57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

18
5 Leerwerkboek onlinelesmateriaal inclusief Kevin Breyne Chris De Commer Elke Stasseyns Marloes Van Damme Ann Vandemaele Rudi Wuyts 3/4 u

Transcript of 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

Page 1: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

5

Leerwerkboek

onlinelesmateriaalinclusief

Kevin Breyne

Chris De Commer

Elke Stasseyns

Marloes Van Damme

Ann Vandemaele

Rudi Wuyts

3/4 u

Page 2: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

2

Aan de slag met

Hoe begin ik aan een les?

Je vindt de uitgebreide inhoudsopgave van dit leerwerkboek op blz. 4-8.

Het leerwerkboek bestaat uit zes blokken met in totaal dertig lessen. Bij het begin van elke les vind je een

overzicht van de verschillende lesonderdelen.

Welke lezer ben jij?LES 1

1 Speeddaten: leer je klasgenoten beter kennen

2 Een mindmap maken

3 Test je literaire competentie

4 Leesautobiografi e

Je weg vinden in de chaos van sites is niet zo eenvoudig, maar wie de juiste zoekwoorden

intikt, geraakt sneller op zijn bestemming. Kun je de tips aanvullen?

Tip 1 (bij vraag 1 en 9)

De meest betrouwbare info over een persoon vind je natuurlijk op de site die die persoon over

zichzelf maakt, maar je vindt er niet altijd gemakkelijk je weg. In plaats van onmiddellijk naar

de site te surfen waar je de info vermoedelijk zal vinden, geraak je met de juiste combinatie

van zoektermen vaak sneller waar je moet zijn. Als je zeker bent dat iets op een bepaalde

site te vinden is en je kent de exacte URL, dan kun je in het zoekvenster van Google intikken

Word een expert op het vlak van spreken, zakelijk lezen en schrijven, kijken/luisteren, taalbeschouwing,

literatuur en creatief schrijven! Tips en oranje vastgespijkerd-kaders met kennis helpen je op weg.

tip In Les 3 De vele gezichten van de literatuur hoor je 3 BV’s hun lievelingsboek voorstellen.

Zij vertellen waarom zij dat boek bijzonder vinden. Misschien inspireren hun verhalen jou om je

leesautobiografi e nog interessanter te maken?

Icoontjes leiden je naar een opdracht waar je de pc voor nodig hebt of waar een PowerPointvoorstelling

bijhoort

. Je vindt alle nodige informatie op www.knooppunt.net.

Bij elk blok hoort ook een Tussenspel rond een bepaald thema.

In de bijlagen achteraan in je leerwerkboek vind je ten slotte extra informatie over verschillende

taalonderdelen:

1 Spellinggids

2 Leesportfolio

3 Poëzieprikbord

4 Compendium literatuurstudie

Page 3: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

3

Hoe leg ik dat uit?

In de woordkoorden vind je uitleg bij allerlei moeilijke woorden.

Een vergelijking zonder de tussenstap met ‘als’ of ‘lijken op’ is een metafoor.

Woordenbad 1

Je hebt woorden nodig om te kunnen redeneren, argumenteren, begrijpen. Zonder woorden kun je niet denken. Nieuwe woorden leren houdt nooit op. Als middelbare scholier leer je gemiddeld 3 000 woorden per jaar bij. In deze les herhaal je de woorden die je pad kruisten tijdens de voorbije lessen Nederlands. Je verrijkt je woordenschat vertrekkend vanuit de woorden die je al hebt geleerd.

tril

og

ie

esse

ntie

el

intr

iger

end

debuut

syno

niem

In de Taaltelefoon herhaal je de

spellingregels. Je vertrekt daarbij

telkens vanuit een dictee.

Hoe evalueer ik mezelf en mijn medeleerlingen?

Bij spreek- en schrijfopdrachten hoort

een uitneembaar evaluatieblad. Voor

je aan de slag gaat, kijk je na aan welke

evaluatiecriteria je opdracht zal moeten

voldoen. Bij het evalueren van je

medeleerlingen ga je gestructureerd

te werk.

Na de eerste vijf blokken sleutel

je aan je taalvaardigheid.

In de rubriek Woordenbad

herhaal je de woorden die je pad

kruisten tijdens de voorgaande

lessen. Je verrijkt je woordenschat

en vertrekt daarbij vanuit de

woorden die je al hebt geleerd.

Je maakt ook opdrachten over het

juiste taalgebruik.

Taaltelefoon 1

Vluchtweg

Tijdens mijn laatste reis naar het werd ik van de illusie dat

alles steeds verloopt op luchthavens. Wat was er .

Terwijl ik in – vroeger de luchthaven gewoon

– op mijn vlucht, ik me nog snel

naar de . Ik nam mijn favoriete krant uit de rekken en liep naar de kassa, waar een

foto hing die vermoedelijk een kersvers fotomodel .

Zelfevaluatie

Vorm van het werk – hoe ziet de leesautobiografi e eruit?

Zet een kruisje in de kolom als je werk aan de eisen voldoet.

1e versie 2de versie

Mijn uitgeprinte tekst is een bladzijde.

Mijn tekst is een doorlopende tekst.

Ik heb mijn top drie in een apart tekstvak

geschreven.

Ik heb rekening gehouden met de

evaluatiecriteria.

EVALUATIE OPDRACHT 5

Page 4: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

4

Blz. Les Taalonderdeel Wat leer je? Wat oefen je?

B LO K 1

9 1 Welke lezer ben jij?

Spreken

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Kijken / luisteren

Literatuur

Speeddaten

Eigen lezersprofi el

Mindmap

Eigen lezersprofi el

Leesautobiografi e

Klasgenoten

Korte spreekoefening

Bepaling lezersprofi el

19 2 Info verzamelen op het

internet

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Taalbeschouwing

Zoekend lezen: antwoord op concrete vragen zoeken

op het internet

Tips voor het intikken van zoektermen bij Google

Parafraseren

Synoniemen van abstracte woorden als oorzaak,

kenmerk, werkwijze …

25 3 De vele gezichten van de

literatuur

Kijken / luisteren

Literatuur

Luisteren naar informatieve en diverterende teksten

Algemene kennismaking

Het literaire bedrijf

36 4 Poëzie: het mooiste beeldLiteratuur Poëzie: vorm + stijlfi guren (klanknabootsing,

vergelijking en metafoor)

40 5 De kunst van het

presenteren

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Beoordelend luisteren naar PowerPointpresentaties

Non-verbale communicatie

Theorie over de PowerPointpresentatie

Verbale en non-verbale communicatie

53 Woordenbad 1 TaalbeschouwingWoordenschat: semantiseren, consolideren en

controleren + strategieën

55 Taaltelefoon 1 Taalbeschouwing Spelling: strategieën

57 Tussenspel 1: Instructietaal

Spreken

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Creatief schrijven

Instructies geven (origami)

Tekst over sms-taal

Instructies lezen en uitvoeren (gezelschapsspel,

wegbeschrijving)

Instructies geven (to do-lijstje, wegbeschrijving via

mail)

Instructies beluisteren en parafraseren

(Hoe doe je dat? Reistips)

Bindwoorden, verwijswoorden, werkwoordspelling,

schooltaalwoorden

Een horoscoop schrijven

B LO K 2

75 6 Karel ende Elegast

Kijken / luisteren

Literatuur

Kern van het verhaal noteren

Karel ende Elegast: ridderroman

De middeleeuwen

Leeservaring: creatieve opdracht (verfi lming)

80 7 Herhaling vaste structuren

Spreken

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Maatregel-, evaluatie- of probleemstructuur

Hoofdvragen van maatregel-, evaluatie-, probleem- en

evolutiestructuur ordenen

Zakelijke brief met maatregelstructuur (actie tegen

wegwerpverpakkingen)

Artikel voor schoolblad

Structurerend luisteren/kijken: informatieve teksten,

persuasieve teksten

Maatregel-, evaluatie- of probleemstructuur

Publiekgericht schrijven

Page 5: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

5

Blz. Les Taalonderdeel Wat leer je? Wat oefen je?

91 8 Google kritisch bekeken

Zakelijk lezen

Kijken / luisteren

Hypertekst

Informatieve tekst

Reportage structurerend en kritisch bekijken

96 9 Koning Arthur en de

ridders van de ronde tafel

Spreken

Kijken / luisteren

Literatuur

Stukje verhaal vertellen

Samenvatting verhaal

De middeleeuwen

Terugkerende verhaalstructuren + ridderroman

Walewein

104 10 Zakelijke communicatie

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Taalbeschouwing

Doel, doelgroep … bepalen van een zakelijke brief

Zakelijke brief (brief aan ouders over scoutskamp /

spaarrekening )

Het communicatiemodel

Taalregisters

Enkelvoudige en samengestelde zin

111 11 Het kortverhaal

Literatuur Tijd, ruimte … afl eiden uit beginfragmenten van fi lms

Voorspellend lezen: plot, chronologisch of

niet, verhaalbegin en -einde, vertelstandpunt

Kortverhaal De smaak van leven - Sara Paretsky

120 Woordenbad 2 TaalbeschouwingWoordenschat: semantiseren, consolideren en

controleren + strategieën

123 Taaltelefoon 2 Taalbeschouwing Spelling: strategieën

127 Tussenspel 2: Schrijfstrategieën

Zakelijk schrijven

Creatief schrijven

Tekstopbouw activerende teksten

Schrijfstrategieën

F1: spreekballonnen

F2: slogans

F3: bijschriften

F4: reclameteksten

B LO K 3

137 12 Poëzie: het sonnet

Zakelijk lezen

Literatuur

Informatieve tekst: lemma

Poëzie : het sonnet

W. Shakespeare, J. Kal, H. Matthysen

144 13 De onderzoeksstructuur

Spreken

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Bizar experiment presenteren

Krantenartikel

Structurerend lezen

Populairwetenschappelijke tekst

Begrippen omschrijven (defi nities)

Structurerend luisteren: reclametest in VoltBeoordelend luisteren (medeleerling presenteert bizar

experiment)

Onderzoeksstructuur

153 14 Zoekresultaten beoordelen

Zakelijk lezen

Taalbeschouwing

Webquest over zoekresultaten + zelf op internet

zoeken

Woordenschat:

woordbetekenis + bronnen beoordelen

162 15 Romantiek en realisme

Kijken / luisteren

Literatuur

Kenmerken van de romantische komedie

Stijlkenmerken romantiek en realisme, sociale en

historische achtergrond, Oorlogsdagboek -

V. Loveling en Het verkoolde alfabet - P. De Wispelaere

November - H. De Coninck

179 16 Weg met het woordenboek

Zakelijk lezen

Taalbeschouwing

Informatieve (wetenschappelijke) tekst

Inzicht in taalgebruik, semantiek (relaties tussen

associaties), mentaal lexicon ( zelf uitbouwen),

woordvorming en woordleerstrategieën

Page 6: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

6

Blz. Les Taalonderdeel Wat leer je? Wat oefen je?

188 Woordenbad 3 TaalbeschouwingWoordenschat: semantiseren, consolideren en

controleren + strategieën

191 Taaltelefoon 3 Taalbeschouwing Spelling: strategieën

194 Tussenspel 3: Valentijn

Spreken

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Creatief schrijven

Versierzinnen

Tijdschriftartikels

Wist je dat?-weetjes

Lezersbrief

Liefdesweetjes

Gevoelswaarde van woorden

Zeg het met bloemen

B LO K 4

205 17 Argumenteren

Spreken

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Zelf stellingen en argumenten formuleren

Activerende boodschap (PETA) lezen

Forumreacties beoordelend lezen

Betoog over pedagogische tik

Krantenartikel, lezersbrief en column over eenarmige

presentatrice

Inleiding van een debat: stelling herkennen

Debat in Jongeren Lagerhuis: argumenten herkennen

Feit - mening - stelling - argument

Soorten argumenten

217 18 Bouwstenen van een

verhaal

Creatief schrijven

Literatuur

Vervolg schrijven op een verhaalbegin

Hoelah - C. Nooteboom

Vrienden - P. Aspe

Verhaaltheorie: plot, tijd, ruimte, verhaalbegin en

-einde, personages, vertelstandpunt

231 19 Argumentatie kritisch

beoordelen

Zakelijk lezen

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Zoekend lezen in korte zakelijke teksten: hoe ontstaan

hypes?

Schrijvers in praatprogramma’s

Beoordelend luisteren: debat in Jongeren Lagerhuis

Foute argumentatie

236 20 Hypes en bestsellers

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Literatuur

Doel, doelgroep … bepalen van een zakelijke brief

Zakelijke brief (brief aan ouders over scoutskamp /

spaarrekening )

Bestsellers en/of gehypete boeken

Genietend lezen: Mannen die vrouwen haten - S. Larsson

en Komt een vrouw bij de dokter - Kluun

244 21 Poëzie: spinnen, sterren en

synestheten

Literatuur Stijlfi guren: personifi catie, synesthesie, symbool

248 Woordenbad 4 TaalbeschouwingWoordenschat: semantiseren, consolideren en

controleren + strategieën

253 Taaltelefoon 4 Taalbeschouwing Spelling: strategieën

256 Tussenspel 4: Voornamen

Spreken

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Creatief schrijven

PowerPointpresentatie over eigen voornaam

Tijdschrift- en krantenartikels

Lezersbrief

Geschiedenis van voornamen

Woordenschat: uitbreiding

Betekenis uitdrukkingen

Productnamen

Bezitsvorm

De winterreis - A. Nothomb

Page 7: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

7

Blz. Les Taalonderdeel Wat leer je? Wat oefen je?

B LO K 5

273 22 Citeren en parafraseren

met juiste bronvermelding

Zakelijk schrijven Citeren

Parafraseren

Bronvermelding

283 23 Interview

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Kijken / luisteren

Interview (informatieve, diverterende tekst)

Interview met klasgenoot uitschrijven voor het

schoolblad

Beoordelend luisteren naar interviewfragmenten

Soorten interviewvragen

291 24 Jongens en meisjes …

een wereld apart?

Spreken

Taalbeschouwing

Literatuur

Info uitwisselen

Rolpatronen in woorden en beroepsnamen

Column Kleine dagen - B. Dewulf

298 25 Taal leeft!

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Taalbeschouwing

Krantenartikels over taalevolutie

Gedocumenteerde tekst schrijven over taalverandering

Taalverandering

304 26 Het ding moet toch een

naam hebben …

Taalbeschouwing Verkennen van woordbetekenis m.b.t. naamgeving

(herkennen, benoemen, bespreken)

311 Woordenbad 5 TaalbeschouwingWoordenschat: semantiseren, consolideren en

controleren + strategieën

318 Taaltelefoon 5 Taalbeschouwing Spelling: strategieën

320

Tussenspel 5: Godverdomse

dagen op een godverdomse

bol

Zakelijk lezen

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Creatief schrijven

Literatuur

Zoekend lezen: hyperteksten

Informatieve tekst: lemma encyclopedie

Structurerend en beoordelend luisteren

Informatieve diverterende tekst

Gevoelswaarde + strategieën woordenschat

Stijlimitatie - prozatekst

Het literaire bedrijf

Tekstervarend en teksbestuderend lezen: modern

proza

B LO K 6

335 27 Theater … een wereld van

verschil

Spreken

Zakelijk lezen

Taalbeschouwing

Literatuur

Standpunt uiteenzetten en motiveren

Persuasieve tekst: recensie

Woordleerstrategieën en register, non-verbale

elementen

Kai Hänzel - Het gevecht van De Vocht (Laika):

theatertekentaal , handeling en dialoog

243 28 Zakelijk lezen Zakelijk lezen Formulieren / administratieve teksten

361 29 Paul Van Ostaijen

Zakelijk lezen

Literatuur

Wetenschappelijke tekst

Poëzie: expressionisme

Tekstervarend en tekstbestuderend lezen

368 30 Debatteren

Spreken

Zakelijk lezen

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Debatteren

Argumenteren

Beïnvloedende teksten

Debat door klasgenoten

Conventies van debat en discussie

Argumentatie

Probleemstructuur

Page 8: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

8

Blz. Les Taalonderdeel Wat leer je? Wat oefen je?

377 Tussenspel 6: Reclame

Spreken

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Kijken / luisteren

Taalbeschouwing

Reclamespot

Debat over reclame

Krantenartikels

Klachtenbrief

Volt: reclametest

Oorworm

Reclamespot

(Engelse) werkwoorden

Gepaste schrijfstijl

Slogans

B I J L AG E N

395 1 Spellinggids

423 2 Leesportfolio

430 3 Poëzieprikbord

437 4 Compendium literatuurstudie

Page 9: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

9Les 1 - Welke lezer ben jij?

Welke lezer ben jij?LES 1

1 Speeddaten: leer je klasgenoten beter kennen

2 Een mindmap maken

3 Test je literaire competentie

4 Leesautobiografi e

1 Speeddaten: leer je klasgenoten beter kennen

Je krijgt een kaartje met een vraag i.v.m. lezen. Je stelt die vraag aan een aantal leerlingen in de klas om

elkaar beter te leren kennen als lezer.

2 Een mindmap maken

Maak een mindmap over jezelf als lezer. Je vindt een voorbeeld op de volgende bladzijde. Gebruik die als

basis voor een spreekopdracht waarin je jezelf als lezer aan je klasgenoten voorstelt.

Je begint je mindmap met jezelf sterren te geven:

* Zelfs de boeken die ik voor school moet lezen, lees ik niet uit.

** Ik lees enkel de boeken die ik verplicht voor school moet lezen.

*** Ik lees wel eens een boek uit eigen beweging.

**** Ik verslind boeken, ik ben een echte boekenwurm.

Je speeddate-antwoorden leveren inspiratie.

Vul tijdens de spreekoefening de onderstaande tabel aan.

Je noteert de namen van klasgenoten die hetzelfde type lezer zijn als jij en de kenmerken die jullie

gemeenschappelijk hebben.

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Leerling Gemeenschappelijk

Page 10: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

10 Les 1 - Welke lezer ben jij?

volw

ass

en

en

jeu

gd

lee

slijs

t

op

ko

t

Jess

ica

Bla

nd

y

zold

er

exa

me

ns

Fatb

oy

/ tr

ein

p

laa

t m

et

6 s

pro

okj

es

tie

ne

r

TOP

3

VRO

EGER

NU

ik a

ls L

EZ

ER

���

‘s m

org

en

s /

‘s a

von

ds

Ro

od

kap

je

alle

en

+ s

til

1 /

we

ek

kop

en

+ le

ne

n

aa

n/v

an

vri

en

de

n

bib

om

sta

nd

igh

ed

en

Jom

me

ke

Su

ske

en

Wis

ke

Ku

ifj e

Tin

y

kin

d

TOP

-bo

eke

n (

LB N

ed

)

stu

de

nt

1 ‘

jij, j

ij e

n ji

j’ (P

er

Nils

son

)

2 ‘

De

17

de

zo

me

r v

an

Ma

uri

ce H

am

ste

r’

(

Lau

re V

an

de

n B

roe

ck)

3 ‘

Ee

n jo

ng

en

’ (S

on

ya H

art

ne

tt)

1 ‘

De

he

laa

she

id d

er

din

ge

n’ (

Dim

itri

Ve

rhu

lst)

2 ‘

De

bu

ite

nv

rou

w’ (

Joo

st Z

wa

ge

rma

n)

3 ‘

He

t h

uis

va

n d

e m

osk

ee

’ (K

ad

er

Ab

do

lah

)

volw

ass

en

en

me

t h

oe

k a

f

+ k

ind

ere

n

WE

L

thri

llers

, sp

ion

ag

e,

fam

ilie

, ko

rtve

rha

len

volw

.+

ad

ole

sce

nte

nlit

.

trie

st

op

en

ein

de

Hu

mo

De

Mo

rge

n

NIE

T

sf, f

an

tasy

Pie

ter

Asp

e

wa

t?

Page 11: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

11Les 1 - Welke lezer ben jij?

3 Test je literaire competentie

Om te achterhalen welk soort lezer jij bent, vul je de onderstaande test in. Kruis bij

elk rubriekje de zinnen aan die het best bij jouw leesgedrag passen. Je mag meer

dan één zin aanduiden.

Ik vind een boek goed …

als het niet te veel pagina’s telt. S

als het spannend is. B

als het realistisch en geloofwaardig is. T

als ik er iets kan uit leren (voor mezelf). I

als ik de samenhang en/of structuur in het boek heb ontdekt. A

als ik overdonderd word door de literaire taal.

(= als ik vind dat de auteur een buitengewoon mooie taal heeft gebruikt)L

Deze uitspraak past bij mij:

Ik lees omdat ik moet voor school, maar eigenlijk interesseert lezen me heel

weinig.S

Ik lees niet graag boeken met veel ‘lege plekken’ en/of een open einde. Ik denk

niet graag na over wat ik heb gelezen.B

Tijdens het lezen probeer ik het verhaal zo goed mogelijk te begrijpen. T

Tijdens het lezen probeer ik me met een personage te identifi ceren. I

Tijdens het lezen probeer ik de gebeurtenissen, handelingen en reacties van de

personages zo veel mogelijk te interpreteren.A

Tijdens het lezen heb ik aandacht voor de verteltechniek. A

Ik zie een boek als onderdeel van een cultuur of een literaire stroming

en probeer het ook binnen dat kader te begrijpen.L

Deze zinnen zouden uit MIJN (mondelinge of schriftelijke)

boekverslagen kunnen komen:

Het boek was gemakkelijk te lezen en gelukkig snel uit. S

Ik heb het boek jankend uitgelezen. B

Ik ging helemaal op in het verhaal. B

Het viel tegen, want ik lees niet graag historische boeken. B

Het boek was saai, omdat het hoofdpersonage er een heel boek over deed om

achter de waarheid van die avond te komen.B

Ik vond het mooi, omdat het over problemen op school gaat. T

Ik hou van het boek, want nu weet ik wat de moeder van een verslaafde

meemaakt.T

Het boek geeft je een idee van hoe jongens van die leeftijd soms denken. I

Ik kan me wel voorstellen dat jonge mensen in de oorlog de verkeerde keuzes

maakten.I

Alles in het boek hangt met elkaar samen. A

Door die verschillende verhaallijnen kon je het verhaal van verschillende kanten

bekijken.A

Van Mulisch weet ik dat je op alles moet letten. Het zit zo slim doordacht in elkaar;

wat een geweldige schrijver!L

Opdracht 4

Page 12: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

12 Les 1 - Welke lezer ben jij?

Wat interesseert jou in een boek?

Ik lees niet graag. S

Ik lees alleen graag boeken over gebeurtenissen en avonturen.

De nadruk moet liggen op het verhaal, niet op de hoofdpersonages.B

Ik lees graag boeken met hoofdpersonages van mijn eigen leeftijd. T

De hoofdpersonages hoeven niet noodzakelijk van mijn eigen leeftijd te zijn.

Ik probeer tijdens het lezen de handelingen en reacties van elk personage te

begrijpen vanuit zijn eigen leefwereld.

I

Ik vind het leuk als ik in een verhaal ook verschillende (kruisende) verhaallijnen

en terugkerende elementen vind.A

Ik ga in een boek ook op zoek naar diepere betekenislagen en symboliek. Een

tragisch liefdesverhaal kan symbool staan voor de ondergang van de wereld

waarin we leven.

L

Ik probeer een boek ook te begrijpen in zijn ‘tijd’. Waarom heeft de auteur dit

boek geschreven? In welk opzicht merk je de invloed van de tijd en/of de

maatschappij waarin hij/zij leeft/leefde?

L

Kijk na het invullen welke letter per ru-

briek bij de ‘laagst aangekruiste’ zin staat.

Die letter zegt je iets over je literaire

competentie.

Je scoorde vooral S (schools).Je hebt geen belangstelling voor lezen en

voelt weerzin als je een boekenopdracht

krijgt. Je kiest voor een boekenopdracht

meestal het dunste boek in de bib.

Je scoorde vooral B (belevend).

Je leest vooral spannende boeken en laat

je meeslepen door de gebeurtenissen.

Je bent niet het type dat stilstaat en na-

denkt over wat je hebt gelezen.

Je scoorde vooral T (toetsend).

Jij hebt niet alleen belangstelling voor de

inhoud van het verhaal, maar je zoekt in

een boek ook naar herkenning. Je leest

graag verhalen over personages (van

jouw leeftijd) die zich in herkenbare

situaties bevinden. Je scoorde vooral I (identifi cerend).

Jij kunt je in (bijna) om het even welk soort

verhaal inleven. In elk personage (jong

of oud) probeer je iets te vinden dat je

begrijpt. Je bent vooral geïnteresseerd in

het gevoelsleven van de personages en

probeert hun reacties en handelingen te

verklaren, zelfs al zou jij hun problemen

helemaal anders aanpakken.

Je scoorde vooral A (analyserend).

Je zoekt achter het verhaal verschillende

interpretaties en praat daar graag over

met andere lezers. Je let op de vertel-

techniek en je vindt het leuk als het

verhaal qua structuur niet gewoon van

A tot Z loopt. Je vindt het uitdagend de

structuur en/of samenhang in het verhaal

te ontdekken.

Je scoorde vooral L (literair).Niet alleen het verhaal en de personages

interesseren je. Je bent op zoek naar de

verschillende betekenislagen. Je hebt oog

voor het ongewone (literaire) taalgebruik

van een auteur en je probeert het boek

ook te begrijpen in zijn literair-historische

context.

Page 13: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

13Les 1 - Welke lezer ben jij?

4 Leesautobiografi e

In een leesautobiografi e beschrijf je in een doorlopende tekst van één bladzijde (uitgeprint!)

(lettertype: , lettergrootte: , regelafstand: ) je

ontwikkeling als lezer vanaf het begin tot nu. Je deelt de tekst op in alinea’s. Je gaat op zoek naar

boeken en verhalen die veel indruk op jou hebben gemaakt. Je hoeft natuurlijk geen opsomming

te geven van alle boeken die je gelezen hebt, maar je pikt er de onvergetelijke (zowel positieve als

negatieve) momenten uit. Je vertelt hoeveel sterren je aan jezelf hebt gegeven in de mindmap en

verklaart waarom. In een apart tekstvak plak je een top drie van je favoriete boeken aller tijden.

Je schrijft je tekst voor de leraar en voor je klasgenoten.

ENKELE VRAGEN DIE JE OP WEG KUNNEN HELPEN

1 Wat was het eerste boek in je leven? Hoe zag het eruit? Wat stond erin?

Werd het je voorgelezen of werd erbij verteld? Door wie?

2 Waren er veel boeken rondom je toen je kleuter was?

Welke (soort) boeken waren dat?

3 Wat was het eerste boek dat je zelf gelezen hebt? Hoe oud was je toen?

Wat stond erin? Wat vond je ervan?

4 Hoe ontwikkelde je je als lezer in de basisschool?

Las je ook buiten de school? Wat las je zoal?

5 Ging je als lagereschoolkind naar de bibliotheek? Met wie?

Was dat leuk? 6 Wie is het meest fascinerende, het meest afstotelijke,

het sympathiekste of het meest intrigerende personage dat je ooit

in een boek ontmoet hebt? Waarom?

7 Moet een verhaal altijd goed afl open? Waarom vind je dat?

8 Heb je een voorkeur voor een open of een gesloten einde? Waarom?

9 Mag een verhaal zich afspelen in een wereld die je helemaal niet kent?

Hou je bv. van sprookjes of van fantasy à la Lord of the Rings?

Wat is voor jou het belang van ‘waar gebeurd’ in een verhaal?

10 Wat voor fi ctielezer ben je in de loop van het secundair onderwijs

geworden? Welk genre boeken heb je vooral gelezen?

(historische romans, sciencefi ction, fantasy, thrillers, politieromans,

liefdesromans, psychologische romans, sociale romans,

spionageverhalen, misdaadromans, griezel- en/of horrorverhalen)?

11 Lees je ook strips? Is je smaak veranderd sinds je twaalfde?

12 Lees je ook wel eens non-fi ctie? Over welke onderwerpen?

13 Welke kranten en/of tijdschriften lees je?

14 Op basis waarvan kies je een boek?

Door wie laat je je wel eens boeken aanraden?

15 Geef je top drie van boeken zoals je die vandaag rangschikt.

Wanneer heb je die boeken gelezen? Wat hebben ze voor jou

betekend? Herlees je die boeken nog wel eens?

Hoe komt het dat je er nog van kunt genieten?

DEE RREECCHTEEN VAAN DDEE LEZZERRR1 Hett rechht om niet te leezenAls ik zelf liever schrijf, waarom moet ik dan nog lezen?

2 Hett rechht om bladzijdden ovveer te sslaannVeel te spannend om nog 100 pagina’s te wachten, ik wil het nu weten, nu!

3 Hett rechht om een boeek niett uuit te llezenGeeeeuuw … Is dit een slaapliedje of een boek? Weg ermee.

4 Hett rechht om te herlezezenEn waarom mag ik Harry Potter niet nog eens lezen? Wie heeft er hier Titanic zeven keer gezien?c

5 Hett rechht om wat dann ook ttee lezennPoëzie (om over te schrijven op een brief en dan naar mijn lief te sturen) en Playboy (goed voor mijn Engels!)y

6 Hett rechht om jje zoals s je favvooriete perrsonaagee te gedrageenIk wil vlechtjes als Pippi, spieren als de Rode Ridder en het sexappeal van Sneeuwwitje

4.1 Wat is een leesautobiografi e?

Page 14: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

14 Les 1 - Welke lezer ben jij?

16 Wat is het laatste boek dat je helemaal uitgelezen hebt? Was dat een positieve leeservaring? Hoe lang is dat geleden? 17 Wat ben je nu aan het lezen? Welk boek ligt klaar om verslonden te worden? Wanneer ga je weer eens naar de bib? Of koop je je volgende boek? 18 Op welk tijdstip van de dag lees je het liefst? Onder welke omstandigheden lees je? Zijn er veel, weinig of geen mensen in de buurt? Mogen de anderen je storen? Staat er muziek op? Staat de tv aan? Waar lees je (in bed, op de sofa, op toilet, in de tuin, op het strand, op de trein …)? 19 Zou je verder lezen als het spannend is en je moet ergens naartoe of gaan slapen? Heb je wel eens een boek in één ruk uitgelezen? Welk boek was dat? Waarom kon je niet stoppen? 20 Praat je wel eens over een boek dat je gelezen hebt? Of lees je soms samen met iemand hetzelfde boek? Met wie? Wat vertel je dan zoal? Verraad je het slot van het verhaal? Mag een ander jou vertellen hoe het afl oopt? 21 Heb je iemand wel eens een boek cadeau gedaan, of welk boek zou je iemand cadeau doen? Kreeg je zelf al eens een boek als geschenk? Welk? Wat vond je ervan?

22 Hoe lang geef je een verhaal de kans om ‘goed’ te worden (druk je uit in aantal bladzijden, aantal zinnen of woorden)? Waarom lees je eerst / nooit eerst het einde van een boek? Lees je eerst het achterplat? Hoeveel moeite wil je doen om ‘in’ een boek te komen? 23 In welk(e) van de 10 ‘rechten van de lezer’ kun je je wel vinden? Waarom? Voor welk(e) boek(en) heb je die rechten al eens toegepast? Met welk(e) van de 10 ‘rechten van de lezer’ kun je niet akkoord gaan? Waarom niet?

Met de billen op de bril, met chips in

de zetel, met madeliefjes op het gras.

8 Heet recchtt omm te grasdduinenn

Eén boek? Dat is niet genoeg voor mij.

Ik lees er drie, vier, vijf tegelijk …

9 Heet recchtt omm hardop te lezzeenn

Meestal voorafgegaan door korte

giechelbui. Waaarop iemand vraagt:

‘Wat is er zo grappig? Lees eens voor.’

10 Heet recchtt omm te zwijggen

Vooral voor moeder, broers en andere

tactloze wezens die roepen dat je

moet komen ÉÉÉ-TEN!

Bron: In één adem uit: het geheim van het lezen BBdoor Daniel Pennac.

Page 15: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

15Les 1 - Welke lezer ben jij?

4.2 Schrijfoefening leesautobiografi e

In deze eerste schrijfoefening van het schooljaar ga je heel ‘strategisch’ te werk. Je kent de OVUR-strategie

al uit de vorige jaren. Toch is het belangrijk dat je ervaart hoe die strategie jou kan helpen om een goed

schrijfproduct af te leveren.

ORIËNTEREN/VOORBEREIDEN

- De leerkracht heeft enkele afspraken gemaakt met jou. Noteer die hieronder

Ik heb de opdracht ontvangen op

Ik moet de eerste versie van de opdracht indienen op

- De eerste versie van je leesautobiografi e laat je nalezen door een klasgenoot voor

/ /

- Lees nog eens aandachtig de opgave op blz. 13. Fluoresceer in het groen de inhoudelijke eisen

die aan de leesautobiografi e worden gesteld.

Waarover moet je schrijven?

Je vindt op blz. 13-14 een aantal vragen die je kunnen helpen om de tekst te schrijven.

Welke vragen ga je gebruiken? Maak een keuze.

- Markeer in het geel de vormelijke aspecten van de leesautobiografi e.

Hoe moet je schrijven? (Aantal pagina’s, opbouw …)

- Op blz. 18 vind je evaluatiecriteria die de leraar gebruikt om je werk te beoordelen. Bekijk deze criteria

aandachtig. Weet je wat de leraar bedoelt met de verschillende criteria?

In Les 3 De vele gezichten van de literatuur hoor je 3 BV’s hun lievelingsboek voorstellen.

Zij vertellen waarom zij dat boek bijzonder vinden. Misschien inspireren hun verhalen jou om je

leesautobiografi e nog interessanter te maken?

UITVOEREN

Je schrijft de leesautobiografi e.

Je bekijkt de opmerkingen van je klasgenoot en je maakt een tweede versie. Je voegt de eerste versie

en de opmerkingen van je klasgenoot bij de tweede versie die je indient op

/ /

Bekijk nog eens wat je op de vorige bladzijden groen en geel hebt gemarkeerd. Heb je met al die

aspecten rekening gehouden?

Op blz. 18 vind je de evaluatiecriteria die de leraar gebruikt om jouw werk te beoordelen. Bekijk deze

criteria nog eens aandachtig. Hoe ga je het er vanaf brengen?

Opdracht 5

tip

Page 16: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

16 Les 1 - Welke lezer ben jij?

Page 17: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

17

Zelfevaluatie

Vorm van het werk – hoe ziet de leesautobiografi e eruit?

Zet een kruisje in de kolom als je werk aan de eisen voldoet.

1e versie 2de versie

Mijn uitgeprinte tekst is een bladzijde.

Mijn tekst is een doorlopende tekst.

Ik heb mijn top drie in een apart tekstvak

geschreven.

Ik heb rekening gehouden met de

evaluatiecriteria.

Inhoud van het werk – staat in mijn leesautobiografi e wat de leerkracht verwacht?

1e versie 2de versie

Ik heb rekening gehouden met de vragen

om de tekst te schrijven.

Ik heb ook een afsluiter geschreven.

Ik heb rekening gehouden met de

evaluatiecriteria.

EVALUATIE OPDRACHT 5

Naam: Klas: Nr: Leraar:

Page 18: 57053 COV NETWERK 5T LWB GROEN - VAN IN

18

1 zeer zwak 2 zwak 3 voldoende 4 goed 5 zeer goed Beoordeling

Duidelijkheid

- De informatie is duidelijk gestructureerd.

- De woordkeuze en formulering zijn duidelijk.

Correctheid

- Er zijn geen fouten in de structuur, de tekstsoort beantwoordt aan de opgave.

- De woordkeuze is correct.

- De grammatica is correct.

- De spelling is correct.

Aantrekkelijkheid

- De inhoud is boeiend gepresenteerd.

- Er is rekening gehouden met het doelpubliek (= leerkracht en klasgenoten).

- De lay-out is verzorgd.

- Het taalgebruik is aantrekkelijk.

Gepastheid

- De inhoud is relevant voor het doel en de doelgroep.

- De tekst is geschreven in een gepast register (formeel / informeel / neutraal / subjectief / vaktaal).

- De stijl is aangepast aan de tekstsoort.

EVALUATIECRITERIA

Naam: Klas: Nr: Leraar: