4K H3-3 Informatieverwerking
-
Upload
avanderven -
Category
Education
-
view
51 -
download
1
Transcript of 4K H3-3 Informatieverwerking
Regels Lesdoelen Voorkennis Uitleg Huiswerk Feedback
3 AGENDA
3 informatieverwerki
ngREGELS:
Kauwgom Mobiele telefoon Vingers Huiswerkcontrole Boeken / spullen niet bij
Je weet wat een cirkeldiagram is
Je weet wat een staafdiagram is
Je weet wat een steelbladdiagram is
Je kan gegevens berekenen met die twee diagrammen
3 Lesdoelen
3.. Maar eerst
Vind bij onderstaande rijen de juiste boxplots
A. 41 42 42 44 45 46 47B: 40 40 42 42 42 43 44 46 46 47 47
408
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
408
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
408
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
1
2
3
= A
= B
3.. Maar eerst
Laagste getal
408
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
Hoogste getal
Eerste kwartiel
Derde kwartiel
Mediaan
Een boekhandelaar verkoopt 3 soorten boeken: - Romans- Studieboeken - StripboekenOp een zaterdag zijn er 500 boeken verkocht zoals in de cirkeldiagram hieronder.
3-3 Uitleg
25%
30%
45% stripboekenStudieboekenRomans
Hoeveel boeken zijn er van ieder soort verkocht? (500 boeken)
3-3 Uitleg
25%
30%
45% stripboekenStudieboekenRomans
Stripboeken
Studieboeken
Romans
Boeken 500 5 125
Procenten 100 1 25
: 100 x 25
x 25
125
150
225
: 100
3-3 Uitleg
Binnen een onderzoek onder scholieren van 12-13 jaar, 14-15 jaar en 16-17 jaar is gevraagd wat de belangrijkste bezigheid in hun vrije tijd is:
- Sport- Bijbaantje- Tv/computer- Uitgaan
3-3 Uitleg
2. Hoeveel procent van de groep 14/15-jarigen besteedt de meeste vrije tijd aan een bijbaantje?
4. Aan 12/13-jarigen werd de volgende vraag gesteld: ‘Besteed je de meeste tijd aan tv-kijken of aan computeren?’ Van deze groep gaf 60% aan de meeste tijd aan computeren te besteden en 40% aan tv-kijken. Hoeveel procent van de 12/13-jarigen besteedt de meeste tijd aan computeren?
3-3 Uitleg
25%
40%
35% 12-13 jarigen14-15 jarigen16-17 jarigen
Stel ik heb in totaal 250 jongeren ondervraagd.
Bereken het aantal 14-15 jarigen dat als vrijetijdsbesteding sport heeft?250 jongeren – 40 % zit tussen de 14 en 15 jaar.
250 / 100 = 2,52,5 x 40 = 100 jongeren
100 kijk in de tabel.Ongeveer 35 % doet aan sport.
100 / 100 = 11x 35 = 35 jongeren
3-3 Diagrammen
Wat?Opgave
17 t/m 19 (blz. 66 / 67)
Wanneer?Nu, anders huiswerk
Hoe?In stilte, vragen
aan docente
Klaar?Kijk naar §3-4 20 /
21