623 Nederlandse Bloedvoorziening Is Op Orde

2
kwaliteitsbeleid 114 5-2008 > zorg & financiering hulpverlening enerzijds en zwaardere hulpverle- ning anderzijds. Verder blijft goede signalering van kindermishandeling moeilijk en duurt het vaak lang voor daadwerkelijk passende hulp geboden wordt. Voor verkorting van de wachttij- den is het van belang dat hulpverleners alleen ‘na elkaar’ werken als het moet, maar bij voor- keur tegelijk. Er is echter vrijwel niets bekend over combinatie van hulpvormen. Daardoor is lang niet altijd duidelijk of de ene hulpverlener moet wachten op de andere. Een ander pro- bleem is de overdracht van informatie: zo werd tijdens het onderzoek gerapporteerd dat een kinderrechter papieren dossiers door het Bureau Jeugdzorg kreeg overgedragen, die vervolgens moesten worden overgetikt om ze elektronisch te kunnen archiveren. De overdracht tussen vol- wassenen-ggz en jeugd-ggz is ook onvoldoende. Deze is nodig omdat psychische problemen van ouders gevaren voor de opvoeding van het kind kunnen inhouden. Op dit punt gaat de minister voor Jeugd en Gezin in zijn reactie op het rap- port helaas niet in. Acute zorgverlening Vanaf de 112-meldkamer tot de afdeling spoed- eisende hulp in een ziekenhuis wordt in de acute zorgverlening effectief samengewerkt. De ur- gentie is vanzelfsprekend en organisaties zijn specifiek gericht op acute gezondheidszorg. De Algemene Rekenkamer signaleert wel mogelijk- heden tot verbetering. Het is voor mensen niet duidelijk of zij zich voor acute zorg moeten mel- den bij de huisarts of bij de afdeling spoedeisen- de hulp van een ziekenhuis. Hierdoor is er bij het ziekenhuis een onnodig grote toeloop van patiënten. Dit leidt tot vertraging en tot hogere kosten. Specialisten en huisartsen worden ver- schillend gefinancierd, waardoor samenwerking (integratie huisartsenpost in ziekenhuis) in financieel opzicht onvoordelig voor beide partij- en kan uitpakken. Om dit te doorbreken, is er in de wet ruimte gecreëerd voor experimenten. De minister van VWS zou hieraan meer bekendheid moeten geven. Een ander punt van discussie blijft de kwaliteit; sommige huisartsenposten en spoedeisendehulpafdelingen schieten tekort als het gaat om betrouwbaarheid en deskundig- heid. De Algemene Rekenkamer doet daarom de aanbeveling om de Inspectie voor de Gezond- heidszorg hier, na eerder onderzoek, nogmaals naar te laten kijken. De minister van VWS geeft in zijn reactie aan dat dit herhalingsonderzoek niet op korte termijn in de planning van de Inspectie voor de Gezondheidszorg opgenomen kan worden. Bron: Algemene Rekenkamer, 27 maart 2008< 623 nederlandse bloedvoorziening is op orde Het kwaliteits- en veiligheidsbeleid van de Nederlandse bloedvoorziening functioneert goed, en het door de donoren geleverde aanbod voldoet aan de vraag naar bloed en bloedpro- ducten in Nederlandse ziekenhuizen. Functioneren in de praktijk De Nederlandse bloedvoorziening voldoet hier- mee aan de doelen en uitgangspunten van de Wet inzake bloedvoorziening (Wibv), zo blijkt uit de tweede evaluatie van de wet die is uitge- voerd door het Nederlands instituut voor onder- zoek van de gezondheidszorg (Nivel) en de Universiteit van Amsterdam. Net als in de eerste evaluatie stond het functioneren van de Nederlandse bloedvoorziening in de praktijk centraal. Op dit moment verloopt de bloedvoor- ziening dus goed en veilig, wel dient Sanquin zich op de langere termijn voor te bereiden op het werven van nieuwe groepen trouwe donoren om de continuïteit te waarborgen.

Transcript of 623 Nederlandse Bloedvoorziening Is Op Orde

Page 1: 623 Nederlandse Bloedvoorziening Is Op Orde

kwaliteitsbeleid

114 5-2008 > zorg & financiering

hulpverlening enerzijds en zwaardere hulpverle-ning anderzijds. Verder blijft goede signaleringvan kindermishandeling moeilijk en duurt hetvaak lang voor daadwerkelijk passende hulpgeboden wordt. Voor verkorting van de wachttij-den is het van belang dat hulpverleners alleen‘na elkaar’ werken als het moet, maar bij voor-keur tegelijk. Er is echter vrijwel niets bekendover combinatie van hulpvormen. Daardoor islang niet altijd duidelijk of de ene hulpverlenermoet wachten op de andere. Een ander pro-bleem is de overdracht van informatie: zo werdtijdens het onderzoek gerapporteerd dat eenkinderrechter papieren dossiers door het BureauJeugdzorg kreeg overgedragen, die vervolgensmoesten worden overgetikt om ze elektronischte kunnen archiveren. De overdracht tussen vol-wassenen-ggz en jeugd-ggz is ook onvoldoende.Deze is nodig omdat psychische problemen vanouders gevaren voor de opvoeding van het kindkunnen inhouden. Op dit punt gaat de ministervoor Jeugd en Gezin in zijn reactie op het rap-port helaas niet in.

Acute zorgverlening

Vanaf de 112-meldkamer tot de afdeling spoed-eisende hulp in een ziekenhuis wordt in de acutezorgverlening effectief samengewerkt. De ur-

gentie is vanzelfsprekend en organisaties zijnspecifiek gericht op acute gezondheidszorg. DeAlgemene Rekenkamer signaleert wel mogelijk-heden tot verbetering. Het is voor mensen nietduidelijk of zij zich voor acute zorg moeten mel-den bij de huisarts of bij de afdeling spoedeisen-de hulp van een ziekenhuis. Hierdoor is er bijhet ziekenhuis een onnodig grote toeloop vanpatiënten. Dit leidt tot vertraging en tot hogerekosten. Specialisten en huisartsen worden ver-schillend gefinancierd, waardoor samenwerking(integratie huisartsenpost in ziekenhuis) infinancieel opzicht onvoordelig voor beide partij-en kan uitpakken. Om dit te doorbreken, is er inde wet ruimte gecreëerd voor experimenten. Deminister van VWS zou hieraan meer bekendheidmoeten geven. Een ander punt van discussieblijft de kwaliteit; sommige huisartsenposten enspoedeisendehulpafdelingen schieten tekort alshet gaat om betrouwbaarheid en deskundig-heid. De Algemene Rekenkamer doet daarom deaanbeveling om de Inspectie voor de Gezond-heidszorg hier, na eerder onderzoek, nogmaalsnaar te laten kijken. De minister van VWS geeftin zijn reactie aan dat dit herhalingsonderzoekniet op korte termijn in de planning van deInspectie voor de Gezondheidszorg opgenomenkan worden. Bron: Algemene Rekenkamer, 27 maart 2008<

623 nederlandse bloedvoorziening is op orde

Het kwaliteits- en veiligheidsbeleid van deNederlandse bloedvoorziening functioneertgoed, en het door de donoren geleverde aanbodvoldoet aan de vraag naar bloed en bloedpro-ducten in Nederlandse ziekenhuizen.

Functioneren in de praktijk

De Nederlandse bloedvoorziening voldoet hier-mee aan de doelen en uitgangspunten van deWet inzake bloedvoorziening (Wibv), zo blijktuit de tweede evaluatie van de wet die is uitge-

voerd door het Nederlands instituut voor onder-zoek van de gezondheidszorg (Nivel) en deUniversiteit van Amsterdam. Net als in de eersteevaluatie stond het functioneren van deNederlandse bloedvoorziening in de praktijkcentraal. Op dit moment verloopt de bloedvoor-ziening dus goed en veilig, wel dient Sanquinzich op de langere termijn voor te bereiden ophet werven van nieuwe groepen trouwe donorenom de continuïteit te waarborgen.

ZenF-0508 cyaan.qxd 9-5-2008 13:51 Pagina 114

Page 2: 623 Nederlandse Bloedvoorziening Is Op Orde

algemeen

115zorg & financiering > 5-2008

Betere relatie

Vergeleken met de eerste evaluatie van de Wibvis de relatie van Sanquin met de ziekenhuizen enVWS verbeterd. Verder hebben vrijwel alleNederlandse ziekenhuizen een kwaliteits- enveiligheidsbeleid voor het gebruik van bloed enbloedproducten. Al kan dit binnen veel instellin-gen nog wel (verder) worden verbeterd enondersteund.

Strenger dan Europese bloedrichtlijn

De evaluatie hield ook de verhouding van deWibv tot de Europese regelgeving tegen hetlicht: in het bijzonder Richtlijn 2002/98/EG, ookwel aangeduid als de Europese bloedrichtlijn.De Wibv is op een drietal punten strenger dande Europese bloedrichtlijn, volgens de onder-zoekers. Deze verschillen lijken echter goed teverdedigen en geven niet direct aanleiding tothet doorvoeren van veranderingen in de Neder-landse situatie.Bron: Nivel, 14 april 2008<

624 onderzoek naar effect van accreditering op de zorg

Het Universitair Medisch Centrum (UMC)St Radboud start binnenkort in samenwerkingmet het Nederlands Huisartsen Genootschap(NHG) en de NHG Praktijk Accreditering (NPA)een drie jaar durend evaluatieonderzoek naar deaccreditering van de huisartsenzorg bij hart- envaatziekten.

Het Nederlands Huisartsen Genootschap heeftde NHG-Praktijkaccreditering in 2005 geïntro-duceerd. Via dit systeem willen de huisartseninzicht bieden in de kwaliteit van huisartsen-zorg. Ook is het doel hiermee zowel medisch,organisatorisch als op het vlak van het patiën-tenoordeel, te streven naar voortdurende verbe-teringen. In het onderzoek wordt gekeken naar

het effect van deze accreditatie. Volgens de initi-atiefnemers gaat er veel tijd, energie en geld vanalle betrokkenen in zitten, maar is het onduide-lijk wat de effecten zijn. De onderzoekers hebben gekozen voor hart- envaatziekten, omdat veel huisartsen hiermee temaken krijgen en ze een van de belangrijkstedoodsoorzaken in Nederland zijn. Voor dezezorg heeft de beroepsgroep in 2005 nieuwe enduidelijke richtlijnen ontwikkeld en zijn scherpebehandeldoelen geformuleerd. Aan dit onder-zoek, dat drie jaar duurt, kunnen huisartsen-praktijken deelnemen die zich voor de eerstekeer of hernieuwd willen laten accrediteren.Bron: www.mednet.nl, 14 april 2008<

ZenF-0508 cyaan.qxd 9-5-2008 13:51 Pagina 115