beleidsbrief “Het wetenschaps- en technologiebeleid in Vlaanderen:Beleidsprioriteiten 1 995-1 999”. Een eerste globaal advies hieromtrent heeft de VRWB al uitgebracht. Momenteel is een verdere grondige ensystematische bespreking van de beleidsbriefaan de gang.

De VRWB bereidt tevens een aanbeveling voorbij het Beleidsplan 1 996-2000 van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek,meegedeeld door de Vlaamse raad van bestuurvan het NFWO.

Verder zal de VRWB steunend op het eerdervermelde rapport betreffende de loopbaan-mogelijkheden van de Vlaamse onderzoeker,dat eerstdaags wordt gefinaliseerd, een aanbeveling formuleren.

Nog eind 1 995 heeft de VRWB, in opvolgingvan de VRWB-aanbeveling van 1 993 betreffende de Vlaamse deelname aan ruimte-onderzoek in het kader van ESA, een TechnischCorn ité voor Ruimtevaartonderzoek (ICRV) metdeskundigen terzake opgericht. De taak van ditcomité bestaat er onder meer in de evolutie inhet ruimtevaartonderzoek en in ESA, het Belgische beleid terzake en de Vlaamse betrokkenheid na te gaan. De TCRV-werkzaamheden zijninmiddels volop aan de gang en in het najaarvan 1 996 zal hierover een rapport met voortgangsbewaking verschijnen.

10

Page 12: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

De commissie Federale en Internationale Samenwerking (CFIS) werkt aan een onderzoeknaar de Vlaamse betrokkenheid bij de groteinternationale wetenschappelijke organisaties(o.a. CERN, ESRF, EMBO/EMBL, ESO, ESF,EUREKA, UNESCO, EUCLID, IGBP, COST,...).Een syntheserapport dienaangaande met eenbijbehorende aanbeveling is in voorbereiding.

Binnen diezelfde commissie wordt ook aandacht besteed aan de beleidsnota van de Nederlandse Organisatie voor WetenschappelijkOnderzoek 1 9962OO1. Hierbij worden verschilpunten en raakpunten tussen de NWO enhet Vlaamse NFWO en hun beider beleidsnota’s in kaart gebracht.

Op verzoek van de minister-president heeft deVRWB begin 1 996 een advies opgesteld naaraanleiding van de oprichting van de FederaleRaad voor Wetenschapsbeleid.

De minister-president heeft bij de VRWB recentelijk vragen om advies ingediend over het onlangs goedgekeurde federale impuisprogramma “Duurzame Ontwikkeling” en met betrekking tot de beurzensystemen voor onderzoekersin Vlaanderen.

Als belangrijk feit dient te worden aangestipt:de recente oprichting door de VRWB van eenpermanente commissie voor technologiebeleid,om gestelde problemen uit te diepen die specifiek zijn voor het technologiebeleid en het voorbereiden van de VRWB-adviezen en -aanbevelingen terzake. De werkzaamheden van denieuwe commissie zijn in april 1 996 van startgegaan. Op het werkprogramma van dezecommissie staat, het “Groenboek over Innovatie” van de Europese Commissie in een Vlaamskader; hetO&O-steunbeleid in Vlaanderen; eenactief technologieverspreidingsbeleid en deinformatiemaatschappij en de gebruikers.

‘LE

/

3

Page 13: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Adviezen1

Advies van de VRWB inzake het ontwerp van besluit van de Vlaamseregering betreffende de financiering van de geconcerteerde onderzoeksacties en van de speciale fondsen voor onderzoek in de universiteiten vande Vlaamse Gemeenschap.VRWB-R/ADV 36 — 24 februari 1994

Het ontwerp-besluit van de Vlaamse regeringbepaalt dat binnen elke universiteit, een Bijzonder Universitair Onderzoeksfonds wordt gecreëerd voor het beheer van de overheids-bijdrage voor de geconcerteerde onderzoeksacties en de speciale fondsen voor onderzoek.De universiteit draagt hiertoe bij, vanuit de haarbeschikbare middelen, ten belope van ten minste 20 % van de overheidsbijdrage. De overheidsbijdrage wordt tussen de universiteitenverdeeld via een verdeelsleutel die de universitaire onderzoekscapaciteiten in rekeningbrengt. Met ingang van het begrotingsjaar1995 wordt voor beide onderzoekskredietenéén verdeelsleutel gehanteerd, met een bodem-bedrag per universiteit.

De ruimere beslissingsbevoegdheid van de universiteiten inzake het beheer van de middelenvan het Bijzonder Universitair Onderzoeksfonds wordt gekoppeld aan bepaalde voorwaarden inzake de besteding van de overheids-bijdrage, de selectie van de projecten, de verantwoording van de toekenning van de middelen en de beoordeling van de kwaliteit van degeleverde onderzoeksprestaties.

De integrale tekst van de adviezen is op schriftelijke aanvraag te verkrijgen bij het VRWB-secretariaat.

In zijn advies uitgebracht op 24 februari 1994onderschrijft de VRWB de algemene uitgangspunten van het ontwerp-besluit, met name hetstimuleren van:— hetopstelien van een onderzoeksbeleidsplan

door de universiteiten;— de eigen verantwoordelijkheid van de univer

siteiten via de verplichte bijdrage;— interuniversitair overleg en samenwerking;— een adequate kwaliteitszorg, met inbegrip

van de mogelijkheid tot een externe evaluatie.

In het bijzonder onderschrijft de VRWB de grotere verantwoordelijkheid die wordt toegekendaan het universiteitsbestuur, dat zelf de subsidiabele onderzoeksactiviteiten en de modaliteiten en criteria voor toekenning dient vast teleggen.De VRWB gaat ermee akkoord dat bij de besteding van de middelen bijzondere aandacht uit-gaat, enerzijds naar de onderzoeksprojectenvan uitstekende wetenschappelijke waarde meteen zekere omvang en looptijd (de vroegeregeconcerteerde onderzoeksacties), en anderzijds naar nieuwe, vernieuwende en risicovolleinitiatieven. De Raad acht het echter niet wenselijk dat in de verdeling van de middelen striktepercentages worden opgelegd voor deze tweesoorten projecten. Bovendien moet er ookruimte zijn voor waardevolle projecten in domeinen waar aan de gestelde eisen qua omvang en looptijd niet steeds voldaan kan worden. De desbetreffende bepalingen van hetontwerp-besluit dienen in die zin aangepast te

Page 14: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

worden. Tevens benadrukt de VRWB dat eenonderbouwd en gemotiveerd beleidsplan hierdoor des te belangrijker wordt.

Het vereiste akkoord van de bevoegde ministers(in casu de minister, bevoegd voorwetenschapsbeleid en de minister, bevoegd voor onderwijs)mag volgens de VRWB in geen geval leiden totinmenging in het onderzoeksbeleid van de universiteit of tot onnodige vertragingen die decontinuïteit van de financiering van het universitair fundamenteel onderzoek in het gedrangbrengen.

onderzoeksprogramma’s.VRWB-R/ADV 37-22 maart 1994

De minister-president van de Vlaamse regeringheeft de VRWB om advies gevraagd inzake zijnvoorstel voor een nieuwe actie ter stimuleringvan de Vlaamse universitaire deelname aanEuropese onderzoeksprogramma’s. Het voorstel voorziet enerzijds in de ondersteuning van‘verkennende internationale initiatieven’, diepotentieel de basis vormen om in een latere fasebij de Europese Commissie een projectvoorstelte kunnen indienen, en anderzijds in het behouden van cofinanciering in strikte zin voor goedgekeurde EU-projecten, weliswaar met beperkte middelen.Ten minste 50% van de overheidsbi jdrage dientbesteed te worden aan de ondersteuning van deverkennende internationale initiatieven. Vanaf1 995 en naargelang van de resultaten van deactie, wordt voorzien in een stijging van ditpercentage. Het saldo is voorbehouden voorcofinanciering in strikte zin.

De VRWB onderschrijft de behoefte aan inter-universitair overleg, dat jaarlijks moet leiden totsteeds betere afspraken inzake concentratie,speerpuntvorming, interuniversitaire samenwerking en niet-overlapping van de bovengenoemde onderzoeksprojecten (de vroegeregeconcerteerde onderzoeksacties). Deze afspraken moeten in elk geval voldoende ruimtelaten voor concurrentie binnen het wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen. De VRWB beveelt de VLIR en het NEWO aan zich samen teberaden over welke procedure het meest geschikt is om dit interuniversitair overleg te organiseren.

Naast de criteria en procedures m.b.t. selectieen rapportering door de universiteiten, voorziethetvoorstel in een evaluatie van de actie in tweefasen: een eerste evaluatie na twee jaar door deuniversiteiten en een algemene evaluatie van deactie na vier jaar door de minister bevoegd voorwetenschapsbeleid.

De VRWB is van oordeel dat er nu een reëlebehoefte bestaat aan stimulering, maar datdeze niet mag verworden tot een alternatiefvoor onderzoeksfinanciering door de EU of voorandere vormen van financiering in het kadervan het Bijzonder Universitair Onderzoeksfonds.

De VRWB onderschrijft het toekennen van meerverantwoordelijkheid aan de universiteiten inzake het beheer en de aanwending van demiddelen, waardoor de universiteiten, via de

Advies betreffende de nieuwe regeling voor de cofinanciering van deel-name van Vlaamse universitaire onderzoeksploegen aan Europese

13

Page 15: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

werkrng van de onderzoeksraden, in groteremate een eigen beleid kunnen voeren ten aanzien van het Europees onderzoek.Deze actie dient volgens de VRWB overigensook de mogelijkheid te bieden om de participatie aan te moedigen van een andere Vlaamseonderzoekspartner uit de universiteiten of deindustrie

Inzake de verkennende internationale initiatieven onderschrijft de VRWB het principe om dedynamische inschakeling van Vlaamse groepenin internationale onderzoeksnetwerken te bevorderen. Gezien het strategische belang vande EU-onderzoeksprogramma’s voor deVlaamse industrie, pleit de VRWB ervoor dat hetinstrumentvoor rechtstreekse ondersteuning vanverkennende internationale samenwerkingspro

jecten uitgebreid wordt tot industriële onderzoeksg roepen.

De VRWB maakt evenwel enig voorbehoudbetreffende de criteria voor de verkennendeinternationale samenwerkingsprojecten, meerbepaald bi de beperking van de nieuwe actietot die onderzoekseenheden die nog niet ofslechts eenmaal deelnamen aan EU-onderzoeksprogramma’s. De Raad beveelt aan om deuniversiteiten ook hierin in grote mate een autonome rol toe te kennen.

Ten slotte pleit de VRWB voor de invoering vaneen algemene evaluatie van de actie na tweejaar, in het bijzonder inzake de werkbaarheidvan het systeem, de verdeelsleutel en decontinuering van de cofinanciering.

Advies van de VRWB betreffende het onderzoeksinitiatief rond ‘Spraak- enTaaltechnologie’ voor het Nederlands.VRWB-R/ADV 38 -22 maart 1994

De minister-president vroeg eind 1 993 deVRWB dringend advies omtrent zin onderzoeksinitiatief rond “Spraak- en Taa technologie” voor het Nederlands.Het onderzoeksinitiatief past in de langetermijnstrategie van de Vlaamse regering, om Vlaanderen te versterken in het Europa der regio’s enzorg te dragen voor de Vlaamse culturele eigenheid, waarvan taal een belangrijke emanatie is.

Het onderzoeksinitiatief omvat twee fasen, Eenkortetermijnprogramma met welomschrevendoelstellingen, gericht op het wegwerken vanbestaande lacunes, en een langetermijnprogramma, waarvan de uitwerking een onderdeelzou vormen van het kortetermijnproject.

De VRWB vond de toegemeten tijd te kort omeen gefundeerd advies uit te brengen over ditinitiatief rond deze belangrijke problematiek.De VRWB heeft de minister-president in eenkorte brief laten weten om begrotingstechnischeredenen akkoord te kunnen gaan met een principiële goedkeuring van het kortetermijnprogramma. De mogelijkheid diende evenwelte worden opengelaten voor eventuele bijsturingen ingevolge het latere VRWB-advies. DeVRWB heeft ook gevraagd om in het kader vaneen ruimer wetenschapsbeleid tevens aandachtte besteden aan maatschappelijke en cultureleaspecten van de taalproblematiek.

Page 16: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Op 22 december 1 993 keurde de Vlaamseregering het kortetermijnprogramma goed,waarbij ook een engagement werd aangegaanvoor het Iangetermijnprogramma.

De VRWB formuleerde zijn advies op 22 maart1994. Daarin stelt de VRWB als algemene doelstelling van het Iange-termijnprogramma voorop het Nederlands als volwaardige taal te handhaven en het gebruik ervan voor elkeen te optimaliseren. Dit geldt in het bijzonder voor hetNederlands in een Europees perspectief.

Als specifieke doelstelling dient volgens deVRWB het onderzoekprogramma het wetenschappelijk onderzoek rond taal en spraak eni.h.b. de spraak- en taaltechnologie voor hetNederlands te stimuleren om:— van de gebruiker van het Nederlands een

sterke gebruiker te maken via o.m. technologische hulpmiddelen ter verbetering van hetNederlandse taalgebruik (geschreven en gesproken);

— in te spelen op bestaande maatschappelijkebehoeften, zoals spraakherkenning, computerondersteunde vertaling, hulpmiddelen bijspraakstoornissen,....

De VRWB beveelt aan bij het uitwerken van hetlangetermijnprogramma de volgende principeste hanteren:— Samenwerking en synergie, tussen linguïs

ten, technologen en psychologen enerzijds,en een versterkte wisselwerking wat betrefttaalonafhankelijke en taalafhankelijke aspecten anderzijds;

— Evalueren, valoriseren en eventueel voort-bouwen op het kortetermijnprogramma (cfr.aspect fundamentele kennis verwervenm.b.t. spraaksynthese en spraakherkenning,uitwerken gegevensbestanden ,...);

— Inspelen op het aanwezige onderzoekspotentieel in Vlaanderen;

— Complementariteit t.o.v. de inspanningen inde Europese Unie en coördinatie met de in-

spanningen in Nederland;— Evaluatie van alle mogelijke beleidsonder

steunende aspecten van taaltechnologie afhankelijk van hun relevantie en potentiëleimpact, en van een realistische kosten-baten-analyse.

De VRWB beveelt aan om bij het uitwerken vanhet langetermijnprogramma een interuniversitair en multidisciplinair team te betrekken,waarin zowel deskundigen in de taalkunde, inde spraak- en taaltechnologie als in de ps -

cholinguïstiek en in de logopedie zitting he -

ben. Dit team krijgt de opdracht de specifiekedoelstellingen nader te preciseren, uitgaandvan een inventaris van het wetenschappelijkonderzoek op dit terrein in Vlaanderen en Nederland.Daar de VRWB de toepassingen dus duidelijkruimer ziet dan enkel automatisch vertalen,wordt aanbevolen een uitgebreide behoeften-analyse uit te voeren.

Het uitgewerkte programma dient voor adviesaan de VRWB te worden voorgelegd.

Page 17: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Advies van de VRWB inzake het ontwerp-besluit van de Vlaamse regeringtot regeling van de procedure van het beleidsgericht onderwijskundigwetenschappelijk onderzoek op initiatiefvan de Vlaamse minister, bevoegdvoor het onderwijs.VRWB-R/ADV39- 14juni 1994

De Vlaamse regering wil met dit ontwerpbesluitde reglementering en in het bijzonder de procedure voor het beleidsgericht onderwijskundigwetenschappelijk onderzoek op initiatief van deVlaamse minister, bevoegd voor onderwijs, vereenvoudigen en verduidelijken. De procedureomvat de ontwikkeling, de selectie, de voortgangsbewaking en de valorisatie van beleids-gerichte onderwijskundige onderzoeksprojecten.

Voor de bepaling van de prioritaire onderzoeksthema’s zal via een breed overlegproces metactoren in het onderwijsveld een basisstramienworden opgesteld met een aantal ruim opgevatte thema’s voor een aantal jaren, aangevuldmet thema’s die inspelen op acute beleidsproblemen.De projectvoorstellen, ingediend na een oproeptot onderzoeksvoorstellen, worden geëvalueerdzowel op basis van hun aansluiten bij deprioritaire thema’s, als op wetenschappelijkebasis. Voor de wetenschappelijke evaluatiewordt een interdisciplinaire commissie van deskundige onderzoekers samengesteld.Een stuurgroep samengesteld uit zowel onderzoekers en beleidsmensen, als betrokkenen uithet onderwijsveld, wordt belast met devoortgangsbewaking en de bijsturing van deprojecten.De kredieten voor het beleidsgerichte onderwijskundig wetenschappelijk onderzoek worden jaarlijks ingeschreven in de begroting. Voor1 994 bedragen deze 109,8 miljoen fr.. Van hettotale budget wordt 5% gereserveerd voor de

uitvoering van kortlopende onderzoeken overdringende problemen, waarvoor de selectie-procedure niet gevolgd hoeft te worden.

De Vlaamse minister voor Onderwijs heeft ditontwerpbesluit voor advies voorgelegd aan deVRWB.

In zijn advies van 1 4 juni 1 994 verwelkomt deVRWB het initiatief om een regeling uit te werken voor de procedure betreffende de projectenvan het onderwijskundig praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek, relevant voor de act-oren in het volledige onderwijsbeleid.

Algemeen pleit de VRWB voor een soortgelijkeregeling m.b.t. de formele aspecten die gemeenschappelijk zijn voor alle beleidsrelevantonderzoek. De formele aspecten omvatten onder meer:— het verantwoord opstellen van een “oproep

tot het indienen van voorstellen”;— het aanstellen van een interdisciplinaire des

kundigencommissie om de wetenschappelijke waarde van het project te beoordelen;

— het aanstellen van een stuurgroep ten behoeve van de voortgangsbewaking en bijsturing van de onderzoeksprojecten;

— de financiële voortgangsbewaking van deprojecten;

— eventueel tussentijdse evaluatie van projecten;

— boekhoudkundig afsluiten van de projecten;— het openbaar maken der resultaten en ter be

schikking houden van andere gebruikers.

Page 18: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

De VRWB erkent dat het voor kortlopende opdrachten die de minister wil laten uitvoeren overdringende problemen niet altijd noodzakelijk isdoor een uitgebreide procedure te gaan, en kanaanvaarden dat hiervoor jaarlijks 5% gereserveerd wordt. Wel moet er ook daar worden optoegezien dat de toekenning op eenvormigewijze gebeurt en dat de resultaten algemeenbeschikbaar blijven.

Advies van de VRWB betreffende deVRWB-R/ADV 40- 30 luni 1994

In zijn “Technologienota Vlaanderen 2002”doet minister-president Van den Brande eenaantal concrete voorstellen voor de invulling vanhet technologiebeleid in het kader van het project Vlaanderen-Europa 2002. De min ister-president opteert daarbij voor drie speerpunttechnologieën, m.n. biotechnologie, informatietechnologie en nieuwe materialen. Voor debiotechnologie wordt voorgesteld een interuniversitair instituut op te richten met een geassocieerd netwerk van onderzoeksgroepen. Voor deinformatietechnologie opteert de minister-president voor een actieprogramma gericht op multimedia. En voor het domein van de nieuwematerialen wordt voorgesteld extra middelen,specifiek voor grote apparatuur, toe te voegenaan het lopende Impulsprogramma NieuweMaterialen.Verder wil de minister-president met een aantalbijzondere acties tegemoet komen aan de zorgm.b.t. de technologietransfert naar ondernemingen, de valorisatie, de ontwikkeling van specifieke financieringsinstrumenten voor technologieprojecten en de doorstroming van onderzoekers in de bedrijven.De technologienota werd voor advies aan deVRWB voorgelegd, die zich op 30 juni 1994hierover uitsprak. Hierna worden in het kort de

De VRWB beklemtoont dat het belangrijk is deresultaten van beleidsondersteunend onderzoek te verzamelen en ter beschikking te houdenovereenkomstig het decreet van 23 oktober1991 betreffende de openbaarheid van bestuursdocumenten. Dit onder meer om te vermijden dat duplicerende onderzoeken zoudenplaatsvinden.

“Technologienota Vlaanderen 2002”.

belangrijkste elementen uit het VRWB-adviessamengevat.

Algemeen

De VRWB waardeert dat duidelijkheid gecreëerd wordt over de wil om dein 1 992 aangevatte budgettaire inhaalbeweging voor het wetenschappelijk-technolog isch onderzoek inVlaanderen voort te zetten. De aandacht voorhet versterken va de kennisinfrastructuur in deuniversiteiten, de onderzoeksinstellingen en deindustrie vindt de VRWB een goed uitgangspunten een zeer belangrijk element in de vernieuwing van het industrieel-economische weefsel.De bijzondere aandacht voor een diffusiebeleidis volgens de VRWB lovenswaardig, maar ditdient nog meer uitgewerkt te worden.

Hoewel de drie prioritaire aandachtsveldenaansluiten bij internationale trends, is de VRWBvan oordeel dat de gemaakte keuze beter gemotiveerd kan worden. De aandacht zou niet enkelnaar high-techbedrijven mogen uitgaan, maarin synergie hiermee evenzeer naar renovatievan de traditionele industrie, waarin Vlaanderen troeven bezit.

Page 19: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Verder vraagt de VRWB zich af wat de resterende budgettaire beleidsruimte is na de keuzevan de drie voorgestelde speerpunttechnologieën, en of deze keuze toekomstige oriëntatiesin andere domeinen van het technologiebeleidniet zou kunnen in het gedrang brengen.

DeVRWBvindtten slotte dat de technologienotaweinig aandacht besteedt aan de maatschappelijke en sociaal-economische behoeften eneffecten.

Biotechnologie

De VRWB onderschrijft dat in het domein van debiotechnologie Vlaanderen zijn krachten bundelt en daarbi belangrijke troeven uitspeelt.Mits een aanta voorwaarden in acht wordengenomen, gaat de VRWB akkoord met de oprichting van enerzijds een interuniversitair instituut hoofdzakelijk rond vier topgroepen meteenaanzienlijke structurele financiering, en anderzijds een netwerk van onderzoeksgroepen, diein relatie met het instituut maar volledig autonoom en onafhankelijk, hun eigen onderzoekkunnen uitvoeren.

De voorwaarden, die de VRWB vooropstelt,hebben betrekking op:• volwaardige en directe betrokkenheid van

de industrie bij het beheer;• het optimaal ondersteunen van de meest be

lovende onderzoeksg roepen via het gea ssocieerde netwerk (ook met voldoende financiële middelen), zowel op het gebied van devalorisatie als op dat van de contacten methet bedrijfsleven;

• hetvermijden van concurrentie metal aanwezige waardevolle onderzoeksgroepen;

• een gegarandeerde specifieke inbreng vande participerende groepen en synergetischeintra-universitaire, interuniversitaire en multi-disciplinaire samenwerking zonder overlapping;

• brede evaluatie en peer review, zowel van deactiviteiten van de onderzoeksploegen in hetnetwerk buiten de instelling als van de onderzoeksactiviteiten binnen het instituut; bijdeze evaluatie is het criterium industriële valorisatie in Vlaanderen essentieel;

• een niet te grote spanning tussen het budgetvoor het instituut en dat voor de groepen er-buiten om te vermijden dat een leegloop ontstaat van deze groepen richting instituut;

• verantwoordelijkheid van het instituut op hetgebied van onderzoek en het maatschappelijk debat betreffende de sociale, ecologischeen ethische aspecten van het biotechnologieonderzoek en de medische, agrarische enindustriële aspecten ervan.

De VRWB beklemtoont de nood aan een periodieke evaluatie van de ingestelde structuur omna te gaan of deze tegemoetkomt aan de voor-opgestelde doelstelling en of de kwaliteitsvereisten worden gerespecteerd.

Bovendien vraagt de VRWB erop toe te zien dathet oprichten van een structuur, die in haar onderzoek eerder marktoriënterend, gericht zalzijn, het Vrije universitaire basisonderzoek nietzodanig zal beïnvloeden dat de universiteit1

Page 20: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

haar rol van kennisverruimend onderzoekdreigt te verliezen. De VRWB beveelt dan ookaan om de basis waaruit alles groeit, het universitair niet-georiënteerd onderzoek, te verstevigen.

Informatietechnologie

De VRWB onderschrijft de doelstelling in detechnologienota om Vlaanderen toegang te geven tot de wereld van multimedia-communicatie, producten en diensten door het uitbouwenvan een technologisch potentieel van wereldformaat terzake. Het geven van een gerichtestimulans aan O&O rond basis- en systeemtechnologieën voor aanwending in multimediatoepassingen vindt de VRWB een gepaste keuze,gelet op het aanwezige kennispotentieel en deindustriële activiteit op het gebied van informatietechnologie in Vlaanderen.

De VRWB gaat akkoord met de voorgesteldeprocedure voor de advisering over de selectievan drie multimediatoepassingen, die als kapstok zullen fungeren. De VRWB beveelt aan bijde selectie de volgende criteria aan bod te latenkomen:• het verwachte marktpotentieel op middel

lange en lange termijn;• de potentiële hefboomwerking voor basison

derzoek en voor de ontwikkeling van nieuwetelecomdiensten;

• de mogelijke bijdrage tot de realisatie van dedoelstellingen van het project Vlaanderen-Europa 2002;

• de maatschappelijke effecten.

Ook vraagt de VRWB de O&O-activiteiten nietenkel toe te spitsen op de technologische infrastructuuraspecten maar ook voldoende aandacht te schenken aan onderzoek omtrent deinformatie-inhoud.

19

Nieuwe materialen

De VRWB kan ermee akkoord gaan dat na eenevaluatie een kleine impuls wordt gepland omtegemoet te komen aan directe behoeften in hetdomein van de Nieuwe Materialen. Daarenboven is het raadzaam zware infrastructuur optimaal aan te wenden ten bate van de geheleonderzoekswereld en de industrie.

Tewerkstelling in onderzoek

De VRWB is van oordeel dat het verminderenvan de RSZ-bijdrage voor nieuwe aanwervingen voor O&O-personeel in het bedrijfsleven enin de universiteiten inderdaad een interessantedenkpiste is. Het is evenwel wenselijk de impactte onderzoeken op de toename van de O&Obesteding in universiteiten en bedrijven enerzijds en de budgettaire gevolgen anderzijds.

Technologiediffusie

De VRWB kan instemmen met de aandacht dieuitgaat naar de technologiediffusie en valorisatie, als essentiële elementen van innovatie. DeVRWB beveelt aan om na de aangekondigdeevaluatie en analyse van bestaande kanalen eninitiatieven, onverwild de gepaste maatregelente treffen om techno ogiediffusie en valorisatiebinnen Vlaanderen te optimaliseren, in het bijzonder voor de KMO’s.

MINDERHEIDSSTANDPUNT

Bij het VRWB-advies werd een minderheidsstandpunt gevoegd, ondertekend door zevenVRWB-leden. Deze zeven leden vinden de technologienota onevenwichtig en weinig onderbouwd. Steun aan de vooropgestelde opties isvolgens hen op dit ogenblik dan ook niet teverantwoorden.

Page 21: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Advies van de VRWB inzake het ontwerp-besluit van de Vlaamse regeringbetreffende de toekenningsvoorwaarden van de jaarlijkse toelagen van deVlaamse Gemeenschap aan het Nationaal Fonds voor Wetenschappeli/kOnderzoek (NFWO) en de erbij geassocieerde onderzoeksfondsen.VRWB-R/ADV 41 - 8 september 1994

De Vlaamse regering bepaalt in dit ontwerp-besluit de voorwaarden die aan het NEWOworden opgelegd voor de toekenning van detoelagen voor het niet-georiënteerd wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen. Sinds dewijziging van de statuten van het NFWO in juni1992 is het de Vlaamse raad van bestuur vanhet NEWO die deze toelagen beheert.

Het NFWO dient om de vijf jaar een beleidsplan op te stellen met de krachtlijnen van zijnbeleid voor de besteding van de toelagen. Hetbeleidsplan wordt ter goedkeuring aan deVlaamse regering voorgelegd. Deze wint hierover het advies van deVRWB in. Daarnaast stelthet NFWO jaarlijks een uitvoeringsplan opwaarin de vastlegging van de beschikbare middelen wordt uiteengezet op basis van de kracht-lijnen die in het beleidsplan werden geformuleerd.

Voor de onderzoeksmandaten van onbepaaldeduur worden bi jkomende voorwaarden gesteld:— De toelagen worden beperkt tot een jaarlijks

maximumbedrag: het referentiebedrag is585 miljoen fr. (1993). Dit bedrag wordtaangepast aan de evolutie van de salariskosten.Het totale aantal mandaten wordt beperkt tottweehonderd.

— Het NFWO moet om de vijf jaar de wetenschappelijke prestaties van deze mandaat-houders evalueren.

Wanneer de arbeidsovereenkomst van ten minste tien mandaathouders beëindigd wordt, kentde Vlaamse regering, binnen de perken van debegrotingskredieten, aan het NFWO een bonustoe in de vorm van een aanvullende toelage(107,4 miljoen fr. in 1994) voor projectgebonden onderzoek.

De VRWB beklemtoont in zijn advies, uitgebracht op 8 september 1994, dat het NFWOhét financieringskanaal is voor het niet-georiënteerd wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen. De verdere rationele uitbouw van hetNFWO is van het allergrootste belang. DeVRWB erkent en benadrukt de volgende fundamenteel belangrijke krachtlijnen:— de uitdrukkelijke wens tot stimulering van een

brede nationale en internationale samenwerking;

— de nadruk op een kwaliteitsgebonden beleidvan het niet-georiënteerd wetenschappelijkonderzoek, i.e. enkel op basis van wetenschappelijke waarde, onder meer op basisvan een systematische en grondige indicatorenanalyse.

De VRWB beklemtoont het niet-georiënteerdkarakter van het fundamenteel onderzoek datenkel ingegeven is door het studieobject (denatuur, de mens, de maatschappij, de cultuur,...) en de poging van de onderzoeker om deonbekende dimensies ervan te doorgronden.De VRWB beveelt het NFWO aan er in het bijzonder op toe te zien dat er niet geraakt wordt

Page 22: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

aan het niet-georiënteerd karakter van het doorhet NFWO gesteund wetenschappelijk onderzoek.

Het beleidsplan, dat door de instelling zelfwordt opgesteld, geeft de algemene beleidslijnen aan. Het kan rekening houden met de algemene doelstellingen en uitgangspunten betreffende het niet-georiënteerd onderzoek zoalsgeformuleerd in het wetenschapsbeleid van deVlaamse regering, in zoverre dit niet leidt tot eeninhoudelijke inmenging van de Vlaamse overheid in het niet-georiënteerd wetenschappelijkonderzoek.

lntrinsiek gebeurt basisonderzoek op initiatiefvan de onderzoeker. De kwaliteit van het onderzoek wordt door het NEWO verzekerd via exante en ex-post evaluatie. Het beleidsplan vanhet NFWO moet zich in de eerste plaats concentreren op de procedures en de kwaliteit.

De selectieprocedures voor de toekenning vanbeurzen, mandaten en kredieten, moeten degarantie bieden dat het enige criterium de wetenschappelijke waarde is van de kandidaat,van het onderzoeksproject en van de onderzoeksg roep.Dit impliceert dat:— de beoordeling plaatsvindt door experts die

in het vakgebied een algemene erkenninggenieten;

— deze experts niet betrokken kunnen zijn bijhet project of bij de kandidaat;

— een belangrijk aantal leden van de commissie experts zijn die niet verbonden zijn aaneen Vlaamse universiteit.

Hoewel het gaat om niet-georiënteerd onderzoek kan het voor Vlaanderen toch belangrijkzijn enkele accenten te leggen. Inschakeling inEuropese verbanden en stimulering van bredefederale en internationale samenwerking wordtzeer terecht beklemtoond.

De VRWB dringt aan om een grondige analyseuit te voeren van de reële behoeften van hetfundamenteel onderzoek in Vlaanderen. Het isnoodzakelijk om op basis van een dergelijkeanalyse tot een rationeel voorstel te kunnen komen voor het aantal postdoctorale onderzoeksmandaten en het aantal mandaten van onbepaalde duur.Door nu het aantal te beperken tot ten hoogste200 wordt elke mogelijke en noodzakelijkegroei van het vast onderzoekers potentieel uitgesloten. Door de algemene middelen voor hetniet-georiënteerd wetenschappelijk onderzoeksubstantieel te verhogen, zoals bepleit door deVRWB, kan aan dit probleem tegemoet gekomen worden.

Page 23: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Advies over de implicaties van diensten op kabel en/of telefoonlijnen” voor de Vlaamse wetenschappelijke wereld.VRWB-R/ADV 42-28 juni 1995

Naar aanleiding van het project “TelenetVlaanderen” van de Vlaamse minister van Economie,heeft de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB) zich willen beraden over deimplicaties die dit project zal teweegbrengenvoor de Vlaamse wetenschappelijke wereld.Op verzoek van de VRWB heeft de minister heteindrapport dd. 2 oktober 1994 van hetstudiesyndicaat “Nieuwe diensten op kabel en/of telefoonlijnen” meegedeeld en tevens expliciet de Raad om advies verzocht.

Dit advies is voorbereid in een ad hoc werkgroep en door de VRWB goedgekeurd op 28juni 1995. De belangrijkste aanbevelingenworden hierna samengevat.

De VRWB is van oordeel dat in Vlaanderen eenaanzienlijke en belangrijke kennis aanwezig isop het gebied van informatietechnologie in hetalgemeen en informatica in het bijzonder, zowel op hetdomein van de wetenschappelijke entechnologische aspecten als op dat van degebruikersaspecten. Deze kennis is aanwezigin de industrie, universiteiten en onderzoeksinstellingen.

Het is noodzakelijk bij de uitbouw van deVlaamse informatiesamenleving en TelenetVlaanderen in het bijzonder de competenteVlaamse actoren uit de industrie, de universiteiten en de onderzoeksinstellingen maximaal tebetrekken. Het opstarten en de uitbouw vanTelenet Vlaanderen zou op deze wijze in belangrijke mate kunnen bijdragen tot de verdereontwikkeling van het onderzoek in Vlaanderenop het gebied van de informatietechnologie.

Tevens zou Telenet Vlaanderen de VlaamseO&O-activiteiten op het gebied van telematica,telecommunicatie, technologie en informatiemoeten ondersteunen zowel door eigen onderzoeksprojecten, als door ondersteuning vanO&O-projecten van andere Vlaamse actoren.

Er is behoefte aan bijkomend O&O-onderzoekop technologisch gebied maar ook aan verderonderzoek met betrekking tot het aanbieden engebruiken van diensten, inbegrepen het onderzoek ter ondersteuning van het overheidsbeleidterzake.

De VRWB wijst erop dat de uitbouw van eeninformatiemaatschappij bedreigingen kan inhouden op cultureel, sociaal, economisch,...gebied. Wetenschappelijk onderzoek inzakeo.m. acceptatie, toegankelijkheid, arbeidsverhoudingen, intellectueel eigendomsrecht, cultuurbescherming,... moet inzicht geven niet alleen in positieve maar ook in eventueel negatieve effecten, zodat de nodige bijsturing in deverdere ontwikkeling van de Vlaamse informatiesamenleving tijdig uitgevoerd kan worden.

Het is belangrijk voor de Vlaamse informatie-samenleving en Telenet Vlaanderen in het bijzonder dat deze integreren in de internationalenetwerken. Rechtstreekse deelname van Vlaanderen in overlegorganen, waar standaardisatieen regelgeving besproken worden is essentieel.

22

Page 24: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

De VRWB is er zich van bewust dat een succesvolle overgang niet alleen afhankelijk is van detechnologische ontwikkeling en van de technische kennis, maar ook in belangrijke mate vanhet algemene maatschappelijke kader. Het iscruciaal erop toe te zien dat het potentieel vanindividuele en groepsbevrijding sterker geactu

aliseerd wordt dan hetverslavend, dehumaniserend potentieel.Opleiding en vorming vormen dus een cruciaalgegeven zowel voor het algemeen vormendaspect van de bevolking in het algemeen, alsvoor de technische en technologische opleiding.

Advies betreffende de Vlaamse Horizontale Begrotingsprogramma”s We

tenschapsbeleid 1994-1995VRWB-R/ADV 43 - 28 juni 1995

Zoals bepaald in het oprichtingsdecreet van 1 5december 1 993 brengt de VRWB elk jaar advies uit over het gevoerde en te voerenbegrotingsbeleid inzake wetenschapsbeleid.De commissie Begroting en Financiën analyseerde en besprak de Vlaamse horizontalebegrotingsprogramma’s wetenschapsbeleid1 994 en 1 995, ter voorbereiding van onder-staand en samengevat advies. Hierbij werdende Vlaamse overheidskredieten voor wetenschapsbeleid in een Belgisch en een internationaal kader geplaatst. Hun evolutie in de tijdwerd eveneens nagegaan.Het integrale advies en de volledige analysezijn verkrijgbaar bij het VRWB-secretariaat.

De VRWB vraagt de Vlaamse overheid om definanciële inhaalbeweging, die sinds 1 993voor O&O werd ingezet, voort te zetten en nogte versnellen, zeker tot minstens het niveau vanonze belangrijkste handelspartners, d. i. 1 % vanhet bruto regionaal product aan O&O-bestedingen in Vlaanderen gefinancierd door deVlaamse en federale overheden. Om na te gaanof dit doel bereikt wordt, is het wel vereist dat hetbruto regionaal product voor Vlaanderen officieel wordt vastgesteld, en dat de impact van de

federale uitgaven voor O&O voor Vlaanderenbekend is. Om de reële prijsevolutie van O&Oactiviteiten realistisch te kunnen inschatten suggereert de VRWB om hiervoor een specifiekdeflatormodel te ontwikkelen.

De overheid dient maximaal te investeren in deuniversiteiten. Dit kan door een herverdelingvan het hele onderwi jsbudget of door een algemene herschikking van de overheidsuitgaven.

De VRWB beklemtoont dat het verhogen van demiddelen gepaard moet gaan met het verhogenvan de efficiëntie, door de stimulering van rationalisatie in onderzoek en opleiding door netwerkvorming, eventueel leidend tot kwalitatievezwaartepuntvorming, in onderzoek, en doormultidisciplinariteit waar dit toegevoegdewaarde geeft.

Page 25: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

De VRWB meent dat de overheid de verruimingvan de O&O-basis voor het Vlaamse bedrijfsleven moet stimuleren, de diffusie van kennis entechnologische ontwikkeling naar industrie,diensten en maatschappij sterk moet verbeteren, en het tewerkstellingsbevorderend effectvan O&O-investeringen moet maximaliseren.Het overheidsinsirumentarium moet hiervoorvoldoende gedifferentieerd zijn. De overheidsfinanciën voor O&O-bestedingen in de industriemoeten op een internationaal vergelijkbaar niveau gebracht worden, samen met een blijvende inspanning vanuit de industrie.

Verder vraagt de VRWB eenduidigheid na testreven in het horizontaal begrotingsprogram ma voor wetenschapsbeleid. De kredietenbestemd voor wetenschapsbeleid dienen dezebestemming te behouden binnen elk activiteitenprogramma.Bovendien raadt de VRWB aan om tegenovereen horizontale begroting een horizontaal beleid en beleidsbrief te situeren.

De VRWB beveelt de Vlaamse overheid metaandrang aan opdracht te geven om VlaamseO&O-indicatoren te ontwikkelen, die inzichtgeven in de status en dynamiek van O&O eninnovatie in Vlaanderen, in overleg met de betrokken actoren. Niet alleen moet men deVlaamse bestedingen voor O&O volgen maarook de federale en Europese O&O-kredieten.

De VRWB dringt bij de federale overheid aanom meer realistische en recente ramingen tegebruiken, in het bijzonder voor de industriëlebestedingen, omtrent de O&O-inspanningen inBelgië.

Vlaanderen dient optimaal betrokken te wordenbij de federale besluitvorming om de impactvan belangrike federale initiatieven inzake wetenschapsbe eid voor Vlaanderen te vergroten.De VRWB beveelt dan ook aan om dringendeen Federale Raad voor Wetenschapsbeleid

(FRWB) te installeren. De FRWB moet een adviesorgaan zijn die in een juxtapositie staatt.o.v. de adviesraden van Gewesten en Gemeenschappen.

Voor het eerst werd een bestedingsanalyse vande wetenschapskredieten voor de laren 1 989,1990, 1991 aan de VRWB voorgelegd. Dit iseen eerste aanzet om tegemoet te komen aaneerdere vragen van de VRWB. Het is echterduidelijk dat ook dit instrument verfijningvraagt. De methode zou in overleg met de betrokkenen bijgesteld moeten worden, in het b1-zonder wat betreft de verdeling over de verschi -

lende wetenschapsdomeinen. Het doel moetzijn de gewenste informatie op een gebruiksvriendelijke wijze weer te geven.

Ook de opdeling naar NABS-codes van deVlaamse kredieten voor wetenschapsbeleid zoumeer genuanceerd moeten worden, zodat deopsplitsing ook inhoudelijk zin heeft.

24

Page 26: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

AqnxQijngL

Aanbeveling bil de beleidsbrief: “Het Wetenschapsbeleid in Vlaanderen —

Beleidsbriet voor 1995”VRWB-R/AANB 05-28 luni 1995

Minister-president L. Van den Brande stelde inoktober 1994 zijn beleidsbrief “Het Wetenschapsbeleid in Vlaanderen — Beleidsbrief voor1 995” voor in de commissie Onderwis, Vorming, en Wetenschapsbeleid van de V aamseRaad. Dit document werd uitvoerig besproken inde schoot van de VRWB, meer bepaald in decommissie Wetenschapsbeleid. Op basis vande gevoerde discussie formuleerde de VRWB dehierna samengevatte aanbevelingen.

De VRWB stelt vast dat er belangrijke inspanningen geleverd worden om het wetenschappelijkonderzoek te stimuleren en te ontwikkelen. Ditkomt tot uiting in de stijging van de algemenemiddelen.

De beleidsbrief 1 995 geeft een gedetailleerdetoelichting bij het technologiebeleid, het onderzoek met economische relevantie, het technologiediffusiebeleid en de problematiek van deKMO’s.

Wetenschapsbeleid is evenwel een bijzonderbrede materie. Vanuit een logisch streven naareen evenwichtige aandacht voor de verschillende domeinen van het wetenschapsbeleid envoor de verschillende onderzoekstypes wenstde Raad zijn bezorgdheid uit te drukken. DeVRWB meent dat het beoogde beleid, de hoofdzaak van de argumentatie, de haast volledigeinhoudelijke onderbouw van de nota al te zeerbeperkt is tot een identificatie van het weten-

schapsbeleid met het economische beleid. DeVRWB stoort zich in het bijzonder aan de afwezigheid van enige inhoudelijke analyse in hetdomein van het fundamenteel onderzoek. Hetintegrale domein van de humane wetenschappen komt helemaal niet aan bod.

Tevens merkt de VRWB op dat men van de administratie voor de Programmatie van het Wetenschapsbeleid (APWB) nog inspanningen verwacht om aan de gegevens een grotere duidelijkheid en eenvormigheid te geven.Er zou naar een zekere correlatie tussen deomvang van de middelen en de tekstuitleg gestreefd moeten worden.

De internationale samenwerking wordt zeersummier behandeld en mist een duidelijke visie.

De VRWB pleit ervoor om het principe van hetminimale aantal loketten consequent toe te passen. De Raad heeft duidelijk vertrouwen in dewerking van het NFWO en het IWT en ervaartelke verdere uitholling als nefast.

De VRWB dringt ten slotte aan op een duidelijkesamenhang tussen de opeenvolgende beleids-brieven. Tevens pleit de Raad ervoor om tegenover elke horizontale begroting een horizontaalbeleid en een beleidsbrief te stellen. Deze koppeling zou bijdragen tot een beter inzicht in hetgevoerde beleid.

De integrale tekst van de aanbevelingen is op schriftelijkeaanvraag te verkrijgen bij het VRWB-secretariaat.

Page 27: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Aanbeveling betreffende de Vlaamse deelname aan Europese onderzoeksprogramma s.VRWB-R/AANB 06 - 14 september 1995

De aanbeveling gaat uit van eerdere VRWBadviezen omtrent de deelname van Vlaamseonderzoeksgroepen en bedrijven aan Europeseonderzoeksprogramma’s, uitgebracht in 1 989en 1991. Verder is ze gebaseerd op de nieuweontwikkelingen van het Europese OTO-beleiden de gevolgen hiervan voor de Vlaamsedeelnemers. De VRWB formuleert zijn aanbevelingen rond de punten: informatieverstrekking,kwaliteitsbevorderi ng en evaluatie, het Vlaamseonderzoeksbeleid en integratie.

Informatie

• DeVlaamse Gemeenschap moet hetverspreiden van vroegtijdige en correcte informatieverder organiseren en de verschillende informatiestromen op elkaar afstemmen.

• Het Vlaamse overleg ter voorbereiding vanhet Vde Kaderprogramma moet vroegtijdigopgestart en optimaal georganiseerd worden, om enerzi[ds het Vlaamse standpunt tebepalen betreffende de invulling van hetKaderprogramma, en anderzijds de onderzoekers in een vroeg stadium te informeren.

• Kwantitatieve informatie betreffende deVlaamse deelname aan de EU-onderzoeksprogramma’s moet op regelmatige wijze bijgewerkt worden.

Kwaliteitsbevordering en evaluatie

De Vlaamse Gemeenschap moet de inspanningen voortzetten om onderzoeksgroepenvoor te bereiden en hun deelname aan EUprogramma’s te bevorderen, zowel op basisvan relevante kwaliteitscriteria als op basisvan het eigen OTO-beleid van de VlaamseGemeenschap. De lopende stimuleringsactievoor universitaire onderzoeksploegen terbevordering van de deelname aan EU-projecten moet worden geëvalueerd naar zijninitiële doelstelling en bij positieve evaluatieworden voortgezet. Het budget van destimuleringsactie moet evenwel verdeeldworden over de twee onderscheiden onderdelen, de cofinanciering enerzijds en de projecten Verkennende Internationale Samenwerking anderzijds en wel volgens een verdeelsleutel die autonoom door de universiteiten moet worden voorgesteld, afhankelijkvan de behoeften en binnen de doelstellingenvan het programma.

• Door het toenemen van het aantal potentiëlekandidaten en de daarmee gepaard gaandegrotere competitie wordt het belangrijk datsupplementaire criteria, die zich niet enkelrichten op de intrinsieke wetenschappelijkewaarde, al van in de aanvraagfase bekendzijn en correct worden toegepast. De rol vande regionale en federale vertegenwoordigers in de managementcomités is in ditopzicht van groot belang.

26

Page 28: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Vlaams onderzoeksbeleid

De Vlaamse Gemeenschap dient bij het uitwerken van haar onderzoeksbeleid na tegaan enerzijds hoe kan worden afgestemdop de acties binnen het Europees kaderprogramma, en anderzijds hoe de VlaamseGemeenschap via eigen initiatieven deVlaamse know-how en technologische vooruitgang kan bevorderen in domeinen die deEU niet of in geringe mate ondersteunt.In het licht van de recente wendingen in hetEU-onderzoeksbeleid ten bate van projectenmet hoge industriële mogelijkheden, beveeltde VRWB aan te evalueren hoe de participatiegraad van Vlaamse onderzoeksgroepen en bedrijven hierdoor beïnvloed werd.Aan de hand van deze evaluatie en op basisvan de eigen beleidsopties zal moeten worden nagegaan in welke mate specifieke acties ondernomen moeten worden ten batevan een innovatiebeleid dat zich oriënteertop de industriële technologische behoeften.Tegelijkertijd moet erop worden toegeziendat, ten gevolge van de zuigkracht van Europese fondsen, een aantal vooraanstaandeVlaamse onderzoeksgroepen die zich thansconcentreren op niet-gericht basisonderzoek, hun werkterrein niet eenzijdig zoudenverleggen naar meer toegepast onderzoeken industriële ontwikkelingen.Deelname aan EU-projecten stelt Vlaamseonderzoeksgroepen voor specifieke problemen die verband houden met de hogesalariskosten van Vlaamse onderzoekers enbijkomend met de recente koersfluctuatiesvan de ECU. De Vlaamse overheid moet er inde nabije toekomst bijzonder op toezien datdit niet leidt tot een vermindering van deVlaamse deelname aan EU-programma’s,zowel in termen van budget als op inhoudelijk vlak.DeVRWB beveelt de Vlaamse Gemeenschapaan ook de valorisatie en exploitatie vantechnologische kennis te bevorderen via een

II

tijdige en zo effectief mogelijke overdrachtvan technologische kennis vanuit deonderzoeksinstellingen en de universiteitennaar de ondernemingen.

Integratie

Via deelname aan EU-prolecten zijn Vlaamseonderzoeksgroepen en bedrijven op Europeseschaal actief in hetaanbieden en verwerven vanwetenschappelijke en technologische knowhow. De structuur van EU-programma’s is er,echter niet op gericht om de intraregionale samenwerking te bevorderen.De VRWB beveelt daarom de Vlaamse overheidaan stimulerende acties te ondernemen dieVlaamse bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstellingen ertoe aanzetten om samen teparticiperen in EU-projecten. Hierdoor zou deoverdracht van kennis en technologie ten batevan het Vlaamse bedrijfsleven in belangrijkemate bevorderd kunnen worden.

Page 29: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Aanbeveling inzake het stimuleren van de cultuur- en gedragswetenschappen naar aanleiding van de studie “Wetenschap als Cultuur”.VRWB-R/AANB 07- 14 September 1995

Al geruime tijd besteedt de VRWB uitgebreidaandacht aan het brede domein van de cultuur-en gedragswetenschappen. In het voorjaar van1992 installeerde de VRWB hiervoor een adhoc werkgroep. Uitgaande van een algemeenervaren verdrukking van de cultuur- en gedragswetenschappen stelde deze werkgroep eenaantal innoverende en remediërende maatregelen voor. Tijdens een studieopdracht uitgevoerd door de onderzoekers Marc Demey(promotor), Tom Claes en Johan Braekman, zijneen massa kwantitatieve gegevens verzameld;er is ook een uitgebreide kwalitatieve documentering samengebracht, waarvoor de inspiratiegeput is uit een brede enquête en een ruimebibliografische raadpleging. Over het onderzoek verscheen een rapport “Wetenschap alsCultuur”, dat in boekvorm wordt verspreid. Hetgeeft een scherpe probleemanalyse en biedteen aantal suggesties voor mogelijke oplossingen.

In de voorliggende aanbeveling vat de VRWB,die steunt op het voormeld rapport en met aandacht voor recente Nederlandse gegevens, deproblematiek van de cultuur- en gedragswetenschappen in het kort samen rond de volgendepunten:

• een algemene onderschatting van de maatschappelijke relevantie van de cultuur- en ged ragswetenschappen;

• de moeilijke basiscondities voor wetenschapsbeoefening in de taal- en cultuur-wetenschappen;

• de onderfinanciering (vooral wat de externefinancieringsbronnen betreft) en de evolutiein dalende lijn;

• de nadelige werking van het criterium maatschappelijke relevantie enerzijds voor detaal- en cultuurwetenschappen wat hetmaatschappelijk onderdeel betreft, en anderzijds voor de maatschappijwetenschappenwat het fundamenteel gedeelte betreft;

• de specificiteit van wetenschapsbeoefeningin cultuur- en gedragswetenschappen.

De VRWB stelt expliciet dat een verhoging vande financiële middelen noodzakelijk is, maarduidelijk niet voldoende om de problematiekvan de cultuur- en gedragswetenschappen op telossen. Naast een volgehouden beklemtoningvan kwaliteitsvereisten zijn structurele innovaties nodig. De VRWB richt zijn aanbevelingentot de verschillende niveaus:

1. de cultuur- en gedragswetenschappen: doctoraten aanmoedigen, omkaderingen begeleiding bevorderen; het aantalgoede en goed opgestelde projectaanvragen verhogen en oog hebben voor continuïteit, onder meer door het postdoctorale niveau uitte bouwen; naast eenmansprojectenook grotere projecten met duidelijke nationale en internationale samenwerkingsverbanden stimuleren; duidelijker streven naareen zinvolle interdisciplinariteit en internationalisatie (o.m. op het gebied van publicatiebeleid); meer zorg besteden aan dedoorstroming van de culturele en maatschappelijke relevantie van de vraagstelling en deresultaten; bovendien het belang blijven beklemtonen van onderzoek in de cultuur- engedragswetenschappen ten behoeve van hetNederlands taalgebied in het algemeen enVlaanderen in het bijzonder.

Page 30: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

2. de universiteiten: voor alle studierichtingen, de cultuur- en gedragswetenschappeninbegrepen, moet de onderwijsdruk verminderen door in een verhoogde basisfinanciering en daarmee in een betere personeelsbezetting te voorzien; door meer realistischestudieprogramma’s, afgestemd op de reëlepersoneelsbezetting en zodanig dat deonderzoeksfunctie van het academisch personeel niet in het gedrang wordt gebracht;door diversificatie van onderwijsvormen,waardoor er meer ruimte kan komen voor bv.sabbaticals en door interne en interuniversitaire samenwerkingsverbanden te stimuleren.

3. het beleid:• Er dient een structurele oplossing te wor

den gevonden om de basisfinanciering teverhogen die beschikbaar is voor hetwetenschappelijk onderzoek aan deuniversiteiten. Dat zijn immers de kredieten waarop het gros van het onderzoekin de cultuur- en gedragswetenschappenstoelt.

• Een dringende inhaaloperatie is nodigvoor de lamentabele financiële toestand.Dit zou het best gebeuren door het creëren, in het kader van het NFWO, vansubstantiële extra middelen voor de cultuur- en gedragswetenschappen, bestemdvoor doctorandi, voor post-doc-mandatenen voor projecten. Op dit domein is eengestadige uitgebouwde actie te verkiezenboven een eenmalige parachutage vanspectaculaire middelen en mandaten.

• Terwijl het herstellen van de eerste geldstroom het fundamentele aspect van demaatschappijwetenschappen zal ondersteunen, dient ook dringend het beleidsondersteunend en gericht onderzoek uitgebreid te worden tot het maatschappelijkeaspect van de taal- en cultuurwetenschappen, zoals mediabeleid, onderwijs, ethische aspecten in het welzijnswerk,...

• Het creëren van een platform dat als aanhechtingspunt functioneert voor projecten,samenwerkingsverbanden, onderzoeksmandaten, sabbaticals, enz. De recentelijk gecreëerde wetenschappelijkeonderzoeksgemeenschappen van hetNFWO, spijtig genoeg nog te gering inaantal, zijn in dit verband een aanbevelingswaardig initiatief.

• Alle financierende instanties zouden in hetbijzonder een inspanning moeten leverenom de ongelijkheid ongedaan te maken;zij zouden projecten moeten creëren vanhoogstaande kwaliteit voor langere duur(4 â 6 jaar) en deze met voldoende middelen ondersteunen.

Page 31: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

* Eerder dan een nieuw interdisciplinaironderzoekscentrum te creëren, dienen definancierende instanties voor de nodigestimulansen te zorgen voor nauwere samenwerking met bestaande internationaleperformante centra, voor concentratie van

mensen en middelen rond welbepaaldethema’s voorgesteld door de onderzoekers en voor interdisciplinaire onderzoeksgemeenschappen (in brede zin) inhet NFWO.

Aanbeveling bi/ het IWT-rapport “Toekenning van de specialisatiebeurzenvoor het academiejaar 1994-1995”.VRWB-R/AANB 08-26 oktober 1995

Vanaf 1 oktober 1 994 werden het beheer en decoördinatie van de Vlaamse specialisatiebeurzen van het nationale IWONL overgedragenaan het IWT. Dit ging gepaard met een aantalbelangrijke wijzigingen, zowel op het gebiedvan het beursconcept, de potentiële aanvragers, de samenstelling van de evaluatie-colleges als de evaluatie- en selectieprocedures.

Over de eerste selectieprocedure georganiseerd door het IWT in het najaar van 1 994,wordt in het voormeld rapport uitgebreid verslag uitgebracht en wel over het verloop van debeoordelingsprocedure en de wijze van selectievan de bursalen. Verder worden de resultatenuitvoerig besproken wat betreft de algemeneevolutie, de evolutie per wetenschapsdisciplineen per universiteit.

In het totaal zijn er nu 435 IWI-bursalen, d.i.een stijging van 9% ten opzichte van 1 993 entevens het hoogste aantal sinds het ontstaan vande specialisatiebeurzen. De instroom van eerst&aarsbursalen (138) ligt boven het gemidde de van de laatste drie laar (126). Het aantalkandidaten voor een eerste beursjaar was evenwel uitzonderlijk hoog (457), zodat de selectievan de eerstejaars dan ook erg zwaar was.

De VRWB is van oordeel dat het IWT deselectieprocedure voor de toekenning van despecialisatiebeurzen voor het academiejaar1994-1995 professioneel heeft georganiseerd.Het voorgelegde rapport getuigt van grondigheid en een optimaal streven naar objectiviteit.De procedure is goed en fair verlopen.

Aan de VRWB-aanbeveling dat voor de verlenging na het tweede jaar van de beurstermijneen bondige procedure moet volstaan, is deraad van bestuur van het IWT al in zekere matetegemoetgekomen door de goedkeuring vaneen nieuw reglement waarin de vereiste verslaggeving sterk wordt vereenvoudigd.

De criteria m.b.t. de kwaliteit van de kandidaaten de haalbaarheid van het project— hoewel dittweede criterium niet altijd even duidelijk was —

zijn volgens de VRWB terechte criteria. Het lWTzal v66r de herfstsessie 1995 het criterium‘haalbaarheid’ beter definiëren, waarbij meerde nadruk zal worden gelegd op de planningvan het project. Het criterium van toepasbaarheid, dat weliswaar in derde orde inaanmerking wordt genomen, moet volgens deVRWB begrepen worden in de zin van mogelijktoepasbaar karakter, zoals de VRWB al in 1 992adviseerde.

Page 32: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Door het grote aantal kandidaten dienden eengroot aantal deskundigen te worden aan-gezocht voor de beoordelingsjury’s. De VRWBheeft vastgesteld dat het IWT de nodige inspanningen heeft geleverd om de beoordeling doorde verschillende jury’s zoveel mogelijk op eenhomogene wi jze te laten verlopen. Een positieveinbreng van de industrie in de jury wordt als eennoodzaak ervaren, voor die jury’s waar het kan.

De VRWB beveelt aan om ook de volgende jaren het aantal beurzen te laten aangroeien, naevaluatie van de behoeften, en daarvoor denodige middelen te reserveren, In de toekomstzou zeker aan iedere kandidaat die een scorebehaalt van 1 6 en meer een beurs moeten worden toegekend. Voor degenen die een tweedetermijn aanvragen, moet het principe zijn dat

aan iedere kandidaat die al bij de aanvang eenstrenge selectie heeft doorstaan, bij een normale voortgang van zijn onderzoeksproject eenverlenging wordt toegestaan. De financiëleimplicaties hiervan kunnen opgevangen worden door de geplande stijging van de beursmiddelen.

Verder vraagt de VRWB aan het IWT te onderzoeken of bij het toekennen van een beurs ookeen forfaitair bedrag kan worden uitgetrokkenals tegemoetkoming in de werkingskredieten,zodat het budget van het laboratorium waar debursaal zijn onderzoeksproject uitvoert, ietsminder onder druk komt te staan. Een dergelijkemaatregel mag evenwel financieel zeker nietgecompenseerd worden door het aantal beursmandaten te verminderen.

Page 33: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Memora ndaen

Commentaren

Boodschap aan de nieuwe Vlaamse regering met betrekking tot hetVlaamse wetenschapsbeleidVR WB-R/MEM 02-30 mei 1995

De Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid(VRWB) formuleert in een boodschap gerichtaan de Vlaamse regering aanbevelingen voorde krachtlijnen van een evenwichtig wetenschaps- en technologiebeleid. Deze aanbevelingen zijn gesteund op uitvoerige analyses endiscussies in de schoot van de VRWB en zijncommissies.

1. Een evenwichtig wetenschaps- entechnologiebeleid door de overheidVanwege het cultureel, maatschappelijk en economisch belang zal een samenleving die zichzelf respecteert, hoge prioriteit geven aan wetenschappelijk onderzoek. De overheid moetdeze prioriteit ondersteunen door een evenwichtig wetenschaps- en technologiebeleid uitte bouwen, met een volwaardige plaats zowelvoor onderzoek en ontwikkeling (O&O) op initiatief van de onderzoeker (niet-georiënteerdonderzoek), als op initiatief van het bedrijfsleven (gericht industrieel onderzoek) en op initiatief van en ten behoeve van de overheid(beleidsvoorbereidend en — ondersteunend onderzoek).

De integrale teksten zijn op schriftelijke aanvraag te verkrijgen bij het VRWB-secretariaat.

Page 34: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

2. Meer middelen voor onderzoek enontwikkelingDe bruto binnenlandse uitgaven voor O&Omoeten verder stijgen tot minstens het gemiddelde van onze belangrijkste handelspartners,namelijk 2% van het bruto binnenlands product.O&O vormt immers een belangrijke componentin toekomstgerichtheid en internationale concurrentie zowel voor KMO’s als voor grote bedrijven.

3. Versterking van onderzoek op initiatief van de onderzoekerHet niet-georiënteerd onderzoek op initiatiefvan de onderzoeker moet over een breed spectrum van wetenschapsdisciplines gestimuleerden ondersteund worden, door het inzetten vanmeer middelen via de bestaande financieringskanalen. Omdatde universiteiten in Vlaanderende zetel zijn van het wetenschappelijk onderzoek en historisch werd gekozen voor samenwerking tussen universiteit en industrie inzakehet steunen van industrieel basisonderzoek, zalmaximaal geinvesteerd moeten worden in deuniversiteiten.

4. Gericht onderzoekNaast het bevorderen van een gunstiginnovatieklimaat voor de ondernemingen, moetde overheid de O&O-basis voor het Vlaamsebedrijfsleven verruimen en de diffusie van kennis en technologische ontwikkeling naar industrie, diensten en maatschappij sterk verbeteren,met koppeling aan duurzame ontwikkeling.

5. Meer stroomlijning in het gericht onderzoek ten behoeve van het overheidsbeleidBeleidsvoorbereidend en beleidsondersteunend onderzoek is een belangrijk instrumentvoor de wetenschappelijke onderbouwing vanhet overheidsbeleid in de steeds complexerwordende samenleving. Meer transparantie encorrecte procedures voor de toewijzing vanonderzoekspro[ecfen ten behoeve van het beleid zal de onderzoekskwaliteit ten goede komen.

6. Wetenschapsbeleid in Vlaanderenprofessioneel onderbouwen door hetontwikkelen van O&O-indicatorenDe Vlaamse overheid moet opdracht geven omO&O-indicatoren te ontwikkelen die inzichtgeven in de status en de dynamiek van O&O eninnovatie in Vlaanderen.

7. Federalisering wetenschapsbeleidvoortzettenDe huidige onduidelijkheid inzake de bevoegdheden wetenschapsbeleid dient te worden opgeheven. Er is dringend behoefte aan een geëigend adviesorgaan op federaal niveau.

Page 35: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Commentaar bij de oproep van de onderwijsministers aan de hogere onderwijs- en onderzoeksinstellingen in de regio’s Bremen, Nederland,Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen en Vlaanderen betreffende de grensoverschrijdende samenwerking in het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek.VRWB-R/COM-O 1 - 7 december 1995

Op 3 juni 1995 hebben de ministers van onderwijs van Bremen, Nedersaksen, NoordrijnWestfalen, Nederland en Vlaanderen eenschriftelijke oproep gericht aan de hogere onderwijs- en onderzoeksinstellingen om grensoverschrijdende samenwerking in het hogeronderwijs en het wetenschappelijk onderzoekin de betreffende regio’s te verbreden en te verdiepen.Naar aanleiding van deze oproep heeft de heerG. Monard, secretaris-generaal van het departementonderwijs, de VRWB uitgenodigd hierbijcommentaar te geven.

De oproep beoogt de intensivering van de samenwerking tussen instellingen over de grenzenheen, waarbij gestreefd moet worden naarnieuwe zaken die de kwaliteit van onderwijs enonderzoek in de betrokken regio’s verbeteren.Het uiteindelijke doel moet zijn een openonderwijsruimte te creëren in de desbetreffenderegio’s en hierdoor nieuwe keuzemogelijkheden aan de studenten aan te bieden.

Bij het formuleren van zijn commentaar heeft deVRWB geopteerd om de topic ‘grensoverschrijdende samenwerking’ te benaderen in zijnalgemene context. Ma,w. de commentaar beperkt zich niet tot de hierboven beschreven regio’s, maar handelt over de grensoverschrijdende samenwerking in de ruime betekenis, vianetwerken die zich ontwikkelen binnen en buiten Europa.

De VRWB kan akkoord gaan met het principevan samenwerking, en vooral met de bottom-upbenadering die de ministers willen volgen; deoverheden willen ondersteuning bieden bij hetverdiepen van de reeds bestaande samenwerking en bij het uitbouwen van nieuwe samenwerkingen via initiatieven van de instelling zelf.

De VRWB stelt dat de samenwerking zich nietmag beperken tot de desbetreffende regio’s,maar dat dit gegeven gezien moet worden alseen mogelijkheid naast de andere samenwerkingen met verschillende regio’s.

De VRWB meent dat in het totale pakket vaninternationale samenwerking (zowel bi- alsmultilateraal, en zowel op het gebied van onderwijs als op dat van wetenschappelijk en technologisch onderzoek) gestreefd moet worden naarcoherentie in initiatieven, procedures, financiering, modaliteiten, prioritaire samenwerkingsregio s,...

Inhoudelijk beveelt de VRWB aan om uitwisselingsmogelijkheden te creëren zowel voor doctorandi als voor post-doctorandi, en om voldoende aandacht te besteden aan die disciplines die onvoldoende aanspraak kunnen makenop andere externe financieringsbronnen, metname de humane wetenschappen en multi-disciplinaire onderzoeksdomeinen. Een inventarisatie van het aanbod van opleidingen enbestaande onderwijs- en onderzoeksvoorzieningen moet het mogelijk maken aan te tonen

Page 36: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

waar samenwerking kan worden geactiveerden lacunes en overaanbod in het domein zichtbaar maken. De regio’s kunnen elkaar helpenop het gebied van kwaliteitszorg door elkaarwederzidse hulp te verlenen bij het uitwerkenvan eva uatieprocedures en het onderling uitwisselen van experts.

Mb.t. de modaliteiten had de VRWB graaginformatie gekregen over de omvang en de verdeling van het budget, beschikbaar voor hetovereengekomen actieprogrammaDe VRWB is ook van oordeel dat de overheid denodige stimulansen moet inbouwen om degrensoverschrijdende samenwerking te verbreden en te verdiepen en suggereert de volgendemogelijkheden het financieren van reis- enverblijfkosten voor docenten die in het buitenland lesgeven; het voorzien in een beperkt aantal mandaten voor doctorandi en post-doctorandi en speciale aandacht voor de uitwisselingen van jonge postdoctorale onderzoekers.

De VRWB herinnert eraan dat het NEWO al eenaantal initiatieven genomen heeft om grensoverschrijdende samenwerking te stimuleren,met name het fonds voor samenwerkingsprogramma’s met Nederland in het kader vande taal- en cultuurwetenschappen en de recentelijk besliste mobiliteitstoelagen voor postdoctorandi met minimum drie jaar postdocactiviteit.

De VRWB vindt dat andere partners equiva lentemaatregelen zouden moeten nemen om eenevenwichtige mobiliteit van en naar Vlaanderente realiseren.

De VRWB beklemtoont ten slotte dat destimulansen in het kader van de voorliggendeovereenkomst het best gefinancierd worden viade geëigende kanalen, m.n. het NEWO en hetIWT, Dit zal de coherentie en de transparantievan het overheidsbeleid terzake ten goede komen

35

Page 37: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

B ••

• Drie leden voorgedragen door dei a e werknemersorganisaties vertegen

woordigd in de SERV

Johan MAES, directeur studiedienst VlaamsSAMENSTELLING VRWB1 ABVV, in opvolging van Annick CLAUWAERI

(vanaf 17 april 1996)

• voorzitter Ann DEMEULEMEESTER, stafmedewerker studiedienst ACW

ROGER DILLEMANS, ererector K.U.Leuven inopvolging van ANDRE OOSTERLINCK (tot 1 Geert VANSINTJAN medewerker studiedienstnovember 1995) en diens voorganger JEF ACV in opvolging van Bernard DE POTTER (totROOS (tot 1 september 1994). 1 maart 1995)

• Zes leden voorgedragen door de • Vier leden rechtstreeks benoemdVLIR door de Vlaamse regering

Freddy ADAMS, ererector UIA/UA Gilbert EGGERMONT, gastprofessor, hoofdDienst Stralingsbescherming VUB

W. Patrick DE WILDE, vice-rector onderzoekVUB Roger VAN OVERSTRAETEN, algemeen direc

teur IMECHarry MARTENS, rector LUC

Staf VAN REET, afgevaardigd bestuurderAndré OOSTERLINCK, rector K.U.Leuven Janssen Pharmaceutica nv.

Jean VAN HOUTTE, rector UFSIA/UA [ode WYNS, hoogleraar, voorzitter InstituutMoleculaire Biologie en Biotechnologie, VUB

Etienne VERMEERSCH, vice-rector UG

* Leden die ambtshalve lid zijn metDrie leden voorgedragen door de raadgevende stem

werkgeversorganisaties vertegen -

woordigd in de SERV Christine CLAUS, directeur-generaal IWT

Eric VERMEYLEN, directieadvisepr studiedienst, Freddy COLSON, eerste opdrachthouderVEV, in opvolging van Guy CLEMER (vanaf 1 APWB, departement COQnovember 1995)

Johan DELANGHE, secretaris-generaal deparLuc NIJS, directeur NCMV/CIP, in opvoling tement EWBLvan Petrus THYS (vanaf 1 november 1994)

Georges MONARD, secretaris-generaal deparHugo VANDAMME, gedelegeerd bestuurder tement ONDBarco nv.

José TRAEST, secretaris-generaal NEWO

MB 17 juni 1994 (BS 05 augustus 1994)Toestand op 1 mei 1996

Page 38: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

B ••

— Marc LUWEL, navorser APWB ,departementi age cao— Herman MAES, adjunct directeur IMEC

SAMENSTELLING COMMISSIES1— Guy MARTENS, adviseur van de directeur

generaal O&O, Solvay

Commissie Wetenschapsbeleid— Urbain MEERS, afgevaardigd bestuurder

OCAS nv.Voorzitter: Lode WYNS, hoogleraar, voorzitterInstituut Moleculaire Biologie en Biotechno-

— Luc NIJS, directeur NCMV/CIPlogie, VUB— Eric SPRUYT, adviseur onderzoeksbeleid

— Robert BOLLEN, algemeen directeur, Indus- rectoraat, UIA/UAtriële Wetenschappen en Technologie,KHLim

— Lambert STALS, gewoon hoogleraar, algemeen directeur IMO, LUC

— Roger BOUILLON, coördinator onderzoeksbeleid, K.U.Leuven

— Kris THIELEMANS, oud-voorzitter Focus Research

— Yvan BRUYNSERAEDE, gewoon hoogleraar,voorzitter onderzoeksraad, K.U.Leuven

— Paul VAN ASSCHE, hoogleraar, gastprofessor UG

— Annick CLAUWAERT, adviseur StudiedienstVlaams ABVV

— Jean VAN BLADEL, past-voorzitter KoninklijkeAcademie voor Wetenschappen, Letteren en

— Johan DE GRAEVE, afdelingshoofd de- Schone Kunstenpartement EWBL— Herman VAN DEN BERGHE, ere-vice-rector,

— Walter DE JONGHE, afgevaardigd be- directeurdienstonderzoekscoördinatieendistuurder VITO recteur Centrum voor Menselijke Erfelijkheid,K.U.Leuven

— Martin DE PRYCKER, directeur centrale research Alcatel-BelI

— Henri VAN ONCKELEN, onderzoeksdirecteur NFWO, hoogleraar UIA/UA

— Ann DEMEULEMEESTER, stafmedewerkerstudiedienst ACW

— Nadine VAN PASSEL, opdrachthouder externe relaties Janssen Pharmaceutica nv.

— Walter GEERTS, gewoon hoogleraar, faculteitsvoorzitter Romaanse talen, UIA-UFSIA/

— Geert VANSINTJAN, medewerker stuUA diedienst ACV

— Benno HINNEKINT, adviseur NFWO— Aviel VERBRUGGEN, gewoon hoogleraar

TEW, voorzitter STEM,UFSIA/UA— Serge HOSTE, docent Faculteit Weten

schappen, UG— Kristien VERBRUGGHEN, stafmedewerker

onderzoeksbeleid VLIR

Toestand op 3 1 december 1995

Page 39: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

— Noèl VERCRUYSSE, afdelingshoofd uni- — Mieke GIJSEMANS, onderzoekscoördinaversitair onderwijs en onderzoek, departe- tor, Reseach & Development, rectoraat VUBment OND

— Veerle HENDRICKX, stafmedewerker onder-— Eric VERMEYLEN, directieadviseur studie- wijs VLIR

dienst VEV— Bert LEEMANS, manager, Marketing en

— Peter VERSTRAETEN, directeur, opdracht- Communication VITOhouder evaluatie en opvolging, IWT

— Veerle LORIES, navorser APWB, depar— Dominique WILLEMS, gewoon hoogleraar- tement COO

prodecaan, UG— Jan MORTIER, stafmedewerker academische

zaken, secretaris van de onderzoeksraad,UFSIA/UA

Commissie Federale en lnternationaeSamenwerking — Guy TORDEUR, nationaal secretaris LBC

NVKVoorzitter: Freddy ADAMS, ererector UIA/UA

— Annie VAN BROECKHOVEN, directeur de-— Lieve BRACKE, coördinator, Dienst In- partement Bioprocessing, lnnogenetics,

ternationale Betrekkingen, UG Gent

— Filip BUEKENS, opdrachthouder weten- — Hendrik VAN BRUSSEL, departementsvoorschappelijk onderzoek , departement OND zitter werktuigkunde, K.U.Leuven

— Jean-CLaude BURGELMAN, hoofddocent — Marie Claire VAN DE VELDE, coördinatorL&W, directeur SMIT, VUB dienst onderzoeksbeleid, UG

— Gerard CIELEN, stafmedewerker K.ULeuven — Urbain VANDEURZEN, voorzitter en gedelegeerd bestuurder LMS International

— Annick CLAUWAERT, adviseur studiedienstVlaams ABVV — Nadine VAN PASSEL, opdrachthouder ex

terne relaties Janssen Pharmaceutica nv.— Wilfried DEGRIECK, assistent-directeur afde

ling concurrentievermogen, ministerie van — Eric VERMEYLEN, directieadviseur studie-Economische Zaken dienst VEV

— Dirk DE RIJCK, coördinator wetenschapsbeleid/communicatie, departement Commissie Begroting en FinanciënEWBL

voorzitter: Guy CLEMER, directeur Studie-— Roger DEKEERSMAECKER, adjunct direc- dienst, VEV

teur, IMEC— Tim AMPE, ajunct van de directeur departe

— Jozef DEPORTE, directeur, opdrachthouder ment EWBLdienstverlening, IWT

— Veerle BOGAERT, staflid universitaire finan— Freddy DUMORTIER, gewoon hoogleraar, vi- ciering en personeel, VLIR

ce-rector LUC

Page 40: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

— Sabine BORREY, navorser APWB, departement COO

— Jean-Pierre DE GREVE, hoogleraar VUB

— Linda DE KOCK, adjunct van de directeur,afdeling universitair onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, departement OND

— Bart HEIJNEN, beheerder RUCA/UA

— Robert HOOGEWIJS, academisch beheerder UG

— Josée HOUBEN, staflid, dienst Onderzoekscoördinatie, K.ULeuven

— Roland JANSSEN, studiedienst ACV

— Jacques LEMONNE, hoogleraar VUB

— Johan MAES, directeur studiedienst VlaamsABVV

— Louis MARISSENS, hoofd financiën NFWO

— Luc NIJS, directeur NCMV/CIP

— Stef PROOST, professor, Centrum voor Economische Studies, K.ULeuven

— Etienne POELVOORDE, opdrachthouderSE RV

— An ROELANDT, adviseur Studiedienst VEV

— Mark SMEYERS, coördinator onderzoeksbeleid LUC

— Herman STEEMAN, eerste wetenschappelijkadviseur IWT

Page 41: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

— Geert VANSINTJAN, medewerker studie-

Bi1 age III dienstACV

Noël VERCRUYSSE, afdelin9shoofd Universitair Onderwijs en Wetenschappelijk On

AD HOC WERKGROEPEN derzoek, departement OND

Ad hoc werkgroep Technologienota- Eric VERMEYLEN, directieadviseur studie-

2002 (17 mei 1994 — 9 juni 1994) dienst VEV

Voorzitter: Jean VAN HOUTTE, ere-rector— Lode WYNS, hoogleraar, voorzitter Instituut

UFSIA, gewoon hoogleraar UFSIAUIA/UA Moleculaire Biologie en Biotechnologie, VUB

— Christine CLAUS, directeur-generaal IWT

— Annick CLAUWAERT, adviseur studiedienst Discussiegroep ‘Situatie van de OnderVlaams ABVV zoeker’ (21 december 1994

-

— W. Patrick DE WILDE, vice-rector onderzoek voorzitter: Kris THIELEMANS, oud-voorzitterVUB Focus Research

— Christine DENEFFE, wetenschappelijk advi-— Filip BUEKENS, opdrachthouder weten

seur IMEC schappelijk onderzoek, departement OND

— Luc DESIMPELAERE, manager new tech-— Erik DAENEN, personeelsdirecteur IMEC

nologies, R&D Dept. Barco nv.— Jan DANCKAERT, doctor-assistent VUB

— Gilbert EGGERMONT, gastprofessor, hoofdDienst Stralingsbescherming, VUB

— J. Willy GOETSTOUWERS, vast-secretaris,hoofd administratieve diensten, algemene

— Marc LUWEL, navorser APWB, departement diensten, LUCCOO

— Benno HINNEKINT, adviseur NFWO— Harry MARTENS, rector LUC

— Eddy MOERLOOSE, docent, Talen en Cul— Jan MORTIER, stafmedewerker academische turen van Zuid- en Oost-Azië, UG

zaken, secretaris van de onderzoeksraad,UFSIA/UA — Marc POLLET, beurscoördinator IWT

— Christine VAN BROECKHOVEN, hoofd La-— Jos PROOST, technisch-administratief direc

boratorium voor neurogenetica Biochemie, teur VITOUIA/UA

— An ROELANDT, adviseur studiedienst VEV— Herman VAN DEN BERGHE, ere-vice-rector,

directeur dienstonderzoekscoördinatie en di-— Oscar STEENHAU1 pro-rector VUB

recteur Centrum voor Menselijke Erfelijkheid,K.U.Leuven

— Jozef VAN DER PERRE, secretaris-generaalVLI R

— Marc VAN MONTAGU, gewoon hoogleraarUG — Karel VAN GOETHEM, directeur rectoraat

academische planning, UIA/UA

Page 42: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

— Luk VAN IMPE, werkleider instituut voor — Paul HUYBRECHTS, algemeen directeur,Archeologisch Patrimonium Uitgeversbedrijf Tijd nv.

— Eric VERMEYLEN, directieadviseur studie- — Jan LAROSSE, wetenschappelijk adviseurdienst VEV IWT

- Filip V0LCKAERT, onderzoeksleider NFWO, — Marc LUWEL, navorser APWB, departementdeeltijds hoofddocent, K.U . Leuven C00

— Willy VAN DEN NEST, secretaris-generaalFINA, eurocoördinator, NCMV

Ad hoc werkgroep Telenet Vlaanderen— Wim VAN GREMBERGEN, hoogleraar, di

subcomité Gebruikersaspecten. (16 februari recteur MBA, UFSIA/UA1995—5 mei 1995)

— Guido VAN HOOYDONK, hoofdbibliotheVoorzitter: Jean-Claude BURGELMAN, hoofd- caris Centrale bibliotheek, UGdocent L&W, directeur SMIT, VUB

— Frank VAN THILLO, studiedienst VlaamsOndervoorzitter: Georges VAN DER PERRE, ABVVgewoon hoogleraar, K.U.Leuven

— Fernand VANDAMME, gewoon hoogleraar— Marc BINNEMANS, afgevaardigd be- UG

stuurder Antilope drukkerij nv.— Geert VANSINTJAN, medewerker studie-

— Filip BUEKENS, opdrachthouder weten- dienst ACVschappelijk onderzoek, departement OND

— Els DE BENS, gewoon hoogleraar, voorzittervakgroep communicatiewetenschappen, UG Ad hoc werkgroep Telenet Vlaanderen

— Johan DE GRAEVE, afdelingshoofd de- subcomité Wetenschappelijke en Technolopartement EWBL gische Aspecten (16 februari 1995 — 8 juni

1995)— Wilfried DEC00, gewoon hoogleraar di

dactiek en kritiek UIA/UA Voorzitter: Prof. Paul LAGASSE, voorzitter vakgroep informatietechnologie, UG

— Pol T. DESCAMPS, advisor Special StudiesBarco nv. Ondervoorzitter: Antoine VAN DE CAPELLE,

gewoon hoogleraar, Toegepaste Wetenschap-— Joseph DUMORTIER, Centrum voor Recht en pen, K.U.Leuven

Informatica, K.U.Leuven— Geert DE SOETE, directeur-diensthoofd Aca

— Gilbert EGGERMONT, gastprofessor, hoofd demisch Rekencentrum, UGDienst Stralingsbescherming, VUB

— Jo DECUYPER, navorserAPWB, departement— Guido FAUCONNIER, gewoon hoogleraar, C00

departementsvoorzitter com m u n icatiewetenschappen, voorzitter mediacentrum, K.U.- — Paul DEVOLDERE, zaakvoerder HyphenLeuven bvba.

Page 43: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

— Eddy FLERACKERS, directeur Expertise- Technisch Comité Ruimtevaartcentrum Digitale Media, LUC (21 december 1 995 -

— Bruno KREKELS, sr. wetenschappelijk advi- Voorzitter: Gilbert EGGERMONT, gastprofesseur IWT sor, hoofd Dienst Stralingsbescherming, VUB

— Herman MAES, adjunct directeur IMEC — Etienne ARIJS, departementshoofd BIRA

— Jan NAUDTS, hoofddocent faculteit Weten- Gerard dELEN, stafmedewerker, K.U.schappen, UIA/UA Leuven

— Eddy PEETERS, Studiedienst ACV— Jan DANCKAERT, doctor-assistent Toege

paste Natuurkunde, VUB— Walter VAN DE VELDE, co-directeur Artificial

Intelligence laboratorium, VUB, ter vervan- — Herwig DEJONGHE, hoofddocent UGging van L. STEELS

— Noël PARMENTIER, general Manager Radio,— Dirk VAN DIJCK, hoogleraar, directeur Visie- Space & Defense Division Alcatel BelI

lab, RUCA/UA— Marie Claire VAN DE VELDE, coördinator

— Eric VERMEYLEN, directieadviseur studie- dienst onderzoeksbeleid, UGdienst VEV

— Urbain VANDEURZEN, voorzitter en gedelegeerd bestuurder LMS International nv.

— Johan VAN HELLEPUTTE, directeur ResearchValorisatie IMEC

— Paul VERHAERT, afgevaardigd bestuurder,Verhaert Design & development nv.

Page 44: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

..I

BiIage IvArtikel 3

HOOFDSTUK III

Bevoegdheid van de Raad

§ 1. De Raad is bevoegd om inzake elke aangelegenheid betreffende het wetenschapsbeleid,met inbegrip van het technologiebeleid, op eigen initiatief aanbevelingen te formuleren enstudies te verrichten en om, op verzoek van deVlaamse regering en de in § 5 vermelde overheden, over die aangelegenheden advies te verstrekken.

§ 2. Meer in het bijzonder kan de Raad adviesverstrekken, aanbevelingen formuleren en studies verrichten in verband met:

DECREET TOT OPRICHTING VAN DEVLAAMSE RAAD VOOR WETENSCHAPSBELEID

1 5 december 1 993 (BS 26 maart 1 994)

Artikel 1

HOOFDSTUK 1

Algemeen

Dit decreet regelt aangelegenheden als bedoeld in artikel 59bis en artikel 1 O7quater vande Grondwet.

HOOFDSTUK II

Oprichting van de Vlaamse Raadvoor Wetenschapsbeleid

Artikel 2

Voor de Vlaamse Gemeenschap en het VlaamseGewest wordt een Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid opgericht, hierna te noemen deRaad.

— de globale beleidslijnen en prioriteiten vanhet wetenschapsbeleid;

— de vorming van het onderzoekspersoneel;

— de grote trends in het wetenschapsbeleid enacties op federaal vlak;

— het toetsen van de doelmatigheid van deOrganisatie van het wetenschapsbeleid;

— het toetsen van het wetenschapsbeleid aande ontwik-kelingen op sociaal, economisch,technologisch en cultureel vlak en het formuleren van behoeften die daaruit voortvloeien.

§ 3. V66r 30 september van elk jaar brengt deRaad een met redenen omkleed advies uit overhet gevoerde en het te voeren begrotingsbeleidinzake het wetenschapsbeleid. Het advieswordt toegezonden aan de Vlaamse regering.

§ 4. De Vlaamse regering is verplicht vooraf hetadvies van de Raad in te winnen over:

— alle voorontwerpen van decreet en ontwerpen van reglementaire besluiten van deVlaamse regering inzake wetenschapsbeleiddie algemene aangelegenheden regelenwaarvoor de Vlaamse Gemeenschap en hetVlaamse Gewest bevoegd zijn, met uitzondering van de voorontwerpen van decreet diede begroting betreffen;

Page 45: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

— alle voorontwerpen van decreet of besluitenhoudende de oprichting, afschaffing of verandering van bevoegdheden van instellingen die instaan voor materies inzake wetenschapsbeleid waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegdziIn;

— alle belangrijke niet-gereglementeerde actiesen initiatieven inzake wetenschapsbeleid,met inbegrip van acties van de Vlaamse regering op lederaal en internationaal vlak.

§ 5. Het advies van de Raad kan gevraagdworden door:

— de Vlaamse Raad;

— de Vlaamse minister, bevoegd voor hetweten schapsbeleid of, bij ontstentenis van deexpliciete toewijzing van deze bevoegdheid,de minister-president van de Vlaamse regering;

— elke Vlaamse minister voor wat zijn bevoegdheden betreft.

§ 6. De adviezen, bedoeld in § § 4 en 5, dienente worden verstrekt binnen een termijn van tweemaanden, te rekenen vanaf de aanvraag. Ingeval van spoed kan de Vlaamse minister bevoegd voor het wetenschapsbeleid of, bijontstentenis van de expliciete toewijzing vandeze bevoegdheid, de minister-president vande Vlaamse regering, de termijn inkorten metdien verstande dat die niet minder dan tienwerkdagen mag bedragen.

Het in vorig lid bedoeld advies wordt geacht tezijn gegeven indien het niet binnen bovengenoemde termijn is verstrekt.

§ 7. De Raad treedt op als Vlaamse gesprekspartner en kan als vertegenwoordiger vanVlaanderen worden betrokken bij gelijkaardigefederale en internationale adviesorganen.

Artikel 4

HOOFDSTUK IV

Informatiedoorstroming enverslaggeving

§ 1 . De Vlaamse regering stelt de Raad de noodzakelijke informatie ter beschikking om hem instaat te stellen zijn opdrachten naar behoren tevervullen.

§ 2. De adviezen, aanbevelingen en studies vande Raad zijn openbaar, tien werkdagen nadatze medegedeeld zijn aan de Vlaamse regering.

Artikel 5

§ 1. De Raad legt jaarlijks aan de Vlaamseregering een verslag voor van zijn werkzaamheden. De Vlaamse regering overhandigt ditverslag aan de Vlaamse Raad.

§ 2. De Raad kan steeds bijzondere verslagenopstellen over bepaalde vraagstukken inzakewetenschapsbeleid.

HOOFDSTUK V

Samenstelling van de Raad

Artikel 6

§ . De Raad is samengesteld uit een voorzitteren zestien leden, allen benoemd om hun deskundigheid op grond van en hun betrokkenheid bijhet wetenschapsbeleid in de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest.

Ten minste acht leden van de Raad, alsook devoorzitter, zijn personen die ervaring hebbenmet of hoofdzakelijk actief zijn in het wetenschappelijk onderzoek.

De Raad dient evenwichtig samengesteld te zijnuit deskundigen op het gebied van de cultuur- ende gedragswetenschappen, de toegepaste, deexacte en de biomedische wetenschappen.

Page 46: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

§ 2. Zes leden zijn actief in of hebben ervaringmet het universitair onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek. Zij worden voorgedraqen door de Vlaamse lnteruniversitaire RaadVl.l.R.).

§ 3. Zes leden worden voorgedragen door dewerkgevers- en werknemersorgan isaties dievertegenwoordigd zijn in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).

§ 4. De voorzitter en vier leden worden voorgedragen door de Vlaamse minister bevoegd voorhet wetenschapsbeleid of, bij ontstentenis vande expliciete toewijzing van deze bevoegdheid, de minister-president van deVlaamse regering.

§ 5. De voorzitter en de leden van de Raadworden benoemd door de Vlaamse regering.

§ 6. De duur van het mandaat van de voorzitteren van de leden bedraagt vier jaar. Het mandaat is éénmaal hernieuwbaar. Indien een lidzijn mandaat niet beëindigt, wordt een nieuwlid benoemd conform de bovengenoemdebepalingen. Dit lid zal het desbetreffende mandaat voltooien en kan slechts één nieuw mandaat innemen.

Artikel 7

§ . Aan de Raad nemen met raadgevende stemdeel:

— de secretaris-generaal van het departementOnderwijs;

— de secretaris-generaal van het departementEconomie, Werkgelegenheid en Binnenlandse Aangelegenheden;

de eerste opdrachthouder van de administratie voor de Programmatie van het Wetenschapsbeleid bij het departement Coördinatie;

— de directeur-generaal van het Instituut voor debevordering van het Wetenschappelik-Technologisch onderzoek in de industrie IWT);

— -de secretaris-generaal van de Vlaamse raadvan bestuur van het Nationaal Fonds voorWetenschappelijk Onderzoek (NFWO).

§ 2. De Raad kan in zijn huishoudelijk reglementzelf bepalen of hij voor de in § 1 van dit artikelgenoemde ambtenaren plaatsvervangers kantoelaten, alsook of hij, in bepaalde omstandigheden en onder bepaalde voorwaarden, andere personen met raadgevende stem wenst telaten deelnemen aan de vergaderingen.

Artikel 8

HOOFDSTUK VI

De werking van de Raad

De Raad kan, binnen de mogelijkheden van zijndotatie, voor het onderzoek van bijzonderevraagstukken of voor het uitvoeren van studie-opdrachten een beroep doen op permanentecommissies of ad hoc werkgroepen, bestaandeuit leden benoemd door de Raad, of op externedeskundigen, onder de voorwaarden bepaaldin het huishoudelijk reglement.

Artikel 9

De Raad stelt, binnen een termijn van 3 maanden na de inwerkingtreding van dit decreet, eenhuishoudelijk reglement op, dat minstens regelt:

1. de bevoegdheden van de voorzitter;

2. de samenstelling en de bevoegdheden vanhet eventuele dagelijks bestuur van de Raad;

3, de wijze van bijeenroeping en beraadslaging;

4. de frequentie van vergaderen;

5. de bekendmaking van de handelingen;

6. de voorwaarden waaronder de Raad eenberoep kan doen op externe deskundigen,permanente commissies of ad hoc werkgroepen, overeenkomstig artikel 8;

Page 47: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

7. de voorwaarden waaronder de Raad eenberoep kan doen op personen, zoals vermeldin artikel 7, § 2.

Dit reglement is onderworpen aan de goed keuring van de Vlaamse regering.

Artikel 10

De Vlaamse regering stelt aan de Raad eenpermanent secretariaat ter beschikking, datnaast personeel met een administratieve opleiding eveneens personeel met een wetenschappelijke opleiding omvat, en bepaalt hetaantal, de loopbaan en de bezoldigingsregeling in overeenstemming met de aard vande functie en de gevraagde kwalificaties.

De Vlaamse regering kan voor het voormeldsecretariaat van de Raad onder meer een beroep doen op gespecialiseerd personeel, statutair of contractueel, in dienst genomen in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 88,89 en 90 van het decreet van 12 december 1 990 betreffende het bestuurlijk beleid.

Het secretariaat wordt onder het gezag van devoorzitter van de Raad geleid door een secreta

Artikel 11

Het departement Coördinatie van het ministerievan de Vlaamse Gemeenschap stelt lokalen terbeschikking voor de huisvesting van het secretariaat van de Raad en verleent het alle logistiekesteun.

Artikel 1 2

Voor de leden van de Raad en van het secretariaat van de Raad en voor alle personen die aande Raad hun medewerking verlenen, gelden debepalingen van Titel 1, Hoofdstuk II, artikel 3 vanhet koninklijk besluit van 22 november 1 991 totbepaling van de algemene principes van hetadministratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het per-

soneel van de Executieven en van de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen.

Artikel 13

De Raad beschikt voor het uitvoeren van zijnopdrachten over een dotatie die jaarlijks ingeschreven wordt in de begroting van de VlaamseGemeenschap.

HOOFDSTUK VII

Het statuut van de Voorzitter, van deleden en van de personen die aan de

Raad hun medewerking verlenen

Artikel 14

Inzake protocollaire en administratieve aangelegenheden wordt de voorzitter gelijkgesteldmet een ambtenaar van rang 17 en worden deleden van de Raad gelijkgesteld met ambtenaren van rang 1 6.

De leden van commissies of werkgroepen diedoor de Raad worden opgericht, worden gelijk-gesteld met een ambtenaar van rang 15.

De ambtenaren die met raadgevende stem deelnemen aan de Raad of aan de commissies ofwerkgroepen, behouden de rang die zij bekleden in hun administratie.

Artikel 15

§ 1. De Vlaamse regering bepaalt het presentiegeld en de geldeIike vergoedingen die aan devoorzitter en de eden van de Raad kunnenworden toegekend.

§ 2. De Raad bepaalt, binnen de perken vanzijn werkingsmiddelen, de geldelijke vergoedingen van de voorzitters en de leden van depermanente commissies en ad hoc werkgroepen en van de externe deskundigen.

ns.

46

Page 48: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

HOOFDSTUK VIII

Slotbepaling

Artikel 16

Het besluit van de Vlaamse Executieve van 1 7juli 1985 houdende oprichting van eenVlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid, gewijzigd bij het besluit van 31juli1991 en gewijzigd bij het besluitvan 23 oktober 1991, wordtopgeheven.

Page 49: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

HOOFDSTUK II.BijlageVVergaderingen en bijeenroepingen

Artikel 1

De Raad vergadert ten minste vijf maal per jaarin de lokalen van het ministerie van de VlaamseGemeenschap in Brussel.

De voorzitter roept de Raad bijeen, hetzij opeigen initiatief, hetzij op schriftelijke aanvraagvan ten minste drie leden van de Raad.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DEVLAAMSE RAAD VOORWETENSCHAPSBELEID.

Ter uitvoering van artikel 9 van het decreet van1 5 december 1 993 tot oprichting van deVlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid. Gecoördineerde versie (goedgekeurd bij besluitvan 29 juni 1994 en besluit van 29maart1995van de Vlaamse regering).

HOOFDSTUK 1.

Definities

Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder:

Decreet: decreet van 15 december 1993 totoprichting van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid(B.S. van 26 maart 1994)

Raad: de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid

Voorzitter: de voorzitter van de Raad

Leden: leden die krachtens artikel 6 van hetdecreet benoemd zijn tot lid van de Raad

Raadgevende leden: de ambtenaren die uithoofde van hun functie en krachtens art. 7 vanhet decreet met raadgevende stem deel nemenaan de Raad.

Artikel 2

De organen die door de Raad zijn opgericht endie in zijn schoot werken, vergaderen eveneensin de lokalen van het ministerie van de VlaamseGemeenschap.

Ze worden bijeengeroepen door hun voorzitter,hetzij ter uitvoering van een beslissing van deRaad, hetzij op verzoek van de voorzitter van deRaad, hetzij op eigen initiatief, hetzij op schriftelijke aanvraag van ten minste twee leden vande Raad.

Artikel. 3

De uitnodigingen voor de vergaderingen van deRaad worden ten minste veertien dagen v66r devergadering verstuurd.

In geval van spoed, zoals vermeld in § 6 van art.3 van het decreet, kan deze termijn tot vierdagen teruggebracht worden.

Artikel. 4

§ 1. De vergaderingen van de Raad of van zijnorganen zijn niet openbaar.

§ 2. De secretaris van de Raad woont de vergaderingen van de Raad bij.

48

Page 50: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Artikel 5

HOOFDSTUK III.

Agenda

In geval van spoed kon de voorzitter deze termijn verkorten.

HOOFDSTUK IV.

De voorzitter stelt de agenda van de vergaderingen van de Raad vast, hetzij ter uitvoering vanbeslissingen genomen tijdens een vorige vergadering, hetzij op eigen initiatief, hetzij op aanvraag van één van de organen van de Raad, ofvan een lid van de Raad. In dit laatste gevaldienen ten minste twee andere leden de bespreking van dit punt mee te ondersteunen bij hetbegin van de vergadering.

Artikel 6

Voor de andere organen van de Raad stelt devoorzitter van het betrokken orgaan de agendavan de vergaderingen vast, hetzij ter uitvoeringvan beslissingen van de Raad, hetzij ter uitvoering van beslissingen genomen tijdens een vroegere vergadering van het betrokken orgaan,hetzij op aanvraag van een van de leden vanhet betrokken orgaan, hetzij op eigen initiatief.

Artikel 7

De agenda wordt gevoegd bij de uitnodigingbepaald in art. 3,

Artikel 8

In geval van spoed kan de agenda tot bij deopening van de vergadering worden gewijzigdof aangevuld.

Eens de vergadering geopend, kan de agendanog slechts worden gewijzigd of aangevuldkrachtens een beslissing van de Raad of van hetbetrokken orgaan.

Artikel 9

De bescheiden betreffende de kwesties die opde agenda van een vergadering van de Raad ofvan een van zijn organen voorkomen, wordenaan de leden van de Raad of van het betrokkenorgaan bezorgd bij de uitnodiging bepaald inart. 3.

Artikel 10

Beraadslagingen

De Raad kan slechts geldig beraadslagen, alsde meerderheid van de leden aanwezig is.

Wanneer het quorum niet bereikt is om geldigover bepaalde punten van de agenda te beraadslagen, kan de voorzitter deze punten totde volgende vergadering verdagen. Deze vergadering kan hierover dan geldig beraadslagen ongeacht het aantal aanwezigen op dezevergadering. Dit zal op de uitnodiging uitdrukkelijk worden vermeld.

Artikel 11

De beslissingen, adviezen, aanbevelingen, verslagen en notulen van de Raad of van zijn organen worden vastgesteld bij meerderheid van deaanwezige leden, behoudens strijdige bepaling van dit reglement. De voorzitter neemt normaal niet deel aan de stemming, maar bij staking van stemmen is zijn stem beslissend. Bijafwezigheid van de voorzitter neemt de plaatsvervangend voorzitter wel deel aan de normalestemming. Bij staking van stemmen wordt danhet voorstel tot een volgende vergaderingverdaagd.

Artikel 12

De stemmingen geschieden bij handopsteken.Op verzoek van een lid kan tot de naamafroeping worden overgegaan. Indien er wordtgestemd over persoonskwesties, waar de betrokkene geen rechten kan doen gelden, is destemming evenwel geheim.

Elk lid dat zich op een zitting bij een stemmingonthoudt, kan na de stemming zijn onthoudingverklaren. Als een uitgebracht advies of aanbeveling niet unaniem goedgekeurd is, kan eenminderheidsnota worden bijgevoegd, als dezedoor ten minste drie leden ondertekend is.

49

Page 51: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Artikel 1 3

HOOFDSTUK V.

Notulen

en bij elke andere openbare en private instelling. Het secretariaat van de Raad, dat geleidwordt door de secretaris, staat onder het gezagvan de voorzitter. De voorzitter brengt bij deRaad verslag uit over zijn activiteiten.

Elke vergadering van de Raad of van een vanzijn organen wordtvastgesteld in de notulen. DeRaad kan voor sommige organen een afwijkingtoestaan.

Artikel 14

Als het om een vergadering van de Raad gaat,wordt de tekst van de notulen meegedeeld aande leden en de raadgevende leden van deRaad. Als het een vergadering van een orgaanvan de Raad betreft, wordt de tekst van de notulen meegedeeld aan de leden van het betrokken orgaan en aan de voorzitter van de Raad.

Artikel 15

De notulen worden pas definitief na goedkeuring.

Artikel 18

HOOFDSTUK VIII.

Organen van de Raad

Om de werkzaamheden van de Raad voor tebereiden en om bijzondere vraagstukken teonderzoeken worden permanente commissiesingesteld.

Artikel 1 9

De Raad kan ad hoc werkgroepen oprichten,wanneer hij dit nodig acht.

Artikel 20

De Raad bepaalt voor elke commissie en ad hocwerkgroep de wijze van samenstelling en steltde leden en de voorzitter aan.

Handtekeningen Artikel 2 1

Artikel 1 6

De voorzitter en de secretaris van de Raadondertekenen de beslissingen, adviezen, aanbevelingen, verslagen en notulen van de Raad.

HOOFDSTUK VII

De voorzitters van de permanente commissieszijn leden van de Raad. In principe maken tweeleden van de Raad altijd deel uit van de commissies en ad hoc werkgroepen. De leden en deraadgevende leden van de Raad kunnen steedsdeelnemen aan de vergaderingen van de commissies en ad hoc werkgroepen.

Artikel 22

Artikel 17

Voorzitterschap

De voorzitter zit de vergaderingen van de Raadvoor, neemt deel aan de beraadslagingen, ziettoe op de naleving van de organieke besluitenen van de reglementen van de Raad. Hij vertegenwoordigt de Raad bij de Vlaamse regering

Op voorstel van een lid of de voorzitter van eencommissie dan wel een ad hoc werkgroep, kande Raad ten allen tijde zowel leden van de betreffende commissie of ad hoc werkgroepschrappen, als bijkomende leden coöpteren.

HOOFDSTUK VI.

Page 52: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Artikel 23 HOOFDSTUK X.

De commissies en de ad hoc werkgroepen voeren hun werkzaamheden uit onder het toezichten de controle van de Raad.De Raad bepaalt hun opdrachten en bevoegdheden.

Artikel 24

De Raadsleden, de commissies en ad hoc werkgroepen treden niet naar buiten met adviezen,aanbevelingen, verslagen of publikaties.

Artikel 28

Bekendmaking

De Raad kan zijn beslissingen, adviezen enaanbevelingen openbaar maken tien dagennadat ze meegedeeld zijn aan de Vlaamse regering.

Artikel 25

HOOFDSTUK IX.

Dagelijks bestuur

De Raad stelt een dagelijks bestuur samenwaarin de voorzitter van de Raad en de voorzitters van de permanente commissies zitting hebben.De secretaris van de Raad staat het dagelijksbestuuur bij.

Artikel 26

Onder leiding van de voorzitter bereidt hetdagelijks bestuur de onderwerpen voor die aande Raad worden voorgelegd, en het ziet toe opde uitvoering van de beslissingen van de Raad.De Raad kan andere bevoegdheden aan hetdagelijks bestuur overdragen.

Artikel 27

Het dagelijks bestuur treedt niet zelf naar buitenmet adviezen, aanbevelingen, verslagen ofpublikaties.

Artikel 29

Plaatsvervanging

De leden en de raadgevende leden van de Raadkunnen zich niet laten vervangen voor de vergaderingen van de Raad.

Artikel 30

Bij afwezigheid of onbeschikbaarheid van devoorzitter wordt hij vervangen door het oudstebeschikbare lid van het dagelijks bestuur. Indeze hoedanigheid neemt dit lid alle bevoegdheden van de voorzitter over.

Artikel 3 1

§ 1. De leden van de commissies en ad hocwerkgroepen kunnen zich laten vervangen.

§ 2. Deze plaatsvervangingen dienen evenwelvooraf te worden meegedeeld aan de voorzittervan het betreffende orgaan De voorzitter vanhet betrokken orgaan kan in overleg met devoorzitter van de Raad een plaatsvervangerwraken.

§ 3. Bij afwezigheid of onbeschikbaarheid vande voorzitter van een commissie of ad hoc werkgroep, wijst de voorzitter van de Raad eenplaatsvervanger aan.

HOOFDSTUK Xl

51

Page 53: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Artikel 32

HOOFDSTUK Xli.

Raadpleging experts

De Raad kan op voorstel van de voorzitter of vanten minste twee leden deskundigen ad hoc uitnodigen om met raadgevende stem aan de Raaddeel te nemen.

Artikel 33

De commissies en ad hoc werkgroepen kunnenop verzoek van de Raad of op eigen initiatief enna goedkeuring door de Raad, deskundigen adhoc uitnodigen om met raadgevende stem aande werkzaamheden deel te nemen.

alle prestaties die nodig zijn voor het uitvoerenen het ondersteunen van de werkzaamhedenvan de Raad.

§ 2. De secretaris kan contractuele en financiëleverplichtingen aangaan voor zover het om bedragen gaat niet hoger dan vier procent (4%)van het totale bedrag van de jaarlijkse dotatie.

§ 3. De secretaris wordt aangeduid alsordonnateur van de rekening, waarop dedotatie wordt gestort en zal in overleg met devoorzitter, een administratief personeelslid vanhet VRWB-secretariaat aanduiden als rekenplichtige.

Artikel 34

HOOFDSTUK XIII.

Begroting

§ 1 .De Raad keurt, na vaststelling van de jaarlijkse dotatie van de Vlaamse Raad, de begroting goed voor zijn werking in het betrokkenjaar.

§ 2. Het dagelijks bestuur bereidt het begrotingsvoorstel voor.

Artikel 35

§ 1. Het dagelijks bestuur stelt de jaarrekeningop.

§ 2. De jaarrekening wordt ter goedkeuring aande Raad voorgelegd.

Artikel 35 bis

Artikel 36

Vergoedingen

De Raad bepaalt jaarlijks, binnen de perken vanzijn werkingsmiddelen, de vergoedingen voorde voorzitters en de leden van de commissies enad hoc werkgroepen.

De Raad kan bij de Vlaamse regering en deVlaamse Raad een delegatie onder leiding vande voorzitter afvaardigen voor contact omtrentbepaalde thema’s. De samenstelling hangt afvan het te bespreken onderwerp.

§ 1 . Binnen de perken van de dotatie toegekendaan de Raad ter uitvoering van het decreet,inzonderheid van artikel 13 van het decreet,mag de voorzitter in overleg met het dagelijksbestuur contracten afsluiten en financiële verbintenissen aangaan namens en voor de Raad voor

HOOFDSTUK XIV.

HOOFDSTUK XV.

Bijzondere bepalingen

Artikel 37

Page 54: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

HOOFDSTUK XVI.

Wijzigingen van het huishoudelijkreglement

Artikel 38

De Raad kan het huishoudelijk reglement wijzigen. De Raad kan niet beraadslagen over eenvoorstel tot wijziging van het huishoudelijk reglement, zo het niet op de agenda werd ingeschreven krachtens een beslissing van de Raadin een vroegere vergadering

De wijziging van het huishoudelijk reglement isslechts mogelijk bij goedkeuring door twee derden van de uitgebrachte stemmen en ondervoorbehoud van goedkeuring door de Vlaamseregering.

53

Page 55: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

BIJLAGE VI

Adviezen, aanbevelingen,commentaar, memoranda en

publicaties van 1986 tot 1995:

ADVIEZEN

— ADV-01 inzake de DIRV-commissies(28 mei 1986)

— ADV-02 inzake het voorontwerp van decreet houdende de oprichting vaneen Fonds tot Bevordering van hetIndustrieel Onderzoek in Vlaanderen(24 september 1 986)

— ADV-03 inzake wetenschappelijke anciënniteit verworven in wetenschappelijke instellingen(11 december 1986)

— ADV-04 inzake commentaar namens deVRWB op het voorlopig advies vande Raad voor de Nederlandse Taalen Letteren inzake wetenschappelijk onderzoek(4 maart 1 987)

— ADV-05 Het rapport betreffende oprichtingvan een onderzoekcentrum keramische materialen in Limburg(24mei 1988)

— ADV-06 betreffende een Vlaams Actieprogramma Biotecnolologie(4 oktober 1 988)

— ADV-07 betreffende de regionalisering encommunautarisering van hetwetenschapsbeleid(20 oktober 1988)

— ADV-08 betreffende de evaluatie enbeheerstructuur voor het VlaamsActieprogramma Biotechnologie(15 december 1988)

betreffende de opmaak, de inhouden de voorstelling van de BegrotingWetenschapsbeleid van deVlaamse Gemeenschap(18 januari 1989)

betreffende het voorstel tot oprichting van een instelling van openbaar nut: “Nationaal Centrum voorWetenschappelijke en Technischedocumentatie”.(13 april 1989)

— ADV-1 1 inzake de uitbouw van een centraleadministratieve structuur voor wetenschap en technologie(23 mei 1989)

— ADV-1 2 betreffende nieuwe universitaire ex-pan s ie(15 juni 1989)

— ADV-1 3 betreffende de behandeling van deEUREKA-dossiers(28 september 1 989)

— ADV-1 4 betreffende het beleid en debeleidsstructuur inzake het industrieel onderzoek in Vlaanderen(21 september 1 989)

— ADV-1 5 betreffende de organisatie van informatie en de bevordering van deVlaamse participatie inzake de Europese R&D-programma’s(16 november 1989)

— ADV-1 6 betreffende een geheroriënteerdVlaams Aktieprogramma Biotechnologie(6 december 1 989)

— ADV-1 7 betreffende het Nationaal Fondsvoor Wetenschappelijk Onderzoek(18 januari 1990)

- ADV-09

-ADV-10

De integrale teksten zijn op schriftelijke aanvraag te verkrijgen bij het VRWB-secretariaat.

Page 56: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

— ADV-1 8 betreffende het Vlaams Impuls-programma Milieutechnologie(29 januari 1 990)

— ADV-1 9 betreffende het Vlaams Horizontalebegrotingsprogramma Wetenschapsbeleid 1990(18 januari 1990)

— ADV-20 betreffende de sectoriële collectieve onderzoekscentra(21 mei 1990)

— ADV-2 1 betreffende het onderzoeksprogramma EUCLID(20juni1990)

— ADV-22 betreffende het voorontwerp vandecreet tot oprichting van hetVlaams Instituut voor de bevordering van het Wetenschappelijk-Technologisch Onderzoek in deIndustrie, het IWT(28 september 1990)

— ADV-23 betreffende het voorontwerp vandecreet houdende de oprichtingvan de Vlaamse Instelling voorTechnologisch Onderzoek, hetV1TO(1 2 oktober 1 990)

— ADV-24 betreffende de verder uitgewerktevoorstellen voor het Impulsprogramma Nieuwe Materialen(18 juni 1991)

ADV-25 inzake het ontwerp van decreet betreffende de universiteiten in deVlaamse gemeenschap en het ontwer van bijzonder decreet betreffenae de Universiteit Gent en hetUniversitair Centrum Antwerpen”(18 februari 1991)

— ADV-26 inzake het Horizontaal Begrotingsprogramma 1991(19september 1991)

— ADV-27 inzake het Vlaams lmpulsprogramma Energietechnologie(20 november 1991)

— ADV-28 omtrent de deelname van VlaamseResearchgroepen in de Europeseonderzoeksprogramma’s(12 december 1991)

betreffende het “Report of theTemporary International Consultative Committee on New Organisational Forms of Graduate Research Training”(26 maart 1992)

— ADV-30 betreffende het voorontwerp vandecreet tot oprichting van deVlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid en het voorontwerp van memorie van toelichting(1 oktober 1992)

— ADV-3 1 betreffende het voorstel tot verderzetting van de financiering van de“Emerging Technology Centers” inhet kader van het Vlaams Actieprogramma voor Biotechnologie(10 december 1992)

— ADV-32 inzake steun aanGemeenschappelijkeImpulsacties(10 december 1 992)

— ADV-33 inzake de Vlaamse HorizontaleBegrotingsprogramma’s Wetenschapsbeleid 1992-1 993(28 januari 1993)

— ADV-34 inzake de instelling van een VlaamsImpulsprogramma Natuurontwikkel ing(4 februari 1 993)

— ADV-35 inzake het convenant “VlaamseTextielmachine- en systeembouw”(10juni 1993)

- ADV-29

VlaamseIndustriële

Page 57: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

— ADV-36 inzake het ontwerp van besluit vande Vlaamse regering betreffendede financiering van de geconcerteerde onderzoeksacties en van despeciale fondsen voor onderzoek inde universiteiten van de VlaamseGemeenschap(24 februari 1994)

— ADV-43 betreffende de Vlaamse Horizontale Begrotingsprogramma’sWetenschapsbeleid 1994 en 1995(28 juni 1995)

AANBEVELINGEN

— ADV-37 betreffende de nieuwe regelingvoor de cofinanciering van deelname van Vlaamse universitaireonderzoeksploegen aan Europeseonderzoeksprogramma(22 maart 1994)

— ADV-38 betreffende het onderzoeksinitiatief rond ‘Spraak- en Taaltechnologie’ voor het Nederlands(22 maart 1 994)

- AANB-O1

- AANB-02

bij het St. Michielsakkoord: Politieke voorstellen tot vervolledigingvan de federale structuur: bevoegdheid wetenschapsbeleid.(29 oktober 1 992)

bij de studie “ De loopbaan vaneen wetenschappelijk onderzoeker”, uitgevoerd door de administratie voor de Programmatievan het Wetenschapsbeleid(26 oktober 1 992)

— ADV-39 inzake het ontwerpbesluit van deVlaamse regering tot regeling vande procedure van het beleidsgericht onderwijskundig wetenschappelijk onderzoek op initiatief vande Vlaamse minister bevoegd vooronderwijs(14juni 1994)

— ADV-40 betreffende de “TechnologienotaVlaanderen 2002”(30juni1994)

— ADV-41 inzake het ontwerp-besluit van deVlaamse regering betreffende detoekenningsvoorwaarden van dejaarlijkse toelagen van de VlaamseGemeenschap aan het NationaalFonds voor WetenschappelijkOnderzoek en de daarbij geassocieerde onderzoeksfondsen(8 september 1994)

— ADV-42 over de implicaties van “Nieuwediensten op kabel en/of telefoonlijnen” voor de Vlaamse Wetenschappelijke Wereld(28 juni 1995)

- AANB-03

- AANB-04

- AANB-05

- AANB-06

betreffende de Vlaamse deelnameaan ruimteonderzoek in het kadervan ESA(22 april 1993)

bij het voorontwerp van decreetbetreffende de hogescholen in deVlaamse Gemeenschap(28 oktober 1 993)

bij de beleidsbrief “Het Wetenschapsbeleid in Vlaanderen —

Beleidsbrief voor 1 995 neergelegd door de heer L. Van denBrande, minister-president van deVlaamse regering in de commissieOnderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid van de VlaamseRaad, Brussel, oktober 1994(28 juni 1995)

betreffende de Vlaamse deelnameaan Europese onderzoeksprogramma s(14 september 1995)

Page 58: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

— AANB-07 inzake het stimuleren van de cuituur— en gedragswetenschappennaar aanleidinq van de studie“Wetenschap a[ Cultuur”(14 september 1995)

— AANB-08 bij het IWT-rapport: Toekenningvan de specialisatiebeurzen voorhet academiejaar 1 994-1 995.(26 oktober 1995)

COMMENTAAR

—COM-Ol bij de oproep van de onderwijsministers aan de hoger onderwijs en onderzoeksinstellingen inde regio’s Bremen, Nederland,Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen en Vlaanderen betreffendede grensoverschrijdende samenwerking in het hoger onderwijs enhet wetenschappelijk onderzoek(7 december 1 995)

MEMORANDA

— MEM-O 1 van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB) aan de vernieuwde Vlaamse Raad.(20 december 1991)

— MEM-02 aan de nieuwe Vlaamse Regeringmet betrekking tot het Vlaams Wetenschapsbeleid(30 mei 1995)

Page 59: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

PUBLICATIES

Ir-

— Activiteitenverslag 1986-1988

Jaarverslag 1989

— “Een onderzoek naar de Vlaamse deelnameaan het Europese kaderprogramma , A.Adams ism C. Appels, G. Eggermont, E. Monard en J. Van de Vijvere, 22 april 1991

— Activiteitenverslag 1990-1991

— Advies inzake de Vlaamse HorizontaleBegrotingsprogramma’s Wetenschapbeleid1992 en 1993, 28 januari 1993

— Aanbeveling betreffende de Vlaamse deelname aan ruimteonderzoek in het kader vanESA, met analyserapport,22 april 1993

— Activiteitenverslag 1992-1993

— Wetenschap als Cultuur, Marc De Mey,Johan Braeckeman en Tom Claes, december1994

— Advies inzake de Vlaamse HorizontaleBegrotingsprogramma’s Wetenschapseleid1994-199528juni1995

Page 60: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

Bijlage VII

__

VRWB-secretariaat

Het \/RWB-secretariaat is belast met de inhoudelijke voorbereiding, de rapportering, devoortgangsbewaking en de coördinatie van deVRWB, zijn commissies en werkgroepen.

Het VRWB-secretariaat is ondergebracht in hetministerie van de Vlaamse Gemeenschap enwordt geleid door een secretaris onder het gezag van de voorzitter.

SAMENSTELLING

Stafleden:

• dr. Ir. Elisabeth MONARD, secretaris• dr. Danielle RASPOET, navorser• dr. Marie Claire VAN DE VELDE, adjunct

secretaris1

Administratieve ondersteuning:

• Carine BRACKENIER, administratief medewerker

• Greet DRIUEUX, adjunct van de directeur

Vanaf 1 mei 1995 met verlof voar stage.

59

Page 61: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

INHOUDVoorwoord 2

Voorgeschiedenis 4

Activiteiten 6

Adviezen 1 2

Aanbevelingen 25

Memoranda en Commentaren 32

Bijlage 1 Samenstelling van de Raad 36

Bijlage II : Samenstelling van de commissies 37

Bijlage III : Samenstelling van de ad hoc werkgroepen 40

Bijlage IV Decreet tot oprichting van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid 43

Bijlage V : Huishoudelijk reglement van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid 48

Bijlage VI : Lijst van de adviezen, aanbevelingen, memoranda, commentarenen publicaties in de periode 1986-1995 54

Bijlage VII : VRWB-secretariaat 59

COLOFON

1itavc san de \laanse Raad oor Vsetensehapshcleid14 Juni 1996

R. I),lleinans. S O( )r/ltter1.. \ h nard, seeretalis

VRWB-sccrctari aatB()nde\\ijnlaan 301000 BrusselFel: 02)507 5986Pax: (02)507 5794

Ontwerp en lay-out: R. Goossenstdeling ( ninnnicaI1e en ()nt\ angsiministerie san de \iaamse Gemeenschap

1)ruk: 1)rnkkerij 1.. Vanmelle ns., (eilt ‘Maiiakerke

1) 1996 6099 1

60

Page 62: .7/,,...wetenschaps- en technologiebeleid. Aan dewieg van VRWB stond een groep van experts-hoogleraren, die in 1 982 door de toen malige Vlaamse regering werden samengeroe pen. Om

4.