596 Weigering Omacor In Gvs Geen Onmiskenbaar Onrechtmatig Besluit

1
stelsel 74 4-2005 > zorg & financiering ve uit van negatief bewijs). De te beantwoorden vraag volgens de systematiek van het Verstrek- kingenbesluit had volgens de rechtbank evenwel moeten zijn of is aangetoond dat die eigenschap zich wel voordoet bij de patiëntenpopulatie (positief bewijs). Op deze laatste vraag moet het antwoord ontkennend luiden, omdat weliswaar was aangetoond dat Levemir voor type-1-patiën- ten deze eigenschap vertoont, maar niet ook voor type-2-patiënten. De conclusie was dat de Minister onmiskenbaar ten onrechte voornemens is over te gaan tot clustering van Levemir met Lantus. Voldoende aannemelijk was geworden dat Aventis wel degelijk schade dreigt te leiden indien de Minister zijn voornemen tot clustering ten uit- voer zal brengen. Daarbij werd in aanmerking genomen dat door plaatsing van Levemir met Lantus in één cluster Aventis er een concurrent bij krijgt, hetgeen kan leiden tot omzetverlies aan de zijde van Aventis. Bron: RZA 2005, 61< De Rechtbank ’s-Gravenhage wees op 31 de- cember 2004, onder nummer KG 04/1314, von- nis in een geschil tussen de fabrikant van het geneesmiddel Omacor en de Staat der Nederlanden. De rechtbank overwoog dat voorshands niet was gebleken van een absolute onmogelijkheid voor een aanmerkelijk gedeelte van de patiënten om wie het ging de omega-3 vetzuren in voldoende mate via voeding tot zich nemen. Het tegendeel is eerder het geval. De rechtbank meende dat niet op voorhand valt in te zien dat de Minister niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten over- eenkomstig het advies van de Commissie Farmaceutische Hulp (CFH), opneming van Omacor in het Geneesmiddelenvergoedings- systeem (GVS) te weigeren, zodat geen sprake is van een onmiskenbaar onrechtmatig besluit. Bron: RZA 2005, 62< 596 weigering omacor in gvs geen onmiskenbaar onrechtmatig besluit De Rechtbank Leeuwarden wees op 11 februari 2005, onder nummer 68423/KG ZA 05-0032, vonnis in een geschil tussen een apotheker en een ziekenfonds over de onderhandelingen over een medewerkersovereenkomst. De apotheker vorderde een veroordeling van het ziekenfonds tot ondertekening van een overeen- komst met daarin een door de apotheker voor- gestaan addendum, subsidiair een veroordeling om verder te onderhandelen en meer subsidiair tot handhaving van een eerder aan de apotheker gedaan aanbod voor een overeenkomst, dan wel het aanbieden van een nieuwe overeenkomst. De rechtbank overwoog dat uit de omstandig- heden bleek dat partijen geen overeenstemming hadden over de te stellen voorwaarden bij een (gedeeltelijke) overdracht van de apotheek. Het ziekenfonds stelde zich op het standpunt dat bij een overdracht van de apotheek een nieuw contract zou worden aanbesteed. Aan de ‘Notitie uitgangspunten contractering farmacie 2004’ kon niet de door de apotheker voorgestane bete- kenis worden toegekend, omdat deze notitie hooguit was bedoeld als richtinggevend om tot overeenstemming te komen. Op de apotheker rustte de bewijslast dat overeenstemming was bereikt, ondanks de gemotiveerde beslissing van 597 geen overeenstemming ziekenfonds met apotheker over bepaling inzake de overdracht van de apotheek

Transcript of 596 Weigering Omacor In Gvs Geen Onmiskenbaar Onrechtmatig Besluit

Page 1: 596 Weigering Omacor In Gvs Geen Onmiskenbaar Onrechtmatig Besluit

stelsel

74 4-2005 > zorg & financiering

ve uit van negatief bewijs). De te beantwoordenvraag volgens de systematiek van het Verstrek-kingenbesluit had volgens de rechtbank evenwelmoeten zijn of is aangetoond dat die eigenschapzich wel voordoet bij de patiëntenpopulatie(positief bewijs). Op deze laatste vraag moet hetantwoord ontkennend luiden, omdat weliswaarwas aangetoond dat Levemir voor type-1-patiën-ten deze eigenschap vertoont, maar niet ookvoor type-2-patiënten. De conclusie was dat de Minister onmiskenbaar

ten onrechte voornemens is over te gaan totclustering van Levemir met Lantus. Voldoendeaannemelijk was geworden dat Aventis weldegelijk schade dreigt te leiden indien deMinister zijn voornemen tot clustering ten uit-voer zal brengen. Daarbij werd in aanmerkinggenomen dat door plaatsing van Levemir metLantus in één cluster Aventis er een concurrentbij krijgt, hetgeen kan leiden tot omzetverliesaan de zijde van Aventis.Bron: RZA 2005, 61<

De Rechtbank ’s-Gravenhage wees op 31 de-cember 2004, onder nummer KG 04/1314, von-nis in een geschil tussen de fabrikant van hetgeneesmiddel Omacor en de Staat derNederlanden.

De rechtbank overwoog dat voorshands niet wasgebleken van een absolute onmogelijkheid vooreen aanmerkelijk gedeelte van de patiënten omwie het ging de omega-3 vetzuren in voldoende

mate via voeding tot zich nemen. Het tegendeelis eerder het geval. De rechtbank meende datniet op voorhand valt in te zien dat de Ministerniet in redelijkheid heeft kunnen besluiten over-eenkomstig het advies van de CommissieFarmaceutische Hulp (CFH), opneming vanOmacor in het Geneesmiddelenvergoedings-systeem (GVS) te weigeren, zodat geen sprake isvan een onmiskenbaar onrechtmatig besluit.Bron: RZA 2005, 62<

596 weigering omacor in gvs geen onmiskenbaar onrechtmatigbesluit

De Rechtbank Leeuwarden wees op 11 februari2005, onder nummer 68423/KG ZA 05-0032,vonnis in een geschil tussen een apotheker eneen ziekenfonds over de onderhandelingen overeen medewerkersovereenkomst.

De apotheker vorderde een veroordeling van hetziekenfonds tot ondertekening van een overeen-komst met daarin een door de apotheker voor-gestaan addendum, subsidiair een veroordelingom verder te onderhandelen en meer subsidiairtot handhaving van een eerder aan de apothekergedaan aanbod voor een overeenkomst, dan welhet aanbieden van een nieuwe overeenkomst.

De rechtbank overwoog dat uit de omstandig-heden bleek dat partijen geen overeenstemminghadden over de te stellen voorwaarden bij een(gedeeltelijke) overdracht van de apotheek. Hetziekenfonds stelde zich op het standpunt datbij een overdracht van de apotheek een nieuwcontract zou worden aanbesteed. Aan de ‘Notitieuitgangspunten contractering farmacie 2004’kon niet de door de apotheker voorgestane bete-kenis worden toegekend, omdat deze notitiehooguit was bedoeld als richtinggevend om totovereenstemming te komen. Op de apothekerrustte de bewijslast dat overeenstemming wasbereikt, ondanks de gemotiveerde beslissing van

597 geen overeenstemming ziekenfonds met apotheker over bepaling inzake de overdracht van de apotheek

ZenF-0405-cyaan.qxd 25-5-2005 14:07 Pagina 74