49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit...

114

Transcript of 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit...

Page 1: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108
Page 2: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

49 argumenten tégen preterisme

Unravelations

Page 3: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Dit is een uitgave van Unravelations. Zie voor meer informatie ook www.unravelations.com

Eerste uitgave, 2020Op deze uitgave rusten geen copyrights. U bent vrij om de inhoud hiervan te gebruiken en te verspreiden.

1

Page 4: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 2Woord vooraf 4

Hoofdstuk I: Zeven misvattingen 6De term ‘nabij’ 6De laatste dagen 6De antichrist 7Het einde van de wereld 7Johannes de Doper 9De gruwel der verwoesting 11De troon van David 13

Hoofdstuk II: Zeven zekerheden 16De terugkomst 16De ketting van Satan 20De 7000 jaren 21De vervulling 24Zesentwintig profetieën 26Opname versus de wederkomst 27De ijzeren staf 29

Hoofdstuk III: Zeven argumenten vanuit het Oude Testament 30Het koninkrijk 30De onderbreking 58De zeventigste week 60De gespleten Olijferg 62Ezechiëls tempel 63Het onbreekbare verbond 65Het nieuwe verbond 69

Hoofdstuk IV: Zeven argumenten vanuit het Nieuwe Testament 70Filetus en Hymeneüs 70De dag des Heeren 71De tien koningen 74De opname 77Geestelijk versus fysiek Israël 81De landbouwers 84De bruiloft 86

Hoofdstuk V: Zeven maal geschiedvervalsing 87Pella versus Bozra 87Caligula versus Het Beest 88Tien verloren stammen 89Diaspora in de nieuwe wereld 90Het 1000-jarig rijk tot 1071 91De eerste liefde van Efeze 93Vroege datering Openbaring 94

2

Page 5: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Hoofdstuk VI: Zeven problemen met een preteristische Openbaring 97Antipas vermoord ná 70 AD 97Een vierde van de aarde wordt gedood 97Alle bergen en eilanden verdwijnen 98Een derde van de aarde vergaat 99200 miljoen soldaten 100Twee getuigen worden opgenomen 102Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107

Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108Barnabas 108Polycarpus 108Papias 108Clementius van Rome 109Justinus de Martelaar 109Irenaeus 109Hippolytus 110Nawoord 111

3

Page 6: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Woord vooraf In de wereld van eschatologie (de leer over het einde der tijden) zijn er verschillende stromingen. Elke christen heeft wel een idee over hoe het einde van de wereld er ongeveer uit zal zien, op grond van de Bijbel. Die visies lopen soms nogal uiteen, maar zijn in feite onder te brengen in een aantal hoofdstromingen, die op hun beurt weer onder te verdelen zijn in onderstromingen.

Unravelations heeft een sterk onderbouwde positie die we futurisme noemen, wat inhoudtdat het gros van de profetieën met betrekking tot de eindtijd nog vervuld moet worden. Daarnaast is er nog zoiets als historisme, wat inhoudt dat veel profetieën door de loop van de eeuwen heen vervuld zijn. Even populair gezegd komt het er volgens hen op neer dat we ergens halverwege het boek Openbaring zijn. Ten slotte is er preterisme, waarbij de prefi pre- aangeeft dat vrijwel alle profetieën al in de vroege geschiedenis vervuld zijn. Rond 70 AD om precies te zijn.

Preterisme is op haar beurt echter ook weer onder te verdelen in verschillende onderstromingen. Zo is er een grote groep preteristen die zichzelf half-preteristen noemt. Wat men hierbij vooral duidelijk wil maken, is dat men één of meer van de laatste hoofdstukken van Openbaring als nog niet vervuld ziet. In feite lijkt dit natuurlijk erg op historisme, hoewel de historisten vaak ergens halverwege de zegels of bazuinen 1 zijn en de half-preteristen juist meer inhoofdstuk 19 of 20 van Openbaring blijven hangen. We gaan al deze posities langs en zullen beoordelen of hun argumenten houdbaar zijn.

Preteristen hebben voor hun argumentatie echter een handige truc bedacht. Vergeestelijking. Dit houdt in dat we sommige dingen niet zo letterlijk moeten nemen, maar meer allegorisch. Of zelfs poëtisch. En hoewel dat eerste soms natuurlijk valide is, aangezien God in de Bijbel Zélf namelijk aangeeft dat Hij soms in gelijkenissen spreekt, 2 is de hermeneutiek van de preteristen vaak compleet zoek, zoals we zullen ontdekken. Met de term hermeneutiek, die ik veelvuldig zal gebruiken in dit boek, bedoel ik de manier waarop men de zaken uitlegt. Als ik het heb over een ster, dan zult u aan de hand van de conteit moeten kunnen bepalen waar ik het overheb. Het kan een hemellichaam zijn, maar ook een belangrijk iemand. De conteit van het ene hoofdstuk in de Bijbel kan soms een heel andere conteit zijn dan een ander hoofdstuk. Het is dus op zich niet zo gek als een woord soms anders vertaald wordt. Wat wél gek zou zijn, is als een woord in één hoofdstuk telkens van betekenis verandert. Of als het in een soortgelijke conteit vaneen ander hoofdstuk een heel andere betekenis zou krijgen. En dat is precies wat de preteristen vaak doen.

In feite komt het erop neer dat de preteristen de tekst met hun zelfgekozen hermeneutiek (of eigenlijk het gebrek eraan) alle kanten kunnen opdraaien en daarmee de Bijbel op allerlei manieren kunnen manipuleren tot het zegt wat ze willen. Er zijn daarom tal van verschillende visies binnen preterisme. Er is niet echt een duidelijke lijn. We kunnen niet echt een ‘typische’ doctrine van preterisme presenteren, omdat ze allemaal weer anders zijn. Ik zal daarom verschillende preteristen ‘aan het woord laten’ in dit boek, om zo vooral te laten zien dat ze het zelfs vaak niet eens met elkaar eens zijn. Dan heb ik het niet over kleinigheden, maar over grote theologische hangijzers zoals vervangingsleer (de leer dat de kerk Israël heeft vervangen) of de hemel die al op aarde zou zijn. Het feit dat men de teksten zo ‘ruim’ neemt, zorgt namelijk ook op

1 Openbaring 6-82 Hosea 12:10-11

4

Page 7: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

allerlei andere theologische vlakken voor een verruiming en leidt ertoe dat bij sommigen zelfs de hel en nota bene Satan ontkend worden. Soms heeft het zelfs invloed op de manier waarop zij hetevangelie interpreteren. En dat is dan ook precies de reden waarom ik dit boek schrijft.

Ik hoop dat ik u met dit boek op een bijna uitputtende manier heb voorzien van genoeg munitie tegen dit soort doctrines die niet alleen zinloos zijn, maar vooral beledigend of zelfs gevaarlijk. Ik wil niet dat uw visie op het evangelie bezoedeld wordt en u daardoor wellicht uw eeuwige redding misloopt. Gods zegen!

5

Page 8: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

I. Zeven misvattingen

1. De term ‘nabij’

In de Bijbel worden regelmatig verzen genoemd waarin het over de eindtijd gaat en verteld wordt dat deze periode nabij is. 3 Preteristen maken daar graag een groot punt van en vinden dat we die term héél letterlijk moeten nemen. Dit houdt volgens hen in dat we de eindtijd naar de eerste eeuw na Christus moeten verplaatsen. Daar is echter genoeg op aan te merken. Want hoe defniëren we de term nabij dan Hebben we het over een paar dagen Een paar weken Maanden, jaren, decennia, eeuwen, ja zelfs millennia Dat laatste klinkt natuurlijk voor velen ongeloofwaardig, maar besef wel dat onze tijd verschilt van die van God. Petrus vertelt dat 1000 jaren voor God als 1 dag zijn en vice versa, in de conteit van de eindtijd. 4 En dat is niet de énige aanwijzing. In het Oude Testament wordt al regelmatig gesproken over de zogenaamde ‘Dag van de HEER’, een term die specifek slaat op de periode van de eindtijd. 5 Merk op dat dé Dag van de HEER met een bepaald lidwoord en in het enkelvoud geschreven staat. Er is maar één de dag van de HEER. Diverse profeten vertellen in het Oude Testament al dat dé Dag van de HEER nabij is, 6 maar Paulus vertelt in het Nieuwe Testament in de brief aan Thessaloniki 7 dat die dag nog steeds niet gekomen is. Dat is zo’n 700 jaar later! We kunnen er dus niet zomaar vanuit gaan dat de term “nabij” inhoudt dat het op korte termijn zal plaatsvinden. Strong’s Concordantie geeft aan dat met het Griekse grondwoord eggus als het over een plaats gaat, inderdaad vlakbij bedoeld wordt. Maar als het over tijd gaat, wordt er vooral imminentie mee aangeduid. 8 Imminentie houdt in dat iets élk moment kan gebeuren. Zoiets als een dreigende, donkere wolkenlucht waaruit duidelijk wordt dat er onweer op komst is. Hoe laat het noodweer zal komen is onduidelijk, maar dát die regen zal gaan vallen, is een zekerheid. Imminentie kan ook vergeleken worden met bijvoorbeeld de supervulkaan onder Yellowstone, die al heel lang onrustig is en volgens wetenschappers elk moment kan uitbarsten. 9 Dat kan volgende week dinsdag zijn, maar ook nog wel 2000 jaar duren.De nadruk ligt dus niet zozeer op het eiacte moment, maar op de onvoorspelbaarheid ervan. En dat is dan ook helemaal de strekking van de uitspraken die Jezus over de eindtijd doet; dat niemand de dag of het uur ervan weet, zelfs Hijzélf niet. 10

2. De laatste dagen

In de eerste zendbrief van de apostel Johannes vertelt de schrijver dat de laatste ure 11 alreeds aangebroken is. Preteristen maken hier een punt van en menen dus dat de dag van de HEER toen al was aangebroken. Hoe letterlijk moeten we dit nemen In de Bijbel wordt het Griekse woord hora dat hier in de grondtekst staat, vaak vertaald als een letterlijk uur. Maar Strong’s Concordantie geeft een ruimere defnitie. 12 Het kan élke periode of tijdsaanduiding betekenen. Andere Griekse leiicons 13 geven aan dat dit zelfs de primaire betekenis is, en dat lijkt gezien de

3 Mattheüs 16:27-28, Jakobus 5:8-9, 1 Petrus 4:7, 1 Johannes 2:18, Openbaring 1:1-3, 22:6, 10, 204 2 Petrus 3:8-105 Amos 5:18-206 Zefanja 1:14, Jesaja 13:6, Ezechiël 30:3, Joël 1:15, 2:2, 3:147 1 Thessalonicenzen 5:28 Strong’s Concordantie, Eggus9 News Punch, Seismologists Warn Catastrophic Yellowstone Eruption Imminent10 Markus 13:3211 1 Johannes 2:1812 Strong’s Concordantie, Hora13 Liddel-Scott-Jones Greek-English Lexicon, Hora

6

Page 9: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

tekst ook heel waarschijnlijk. Want toen Johannes deze woorden opschreef regende het buiten nog geen vurige hagelstenen 14 en ook alle eilanden en bergen waren nog niet van hun plaats gerukt. 15 Het Griekse woord hora is dan ook in veel oudere vertalingen als tijd vertaald in de eerstezendbrief van Johannes. 16 Ook van het Griekse woord hemera, dat meestal vertaald wordt als dag,kan hetzelfde worden gezegd. 17 Als de apostelen dus zeggen dat de laatste dagen al aangebrokenzijn of zelfs het laatste uur al aangebroken is, moeten we dat ruimer nemen. In hoofdstuk 10 komen we hier weer op terug en weiden we verder uit over wat er dan precies met die dagen bedoeld wordt.

3. De antichrist

In de zendbrieven van Johannes vinden we ook de vermelding van een antichrist, die in de tijd van Johannes dus al gekomen zou zijn. Om die reden hebben preteristen het idee dat in elk geval gedeeltes over bijvoorbeeld het beest uit het boek Openbaring zich al in die tijd af hebben moetenspelen, en ergens is dat wel begrijpelijk. Er heerst namelijk het idee dat de antichrist dezelfde persoon is als het beest in Openbaring. Maar daar valt nog wel het één en ander aan op te merken. De term antichrist komt slechts een paar keer voor in de Bijbel, maar dat is alléén in de zendbrieven van Johannes. De apostel Johannes schreef ook het boek Openbaring, dus waarom zou hij als de antichrist dezelfde persoon was als het beest, deze niet gewoon antichrist hebben genoemd om zo de link aan zijn lezers duidelijk te maken Het is juist verdacht dat hij dit niet doet! Vanuit de beschrijving die Johannes in zijn zendbrief geeft, wordt duidelijk dat er niet één antichrist is, maar dat er zelfs meerdere zijn. Iedereen die belijdt dat Jezus níet de Zoon van God is, is een antichrist. 18 Veel voorgangers gebruiken tegenwoordig de term antichrist echter om aan te geven dat ze het beest uit de eindtijd bedoelen, en daar ontstaat de verwarring. Maar technischgezien is dat helemaal geen term om specifek deze entiteit aan te duiden. Er zijn 33 titels voor het beest in het Oude Testament en 13 in het Nieuwe Testament, maar de term antichrist is daar géén onderdeel van. 19 Het is net als met een schaap en vee. Elk schaap kunnen we vee noemen, maar niet elk stuk vee is een schaap. Het beest is absoluut een antichristelijke entiteit. Maar niet elke antichrist is hét beest uit Openbaring.

4. Het einde van de wereld

Preteristen maken zich regelmatig druk over de frases het einde van de wereld, de voleinding van de wereld of de voleinding van de eeuwen. In het Grieks zijn echter meerdere termen met het woord wereld vertaald. Zo is er het woord kosmos, wat vooral op de orde van de wereld focust. 20 Maar óók is er het woord gé, wat meer op het fysieke, tastbare aspect van de wereld focust. 21 Daarnaast is er nog het woord aion, wat weer nadruk legt op de tijdsperiodes van de wereld. 22 En ten slotte is er nog het woord oikoumene, wat de bewoonde wereld betekent. 23 Laten we de 4 defnities eens heel visueel onder elkaar zetten om zo meer duidelijkheid te krijgen over wát

14 Openbaring 8:715 Openbaring 6:1416 Het Griekse woord hora wordt in 1 Johannes 2:18 in bijvoorbeeld de King James Vertaling (1611), de Tyndale Vertaling (1522)

en de Geneva Bijbel (1560) gewoon als tijd vertaald. 17 Strong’s Concordantie, Hemera18 1 Johannes 2:22, 4:3, 2 Johannes 1:719 Dr. Missler, C., Topical Bible Study: The Antichrist20 Strong’s Concordantie, Kosmos21 Strong’s Concordantie, Gé22 Strong’s Concordantie, Aion23 Strong’s Concordantie, Oikoumene

7

Page 10: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

wánneer wordt bedoeld als Jezus of de apostelen het hebben over de wereld. We zullen regelmatig terugkomen op deze indeling, naarmate we de hoofdstukken doorlopen.

A. Kosmos WereldordeB. Gé Fysieke wereldC. Aion TijdD. Oikoumene Bewoonde wereld

In de brief aan de Hebreeën 24 wordt gemeld dat Jezus éénmaal is verschenen, aan de voleinding van de eeuwen, om de zonde voor eens en voor altijd weg te doen. Preteristen maken hieruit op dat de voleinding, ofwel het einde, toen al geweest is. Dat is echter een oversimplifcatie. Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt, is aion. Dit woord vinden we ook weer terug in de brief aan Efeze, 25 waar staat dat er juist nog een paar eeuwen (of tijdsperiodes) zullen volgen. Hoe kan dat, als we de interpretatie van de preteristen letterlijk nemen Het antwoord is simpel. De preteristische interpretatie is simpelweg niet geldig. Ze gaat ervan uit dat Jezus’ ofer de voleinding was van álle eeuwen, maar dat staat er niet. Het was de afsluiting van een aantal eeuwen. In elk geval meerdere. Maar niet alle, want anders zou de informatie uit Efeze 2:7 weer niet kloppen. Deze gedachte past heel goed bij de bedelingenleer, ook wel dispensationalisme genoemd. Deze leer houdt in dat God in diverse tijdsperioden op diverse manieren tot mensen heeft gesproken en gehandeld. Dit vinden we terug in onder andere de briefaan de Hebreeën, 26 maar de Bijbel geeft ons hiervoor veel meer handvatten. 27 In totaal worden

24 Hebreeën 9:2625 Efeze 2:726 Hebreeën 1:127 In Efeze 3:2 lezen we in de Statenvertaling over de zgn. bedeling van de genade. In het Engels wordt dit vertaald met

dispensation, in bijvoorbeeld de King James Vertaling. De bedelingen of dispensaties zijn in feite administratieve tijdsperiodes waarin God op een andere manier met mensen communiceert en handelt. Dit heeft te maken met onze reactie op Hem, aangezienGod vandaag Dezelfde is als gisteren en morgen (Hebreeën 13:8). Zijn karakter verandert niet. Maar de wereld is door de eeuwen heen wel veranderd, waardoor soms andere interacties nodig zijn. Denk aan Adam, die in Genesis 1:29 alleen vruchten en zaden mocht eten. Noach mocht na de zondvloed opeens wél vlees eten (Genesis 9:3). Wat is er veranderd? De wereld. God niet. Zijn karakter blijft immer Dezelfde (Maleachi 3:6, Jakobus 1:17). Maar liefst 7 verschillende dispensaties zijn te onderscheiden, waarin telkens genade en geloof de boventoon voeren. Adam deed iets waarvoor hij de dood verdiende. Adam wilde het zelf oplossen door zichzélf te bedekken met bladeren (zijn eigen werken, zie Genesis 3:7). God liet hem echter zien datdat niet de bedoeling was en maakte voor Adam en Eva kleren van dierenhuiden om zichzelf mee te bedekken (Genesis 3:21), waaruit a. Zijn genade bleek en b. het feit dat er bloed moest vloeien om de zonde te verzoenen. We zien deze dualiteit van genade versus werken ook weer terug in het verhaal van Kaïn en Abel. Kaïn bracht zijn eigen werken (hij was een landbouwer) terwijl Abel precies deed wat God had opgedragen; er moest bloed vloeien en daarom werd zijn offer wél geaccepteerd, visueel zichtbaar doordat God het liet verbranden en dat van Kaïn niet (zie ook 1 Koningen 18:38 voor een vergelijkbare situatie). In hetverhaal van Abraham zien we wéér dat God zou voorzien in een Lam (Genesis 22:8). Abraham is bereid zijn zoon Isaäk te offeren, maar God voorzag inderdaad. Ze vinden in de bosjes echter een ram (vers 13), in plaats van een Lam. Dit is dus een vooruitwijzing naar het Offer dat vele eeuwen later op precies dezelfde plek gebracht zou worden door Jezus, hét Lam. Abrahambeseft dit op de een of andere manier, en noemt de plek hierna dan ook Yehovah Jireh, wat zoveel betekent als God voorziet (vers 14). Job wist dat zijn Redder leefde en dat hij Hem in zijn vlees zou aanschouwen, zo valt te lezen in Job 19:25-27. Het is een rode draad door de hele Bijbel heen. Over een rode draad gesproken. Rachab ontving genade. Ze had dit totaal niet verdiend.Maar Jozua (Yehoshua in het Hebreeuws, dezelfde naam als Jezus in het Grieks) schenkt haar genade. De typologie en het modelkomt telkens terug. Zelfs onder de wet, waarbij het lijkt alsof men werken moet doen om behouden te worden, zien we dat God bijvoorbeeld genade schenkt aan David, die overspel pleegde met Batseba. Hier stond de doodstraf op. Tóch ontving David genade. Hoe kan dat? Hij moet iets hebben geweten over de Verlosser. In Psalm 51 zien we daar iets van terug. Het was niet zo dat de Israëlieten de geboden moesten onderhouden zodát ze gered werden. Nee, zij wáren al gered uit Egypte, ze geloofden allen (Exodus 14:31) en werden in de Schelfzee (water) en de Wolkkolom (de Heilige Geest) gedoopt (1 Kor. 10:2). In dat opzicht is het parallel met ónze behoudenis, waarbij ook wij gedoopt zijn met water en de Heilige Geest (Mattheüs 3:11a), maar net als Korach ervoor kunnen kiezen om te rebelleren en ál ons loon verspelen dat dan door de vuurdoop (Matth. 3:11b) van het oordeel wordt verzengd (1 Kor. 3:10-15). We zijn en blijven echter verzegeld met de Heilige Geest, tot de dag van onze redding, ook al bedroeven wij de Heilige Geest (Efeze 4:30). Gehoorzaamheid en werken zijn voor ons, net als de Israëlieten onder Mozes, het logische gevolg van onze redding. Het zijn echter géén voorwaarden! Geloof en genade blijven de centrale pijlers van onze verlossing in Jezus Christus. Het Oude Testament wees ernaar vooruit, zoals we hebben gezien. Het Nieuwe Testament wijst ernaar terug, met name in de zendbrieven. Alles wijst op Jezus. Dát verandert dus alleszins. Maar de manier waarop God Zijn diepste waarheden naar ons communiceert, verschilt van periode tot periode, zoals we in de verschillende voorbeelden

8

Page 11: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

grofweg 8 dispensaties of bedelingen onderscheiden. Sommige theologen onderscheiden er meer, anderen minder, maar laten we hier voorlopig vanuit gaan.

A. Dispensatie van onschuld (Eden)B. Dispensatie van bewustzijn (Adam)C. Dispensatie van menselijke regering (Noach)D. Dispensatie van belofte (Abraham)E. Dispensatie van de wet (Mozes)F. Dispensatie van genade (Intermezzo) 28

Dispensatie van de wet (Verdrukking)G. Dispensatie van het koninkrijk (Jezus)H. Dispensatie van de volheid der tijden (Eeuwigheid) 29

Waar in de brief aan de Hebreeën 30 dus aan gerefereerd wordt, is de voleinding van de eerste 5 dispensaties. Paulus schrijft vervolgens dat we nu in de bedeling van genade 31 zijn en dat er ook nog enkele eeuwen of dispensaties (als ik zo vrij mag zijn) zullen volgen. 32 Als we de betrefende passage in Hebreeën zó uitleggen, is er opeens geen probleem meer. Dat zou wél het geval zijn als we de uitleg van de preteristen zouden volgen.

5. Johannes de Doper

Er heerst onder preteristen ook het idee dat een profetie uit Maleachi 33 al vervuld is, waar staat dat Elia weer terug zal komen, vóórdat de dag van de HEER komt, en hij de harten van de kinderen weer tot hun vaders zal terugbrengen en vice versa. Dit behoeft wat meer uitleg en daarom zullen we eerst eens wat misverstanden uit de weg ruimen.

In het evangelie van Mattheüs lezen we inderdaad een tekst waarin Jezus vertelt dat Johannes de Doper Elia kan zijn. De zin staat echter heel vreemd geformuleerd.

hebben gezien. Doordat Israël haar Verlosser afwees, kwam er voor het grootste gedeelte blindheid op haar (Jesaja 6:8-10, Romeinen 11:25-26) en is de verlossing met name naar de heidenen gekomen. Maar dat zal weer veranderen nadat de volheid van de heidenen de hemel is ingegaan met de opname, de wegrukking van de aarde door Jezus, waardoor wij worden behouden voor het uur van de verdrukking (Rom. 11:25-26, 1 Thess. 4:13-18, Openbaring 3:10). God blijft onveranderlijk in karakter, maar juist daaróm reageert Hij telkens op de acties van mensen om zo te kunnen blijven voorzien in diezelfde genade. Zo kan Zijn belofte tóch vervuld worden en Israël uiteindelijk geheel behouden worden. Vergelijk het bijvoorbeeld met iemand die van plan is naar San Francisco te gaan. Eerst gaat hij met de trein, maar die gaat kapot. Dan gaat hij met de auto, maar ook die gaat stuk. Ten slotte koopt hij een paard en komt gelukkig nog op tijd op zijn bestemming aan. Zijn oorspronkelijke plan is uitgevoerd, maar de manier waarop is veranderd omdat de omstandigheden veranderden. Het karakter en het voornemen van die persoon is daarentegen niet veranderd en bovendien ook succesvol uitgevoerd. Natuurlijk gaat elk voorbeeld ergens mank, maar ik hoop dat ik hiermee duidelijk heb gemaakt dat de bedelingenleer géén grilligheid is van God. Er is veel materiaal beschikbaar over de bedelingenleer, ook wel dispensationalisme genoemd. Zie bijvoorbeeld het bekende Dispensational Truth van Clarence Larkin.

28 Efeze 3:2. Deze bedeling of dispensatie is een tussenvoegsel omdat het koninkrijk nabij was (Mattheüs 4:17) maar verworpen werd door het Joodse leiderschap (Mattheüs 21:43) en daarom weggegeven werd aan een toekomstige generatie die de vruchten ervan zou opbrengen. Net zoals de Israëlieten 40 jaar in de woestijn zouden ronddolen tot de oude generatie was gestorven en denieuwe generatie het land zou beërven, zou deze oude generatie sterven en zou het 40 jubeljaren (40x50=2000 jaar) duren voor de nieuwe generatie de rust of anders gezegd het beloofde land (de dispensatie van het koninkrijk, zie Hebreeën 3:10-4-11) in zou kunnen gaan. Mattheüs vertelt in het hoofdstuk erop meteen wat er in de tussenliggende periode gaat gebeuren (Mattheüs 22:1-14). De koning zal zijn dienaren erop uit sturen om de landlopers en zwervers aan het feestmaal uit te nodigen, dat eigenlijkbestemd was voor de Joden. Wij als heidenen zijn die landlopers (Efeze 2:11-13) en vertegenwoordigen op een bepaalde (helaas gebrekkige) manier God hier op aarde tot Zijn volk wél klaar is om Hem aan te nemen als Verlosser en Heer (Zacharia 12:10)

29 Efeze 1:1030 Hebreeën 9:2631 Efeze 3:232 Efeze 2:733 Maleachi 4:5-6

9

Page 12: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

“En als u het wilt aannemen: hij is Elia, die komen zou.” 34

Waarom zou Jezus niet gewoon zéggen dat Johannes Elia is Op de manier zoals de tekst nu leest, zit er een voorwaarde aan verbonden. De voorwaarde is dat Zijn toehoorders Johannes ook écht moeten aannemen als Elia. In het evangelie van Lukas 35 wordt duidelijk hoe dat zit. Johannes de Doper zal voor Hem uitgaan in de geest en in de kracht van Elia, om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen. Er staat dus niet dat Johannes de Doper létterlijk Elia was! Johannes zélf ontkent dan ook dat hij Elia is. 36

Alles was gereed voor het beloofde koninkrijk 37 om te komen hier op de aarde. Maar het leiderschap wees niet alleen de boodschapper af, 38 maar zelfs de Koning. 39 Ergens is de verwarring begrijpelijk, want we weten dat als God iets belooft, het inderdaad zal komen. Hij liegt nooit! Wat de preteristen missen is dat de belofte voorwaardelijk is. Zacharia vertelt dat Jezus Zijntempel alleen zal bouwen als het volk aandachtig zal luisteren naar de stem van de HEER. 40 Ook de tempel is een belangrijk onderdeel van dat koninkrijk, aangezien er in de eeuwigheid geen tempel meer zal zijn. 41 We moeten de tempel waar Ezechiël over spreekt 42 dus plaatsen in het zogenaamde millennium, het 1000-jarige vrederijk, 43 ofwel het beloofde koninkrijk waar Jezus zalregeren met een ijzeren staf. Omdat men de wegbereider én de Koning afwees, was Johannes dustóch niet Elia en moeten we deze belofte uit Maleachi in een later tijdsbestek plaatsen voor de ultieme vervulling. Het koninkrijk is er immers nog niet, ook al menen de preteristen van wel. Hier komen we zeer uitgebreid op terug in paragraaf 15.

Een ander misverstand is dat Johannes zichzelf de stem van iemand die roept in de woestijn noemt. Sommige preteristen menen dat Johannes hierbij refereert aan een andere profetie in Maleachi, 44 maar Johannes maakt heel duidelijk in het volgende vers dat hij aan een profetie uit Jesaja refereert. 45

Begrijp me niet verkeerd. Elia zál komen, vermoedelijk als één van de twee getuigen uit het boek Openbaring. 46 Hij heeft ook genoeg om van te getuigen, aangezien hij erbij was toen Jezus van aangezicht veranderde in het evangelie van Mattheüs. 47 In deze passage bevestigt Jezus nog eens dat Johannes de Doper op een bepaalde manier Elia was. Toch was hij dat op een bepaalde manier ook weer niet, zoals we hebben gezien. Johannes kwam in de kracht en in de geest van Elia. De tweede getuige uit Openbaring is vermoedelijk létterlijk Elia. Hij doet dezelfde wonderen 48 en kan bovendien waarschijnlijk ook getuigen van de dood, opstanding 49 en

34 Mattheüs 11:14, HSV35 Lukas 1:1736 Johannes 1:2137 Jesaja 9:6, Daniël 7:1438 Mattheüs 11:1839 Mattheüs 21:42-4340 Zacharia 6:12-1541 Openbaring 21:2242 Ezechiël 40-4843 Openbaring 20:1-644 Maleachi 3:1 spreekt niet over een stem in de woestijn, maar over een engel, een boodschapper.45 Jesaja 40:3 vertelt over de stem in de woestijn. In Johannes 1:23 vertelt Johannes dat hij déze profetie bedoelt.46 Openbaring 11:3-1247 Mattheüs 17:1-1348 Openbaring 11:6, Jakobus 5:17-1849 Lukas 24:4 vertelt over twee mannen in blinkende gewaden. Zijn dit de twee getuigen?

10

Page 13: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

hemelvaart 50 van Jezus omdat hij er vermoedelijk bij was. De andere getuige is overigens waarschijnlijk Mozes, omdat hij dezelfde wonderen doet als Mozes in het Oude Testament en er ook bij was tijdens de verheerlijking waarover we lazen in het evangelie van Mattheüs. Sommigenmenen dat de andere getuige Henoch is, omdat hij net als Elia opgenomen werd en iedereen volgens een passage in Hebreeën 51 keer zou moeten sterven. Die tekst kunnen we echter niet op die manier uitleggen als we deze in de conteit van het hoofdstuk bekijken. Er zijn namelijk mensen die tweemaal stierven, zoals Lazarus 52 of de jongeman uit Naïn. 53 Ook zullen er bij de opname van de gemeente nog mensen in leven zijn die ook nooit zullen sterven, zo leert Paulus ons in de brief aan de Thessalonicenzen. 54 Het argument van Hebreeën gaat dus sowieso niet op.

6. De gruwel der verwoesting

Dan nog een andere misvatting die veelvuldig door de preteristen wordt gemaakt. Men heeft het idee dat de vernietiging van de tweede tempel in 70 na Christus dé vervulling is van een passage uit Mattheüs. 55 Hier hebben zij slechts gedeeltelijk gelijk in. Laten we de tekst eens zorgvuldig analyseren. In de zogenaamde rede op de Olijferg stellen de discipelen Jezus 3 verschillende vragen, die Hij allemaal één voor één beantwoordt.

A. “Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren?”B. “En wat is het teken van Uw komst?”C. “En [wat is het teken] van de voleinding van de wereld?” 56

Deze 3 vragen worden gesteld naar aanleiding van een mededeling die Jezus deed ten aanzien van de tempel en de omliggende gebouwen in de eerdere twee verzen. Jezus vertelt dat er niet één steen op de andere gelaten zal worden. En dat is dan ook precies wat er gebeurde in 70na Christus. Tot zover dus geen misverstand. Waar het misverstand ontstaat, wat ik overigens goed begrijp, is in vers 15. Door de vertaling van het woord ‘verwoesting’ wordt snel de link gelegd naar de verwoesting van de tempel. Maar daar is nog wel het één en ander op aan te merken. Het Griekse woord voor verwoesting hier is eremosis, 57 wat inderdaad verwoesting kan betekenen. Strong’s Concordantie geeft echter aan dat het óók plundering, beroving of onwettelijkin bezit nemen kan betekenen. Ook dit geeft tot zover nog geen problemen. Maar we komen langzaam al wel tot een wat ruimer semantisch kader. Jezus maakt daarom nog eens eitra duidelijk wát Hij nu precies bedoeld, door te verwijzen naar wat de profeet Daniël erover zei. Hiervoor zijn meerdere teksten kandidaat. Laten we al deze 3 teksten eens bij langslopen.

“Hij zal voor velen het verbond versterken, één week lang. Halverwege de week zal Hij slachtofer en graanofer doen ophouden. Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste.” 58

50 Handelingen 1:10 vertelt óók over twee mannen in witte gewaden. Zijn dit Mozes en Elia weer?51 Hebreeën 9:27 verwijst naar het offer dat Jezus bracht en dat één keer voldoende was. We hoeven niet telkens opnieuw te

sterven.52 Johannes 11:43-4453 Lukas 7:11-1754 1 Thessalonicenzen 4:17, zie ook 1 Kor. 15:5155 Mattheüs 24:1556 Mattheüs 24:3b57 Strong’s Concordantie, Eremosis58 Daniël 9:27, HSV

11

Page 14: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

We zien dat de term in de vertaling onderbroken is, maar in het Hebreeuws staan deze woorden pal achter elkaar. De gruwelijkheid is een vertaling van het woord shiqquts, 59 en de verwoester of verwoesting is een vertaling van het Hebreeuwse woord shamem. 60 De zgn. shiqqutsshamem is er dus tot aan de voleinding. Hier komen we later op terug. Laten we nog eens twee andere teksten bekijken om een meer volledig beeld te krijgen.

“Dan zullen er uit hem krachtige armen voortkomen. Die zullen het heiligdom en de vesting ontheiligen en het steeds terugkerende ofer wegnemen en de verwoestende gruwel opstellen.” 61

In deze tekst gaat het over de zogenaamde koning van het noorden die een verwoestende gruwel opstelt op de heilige plaats. Dit lijkt al meer op waar Jezus het over heeft. Deze profetie gaat in eerste instantie over de koning Antiochus Epiphanes, die inderdaad in de tweede eeuw vóór Christus een gruwelijk standbeeld neerzette, middenin de tempel van de Joden. Dit zorgde voor een enorme opschudding onder de Joden en resulteerde in de omverwerping van het Seleucidische gezag in Judea en Jeruzalem. Onder leiding van een groep Joden die zichzelf de Makkabeeën noemden, werd de tempel na het verwijderen van het gruwelijke afgodsbeeld weer opnieuw ingewijd en de orde hersteld. In het eerste boek van de Makkabeeën wordt die technische term gruwel der verwoesting of shiqquts shamem dan ook weer specifek genoemd als dé vervulling van die profetie van Daniël. 62 Het lijdt geen twijfel dat er dus iets anders aan de handis dan wat de preteristen bedoelen. Laten we eerst de laatste tekst bekijken en ten slotte een eindoordeel vormen met alle informatie die we hebben verzameld.

“Van de tijd af dat het steeds terugkerende ofer weggenomen zal worden en de verwoestende gruwel opgesteld zal zijn, zijn het duizend tweehonderdnegentig dagen.” 63

In de voorgaande verzen en de verzen erna wordt duidelijk dat het hier over de eindtijd gaat. Ook Jezus grijpt de bij zijn toehoorders bekende technische term shiqquts shamem of in het Nederlands gruwel der verwoesting weer aan om een idee over te brengen en dat te koppelen aan de eindtijd. De Joden wisten maar al te goed wat Jezus bedoelde met die term. Slechts 200 jaar eerder was hun tempel onteerd door Antiochus Epiphanes door de shiqquts shamem. Merk ook opdat zowel Daniël als Jezus melden dat de gruwel wordt opgesteld of stáát op de heilige plek. Dat isnogal lastig als het hier over een letterlijke verwoesting gaat. Er stond juist níets meer in 70 na Christus! Er is dus méér aan de hand. Shiqquts betekent afgod. Zo wordt het consequent gebruikt in het hele Oude Testament. 64 Shamem kán inderdaad verwoesting betekenen, maar ook verbijstering, ontzetting, verschrikking. 65 In het licht van alle informatie kunnen we dus tot de volgende conclusie komen:

De shiqquts shamem of gruwel der verwoesting zou beter vertaald zijn als een verschrikkelijke afgod, gezien het feit dat het wordt opgesteld of neergezet. Het stáát op de heilige plaats, volgens Jezus. Het berooft de heilige plaats in geestelijke zin van zijn Eigenaar. Al 200 jaar eerder zagen de Joden precies zoiets gebeuren, dus niet alleen semantisch maar ook

59 Strong’s Concordantie, Shiqquts60 Strong’s Concordantie, Shamem61 Daniël 11:31, HSV62 1 Makkabeeën 1:58, Statenvertaling63 Daniël 12:11, HSV64 Deuteronomium 29:17, 1 Koningen 11:5, 7, 2 Koningen 23:13, 24, 2 Kronieken 15:8, Jesaja 66:3, Jeremia 4:1, 7:3, 13:27, 16:18,

32:34, Ezechiël 5:11, 7:20, 11:18, 21, 20:7, 8, 30, 37:23, Hosea 9:10, Nahum 3:6 en Zacharia 9:765 Leviticus 26:32, 1 Koningen 9:8, 2 Kronieken 7:21, Job 21:5, Jeremia 2:12, 4:9, 18:16, 19:8, 49:17, 50:13, Jesaja 59:16, 63:5,

Ezechiël 3:15, 26:16, 27:35, 28:18, 32:10, Daniël 8:27

12

Page 15: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

historisch is deze uitleg logisch. Ten slotte geeft de Bijbel zelfs aanwijzingen dat er in de toekomstinderdaad wéér zoiets gaat gebeuren. 66 Ook Daniël gaf al aan dat dit zich in de tijd van het einde of de voleinding af zal spelen. In paragraaf 24 zullen we de rest van deze rede op de Olijferg bespreken en helemáál afrekenen met de onjuiste uitleg van de preteristen.

7. De troon van David

Verder is er nog een misverstand over de troon van David. Preteristen menen dat Jezus nú al op de troon van David zit. Als we echter in het Oude Testament kijken, wordt dit telkens als een technische term gebruikt om de fysieke, aardse troon van het Davidische koninkrijk te beschrijven. 67 Allereerst is deze troon dus niet geestelijk, en ten tweede is de troon op aarde en dus niet in de hemel. De preteristen gaan dus tweemaal mank. Tóch blijven zij stellig beweren dat Jezus écht op de geestelijke troon van David in de hemel zit en wel vanwege de volgende argumenten:

A. God spreekt in het Bijbelboek Jeremia 68 een vloek uit over de bloedlijn van Chonia. Men gaat hier echter voorbij aan het feit dat er staat dat er geen enkele nazaat van Chonia op de troon van David meer zal zitten. Jezus was echter géén fysieke nazaat van Chonia, want omdat Hij maagdelijk ontvangen was, stamde Hij af van Nathan, 69 een andere zoon van David en niet van Salomo. 70 Dáárom stamde Hij dus ook niet van Chonia af, die op zijn beurt wél weer van Salomo afstamde. De vloek op zichzelf was dus al een hint naar een maagdelijke geboorte, als u er diep over nadenkt. Dát was namelijk de enige manier om tóch de koninklijke lijn gegarandeerd te houden. 71 Zo kon Jozef tóch de wettelijke vader zijn, terwijl hij van Salomo afstamde, maar Maria de biologische moeder, die niet van Salomo afstamde en dus ook niet van Chonia. Zo werd de vloek opgeheven en zou er tóch een Zoon van David op de troon zitten, maar géén zoon van Chonia.

B. Daarnaast zijn er enkele teksten te vinden in het Nieuwe Testament waarin het líjkt alsof Jezus op dít moment op de troon van David zit. Dat is echter een inferentie van de preteristen, want datstaat nérgens letterlijk. De belangrijkste tekst daarvoor vinden we in het boek Handelingen. 72 Hier staat echter een citaat 73 waarin de troonzetting van Jezus in de toekomstige tijd moet worden gelezen. Petrus citeert dus een gedeelte waarin David profeteert dat érgens in de toekomst, Jezus inderdaad op zijn troon zal zitten. Nérgens zegt Petrus dat die gebeurtenis op dátmoment al een feit is.

66 2 Thessalonicenzen 2:3-4, Openbaring 11:1-267 2 Samuël 3:10, 1 Koningen 1:13, 37, 47, 2:12, 24, 33, 45, 3:6, 5:5, 8:20, 25, 9:5, 1 Kronieken 29:23, 2 Kronieken 6:10, 16, 7:18,

Psalm 132:11, Jesaja 9:7, 16:5, Jeremia 16:5, 17:25, 22:2, 4, 30, 29:16, 33:17, 21, 36:30, Lukas 1:3268 Jeremia 22:29-3069 Lukas 3:31. Lukas beschrijft hier de stamboom van Maria.70 Mattheüs 1:6. Mattheüs beschrijft hier de stamboom van Jozef.71 In Numeri 27:1-11 vinden we het verhaal van de dochters van Zelafead. Omdat zij de enige 5 kinderen waren en er geen zonen

in zijn geslacht waren, zaten ze met een probleem. Hun erfrecht in het beloofde land stond op het spel. De HEER bepaalde in vers 6 daarom dat indien er geen zoon is en de vader sterft, het erfrecht overgaat op de dochter. Dit lost dan ook het ‘probleem’ van Maria op, die een dochter was van Heli.

72 Handelingen 2:3073 Psalm 132:11

13

Page 16: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

C. Een ander preteristisch argument komt vanuit de brief aan de Hebreeën. 74 Oppervlakkig gezienlijkt het hier inderdaad alsof Jezus al op de troon van David zit, maar we dienen de tekst zorgvuldig te ontleden. Allereerst wordt nérgens de naam David genoemd in dit hoofdstuk. Wél wordt gemeld dat Hij aan de rechterhand zit van God in de hoogste hemelen. Dat is echter iets anders! Ook wordt verteld dat Jezus’ troon tot in eeuwigheid bestaat. Dit is een citaat uit een Psalm, 75 en we kunnen daarom ook niet stellen dat Jezus op het moment dat de zonen van Korach deze Psalm schreven, al op de troon van David zat. Wanneer we teruggaan naar de oorsprong van het citaat wordt zelfs nergens duidelijk dat Iemand anders dan God op die troon zit. De schrijver van de Hebreeënbrief haalt deze tekst dus vooral aan om de autoriteit van Jezus te koppelen aan die van God. Dat álle dingen aan Hem onderworpen zijn. In een later hoofdstuk van de brief aan de Hebreeën 76 lezen we wat er precies met die rechterhand van God bedoeld wordt. Hij is Priester en oefent in deze periode dat ambt uit, tot al Zijn vijanden tot een voetbank voor Zijn voeten zijn gemaakt. Hij is weliswaar Koning, maar nog niet in dat ambt bevestigt. Vergelijk het met David, die al tot koning gezalfd was, maar nog moest wachten tot Saul zijn troon opgaf. Het duurde jaren voor David zijn troon kon opeisen. Dit is een prachtig model voor wat we nu zien. Jezus ís al de Gezalfde Koning, maar satan is nog steeds de god van deze wereld, vertelt Paulus. 77 Hij zal nog volledig overwonnen moeten worden, voordat Jezus Zijn koningschapvolledig is geïnstalleerd. Zijn er nu, op dit moment van schrijven, vijanden van God in de wereld Natuurlijk. Hieraan weten we dus dat Jezus nog steeds aan de rechterhand van God zit, tot het moment dat al Zijn vijanden tot een voetbank voor Zijn voeten zijn gemaakt. Daarná vervult Jezuseen andere rol! Die rol wordt duidelijk als we het boek Openbaring volgen. 78 Hij zal het Koningschap gaan opeisen en uitoefenen, iets wat Hij nog niet heeft gedaan, ook al is Hij alreeds gezalfd als Koning. Net als David.

D. Het laatste argument dat preteristen aanvoeren, komt uit Openbaring. 79 Hier staat dat Jezus de overwinnaar zal zetten op Zijn troon, omdat ook Jezus overwonnen heeft. Vervolgens staat er dat Jezus sámen met Zijn Vader op Zijn Vaders troon zit. Over hoeveel tronen lezen we hier dus Juist. Twee. Als u goed leest worden twee dingen duidelijk. Jezus is op dit moment samen met ZijnVader op Zijn Vaders troon (dat is dus níet Davids troon!) En er komt nog een moment in de toekomst, waar wij zullen overwinnen en samen met Hem op Zijn Eigen troon zullen zitten. Hebben wij al overwonnen Zijn er nog vijanden van God op deze aardbol Precies. Dan zit Jezus dus nog steeds op die ándere troon, tot het moment dat die vijanden van God tot een voetenbankzijn gemaakt. En dat is ook precies hoe het boek Openbaring opbouwt. We lezen hoe Jezus, het Lam, waardig is om de boekrol te openen. 80 Dit is een soort akte. In die tijd was het gewoonlijk dat zo’n akte in de vorm van een boekrol aan beide zijden beschreven was. Aan de buitenzijde stonden de vereisten beschreven waaraan voldaan moest worden om de inwerkingtreding te activeren. 81 Met het openen van elke van de 7 zegels gebeurt vervolgens iets. Bij de opening van het laatste zegel is de boekrol compleet geopend en kan het koninkrijk bijna komen. Maar net zoals bij de Israëlieten die onder leiding van Jozua het beloofde land in wilden nemen, was er nog een strijd te leveren. Hierbij werd op 7 bazuinen geblazen en stortte de stad in. 82

74 Hebreeën 1:3, 8, 1375 Psalm 45:776 Hebreeën 10:1277 2 Korinthe 4:478 Openbaring 12:10, 19:6, 20:4-679 Openbaring 3:2180 Openbaring 5:1-1481 Dr. Missler, C., The Kinsman-Redeemer82 Jozua 6:4, 20

14

Page 17: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

We zien een prachtige parallel in het boek Openbaring. Ook hier wordt 7 maal op een bazuin 83 geblazen onder leiding van een andere Jozua, 84 waarna de stad Babylon instort en het koninkrijk eindelijk écht kan komen. 85

De troon van David bestond helemaal niet in de tijd dat Jezus in Galilea rondwandelde. Er was een vazalkoning aan de macht, die onder direct bewind stond van de keizer. Deze vazalkoning was niet eens een Israëliet, laat staan van de stam van Juda. 86 Herodes was de zoon van Antipater, een Edomiet. 87 De troon van David was niet meer bezet sinds Chonia een vloek over zich kreeg. Het volk werd in ballingschap geleid en kwam 70 jaren later wel terug, maar zonder koning. Er waren toen slechts stadhouders, zoals Zerubbabel, die weliswaar uit de stam van Juda kwam en zelfs van David en Chonia afstamde, maar hij zat niet op de troon van David als koning, precies zoals de HEER had voorspeld. 88 In de opeenvolgende rijken werd het er echter niet beter op, en uiteindelijk moest een stel Levieten die zich de Makkabeeën noemden zelfs de macht grijpen omdat de Seleucidische heerser Antiochus Epiphanes het wel héél bont maakte. Ook hun bewind was maar van korte duur, want nadat de Romeinen de Grieken versloegen waren niet de Makkabeeën, maar de Herodianen aan de macht, die op hun beurt weer onder bewind stonden van de keizer. Er was dus absoluut geen sprake van de beloofde fysieke aardse troon van David. In paragraaf 15 gaan we hier nog veel dieper op in, als het gaat over wát het beloofde koninkrijk nu precies was, is of gaat worden.

83 Openbaring 8:684 In het Hebreeuws is de naam van Jozua Yehoshua, wat feitelijk dezelfde naam is als Die van Jezus.85 Openbaring 11:15-17, 14:886 Genesis 49:10, Hebreeën 7:1487 Encyclopedia Britannica, Herod88 Jeremia 22:29-30

15

Page 18: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Hoofdstuk II: Zeven zekerheden

8. De terugkomst

Meteen aan het begin van het boek Handelingen 89 vertelt Jezus hoe Hij weer terug zal keren. Hij vertelt dat dit nét zo zal zijn als de manier waarop Hij gekomen is. Jezus was op dat moment op de Olijferg, 90 gehuld in een wolk. 91 Deze details zijn uiterst belangrijk!

In het boek Zacharia 92 lezen we dat Jezus Zijn voet op de Olijferg zal zetten, in de tijd van de dag van de HEER. 93 Dít gaat overduidelijk over het moment dat Jezus terugkomt. De beschrijving die vervolgens gegeven wordt, geeft meer informatie over het evenement. We krijgen de volgende eitra details:

A. De heidenvolken worden verzameld tegen Jeruzalem. 94

B. De stad wordt ingenomen en geplunderd. 95

C. De helft van de stad zal in ballingschap worden gevoerd. 96

D. Een overblijfsel van de mensen blijft in de stad wonen. 97

E. De HEER zal uittrekken zoals de dag dat Hij streed op de dag van de strijd. 98

F. De Olijferg zal in tweeën gespleten worden. 99

G. Er zal een vallei ontstaan van oost naar west. 100

H. Er zal levend water stromen vanuit Jeruzalem. 101

I. De HEER zal Koning worden over de hele aarde. 102

J. Het land zal als de Vlakte worden. 103

K. Jeruzalem zal onbezorgd wonen. 104

L. De volken die streden tegen Jeruzalem, zullen worden getrofen met een plaag. 105

M. De overgeblevenen zullen elk jaar naar Jeruzalem gaan om Sukkot te vieren. 106

N. Er zal geen regen meer vallen op de mensen die dat níet doen. 107

O. Er zal geen Kanaäniet meer zijn in het huis van de HEER. 108

89 Handelingen 1:1190 Handelingen 1:1291 Handelingen 1:992 Zacharia 14:493 Zacharia 14:194 Zacharia 14:2a95 Zacharia 14:2b96 Zacharia 14:2c97 Zacharia 14:2d98 Zacharia 14:3. De HEER streed ook in de strijd tegen Jericho, in Jozua 5:13-6:21.99 Zacharia 14:4a100 Zacharia 14:4b101 Zacharia 14:8102 Zacharia 14:9103 Zacharia 14:10104 Zacharia 14:11105 Zacharia 14:12106 Zacharia 14:16107 Zacharia 14:17108 Zacharia 14:21

16

Page 19: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Bovenstaande samenvatting is nogal uitgebreid, maar dat is omdat u na deze bijna uitputtende bespreking hopelijk in zult zien dat dit op geen énkele manier historisch al vervuld is. Laten we eens beginnen met de zogenaamde verzameling door de heidenvolken tegen Jeruzalem. Merk op dat de aanvallers in het meervoud genoemd worden. Heidenvolken. Meerdere naties dus. Dit gaat specifek over een tekst die Zacharia twee hoofdstukken eerder al noemde. 109 Het moment dat álle volken van de aarde zich tegen Jeruzalem zullen verzamelen. Ook Openbaring 110 spreekt hierover. Net zoals de troepen zich op D-Day niet eerst in Normandië, maar in Engeland verzamelden, verzamelen de troepen die tégen Jeruzalem zullen strijden zich eerst in Megiddo. 111 Dit is dezelfde plek als Armageddon. 112 Pas daarná zullen zij tegen Jeruzalem optrekken.

Preteristen denken dat het hier gaat over het moment dat het Romeinse generaal Titus Vespasianus met zijn troepen Jeruzalem omsingelde en de stad en tempel vernietigde in 70 AD. 113

Er is echter één probleem. De Romeinen waren slechts één volk. Niet meerdere volken, zoals Zacharia vermeldt. Nu zullen de preteristen redeneren dat er in die legioenen mensen uit allerlei overwonnen volken dienden en derhalve de profetie op 70 AD slaat. Die uitleg strookt echter nog steeds niet met de tekst uit Zacharia 12, waar staat dat álle volken van de aarde zich tegen Jeruzalem zouden verzamelen. Het wordt lastig om te bewijzen dat dit écht zo is. Want deden de inheemse stammen van de Amerika’s en Australië bijvoorbeeld ook mee De preteristen zullen dus erg creatief met de uitleg van deze profetie moeten zijn. Dit is nog maar een klein voorbeeld van het gebrek aan duidelijke hermeneutiek. We zullen dit bij de preteristen nog veel vaker waarnemen.

Tijdens de vernietiging van Jeruzalem werden ongeveer 1,1 miljoen Joden vermoord en een kleine 100.000 Joden werden in slavernij gebracht, vertelt de Joodse geschiedschrijver Josephus. 114 Als we dit al met ballingschap mogen vertalen, komt het niet eens in de buurt van de helft, waar Zacharia over spreekt. Het is nog niet eens een tiende. Ook hier zien we dus weer dat de preteristen de uitleg wel met een finke korrel zout nemen.

Ook de claim dat het overblijfsel van de Joden in de stad mocht wonen, zoals Zacharia beschrijft, slaat op de situatie na de vernietiging van de stad in 70 AD, is niet valide. Er was niet eens een stad meer om ín te wonen. Josephus vertelt dat de stad wel zó eitreem vernietigd was, dat er geen steen meer op de andere lag. De fundamenten werden opgegraven om zelfs die stenen nog te verspreiden. Zelfs de bomen waren omgehakt. Er was niet eens meer iets over om te vernietigen. 115

De Olijferg zou volgens de profetie van Zacharia in tweeën gespleten moeten worden. Volgens de logica van de preteristen zou dit dus ook al gebeurd moeten zijn. Dat is echter niet het geval. De Olijferg is nog helemaal intact. Er loopt weliswaar een grote vallei langs (de Kidronvallei), maar die was er al in de tijd van de Bijbel. 116 Bovendien loopt deze vallei van noord naar zuid en niet van oost naar west, zoals Zacharia vertelt. Er is een grote riftvallei die van de

109 Zacharia 12:3110 Openbaring 16:16, Openbaring 19:19111 Zacharia 12:11112 Blue Letter Bible, Armageddon113 Encyclopedia Britannica, Titus114 Flavius Josephus, Wars of the Jews 6:420-422115 Flavius Josephus, Wars of the Jews 6:1-2, Wars of the Jews 7:1-2116 2 Samuël 15:23

17

Page 20: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Jordaan helemaal naar Mozambique loopt, 117 maar ook deze loopt van noord naar zuid, en bovendien langs Jeruzalem dus niet er doorheen. Er is echter wel een vertakking van deze riftvallei die richting Jeruzalem loopt. De breuklijn daarvan loopt dwars door de Olijferg, van oostnaar west 118 Er bestaat dan ook een reëel risico op een aardbeving in Jeruzalem in de nabije toekomst, waarbij de Rotskoepel bijvoorbeeld groot gevaar loopt. 119 120

Er zal levend water stromen vanuit Jeruzalem naar de Dode Zee en de Middellandse Zee. Isdit al gebeurd Natuurlijk niet. De Dode Zee is nog steeds zo dood als een pier. En er komt al helemaal geen water vanuit Jeruzalem die kant op, of de kant van de Middellandse Zee. Ongetwijfeld zullen de preteristen zo’n tekst op een meer geestelijke manier uit willen leggen. Ditvergeestelijken ontbeert echter alle hermeneutiek. Ze bepalen als eerste wat deze tekst zou moeten zeggen en gaan vervolgens kriskras de Bijbel door om hun vooronderstelling te onderbouwen. Er bestaat in de informatietechnologie de uitdrukking:

“Als je de data lang genoeg martelt, bekent het alles.”

De HEER zal Koning worden over de hele aarde. Als iemand echter koning is, zal dat ook moeten blijken uit zijn autoriteit, die uitgeoefend kan worden. Jezus is de Gezalfde, de Messias. 121

Hij is ook ónze Koning. Maar Hij is nog géén Koning over de hele wereld. Waarom niet Omdat er nog een bezetter op de troon zit. Satan. 122 Hij wordt de god van deze wereld of in andere vertalingen de god van dit tijdperk genoemd. En dat is ook te merken. Dit is simpele deductie. Áls Jezus Koning zou zijn zoals Johannes aan het einde van het boek Openbaring 123 beschrijft, hoe kan Hij dan nu regeren met een ijzeren staf terwijl de meest verschrikkelijke dingen gebeuren in de wereld Een ijzeren staf impliceert dat er een zerotolerancebeleid is. Dat er níets gedoogd wordt. Dat is ook de strekking van allerlei passages die we op andere plekken vinden in de Bijbel, waar het gaat over dat koninkrijk van 1000 jaar. Jesaja vertelt bijvoorbeeld dat een man als een 100-jarige kan sterven en nog steeds beschouwd wordt als een jongeman. 124 Dit gaat duidelijk niet over de periode waar we nu in leven. Maar het gaat óók niet over de eeuwigheid die nog zal komen, want daar zal helemaal geen dood meer zijn. 125 Dit gaat dus over die bijzondere periode die veel christenen het millennium noemen. Het 1000-jarige rijk waarin Jezus écht Koning is en waar Johannes over schrijft, bijna aan het einde van het boek Openbaring. Maar Johannes is niet de enige. Jesaja vertelt ook dat in die periode mensen nog steeds zonde kunnen doen, maar daarvoor vervloekt worden. 126 Zonden zullen echter verzoend kunnen worden door middel van zondofers, vertelt Ezechiël. 127 Hij vertelt 9 hoofdstukken lang in detail over een letterlijke tempel.De details zijn zó uitgebreid dat dit onmogelijk een ‘geestelijke tempel’ kan zijn, zoals veel preteristen zullen willen beweren. Er lopen hele priesterordes in rond. 128 Zelfs hun kledingvoorschriften worden tot in detail beschreven. 129 Aangezien er géén tempel zal zijn in de

117 Encyclopedia Britannica, East African Rift System118 Atlas of Israël, p. 17 (1985)119 NBC News, Jerusalem’s Old City At Risk in Earthquake120 Arutz Sheva, Jerusalem’s Natural Fault Lines and the EU121 Het Hebreeuwse woord Moshiach betekent dan ook ‘Gezalfde’122 2 Korinthe 4:4123 Openbaring 20:1-6124 Jesaja 65:20b125 Openbaring 21:4126 Jesaja 65:20c127 Ezechiël 45:23128 Ezechiël 44:15129 Ezechiël 44:18

18

Page 21: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

eeuwigheid, 130 gaat dit dus over een gebouw in het verleden, de huidige tijd, de grote verdrukkingóf het millennium. Vandaag de dag staat er nergens een Joodse tempel, dus die periode valt al af. In de grote verdrukking zál er een tempel staan, maar deze zal vrijwel zeker door mensenhanden gebouwd worden, terwijl de tempel waar Ezechiël over spreekt door Jezus Zélf wordt gebouwd. 131

De preteristen zullen beweren dat het hier over de tempel gaat die er in Jezus’ tijd stond, maar de afmetingen daarvan waren heel anders. De eerste tempel van Salomo was 60 el lang, 20 wijd en 30 hoog. 132 De tweede tempel, van Zerubbabel, was 60 el breed én 60 el hoog. 133 Vreemd genoeg wordt er geen afmeting gegeven voor de lengte. Deze tempel werd later gerestaureerd én uitgebreid door Herodes. De afmetingen van die tempel (soms ook wel de derde tempel genoemd, maar in feite nog steeds dezelfde tempel als de tweede, alleen dan groter) waren hetzelfde, alleen was het gebied eromheen wel veel ruimer gemaakt; ongeveer 180 bij 240 el. 134 De tempel van Ezechiël is echter 500 el breed én 500 el lang. 135 Er blijft dus maar één mogelijkheidover. De tempel die Ezechiël beschrijft, moet in het millennium worden geplaatst. Ook andere passages in Ezechiël maken dit duidelijk. Zo wordt er net als in Zacharia gesproken over heilig water dat uit Jeruzalem de Dode Zee instroomt. 136 De preteristen zullen dit graag willen ‘vergeestelijken’, maar ook hier zien we weer dat er heel specifeke vissen worden genoemd en ook heel specifeke geografsche plaatsen. Dat wordt dus erg lastig. Ook de verdeling van het land, verderop in het hoofdstuk 137 is net als het heilige water dat uit Jeruzalem stroomt nog niet precies zo gebeurd.

Eerder in het boek Jesaja lezen we ook over dit koninkrijk van Jezus. 138 Hier wordt dezelfdeterminologie gebruikt als uit het stuk dat we al eerder lazen. Een wolf zal naast het lam liggen. Maar merk op dat Jezus absoluut geen gedoogbeleid heeft!

“Hij zal de armen recht doen in gerechtigheid en de zachtmoedigen van het land zal Hij met rechtvaardigheid vonnissen. Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden. Want gerechtigheid zal de gordel om Zijn heupen zijn, en de waarheid de gordel om Zijn middel.” 139

Áls Jezus op dít moment dus al regeert als Koning in Zijn koninkrijk, hóe kan het dan dat deongerechtigheid nog steeds niet bestraft wordt Er zijn talloze passages waaruit blijkt dat er absolute gerechtigheid is in dit toekomstige koninkrijk. Dat er bijvoorbeeld geen oorlog meer zal zijn. 140 De implicatie van absolute gerechtigheid is dat niets onbestraft blijft, want hoe kan Hij Zichzelf anders de rechtvaardige Koning noemen Dat rechtvaardige oordeel zal niet uitgesteld worden, maar snel komen. 141 Dit zien we bijvoorbeeld heel duidelijk aan het einde van Zacharia, waar geen regen zal vallen op de rebellerende naties en waar plagen over hen zullen komen. 142

130 Openbaring 21:22131 Zacharia 6:12132 1 Koningen 6:2133 Ezra 6:3134 American Bible Academy Research Centre, Herod the Great: Special Study, p. 815-816135 Ezechiël 45:2136 Ezechiël 47:1-12, vergelijk Zacharia 14:8137 Ezechiël 47:13 tot 48:35138 Jesaja 11:1-10139 Jesaja 11:3-4140 Jesaja 2:4141 Jesaja 16:5142 Zacharia 14:17-19

19

Page 22: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Zacharia 14 kan dus nóóit over de periode gaan waar we nu in leven, zoals we hebben gezien. Er zijn nog steeds oorlogen. De wapens zijn nog niet omgesmeed tot ploegscharen. Er stroomt nog steeds geen letterlijk water vanuit Jeruzalem de Dode Zee in. De Olijferg is nog niet in tweeën gesplitst. Er is van daar geen lange vallei die naar het oosten loopt en uitkomt bij de Vlakte. Er is nog nooit zo’n tempel geweest als Ezechiël beschrijft. Ongerechtigheid wordt nog steeds niet snel bestraft. De rest van het land is nog niet als de Vlakte geworden. Jeruzalem woontnog steeds niet onbezorgd. Zet het nieuws maar eens aan. Bij lange na niet álle volken zijn tegen Jeruzalem opgetrokken, laat staan dat zij met plagen getrofen werden. Lang niet iedereen viert Sukkot, in tegenstelling tot wat Zacharias beweert. De meeste mensen niet, zelfs veel christenen niet eens. Moet ik nog doorgaan Het is wel zo klip en klaar dat Jezus nog níet is teruggekomen zoals Hij is weggegaan, zoals Handelingen meldt. Zacharia 14 is immers nog niet vervuld, zoals weoverduidelijk hebben vast kunnen stellen.

Verder vinden preteristen dat Jezus wel degelijk is teruggekomen in de vorm van de Heilige Geest, maar hiermee maken zij een gevaarlijke bewering. De Heilige Geest is dan wel de Plaatsvervanger, maar Hij is niet eiact Dezelfde als Jezus! Jezus móest namelijk wel weggaan, want anders kán de Heilige Geest niet eens komen, vertelt Johannes. 143 Hiermee is dus wel duidelijk dat ondanks de Drie-eenheid, er tegelijk een duidelijke scheidslijn ligt tussen de drie Personen; God, Jezus en de Heilige Geest. Te beweren dat de Heilige Geest eiact Dezelfde is als Jezus, is gevaarlijk. Want als Jezus hier op aarde is in de vorm van de Heilige Geest, is Hij dus niet meer in de hemel als onze Hogepriester. En dan heeft zijn hemelvaart ook geen functie gehad. Natuurlijk is Jezus in geestelijke zin aanwezig hier op aarde, maar we hebben het hier over de letterlijke terugkeer van Jezus in een fysiek lichaam. Nét zoals Hij is weggegaan dus, in een fysiek lichaam. Precies zoals Lukas in Handelingen meldt. De preteristen vergeestelijken het liefst alles wat zij niet uit kunnen leggen, maar zo simpel is dat niet. Als Jezus alleen geestelijk vertrokken was op die pinksterdag, dan zou hun claim misschien nog waar zijn. Maar dat is simpelweg niet zo. Jezus vertrok lichámelijk! En Hij komt dus ook op dezelfde manier weer terug, op een wolk. Geen geestelijke wolk. Nee. Een letterlijke. Want zo zagen zijn discipelen Hem ook vertrekken.

9. De ketting van Satan

Aan het einde van het boek Openbaring 144 vertelt de engel Johannes dat Satan 1000 jaar opgesloten zal worden in de bodemloze put, zodat hij de volken niet meer kan verleiden. Hoe kan een preterist dit punt ooit uitleggen Want vandaag de dag zien we maar al te goed dat Satan mensen verleidt. Er zijn elke dag nog gruwelijkheden. Denk alleen al aan de holocaust. Er zijn daarom preteristen die beweren dat die 1000 jaar meteen inging na de vernietiging van de tempelin 70 AD, maar ook dat uitgangspunt is moeilijk te verdedigen. Want de christenvervolgingen gingen gewoon onverminderd door. 145 Er waren in die periode ook gruwelijke dingen gaande. Die gingen door tot in de 4e eeuw. In de 12e eeuw startte de Rooms Katholieke Kerk echter met de zogenaamde inquisities, die evenzo gepaard gingen met veel geweld en marteling. 146 Dat is nog maar een kleine greep uit de gruwelijkheden uit de geschiedenis waarbij mensen zich hebben laten misleiden door Satan zelf. De 1000 jaren van vrede en rechtvaardigheid, waar Satan opgesloten zit, passen letterlijk nérgens. Om die reden nemen de preteristen de 1000 jaren ook niet letterlijk. Dat is natuurlijk onwaar. Hier komen we zo direct én in paragraaf 34 op terug.

143 Johannes 16:7144 Openbaring 20:1-10145 BBC History, Christianity and the Roman Empire146 Britannica, Inquisition

20

Page 23: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

10 . De 7000 jaren

De 1000 jaren uit Openbaring sluiten een bepaalde periode af. Natuurlijk spreekt het boek Openbaring regelmatig in symboliek, maar die wordt altijd ergens anders uitgelegd. 147 Aangeziende 1000 jaren maar op 2 plekken in de Bijbel in vergelijkende vorm worden genoemd, moeten we als eerste naar deze passages gaan om te zien wat die 1000 jaar dan communiceert. De eerste passage vinden we in de tweede zendbrief van Petrus. 148

“Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar enduizend jaar als één dag. De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. Maar de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.”

Merk allereerst op dat de conteit van deze verzen de zogenaamde ‘dag van de HEER’ is. Petrus citeert hier een gedeelte van een Psalm 149 en brengt dit in verband met de eindtijd. Dit is héél belangrijk! Één dag is dus voor God als 1000 jaar en andersom. Die twee ideeën houden daarom verband met elkaar. Ook de schrijver van de Hebreeënbrief zinspeelt hierop. Hij brengt het ingaan van het beloofde land in verband met de 7e dag en noemt dit de ‘rust’. 150 Hij vertelt hierdat er nog een ‘sabbatsrust’ over is, waarmee hij natuurlijk hint naar die laatste ‘dag’ van 1000 jaar: een rijk van vrede, rechtvaardigheid en rust. Dit staat er niet heel eipliciet, en vinden we ook nergens letterlijk in de Bijbel, maar het is een idee dat onder de Joden altijd is geweest. 151

Betekent dit nu dus dat we de 1000 jaren symbolisch moeten nemen en dat het élke periode kan betekenen die we het maar toe willen schrijven Nee. Absoluut niet. Áls er al een periode is die symbool staat voor 1000 jaar, is het 1 dag. Verder worden er geen andere periodes genoemd. En dat is bewust. Om zo die twee ideeën van de sabbat en de laatste 1000 jaar met elkaar in verband te brengen. Denkt u dat dat laatste vrederijk maar 1 dag duurt Ik denk het niet. Lees Zacharia 152 er maar eens op na. Hoe kunnen de volken van jaar tot jaar opgaan tot Jeruzalemom het Loofuttenfeest te vieren, als dit rijk maar 1 dag duurt En nee, deze passage gaat niet over de hemel, want hoe kunnen daar plagen zijn

Maar liefst zes keer vertelt Johannes in Openbaring dat het hier om 1000 jaren gaat. Dat is op zichzelf misschien al een hint dat er 6000 jaren zullen zijn, waarna een ‘sabbatsrust’ van 1000 jaar overblijft. Laten we eens kijken wat de Bijbel er nog meer over zegt.

“Spreek tot heel de gemeenschap van Israël: Op de tiende dag van deze maand moet ieder voor zich een lam per familie nemen, een lam per gezin. Maar als het gezin te klein is voor een lam, dan moet hij er samen met de buurman, die het dichtst bij zijn gezin woont, één nemen, overeenkomstig het aantal personen. U moet bij het lam rekening houden met wat ieder eten kan. U

147 Openbaring 1:4 spreekt bijv. over 7 Geesten. In Jesaja 11:2 wordt uitgelegd wat hiermee wordt bedoeld. Openbaring 1:12 spreekt over 7 kandelaren. In vers 20 van hetzelfde hoofdstuk wordt uitgelegd wie dit zijn. Dit zijn de 7 gemeenten van hoofdstuk 2 en 3. Dr. Chuck Missler maakte een lijst van maar liefst 800 symbolen en de plaats waar zij naar verwijzen, in appendix C van zijn boek Cosmic Codes (p. 409, 2e druk, 2004). Niet álles is echter een symbool.

148 2 Petrus 3:8-10149 Psalm 90:4150 Hebreeën 4:1-11151 Barnabas spreekt hier bijvoorbeeld over in de zendbrief van Barnabas 15:4-9152 Zacharia 14:16-19

21

Page 24: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

moet een lam zonder enig gebrek hebben, een mannetje van een jaar oud. U moet het van de schapen of van de geiten nemen. U moet het in bewaring houden tot de veertiende dag van deze maand, en heel de verzamelde gemeenschap van Israël zal het slachten tegen het vallen van de avond.” 153

Het is bijzonder dat het lam op de 10e van de maand in het huis gebracht moest worden, maar pas op de 14e van de maand geslacht werd. Waarom die 4 dagen wachten Wat is daar het idee achter Het Oude Testament zit vol met dit soort ‘modellen’. Paulus gebruikt ze continu om een vergelijking te maken met ons geloofsleven. Denk aan de ‘doop van het volk in de Wolk en in de Rode Zee’ die hij vergelijkt met onze doop in de Heilige Geest en in het water. 154 Of aan onze zonden die weggedaan moeten worden als wij gemeenschap willen hebben met Jezus, wat hij vergelijkt met het wegdoen van het zuurdesem bij het Pesachfeest. 155 De voorbeelden zijn eindeloos. Ook deze 4 dagen uit Eiodus staan ergens model voor. Want waarom stierf Jezus niet meteen na de zondeval, als Ofer voor onze zonden Waarom wachtte Hij 4000 156 jaar Misschien wel omdat het model uit Eiodus dit voorspelde, als we de 4 dagen eitrapoleren naar 4000 jaar. Op dit punt ben ik nog voorzichtig met deze these, maar een passage uit Hosea 157 lijkt dit idee absoluut te bevestigen.

“Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan en zullenwij voor Zijn aangezicht leven.”

Als we net als in de vorige voorbeelden 1 dag als 1000 jaar rekenen, zit er een belangrijke belofte verborgen in deze passage uit Hosea. Bovendien zou ik niet weten waar deze tekst ánders op zou moeten slaan. Het hoofdstuk ervoor eindigt namelijk met de belofte dat God weer teruggaat naar Zijn woonplaats. Dat impliceert dat Hij het verlaten heeft! Laat dat eens op u inwerken. Wanneer verliet God Zijn woonplaats Toen het voorhangsel scheurde, 158 in 32 AD, 159 vlak na de kruisiging. Daarna vertelt Hosea dat de Joden Hem ernstig zullen zoeken in hun benauwdheid. Die benauwdheid is de dag van de HEER. 160 Ze zullen teruggaan naar Hem, vertelt Hosea vervolgens. Dit vertelt ook Zacharia; dat zij zullen rouwen om Hem Die zij hebben doorstoken. 161 Het is allemaal zó verschrikkelijk duidelijk, dat het verbazingwekkend is dat de preteristen dit niet zien of wíllen zien. Openbaring 162 vertelt ten slotte namelijk dat de Joden inderdaad levend worden gemaakt aan het begin van het 1000-jarige rijk. Dit is dus na de 2e dag, waar Hosea van spreekt. Ná het 1000-jarige rijk, dus op de 3e dag, zal de laatste dispensatie of bedeling 163 aanbreken en zullen zij voor Zijn aangezicht leven. In totaal brengt ons dit dus op 7000jaren. 4000 tot aan de geboorte van Jezus, 2000 tot aan de terugkomst en 1000 jaren van vrede, rust en gerechtigheid. Daarná zal iedereen voor Zijn aangezicht leven tot in eeuwigheid.

Ten slotte wil ik nog een andere overweging noemen. In Genesis 164 spreekt God naar Noach uit dat Zijn Geest niet altijd met de mens zal blijven, maar dat de dagen van de mens 120 153 Exodus 12:3-6154 1 Korinthiërs 10:2155 1 Korinthiërs 5:6-8156 Answers in Genesis, The World: Born in 4004 BC?157 Hosea 6:2158 Mattheüs 27:50159 Dr. Missler, C., Daniels 70 Weeks160 Jeremia 30:7161 Zacharia 12:10162 Openbaring 20:4163 Efeze 1:10164 Genesis 6:3

22

Page 25: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

jaren zullen zijn. Het woord dagen heb ik hier gecursiveerd, omdat dat een inferentie is van de vertalers. Het woord dat hier in het Hebreeuws staat, is yomim en kan meer betekenissen hebben.Het kan dagen betekenen, maar ook jaren of zelfs periodes. Het woord is weliswaar meer dan tweeduizend keer als dagen vertaald, maar ook 64 keer als periode. In Leviticus wordt het zelfs als eenheid gebruikt bij het beschrijven van een jubeljaar. 165 Ook het Hebreeuwse woord shannah, wat primair jaar betekent, draagt een rijkere betekenis met zich mee en kan in sommige gevallen ook duiden op de repetitie van bepaalde periodes. 166 Ook een jubeljaar is repetitief.

Waarom ik dit vertel, is om de simpele reden dat de gangbare twee manieren dat deze passage uitgelegd worden, niet correct zijn. De eerste interpretatie is dat Noach de mensen vertelde dat zij 120 jaren de tijd kregen om zich van hun zonden te bekeren en vervolgens de vloed kwam. Wie een beetje kan rekenen, ziet echter meteen dat dit niet kan kloppen. Want Noach is 500 jaar oud in het hoofdstuk ervoor. 167 Een hoofdstuk later lezen we dat de vloed op de aarde was toen Noach 600 jaar oud was. 168 Dit kán dus niet de betekenis zijn van deze profetie.

De andere interpretatie van deze tekst is dat de mens niet langer meer dan 120 jaren zou leven na de zondvloed. Maar ook die uitleg is niet consequent vol te houden, want we zien na de zondvloed dat Sem 600 jaar oud wordt, Arpaiad wordt 465, Selah 433, Heber 464, Peleg 239, Rehu 239, Serug 230, Nahor 148, 169 Terah 205, 170 Abraham 175, 171 Ismaël 137, 172 Izaäk 180, 173 Jakob147, 174 Levi 137, 175Kehath 133, 176 en Amram 137. 177 We zijn dan al zo’n 900 jaar ná de zondvloed en nog stééds worden de mensen ouder dan 120. Wellicht zegt u: “Oh, maar de leeftijd wordt wel korter en uiteindelijk wordt niemand meer ouder dan 120.” Ook dat is niet helemaal waar. Want eeuwen later duikt daar opeens Jojada op, die maar liefst 130 werd. 178 We zijn dan inmiddels wéér zo’n 1000 jaar verder. Zelfs in de 90’er jaren van de vorige eeuw was er nog een Franse vrouw die 122 jaar oud werd. 179 Ook deze uitleg is dus absoluut niet geldig.

Mijns inziens blijft er dus maar één mogelijkheid over. De perioden waarover gesproken wordt in deze tekst in Genesis, zijn geen perioden van jaren, maar van jubeljaren. Een simpele rekensom van 120i50 jaren (een jubeljaar is 50 jaar) 180 brengt ons bij 6000 jaren. Zo lang blijft de Heilige Geest bij de mens. Daarna zal de Geest tijdelijk uit ons midden verdwijnen, 181 en zal er een korte periode van grote verdrukking volgen, waarna de laatste 1000 jaar een periode van vrede is.

165 Blue Letter Bible, Leviticus 25:8166 Cahn, J., The Book of Mysteries, p. 3167 Genesis 5:32168 Genesis 7:6169 Genesis 11:10-25170 Genesis 11:32171 Genesis 25:7172 Genesis 25:17173 Genesis 35:28174 Genesis 47:28175 Exodus 6:15-16176 Exodus 6:17-18177 Exodus 6:19-20178 2 Kronieken 24:15179 New York Times, Jeanne Calment, World’s Elder, Dies at 122180 Leviticus 25:10181 2 Thessalonicenzen 2:7

23

Page 26: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

11. De vervulling

Preteristen beweren dat alle of bijna alle profetieën al aan het begin van de jaartelling vervuld zijn. Met de stichting van de moderne staat Israël kunnen ze daarom niet zoveel. Men wuift dit weg als niet-signifcant en probeert dit los te weken van de diverse profetieën die met de stichtingvan deze staat werden vervuld. Sommigen claimen dat deze mensen valse Joden zijn en anderen zeggen weer dat het feit dat deze Joden Jezus nog niet hebben geaccepteerd, al bewijs is dat dit niet kan zijn waar de Bijbel over spreekt. Maar hier vergissen zij zich fink. Want nergens zegt de Bijbel dat de Joodse staat wedergeboren wordt in geloof. Eerder het omgekeerde. Lees bijvoorbeeld deze tekst uit Ezechiël. 182

“De hand van de HEERE was op mij, en de HEERE bracht mij in de geest naar buiten en zette mij neer, midden in een vallei. Die lag vol beenderen. Hij deed mij er aan alle kanten omheen gaan. En zie, er lagen er zeer veel op de grond van de vallei, en zie, ze waren zeer dor. Hij zei tegen mij: Mensenkind, zullen deze beenderen tot leven komen? En ik zei: Heere HEERE, Ú weet het! Toen zei Hijtegen mij: Profeteer tegen deze beenderen en zeg tegen hen: Dorre beenderen, hoor het woord van de HEERE. Zo zegt de Heere HEERE tegen deze beenderen: Zie, Ik ga geest in u brengen en u zult tot leven komen. Ik zal pezen op u leggen, vlees op u doen komen, een huid over u heen trekken, en geestin u geven, zodat u tot leven komt. Dan zult u weten dat Ik de HEERE ben. Toen profeteerde ik zoals mij geboden was, en er ontstond een geluid zodra ik profeteerde, en zie, een gedruis! De beenderen kwamen bij elkaar, elk been bij het bijbehorende been. En ik zag, en zie, er kwamen pezen op, er kwam vlees op en Hij trok er een huid overheen, maar er was geen geest in hen. Hij zei tegen mij: Profeteer tegen de geest, profeteer, mensenkind! Zeg tegen de geest: Zo zegt de Heere HEERE: Geest, kom uit de vier windstreken en blaas in deze gedoden, zodat zij tot leven komen. Ik profeteerde zoals Hij mij geboden had. Toen kwam de geest in hen en zij kwamen tot leven. Zij gingenop hun voeten staan, een zeer, zeer groot leger. Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, deze beenderen zijn heel het huis van Israël. Zie, ze zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vergaan, wijzijn afgesneden! Profeteer daarom, en zeg tegen hen: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal uw graven openen en Ik zal u uit uw graven doen oprijzen, Mijn volk, en Ik zal u brengen in het land van Israël. Dan zult u weten dat Ik de HEERE ben, als Ik uw graven open en als Ik u uit uw graven doe oprijzen, Mijn volk. Ik zal Mijn Geest in u geven, u zult tot leven komen en Ik zal u in uw land zetten. Dan zult u weten dat Ík, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE.”

Deze tekst gaat over de Joden die na de tweede wereldoorlog worden vergeleken met een stel dode beenderen. Tóch komen deze beenderen weer bij elkaar. Vers 8 vertelt echter heel specifek dat er nog géén Geest in hen is. Die komt later. Pas een vers later komt ook de Geest. Wat we momenteel zien is dus een staat die grotendeels haar Messias nog niet heeft ontdekt. Zij missen de Geest. We zijn nu 70 jaar verder en de verwachting is echter dat die Geest elk moment uitgestort zal worden. De stichting van de moderne staat Israël is niet zomaar toevallig. Nee. Het gebeurde op de dag nauwkeurig, als we de volgende tekst uit Ezechiël 183 in overweging nemen.

“En u, ga op uw linkerzij liggen en leg daarop de ongerechtigheid van het huis van Israël. Zoveel dagen als u erop ligt, zult u hun ongerechtigheid dragen. En Ík leg u de jaren van hun ongerechtigheid op overeenkomstig het aantal dagen: 390 dagen dat u de ongerechtigheid van het huis van Israël dragen zult. Hebt u dit voltooid, dan moet u vervolgens op uw rechterzij gaan liggen.

182 Ezechiël 37:1-14183 Ezechiël 4:4-6

24

Page 27: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Dan zult u 40 dagen de ongerechtigheid van het huis van Juda dragen. Voor elk jaar leg Ik u een dag op.”

In een ander e-book 184 leg ik uit hoe we deze profetie kunnen benaderen en hoe bizar precies deze is. Hier volgt een uittreksel van het betrefende hoofdstuk:

“In totaal heeft Ezechiël het hier over 430 dagen van ongerechtigheid van het volk Israël. 390 van het tienstammenrijk en 40 van het tweestammenrijk Juda, om precies te zijn. Van die 430 dagen (een jaar voor elke dag) van ongerechtigheid, weten we dat God het volk in elk geval 70 jaren heeft gestraft met de ballingschap. 185 Maar hoe zit het met de overige 360 jaar Die lijken nergens in de geschiedenis te passen. Getallen liegen echter niet. Blader eens mee naar het boek Leviticus 186 en pak vervolgens uw rekenmachine erbij.

"Als u dan ondanks dit alles nog niet naar Mij luistert, dan zal Ik u vanwege uw zonden zeven keer erger strafen."

We weten dat het volk Israël nadien weer snel tot ongehoorzaamheid verviel. Omdat we weten dat God niet liegt, ja zelfs niet kan liegen, is het niet raar om te denken dat God die overige 360 jaren zevenvoudig verzwaard heeft. 360 maal 7 is 2520 jaren. Zou dat getal ergens passen En vanaf welk punt moeten we dan gaan rekenen Als we het boek Daniël 187 bestuderen, zien we dat die profetie inging vanaf het decreet dat men mocht terugkeren (Daniël 9:25a) en Jeruzalem herbouwd mocht worden (vers 25b). Dan weten we echter nog niet veel meer, want tussen deze twee decreten zat 19 jaar. Koning Kores gaf de Israëlieten eerst toestemming om terug te mogen keren, 188 maar later gaf ook koning Artachsasta toestemming om de muren van Jeruzalem te herbouwen. 189 In de afeelding hieronder ziet u dat het eigenlijk niet veel uitmaakt vanaf welk decreet we rekenen.

God is niet Iemand bij Wie de term 'ongeveer' past. Omdat er wat discrepanties zijn in de kalenders, heeft dr. Missler een nauwkeurige studie gedaan, in navolging van Sir Robert Anderson, waaruit blijkt dat als we rekenen vanaf het decreet van Kores, we eiact belanden op 14 mei 1948, de dag dat de moderne staat Israël werd gesticht. Als we echter rekenen vanaf het decreet van Artachsasta, komen we in het jaartal 1967. 190 Helaas vinden we geen precieze datum

184 Unravelations, 49 profetieën die in de afgelopen eeuw vervuld werden (1e druk), p. 7-8185 Jeremia 25:11186 Leviticus 26:18187 Daniël 9:24-27188 Ezra 1:1-3189 Ezra 7:11-26190 Dr. Missler, C., Ezekiels 430 Days

25

Page 28: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

van dit decreet in Ezra 7, maar wel wordt genoemd dat Ezra met dit decreet in zijn bezit aankwamin Jeruzalem op de 1e van de 5e Hebreeuwse maand Av. Die maand valt altijd in juli of augustus. Dat betekent dus dat het decreet al eerder dan die datum is afgegeven. Het zou mij niet verbazen als dit op de 29e van de Hebreeuwse maand Iyyar plaatsvond. Dat viel in 1967 op 7 juni, de dag datIsraël weer de controle kreeg over Jeruzalem. Tussen de 1e en 3e belegering van Jeruzalem zat 19 jaar. Pas bij de laatste belegering werd Jeruzalem vernietigd, wat natuurlijk voor zich spreekt. Tussen 1948 en 1967 zit ook 19 jaar. Hoe bijzonder is het dat in het 1e geval (de belegering) na 19 jaar Jeruzalem vernietigd wordt en in het 2e geval (het herstel) Jeruzalem weer heroverd.” 191

Deze profetie bewijst onomstotelijk dat God in déze tijd iets heel bijzonders aan het doen is. Dat niet alle profetieën in het verleden zijn uitgekomen. In de volgende paragraaf lopen we maar liefst 26 andere profetieën langs die nóg beter laten zien dat dit absoluut geen toeval is en dat de omstandigheden waarin Israël weer opnieuw gesticht zou worden heel specifek voorspeld zijn in de Bijbel.

12. Zesentwintig profetieën

Preteristen willen u doen laten geloven dat God klaar is met Israël dan wel vervangen heeft door de kerk. Weer andere preteristen willen u laten geloven dat iedereen fysiek Israël is, doordat alle christenen vanaf de eerste eeuw eigenlijk al genetisch terug te voeren zijn op de zogenaamde verloren tien stammen of de bestaande twee stammen. Dat dit laatste klinkklare onzin is, zullen we in paragraaf 31 verder bespreken. Laten we eerst focussen op de volgende gedachte:

Er is wel degelijk een heel specifek fysiek Israël, dat in de Bijbel in zowel het Oude en Nieuwe Testament een heel specifeke rol heeft te vervullen in de toekomst. Hier zijn daarom 26 specifeke profetieën die sinds 14 mei 1948 door de Israëli’s vervuld zijn:

A. Israël zal voor de tweede keer uit de verstrooiing weer terugkomen in het land. 192

B. Britse schepen zullen het eerst zijn om de Israëlieten terug te brengen. 193

C. Er zal één nieuwe staat komen. Niet twee. Israël en Juda zullen één natie zijn. 194

D. Israël zal worden hersticht onder een leider genaamd David. 195

E. De opnieuw gestichte staat zal Israël genoemd worden. 196

F. De natie zal worden gesticht op de plek van de vaderen. 197

G. Israël zal 1900 jaar een woestenij zijn. 198

H. Israël zal daarna weer tot bloei komen. 199

I. Israël zal eitreme agrarische voorspoed kennen. 200

J. Er zullen weer bomen groeien in de woestijn van Israël. 201

K. Jeruzalem zal niet meer binnen de oude muren passen. 202

191 Encyclopedia Britannica, Six Day War192 Jesaja 11:11-14a193 Jesaja 60:9194 Hosea 1:11195 Ezechiël 34:23196 Ezechiël 37:9-12197 Jeremia 30:2-3198 Ezechiël 33:28199 Ezechiël 34:12-14, 25-29)200 Amos 9:12-15201 Jesaja 41:18b-20202 Zacharia 2:4

26

Page 29: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

L. Steden zullen herbouwd worden en niet-Joodse landarbeiders helpen. 203

M. Er zal olie en gas worden gevonden voor de kust van Israël en onder het zand. 204

N. Er zullen 8 leiders en 7 herders oprijzen, deels vervuld, deels nog te vervullen. 205

O. Israël zal het restant van Edom deels innemen, de rest volgt later. 206

P. Vijf Egyptische steden zullen worden veroverd door de Israëli’s. 207

Q. Israël zal weer controle over Askelon krijgen. 208

R. In modern Israël zal weer puur Hebreeuws worden gesproken als moedertaal. 209

S. Het grondgebied van Israël zal worden verdeeld. 210

T. Jemenitische en Ethiopische Joden zullen naar het thuisland komen. 211

U. Drie Israëlische steden zullen ruïnes worden. 212

V. De Sjekel zal terugkeren als munteenheid in het land Israël. 213

W. Jeruzalem zal als een probleem worden gezien door alle volken. 214

X. De oprichting van Hamas voorzegd. 215

Y. Israël zal op één dag geboren worden. 216

Z. Itzhak Rabin wordt met twee schoten in het hoofd vermoord in 1995. 217

Veel van deze profetieën zijn direct heel herkenbaar, anderen niet. In een ander e-book 218 ga ik op elk van deze profetieën heel diep in. Soms moeten we hiervoor helemaal de grondtekst induiken. Preteristen willen ons laten geloven dat al deze profetieën op ‘geestelijk Israël’ slaan, of dat wij allemaal fysiek Israël zijn. Hoe valt dit dan te rijmen Want al deze profetieën werden vervuld in een land dat een heel andere taal spreekt dan wij, een heel andere cultuur en etniciteit heeft en op een heel andere plek ligt. Preteristen willen zó eitreem veel ‘vergeestelijken’ dat het de Bijbel geweld aandoet. Men gaat hierbij voorbij aan zo gigantisch veel geografsche plaatsen en andere specifeke details die onmogelijk allemáál te ‘vergeestelijken’ zijn. Daarom breekt men vaak met de eigen hermeneutiek om tóch de tekst naar haar eigen hand te kunnen zetten en zo een uitleg te kunnen forceren die men van tevoren al had bepaald.

13. Opname versus wederkomst

De volgende zekerheid die we langslopen, is de zekerheid van de opname. Onze gezegende hoop,noemt Paulus dit. 219 Een andere zekerheid, is die van de wederkomst. Preteristen, maar ook heel veel andere eschatologen, halen dit door elkaar. Er zijn een aantal wezenlijke verschillen.

203 Jesaja 61:4-5204 Deuteronomium 33:18-19, 24205 Micha 5:4b-5206 Amos 9:11-12207 Jesaja 19:16-18208 Zefanja 2:7209 Zefanja 3:9210 Joël 3:1-2211 Jesaja 43:3-7212 Mattheüs 11:2-24213 Ezechiël 45:12214 Zacharia 12:2-3a215 Amos 6:1-3216 Jesaja 66:8217 Genesis 15:17-18218 Unravelations, 49 profetieën die de afgelopen eeuw vervuld werden (1e druk), p. 3-21, 24219 Titus 2:13

27

Page 30: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Opname: Wederkomst:

Goeien gaan eerst, kwaden blijven achter 220 Kwaden gaan eerst, goeien blijven achter 221 Jezus oogst Zélf 222 Engelen oogsten 204

Jezus oogst het hele veld 223 Engelen oogsten de vier hoeken 224

Jezus komt vóór Zijn heiligen 225 Jezus komt mét Zijn heiligen 226

Jezus’ voet raakt aarde niet 227 Jezus’ voet raakt Olijferg aan 228

Komt snel en onzichtbaar 229 Komt langzamer, elk oog zal Hem zien 230

U kunt de dag zien naderen 231 Niemand weet de dag of het uur 232

Vóór de grote verdrukking 233 Ná de grote verdrukking 234

Gebeurt vóór verschijning ‘antichrist’ 235 Gebeurt ná verschijning ‘antichrist’ 236

Jezus komt voor de kerk 237 Jezus komt voor Israël 238

220 1 Thessalonicenzen 4:13-5:11. De opname neemt de doden en levenden ‘in Christus weg’, waarna de rest een haastig verderf te wachten staat (1 Thess. 5:3). Paulus vertelt dat we elkaar hier mee kunnen bemoedigen (vers 11). Als we echter éérst door 7 jaren van grote verdrukking zouden moeten gaan, is dat niet echt een troost, of wel?

221 Mattheüs 13:30 vertelt dat éérst het onkruid verzameld wordt. Dit kán dus niet over hetzelfde gaan als de opname, waar juist de rechtvaardigen als eerste worden verzameld. De goeien die achterblijven, zullen het 1000-jarige vrederijk in mogen (Openb. 20).

222 Openbaring 14 vertelt over 2 oogsten. Eerst is de oogst waarbij Jezus oogst (de opname), de tweede oogst is de oogst waarbij de engelen oogsten. Een oogst van wraak (vers 17-20).

223 Openbaring 14:14-16, 1 Thess. 4:16224 Mattheüs 24:31 vertelt dat de engelen erop uitgezonden worden om de vier windstreken (ook wel: vier hoeken) te oogsten. Dit is

een prachtige parallel met hoe men in Israël het graan diende te oogsten. Allereerst zijn er de eerstelingen, het beste van de oogst(Lev. 23:10-20). Dan is er het inhalen van de volledige oogst (Lev. 23:22a) waarbij de hoeken niet gemaaid mochten worden, maar achtergelaten voor de armen (Lev. 23:22b). Zie ook 1 Kor. 15:23. Hier wordt Jezus de Eersteling genoemd, terwijl de rest geoogst zal worden bij Zijn komst. Net zoals Jezus’ eerste komst uit twee gedeelten bestond (Hij werd geboren, stierf, stond op en voer ten hemel) bestaat ook de tweede komst uit twee gedeeltes waar enkele jaren tussen zit. De Bijbel maakt dit heel duidelijk.

225 1 Thess. 4:14-17226 Openbaring 19:11-14. Zie ook voetnoot 215

227 1 Thess. 4:17228 Zacharia 14:4, Openbaring 19:15 in relatie tot Jesaja 63:1-3 en Openbaring 14:17-20 vertellen ook dat Jezus bij Zijn terugkomst

naar Bozrah in Edom (het huidige Jordanië) zal gaan om de onrechtvaardigen in de wijnpers van de wraakte vertrappen. Dit is een letterlijke geografische locatie. Hier valt niets aan te ‘vergeestelijken’.

229 1 Korinthe 15:51-52 vertelt dat wij allen, of wij nu ontslapen (dood) zijn of niet, veranderd zullen worden in een ondeelbaar ogenblik. Een ondeelbaar ogenblik in de wetenschap is 1 Plancktijd (1 tp), ofwel 5.39 x 1 seconde tot de -44e macht. Sneller dandeze tijdseenheid kan niet, omdat een Planckeenheid dan haar lokaliteit verliest. In andere woorden; deze eenheid is ondeelbaar. Het hele evenement dat we de opname noemen is daarom vermoedelijk dus ook onzichtbaar.

230 Mattheüs 24:30, Openbaring 1:7 (merk op dat Jezus hier komt mét de wolken, terwijl wij in 1 Thess. 4:17 ín de wolken worden opgenomen – het zou kunnen dat hier een hint wordt gegeven naar Hebreeën 12:1, waar staat dat de heiligen als een wolk van getuigen zijn) Hierbij is Openbaring 1:7 een inleidende synopsis van de gebeurtenissen die verderop besproken zullen worden inhet boek, aangezien alle rampen nog zullen volgen in de verdere hoofdstukken.

231 Hebreeën 10:25, 1 Thess. 5:1-6 en Openbaring 3:3 vertellen dat het voor degenen die wél waken géén verrassing zal zijn.232 Markus 13:32233 Openbaring 5:8-10 vertelt dat de 24 ouderlingen uit alle naties en talen komen. Ze zijn al in de hemel aanwezig vóór het

verbreken van de zegels en hebben zelfs hun kronen al ontvangen (Openbaring 4:10). We zijn dus al in de hemel voordat die hele grote verdrukking losbarst (Opembaring 7:13-14 – Johannes praat hierbij met de ouderlingen, zodat duidelijk is dat deze menigte mensen een ándere groep gelovigen is dan de ouderlingen: dit zijn de zgn. verdrukkingsheiligen).

234 Mattheüs 24:29-31, Openbaring 19:11-21235 1 Thess. 5:9; wij zijn niet bestemd tot wraak. De grote verdrukking is een tijd van wraak (Markus 13:19, Lukas 21:22,

Openbaring 6:17, 7:14) waar wij dus niet op aarde meer aanwezig zullen zijn.236 2 Thess. 2:3 vertelt dat het grote vertrek (in het Grieks apostasia) eerst moet gebeuren voordat de dag van de HEER aanbreekt

én de mens van wetteloosheid, ofwel de zoon van het verderf (populair gezegd: ‘antichrist‘) geopenbaard zal worden. Zie ook Unravelations’ 49 redenen voor een opname vóór de grote verdrukking, p. 5-7 voor meer uitleg over de term apostasia.

237 1 Thess. 4:13-17, 1 Kor. 15:51-52238 Zacharia 12:10, Romeinen 11:25-26

28

Page 31: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

14. De ijzeren staf

Wat preteristen zich ook niet goed realiseren, is dat Jezus de overwinnaars in het boek Openbaring 239 een ijzeren staf belooft waarmee zij, sámen met Jezus de heidenvolken rechtvaardig zouden regeren. Hun oordeel zal wel zó rechtvaardig zijn, dat zij een absoluut zerotolerancebeleid hanteren. Een 100% rechtvaardig oordeel, aangezien mensen die over de schreef gaan als kruiken verbrijzeld zullen worden met deze staf. We zien hier iets van terug in bijvoorbeeld Jesaja, 240 waar staat dat zwaarden worden omgesmeed tot ploegscharen en speren tot snoeimessen. Jesaja vertelt dat er geen énkele oorlog meer zal zijn. Is dit al gebeurd Kijk alleen naar de vele oorlogen in de afgelopen twee millennia. Het 1000-jarige vrederijk past nérgens anders dan in de nabije toekomst!

Dat het hier gaat over het millennium, wordt wel duidelijk als we deze passage vergelijken met die in Zacharia, waar óók staat dat alle heidenvolken naar het huis van de HEER zullen toestromen op de berg en waar de HEER over hen zal oordelen, met plagen. 241 Wij zullen sámen met Hem regeren, vertelt Johannes in Openbaring. 242 We zullen zelfs over engelen oordelen, vertelt Paulus. 243 Is dit allemaal al gebeurd

Een andere passage in Jesaja 244 vertelt een zelfde verhaal, van absolute rechtvaardigheid, zonder gedoogbeleid. Dat dit momenteel niet het geval is, is wel duidelijk. Elke dag weer gebeuren de meest verschrikkelijke dingen, die niet metéén bestraft worden. In het millennium zullen die dingen wél snel 245 bestraft worden! Jesaja vertelt hier dat een wolf naast en lam zal liggen, zonder problemen. Men zal nergens ongestraft kwaad kúnnen doen, vertelt Jesaja in zowel deze passage als in het einde van zijn boek. 246

Daarnaast zijn er talloze andere passages 247 die gaan over die specifeke periode dat Jezus sámen met ons in absolute rechtvaardigheid zal regeren in de nabije toekomst. Het koninkrijk in het millennium zal bevolkt gaan worden door mensen die nog wél een zondige natuur hebben, en geregeerd door mensen die alreeds een verheerlijkt lichaam hebben ontvangen en dus géén zondige natuur meer hebben. 248 Meer hierover leest u in het volgende hoofdstuk.

239 Openbaring 2:26-27240 Jesaja 2:4241 Vergelijk Jesaja 2:1-4 met Zacharia 14:16-21242 Openbaring 20:4, 6243 1 Korinthe 6:3244 Jesaja 11:3-5245 Jesaja 16:5246 Vergelijk Jesaja 11:1-10 met Jesaja 65:19-25, waar staat dat een zondaar van 100 vervloekt zal worden, en iemand van 100 zal

kunnen sterven als een jonge man. Dit leert ons dat er dus nog steeds wel zonde gedaan kan worden, alleen dat deze niet meer onbestraft blijft. Er is sprake van een lik-op-stuk-beleid. Zodra iemand in het millennium zonde doet, zal dit meteen beleden moeten worden en er zal een offer voor moeten worden gebracht in de tempel, zo vertelt Ezechiël 45:20. Zie voor meer uitleg over de tempel van Ezechiël ook paragraaf 8 (p. 16-19)

247 Jesaja 32:1 of Jesaja 42:3-4 bijv.248 Zoals we hebben gezien zullen de bewoners van het millennium nog wel sterfelijk zijn (Jesaja 65:20a) en kúnnen zondigen

(Jesaja 65:20b), maar niet ongestraft of zonder offer (Ezechiël 45:20). Wij echter, zullen als koningen en priesters al een onvergankelijk lichaam ontvangen hebben (1 Kor. 15:40, 50-56) zodat wij mét Hem zullen kunnen meeregeren in absolute rechtvaardigheid.

29

Page 32: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Hoofdstuk III: Zeven argumenten vanuit het Oude Testament

15. Het koninkrijk

Niet alleen onder preteristen, maar onder het leeuwendeel van de moderne christenen, is verwarring ontstaan over wat het koninkrijk van God 249 of het koninkrijk der hemelen 250 nu precies is. Het was niet zo dat Jezus in de Bergrede 251 iets totaal nieuws presenteerde. Zo doen veel sprekers tegenwoordig wel. Men vult de leemtes op met vooronderstellingen die men al heeft, maar gaat hierbij compleet voorbij aan het feit dat Jezus enkel refereerde aan een koninkrijk dat al lang en breed was geïntroduceerd aan de Joden in het Oude Testament. Het was voor Zijn toehoorders een heel bekend begrip, waar zij meteen aan konden relateren. Jezus geeft alleen meer informatie, maar de essentie van dit koninkrijk bleef hetzelfde.

Veel sprekers vullen het koninkrijk echter in met eigen interpretaties. Die lopen uiteen van een meer ‘sociaal evangelie’ (zorgen voor de armen, weduwen, wezen, etc.) tot een ‘groen evangelie’ (zorgen voor de aarde, het milieu, de dieren, etc.) of zelfs een ‘interreligieus evangelie’ (waarbij het niet uitmaakt welke ‘route’ we nemen; elke religie leidt volgens hen tot zaligheid en samen bouwen we zo aan dat ‘koninkrijk’ van interreligieuze gelovigen). Ongetwijfeld heb ik nog wat interpretaties gemist, maar dat is niet belangrijk. Wat wél belangrijk is, is dat we niet als eerste naar onze eigen vooronderstellingen moeten kijken, maar naar hoe de Bijbel het koninkrijk zélf introduceert. Wat zegt de Bijbel er zélf over

I. Het is een koninkrijk dat beloofd is aan fysieke Joden. God had Adam en Eva geïnstrueerd dat zij rechtvaardig over de aarde moeten heersen. 252 Aangezien Adam en Eva zondigden, kon die instructie niet waargemaakt worden. Er bleef dus een noodzaak over voor de mensen om dat gebod tot uitvoer te brengen. Omdat níemand rechtvaardig was, 253 moest God met een nieuwe oplossing komen. Zijn wil zal namelijk móeten geschieden! Zijn eer staat op het spel. Want andere entiteiten zouden immers kunnen redeneren dat God niet bij machte is Zijn wil uit te voeren. 254 Er werd daarom een Nakomeling beloofd aan Adam en Eva, 255 Die later nog meerin detail beschreven zou gaan worden.

249 Het koninkrijk van God is een term die vooral nadruk legt op de eigenaar van het koninkrijk.250 Het koninkrijk der hemelen is een term die vooral benadrukt waar het koninkrijk vandaan komt. Er staat echter níet dat het

koninkrijk in de hemelen is. De frase geeft vooral aan dat het er vandaan komt, wat impliceert dat het naar de aarde toe komt en daar ook gevestigd zal worden. In de Nederlandse taal werkt dat hetzelfde. De koning der Nederlanden, Willem Alexander, is niet altijd in Nederland. Hij komt er wél vandaan. Alléén Mattheüs gebruikt deze term in zijn evangelie.

251 Mattheüs 5-7252 Genesis 1:22, 26253 Romeinen 3:23254 Psalm 82 spreekt over God in het midden van de goden. Elohim in het midden van de elohim, staat er in het Hebreeuws. Om in

het midden te kunnen staan, moeten er dus meerdere andere goden zijn. Dit zijn natuurlijk geen goden die vergelijkbaar zijn met dé God der goden, Jahweh. Jesaja 45:21 vertelt weliswaar dat er geen goden zijn náást God, maar hiermee wordt vooral bedoeld dat er geen god is zoals Jahweh, dé God der goden. Net zoals we zouden kunnen zeggen dat er geen koning is zoals Willem-Alexander. Dat betekent niet dat er geen andere koningen zijn. Het legt vooral de nadruk op de uniciteit van Willem-Alexander. Er zijn wel degelijk andere goden, zoals we zagen in Psalm 82, en de Bijbel bevat geen tegenstellingen. Deze goden zijn geen scheppende entiteiten, maar inferieure wezens die niet te vergelijken zijn met God. Sommigen van hen hebben gerebelleerd en zitten daarom al lang opgesloten in eeuwige ketens (Judas 1:6). Vrij vertaald zouden we hen super-engelen kunnen noemen. Godis echter een jaloers God (Ex. 20:5) en wil daarom niet dat die andere ‘goden’ die de andere volken aanbidden ook maar íets kwaads van Hem kunnen zeggen. Mozes gebruikt dit argument dan ook om God te overreden in Numeri 14:13-20.

255 Genesis 3:15

30

Page 33: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Ook de beloften van Abraham zijn gedaan aan de Nakomeling, in het enkelvoud. Paulus legt nauwkeurig uit waarom dit om die reden over Jezus moet gaan en niet over nakomelingen in het algemeen. 256 Uit de nakomelingen van Abraham zonderde God een groep mensen af, waaruit uiteindelijk die Nakomeling geboren zou worden. Deze groep mensen werden de Israëlieten, genoemd naar de nieuwe naam van Jakob, een kleinzoon van Abraham. God vertelt hen specifek dat zij een koninkrijk van priesters zullen zijn. 257 Een heilig volk. De contouren beginnen al zichtbaar te worden.

In de tijd van David krijgt het volk nog meer informatie. Aan David wordt beloofd dat God voor hém een (konings)huis zal gaan bouwen. 258 De stam waaruit dit zou gebeuren, was al duidelijk gemaakt in het boek Genesis. 259 Dat is de stam Juda. Met de belofte aan David wordt hetechter nóg specifeker. De Redder zal een afstammeling zijn van David én Koning worden over heel de aarde, zo vertellen onder anderen Jesaja 260 en Daniël. 261 De profeet Daniël vertelt hier in heel duidelijke termen dat het koninkrijk vanúit de hemelen komt óp de aarde om deze helemaal te vullen. Mozes, David, Jesaja, Daniël en hun lezers zijn allen Joden. Het koninkrijk is aan hén beloofd. Niet aan de kerk, die vandaag de dag merendeels uit heidenen (niet-Joden) bestaat. Dit feit wordt structureel door de Kingdom Now-beweging 262 genegeerd.

II. Het is een toekomstig koninkrijk. Veel aanhangers van de Kingdom Now-beweging geloven dat het koninkrijk er nú al is, omdat Jezus het volgens hen in de eerste eeuw zou hebben gebracht en wij daar als levende stenen aan mee bouwen tot het compleet is. Met zulke uitspraken halen zij een aantal belangrijke doctrines door elkaar. Preteristen en aanhangers van de Kingdom Now-theologie menen dat het koninkrijk er al is, omdat de Bijbel meermaals zegt dathet koninkrijk nabij is. 263 Als iets echter nabij is, betekent dit nog niet dat het er al is. Als de trein nabij is, is die er nog niet. In het Onze Vader 264 bidt Jezus het al voor:

“Laat uw koninkrijk komen.”

Waarom zou Jezus zoiets bidden als het koninkrijk er al is Ook hierop hebben de preteristen diverse antwoorden. Er zijn namelijk Bijbelteksten waaruit men op zou kunnen maken dat het koninkrijk er al is. We zullen die alle bij langs lopen, om zo een zo compleet mogelijke weerlegging te presenteren. Maar eerst wil ik nog bij het laatste kenmerk stil staan.

III. Het koninkrijk is afgewezen en daarom uitgesteld. Aan het einde van het evangelie van Mattheüs zien we dat ondanks dat het koninkrijk nabij is, het Joodse leiderschap het uiteindelijk afwijst. 265 De bedeling of dispensatie die dan volgt is een tussenvoegsel 266 en het koninkrijk wordtdaarom weggegeven werd aan een toekomstige generatie die de vruchten ervan zou opbrengen. Net zoals de Israëlieten 40 jaar in de woestijn zouden ronddolen tot de oude generatie was gestorven en de nieuwe generatie het land zou beërven, zou deze oude generatie sterven en zou het 40 jubeljaren (40i50=2000 jaar) duren voor de nieuwe generatie de rust of anders gezegd het 256 Galaten 3:16257 Exodus 19:6258 2 Samuël 7:11-13259 Genesis 49:10260 Jesaja 9:5-6261 Daniël 2:34-35, 44-45262 Got Questions, What is Kingdom Now Teaching?263 Mattheüs 3:2, 4:17, 10:7 bijv.264 Mattheüs 6:10265 Mattheüs 21:43266 Efeze 3:2, Romeinen 11:11-15

31

Page 34: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

beloofde land 267 in zou kunnen gaan. Mattheüs vertelt in het hoofdstuk erop meteen wat er in de tussenliggende periode gaat gebeuren. 268 De koning zal zijn dienaren erop uit sturen om de landlopers en zwervers aan het feestmaal uit te nodigen, dat eigenlijk bestemd was voor de Joden. Wij als heidenen zijn die landlopers 269 en vertegenwoordigen (op een helaas gebrekkige manier) God hier op aarde tot Zijn volk wél klaar is om Hem aan te nemen als Verlosser en Heer. 270

De preteristen hebben echter de volgende 24 teksten 271 naar hun hand gezet om het koninkrijk naar de eerste eeuw te verplaatsen. Ik zal deze teksten hieronder uitgebreid bespreken.

A. Van hén is het koninkrijk. 272

Deze verzen uit de Bergrede lijken er bij een oppervlakkige studie op te duiden dat het koninkrijk er al is. Preteristen bouwen een complete theologie op het werkwoord is. Men veronderstelt dat het koninkrijk er in de tegenwoordige tijd al is, de tijd van de schrijver. Als we echter verder in de Bergrede lezen, 273 zien we dat de toekomende tijd van werkwoorden wordt gebruikt in relatie tot het koninkrijk. De reden dat Mattheüs in de eerste twee instanties de tegenwoordige tijd gebruikt, kan tweeledig zijn. Het kan simpelweg een manier van schrijven zijn geweest, zoals wij bijvoorbeeld ook weleens doen. Misschien een oneerbiedig voorbeeld, maar vergelijk de volgende zin: “Wie de kleurplaat het netst ingekleurd inlevert, is de winnaar van een PlayStation.” Ofwel: “Van hén is de PlayStation.” Betekent dit dat we die PlayStation meteen hebben als de winnende kleurplaat af is Natuurlijk niet. Er is eerst een inlevertermijn. Dan is er een selectieprocedure. En vervolgens moet de PlayStation nog naar de betrefende locatie gestuurd worden. Zo’n uitspraak zegt dus meer iets over de zekerheid van het feit dat de winnaar een Playstation zal ontvangen, dan over het tijdstip dat hij het zal ontvangen. En dat is dan ook detweede mogelijkheid waarom Mattheüs dit zo opschrijft. Het is iets wat typerend is voor het Grieks in die tijd, in die cultuur. 274 We zien iets dergelijks in de eerste zendbrief van Johannes. 275 “De wereld gaat voorbij.” In het Nederlands is het niet zo duidelijk zichtbaar, maar in het Grieks staat dit in de tegenwoordige en níet in de toekomende tijd. Betekent dit dat de bergen en eilanden al wegzonken 276 op het moment dat Johannes deze woorden opschreef Natuurlijk niet. Men schreef dit zo op, om nóg meer nadruk te leggen op de zekerheid ervan. Als iets zó zeker was, dan schreef men dit geregeld in de tegenwoordige tijd op. Bovendien is het totaal niet consequent om te redeneren dat het koninkrijk in het hoofdstuk ervoor nabij is, 277 er een hoofdstuk later zou zijn en 5 hoofdstukken later wéér nabij is. 278 Dit is een typisch voorbeeld van de gebrekkige hermeneutiek van de preteristen. Ze zeven de wijn om er een mug uit te halen, maar een kameel slikken ze door. Ze doen moeilijk over een uitdrukking die in de tegenwoordige tijd staat, maar kijken totaal niet naar de grotere conteit.

267 Hebreeën 3:10-4:11268 Mattheüs 22:1-14269 Efeze 2:11-13270 Zacharia 12:10271 Indeling en argumentatie geparafraseerd overgenomen uit dr. Woods, A. M., The Coming Kingdom, p. 196-320272 Mattheüs 5:3, 10273 Mattheüs 5:19, 20, 6:10, 33274 Wallace, D. B., Greek Grammar Beyond the Basics: An Exegetical Syntax of the New Testament with Scripture, Subject, and

Greek Word Indexes (Grand Rapids: Zondervan, 1996), p. 535-536275 1 Joh. 2:17276 Openbaring 6:14277 Mattheüs 4:17278 Mattheüs 10:7

32

Page 35: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

B. Zoek éérst het koninkrijk van God 279

Omdat het koninkrijk in eerste instantie nabij was, 280 maar later werd afgewezen, 281 kon Jezus een dergelijke uitspraak doen in de Bergrede. Het koninkrijk was zó dichtbij, dat het Joodse leiderschap het zó kon pakken. Het lag voor het grijpen. De Koning was er al. Men hoefde het alleen te accepteren. 282 Jezus vertelt de discipelen waar hun focus nu moet liggen. Op de dingen van het koninkrijk. De andere dingen komen daarna vanzelf ook wel, God zal het hen geven. Welke dingen De dingen die ervoor genoemd werden: eten, drinken, etc. 283 Het zegt nergens dathet koninkrijk er al is, dat is een inferentie die de preteristen graag maken. Om wéér een ietwat oneerbiedig voorbeeld te geven; het is net zoiets als dat je tegen een puber zegt: “Focus je eerst maar op je eiamen.” Betekent dit dat het eiamen al aan de gang is Nee. Het betekent dat het eiamen nabij is, en dat de puber zijn prioriteiten goed op orde zal moeten hebben. Uitgaan en gamen is even niet zo belangrijk. Dat komt wel weer als het eiamen gehaald is. Evenzo zijn eten en drinken voor de toehoorders van Jezus op dat moment minder belangrijk. Dat wordt hen erbij gegeven als het koninkrijk er écht zal zijn.

C. Het koninkrijk zal geweld worden aangedaan 284

De redenatie van sommige preteristen is dat het koninkrijk wel aanwezig móet zijn, omdathet anders geen geweld aangedaan kan worden. Toch geeft een andere passage uit Lukas ons meer informatie over deze uitspraak van Jezus. 285 Hier staat duidelijk te lezen dat de verkondiging van het koninkrijk geweld aan zal worden gedaan. In de parallelpassage uit Mattheüs is dat minder zichtbaar in het vers zelf, maar wel in de conteit. Het hoofdstuk opent met prediking en onderwijs, 286 maar toch stuit Jezus telkens op twijfel en onbegrip. 287 Vervolgens beschrijft Jezus een specifeke periode; de periode van de dagen van Johannes tot nu (nu als in: het moment waarop Jezus spreekt – niet nu als in het moment dat u het leest of Mattheüs het opschrijft – want dan had Jezus immers gelogen tegen Zijn publiek toen). 288 Deze periode beslaat slechts enkele maanden, hooguit enkele jaren. Er is veel debat over de precieze duur van Jezus’ bediening, maar de meeste theologen gaan uit van circa 3 jaar. Het is hierdoor moeilijk om precies in te schatten na hoeveel maanden het leiderschap het koninkrijk afwijst (en op die manier de verkondiging ervan geweld aandoet), maar dát het gebeurt, wordt wel duidelijk in de verzen metéén na deze Bijbeltekst. 289 Maar liefst acht verzen lang uit Jezus Zijn ongenoegenover het ongeloof van Zijn toehoorders. Om die reden moeten we een vers nóóit losweken uit haar conteit en ermee aan de haal gaan om het iets héél anders te laten zeggen dan hoe het is bedoeld.

279 Mattheüs 6:33280 Mattheüs 4:17281 Mattheüs 21:43282 Zacharia 6:12-15, met de nadruk op vers 15b: “Dit zal gebeuren áls u aandachtig zult luisteren naar de stem van de HEERE, uw

God.” Het woord ‘dit’ verwijst terug naar de vorige verzen, waat het gaat over de heerschappij van Koning Jezus, de Spruit. Het woord ‘als’ maakt duidelijk dat er een voorwaarde is. Aan die voorwaarde werd niet voldaan door het Joodse leiderschap, dus werd het koninkrijk uitgesteld. Nét als in de woestijn de belofte van het binnengaan van het beloofde land 40 jaar werd uitgesteld, werd de belofte van het binnengaan van het koninkrijk met ten minste 40 jubeljaren (40x50 jaren = 2000 jaar) uitgesteld.

283 Mattheüs 6:31, Romeinen 14:17284 Mattheüs 11:12285 Lukas 16:16286 Mattheüs 11:1287 Mattheüs 11:3, 7, 9288 Mattheüs 11:12289 Mattheüs 11:16-24

33

Page 36: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

D. Satan valt uit de hemel 290

Volgens sommige preteristen duidt deze tekst erop dat het koninkrijk van Jezus na deze Bijbeltekst kon beginnen, omdat Satan uit de hemel was gevallen op dat moment. Zij menen in deze tekst te lezen dat Jezus een actuele gebeurtenis beschrijft, iets wat zich op dát moment afspeelt. Maar zo’n uitleg is niet te verzoenen met de directe en indirecte conteit, en zelfs het vers zelf geeft aanleiding om zo’n uitleg te verwerpen. Want het is geschreven in de verleden tijd. Jezus zág Satan uit de hemel vallen. Waar Jezus hier aan refereert, is de eerdere val van Satan die al in de boeken Jesaja 291 en Ezechiël 292 beschreven wordt. Dat is de grotere conteit, maar ook de directe conteit geeft al aan waarom Jezus deze uitspraak doet. Het had niet zozeer te maken methet beschrijven van een actuele gebeurtenis die Jezus op dat moment zag, maar het was vooral een antwoord op de verbazing van de 70 discipelen in de verzen ervoor. 293 Ze waren er op uit gestuurd om vrede te brengen 294 en de zieken te genezen, 295 maar ontdekten dat zelfs de demonen aan Jezus’ Naam onderworpen waren. 296 Het is niet meteen duidelijk dat ze hierover verbaasd waren, maar het antwoord van Jezus in de verzen erna geeft wel aan dat zij zich blijkbaar niet helemaal bewust waren van de ernst van de situatie. 297 Als we de tekst als geheel goed lezen, wordt duidelijk dat de 70 discipelen het wel allemaal heel spectaculair vonden en daaropgewonden van raakten. Jezus prikt door de buitenlaag heen en ziet wat er in hun hart speelt.

I. Hij maakt allereerst duidelijk hoe het kan dat de demonen Zijn Naam gehoorzamen.II. Vervolgens maakt Hij duidelijk dat ze zich niet moeten verblijden over het spektakel

waarmee die uitdrijving gepaard gaat, maar over het feit dat hun namen opgeschrevenzijn in de hemel.

De tekst staat dus ook hier weer niet op zichzelf, maar in een groter geheel. Het is een antwoord op de verbazing van de 70 discipelen, die zich blijkbaar afvroegen hoe het mogelijk was dat zelfs de demonen weken voor Zijn Naam. Jezus legt uit dat Hij, Die er al was vóór de grondlegging van de aarde, 298 Satan in het verleden allang had zien vallen vanuit de hemel en dus autoriteit over hem heeft. Omdat Satan echter op de aarde is neergestoten, rondgaat als een briesende leeuw 299

290 Lukas 10:18291 Jesaja 14:12-15. Dit hoofdstuk lijkt in eerste instantie te spreken over de koning van Babylon (vers 4), maar al snel wordt

duidelijk dat de retoriek zich meer richt op de entiteit áchter de koning van Babylon. Want die was niet in de hemel (vers 12a), werd ook niet Lucifer of Morgenster genoemd (vers 12b) en wilde zijn troon niet op de berg van ontmoeting neerzetten (vers 13).

292 Ezechiël 28:12-17. Ook in dit hoofdstuk lijkt het er in eerste instantie op dat Ezechiël zich richt tot een koning, in dit geval die van Tyrus (vers 2). Toch zien we hier misschien nog wel duidelijker dat dat écht niet alleen over de fysieke koning van Tyrus gaat, maar uiteindelijk ook over de geestelijke koning van Tyrus, Satan zelf. Vers 12 maakt dat héél duidelijk: De koning van Tyrus was niet ooit een toonbeeld van volkomenheid, volmaakt van schoonheid. Zo’n vers zou beter slaan op Satan, die ooit wél in zo’n staat verkeerde, vóór zijn val. Want vers 13 vertelt ook dat deze entiteit in Eden was. Hoeveel personen waren er in Eden? Alleen Adam en Eva toch? De koning van Tyrus wordt nergens genoemd in Genesis 1-3. We weten wél dat de slang er was, ofwel Satan. Vers 14a maakt nóg duidelijker dat het hier om een engelachtig wezen gaat, en niet een mens. Een cherub, om precies te zijn. En niet zomaar een. Nee, de cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt (de woorden zijn vleugels zijn in de grondtekst gecursiveerd, wat inhoudt dat ze er in de originele grondtekst niet staan). Dit is een manier om te beschrijven dat het hier om de belangrijkste, gezalfde cherub gaat, die aangesteld is om de rest te ‘bedekken’. De King James Vertaling en de International Standard Version laten dit goed zien in hun vertaling. Hij was op Gods heilige berg (vers 14b) en liep zelfs tussen de vurige stenen. Hij was dus ooit volmaakt (vers 15a), tot er ongerechtigheid in hem gevonden werd (vers 15b). Hij werd daarom verbannen van de berg van God (vers 16) en ook al was zijn schoonheid groot, hij werd op de aarde neergeworpen (vers 17). De implicatie hierbij is dat hij hiervóór dus níet op de aarde was.

293 Lukas 10:1-17294 Lukas 10:5295 Lukas 10:9296 Lukas 10:17297 Lukas 10:19-20298 Johannes 1:1-10, 1 Petrus 1:19-20299 1 Petrus 5:8

34

Page 37: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

en de troon onrechtmatig bezet heeft, 300 kan het koninkrijk van Jezus nog niet op aarde komen tot Satan opgesloten wordt in de bodemloze put. 301

E. Het koninkrijk is bij u gekomen 302

In Mattheüs vinden we nog een ander vers waaruit preteristen menen te halen dat het koninkrijk al gevestigd was in de tijd van Jezus. Ondanks dat de frasering van deze zin er inderdaad op lijkt dat het koninkrijk er al was, is dat níet helemaal het geval. Er staat namelijk nietdat het al in een gevestigde staat tot hen gekomen is, maar dat het bij hen gekomen is. Het ligt als het ware voor het grijpen. Dát is het idee. Zoals we al eerder zagen, was het aanbod van het koninkrijk een voorwaardelijk aanbod. Er waren eisen. 303 Vanuit de hele conteit vooraf wordt duidelijk dat het Joodse leiderschap níet aan die eisen wilde voldoen. Ze zochten naar manieren om Jezus’ volgelingen in diskrediet te brengen, 304 om Jezus Zélf in diskrediet te brengen, 305 om Hem zelfs om te brengen 306 en uiteindelijk de onvergeefijke zonde te plegen. 307 Kortom: ze vonden die nieuwe Koning maar niks. In de verzen erop wordt telkens duidelijk dat het leiderschap het nu verprutst heeft. Zoals gezegd zou het leiderschap deze zonde niet meer vergeven worden, en inderdaad.. Het koninkrijk werd van hen weggenomen en aan een veel latere generatie beloofd. 308 Er waren consequenties die zij niet meer terug konden draaien. Het was in die zin niet vergeven. Ook niet in de toekomende eeuwen. 309 Later in het hoofdstuk maakt Jezus nog eens duidelijk hoe dwars het leiderschap is geweest. Hij noemt hen adderengebroed, 310

noemt hen een verdorven en overspelige generatie, 311 en vindt hen onwaardig om zelfs nog Zijn broeders te kunnen noemen. 312 Het hoofdstuk erna legt Hij uit dat Hij van dat moment af alléén

300 2 Korinthe 4:4301 Openbaring 20:1-3302 Mattheüs 12:28303 Zacharia 6:12-15, met de nadruk op vers 15b: “Dit zal gebeuren áls u aandachtig zult luisteren naar de stem van de HEERE, uw

God.” Het woord ‘dit’ verwijst terug naar de vorige verzen, waat het gaat over de heerschappij van Koning Jezus, de Spruit. Het woord ‘als’ maakt duidelijk dat er een voorwaarde is. Aan die voorwaarde werd niet voldaan door het Joodse leiderschap, dus werd het koninkrijk uitgesteld. Nét als in de woestijn de belofte van het binnengaan van het beloofde land 40 jaar werd uitgesteld, werd de belofte van het binnengaan van het koninkrijk met ten minste 40 jubeljaren (40x50 jaren = 2000 jaar) uitgesteld.

304 Mattheüs 12:2305 Mattheüs 12:10306 Mattheüs 12:14307 Mattheüs 12:25-32308 Mattheüs 21:43309 Zoals we al eerder zagen, zouden er nog diverse ‘eeuwen’, dispensaties of bedelingen volgen. De dispensatie van de wet was tot

en met de bediening van Johannes de Doper (Matth. 11:13), de dispensatie van het aanbod van het koninkrijk was vanaf het begin van de bediening van Johannes de Doper tot ‘nu’ (Matth. 11:12) ofwel ongeveer tot de dood van Johannes (Matth. 14:10) en vervolgens de dispensatie of bedeling van de genade die nu al duurt tot vandaag de dag (Efeze 3:2). Daarna volgt nóg een dispensatie die we de grote verdrukking noemen (Matth. 24:21, Openbaring 7:14) en pas dáárna zullen de Joden zich bekeren, nationaal om Hem rouwen die zij doorstoken hebben (Zacharia 12:10) en kan de dispensatie van het koninkrijk écht beginnen. Sommige preteristen menen dat men in de tijd van Jezus’ kruisiging al om Hem rouwde en dat is correct, maar niet waar Zacharia over spreekt. Er waren in de tijd van Jezus maar enkelen die rouwden. De meesten niet. Zacharia heeft het in vers 12 over alle stammen die afzonderlijk rouwen, het gehele land zal in rouw gedompeld zijn (vers 12). Zelfs elk geslacht zal afzonderlijk rouwen. Samengevat zijn er dus 2 toekomende eeuwen waarin deze zonde van het Joodse leiderschap (de Farizeeën waren de meest dominante groep van het Joodse gerechtshof, het Sanhedrin) niet meer vergeven werden. Pas daarna zullen de consequenties opgeheven zijn en het koninkrijk opnieuw kunnen komen. Vergelijk dit met het ongeloof van de Joden die uit Egypte werden geleid. Hun daad van ongeloof was onvergeeflijk. Er was voor die generatie geen houden meer aan en zij zoudenallen sterven. Uiteindelijk zou een jongere generatie wél de belofte van beërving van het land ontvangen. Iets vergelijkbaars zienwe hier ook. Het leiderschap (en velen met hen) was vol ongeloof, net zoals de 10 verspieders (en velen met hen, die mopperden) ook vol ongeloof waren. Ook hier was het een opeenstapeling van daden van ongeloof. Het was niet de eerste de beste keer. Kéér op keer mopperde het volk tegen Mozes. En evenzo ‘mopperde’ het Joodse leiderschap ook keer op keer tegen Jezus, die hén uit de slavernij wilde leiden.

310 Mattheüs 12:34311 Mattheüs 12:39, 45b312 Mattheüs 12:50

35

Page 38: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

nog maar in gelijkenissen zal spreken, omdat Hij niet eens wíl dat de Farizeeën het nog kúnnen snappen. 313 Omdat zij hun harten verhardden, verblindt Hij hen als reactie daarop. De gelijkenissen zijn dus niet om dingen duidelijker te maken, zoals veel sprekers menen, maar juist om de zaken te vertroebelen. 314

Als u nog steeds denkt dat Jezus hier in dit vers Zijn koninkrijk introduceert, is dat een zeer vreemde gedachte. Want als we de gehele conteit lezen, zou dit een heel raar moment zijn om het koninkrijk te introduceren als ‘gevestigd op aarde’. Het vers is ingebed in afwijzing op afwijzing. Bij zo’n voorwaardelijke belofte van het koninkrijk zou een moment van nationale acceptatie veel meer voor de hand liggen. En dat is nu juist wat we níet zien. Een vreemder moment kan men eigenlijk niet kiezen voor de introductie van het koninkrijk. Nee, wat hier gebeurt is een laatste aanbod (parafrase: “Hier is het, u hoeft het alleen maar te grijpen. Het is vlakbij. Het ligt als het ware voor uw neus. Het is bij u gekomen.”) alvorens de zonde van afwijzingdefnitief is en deze niet meer vergeven zal worden voor die overspelige generatie.

F. Het koninkrijk is in uw midden 315

Dit vers, ook wel vertaald met ‘in uw binnenste’, lijkt de theologie van Kingdom Now! en preterisme te bevestigen, in de zin dat het hier lijkt alsof er een ‘geestelijk koninkrijk’ in de harten van de navolgelingen van Jezus is gelegd. Dat is inderdaad geen vreemde gedachte, als we de tekst in onze Nederlandse vertaling oppervlakkig lezen. Het wordt echter wel vreemd, als we kijken naar welke publiek Jezus aanspreekt. Hij heeft het hier nota bene tegen de Farizeeën! 316 Alswe dit vers dus op de manier willen uitleggen van de preteristen en Kingdom Now-aanhangers, zullen we moeten erkennen dat het geestelijke koninkrijk in de harten van de Farizeeën is gekomen. Dát kan natuurlijk nóóit een geldige interpretatie zijn, zeker na wat we in de vorige paragraaf hebben gezien. Dit waren volgens het evangelie van Johannes namelijk kinderen van deduivel! 317 Hoe kan het koninkrijk ooit in hun ‘binnenste’ zijn volgens de uitleg van de preteristen Dat kan helemaal niet. We moeten dus dieper de grondtekst in duiken om te zien wat hier bedoeld wordt.

Het volgende vreemde aan de uitleg van de preteristen, is dat het volgens hen in dit vers gaat over hoe het koninkrijk ín een volgeling kan komen. Nergens in de Bijbel zien we dat dat zo werkt. We zien juist dat dat altijd andersom gaat; dat iemand het koninkrijk binnengaat en niet andersom. 318 Bovendien, hoe kon Jozef van Arimathea, een gelovige Farizeeër, nog wachten op het koninkrijk ten tijde van de kruisiging 319 Volgens de preteristen was het er toen toch al Het was toen toch al in ‘hun binnenste’ ofwel ‘hun harten’ Nee. Het is een letterlijk koninkrijk. Het was letterlijk, en het blijft letterlijk.

Hoe moeten we dit vers dan interpreteren Grammaticus Mai Zerwick vertelt dat de Griekse frase die hier in de grondtekst staat, entos humon, door tegenwoordige vertalers vaak als ‘binnen in u’ wordt vertaald, maar dat dat in andere Griekse geschriften van die tijd hoogst ongebruikelijk was, eigenlijk zelfs non-eiistent. Het zou volgens hem logischer zijn om deze term

313 Mattheüs 13:11-17314 Mattheüs 13:13315 Lukas 17:20b-21316 Lukas 17:20a317 Johannes 8:44318 Mattheüs 5:20, 23:13, Johannes 3:5319 Markus 15:43

36

Page 39: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

te vertalen met ‘in uw handen’, ‘in uw keuze’ of ‘in uw handbereik’. Er zit een voorwaardelijke factor in. 320

Ook theologisch academicus Walter Elwell bevestigt dit. Hij merkt op dat de term entos humon héél letterlijk vertaald weliswaar ‘binnen in u’ betekent, maar dat dit meer een manier van zeggen was die vooral ‘voor het grijpen’ aanduidde. 321 Het is een schoolvoorbeeld van hoe een idioom veel te letterlijk vertaald wordt in een andere taal en daardoor hetgeen ermee gecommuniceerd wordt verloren gaat. Neem het Nederlandse gezegde ‘om de tuin leiden’. Het zou vreemd zijn om dat naar het Engels als ‘To lead him around the garden’ te vertalen. De hele betekenis gaat hierbij verloren en de Engelse lezers zullen niet snappen wat ermee bedoeld wordt. Beter is om een vergelijkbaar idioom te gebruiken in de doeltaal, zoals een ‘red herring’, wat ongeveer hetzelfde communiceert. Letterlijk vertaald zou dat in onze taal overigens weer met ‘rode haring’ vertaald worden, waarbij díe betekenis weer verloren gaat. We moeten de Bijbeldus in de directe en indirecte conteit lezen, kijken naar het publiek tegen wie Jezus spreekt en óók rekening houden met de cultuur waarin de mensen destijds leefden. Ze gebruikten heel andere idiomen, die voor ons lezers en soms als vertalers vaak zelfs niet eens duidelijk zijn.

G. We moeten wedergeboren worden om het koninkrijk te zien 322

Ook dit vers, waar Jezus in gesprek is met Nicodemus, wordt vaak gebruikt om het idee van een alreeds gevestigd geestelijk koninkrijk over te brengen. Ondanks dat het woord koninkrijk tweemaal genoemd wordt in deze verzen, gaat het echter niet over de vestiging ervan maar vooral over de voorwaarden voor het binnengaan ervan. Omdat er verder vrijwel niets inhoudelijks gezegd wordt over het koninkrijk, zal de lezer of toehoorder terug moeten grijpen op hetgeen men al weet, primair vanuit het Oude Testament.

Jezus is verbouwereerd dat Nicodemus, de belangrijkste Farizeeër, die dé autoriteit op het gebied van het toekomende koninkrijk zou moeten zijn, niet eens de voorwaarden kent. 323 Hij wijst Nicodemus daarom op een passage in Ezechiël, waarin al geprofeteerd werd over de wedergeboorte.

“Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen. Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen. Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt. “ 324

Vergelijk nu de tekst uit Johannes en merk op dat Jezus een heel duidelijke koppeling maakt met al deze vetgedrukte voorwaarden.

“Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water

320 Zerwick, M., A Grammatical Analysis of the Greek New Testament (Rome: Pontificio Instituto Biblico, 1996), p. 251-252321 Elwell, W. & Comfort, P., Tyndale Bible Dictionary (Wheaton, IL: Tyndale House), p. 207322 Johannes 3:3-5323 Johannes 3:10324 Ezechiël 36:24-27

37

Page 40: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest.” 325

We krijgen meer informatie over wat precies dat koninkrijk is, waar Jezus aan refereert, als we de héle passage uit Ezechiël doorlezen. Hoewel het woord koninkrijk niet letterlijk genoemd wordt, is het wel duidelijk dat hiermee het tot heerlijkheid herstelde koninkrijk van Israël bedoeld wordt, zoals we al eerder vaststelden in onder anderen deze paragraaf. Neem bijvoorbeeld deze passages in overweging, de directe conteit van de verzen waar Jezus aan refereert:

“Ik zal de mensen op u talrijk maken, heel het huis van Israël, in zijn geheel. De steden zullen bewoond en de puinhopen zullen herbouwd worden. Ik zal mens en dier op u talrijk maken, zij zullen talrijk worden en vruchtbaar zijn. Ik zal u doen bewonen als in uw vroegere tijden, ja, Ik zal u meer goeddoen dan in uw begin. Dan zult u weten dat Ik de HEERE ben. Ik zal mensen over u doen lopen, namelijk Mijn volk Israël. Zij zullen u in bezit nemen, u zult voor hen tot erfelijk bezit zijn en u zult hen voortaan niet meer van kinderen beroven. Zo zegt de Heere HEERE: Omdat zij tegen u zeggen: U bent een mensenverslinder, en u bent een land dat uw volken van kinderen berooft, daarom zult u geen mens meer verslinden en uw volken niet meer van kinderen beroven, spreekt de Heere HEERE. Ik zal de smaad van de heidenvolken over u niet meer doen horen en u zult de schande van de volken niet langer dragen. U zult uw volken niet meer doen struikelen, spreekt de Heere HEERE.” 326

De vetgedrukte gedeeltes geven aan dat Ezechiël hier een periode beschrijft die nog onvervuld is. Is Israël er sinds het jaar 32 AD ooit beter aan toe geweest dan in de tijd van Salomo Natuurlijk niet. Het land was onder Romeins bewind in die periode, net als in 70 AD toen Jeruzalem vernietigd werd. In 135 AD werd zelfs nog veel méér in Judea vernietigd 327 en kwamen er dus juist alleen maar meer puinhopen bij in plaats van dat zij opgebouwd werden. Ook heeft Israël door de eeuwen heen tot vandaag de dag de schande moeten dragen, onder andere door het afwijzen van haar Verlosser. Antisemitisme was er in de tijd van de katholieken, protestanten en de islam. 328 Wat is dit voor periode, waar Ezechiël het over heeft Laten we nog eens wat verzen in overweging nemen.

“Mensenkind, toen het huis van Israël in hun land woonde, toen verontreinigden zij dat met hun weg en met hun daden. Hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinheid van een afgezonderde vrouw. Toen stortte Ik Mijn grimmigheid over hen uit omwille van het bloed dat zij in het land vergoten hadden, en vanwege hun stinkgoden waarmee zij het verontreinigd hadden. Ik verstrooide hen onder de heidenvolken en zij werden verspreid over de landen. Ik heb hen geoordeeld overeenkomstig hun weg en overeenkomstig hun daden. Toen zij aankwamen bij de heidenvolken waarheen zij gegaan waren, ontheiligden zij Mijn heilige Naam, omdat men van hen zei: Deze mensen zijn het volk van de HEERE en toch zijn zij uit Zijn land vertrokken. Maar Ik spaarde hen vanwege Mijn heilige Naam. Het huis van Israël had die ontheiligd onder de heidenvolken waarheen zij gegaan waren. Zeg daarom tegen het huis van Israël: Zo zegt de Heere HEERE: Ik doe het niet om u, huis van Israël, maar om Mijn heilige Naam, die u ontheiligd hebt onder de heidenvolken waarheen u gegaan bent.” 329

325 Johannes 3:5-6326 Ezechiël 36:10-15327 Encyclopedia Britannica, Simon Bar Kokhba328 Encyclopedia Britannica, Anti-Semitism329 Ezechiël 36:17-22

38

Page 41: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

De periode vóórdat het volk Israël hersteld wordt, wordt hier ook duidelijk beschreven. Hetis een periode waar Israël verstrooid is over de heidenvolken. In meervoud. Het gaat hier dus niet over de ballingschap in Babylonië. Dat is maar één land. Nee, het gaat hier over de diaspora. Die was er in de tijd van de apostelen, 330 maar die werd na de vernietiging van Jeruzalem natuurlijk alleen maar groter. Pas in 1948 kwam er een ommekeer. Het begon met een relatief kleine groep Joden die terugkeerden naar haar thuisland, maar inmiddels wonen er meer Joden ín Israël dan in welk ander land dan ook. 331 De profetie uit Ezechiël is dus in gang gezet. Maar merk op dat éérst de terugkeer 332 genoemd wordt in het hoofdstuk en daarná pas de wedergeboorte. 333 Het herstel is gradueel. Maar de wedergeboorte is heel plotseling, een gevolg van nationale bekering en rouw. 334 Voor ons christenen werkt dat op individueel niveau ongeveer hetzelfde, maar er zijn wel verschillen. De wedergeboorte is heel plotseling, en door te geloven in Hem ontvangen wij inderdaad eeuwig leven. 335 Jezus koppelt het idee van individuele bekering hier aan de nationale bekering die Israël nog te wachten staat in de toekomst. 336 Er zit een overlap in, maar de beloften aan de kerk zijn anders dan de beloften aan Israël. Aan het volk Israël was een letterlijk koninkrijk beloofd. We moeten die ideeën niet door elkaar halen. Want de bekering van Israël ligt nog in de toekomst, en daarom het ingaan van dat koninkrijk evenzo. Laten we nog een paar teksten uit hethoofdstuk van Ezechiël bekijken, waar Jezus aan refereert.

“Zo zegt de Heere HEERE: Op de dag dat Ik u reinig van al uw ongerechtigheden, zal Ik de steden doen bewonen en zullen de puinhopen herbouwd worden. Het verwoeste land zal bewerkt worden, in plaats van een woestenij te zijn voor de ogen van ieder die erdoorheen trekt. Zij zullen zeggen: Dit land, dat verwoest was, is als de hof van Eden geworden. De steden die verwoest lagen, verwoest en afgebroken, zijn versterkt en bewoond. Dan zullen de heidenvolken die om u heen overgebleven zijn, weten dat Ik, de HEERE, Zelf herbouw wat afgebroken is en beplant wat verwoest is. Ík, de HEERE, heb gesproken en Ik zal het doen. Zo zegt de Heere HEERE: Opnieuw zal Ikhierom door het huis van Israël gevraagd worden om dit voor hen te doen. Ik zal hen even talrijk aan mensen maken als aan schapen. Als met de geheiligde schapen, als met de schapen van Jeruzalem op hun vaste feestdagen, zo vol zullen de verwoeste steden worden met kudden mensen. Dan zullen zij weten dat Ik de HEERE ben.” 337

In de vetgedrukte stukken tekst wordt duidelijk dat hier iets wordt beschreven dat nog nietvervuld is op enig moment in de geschiedenis. De hof van Eden is de meest pure vorm van een aardse samenleving die u maar kunt bedenken. Een preterist die dat wil vergelijken met enige periode ná 32 AD, heeft zijn huiswerk niet goed gedaan. Dit valt niet te vergeestelijken. Zo’n uitspraak koppelt terug aan wat Jesaja 338 er bijvoorbeeld over zegt. Dat de wolf naast het lam zal liggen, zonder problemen. Een leeuw zal stro eten als een rund. Het andere vetgedrukte gedeelte refereert aan wat Zacharia 339 bijvoorbeeld zegt over het millennium, wat natuurlijk dat toekomstige koninkrijk is. De grotere conteit van dit hoofdstuk uit Ezechiël is dan ook compleet eschatologisch.

330 1 Petrus 1:1331 Arutz Sheva, Minister: It’s Official – More Jews in Israel Than in US332 Ezechiël 36:24333 Ezechiël 36:25-27334 Zacharia 12:10-14335 Johannes 3:16336 Romeinen 11:25-26337 Ezechiël 36:33-38338 Jesaja 65:25339 Zacharia 14:16-19

39

Page 42: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

I. Ezechiël 33 spreekt over de noodzaak tot prediking over Israëls restauratie.II. Ezechiël 34 spreekt over de letterlijke terugkomst van David in het millennium.III. Ezechiël 35 spreekt over de letterlijke vernietiging van Edom in de toekomst.IV. Ezechiël 37 spreekt net als hoofdstuk 36 in andere idiomen over de geestelijke restauratie.V. Ezechiël 38 en 39 spreken over een toekomstige oorlog die leidt tot die restauratie.VI. Ezechiël 40 tot 46 spreekt over een letterlijke toekomstige tempel in het millennium.VII Ezechiël 47 en 48 spreken over de letterlijke verdeling van het land Israël en het erfgoed.

Het is nu hopelijk compleet duidelijk geworden dat het feit dat Jezus het koninkrijk noemt,geen nieuwe inzichten over de status van dat koninkrijk brengen. Hij laat het ongedefnieerd omdat een Joodse schriftgeleerde goed op de hoogte was van wat het koninkrijk was, gezien het feit dat de profeten in Oude Testament er vele passages aan wijden.. Hij bevestigt hier alleen een voorwaarde voor het ingaan ervan, die Nicodemus ‘even vergeten’ was. Er is dus geen nieuwe informatie over het koninkrijk, alleen informatie die Ezechiël al 600 jaar eerder had opgeschreven.En vanuit die informatie wordt duidelijk dat het koninkrijk toekomstig is. Het was er nog niet in detijd van Ezechiël, niet in de tijd van Jezus, en ook nog niet in onze tijd, zoals we hebben ontdekt.

H. Sommigen zouden niet sterven voordat Jezus met heerlijkheid in Zijn koninkrijk zal komen 340

Omdat Jezus in deze tekst aangeeft dat sommigen die bij Hem staan niet zullen sterven voordat zij de Mensenzoon in Zijn koninkrijk hebben zien komen, gaan preteristen ervan uit dat het koninkrijk daarom wel in geestelijke vorm moest zijn gekomen. Hierbij moet men de tekst echter compleet van de conteit losweken, om tot zo’n conclusie te kunnen komen. Want in het volgende hoofdstuk wordt meteen duidelijk waar Jezus over sprak.

“En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, met Zich mee en bracht hen op een hoge berg, alleen hen. En Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. En zie, aan hen verschenen Mozes en Elia, die met Hem spraken. Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Heere, het is goed dat wij hier zijn; latenwij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia. Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem! En toen de discipelen dit hoorden, wierpen zij zich met het gezicht ter aarde en werden zeer bevreesd. En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei: Sta op en wees niet bevreesd. Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. En toen zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: Vertel niemand van wat u gezien hebt, totdat de Zoon des mensen opgestaan is uit de doden.” 341

De hoofdstukindeling van de Bijbel is niet origineel. Het is een kunstmatige manier om de Bijbel in te delen, veel later bedacht door christenen met de beste bedoelingen. 342 Hierdoor gaat verloren dat Mattheüs de uitspraak van Jezus aan het slot van het vorige hoofdstuk wilde koppelen aan de verheerlijking op de berg 6 dagen later. Petrus vertelt hier nota bene over in zijn zendbrief.

“Want wij zijn geen kunstig bedachte verzinsels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst vanonze Heere Jezus Christus bekendmaakten, maar wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit.

340 Mattheüs 16:27-28341 Mattheüs 17:1-9342 Dr. Woods, A. M., The Coming Kingdom (Grace Gospel Press, Minnesota, 2016), p. 229

40

Page 43: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen een stem als deze van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb. Endeze stem hebben wij gehoord, toen deze vanuit de hemel kwam, terwijl wij met Hem op de heilige berg waren.” 343

Vergelijk dit eens met de tekst uit Mattheüs en beoordeel zelf of Petrus het hier over dezelfde heerlijkheid heeft waar Jezus het ook over heeft.

“Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden. Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk. En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, met Zich mee en bracht hen op een hoge berg, alleen hen. En Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. En zie, aan hen verschenen Mozes en Elia, die met Hem spraken. Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Heere, het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia. Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem! En toen de discipelen dit hoorden, wierpen zij zich met het gezicht ter aarde en werden zeer bevreesd. En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei: Sta op en wees niet bevreesd. Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen.” 344

Wat hier gebeurde, was geen permanente vestiging van het koninkrijk, maar een voorproefje ervan. Want merk op dat de verheerlijking ook weer tot een einde komt, als de discipelen hun ogen weer opslaan. Het is iets heel tijdelijks. Er staat dan ook niet dat het koninkrijk permanent zal komen, maar alleen dat enkele van Zijn discipelen Hem in Zijn koninkrijkzullen zien komen. Ook de beschrijving van Markus 345 koppelt deze twee evenementen, maar danwél in hetzelfde hoofdstuk. Hij legt meer de focus op de ‘kracht van het koninkrijk’ wat evident was door de gloriewolk die op Jezus nederdaalde. Het was een bekrachtiging van God Zelf dat Jezus de Uitverkoren Koning was van dat toekomstige koninkrijk. Jezus werd bekleed met macht, kracht en autoriteit. De heerschappij rustte als het ware op Zijn schouders. 346 Omdat een koning en Zijn koninkrijk in het Joodse gedachtegoed altijd samengaan als paard en wagen, was het idee dat het koninkrijk nabij was present, getuige de aanwezigheid van de Koning. 347 Het lag als het ware voor het grijpen. 348 Het koninkrijk werd uiteindelijk uitgesteld, omdat men de Koning afwees. Nogmaals; als men de Koning afwijst, wijst men ook het koninkrijk van de Koning af. Pas vele generaties later zou het opnieuw aangeboden worden, maar dan moet er wel aan de voorwaarden worden voldaan. Nationale rouw en bekering. En dat zal gaan gebeuren, vertelt Zacharia. 349

Mocht u nog steeds niet overtuigd zijn, overweeg dan wat de apostel Johannes in zijn Openbaring in dit kader vertelt. Hij ziet het koninkrijk komen, 350 Jezus nu écht Koning worden

343 2 Petrus 1:16-18344 Mattheüs 16:27-17:8345 Markus 9:1-9346 Jesaja 9:5347 Dr. Woods, A.M., The Coming Kingdom (Grace Gospel Press, Minnesota, 2016), p. 218-219348 Zie paragraaf 15F, p. 36-37349 Zacharia 12:10-14, Zacharia 6:12-15, met de nadruk op het woord als in vers 15.350 Openbaring 12:10

41

Page 44: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

over alles en iedereen 351 en Hem regeren samen met ons als koningen en priesters. 352 Hij was één van de discipelen tegen wie Jezus zei dat sommigen van hen Hem zouden zien komen in Zijn koninkrijk met kracht. We hoeven dus niet automatisch naar de conclusie te springen dat het koninkrijk om die reden ergens in de 1e eeuw al gevestigd zou moeten zijn.

I. Mijn koninkrijk is niet van deze wereld 353

Dit vers in het evangelie van Johannes wordt ook regelmatig gebruikt door preteristen om te onderbouwen dat Jezus’ koninkrijk een geestelijk koninkrijk is. We kunnen echter 3 redenen noemen waarom Jezus hier niet de eiistentie van Zijn letterlijke, toekomstige aardse koninkrijk ontkende.

I. Jezus maakt deze statement vrij laat in Zijn bediening, eigenlijk vlak voor de kruisiging. Hij spreekt hier tegen Pilatus. Het aanbod van het koninkrijk 354 was al genegeerd door de Joodse leiders 355 en zelfs komen te vervallen voor díe generatie. 356 Wat Jezus hiermee communiceerde naar Pilatus, was daarom vooral dat Zijn koninkrijk voor Pilatus geen rivaliserend koninkrijk was. Het vormde geen bedreiging, want het was toch al uitgesteld naar een veel later moment in de geschiedenis.

II. Een ander belangrijk woord in deze tekst is het woord nu. Ook hiermee geeft Jezus weer aan dat het koninkrijk op dit moment geen bedreiging vormt, omdat het nu niet van hier is. Jezus ontkende dus niet dat het een aards koninkrijk was, en ontkende ook niet dat het ooit zou komen,maar vertelt alléén dat het niet op dit moment zal komen. Het zou ook vreemd zijn als Jezus zo’n belangrijk detail aan een heiden bekend zou maken, wetende dat Hij Zijn diepste geheimen vrijwel eiclusief met Zijn discipelen deelde. Bovendien vroegen de discipelen zich na Jezus’ opstanding nog steeds af waar het koninkrijk bleef, 357 dus ook in dat opzicht is het vreemd om deze uitspraak als een uitspraak over een reeds gevestigd geestelijk koninkrijk te bestempelen.

III. Ten slotte verloochent Jezus allerminst de fysiek-aardse oorsprong van Zijn koninkrijk. Hij beaamt dat Zijn koninkrijk hier niet vandáán komt, getuige het woord van. Het Griekse woord ek, dat hier in de grondtekst gebruikt wordt, duidt op de herkomst van een voorwerp 358 en er is dus geen sprake van een tegenstelling tot eerdere beweringen. Zijn koninkrijk komt immers vanuit dehemelen, 359 op aarde. 360 Het komt dus inderdaad niet van deze wereld, maar komt uiteindelijk wel op deze wereld.

J. Alle autoriteit is aan Jezus gegeven 361

Ook dit vers wordt graag door preteristen en Kingdom Now-aanhangers gebruikt om hun these te onderbouwen dat Jezus’ koninkrijk reeds op aarde is, zij het in geestelijke vorm. Er zijn in elk geval 4 redenen te noemen waarom zo’n uitgangspunt vanuit dit vers niet houdbaar is.351 Openbaring 19:6352 Openbaring 20:4-6353 Johannes 18:36354 Mattheüs 3:2, 4:17, 10:5-7355 Mattheüs 12:24356 Mattheüs 21:43357 Handelingen 1:3-6358 Blue Letter Bible, Ek359 Daniël 2:44360 Daniël 2:35361 Mattheüs 28:18-20

42

Page 45: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

I. Het woord koninkrijk is absent in de tekst, en ook in de conteit.

II. Als Jezus Zijn autoriteit volledig zou uitoefenen, is het gek dat we juist een grote afvalligheid zien in het huidige tijdperk. Ook in de tijd van de apostelen werd dit al voorspeld aan diverse gemeentes. 362 Daarom moeten we voorzichtig zijn met aan te nemen dat wanneer iemand autoriteit heeft ontvangen, hij die ook uit zal voeren. Denk bijvoorbeeld aan het eerder genoemde voorbeeld van David, die al gezalfd was door Samuël, die daartoe gemachtigd was door God Zelf. 363 Hij was in feite al klaar om het koningschap op te eisen, maar er zat nog een bezetter op de troon. Saul. Het is een profetisch model van hoe Christus ook al Koning is, maar pas volledige autoriteit zal laten gelden als de bezetter van de troon is gestoten. Hoe kan de kerk immers zó afglijden dat Jezus geen gezag meer over hen heeft in de laatste van 7 brieven uit het boek Openbaring 364 Jezus staat buiten de kerk en klopt op de deur. Hij mag er niet eens meer in! Deze naam van deze afvallige kerk, die van Laodicea, 365 is een samenstelling van 2 Griekse woorden. Het woord laos, 366 wat mensen betekent. En deka, 367 wat recht handhaven betekent. Het is in feite dus een democratie. Hoe kan het dan dat de mensen regeren, terwijl Jezus zou moeten regeren met volledige autoriteit Met een ijzeren staf Men moet wel heel creatief met Bijbelverzen omgaan om zo’n uitleg te kunnen verkopen. Het boek Hebreeën geeft uitleg over wanneer Zijn volledige autoriteit zal uitgeoefend zal gaan worden.

“Maar Deze, een slachtofer voor de zonden geoferd hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand Gods; Voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten.” 368

Deze tekst is een citaat van een Psalm, 369 waar ook het woord totdat duidelijk vermeld staat. Éérst zullen dus alle vijanden van Hem tot Zijn voetenbank moeten worden, voordat Hij volledige autoriteit zal uitoefenen. Dat is inclusief Satan. Dat is dan ook de reden dat Satan eerst in de bodemloze put wordt gegooid, vlák voordat Jezus zal gaan regeren in Zijn 1000-jarige koninkrijk. 370 Ziet u hoe dit allemaal perfect past

III. Door de de autoriteit van het koninkrijk toe te passen op de kerk, breekt men met het complete paradigma van het koninkrijk dat in het volledige Oude Testament wordt gebracht. Het koninkrijk was namelijk beloofd aan een fysiek Israël, niet primair aan de kerk. Het zou een hermeneutische breuk zijn, die overigens onnodig is. Wanneer we het beeld volgen van het koninkrijk dat ontstaat na het lezen van het Oude Testament, zien we dat dit fysieke koninkrijk keer op keer aan een fysiek Israël wordt beloofd. Wat preteristen doen is dus een typisch voorbeeld van eisegese, 371 waarbij men al van tevoren een vooronderstelling heeft en die vervolgens op de Bijbel probeert te forceren.

IV. Het betrefende vers moet niet los geweekt worden van de verzen die erop volgen. De

362 Handelingen 20:29-31, 2 Timotheüs 3:13363 1 Samuël 16:1-13364 Openbaring 3:14-22365 Blue Letter Bible, Laodikeia366 Blue Letter Bible, Laos367 Blue Letter Bible, Deka368 Hebreeën 10:12-13, Statenvertaling369 Psalm 110:1370 Openbaring 20:1-3371 Encyclo, Eisegese

43

Page 46: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

zogenaamde ‘grote opdracht’ begint in het Grieks met de woorden poreuthentes oun, 372 wat gaat daarom heen (en onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen) betekent. Het woord oun, of in het Nederlands daarom (vaak vertaald als dan, maar in de King James Vertaling als daarom) koppelt duidelijk terug naar het waarom van de grote opdracht. Jezus heeft weliswaarálle autoriteit, maar oefent deze slechts gelimiteerd uit. Niet in de zin van de troon van David, maar in de zin van het versterken van Zijn kerk om de grote opdracht uit te oefenen. Nogmaals, bedenk dat het hele woord koninkrijk nérgens in het vers of de conteit voorkomt. Het is een foutieve inferentie van de preteristen en Kingdom Now-aanhangers. Want waar Jezus op de troonvan David Zijn macht uitoefent vanuit Israël, specifek de stad Jeruzalem, 373 worden de discipelen juist opgedragen om wég te gaan uit Jeruzalem en zelfs uit Israël om het goede nieuws te brengen. Dit is tegengesteld en kán dus niet over hetzelfde gaan.

K. De apostelen prediken het koninkrijk in Handelingen 374

Het woord koninkrijk wordt in het boek Handelingen maar liefst 8 keer genoemd, en dat geeft de preteristen het idee dat het koninkrijk om die reden ook aanwezig moest zijn. Maar dat isnatuurlijk wel heel simpel geredeneerd. We zullen uit de conteit moeten fltreren wat er precies bedoeld wordt als de apostelen over het koninkrijk spreken. McClain schrijft dat de frase koninkrijk van God weliswaar 8 maal voorkomt in het boek Handelingen, maar de apostelen hier altijd op een vrijwel eschatologische manier over spreken. 375 Nérgens blijkt uit de tekst dat het koninkrijk alreeds gevestigd is. In het eerste hoofdstuk van Handelingen is dat zonder meer duidelijk, aangezien de discipelen zich hardop afvragen wanneer Jezus Zijn koninkrijk gaat herstellen. Jezus geeft vervolgens een antwoord dat ontwijkend lijkt, maar niet is. Er volgt namelijk een tegenstelling, getuige het woord maar.

“Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea enSamaria en tot aan het uiterste van de aarde.” 376

Wat hier in feite dus gebeurt, is vergelijkbaar met de zogenaamde grote opdracht die we ook in de vorige paragraaf al bespraken. Jezus geeft hen een ándere opdracht. Twee hoofdstukken later zien we wéér dat de apostelen zinspelen op een toekomstige periode van herstel. 377 Ook halverwege het boek Handelingen zien we weer dat de discipelen spreken over het herstel van de ‘vervallen hut van David’. 378 Ze hadden dus duidelijk een verwachting die overeenstemt met hetgeen wij tot nu toe hebben vastgesteld. Dat Jezus in de toekomst het koninkrijk zou gaan herstellen van Israël 379 op een manier zoals nooit tevoren. De passage in het hoofdstuk ervoor krijgt hierdoor een veel duidelijkere conteit, dat wij ‘door veel verdrukking het

372 Blue Letter Bible, Matthew 28:19373 Jesaja 2:2-3, Zacharia 14:16-18374 Handelingen 1:3, 6, 8:12, 14:22, 19:8, 20:25, 28:23, 31375 McClain, A.J., The Greatness of the Kingdom: An Inductive Study of the Kingdom of God (Grand Rapids: Zondervan, 1959), p.

424-426376 Handelingen 1:6-8377 Handelingen 3:19-21378 Handelingen 15:13-16379 Handelingen 1:6

44

Page 47: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

koninkrijk zullen binnengaan.’ 380 Ook dit bevestigt weer dat we ná de dispensatie van genade 381 een periode van grote verdrukking 382 zullen krijgen, waarna Satan opgesloten wordt en Jezus eindelijk met de Zijnen zal regeren voor 1000 jaren lang in Zijn koninkrijk. 383 Enkele hoofdstukken later zien we dat Paulus een stel Joden in de synagoge probeert te overtuigen van de zaken van het koninkrijk van God. Hieruit kunnen we niet noodzakelijkerwijs opmaken dat het koninkrijk er al is. Daar wordt verder namelijk niets over gezegd in de passage. Ook deze tekst helpt de preteristen dus allerminst. Hetzelfde geldt voor de volgende tekst, die we een hoofdstuk later vinden. 384 Paulus noemt enkel dat hij ‘het koninkrijk van God gepredikt heeft’, maar zegt verder niets inhoudelijks over dat koninkrijk. Ten slotte komt de frase ‘koninkrijk van God’ nog tweemaal voor in het laatste hoofdstuk. 385 Net als in de vorige instanties worden hier verder geen details gegeven over wat dit koninkrijk dan is. Merk op dat Paulus hierover spreekt met de Joden, 386 omdat dit voor hen logischerwijs natuurlijk heel relevant is.

Als we het door Lukas geschreven boek Handelingen in zijn totaliteit bekijken, valt eigenlijk juist op hoe relatief afwezig het idee van het koninkrijk van God is, als we het vergelijken met het eerste gedeelte van Lukas’ schrijven. Het komt ‘slechts’ 8 keer voor in Handelingen. Als we dit vergelijken met de 45 instanties 387 dat deze frase voorkomt in het evangelie van Lukas, zou men het idee kunnen krijgen dat het in het boek Handelingen meer op de achtergrond speelde dan in de periode van Jezus’ bediening toen het koninkrijk nog nabij was. De periode dat het koninkrijk nog niet afgewezen was. De hoop op het herstel van de vervallen hut van David was nu daarom verder weg dan eerst en de focus lijkt meer op de verkondiging van het evangelie van Paulus te liggen. Merk op dat er een enórm verschil zit tussen het evangelie van Paulus en het evangelie van het koninkrijk. Het publiek is anders en de implicaties zijn ook verschillend. 388

L. We moeten waardig wandelen voor het koninkrijk 389

Het feit dat het koninkrijk in de tijd van Paulus’ bediening in een staat van uitstelling is, betekent natuurlijk niet automatisch dat Paulus er nooit over praat. We zagen in het boek Handelingen al dat hij er met de Joden af en toe over sprak. Ook in de zendbrieven zien we daarom af en toe een zinspeling op dat toekomstige koninkrijk. Preteristen zullen er vlot bij zijn om te vermelden dat Paulus er in zijn eerste brief aan de gemeente van Thessaloniki over schrijft dat wij ‘waardig moeten wandelen voor God, Die ons roept tot Zijn koninkrijk en heerlijkheid.’ 380 Handelingen 14:22381 Efeze 3:2382 Mattheüs 24:21, Openbaring 7:14383 Openbaring 20:1-6384 Handelingen 20:25385 Handelingen 28:23, 31386 Handelingen 28:29387 Blue Letter Bible, Kingdom in Luke388 Mattheüs 10:5-7 vertelt dat het evangelie van het Koninkrijk niet voor de heidenen en Samaritanen bestemd is. Het is een

evangelie waarin letterlijk fysiek herstel vrij centraal staat in het gedachtengoed, in overeenstemming met bijv. Jesaja 11:6-10 of Jesaja 65:17-25. De discipelen mochten daar in Mattheüs 10:8 al een stukje van laten zien, middels tekenen en wonderen. “Genees de zieken, reinig melaatsen, wek doden op en drijf demonen uit,” zijn opdrachten die overeenstemmen met zo’n paradigma. Paulus heeft het daarentegen vaak over het Lichaam van Christus en heeft een meer geestelijke boodschap. Zijn evangelie (Romeinen 2:16, 2 Timotheüs 2:8) was bestemd voor zowel Joden als niet-Joden en legt de nadruk op de opstanding van Jezus die tot ons aller zaligheid dient. In zijn statement in 1 Korinthe 15:1-4 legt hij heel duidelijk uiteen wat zijn evangelie precies is. We moeten geloven in de dood, begrafenis en opstanding van Jezus. In Efeze 2:8-9 legt hij uit hóe we zalig kunnen worden. Niet door werken, maar door geloof alléén. In het evangelie van het koninkrijk hebben werken juist een veel prominentere rol, zoals wel blijkt als u de Bergrede (Matth. 5-7) goed doorleest. Het is als het ware een instructie over hoe men zich dient te gedragen in dit toekomstige koninkrijk, met grote risico’s als er overtredingen zijn. Zie Matth. 5:20, 22, 29-30, 48, 7:13-14, 19, 21-23 bijv. Dit in contrast tot het evangelie van Paulus, in wiens dispensatie wij onze zaligheid niet kúnnen verliezen (Rom. 8:38-39, 1 Kor. 3:10-15, etc.)

389 1 Thessalonicenzen 2:12

45

Page 48: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Oppervlakkig gelezen lijkt het hier inderdaad gaat over een koninkrijk dat nú al gevestigd is, maar het laatste woord ‘heerlijkheid’ verraadt dat er juist nog een toekomstig aspect verborgen ligt in dit koninkrijk. We hebben deze heerlijkheid immers nog niet ontvangen. Door deze twee begrippen, koninkrijk én heerlijkheid, in één adem te noemen, is het een logische aanname te stellen dat beide toekomstige realiteiten zijn. Door waardig te wandelen, zullen wij derhalve een grotere erfenis 390 in het koninkrijk en heerlijkheid 391 ontvangen in de toekomst. Bovendien geeft het woord tot, dat vooraf gaat aan de frase Zijn koninkrijk, al aan dat men er nog niet ín is. Als wij worden opgeroepen tot vaccinatie, betekent dit nog niet dat wij al gevaccineerd zijn. Paulus spreekt hier tegen broeders, 392 niet tegen ongelovigen. Waarom zou hij hen opnieuw oproepen tot het koninkrijk als zij er alreeds in waren Kunnen broeders en zusters zomaar het koninkrijk in-en uitlopen door onwaardig te wandelen Andermaal wordt dus duidelijk dat de leer van de preteristen en Kingdom Now-aanhangers geen hout snijdt.

M. Het koninkrijk bestaat niet in woorden, maar in kracht 393

Hoewel het erop lijkt dat het koninkrijk in dit vers reeds bestaat, brengt een nauwkeurige studie van de conteit ons tot andere inzichten. In eerdere verzen van dat hoofdstuk spreekt Paulus duidelijk over toekomstige zaken. 394 Door aan te nemen dat het koninkrijk reeds gerealiseerd is, zou Paulus zichzelf tegenspreken door over deze toekomstige dingen te praten. Want waarom zou Paulus dan in de toekomstige tijd spreken over het moment dat de Heere komt, het moment dat wij lof ontvangen en met Hem zullen regeren Overigens is het werkwoordbestaat in de Herziene Statenvertaling geïnfereerd en niet origineel. 395 Het voert dus te ver om opgrond van een woord dat niet eens in de grondtekst staat, de doctrine op te bouwen dat het koninkrijk reeds in gevestigde vorm aanwezig was op aarde. Verder meldt de theoloog McClain dat het woord kracht hier in een toekomstige zin gebruikt kan worden, en dat dit ook voor de hand ligt. In de brief aan de Hebreeën is dat bijvoorbeeld het geval, wanneer de schrijver van dezebrief meldt dat sommige mensen ‘hebben geproefd van de krachten van de komende wereld’. 396 Dit Griekse woord dynamis 397 is hier hetzelfde in beide verzen en tevens in beide gevallen gebruiktom de komende wereld of eeuw te beschrijven, die van het koninkrijk dat komt. Ook de andere instanties waarin de term koninkrijk in deze brief aan de Korinthiërs voorkomt, verwijst het naar een toekomstig koninkrijk. 398

N. Jezus moet koning zijn totdat alle vijanden aan Zijn voeten liggen 399

Wanneer we vluchtig zo’n passage los van haar conteit lezen, kan het idee ontstaan dat Jezus’ koninkrijk ook vóór het maken van Zijn vijanden tot voetenbank, aanwezig moet zijn. Als we echter de conteit bekijken, gaat het hier duidelijk over de toekomstige wederopstanding, ieder in zijn eigen orde. 400 Éérst Jezus als de Eersteling, daarna de gelovige doden 401 bij de

390 Romeinen 8:17391 1 Korinthe 15:40-42, 1 Korinthe 3:10-15392 1 Thessalonicenzen 1:4393 1 Korinthe 4:20394 1 Korinthe 4:5, 8395 In de HSV is het woord bestaat niet gecursiveerd, maar in de King James Vertaling is dat wél zichtbaar. Ook in de grondtekst

mist het woord bestaat. Zie ook de Blue Letter Bible, 1 Corinthians 4:20396 Hebreeën 6:5397 Blue Letter Bible, Dynamis, McClain, The Greatness of the Kingdom, p. 435398 1 Kor. 6:9-10, de werkwoordcombinatie ‘zullen beërven’ hier staat in de toekomende tijd. 1 Kor. 15:24, 50 idem dito.399 1 Korinthe 15:22-28400 1 Korinthe 15:22401 1 Korinthe 15:23

46

Page 49: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

opname 402 en ten slotte de opstanding van de ongelovige doden. 403 Vervolgens vertelt Paulus dat ‘daarná het einde komt, wanneer Jezus het koninkrijk aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan.’ 404 Er ontstaat nu een tijdslijn:

I. Jezus staat op als EerstelingII. Daarna staan wij, de heiligen, dood of levend, opIII. Vervolgens begint de bedeling van het 1000-jarige koninkrijkIV. Er komt een opstand, onder leiding van Gog en Satan 405

V. Pas daarná staan de overige, ongelovige doden op 406

VI. En ten slotte zal Jezus de laatste vijand, de dood verslaan en alles overdragen 407

Wanneer we nu nóg eens kijken naar deze uitspraak uit de Korinthebrief, wordt helemaal duidelijk wat Paulus bedoelt met de uitspraak dat Jezus Koning moet zijn totdat alle vijanden aan Zijn voeten liggen. We hebben het hierbij over de dispensatie of bedeling van het 1000-jarige koninkrijk. In deze periode moet Jezus Koning zijn, totdat met de laatste vijand, de dood, afgerekend is.

O. Het koninkrijk bestaat niet uit eten en drinken 408

We hebben al eerder 409 kort stilgestaan bij deze tekst uit Romeinen. Kingdom Now-aanhangers en preteristen gebruiken deze tekst graag om een geestelijke uitleg van het koninkrijk in de huidige tijd te forceren, maar dat is niet wat Paulus hier bedoelt. Er zal wel degelijk letterlijk gegeten en gedronken worden in het toekomstige koninkrijk. In het evangelie van Mattheüs 410 aangezien men ‘van oost en west aan de tafel zal gaan met Abraham, Izaäk en Jakob in het koninkrijk der hemelen’. Wat hiermee dus eigenlijk gezegd wordt, is dat eten en drinken niet het belangrijkste zal zijn in dit koninkrijk. Hier wordt niet mee ontkend dat het een fysiek koninkrijk is, maar er wordt door middel van een idioom duidelijk gemaakt waar de prioriteiten liggen. Het is een heel gebruikelijke manier voor Joden om dat zo uit te drukken. 411 Iets dergelijks zien we in Hosea, 412 waar God aangeeft dat Hij ‘vreugde vindt in goedertierenheid en niet in ofers’. Hiermee wordt idiomatisch niet ontkend dat God vreugde vindt in ofers, want we weten al vanaf de eerste bladzijden van de Bijbel dat dat wél zo is. 413 Nee, hiermee wil God aangeven waar de prioriteit ligt. Het gaat om de hartgesteldheid waarmee het ofer gedaan wordt. Ook in andere passages zoals in Mattheüs, 414 zien we dergelijke uitspraken. Wanneer Jezuszegt dat we ‘geen schatten op aarde moeten verzamelen’, bedoelt Hij niet meteen dat we nooit geld op de bank mogen zetten, aangezien dat in zou druisen tegen het principe ‘slimme gebruik van de valse mammon’ uit de gelijkenis van de oneerlijke rentmeester. 415 Nee, ook hier is de

402 1 Thessalonicenzen 4:16-17403 Openbaring 20:5, 12-15404 1 Korinthe 15:24405 Openbaring 20:7-10406 Openbaring 20:12-13407 Openbaring 12:14408 Romeinen 14:17409 Paragraaf 15B, p. 33410 Mattheüs 8:11411 Dr. Woods, A.M., The Coming Kingdom, p. 297412 Hosea 6:6413 Genesis 4:4414 Mattheüs 6:19-20415 Lukas 16:8-9

47

Page 50: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

strekking van de uitspraak weer dat we onze prioriteiten duidelijk moeten hebben. Ook in de vorige paragraaf bespraken we dat ‘het koninkrijk van God niet bestaat uit woorden maar uit kracht’, waarmee niet gezegd wordt dat er nooit gepraat zal worden. Er zijn talloze voorbeelden van deze manier van zeggen in de Bijbel.

Verder kan het Griekse grondwoord estin, wat vertaald is met bestaat (in de King James vertaling vertaald met is), ook wijzen op een meer juridische benadering van het zelfstandige naamwoord waar het naar verwijst, in dit geval het koninkrijk, zo pleit dr. Andrew Woods van Chafer Theological Seminary. De nadruk zou dan komen te liggen op de juridische elementen waar het uit bestaat, in plaats van dat er echt verteld wordt dát het bestaat ofwel alreeds een volledig tastbare realiteit is. Men kan het woord estin als een de jure (juridisch) of een de facto (feitelijk) woord benaderen. 416 Vergelijk het met een beschrijving van een perpetuum mobile. Dit is een apparaat dat eeuwig blijft voortbewegen zonder toevoeging van energie. 417 Zo’n apparaat is nog nooit uitgevonden omdat dat theoretisch vooralsnog onmogelijk lijkt, maar merk op dat het woord is hier vooral de technische, meer juridische vereisten uitdrukt in plaats van dat het eenuitspraak doet over de feitelijke eiistentie ervan.

Ook op andere plekken in de Bijbel zien we dit verschil duidelijk in beeld. In Filippenzen 418 worden we bijvoorbeeld burgers van de hemel genoemd. Hiermee bedoelt Paulus niet te zeggen dat wij létterlijk op dit moment in de hemel aanwezig zijn. Nee, hij bedoelt dat wij juridisch gezienlegaal burgers van de hemel zijn, hoewel uitwonend. 419 Ook in Efeze 420 zien we zoiets, waar Paulus ons zittend met Christus in de hemelse gewesten noemt. We zijn hier niet letterlijk aanwezig, maar Paulus geeft hier aan dat wij juridisch gezien recht hebben op een plek in die realiteit, wanneer wij daar zullen komen.

Ten slotte is de conteit van het vers ook duidelijk futuristisch. De eerdere verzen geven daar overduidelijk blijk van. 421 Hoewel wij hier als christen nog op aarde zijn en te maken hebben met fysieke zaken zoals eten en drinken, moeten we elkaar daarom niet veroordelen, want dat is Jezus’ taak bij de rechterstoel, waarna het koninkrijk van God op aarde gevestigd zal worden. Beter richten wij ons daarom op de gerechtigheid en vrede die daar zal heersen. Dat is in essentie wat er gezegd wordt, als we rekening houden met de conteit.P. Jezus is Koning der koningen en Heer der heren 422

Preteristen lezen in dit vers dat Jezus wel degelijk alreeds Koning is over alle anderen en daarom Zijn koninkrijk nu al een realiteit is. We stonden al eerder stil bij het verschil tussen het koning zijn en de feitelijke uitoefening ervan, zeer visueel door bijvoorbeeld koning David die al in het eerste boek van Samuël 423 werd gezalfd maar pas in het tweede boek van Samuël 424 het koningschap opeiste. Net als in de tijd van David zit er momenteel een bezetter op de troon. Satan, de god van deze wereld (of eeuw), zo vertelt Paulus. 425 Jezus ís weliswaar Koning, maar 416 Dr. Woods, A.M., The Coming Kingdom, p. 298417 Encyclo, Perpetuum mobile418 Filippenzen 3:20419 2 Korinthe 5:8-9420 Efeze 2:6421 Romeinen 14:10-12422 1 Timotheüs 6:15a423 1 Samuël 13424 2 Samuël 2425 2 Korinthe 4:4, Lukas 4:5-8 laat ook zien dat Satan een juridische claim op de wereld heeft. Want als dat niet zo was, waarom

zei Jezus dat dan niet? Jezus ontkende de juridische claim die Satan legde op de aarde, niet. Stel dat ik u Paleis Soestdijk zou aanbieden, zou dat dan voor u een verleiding zijn? U zult eerst zeker moeten weten dat ik de juridische eigenaar ben van het

48

Page 51: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

éérst moet die bezetter onttroond worden en naar de bodemloze put gebracht voordat Jezus Zijn koningschap letterlijk op aarde zal aanvangen. De huidige wereld kán daarom ook niet de ‘eeuw van het koninkrijk’ zijn, omdat nog niet al Jezus’ vijanden aan Zijn voeten gelegd zijn. 426 De schrijver van de Hebreeënbrief bevestigt dit:

“Alle dingen hebt U onder zijn voeten onderworpen. Want bij het onderwerpen van alle dingenaan Hem heeft Hij niets uitgezonderd wat Hem niet onderworpen is. Nu zien wij echter nog niet datHem alle dingen onderworpen zijn.” 427

Satan is juridisch dan wel onderworpen, maar biedt nog weerstand. We moeten daarom ook hier weer naar de verdere conteit kijken van het vers. Want het volledige vers geeft al aan datJezus weliswaar Koning der koningen en Heer der heren is, maar dat ‘de zalige en alleen machtige Heere Hem op Zijn tijd zal laten zien.’ 428 Er zit dus nog een toekomstig aspect van openbaring in. Het vers ervoor wordt dit dan ook de ‘verschijning van onze Heere Jezus Christus’ 429 genoemd. Dat is een duidelijke verwijzing naar de wederkomst.

Q. Overgezet vanuit de duisternis in Zijn koninkrijk 430

Ook dit vers wordt regelmatig gebruikt door preteristen en Kingdom Now-aanhangers om een geestelijk koninkrijk hier op aarde te ‘bewijzen’. Een vergelijkbare tekst vinden we aan het einde van het boek Handelingen. 431 Met deze twee teksten lijken zij een sterke zaak te kunnen maken, maar toch kunnen we hier meerdere opmerkingen bij plaatsen.

I. Hoewel er inderdaad wel degelijk over een koninkrijk wordt gesproken in de tekst uit Kolossenzen, zou het een stijlbreuk zijn om het koninkrijk hier te vereenzelvigen met het koninkrijk der hemelen, aangezien het Nieuwe Testament de relatie van Jezus ten opzichte van dekerk altijd aangeeft met Bruidegom tot bruid 432 of Hoofd tot lichaam 433 in plaats van Koning tot koninkrijk. Jezus wordt nérgens in het Nieuwe Testament de Koning van de kerk genoemd.

II. Ook hier is het de jure / de facto-verschil weer een mogelijke uitleg, dat we al eerder besproken hebben. 434 Het zou kunnen dat hier een meer juridische beschrijving wordt gegeven van onze positie in Christus dan dat er werkelijk iets gezegd wordt over de feitelijke eiistentiële status van het koninkrijk nu. Paulus doet dit wel vaker, zoals we hiervoor al zagen in bijvoorbeeld teksten uit Efeze 435 en Filippenzen. 436 Dit idee van de jure wordt verder gevoed door de conteit van het besproken vers. Het vers ervoor spreekt namelijk van ‘de erfenis van de heiligen in het

paleis, anders is het niet veel meer dan een grap. Uiteindelijk kríjgt Jezus die juridische claim weer in handen, doordat Hij ons vrijkoopt (Openbaring 5) door aan de vereisten te voldoen die vermeld staan op het verzegelde boek. De juridische vereisten vaneen lossing zoals de losser Boaz bijvoorbeeld in het verhaal van Ruth (Ruth 4, zie ook Jeremia 32:6-15) deed, stonden in de Hebreeuwse cultuur altijd op de buitenkant van het verzegelde document. Wanneer aan die vereisten voldaan was, mochten de zegels verbroken en het document geopend worden. Zie ook dr. Missler, C., A Romance of Redemption.

426 Psalm 2:8-9, 110:1427 Hebreeën 2:8428 1 Timotheüs 6:15b429 1 Timotheüs 6:14430 Kolossenzen 1:13431 Handelingen 26:17-18432 Efeze 5:22-33433 Kolossenzen 1:18434 Paragraaf 15, subparagraaf O, p. 47435 Efeze 2:6436 Filippenzen 3:20

49

Page 52: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

licht’. 437 Het gebruik van het woord erfenis brengt het idee over dat er een toekomstig aspect is dat nog niet gerealiseerd is, maar waar men wél juridisch recht op heeft áls het zover is. Ook het vers erna benadrukt dat een deel van onze redding nog in de toekomst ligt. 438 We zijn juridisch gezien gered, maar hebben nog wél dagelijks te strijden tegen onze eigen zondige natuur 439 en Satan en zijn handlangers. 440 Er zijn talloze verzen die dit bevestigen. 441

R. Wij zijn medearbeiders in het koninkrijk van God 442

Ook deze tekst wordt veelvuldig gebruikt door de preteristen om het idee over te brengen dat Paulus en zijn collega’s Markus en Justus medewerkers in het Koninkrijk van God zijn, alsof datkoninkrijk al een daadwerkelijk gerealiseerd feit zou zijn. De logica hier is dat als men nu al kan meewerken aan het koninkrijk, het al zou moeten bestaan in enige vorm. En bovendien voedt het de Kingdom Now-gedachte dat wij Gods koninkrijk kunnen bouwen. Er staat alleen in het originele Grieks geen werkwoord vóór het woord medearbeiders en dus moet dat geïnfereerd worden door de vertalers. 443 Het woord in dat ná medearbeiders volgt, is in het originele Grieks eis 444 wat ook vertaald kan worden als voor en daarom zou een meer correcte vertaling kunnen zijn:

“Zij zijn de enigen van de besnijdenis, mijn medearbeiders voor het Koninkrijk van God; zij zijnmij ook een vertroosting geweest.”

Omdat er verder niets gezegd wordt over het tijdstip van het koninkrijk in deze tekst, zullen we af moeten gaan op wat Paulus er op andere plekken over schrijft. 445 Telkens wordt duidelijk dat onze acties hier op aarde gevolgen hebben voor onze erfenis in dat toekomstige koninkrijk. 446 In dat opzicht zijn we dus arbeiders, en werken niet solitair, maar samen.

437 Kolossenzen 1:12438 Kolossenzen 1:14439 Romeinen 7:14-26440 Efeze 6:12441 Romeinen 8:23, Efeze 1:13-14, 4:30, Lukas 21;28, etc.442 Kolossenzen 4:11443 Blue Letter Bible, Kolossenzen 4:11444 Blue Letter Bible, Eis445 1 Kor. 6:9-10, 15:24, 50, Galaten 5:21, Efeze 5:5, 1 Thess. 2:12, 2 Thess. 1:5, 2 Tim. 4:1, 18446 2 Thess. 1:5, 2 Tim. 4:18, Hebr. 12:28, etc.

50

Page 53: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

S. Omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen 447

Net als in eerdere paragrafen 448 is ook hier weer sprake van een verschil tussen de facto en de jure uitspraken. Doordat hier het werkwoord ontvangen staat, gaan Kingdom Now-aanhangers graag uit van de tegenwoordige tijd. Het kan echter ook duiden op een toekomstige tijd. Overweeg bijvoorbeeld het volgende voorbeeld: “Laten wij daarom, omdat wij cadeaus ontvangen, aardig zijn voor de gevers ervan.” In deze uitspraak is niet duidelijk of de cadeaus nu alwél gegeven zijn of niet. We hoeven dus niet noodzakelijkerwijs naar de conclusie te springen dat het koninkrijk al ontvangen is. We hebben juist een overvloed van teksten die het tegenovergestelde beweren, besproken. Bovendien is het niet ongebruikelijk om eigendom in de Bijbel dat nog niet ontvangen is, uit te drukken als iets wat alreeds in bezit is. Paulus vertelt in de eerste brief aan de Korinthiërs nota bene eipliciet dat toekomstige dingen al van ons zijn. 449

T. U bent een koninklijk priesterschap 450

Kingdom Now-theologen zien dit vers meestal als een beschrijving van het lichaam van Christus, ofwel de kerk. De vraag is echter of dat wel een logische gevolgtrekking is. We zullen namelijk nog twee alternatieven kunnen overwegen, waarvan de laatste het meest waarschijnlijk is, gelet op de conteit.

I. Petrus gebruikt de frase ‘koninklijk priesterschap’ (soms ook wel vertaald als ‘koninkrijk van priesters’) vooral op een vergelijkende manier, waarbij hij bepaalde aspecten van het volk Israël, waarover deze uitspraak oorspronkelijk gold, 451 vergelijkt met enkele aspecten van het lichaam van Christus, ofwel de kerk. Kortom: natuurlijk zijn er talloze verschillen tussen Israël en de kerk, maar er zijn ook overeenkomsten. Net zoals het volk Israël destijds heilig moest leven te midden van de naties, 452 worden wij als kerk evenzo opgeroepen om heilig te leven in deze wereld. 453

II. Hoewel de vorige uitleg zeker potentie heeft, is het maar de vraag of dit überhaupt was wat Petrus in gedachten had. Petrus maakt immers meteen al in het eerste vers van zijn zendbrief al duidelijk aan wie hij deze brief schrijft. Aan de vreemdelingen in de verstrooiing. 454 In het Grieksstaat daar het woord diaspora, wat wij natuurlijk maar al te goed herkennen. Het gaat hier over deJoodse minderheden in de diaspora. Hij schrijft aan zijn eigen letterlijke, fysieke broeders die in deverstrooiing leven. De notie dat Petrus aan de kerk zou schrijven is immers verdacht absent. Het woord diaspora verwijst vrijwel zeker naar de letterlijke, fysieke Joodse broeders in de verstrooiing, aangezien ook Jakobus zijn zendbrief met die term begint en nota bene nog eens de 12 stammen noemt. 455 We hebben ons als kerk door de eeuwen heen aangemeten dat de hele Bijbel áán ons is geschreven, maar dat is maar gedeeltelijk waar. De Bijbel is dan wel geschreven vóór ons, om te lezen en ervan te leren, maar niet alles is aan ons geadresseerd. Het woord vreemdelingen dat voorafgaat aan de diaspora waar Paulus het over heeft, wordt slechts driemaal gebruikt in het Nieuwe Testament en wordt nooit gebruikt om de kerk te beschrijven, maar is

447 Hebreeën 12:28448 Paragraaf 15, subparagrafen O en Q, p. 47, 49449 1 Korinthe 3:21-22450 1 Petrus 2:9451 Exodus 19:5-6452 Leviticus 20:26453 1 Thess. 4:4-5454 1 Petrus 1:1455 Jakobus 1:1

51

Page 54: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

eiclusief gebruikt om Joden te beschrijven. 456 457 De prefi para betekent ver weg, epi betekent van en het woord demois betekent huis, wat natuurlijk perfect de situatie van de Israëlieten beschrijft. Ver weg van huis. Ook de term heidenen, die verderop meermaals in de zendbrief van Petrus gebruikt wordt, 458 hint naar een adressering aan Israël. Sommigen menen dat hier ongelovigen bedoeld worden, maar dat is onwaar. Deze term wordt namelijk altijd consistent gebruikt om niet-Joden te beschrijven, vertelt de Messiaans-Joodse theoloog Arnold Fruchtenbaum. 459 De woorden geslacht en volk staan overigens in het enkelvoud, wat natuurlijk gek zou zijn als het betrekking had op de kerk, aangezien zij uit meerdere volken en geslachten bestaat. Bovendien zegt Paulus in de Romeinenbrief 460 nota bene eipliciet dat de kerk géén volk is. Het vers dat volgt op de besproken tekst 461 lijkt over hetzelfde te spreken, maar hierbij refereert Petrus niet naar de kerk als een concurrerende, jaloersmakende entiteit ten opzichte vanIsraël. Nee, hij haalt hier een passage aan uit Hosea. 462 waar God middels de namen Lo-Ammi en Lo-Ruchama aangeeft dat Israël (tijdelijk) niet meer Zijn volk is en Hij (tijdelijk) geen ontferming meer over hen heeft. 463 Petrus maakt die koppeling niet alleen duidelijk met de frase geen volk, maar ook met het woord ontferming. In het tweede hoofdstuk van Hosea maakt God immers heel duidelijk dat er een tijd zal komen dat Hij Zich weer zal gaan ontfermen over Zijn volk en Hij weer ontferming over hen zal tonen. 464 Petrus wil zijn publiek hier duidelijk laten weten dat dit nog steeds Gods plan is en geeft daartoe in zijn zendbrief dan ook diverse richtlijnen die daaraan appelleren. Aangezien Petrus ook specifek genoemd wordt als de apostel aan de Joden, 465 ligt het voor de hand dat hij inderdaad aan zijn broeders, de Joden, schrijft.

Sommigen menen dat Petrus helemaal niet aan Joden schrijft, maar aan heidenen, aangezien hij het een hoofdstuk eerder heeft over ‘begeerten die er in de tijd van hun onwetendheid waren’ 466 en menen dat dit nooit betrekking kan hebben op Joden omdat zij altijd al religieus waren. Paulus echter, zelf een Jood, beschrijft zichzelf wel degelijk als onwetend vóór zijn bekering. 467 Men argumenteert soms ook dat Petrus aan heidenen schrijft, omdat een ander vers in het eerste hoofdstuk hiertoe aanleiding lijkt te geven. 468 De zogenaamde ‘zinloze levenswandel die hen door de vaderen overgeleverd is,’ zou volgens hen blijk geven van een heidens verleden. Toch is het echter juist een heel accurate beschrijving van de zinloze tradities die bijvoorbeeld de Farizeeën hadden. 469 Vervolgens redeneert men ook weleens dat Petrus hier aan de heidenen schrijft, omdat het publiek ‘vanuit de duisternis geroepen is tot Zijn wonderbaar licht’ 470 en dit volgens hen niet voor Joden kan gelden. Toch zien we juist dat het leeuwendeel van deze metaforen van blindheid en donkerheid bij een Joods publiek wordt gebruikt in de Bijbel. 471

456 1 Petrus 2:11, Hebreeën 11:13457 Blue Letter Bible, Parepidemois458 1 Petrus 2:12, 4:3459 Fruchtenbaum, A., The Messianic Jewish Epistles, p. 319460 Romeinen 10:19461 1 Petrus 2:10462 Hosea 1:10, 2:22463 Lo-Ammi betekent geen volk en Lo-Ruchama betekent geen ontferming. Zie ook Hosea 1:6, 9464 Hosea 2:22465 Galaten 2:7-8466 1 Petrus 1:14467 1 Timotheüs 1:13468 1 Petrus 1:18469 Markus 7:13470 1 Petrus 2:9b471 Jesaja 6:9-10, Mattheüs 13:14-15, 2 Korinthe 3:13-18, etc.

52

Page 55: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Voorts is men soms van mening dat Petrus niet aan een Joods publiek geschreven kan hebben, omdat hij het heeft over afgodendienst 472 en dat de ballingschap hiermee afgerekend zou moeten hebben. Dat is echter nog maar de vraag, aangezien in Handelingen bijvoorbeeld de Joodse overpriester Sceva 7 rondtrekkende zonen duivelen liet bezweren. 473 De reactie van de mensen is vervolgens dat zij hun toverboeken verbranden. Zowel in het Oude 474 als in het Nieuwe Testament 475 wordt tovenarij in één adem genoemd met afgoderij. Paulus noemt ze werken van het vlees, waarbij hij geen onderscheid maakt tussen Joden en niet-Joden. 476 Ten slotte denken sommige critici dat Petrus hier heidenen aanspreekt, omdat hij niet zijn Joodse naam Simon of Aramese naam Kefas gebruikt. Omdat zijn publiek echter in de verstrooiing leeft, in Griekssprekende gebieden, ligt het voor de hand dat hij zijn Griekse naam Petrus gebruikt.

Ook een groot deel van de kerkvaders geloofde dat deze brief aan Hebreeuwse christenen werd geschreven, vertelt de Britse theoloog Gerald Bray. Eusebius van Caeserea, Didymus, Andreas en Oecumenius bijvoorbeeld. 477 Meer recente kopstukken zoals Calvijn, Bengel, Weiss, Alford, English en Wuest geloofden dit ook. 478

Met de bovenstaande gegevens ligt het dus voor de hand dat Petrus middels dit schrijven wilde laten zien dat ondanks het falen van de complete natie Israël ten aanzien van Gods aloude oproep om een koninkrijk van priesters te zijn, 479 het christelijk-Joodse overblijfsel daar nog níet ingefaald had. Het is niet logisch om op basis van hetgeen we hiervoor hebben ontdekt, tot de conclusie te komen dat de kerk Israël vervangen heeft. Er was immers altijd een duidelijke scheidslijn in het denken van de Joden tussen Israël en een overblijfsel 480 van Israël, ofwel het Israël van God, 481 vertelt Fruchtenbaum. 482

U. Hij heeft ons gemaakt tot koningen en priesters 483

Waar het in de vorige paragraaf duidelijk over Israël ging, is dat nu niet het geval. Het gaat wel degelijk over de kerk hier, want later in het boek Openbaring wordt uitgelegd wie deze uitspraak doet, en dat is niet eiclusief voorbehouden aan Joden. Verderop in Openbaring krijgen we meer informatie:

“En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingenzich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen. En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke

472 1 Petrus 4:3473 Handelingen 19:13-19474 Deuteronomium 17 en 18475 Galaten 5:20476 Galaten 5:6, 6:15477 Bray, G., “James, 1-2 Peter, 1-3 John, Jude” in Ancient Christian Commentary on Scripture: New Testament (Downers Grove,

IL: InterVarsity, 2000), p. 65478 Hiebert, D.E., 1 Peter (Chicago: Moody, 1992), p. 24479 Exodus 19:5-6480 Ezra 9:8, 14, Nehemia 1:3, Jesaja 1:9, 10:20-22, 11:11, Jeremia 6:9, 23:3, etc. etc. Zie ook de Blue Letter Bible voor meer

referenties.481 Galaten 6:16482 Fruchtenbaum, A., The Messianic Jewish Epistles, XVII483 Openbaring 1:6

53

Page 56: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

stam, taal, volk en natie. En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde.” 484

Deze groep van 24 ouderlingen is afomstig uit elke stam, taal, volk en natie. Duidelijker dan dit kan het bijna niet. Dit kán niet over de diaspora gaan, want er waren nog helemaal geen Joden in bijvoorbeeld de Amerika’s of in Australië. Ze zijn ook vrijgekocht uit alle talen en etniciteiten. 485 Het is dus overduidelijk dat het hier over het lichaam van Christus gaat, dat over dehele wereld verspreid is. Het lijkt misschien gek dat 24 individuen álle landen ter wereld vertegenwoordigen, maar denk dan terug aan de priesterorde die David zo’n 1000 jaar voor het boek Openbaring óók in 24 segmenten opdeelde, en alle groepen vertegenwoordigd werden door1 familiehoofd of ouderling. 486 Het loopt in dat opzicht heel mooi parallel en ongetwijfeld zitten hierin nog een hoop diepe waarheden verborgen.

Het werkwoord regeren staat in combinatie met het hulpwerkwoord zullen, wat het in de toekomstige tijd plaatst. Het regeren híer is dus in de toekomst. Hoewel in hoofdstuk 1 al gezegd wordt dat wij koningen en priesters zijn, wordt daar vier hoofdstukken later een belangrijk detail aan toegevoegd. We zien dit continu in het boek Openbaring. Er wordt een idee geïntroduceerd en later wordt het verder uitgelegd. Denk aan de draak, 487 die in zowel de directe 488 als indirecte conteit 489 verder beschreven wordt. Of denk aan de wateren, 490 een symbool dat aan het einde van het hoofdstuk 491 duidelijk wordt. Ja, Openbaring is een boek vol met symboliek. Maar élk symbool wordt op een andere plek in het boek uitgelegd, soms zelfs op een andere plek in de Bijbel. 492 Tegelijk betekent dit níet dat we het daarom maar niet serieus moeten nemen. Want datlijkt de boventoon te voeren in de gedachten van de preteristen. Men schaart begrippen die men niet snapt maar onder de noemer ‘apocalyptische taal’ en geeft er vervolgens maar een eigen draai aan. Zo’n hermeneutiek doet echter totaal geen recht aan deze Goddelijk geïnspireerde 493 tekst.

V. We zijn deelgenoot in het koninkrijk 494

Ook hier denken de preteristen en Kingdom Now-theologen dat omdat Johannes zichzelf beschrijft als een deelgenoot van het koninkrijk, het koninkrijk dus in een geestelijk gevestigde vorm al aanwezig moet zijn. Toch vormt deze groep theologen een zeer kleine minderheid. Vrijwelalle commentators zijn het er namelijk over eens dat dit een fysiek aards koninkrijk is ,dat hier alvast geïntroduceerd wordt in het eerste hoofdstuk van het boek Openbaring, maar in de verre toekomst geplaatst moet worden. 495 Er wordt meer informatie over gegeven in latere

484 Openbaring 5:8-10485 Het woord natie uit vers 9 is in het Grieks ethnos, waarvan ons woord etniciteit is afgeleid en wat ook precies de lading dekt. Het

wordt vrijwel exclusief gebruikt voor het woord heidenen en het is daarom dus onmogelijk om hier een Joodse diaspora in te lezen.

486 1 Kronieken 24:1-19487 Openbaring 12:3488 Openbaring 12:9489 Openbaring 20:2490 Openbaring 17:1491 Openbaring 17:15492 Openbaring 1:4 spreekt bijv. over 7 Geesten. In Jesaja 11:2 wordt uitgelegd wat hiermee wordt bedoeld. Openbaring 1:12

spreekt over 7 kandelaren. In vers 20 van hetzelfde hoofdstuk wordt uitgelegd wie dit zijn. Dit zijn de 7 gemeenten van hoofdstuk 2 en 3. Dr. Chuck Missler maakte een lijst van maar liefst 800 symbolen en de plaats waar zij naar verwijzen, in appendix C van zijn boek Cosmic Codes (p. 409, 2e druk, 2004). Niet álles is echter een symbool.

493 2 Timotheüs 3:16494 Openbaring 1:9495 Dr. Woods, A.M., The Coming Kingdom, p. 315

54

Page 57: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

hoofdstukken, 496 waar het nog steeds toekomst is. Pas aan het einde van het boek Openbaring 497 zien we het in gerealiseerde vorm, maar aangezien we alle apocalyptische gebeurtenissen die eraan vooraf gingen nog niet hebben gezien in de afgelopen 2000 jaar, zullen we moeten stellen dat het koninkrijk nog steeds niet gerealiseerd is.

W. Jezus heeft de sleutel van David 498

Dan zijn er ook preteristen die menen dat omdát Jezus de sleutel van David heeft, Hij daarom al regeert vanaf de troon van David in de hemel over een geestelijk koninkrijk dat zich manifesteert op aarde middels de universele kerk. Maar zo’n gedachtesprong is niet gelijk valide. Het hebben van de sleutel van iets betekent namelijk nog niet dat men deze meteen gebruikt. Veel commentators geloven dat hier een zinspeling wordt gemaakt op een tekst uit Jesaja, 499 waar Eljakim, het hoofd van de bediening, mocht bepalen wie wél en wie níet in de kamer mocht komen waar de schatten van Hizkia waren opgeslagen. Op een soortgelijke manier spreekt Jezus ook tot de gemeente Filadelfa, waar deze tekst betrekking op heeft. Hen is een open deur gegeven 500 en zij zullen een kroon ontvangen. 501

Ook Petrus werd een sleutel gegeven 502 en hij was inderdaad een sleutelfguur om de eerste Joden 503 én heidenen 504 het burgerschap tot dat nieuwe koninkrijk te bezorgen, natuurlijk onder leiding van de Heilige Geest zonder wie niemand ook maar iets goeds kan doen. Het betekent echter niet dat zij op dat moment ook fysiek dat letterlijke koninkrijk betraden op dat moment. Hun legale status was vanaf dat moment een zekerheid, maar die zekerheid moest nog gerealiseerd worden. Het hele feit dat Jezus de gemeente van Filadelfa meldt dat Hij hen tot een zuil in de tempel van God zal maken, geeft al aan dat zij op dat moment nog niet aanwezig waren in de tempel, maar dat er een toekomstig element zit in hun bediening.

Bovendien is het vreemd om het bezit van de sleutel van David tot een Davidisch koningschap te maken wat in de hemel een realiteit is, terwijl dit in eerdere profetieën in de Bijbel altijd als letterlijk en fysiek op aarde werd voorgesteld. 505 Spreekt God Zichzelf soms tegen 506 Is Hij een leugenaar 507

Ten slotte zou het vreemd zijn om een koninkrijk waarin Jezus zonder gedoogbeleid regeert, 508 met al Zijn vijanden aan Zijn voeten, 509 te hebben waarin tóch ruimte is voor de synagoge van Satan verderf om te kunnen zaaien. 510 Uiteindelijk zullen zij aan de voeten worden neergelegd van de christenen uit Filadelfa, maar merk op dat de werkwoordsvervoeging van die opmerking in de toekomstige tijd staat. In feite is het sowieso onmogelijk om de periode van deze7 brieven aan 7 gemeenten in Turkije in zo’n koninkrijk te plaatsen waar een zerotolerancebeleid

496 Openbaring 5:10, 11:15497 Openbaring 20:1-10498 Openbaring 3:7499 Jesaja 22:22500 Openbaring 3:8501 Openbaring 3:11502 Mattheüs 16:19503 Handelingen 2504 Handelingen 10505 2 Samuël 7:12-16, Psalm 2:6-9, Jesaja 11:4506 1 Korinthe 14:33507 Titus 1:2508 Jesaja 2:4, 9:6-7, 11:3-5, 16:5, 32:1, 42:3-4, Zacharia 14:17509 Psalm 110:1-2, 5-6, Hebreeën 1:13, 10:13, 1 Kor. 15:25510 Openbaring 3:9

55

Page 58: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

heerst. Maar liefst 5 van deze kerken waren in een staat van afvalligheid, waarvan 2 zelfs zo ernstig dat er niets goeds van hen wordt gezegd; Sardis en Laodicea. In de laatste gemeente is Jezus zelfs buiten de deur gezet. 511 Denkt u dat Jezus dit had toegelaten als Hij toen al met een ijzeren scepter regeerde Natuurlijk niet. Het is overduidelijk dat in deze periode nog geen sprake was van een reeds gevestigd koninkrijk, ook niet in geestelijke zin.

X. Jezus hééft al overwonnen 512

Ook hier gaan de gedachten van zowel preteristen als Kingdom Now-aanhangers al snel naar een alreeds geestelijk gevestigd koninkrijk. “Jezus heeft immers toch al overwonnen ” is hierbij de redenatie. “Dan is Zijn koninkrijk toch al in gevestigde staat ” Zo simpel is dat echter niet.

Merk allereerst op dat het hele woord koninkrijk niet in dit vers genoemd wordt, en ook niet in de voorgaande verzen. Ook is de eigendomsakte, die in de Hebreeuwse traditie aan beide zijden beschreven was, nog niet geopend. 513 De vereisten waaraan voldaan moest worden, stonden traditioneel op de buitenkant geschreven. 514 Als hieraan voldaan was, mochten de zegelsverbroken worden en werd de inhoud zichtbaar voor de erfgenaam. Wat hier dus gaande is, is de ontvangstneming van de eigendomsakte. Jezus was de Enige Losser Die aan alle voorwaarden kon voldoen en daarom waardig om de zegels te verbreken. 515 Het uitvloeisel van dit hoofdstuk wordt vervolgens in de daarop volgende hoofdstukken tot in detail beschreven. 516 517 Pas bij de opening van het laatste zegel is het document geopend. Vervolgens moet de hoererende stad Babylon nog verdwijnen om plaats te maken voor dat koninkrijk. Hiervoor worden 7 bazuinen gebruikt, in een perfecte parallel met de inname van Jericho. 518 519 520 521 In principe is dít pas het punt waarop de koninkrijken van de wereld van Christus zijn geworden, 522 maar toch moeten er nog 7 plagen komen, zodat de toorn van God helemáál ten einde is gekomen. 523 524 Pas hierna is de aarde blijkbaar klaargemaakt om haar Koning te ontvangen. Pas nádat Satan opgesloten is in de bodemloze put 525 en het oordeel van de schapen en de bokken is gekomen, 526 begint Jezus aanZijn regeerperiode van 1000 letterlijke jaren in dat koninkrijk waar vrede en gerechtigheid volledigaanwezig zullen zijn. 527 Ziet u dat we bijna het hele boek Openbaring moesten doorlopen voordat het koninkrijk pas écht op aarde gevestigd was Er is dus wel degelijk een verschil in declaratie en implementatie. Ja, we lezen regelmatig dat Jezus’ Koning is, maar deze declaratie moet nog geïmplementeerd worden. Net zoals de overheveling van de macht van Saul naar David tijd

511 Openbaring 3:20512 Openbaring 5:5513 Dr. Missler, C., A Romance of Redemption.514 Jeremia 32:6-15515 Er staat letterlijk dat de Leeuw van Juda heeft overwonnen óm de boekrol te openen. Deze frase staat dus niet op zichzelf en

mag daarom niet misbruikt worden voor het bouwen van een nieuwe doctrine, maar moet in zijn gehéél gelezen worden. Zie ookvers 2 en 3 voor meer context. Wat hier gezegd wordt, heeft alles te maken met Jezus’ capaciteiten om de eigendomsakte van de wereld te openen. Hij is de Enige Die waardig is.

516 Openbaring 6:1-17 Zegel 1-6517 Openbaring 8:1 Zegel 7518 Openbaring 8:2-13 Bazuin 1-4519 Openbaring 9:1-21 Bazuin 5-6520 Openbaring 11:15-19 Bazuin 7521 Jozua 6:4522 Openbaring 11:15523 Openbaring 15:1524 Openbaring 16:1-21525 Openbaring 20:1-3526 Mattheüs 25:31-46527 Openbaring 20:4-6

56

Page 59: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

kostte, is dat ook hier het geval.

Het feit dat Satan al overwonnen is, maar toch nog vrij rondloopt, zorgt soms ook voor hoofdbrekens bij velen. Hoe kan dat Ik kan even geen beter voorbeeld verzinnen, maar ik denk dat het wel goed in de buurt komt van wat zich hier in het boek Openbaring afspeelt. In Nederlandbestaat na de veroordeling van een misdrijf er zoiets als zelfmelding. 528 Een veroordeelde misdadiger kan zichzelf op het afgesproken tijdstip melden bij de gevangenis en pas dán gaat de gevangenisstraf in. Tussen het moment van veroordeling en het moment dat de misdadiger zichzelf meldt, kan in de praktijk wel weken, maanden of soms zelfs jaren zitten. Het komt ook voor dat zij zich niet op de afgesproken tijd melden, waarbij de politie tot arrestatie zal moeten overgaan om die persoon zelf op te sluiten in een donker hol. Op een ietwat vergelijkende manier heeft Satan zich ook nog steeds niet neergelegd bij zijn nederlaag en zal daarom uiteindelijk ook gegrepen worden om opgesloten te worden in een donker hol. Voor 1000 jaar. Ook hier zien we dus weer dat er verschil is tussen de declaratie van zijn ondergang en de implementatie ervan.

Nu we al deze passages door hebben gelopen, zijn hopelijk veel misverstanden uit de weg geruimd met betrekking tot het koninkrijk. Als het goed is, is er bij u een beeld ontstaan van een heel letterlijk, fysiek koninkrijk dat primair aan de Joden is beloofd en dat uiteindelijk ook voor hén zal zijn om binnen te treden. Aan het einde van de grote verdrukking zullen er namelijk nog steeds mensen over zijn. Sowieso één derde van de Joden, vertelt Zacharia. 529 Dít is het overblijfsel. Het Israël van God. 530 Maar ook van de heidenvolken blijft nog een restant over. 531 In Mattheüs 532 zien we meer details over het moment dat de grote verdrukking is afgelopen en het koninkrijk écht begint. Jezus velt daar een rechtvaardig oordeel over de volken, 533 als Hij eindelijk zit op Zijn beloofde 534 troon van Zijn heerlijkheid, de letterlijke troon van David. Het gaat hier overeen collectief oordeel, geen individueel oordeel. Hierbij wordt gekeken naar hoe deze volken in de verdrukking omgegaan zijn met Zijn broeders, 535 de Joden (Jezus is een Jood, weet u wel). De schaap-naties zullen aan Zijn rechterhand gezet worden en dat letterlijke koninkrijk binnen mogen. 536 De bokken-naties niet, die worden in het hellevuur geworpen dat voor de duivel bestemd is. 537 Merk hierbij de toekomende tijd op, de duivel zít er dus nog niet in. Dat zal pas ná het 1000-jarige koninkrijk gebeuren. Het beest en de valse profeet zitten er op dat moment al 1000 jaar in! 538 Dit is dus níet het oordeel van de Grote Witte Troon, wat wél een individueel oordeel is. 539 Hopelijk ziet u nu weer een beetje scherp hoe dit koninkrijk wérkelijk tot stand zal komen. Met name Kingdom Now! heeft dit beeld de laatste decennia succesvol vertroebeld.

528 Dienst Justitiële Inrichtingen, Zelfmelders529 Zacharia 13:8-9530 Galaten 6:16531 Zacharia 14:16-19532 Mattheüs 25:31-46533 Mattheüs 25:32534 Lukas 1:32-33535 Mattheüs 25:40536 Mattheüs 25:34537 Mattheüs 25:41538 Openbaring 19:20, 20:10539 Openbaring 20:11-15

57

Page 60: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

16. De onderbreking

We hebben dit al kort even aangestipt, maar wellicht te beknopt. Preteristen geloven namelijk niet in een onderbreking, maar menen dat toen Jezus voor de eerste keer kwam om Zijn koninkrijk te introduceren, dit een continue, ononderbroken lijn was die meteen resulteerde in de daadwerkelijke vestiging van dit koninkrijk op aarde in de eerste eeuw na Christus. Dat is echter níet Bijbels. Telkens in het Oude Testament zien we dat de komst van dit koninkrijk samenging met een aantal voorwaarden waar het volk als geheel aan moest voldoen. We zien bijvoorbeeld al een voorafschaduwing van dit idee in het boek Deuteronomium. 540 Dat het volk Israël goed moet luisteren naar alle verordeningen, zodat het goed zal gaan in het land. In het boek Jesaja 541 wordt dit idee verder gevoed, als we lezen over de gelijkenis van een wijngaard, waarvan de omheining weg wordt genomen, 542 waar alles een wildernis wordt en lange tijd geen regen valt. 543 Wanneer we in de geschiedenis kijken, past deze periode vooral tussen de tweede eeuw na Christus en het begin van de 20e eeuw. 544 Mark Twain schreef aan het einde van de 19e eeuw over Israël continu in termen als “puinhoop” en “afzichtelijk”. 545 Dit idee wordt versterkt als Jezus een soortgelijke parabel vertelt in Mattheüs. 546 Ook hier gaat het over een wijngaard, waar een Heer er een omheining omheen zet en het vervolgens verhuurt omdat de Heer een tijd weggaat. Wanneer Hij dienaren stuurde om de oogst op te halen, werden die allemaal gedood, zelfs Zijn Zoon. Dit geeft ons een goed inzicht in wáár we deze gelijkenis moeten plaatsen. De Zoon hier is overduidelijk Jezus. Bij de bespreking van deze gelijkenis wordt duidelijk wat er gebeurt met de huurders. Zij zullen een kwade dood sterven en de wijngaard wordt aan ándere huurders verhuurd die Hem wélvruchten zullen geven. 547 De preteristen zullen het met deze uitleg natuurlijk niet gelijk oneens zijn, maar argumenteren dat die wijngaard in de eerste eeuw meteen al weggegeven werd aan de kerk, die hiermee Israël (defnitief) vervangt. Dat is echter nogal kort door de bocht, en doet totaalgeen recht aan de onvoorwaardelijke beloften die God heeft gedaan aan Zijn letterlijke, fysieke volk Israël. 548

Nu we het hierover eens zijn, is die onderbreking nog niet meteen duidelijk. “Zou God échtwerken met onderbrekingen ” vraagt u zich af. Het antwoord is: “Absoluut.” We zien het concept

540 Deuteronomium 28-32541 Jesaja 5:1-30542 Jesaja 5:5543 Jesaja 5:6544 Dit wordt uitgebreid beschreven in: Kohen, M., Prophecies for the Era of Muslim Terror : A Torah Perspective on World Events 545 Haaretz, This Day in Jewish History, 20 juli 2016546 Mattheüs 21:33-46547 Mattheüs 21:41-43548 Genesis 15:7-21 vertelt over een verbondssluiting waar geen voorwaarden genoemd worden en waar Abraham 0,0 bijdraagt aan

het ritueel. Dit verbond gaat over de inwoning van het land Kanaän, dat altijd letterlijk aan zijn fysieke nageslacht is beloofd. Het hele Oude Testament door zien we dat er telkens in heel fysieke termen gesproken wordt over de nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jakob, die in dat land zullen wonen. Neem Ezechiël 47/48 bijvoorbeeld, waar de 12 letterlijke stammen van Israël genoemd worden die grondgebied zullen krijgen in dat toekomstige koninkrijk. Van welke stam bent u dan, als u meent een ‘geestelijke Israëliet’ te zijn? Het zou vreemd zijn als Jezus in het Nieuwe Testament opeens totaal breekt met dit idee en vertelt dat deze belofte gedaan is aan de ‘geestelijke Israëliet’ en niet aan de fysieke. De brief aan de Galaten wordt vaak misbruikt om een vervangingsleer te promoten, maar dat is een verkeerde voorstelling van feiten. Er staat namelijk nergens dat de kerk in plaats van het fysieke volk Israël komt, maar Paulus ontwikkelt hier juist het idee dat wij dankzij het Nageslacht, Jezus Christus (Gal. 3:15-18) in die edele olijfboom geënt worden. (Rom. 11:13-32) Niet dat die hele boom vervangen wordt! Dat is nérgens te vinden! Paulus waarschuwt juist voor zo’n houding in Romeinen 11:18. En wat betreft de voorwaarden van de wet waaraan voldaan moest worden; dat heeft Jezus voor ons gedaan (Matth. 5:17-18). Híj heeft alles volbracht, en voor ons is er daarom geen veroordeling meer. Maar dat er behalve de gemeente (het ingeënte deel) nog een ander deel is, een overblijfsel, wordt niet alleen duidelijk in het Oude, maar ook het Nieuwe Testament. Er zal áltijd een overblijfsel zijn van het letterlijke volkIsraël. Zie bijv. Ezra 9:8, 14, Nehemia 1:3, Jesaja 1:9, 10:20-22, 11:11, Jeremia 6:9, 23:3, maar ook Romeinen 9:27, 11:5 en Openb. 11:13. In de toekomstige grote verdrukking zullen dan ook weer 12 stammen zijn, waarvan alle 144.000 leden behouden worden (zie Openb. 7 en 14). En uiteindelijk zullen zij allen zelfs grondgebied krijgen, zoals we al zagen in Ez. 47/48.

58

Page 61: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

van een onderbreking zelfs heel vaak. Neem het moment waar Jezus Jesaja 549 citeert in het evangelie van Lukas. 550 Hij stopt echter halverwege de profetie en zegt vervolgens: “Heden is deze schrift in uw oren in vervulling gegaan.” Dat lijkt heel gek. Als we het citaat vergelijken met het origineel, zien we dat de vrijlating en het jaar van welbehagen dus wél vervuld is in de eerste eeuw (rond 30 AD), maar dat de dag van de wraak 551 pas later zou volgen. 552 Gelukkig maar! Dit is nog maar de éérste onderbreking. Ook een andere passage in Jesaja 553 heeft zo’n 2000 jaar tussen2 opeenvolgende verzen in zitten. “Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven.” Dit vers opzichzelf beslaat al ruim 33 jaar. Het gaat over de geboorte (-1 AD) en over de kruisiging, waar een Zoon wordt gegeven (32 AD). Maar het gaat verder. In het vers erna zien we dat Hij op de troon van David in dat toekomstige koninkrijk zal zitten. Is dat al gebeurd “Ach ja, in geestelijke vorm wél,” zal de preterist zeggen. Maar is dat wel een goede uitleg “Er zal aan de vrede geen einde komen” lezen we namelijk in hetzelfde vers. Is dát iets wat we momenteel zien We hebben in ietsmeer dan 100 jaar al 2 wereldoorlogen gehad en nog steeds rommelt het overal. Ziet u dat de hermeneutiek van de preteristen aan alle kanten te wensen over laat Nee, hier is duidelijk sprake van een onderbreking. Er is iets gebeurd tussen deze twee opeenvolgende verzen in Jesaja. Maar liefst 2000 jaar van ellende, omdat men haar Koning afwees.

In Zacharia 554 lezen we ook over een voorwaarde die gesteld wordt bij de bouw van de tempel door de Spruit. Dit is een andere titel voor Jezus, die we op meerdere plekken in het Oude Testament vinden. 555 Wanneer heeft Jezus de tempel gebouwd “Ach, dat is een geestelijke tempel,” zal de preterist menen. Wel, dan moet deze preterist toch de laatste 9 hoofdstukken van Ezechiël nog eens goed doorlezen. Letterlijker kan de toekomstige tempel bijna niet beschreven worden. Alle vertrekken worden tot bijna op de centimeter nauwkeurig beschreven. Hoe kan dit óóít over ons ‘hart’ gaan Er zijn keukens en kachels, 556 ja zelfs hele priesterordes 557 compleet getooid met tulbanden en zweetvrije broeken. 558 Moet ik nog doorgaan Afjn, nu we dit vastgesteld hebben, wordt duidelijk dat het Joodse leiderschap tussen 29 en 32 AD níet voldeed aan de voorwaarden uit Zacharia, en de tempel daarom niet herbouwd kon worden in de eerste eeuw. Het tegenovergestelde gebeurde juist. De bestaande tempel werd vernietigd in 70 AD. Kéérop keer wordt duidelijk dat er een onderbreking is. Omdát men Jezus afwees, werd de komst van het koninkrijk uitgesteld. Het wás nabij, 559 maar werd uiteindelijk weggenomen tot een toekomstige generatie de vruchten ervan zal gaan opbrengen, vertelt Mattheüs. 560 We wachten daar nu al bijna 2000 jaar op. In het hoofdstuk erna wordt duidelijk wat er in de tussentijd zal gebeuren. De genodigden (Joden) wilden niet op de bruiloft komen en daarom werd de stad in brand gestoken. 561 Pas dáárna gingen de dienstknechten van de Koning eropuit naar de kruispunten van de landwegen om andere mensen, of ze nu goed waren of slecht (hier is duidelijk genade zichtbaar) te verzamelen. 562 Wij zijn die andere mensen. Betekent dit dat Jezus nu klaar is

549 Jesaja 61:1-2a550 Lukas 4:16-21551 Jesaja 61:2b552 Openbaring 6:17553 Jesaja 9:5-6554 Zacharia 6:12-15; “Dít zal gebeuren áls u aandachtig zult luisteren naar de stem van de HEERE, uw God.”555 Jesaja 4:2, Jeremia 23:5, Jeremia 33:15, Zacharia 3:8556 Ezechiël 46:22-24557 Ezechiël 44:15558 Ezechiël 44:18559 Matth. 3:2, 4:17, 10:7560 Matth. 21:41-43561 Matth. 22:7562 Matth. 22:9

59

Page 62: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

met Israël Nogmaals: Nee. We hebben zojuist besproken dat er altijd een overblijfsel is en dat alle 12 letterlijke stammen uiteindelijk een erfdeel zullen krijgen in dat toekomstige koninkrijk. 563

17. De zeventigste week

In Daniël 564 vinden we een profetie over 70 weken. In deze profetie worden verschillende dingen genoemd, die we eens uitgebreid zullen ontleden, om zo goed te begrijpen waar we deze weken moeten plaatsen.

I. Een decreet voor de terugkeer van de Joden markeert de start van de 70 weken. 565

II. Totdat Jeruzalem wordt herbouwd, verstrijken er 7 jaarweken, 566 ofwel 49 jaar. 567

III. Totdat de Messias, de Vorst verschijnt, verstrijken er 62 jaarweken, ofwel 434 jaar. 568

IV. Ná deze 483 jaren (49+434) zal de Messias worden vermoord, niet voor Hemzelf. 569

V. Ná deze 483 jaren zal een volk van een vorst het heiligdom te gronde richten. 570

VI. Tot het einde toe zijn er oorlogen en verwoestingen. 571

VII. Er zal een verbond worden versterkt voor één week, ofwel 7 jaren. 572

VIII. En halverwege die week (na 3,5 jaar) zullen de oferdiensten ophouden. 573

IX. Er zal een verwoestende gruwel zijn, die verwoest zal worden aan het einde. 574

X. Dit alles wordt allereerst 575 samengevat en daarna uitgelegd:De overtreding wordt beëindigd, zonden verzegeld en Heilige der Heiligen ingewijd.

Veel preteristen zijn het eens over de start van deze periode, maar denken dat de periode in de eerste eeuw vervuld is. “De 70e week komt toch gewoon direct ná de 69e week Dat is toch logisch ” Zo redeneert men. Toch is het niet zo simpel, als we precies nagaan wát hier wordt gezegd en wat er precies gebeurde in de eerste eeuw. We zagen in de vorige paragraaf al dat God soms onderbrekingen inlast. Dat lijkt gek, maar ook hier kunnen we uiteindelijk niet anders concluderen dan dat er een onderbreking is tussen de 69e en 70e week. Het begint al in het eerste vers van de profetie, waarin alles samengevat wordt.

563 Rom. 11:25-26, Openb. 7:3-8, Openb. 14:1-5, Ez. 47:13-48:35, Ezra 9:8, 14, Nehemia 1:3, Jesaja 1:9, 10:20-22, 11:11, Jeremia 6:9, 23:3, Romeinen 9:27, 11:5 en Openb. 11:13

564 Daniël 9:24-27565 Daniël 9:25a566 Een jaarweek is het idee dat we in bepaalde profetieën een jaar voor een dag moeten tellen. Dit zien we bijv. In Ezechiël 4:4-6.

In Leviticus 25:1-7 wordt ook gesproken over een periode van 7 jaren, waar in het laatste jaar (de zogenaamde shmita) het land braak moest liggen. Strong’s Concordantie geeft ook aan bij het Hebreeuwse woord shavua, dat in Daniël 9:24-27 gebruikt wordt voor weken, dat het met zowel een week van dagen als een week van jaren vertaald kan worden. Dit idee wordt versterkt doordat Sir Robert Anderson van Scotland Yard daar twee eeuwen geleden uitgebreid onderzoek naar deed en precies uitkwam op de intocht van Jezus, 4 dagen voor Zijn kruisiging, uitgaande van 483 jaren (49+434, ofwel 7 jaarweken + 62 jaarweken) van 360 dagen. Andere eschatologen gebruikten jaren van 365 dagen, maar Anderson kwam op het idee om jaren van 360 dagen te gebruiken omdat het boek Daniël alsook het boek Openbaring zo ‘n periode suggereert (Dan. 12:11-12 geeft 1290 dagen, een periode van 3,5 jaar + 1 maand van 30 dagen of 1335 dagen wat 3,5 jaar + 2,5 maand is. Openbaring 11:1-3, 12:6 en 13:5 gebruiken 1260 dagen of 42 maanden, wat ook weer een duidelijke connectie geeft tussen een maand van 30 dagen en dus een jaar van 360 dagen). Dit ondersteunt ook weer het idee van een onderbreking, waarbij de laatste jaarweek helemaal losgekoppeldmoet worden van de eerste 69, en in twee gedeeltes van 1260 dagen in de eindtijd geplaatst moet worden. Deze tweedeling zien we ook weer in de profetie van Daniël 9:27, waar het gaat over ‘halverwege deze week’.

567 Daniël 9:25b568 Daniël 9:25c569 Daniël 9:26a570 Daniël 9:26b571 Daniël 9:26c572 Daniël 9:27a573 Daniël 9:27b574 Daniël 9:27c575 Daniël 9:24

60

Page 63: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

De zonden zijn dan wel verzegeld, maar de overtreding is nog niet beëindigd. We doen vandaag de dag namelijk nog steeds overtredingen. Ze zijn vergeven, maar nog níet beëindigd. Dát zal gebeuren als Jezus als Koning zal heersen hier op aarde, in een letterlijk fysiek koninkrijk, waar Hij heerst vanaf Davids troon, met een ijzeren staf.

Andere preteristen geloven wel in een onderbreking, maar zien die in de periode omstreeks 30 AD tot ca. 70 AD, waar de laatste 3,5 jaren vervuld worden met de vernietiging van Jeruzalem en haar tempel. Ook dat levert inconsequenties op met de zalving of inwijding van het Heilige der Heiligen. Hij werd in 70 AD namelijk juist ontwijd. Compleet vernietigd.De verwarring bij de preteristen is niet geheel vreemd. Men leest tweemaal over een vorst en gaatervan uit dat het over dezelfde vorst gaat. Maar merk op dat er éérst gesproken wordt over Messias, de Vorst (Jezus) en vervolgens over een vorst. Hier zit het verschil. Sommige vertalingen voegen zelfs een hoofdletter toe bij de tweede vorst, wat aangeeft dat de vertalers het ook niet snappen. Want het volk van deze toekomstige vorst zal de stad en het heiligdom te gronde richten.

Sommige preteristen zijn wel héél creatief en menen dat de tempel met de komst van het christendom niet meer nodig was, en dat die daarom te gronde werd gericht. Die uitleg is onhoudbaar, als we overwegen dat het volk van de Vorst Jezus de Joden zijn. Wil men hier beweren dat de Joden hun eigen tempel hebben vernietigd Andere preteristen leggen uit dat hetvolk van de Vorst Jezus de christenen zijn en dat hun volk de stad en het heiligdom te gronde richtte. Ook dat raakt kant noch wal. Zouden de christenen de stad hebben vernietigd

Daarom denken veel preteristen dat hier inderdaad tóch een tweedeling is; de tweede vorst die hier genoemd wordt is volgens hen de Romeinse keizer die de stad en het heiligdom vernietigde. Dat lijkt al logischer, maar ook dit zorgt voor nieuwe problemen in het vervolg van de profetie. Het laatste vers van de profetie geeft namelijk aan dat er een verwoestende gruwel is dieverwoest zal worden aan het einde. We zagen echter in een eerdere paragraaf 576 al dat de verwoestende gruwel verwijst naar een verschrikkelijke afgod en niet naar de verwoesting van Jeruzalem, zoals sommige preteristen voorstellen. Hoe kan de verwoestende gruwel immers verwoest worden, als zij zelf al de verwoesting is Hoe wordt de verwoesting verwoest Zo’n hermeneutiek resulteert in een taalkundige paradoi.

Wat we dus zouden moeten doen, als we consequent de tot nu toe bekende gegevens proberen in te passen in de eerste eeuw, is te zoeken naar een moment waarop men een gruwelijke afgod in de tempel, specifek in het het Heilige der Heiligen, 577 geplaatst werd. En bijzonder genoeg is er inderdaad een gebeurtenis die daar enorm aan doet denken. Er was namelijk een Romeinse keizer, genaamd Gaius Caligula, die een beeld van zichzelf in de tempel van Jeruzalem wilde plaatsen. 578 Die gebeurtenis is echter in 40-41 AD, dus niet in 70 AD, en bovendien faalt de poging ook nog eens omdat Caligula stierf voordat het standbeeld geplaatst kon worden. 579 De preteristen zullen hard aan de profetie moeten trekken om deze passend te krijgen met deze gegevens. Er zullen twee onderbrekingen ingelast moeten worden en een verklaring worden gegeven voor het mislukken van de poging.

576 Paragraaf 6, p. 11-13577 Mattheüs 24:578 Encyclopedia Britannica, Caligula579 NV Database, Jewish Peasants Block Construction of Statue of Gaius Caligula in Galilee

61

Page 64: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Bovendien haalt Jezus de profetie uit Daniël aan in het evangelie van Mattheüs 580 als een toekomstige gebeurtenis, waarbij blijkt dat de conteit in dit hoofdstuk compleet anders is dan de gebeurtenissen in 40-41 AD. Volgens Mattheüs zouden de Joden naar de bergen vluchten, maar daar is helemaal geen sprake van. Men komt juist naar de Romeinse president van het gebied (Petronius) toe, die belast was met de plaatsing van het standbeeld. Ze zijn zelfs bereid om hun leven te geven, wat uiteindelijk helemaal niet nodig bleek te zijn omdat Caligula stierf. Het liep dus relatief goed af voor de Joden, terwijl Jezus in Mattheüs juist een heel andere situatie schetst.

Dan is er nog het verbond wat versterkt wordt in de profetie. Veel preteristen denken hierbij aan het laatste avondmaal, waarin Jezus Zijn leerlingen wijst op een nieuw verbond. 581 Maar hierbij moeten we breken met de hermeneutiek die we tot nu toe hebben toegepast, en van de Vorst teruggaan naar de vorst, om vervolgens weer te spreken over de Vorst. De tekst ondersteunt dit echter niet. Het laatste personage waarover geschreven is, is immers de vorst (de antichrist). Niet Jezus, Messias, de Vorst. Bovendien wordt het verbond versterkt voor 7 jaren, en halverwege die periode geschonden. Wat gebeurde er dan 7 jaar na dat laatste avondmaal Niemand die het u kan vertellen. Gold het nieuwe verbond van Jezus maar voor 7 jaar En hoe werd dit verbond geschonden, 3,5 jaar later Ook dat antwoord moeten de preteristen u schuldig blijven. “Ach, u moet dit letterlijk zien als een week,” zullen sommige preteristen zeggen. Maar ook dan moeten we weer breken met onze hermeneutiek tot nu toe. Want wat is dan het decreet tot de herbouw van de fysieke stad Jeruzalem, 70 weken voor het laatste avondmaal “Dat moet ugeestelijk zien,” zal een enkele preterist zeggen. Maar wat zijn dan de grachten en de straten uit de rest van het vers Het is duidelijk dat hier over iets heel fysieks gesproken wordt, wat ook duidelijk wordt door het gebed van Daniël dat hieraan vooraf ging en met dit visioen beantwoord wordt.

Ik hoop dat u nu inziet dat de hermeneutiek van de preteristen alle kanten opgaat en totaal niet consequent is. Dat veel zaken wel heel vrij geïnterpreteerd worden om een vooronderstelling te ondersteunen die men van tevoren al had bepaald. Maar zo werkt dat natuurlijk niet. Niet in de wetenschap, en dus ook niet in de Bijbel. Met de gegevens die nu voorhanden zijn is het daarom logischer om deze laatste jaarweek inderdaad los te koppelen en intwee gedeelten van 1260 dagen in de eindtijd te plaatsen. Dát is consequente hermeneutiek hanteren. Álle gegevens zullen perfect moeten passen om succesvol te kunnen claimen dat een profetie alreeds vervuld is. De preterist zal die eindtijd toch weer proberen te plaatsen in de eersteeeuw, maar dat zullen we in paragraaf 34 en in de paragrafen erna uitgebreid ontkrachten.

18. De gespleten Olijferg

We stonden er al even kort bij stil in paragraaf 8. 582 De Olijferg zal volgens een profetie uit Zacharia in tweeën gespleten worden bij de wederkomst. 583 In die paragraaf was het onderdeel van de argumentatie dat Jezus terug zal komen zoals Hij is weggegaan, maar het is natuurlijk ook een op zichzelf staand argument dat de Olijferg nog niet in tweeën gespleten is. “Ja, maar dat moet u geestelijk zien,” zal de preterist wellicht zeggen. Zonder hierbij op diverse theorieën in te gaan, kunnen we al uit de specifeke geografsche kenmerken die genoemd worden in dit hoofdstuk uit Zacharia, opmaken dat het hier welzéker om een letterlijke profetie gaat. Het gaat over Jeruzalem, de Olijferg, het oosten, het westen, een dal, bergen, het noorden, het zuiden, 580 Mattheüs 24:15-22581 Mattheüs 26:28582 p. 16-17583 Zacharia 14:4

62

Page 65: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Azal, vluchten, een aardbeving, de Vlakte, Geba, Rimmon, de poort van Benjamin, de Hoekpoort en de Hananeëltoren. Hoe wilt u dit allemaal geestelijk verklaren Net zoals we in paragraaf 8 al bepleit hebben, loopt er weliswaar een breuklijn van oost naar west, dwars door de Olijferg heen, maar er is nog geen dal ontstaan en ook stroomt er nog geen levend water doorheen.

19. Ezechiëls tempel

Ook dit argument is al kort besproken als onderdeel van paragraaf 8, maar vormt op zichzelf natuurlijk al een enorm argument tégen preterisme. Want wáár is die tempel waar Ezechiël 584 het over heeft, nu Deze tempel wordt namelijk gebouwd in een tijd waar de mensen van het huis vanIsraël Zijn Naam niet meer zullen verontreinigen. 585 Is dat momenteel het geval Absoluut niet! Denk eens aan de vele Joden die momenteel liever de ‘mondelinge wet’ van de Talmoed 586 volgen in plaats van zich enkel te beperken tot de wet van Mozes. Of de bizarre occulte elementen uit de kabbalistiek. 587 En dan heb ik het nog niet eens over de liberale Joden, die er maar op los leven. Denk bijvoorbeeld aan Tel Aviv, de homo-hoofdstad van het Midden-Oosten. 588

Ook zal God voor eeuwig in dit huis onder de Israëlieten wonen. 589 Dat kan niet gezegd worden van de eerste twee tempels, want die zijn allebei vernietigd. Deze tempel is dus duidelijk een toekomstige tempel. “Ja, maar dit gaat over de tempel van de Heilige Geest, ons hart,” zal een preterist wellicht zeggen. Dat is totaal niet wat Ezechiël 9 hoofdstukken lang bepleit. Kijk eens naar de bijna uitputtende waslijst van fysieke en geografsche elementen die 4 hoofdstukkenlang beschreven worden. De afmetingen worden tot in detail beschreven. 590 Waar zou dit dan op moeten duiden De afmetingen van ons hart Als u dat wilt bepleiten, kunt u nu net zo goed stoppen met het lezen van dit e-book. Want let bijvoorbeeld ook eens op alle specifeke items die we tegenkomen in en om deze tempel.

Er is een trap, een drempel 591 wachtruimtes, 592 een voorhal, muurposten, 593 traliewerk, dadelpalmen, 594 heel veel kamers, plaveisel, 595 windrichtingen (noord, oost, zuid), 596 voorhoven,597 vensters, 598 brandofer-afspoelruimtes, 599 tafels, 600 slachtingen, gehouwen stenen, gerei, 601 vlees, 602 zangers, 603 priesters, 604 altaar, Levieten, zonen van Zadok, 605 en pilaren. 606

584 Ezechiël 40-48585 Ezechiël 43:7586 Encyclopedia Britannica, Talmud587 Encyclopedia Britannica, Kabbala588 The Boston Globe, Welcome to Tel Aviv, the Gayest City on Earth589 Ezechiël 43:7590 Ezechiël 40:5-36, 41:1-22, 42:1-20 en 43:13-17591 Ezechiël 40:6592 Ezechiël 40:7593 Ezechiël 40:8594 Ezechiël 40:16595 Ezechiël 40:17596 Ezechiël 40:19, 24597 Ezechiël 40:20598 Ezechiël 40:22599 Ezechiël 40:38600 Ezechiël 40:39-41601 Ezechiël 40:42602 Ezechiël 40:43603 Ezechiël 40:44604 Ezechiël 40:45605 Ezechiël 40:46606 Ezechiël 40:49

63

Page 66: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

En dan hebben we nog maar één hoofdstuk besproken. Moet ik nog doorgaan De preterist zal wellicht proberen elk begrip uit te leggen, maar dat kan nooit met een heel consequente hermeneutiek. Het boek Openbaring 607 vertelt bijvoorbeeld dat wij symbolisch gezien een pilaar of zuil kunnen worden in de tempel van God, maar hoe ziet u dat dan voor zich Als het hier over de tempel van de Heilige Geest gaat, ons hart, hoe worden wij dan een pilaar in ons eigen hart “Nee, maar de groep christenen uit het Nieuwe Testament vormt samen die nieuwe, levende tempel, gemaakt van levende stenen,” zullen zij misschien zeggen. Hiermee doelen zij op een tekst uit de eerste zendbrief van Petrus. 608 Oké, maar dat verklaart slechts de helft van deze begrippen. Hoe verklaart u dan de windrichtingen en de zeer specifeke afmetingenbijvoorbeeld En wat dacht u van allerlei andere details, zoals het slachten van een jonge stier 609 Ik dacht dat wij dat als christenen niet meer hoefden te doen Het slachten van een geitenbok 610 Priesters die de feestdagen, wetten en verordeningen moeten heiligen en de sabbat heiligen 611 Graanofers, 612 hefofers, 613 noem maar op. Werd tijdens de concilie van Jeruzalem niet door de apostelen bepaald dat de heidenen al die dingen niet meer hoefden te doen 614

Aangezien er in de eeuwigheid geen tempel meer zal zijn, 615 blijft er maar één mogelijkheid over. Dít is de tempel uit het zogenaamde millennium. De tempel die er zal zijn in dat nog compleet toekomstige, fysieke koninkrijk. David zal zelfs uit de doden opgewekt zijn, en als vorst ónder Jezus regeren! Jeremia 616 vertelt immers dat David weer opgewekt zal worden en koning over het volk zal zijn. En dat is dan ook wat we zien in de tempel van Ezechiël; deze vorst komt vanuit het oosten de tempel binnen, die wél ofers zal moeten doen. 617 Hij heeft allerlei restricties opgelegd gekregen, 618 wat natuurlijk heel gek zou zijn als het hier over Jezus ging. We weten vanuit Openbaring 619 dat voorafgaand aan dit millennium alle heiligen weer opgewekt zullen worden, dus het is dan ook logisch om mensen als David tegen te komen in deze toekomstige tempel. Ook Daniël bevestigt dat dit het geval zal zijn. 620 Na een periode van grote benauwdheid (verdrukking) zal er een wederopstanding zijn. De éérste wederopstanding is die van het leven, 621 de tweede is die van de dood. 622 Ziet u hoe alles perfect ineen sluit als we een systematische hermeneutiek hanteren, waarbij we alle gegevens zeer nauwkeurig in het verhaal passen De hapsnap-benadering van de preteristen rammelt aan alle kanten. Is deze letterlijke tempel, met David erin als koning, van deze specifeke afmetingen en met al deze verordeningen, na 70 AD óóít een feit geworden Natuurlijk niet. Het is nonsens om zo’n theologie te willen verdedigen. Daarnaast zien we ook nog eens dat in diezelfde tijd dat deze tempel een realiteit is, er ook een nieuwe verdeling van het land zal zijn. 623 Wanneer we die afmetingen nauwkeurig volgen, is duidelijk dat die op geen enkele manier correspondeert met de situatie ná 70 AD. Zelfs in recente tijden zien we dat Israël nog geen zeggenschap heeft over het grensgebied van

607 Openbaring 3:12608 1 Petrus 2:5609 Ezechiël 43:21610 Ezechiël 43:22611 Ezechiël 44:24612 Ezechiël 44:29613 Ezechiël 44:30614 Handelingen 15:19-20, 28-29615 Openbaring 21:22616 Jeremia 30:9617 Ezechiël 46:1-7618 Ezechiël 46:8-18619 Openbaring 20:4-6620 Daniël 12:1-4621 Daniël 12:2a, vergelijk Openbaring 20:5622 Daniël 12:2b, vergelijk Openbaring 20:6 en ook vers 14623 Ezechiël 45:1-8, 47:13-48:35

64

Page 67: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Damascus, Hamath of Gilead, 624 om maar even wat voorbeelden te noemen. Gilead ligt aan de oostkant van de Jordaan, in het huidige Jordanië, en is sinds 70 AD nóóít onder Joodse heerschappij geweest. 625 Hamath 626 ligt in het noorden van Syrië, en is tevens nooit in Joods beheer geweest, sinds 70 AD althans. Er is dus werkelijk geen énkele reden om aan te nemen dat de tempel waar Ezechiël het over heeft, reeds op een bepaalde manier vervuld is.

20. Het onbreekbare verbond

Preteristen zullen graag aanhalen dat de Joden het verbond verbroken hebben en dat hun verbond nu op een geestelijke manier over is gegaan op de kerk. Er zijn veel variaties tussen preteristen onderling, maar om een goed beeld te krijgen zullen we eerst moeten bepalen welk verbond zij precies bedoelen, aangezien er maar liefst 7 zijn.

I. Het Adamische verbond. Dit verbond wordt ook wel als tweeledig gezien; het Edenisch verbond, waarbij onschuld centraal staat 627 en het werkelijke Adamische verbond, waar genade centraal staat. 628 Het eerste deel heeft duidelijk voorwaarden, want als men van de boom van kennis van goed en kwaad zou eten, zou men op dezelfde dag nog sterven. Ook dit is overigens weer een hint dat 1 dag en 1000 jaar een perfecte correlatie hebben in de gedachten van God, want Adam stierf pas 930 jaar later. In dat opzicht stierf hij dus nog op dezelfde dag (binnen 1000 jaar). Dit ter aanvulling op de eerdere paragraaf 629 die we aan dit onderwerp wijdden. Deze correlatie wordt door preteristen meestal ontkend. Het tweede deel maakt de consequenties duidelijk. Ook deze afspraak die God maakt, is niet voor eeuwig. Deze consequenties zullen uiteindelijk weer omgedraaid worden, door het Nageslacht 630 van de vrouw. Hoewel het woord verbond niet gebruikt wordt in dit gedeelte van Genesis, zien veel theologen dit wel als een afspraak tussen God en de mens, die aan dezelfde kwalifcaties zou voldoen. Omdat de preteristen het duidelijk niet over dit verbond hadden, gaan we vlug verder naar het volgende verbond dat we tegenkomen in de Bijbel.II. Het Noachitische verbond. Dit verbond sluit God met Noach, en ook dit is weer tweeledig. Er is a. een opdracht aan Noach en zijn zonen om de aarde te vullen, b. een mandaat om dieren te mogen eten, wat daarvóór nog niet toegestaan was, c. een verbod op het eten van nog levende dieren en d. een vergelding voor het vergieten van menselijk bloed. 631 Ten slotte is er het daadwerkelijke deel waarin God Zichzelf committeert aan zijn belofte om de aarde nóóít meer door een globale vloed van water te laten overstromen om haar daarmee te oordelen. 632 In dit verbond zien we echter heel duidelijk dat het onvoorwaardelijk is. De regenboog is een teken van dit verbond, dat geldt tot in eeuwigheid. 633 Er staat nergens dat God hierop terug kan komen als de mensen het eerste deel van dit verbond schenden. We kunnen ons sowieso afvragen of het eerste deel wel een integraal onderdeel uitmaakt van het verbond dat God sluit met Noach in de

624 Ezechiël 47:17-18625 Encyclopedia Britannica, Gilead626 Christipedia. Hamath627 Genesis 1:26-30, 2:16-17628 Genesis 3:15-19629 Paragraaf 10, p. 21-23630 Genesis 3:15, het Nageslacht van de vrouw hier wijst op Jezus. Merk op dat de slang ook nageslacht heeft. Jezus zal diens kop

vermorzelen. Openbaring 12:9 verbindt deze slang duidelijk met het personage dat we in de Bijbel telkens als Satan of de duivel tegenkomen. In Openbaring 20:10 zien we dat hij uiteindelijk vermorzeld zal worden in de hel, de poel van vuur. In de hoofdstukken erna zien we dat de aarde weer hersteld wordt naar hoe het was in de tijd van Eden. Er is een rivier van leven en zelfs de Boom des Levens (Openbaring 22:2) zien we weer terug.

631 Genesis 9:1-7632 Genesis 9:9-17633 Genesis 9:12

65

Page 68: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

latere verzen. Natuurlijk is ook dit verbond niet het verbond dat de preteristen bedoelen.

III. Het Abrahamistische verbond. Dit verbond met Abraham wordt telkens opnieuw bevestigd, en bestaat daarom uit meerdere elementen. Als eerste wordt aan (toen nog) Abram verteld dat God zijn naam groot zal maken, hem zal zegenen en een groot nageslacht geven. 634 Er worden hier geen voorwaarden genoemd. Nergens zien we het woord als, mits of indien. Ten tweede wordt aan Abram verteld dat het land Kanaän aan zijn nageslacht gegeven zal worden. 635 Ook hier zien we nergens voorwaarden. Ten derde zien we dat de belofte van het land uitgebreid wordt; overal waar Abram zijn voet zal zetten, in de lengte en de breedte van het land, zal van hem worden. Daarnaast zien we ook dat de belofte van het nageslacht uitgebreid wordt; zijn nageslacht zal zo groot worden als het stof van de aarde. 636 Ten vierde wordt het verbond weer bevestigd aan Abram en zien we een profetie, geen voorwaarde. God vertelt dat Abrams nageslacht 400 jaar in Egypte zal wonen. 637 Er staat níet dat zij 400 jaar in Egypte zullen wonen indien het verbond geschonden wordt. God committeert zich ook hier weer met een teken aan het verbond en vervult Zélf het ritueel door Abram éérst in een diepe slaap te brengen. Abram had dus niets toe te voegen aan dit verbond. Er is niets voorwaardelijks aan! Nergens lezen we over voorwaarden, het is pure genade dat God hem dit alles geeft. Hij heeft er niets voor gedaan en hoeft er in de toekomst ook niks voor te doen om het verbond geldig te houden. Ten vijfde zien we dat er uiteindelijk wel een voorwaarde komt, maar die voorwaarde is individueel en niet voor de gehele natie. De persoon die zichzelf niet besnijdt, zal van zijn volksgenoten worden afgesneden omdat hij het verbond heeft verbroken. 638 De beloften zijn dus onvoorwaardelijk voor Israël als natie, maar een enkeling kan zichzelf van deze beloften uitsluiten door zich niet te laten besnijden. Merkop dat de belofte ook eeuwig geldig is. Hierin zit dus al verborgen dat er altijd een overblijfsel is van de natie Israël dat zich aan de voorwaarden zou houden en dus ook de beloften zou beërven. Ten laatste zien we dat aan Abraham (zijn naam is inmiddels veranderd) beloofd wordt dat in zijn Nageslacht (Jezus, enkelvoud) de gehele aarde gezegend zal worden. Daarnaast wordt nog eens bevestigd dat zijn nageslacht (het volk Israël, meervoud) zo groot zal worden als het zand aan de zee. 639 Ook hier vinden we weer geen enkele voorwaarde waaraan voldaan moet worden. De uitkomst staat dus al vast. Omdát het eeuwig is, weten we dat er uiteindelijk een fysiek overblijfsel van Israël zal zijn die deze voorwaarden vervult en de beloften zal beërven. En ja, daar zit een geestelijke component aan, omdat wij in geestelijke zin geënt zijn op diezelfde beloften. Maar merk op dat Paulus nérgens in de Romeinenbrief zegt dat wij hen vervangen hebben! 640 We bespraken al eerder dat er door de eeuwen heen altijd het idee geweest is van een overblijfsel van fysiek Israël. Het is heel Bijbels. 641 Daarenboven kunnen we veel van de Joden zeggen, maar er is

634 Genesis 12:1-3635 Genesis 12:6-7636 Genesis 13:14-17637 Genesis 15:1-21, hier de nadruk op vers 13-14638 Genesis 17:1-14, hier de nadruk op vers 13-14639 Genesis 22:15-18640 Romeinen 11:13-32. In de HSV staat in vers 17 het woord plaats gecursiveerd, wat inhoudt dat de vertalers dit woord

geïnfereerd hebben en het dus geen deel uitmaakt van de originele tekst. Door deze vertaling kan het idee ontstaan dat wij in hunplaats geënt zijn, maar dat is niet de strekking van de rest van de tekst. Wanneer we het woord plaats weg zouden laten, past de zin beter in de context. Wij zijn in hén geënt. Wij zijn dus niet geestelijk Israël en zij fysiek Israël. Nee, wij zijn de gemeente en ingeënt in de beloften van Israël. Het is één boom. Niet twee. De andere olijfboom die genoemd word, is de wilde olijf en vormt juist een tegengestelde rol; het is symbool voor het heidense leven waar wij uit komen en uit gered zijn om in die edele olijf geënt te worden. En ja, we kunnen uit die belofte weggekapt worden (ons loon verliezen) maar nóóít onze redding verliezen (1 Kor. 3:10-15).

641 Er zal áltijd een overblijfsel zijn van het letterlijke volk Israël. Zie bijv. Ezra 9:8, 14, Nehemia 1:3, Jesaja 1:9, 10:20-22, 11:11, Jeremia 6:9, 23:3, maar ook Romeinen 9:27, 11:5 en Openb. 11:13. In de toekomstige grote verdrukking zullen dan ook weer 12 stammen zijn, waarvan alle 144.000 leden behouden worden (zie Openb. 7 en 14). En uiteindelijk zullen zij allen zelfs grondgebied krijgen, zoals we al zagen in Ez. 47/48.

66

Page 69: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

door de eeuwen heen altijd een aanzienlijk deel geweest dat hun jongetjes op de 8e dag besneed. In die zin kan een preterist dus niet legitiem beweren dat die belofte is komen te vervallen aan de complete natie Israël.

Men zou nog kunnen beweren dat een échte besnijdenis gaat om de hartgesteldheid, zoals Paulus duidelijk maakt in de brief aan de Romeinen. 642 Maar het was niet zo dat álle Joden Jezus verder afwezen. We zien juist in Handelingen 643 dat een grote groep Joden tot geloof komt in Jezus. De discipelen waren zélf nota bene Joden! De these dat Gods complete oordeel uit het boek Openbaring dus rond 70 AD al vervuld is, en dat God sindsdien met de gemeente is verdergegaan, is nonsens. Er was immers nog steeds een overblijfsel dat wél in de Messias geloofde! Men zou kunnen beargumenteren dat enkele prominente Joodse individuen het verbond hadden verbroken, maar die schending gold niet voor iedereen. Er was een overblijfsel. En ook in recente tijden zien we dit weer. Veel Joden leven nog volgens de oude gebruiken, met allerlei toevoegingen vanuit de Talmoed. En veel Joden leven juist heel liberaal. Maar er is ook eenheel grote groep Messiasbelijdende Joden! Hoe kan een preterist dus op grond van dit verbond beweren dat het complete volk Israël de belofte van het land en het nageslacht geschonden heeft En dat de kerk dus de vervanging is van de Joden Dit is absoluut geen consequente interpretatie van de tekst van het verbond met Abraham, zoals zojuist aangetoond is.

IV. Het landverbond. In dit verbond 644 worden wel condities genoemd die gebroken worden, maar de consequenties ervan zijn omkeerbaar. 645 Ook hier zien we weer dat een individu 646 zichzelf buiten kan sluiten van de zegeningen en zelfs vervloeking over zich haalt. Dit is niet per sé soteriologisch van aard. Gezien de overvloed van Bijbelteksten die de doctrine van eeuwige zekerheid ondersteunen, 647 houdt dit vooral in dat men in het hier en nu vervloeking, verderf, verbanning en zelfs de dood zullen ervaren indien men zichzelf voor de gek houdt en de weg van verharding blijft volgen. 648 De aard van de tekst is dan ook erg gericht op het hier en nu. Wanneer bijna 649 de gehele natie in afgoderij belandt, 650 zien we dat er allerlei plagen en ziekten komen, die als waarschuwing voor andere naties gelden. Die plagen en ziekten zijn een duidelijk voorbeeld van het hier en nu-gehalte van deze profetie. Wanneer men een soteriologische verwerping van de natie Israël wil beargumenteren, dan pleit deze tekst juist voor het tegenovergestelde. God straft het individu, en soms de natie in het hier en nu, maar nóóít zal Hij haar verwerpen in soteriologische zin. Bovendien blijven de fysieke beloften ook staan voor het overblijfsel. Uiteindelijk zal er een overblijfsel zijn dat de beloften met betrekking tot het beërven van het land zal ontvangen. Dát is wat God in dit verbond haarfjn communiceert. 651 Hoewel het landverbond veel doet denken aan delen het Abrahamistische verbond, versterkt het vooral het landaspect ervan.

V. Het Mozaïsche verbond. Dit verbond heeft duidelijke condities. Wanneer het volk naar de

642 Romeinen 9:29643 Handelingen 2:5-47644 Deut. 29-30645 Deut. 30:1-9646 Deut. 29:18647 Rom. 11:29 en Joh. 10:28-29 zijn twee voorbeelden van teksten van eeuwige zekerheid die duidelijk aan een Joods publiek

worden verteld. De doctrine van eeuwige zekerheid is tegenwoordig in álle dispensaties. Eens gered, altijd gered. Zie 1 Kor. 3:10-15, 5:5, Ef. 4:30, Rom. 8:38-39, etc. Het voert nu te ver om hier volledig op in te gaan, maar ik raad u aan om hiertoe de cursus soteriologie van dr. Andy Woods te volgen.

648 Deut. 29:19649 Denk aan de doctrine van het overblijfsel. Zie ook voetnoot 641 voor meer referenties.650 Deut. 29:24-25651 Nogmaals, lees Deut. 30:1-9

67

Page 70: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

geboden luistert, zal het zegen ervaren. Wanneer het volk ongehoorzaam is, zal het de vloek ervaren. 652 Ook hier zien we weer dat die vloek zich richt op het hier en nu. Geen regen, 653 verlenging van dagen, 654 verjaging van de volken 655 en vergroting van het land. 656 Nergens staat dat God de complete staat Israël voor eeuwig zal verwerpen, laat staan dat zij als natie voor altijd zullen branden in de hel en hun heil voor altijd naar de heidenen is gegaan. Dat is een verbuiging van de tekst. Bovendien leerden we al in het landverbond dat er een omkeerbaarheid zit ingebouwd. Hoewel ook het Mozaïsche verbond doet denken aan delen van het Abrahamistische verbond, versterkt dit verbond vooral het deel dat over de zegeningen spreekt.

VI. Het Davidische verbond. Dit verbond versterkt vooral het deel van het Abrahamistische verbond dat spreekt over het Nageslacht. 657 Merk op dat ook hier weer geen enkele voorwaarde wordt genoemd voor de eeuwige bevestiging van het koningschap van Davids Nageslacht. Davidstroon is een eeuwige zekerheid. Fysiek. Letterlijk. Zo is dat altijd geweest. En zo zal dat ook altijd zijn. Er worden geen voorwaarden genoemd voor het blijven bestaan van die letterlijke, fysieke troon in het aardse Jeruzalem, in Israël. En ook zien we nergens in de Bijbel dat er een wijziging is van het aardse naar het hemelse, wat deze troon van David betreft. Dit soort afwijkingen in de schriften bestaan alleen in de hoofden van preteristen. Niet in de realiteit. Het is immers een onvoorwaardelijk verbond. Zelfs de vloek over Chonia kon daar niets aan veranderen. 658

We kunnen dus wat betreft de 6 verbonden die gesloten worden in het Oude Testament, vaststellen dat zij nérgens voorwaarden stellen wat betreft het verliezen van haar uitverkiezing.659 En dientengevolge kunnen we dus met zekerheid zeggen dat de sancties die God heeft ingesteld tegen deze ongehoorzame natie, slechts deels van invloed zijn op dit volk. 660 In zijn totaliteit is het onbreekbaar, aangezien God anders een leugenaar zou zijn. Ja, de individu kan eendeel van het verbond verbreken, maar gezien alle voorgaande argumenten móet er wel een overblijfsel zijn waarmee God tot Zijn doelen komt, wat betreft een letterlijk, fysiek Israël.

652 Deut. 11:26-28653 Deut. 11:17654 Deut. 11:21655 Deut. 11:23656 Deut. 11:24657 2 Samuël 7:12-16658 Zie voor een uitleg hiervan, en meer over de aardse troon van David, paragraaf 7 (p. 13-15)659 Rom. 11:29660 Rom. 11:25

68

Page 71: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

21. Het nieuwe verbond

Dit zevende verbond wil ik graag apart bespreken. Hoewel we het namelijk in het Oude Testamental tegenkomen, 661 zal het pas in de toekomst worden gesloten, vertelt Paulus in de brief aan de Romeinen. 662 Preteristen zullen graag beweren dat dit nieuwe verbond met óns christenen gesloten is, zo rond 32 AD, maar die uitleg gaat niet helemaal op. In Mattheüs 663 vinden we inderdaad een passage waar we zoiets uit zouden kunnen opmaken, maar dat is slechts een deel van het verhaal. We zien inderdaad dat Jezus de drinkbeker samen met Zijn discipelen drinkt en hierbij meldt dat dit het bloed van het nieuwe verbond symboliseert. Het eerste probleem is echter dat dit niet geheel correspondeert met wat Jeremia en Paulus erover zeggen. De besnijdenis van hun hart en dat állen de HEERE kennen. 664 Wat betreft de discipelen zouden we dat nog kunnen beargumenteren, maar hoe zit het dan met de rest van de natie Want Jeremia heeft het over het huis van Juda en het huis van Israël. Dit kan dus niet over het zgn. “geestelijke Israël” gaan, zoals de preteristen zo graag beargumenteren. Want wie is dan geestelijk Juda Bovendien maken de verzen daarop nog eens duidelijk dat niets of niemand óóít Israël zouden kunnen vervangen. Pas als de zee stopt met bruisen, de zon, maan en sterren stoppen het met geven van hun licht, de diepten van de aarden ontrafeld zouden worden en de hemel opgemeten, dan pas zal God Israël verwerpen vanwege alles wat zij gedaan hebben. 665 Dit is natuurlijk een heel poëtische manier om te zeggen dat dat dus nóóít en te nimmer zal gebeuren, omdat deze dingen ook nooit zullen ophouden of mogelijk zullen zijn voor ons nietige mensen.

Laten we weer teruggaan naar Mattheüs. Wat is hier precies aan de hand Ook hier zien we weer die onderbreking, als we goed opletten en een beetje hulp inschakelen. Er was namelijk de traditie bij het Pesach om 4 bekers te schenken, waarvan de laatste niet gedronken werd. Dit zijn de 4 bekers van de Sedermaaltijd, 666 waarbij er een parallel bestaat met de 4 bekers van een traditionele Joodse huwelijksceremonie, vertellen Emile-Andre Vanbeckevoort en Arno Lamm in hun boek Wake Up! 667 De huwelijksceremonie kent de beker van heiliging, de beker van toewijding en de beker van vererving. Ten slotte was er de beker van lofprijs. Die werd volgens de Joodse huwelijkstraditie pas gedronken als de bruid gehaald werd. Dit is tegelijk ook het moment van restauratie. 668 Hoewel de Joden deze connectie tussen de 4 bekers van de Sedermaaltijd en de 4 bekers van de huwelijksceremonie wellicht niet zien, maakt Jezus deze koppeling wél in Mattheüs. We kunnen dus concluderen dat dit nieuwe verbond nog niet in zijn geheel is geïmplementeerd. Er is nog een toekomstig aspect. En dat is dan ook waar Paulus het over heeft in de brief aan de Romeinen. 669 Wanneer u de juiste bril opzet, en de bril van preterisme afdoet, wordt het plaatje zó enorm helder! We hoeven dan opeens niet meer creatief te zijn met Bijbelteksten, door een groot deel te vergeestelijken en de rest te negeren, maar kunnen de Bijbelzo letterlijk mogelijk lezen in haar meest ruime conteit, waardoor een prachtige mozaïek ontstaat.

661 Jeremia 31:31662 Romeinen 11:26-28663 Mattheüs 26:26-30664 Jeremia 31:33-34665 Jeremia 31:35-38666 Deze 4 bekers worden gedronken naar aanleiding van de uittocht, de eerste beker is daar de beker van heiliging (Ex. 6:6a), de

tweede de beker van bevrijding (Ex. 6:6b), de derde de beker van redding (Ex. 6:6c) en de vierde de beker van restauratie (Ex. 6:7).

667 Lamm, A., Vanbeckevoort, E.A., Wake Up! Uitgeverij Het Zoeklicht, Doorn (9e druk), p. 483-503668 Handelingen 3:21, zie ook paragraaf 15K, p. 44-45669 Romeinen 8:19-24, 11:26-31

69

Page 72: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Hoofdstuk IV: Zeven argumenten vanuit het Nieuwe Testament

22. Filetus en Hymeneüs

In de brief aan Timotheüs lezen we een Bijbeltekst die boekdelen spreekt.

“En hun woord zal zich uitzaaien als kanker; onder hen bevinden zich Hymeneüs en Filetus. Zijzijn van de waarheid afgeweken door te beweren dat de opstanding reeds heeft plaatsgevonden,en breken het geloof van sommigen af.” 670

Ik kan hier eigenlijk niet veel aan toevoegen of afdoen. Dit is de laatste brief die Paulus schrijft, en is te plaatsen rond 65 AD. 671 Dit is vér na het moment de kruisiging, waar ook mensen uit de dood opstonden. 672 Het gaat hier om de eerstelingen, 673 een selecte groep, maar niet om de veel grotere oogst die veel later zou volgen. In de eerste brief aan de gemeente in Thessaloniki674 legt Paulus uit wat de omstandigheden van de vereniging met Hem in de wolken zullen zijn. Er zal een bazuin klinken, een geroep van de aartsengel, de doden zullen opstaan, daarná zullen de mensen die nog leven zich bij hen voegen en zij zullen tezamen naar Jezus gaan in de wolken en voor altijd met Hem zijn.

Gedeeltelijke preteristen zijn het erover eens dat het wel héél ver gaat om de opstanding der doden al als historisch vervuld te zien, maar volledige preteristen geloven dit dus wél. Zij vallen dus in deze categorie van dwaalleraars, waarover Paulus veelvuldig schrijft in zijn laatste zendbrief aan Timotheüs. Toch beweren zij dat de opstanding van de doden dan vlak ná deze briefheeft plaatsgevonden, zo rond het jaar 70 AD. Laten we die theorie eens kritisch onder de loep nemen.

23. De dag des Heeren

In de tweede brief aan Thessaloniki voegt Paulus namelijk nog wat toe aan de eerdere informatie die hij al in zijn éérste brief schreef. Merk op dat hij hier over de vereniging met Christusschrijft en de dag van Christus, een synoniem voor de dag des Heeren, waarover we al eerder spraken. Er werd tussentijds namelijk nog een vervalste zendbrief naar de gemeente in Thessaloniki geschreven, waarin iets dergelijks werd beweerd als wat Filetus en Hymeneüs ook al zeiden. Dit wordt duidelijk als we Paulus’ antwoord lezen in het tweede hoofdstuk van deze zendbrief.

“En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn.” 675

670 2 Timotheüs 2:17-18671 Bible Study Tools, Jamieson-Fausset-Brown – 2 Timothy: Introduction672 Mattheüs 27:52-53673 1 Korinthe 15:20-24 legt uit dat de opstanding der doden in verschillende ordes gaat. Éérst is er de orde van de Eerstelingen,

daarna staat de rest op, bij Jezus’ wederkomst.674 1 Thessalonicenzen 4:13-18675 2 Thessalonicenzen 2:1-2

70

Page 73: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Zulke theorieën waren dus schering en inslag in de tijd van Paulus’ zendbrieven. Paulus maakt daarom in de daaropvolgende verzen nog eens héél duidelijk wát de volgorde is.

“Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet. Herinnert u zich niet dat ik u deze dingen zei, toen ik nog bij u was? En u weet wat hem nu weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt. Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is. En dán zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst.” 676

In deze tekst zit tweemaal een referentie naar de opname verborgen. In een eerder e-bookleg ik dit tot in detail uit. Hieronder kunt u lezen wat de vertalers vanuit het Grieks niet helemaal goed hebben weten over te brengen.

“In deze voorgaande verzen wordt de toon meteen gezet. Vers 1 maakt er geen geheim van dat het hier gaat over onze vereniging met Hem. De opname dus. Het feit dat Paulus het woord onze gebruikt, betekent dat hij zichzelf hier ook includeert. Hij verwachtte die opname blijkbaar elk moment.

Door de manier hoe de tekst vertaald is, lijkt het echter alsof er een voorwaarde zit aan de opname. Het is daarom goed om eerst goed alle begrippen helder te hebben. Paulus noemt hier de zogenaamde dag van Christus, ook wel dag van de Heer genoemd. Dit is een technische term die we door de hele Bijbel heen terugvinden, 677 waarmee die laatste 7 jaren van verdrukking bedoeld worden.

In de tekst vertelt Paulus dat die dag van de Heer niet eerder start dan dat de grote afval gekomen is. Nu is dit een vrij ongelukkige vertaling, aangezien het originele Griekse woord voor afval hier apostasia is. De indruk die de latere vertalers vermoedelijk wilden wekken, is dat de christenen aan het einde van de tijd massaal van hun geloof af zullen vallen en er maar een heel klein select clubje uitverkorenen overblijft.

De christenen in Thessaloniki hadden na de eerste brief van Paulus een valse brief gekregen van iemand die hen wilde laten denken dat zij al in de grote verdrukking waren (vers 2 maakt dit heel duidelijk). Als argument dat dit niet het geval is, geeft Paulus aan dat eerst die grote apostasia zal moeten gebeuren. Als het hier een geestelijke afval of vertrek van het geloof wordt bedoeld, zou dat een raar argument zijn, aangezien er altijd sprake was van afvalligheid vanhet geloof. Lees de brieven van Jezus aan de 7 gemeenten in Openbaring 2 en 3 maar eens. Slechts 2 gemeenten brengen het er goed van af. Geestelijke afval is dus geen uniek teken, waardoor Paulus’ argument klip en klaar zou zijn. Er wordt met apostasia toch echt iets anders bedoeld.

676 2 Thessalonicenzen 2:3-8, HSV677 Amos 5:18-20, Jeremia 30:7, Joël 2:11, Zefanja 1:1-7, Jesaja 2:12, Handelingen 2:20, 1 Thessalonicenzen 5:2-4

71

Page 74: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Er staat in het originele Grieks dan ook een bepaald lidwoord vóór het woord apostasia, wat aangeeft dat het niet over zomaar een afvalligheid gaat, maar een heel specifeke gebeurtenis. Het impliceert ook dat het hier niet om iets geleidelijks gaat, maar om iets heel plotselings. Want hoe kan u anders precies bepalen wanneer we het punt van deze geestelijke afval bereikt hebben Welke graadmeter gebruikt u Hoe is geestelijke afvalligheid te meten

Als u mij de weg zou vragen en ik zou u vertellen dat u de plek van bestemming vindt na een boom, dan is het nog niet meteen duidelijk welke boom ik bedoel. Stel dat ik u vertel dat u de plek van bestemming vindt na de boom, dan impliceert dat dat ik iets heel specifeks bedoel! U zult dan de conteit van de rest van mijn beschrijving goed moeten begrijpen om precies te achterhalen wat er zo specifek is aan die boom. En dat is nu precies wat we hier proberen te doen.

De vertalers maakten aan het einde van de Middeleeuwen een vreemde keuze, die breekt met de traditie om dit woord apostasia met een letterlijk, fysiek vertrek van de ene naar de andere plaats aan te duiden. Er is aan het einde van de Middeleeuwen met deze traditie gebroken omdat het hier om een zelfstandig naamwoord gaat, dat slechts op één andere plek in het Nieuwe Testament voorkomt. In Handelingen 678 wordt het inderdaad gebruikt om een geestelijk vertrek aan te geven van de wet van Mozes. Omdat de conteit daar heel anders is, is het niet gezegd dat de conteit hier hetzelfde is. De vroegere vertalers erkenden dit verschil in conteit en hebben dit woord apostasia daarom in heel veel oude handgeschreven kopieën vertaald als de opname. 679

Overigens wordt dit woord apostasia in werkwoordsvorm in het Nieuwe Testament maar liefst twaalf keer gebruikt om een letterlijk fysiek vertrek aan te duiden en slechts driemaal voor een geestelijk vertrek, 680.Het is dus niet heel raar om het naamwoord ook een dergelijke betekenis toe te bedelen. Dat is zelfs binnen de semantische grenzen van het oorspronkelijke Koine Grieks leiicon. 681

Door nu met onze defnities nog eens goed de tekst door te lezen, wordt opeens veel duidelijker waar Paulus het hier over heeft. In feite staat er dat de grote verdrukking niet eerder begint dan dat de opname is geweest en de mens van de wetteloosheid is geopenbaard.

De mens van de wetteloosheid is de persoon die we in de volksmond de antichrist zijn gaan noemen. Deze mens van de wetteloosheid heeft 13 titels in het Nieuwe Testament en 33 in het Oude Testament, maar de term antichrist is daar geen van. Begrijp me goed, die mens van de wetteloosheid is absoluut een antichrist, maar Johannes gebruikt deze term breder. Het is dus geen eiclusieve term voor deze mens van de wetteloosheid, maar omdat het in de volksmond tochvaak vereenzelvigd wordt, zal ik de term antichrist hierna voor het gemak en de leesbaarheid tochin die conteit blijven gebruiken. 682

678 Handelingen 21:21679 In de Vulgaat (4e eeuw), in de Wycliff Bijbel (1384), Tyndale Bijbel (1526), Coverdale Bijbel (1535), Cranmer Bijbel (1539),

Breeches Bijbel (1576), Beza Bijbel (1583) en Geneva Bijbel (1608)680 Dr. Woods, A, The Apostacy Controversy681 Liddell, Scott & Jones’ Greek Lexicon682 Dr. Missler, C, The Return of Nimrod

72

Page 75: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Zoals we de passage nu lezen, lijkt het alsof de antichrist éérst op het toneel moet verschijnen voordat de opname komt. Dat is echter niet het geval. Hij zal tegen die tijd ongetwijfeld geboren en opgegroeid zijn, maar wanneer we het hebben over het moment dat hij op de voorgrond zal gaan treden, moeten we naar vers 7 en 8 kijken.

De opname wordt in dit vers weer anders beschreven. Er verdwijnt iemand uit het midden, zo valt er te lezen. Uit het midden van wat Laten we eerst eens wat denkstappen maken. Als eerste lezen we over het geheimenis van de wetteloosheid. Wat is wetteloosheid Zonde.

En wie is de enige die de zonde kan weerhouden God Zelf, door de Heilige Geest Die in ons christenen werkzaam is. Wij kunnen uit onszelf geen zonde weerhouden. Niet zonder de Heilige Geest. Zonder Hem zouden we die zonden juist omarmen. Lees het eerste hoofdstuk van Romeinen 683 maar eens.

Nu is het natuurlijk niet zo dat de Heilige Geest zo meteen opeens verdwijnt en wij christenen het opeens zonder de Heilige Geest moeten doen. Begrijp heel goed dat de Heilige Geest nooit van ons zal wijken, als wij eenmaal opnieuw geboren zijn. 684

De Heilige Geest zal namelijk verdwijnen van de aarde op dat moment, maar niet zoals u dat wellicht denkt. Omdat wij als christenen worden opgenomen, zijn de handen en voeten van de Heilige Geest, als ik even zo vrij mag zijn om me zo gebrekkig uit te drukken, verdwenen. Daarom heeft satan opeens vrij spel en kan die antichrist zich openbaren. De Heilige Geest in ons christenen is dus de Weerhouder. Door alles op een rij te zetten, wordt nu eindelijk de volgorde duidelijk:

1. De Weerhouder wordt uit het midden weggenomen (de opname, het grote vertrek).2. De antichrist zal zich openbaren.3. De dag van de HEER, ofwel de grote verdrukking zal aanbreken.” 685

De preterist die zal beweren dat de opstanding der doden heeft plaatsgevonden in 70 AD en dat de periode die eraan voorafging de “grote verdrukking” was, zal in moeten zien dat die volgorde niet houdbaar is in het licht van wat Paulus schrijft in zijn tweede zendbrief aan de gemeente van Thessaloniki. De vervolging wat het meest heftig onder Nero en daardoor ook het meest bekend. 686 Dit vond plaats in de periode 64 t/m 68 AD, met het hoogtepunt in 67 AD. 687

Na de val van Jeruzalem werd het juist wat rustiger, en pas in 81 AD begon Domitianus 688 met de tweede golf van vervolging, maar waar Nero nog een verbod had op het christen-zijn, was daar ondanks de gruwelijkheden onder Domitianus niet specifek sprake van. Pas bij de tiende golf van vervolging, in de 4e eeuw, relatief kort voordat het christendom de ofciële staatsgodsdienst werd, werd er weer een verbod ingevoerd. 689

683 Romeinen 1:18-32684 Johannes 14:16-17, Efeze 1:13-14, Efeze 4:30685 Unravelations, 49 Redenen voor de opname vóór de grote verdrukking, p. 6-8686 History Hit, The Growth of Christianity in the Roman Empire687 Bible Study Tools, The First Persecution688 Bible Study Tools, The Second Persecution689 Bible Study Tools, The Tenth Persecutio n & History Hit, ibid.

73

Page 76: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Alles bij elkaar ontstaat hier dus een profel dat niet echt overeen komt met wat Paulus beschrijft. Áls de opstanding van de doden in 70 AD plaatsgevonden zou hebben (waar overigens helemaal geen bewijs voor is), dan klopt de historische conteit niet. De “grote verdrukking” zou erná hebben moeten plaatsvinden, maar die vinden we juist in de periode voorafgaand aan 70 AD.Áls Nero de antichrist is (wat sommige preteristen beweren), dan zou hij zich juist ná 70 AD moeten openbaren.

Sommige preteristen zullen de opstanding der doden daarom willen verplaatsen naar 67 AD, zodat de historische conteit beter past. Het probleem daarmee is echter dat we gevaarlijk dicht bij de tweede brief aan Timotheüs komen, die tijdens de tweede gevangenschap van Paulus is geschreven, vrijwel zeker in 67/68 AD. 690 691 Daarenboven “openbaart” Nero zich al vóór die datum als een grote antichristelijke verdrukker, dus ook dat pleit tégen zo’n aanname. Want we hebben namelijk al ontdekt dat de “mens van grote zonde” of ook wel “zoon van het verderf” genoemd, zich openbaart ná de opstanding van de doden (het grote vertrek).

Gezien alle feiten die hierboven zijn gepresenteerd en het ontbreken van ook maar een beetje historisch bewijs dat er ná de kruisiging ooit nog mensen uit de dood zijn opgestaan in grote groepen, is het logischer om die opstanding der doden in de (nabije) toekomst te plaatsen.

24. De tien koningen

“En de tien hoorns die u gezien hebt, zijn tien koningen, die het koningschap nog niet hebben ontvangen, maar die samen met het beest één uur koninklijke macht zullen ontvangen. Dezen zijn eensgezind en zij zullen hun kracht en macht aan het beest overdragen. Zij zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam – want Heere der heren is Hij en Koning der koningen – zal hen overwinnen, en zij die samen met Hem zijn, geroepenen, uitverkorenen en gelovigen. En hij zei tegen mij: De wateren die u gezien hebt, waaraan de hoer zit, zijn volken, menigten, naties en talen. En de tien hoorns die u op het beest zag, die zullen de hoer haten, en haar berooid en naakt maken, en zij zullen haar vlees eten, en haar met vuur verbranden. Want God heeft het in hun hart gegeven om Zijn plan uit te voeren en dit eensgezind te doen en hun koningschap aan het beest te geven, totdat de woorden van God volbracht zijn.” (Openbaring 17:12-17, HSV)

Sommige preteristen willen beweren dat de 10 koningen die hier genoemd worden, verwijzen naar 10 gouverneurs van 10 provincies van het Romeinse Rijk, onder de “antichrist” keizer Nero. Het probleem met deze uitleg is dat er rond 68 AD helemaal geen 10 provincies waren, maar 36. 692 Omdat Openbaring spreekt over één uur, denken andere preteristen weer aan de legatus legioni die samen met Titus optrokken om Jeruzalem te vernietigen, maar aangezien er slechts 4 legioenen 693 waren, konden dit er nooit meer dan 4 zijn. Weer een andere preterist 694 draait de boel om en denkt dat de Romeinen het instrument zijn van God om de ‘hoererende stad’Jeruzalem te vernietigen, omdat die ook op 7 heuvels is gebouwd. 695 De 10 koningen zijn volgens hem 10 Joden die autoriteit kregen in die periode, maar ook die theorie rammelt aan alle kanten. Deze 10 Joden zijn gouverneur, hogepriester of anderzijds en krijgen de rang van generaal toebedeeld. Wanneer in het Grieks echter het woord basileus wordt gebruikt, is dit altijd vertaald

690 Bible Study Tools, Jamieson-Fausset-Brown – 2 Timothy: Introduction691 Religion Facts, Paul’s Second Imprisonment692 Ermantinger, J.W., The Roman Empire, A Historical Encyclopedia, p. 282693 Josephus, Wars of the Jews 5.1.6694 Maarschalk, A., Josephus Lists the 10 Horns695 Bible Study, Map of Jerusalem’s Seven Hills

74

Page 77: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

met koning. 696 Nooít met stadhouder, want daar is al een woord voor; hegemoneo. 697 Het woord dat in dit hoofdstuk van Openbaring in het Grieks gebruikt wordt, is dan ook basileus.

Een ander probleem is het overdragen van de macht aan het ‘beest’. Want als Nero of Titusvolgens de preteristen nu als het beest gezien wordt, dan strijden die 10 gouverneurs nu juist tégen hem. Gemakshalve wordt het beest door de preteristen daarom maar vereenzelvigd met dehoer die er bovenop zit, wat volgens hen Jeruzalem is. Jeruzalem is dus óók het beest, aldus de preteristen. Maar dat is moeilijk hard te maken, aangezien een stad geen entiteit is met een eigenwil. 698 Vijf hoofdstukken eerder zien we precies ditzelfde beest ook in actie, en keert het zich ook tegen een vrouw, maar we kunnen ons afvragen of het daar wel over hetzelfde incident gaat. Het beest wordt daar duidelijk omschreven als Satan, en keert zich niet tegen de ongelovige Joden dieniet in Jezus geloofden, maar juist tegen de Joden die wél in Jezus geloven. Wanneer we deze twee hoofdstukken naast elkaar leggen wordt duidelijk dat er iets anders aan de hand is.

1. Het beest wordt hier duidelijk omschreven als Satan, niet als Jeruzalem.2. De vrouw wordt hier nergens hoer genoemd. Haar kinderen zijn juist heel goede gelovigen, die het getuigenis van Jezus hebben, in tegenstelling tot de kinderen van de hoer die we vijf hoofdstukken later tegenkomen. 699

Wanneer we een hoofdstuk verder lezen, zien we dat deze draak zijn macht geeft aan een beest dat er min of meer hetzelfde uitziet. 700 Om meer te weten te komen over de identiteit van dit beest, moeten we echter terug naar het boek Daniël. 701 Hier wordt heel duidelijk uitgelegd hoewe moeten denken. Er wordt een visioen gegeven van vier dieren, waarbij enkele kenmerken heel trefend weergeven dat het hier om vier opeenvolgende koninkrijken gaat die Jeruzalem zullen overheersen.

1. Babylon > De gevleugelde leeuw was het wapen van dit koninkrijk. 702

2. Medië & Perzië > Dat deze beer zich naar één kant richt geeft aan dat Perzie groter was. 703

3. Griekenland > De 4 koppen verwijzen naar de 4 koninkrijken waarin dit rijk uiteenviel. 704

4. Rome > Rome werd ook wel het ijzeren rijk genoemd.

Dit laatste rijk wordt nergens letterlijk door Daniël bij naam genoemd, maar vrijwel alle theologen zijn het erover eens dat dit verwijst naar het Roomse Rijk. De kenmerken ervan wordenduidelijker in andere gelijkenissen die we in Daniël tegenkomen. 705 696 Blue Letter Bible, basil697 Blue Letter Bible, hegemoneo698 Openbaring 12:3 spreekt over hetzelfde beest. In vers 9 wordt dit beest dan ook Satan genoemd. In vers 17 lezen we dat de draak

boos wordt op de vrouw en oorlog voert tegen hén die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben.

699 Openbaring 17:5 noemt deze hoer de moeder van alle hoeren, en bovendien mysterieus Babylon. 700 Openbaring 13:1-2701 Daniël 7702 Prof. Veith, W. J., Ph.D., Truth Matters703 Daniël 7:5. Daniël 8 geeft meer informatie over dit koninkrijk met de gelijkenis van de ram met de twee ongelijke hoorns, ofwel

Medië en Perzië (vers 20) en de geitenbok, die Griekenland moet voorstellen (vers 21).704 Daniël 8 zoomt vooral in op het ontstaan van het Griekse rijk, waar Daniël 11 vooral ingaat op hoe het rijk voortgezet wordt. Het

valt uiteen in 4 rijken (Dan. 8:22, 11:4) en wordt uiteindelijk overgenomen door dat mysterieuze vierde rijk dat nergens letterlijk bij naam genoemd wordt in Daniël, maar overduidelijk het Roomse Rijk is.

705 Daniël 2 spreekt over een beeld dat bestaat uit een gouden hoofd, wat Nebukadnezar’s Babylonische rijk moet voorstellen (Dan. 2:38), waarna een rijk zal volgen dat bestaat uit twee zilveren armen (Medië en Perzië). Het bronzen rijk verwijst naar Griekenland en ten slotte zien we het element van ijzer weer terug in de 2 benen (Rome vormt hier het westelijke been en Byzantium het oostelijke deel van het Roomse Rijk). Ten slotte is er nog een mysterieus 5e rijk dat tien tenen heeft en een mengsel is van ijzer met klei. Dit verwijst naar het laatste stadium van het rijk. Niet naar het eerste.

75

Page 78: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Telkens weer wordt bevestigd dat dit laatste rijk Rome is, wat uitgebeeld wordt met een beest die tien horens heeft. We zien hier dus dat er géén sprake is van een draak, zoals in het hoofdstuk dat we eerder in Openbaring 706 tegenkwamen, maar van een beest, zoals we een hoofdstuk later zien. 707 Het gaat hier dus niet over Satan, maar over een rijk dat kracht ontvangenheeft van Satan en dus opereert námens hem. Wat de klei is, is niet gelijk duidelijk, maar we kunnen wel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zeggen dat het ijzer verwijst naar Rome en de 10 hoorns of tenen daar dus ook mee in verband staan.

Terugkomend op de theorie van de preteristen dat de 10 Joodse heersers hun macht overdragen aan het beest ‘Jeruzalem’, klopt er dus niets meer van het verhaal. Wat men hier (zoals zo vaak) probeert te doen, is de eigen visie te forceren op de tekst, zonder rekening te houden met de macro-, meso- en microconteit. De Bijbel geeft in macroverband heel veel aanwijzingen over dit beest, maar daar wordt gemakshalve geen rekening mee gehouden. Men is niet consequent in het interpreteren van al deze gegevens. Johannes vertelde hier niet iets compleet nieuws, maar dit was een beeld dat bekend was bij zijn Joodse publiek. Dáár haakt hij op in. En om die reden hebben de meeste christenen in de eerste eeuwen dat beest ook altijd als Rome geïnterpreteerd. 708 709 710 711 712 713 714 715

Ja, zowel Rome 716 als Jeruzalem zijn op 7 heuvels gebouwd, maar wanneer we alle informatie uit de voorgaande alinea’s in overweging nemen is het veel waarschijnlijker dat er in dithoofdstuk van Openbaring over Rome gesproken wordt. We hebben de preteristen uit alle macht zien trekken en buigen aan defnities, tijdsperiodes en Bijbelteksten om de boel passend te krijgen, maar nergens kunnen zij overtuigen. Hun continu wisselende hermeneutiek zorgt telkens voor tegenstellingen. Het is daarom logischer om dit hoofdstuk van Openbaring 17 in de toekomstte plaatsen. Vermoedelijk zal dit zich manifesteren in een herleefd Romeins Rijk, dat vermengd zalzijn met een ander element (het leem waar Daniël over spreekt). 717 We zouden hierbij aan de Europese Unie kunnen denken, wat grofweg de oude grenzen van het West-Romeinse Rijk beslaat, maar ook aan de Rooms-Katholieke Kerk. Op dit moment is dat nog niet geheel duidelijk,maar dat is ook logisch omdat Paulus in zijn tweede brief aan de Thessalonicenzen 718 meldt dat deantichrist zich pas zal openbaren als het grote “vertrek” heeft plaatsgevonden, ofwel: de weerhouder uit het midden is weggenomen. In tegenstelling tot wat sommige kerkvaders dachten, was het Romeinse Rijk overigens niet in staat om het mysterie van goddeloosheid tegen te houden. Alléén de Heilige Geest kan dat. En aangezien Hij in ons christenen woont, zal Hij door de opname uit het midden van de wereld weggenomen worden zodat niets die antichrist meer zalweerhouden.

706 Openbaring 12:9707 Openbaring 13:1-2708 Irenaeus (130-202), Adversus Haereses, boek V, hoofdstuk 26.709 Tertullianus (160-230), Apology, hoofdstuk 32710 Hippolytus (170-235), Verhandeling over Christus en de Antichrist, vers 25-28711 Lactantius (250-320), Divinae Institutiones, boek VII, hoofdstuk 25.712 Cyrillus (315-386), Lecture XV, vers 12713 Chrysostomus (347-407), Homiliek IV, 2 Thess. 2:6-9714 Hiëronymus (340-420), Commentaar op Daniël 7:8715 Augustinus (345-430), Stad van God, boek XX, hoofdstuk 19716 Bezienswaardigheden, Rome717 Daniël 2:41-43718 2 Thess. 2:3-8

76

Page 79: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

25. De opname

“Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn, opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem. Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. Zo dan, troost elkaar met deze woorden.” 719

Er wordt weleens gezegd: “De opname staat niet in de Bijbel.” Maar dit is demonstratief onwaar. Hierboven leest u letterlijk het woord ‘opgenomen’, wat de werkwoordsvorm is van het zelfstandige naamwoord opname. In het Grieks staat hier het woord harpazo, 720 wat we ook op andere plekken in de Bijbel zien terugkomen, zoals in Openbaring. 721 Hierover schreef ik in mijn vorige boek het volgende:

‘“En zijn staart veegde het derde deel van de sterren van de hemel en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die op het punt stond te baren, om haar kind te verslinden, zodra zij het gebaard zou hebben. En zij baarde een zoon, een mannelijk kind, dat alle heidenvolken zal hoeden met een ijzeren staf. En haar kind werd weggerukt naar God en naar Zijn troon.” 722

Dit vers is door de jaren heen vaak geïnterpreteerd als historisch vervuld. Door Jezus, aan het begin van onze jaartelling. Ook de vertalers van de Herziene Statenvertaling hebben hier een hoofdletter staan bij het kind. Toch is dat niet het complete verhaal. Het visioen dat Johannes hier heeft, lijkt inhoudelijk veel op de geboorte en hemelvaart van Jezus, maar toch zijn er een aantal belangrijke verschillen.

Zo wordt de draak door veel theologen uitgelegd als Herodes, 723 maar dat is in tegenspraak met vers 9 van dit hoofdstuk, waar Johannes zich op vrijwel alle mogelijke manieren uitdrukt dat het hier om satan gaat. Er is dus iets anders aan de hand.

Ook zou het geen openbaring zijn als Johannes dit verhaal al kende. Profetie is als een patroon; het lijkt op iets dat we al kennen, maar er wordt iets nieuws aan toegevoegd. 724 Zo zien we de plagen uit Egypte in het boek Openbaring ook weer terugkomen, maar dan net anders. 725

Het tweede punt dat de critici maken, is dat het kind een ijzeren staf heeft. Dit is een specifek kenmerk van Jezus. 726 Toch is ook dit niet het complete verhaal. Zo lezen we eerder in Openbaring 727 dat ook degenen die overwinnen (de christenen die naar Gods wil leven) zo’n

719 1 Thessalonicenzen 4:13-18, HSV720 Blue Letter Bible, harpazo721 Openbaring 12:5722 Openbaring 12:4-5723 Mattheüs 2:16-18724 Prediker 1:9-10, Kolossenzen 2:16-17725 Exodus 7-9, Openbaring 15:8 en Openbaring 16:1-21726 Psalm 2:9, Openbaring 19:15727 Openbaring 2:26-27

77

Page 80: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

ijzeren staf krijgen. En dat is ook logisch, want wij zullen samen met Christus regeren! 728 Christus is namelijk het Hoofd, maar wij zijn het Lichaam van Christus. 729 Hoe kan het Hoofd regeren zonder het lichaam

Een ander punt is dat er een acuut gevaar is voor het kind in Openbaring 12. Het zou worden verslonden na de geboorte, maar het wordt weggerukt naar de troon. Het woord weggerukt, dat we hier zien, is in het Grieks harpazo. Dat is precies hetzelfde woord dat we ook in de eerste brief aan de Thessalonicenzen vinden! Sommige critici willen ons doen geloven dat het hier betrekking heeft op het vluchten naar Egypte, 730 maar Egypte is duidelijk iets anders dan Gods troon, waar vers 5 zo duidelijk over spreekt. Andere critici zeggen weer dat het hier gaat om de hemelvaart van Jezus, maar als dat zo is, dan zorgt dat voor een aantal serieuze problemen. Want Jezus steeg rustig en vredig op, er was geen draak of satan die Hem wilde verslinden. Hij had hem juist verslagen! 731

Het lijkt er eerder op dat dit kind gered wordt van de klauwen van de draak. Vervolgens lezen we in de daarop volgende verzen dat er een periode komt waarin deze vrouw (Israël 732) vlucht naar de woestijn. 733 Die periode duurt 1260 dagen, wat neerkomt op 3,5 jaar. Dit is diezelfde periode die we al eerder bespraken; de helft van 7 jaren. We lezen in vers 17 dan dat in die periode de verdrukking van de rest van haar kinderen begint.’

We zien dus een duidelijke parallel. Want ook in het hoofdstuk ná de tekst uit de eerste brief aan de Thessalonicenzen, 734 zien we iets soortgelijks. In de oorspronkelijke tekst waren er geen hoofdstukken in deze brieven. Pas in de 13e eeuw zijn die scheidslijnen aangebracht. 735 Het onderwerp van de opname en de eindtijd houdt dus niet opeens op na hoofdstuk vier. Hoofdstuk vijf begint dan ook meteen met wat er ná die opname gebeurt. Een haastig verderf zal over hén komen (de achterblijvers dus) en zij zullen het niet kunnen ontvluchten. Dit terwijl enkele verzen later duidelijk gemaakt wordt dat wíj dit wél zullen kunnen ontvluchten. 736 Wij zijn namelijk níet bestemd tot Zijn toorn.

De grote vraag die overblijft aan het einde van deze paragraaf, is echter: “Is dit historisch alvervuld ” Ja, zal de volledige preterist zeggen, terwijl de half-preterist daar minder zeker van is. Het probleem is het gebrek aan bewijs voor zo’n bewering. Nergens in de geschiedenis vinden we iets terug wat hierop lijkt. En om heel specifek te zijn, zouden we ook nog eens in de tijdsspanne rondom 70 AD moeten gaan zoeken, want dát is immers het paradepaardje van de preteristen.

Sommige preteristen zien in de synchrone verslagen van Josephus en Tacitus, twee Joodse geschiedschrijvers uit die periode, een verwijzing naar de opname of wederkomst. Zij beschrijven een bovennatuurlijk fenomeen dat plaatsvindt, vlak vóór de vernietiging van de tempel.

728 2 Timotheüs 2:12, Openbaring 20:6729 Kolosse 1:18, Efeze 6:23, 30730 Mattheüs 2:13-15731 Hebreeën 2:14, Handelingen 1:1-11. Merk op dat het woord opgenomen in vers 1 een keuze is van de vertalers. Het is in het

Grieks een ander woord dan harpazo. Zie ook de concordantie van de Blue Letter Bible732 Genesis 37:9-10, Jesaja 66:7-9, Jeremia 30:6-7733 Vergelijk Mattheüs 24:16, Jesaja 63:1-6 en Openbaring 19:11-21.

Zie ook Dr. Stolebarger, D., The Sheepfold in Edom, 734 1 Thessalonicenzen 5:1-10735 Stewart, D., Why is The Bible Divided into Chapters and Verses ? 736 1 Thessalonicenzen 5:9

78

Page 81: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

“Dus ook vóór de opstand van de Joden en vóór die commoties die aan de oorlog voorafgingen, toen het volk in grote menigten naar het feest van ongezuurde broden kwam, op de achtste dag van de maand Xanthicus (Nisan), en op het negende uur van de nacht, scheen er een groot licht rond het altaar en de tempel, dat het een heldere dag leek te zijn; die een half uur duurde. Dit licht leek een goed voorteken voor de ongeschoolden, maar werd anders geïnterpreteerd door de heilige schriftgeleerden, die de gebeurtenissen die daarop volgden ook voorspelden. Ook op hetzelfdefeest bracht een vaars, terwijl zij door de hogepriester werd geoferd, een lam voort in het midden van de tempel. Bovendien was de oostelijke poort van de binnenste voorhof van de tempel, die van koper was en enorm zwaar, en met moeite door twintig man was gesloten en op een met ijzer gewapende basis rustte, en bouten had die zeer diep in de stevige vloer, die daar was gemaakt van één hele steen, op eigen kracht geopend rond het zesde uur van de nacht. Nu kwamen degenen die de wacht hielden in de tempel en renden naar de kapitein van de tempel en vertelden hem daarvan; die toen naar boven kwam en niet zonder grote moeite de poort weer kon sluiten. Dit leek de heidenen ook een heel goed voorteken te zijn, alsof God hen daarmee de poort van geluk opende. Maar de geleerde mannen begrepen het, dat de veiligheid van hun heilige huis vanzelf was opgelost en dat de poort werd geopend ten behoeve van hun vijanden. Dus deze verklaarden publiekelijk dat het teken de vernietiging toonde die op hen afwam. Afgezien hiervan verscheen een paar dagen na dat feest, op de een en twintigste dag van de maand Artemisius (Iyar), een zeker wonderbaarlijk en ongeloofijk fenomeen: ik veronderstel dat het verslag een fabel lijkt te zijn, als het niet ook bevestigdwerd door degenen die het óók zagen, en ware het niet dat de gebeurtenissen die erop volgden van zo'n aanzienlijke aard waren dat ze dergelijke tekenen verdienden; want vóór het ondergaan van de zon zagen men strijdwagens en legermachten in hun wapenrusting rondrennen tussen de wolken rondom de steden. Bovendien, op dat feest dat we Pinksteren noemen, gingen de priesters 's nachts naar het binnenste voorhof van de tempel, zoals hun gewoonte was, om hun heilige bedieningen uit te voeren, en zeiden ze dat ze in de eerste plaats een beven en hoorden een groot geluid, en daarna hoorden zij een geluid als van een grote menigte, zeggende: "Laten wij vandaar vertrekken!" 737

“Wonderen hadden plaatsgevonden, die deze natie, die vatbaar was voor bijgeloof, maar alle religieuze riten haatte, het niet geoorloofd achtte om te vergelden door te slachten en te oferen. Er waren machten aan het vechten in de lucht, de vurige glans van wapens, de tempel verlicht door een plotselinge straling van de wolken. De deuren van het binnenste heiligdom werden plotseling opengegooid en een stem van meer dan sterfelijke toon werd gehoord, die riep dat Elohim vertrok. Op hetzelfde moment was er een enorme trilling als van een vertrek. Sommigen hebben een vreselijke interpretatie van deze gebeurtenissen, maar bij de meesten was er een sterke overtuiging, dat in de oude archieven van hun priesters een voorspelling stond over hoe het Oosten op dit momentkrachtig zou worden en heersers, komend uit Judea, een universeel imperium zouden verwerven. Deze mysterieuze profetieën hadden gewezen op Vespasianus en Titus, maar het gewone volk, met de gebruikelijke blindheid van ambitie, had deze machtige lotsbestemmingen een eigen interpretatie toebedeeld en kon er zelfs door rampen niet worden gebracht om de waarheid te geloven.” 738

Deze verslagen spreken inderdaad fink tot de verbeelding, en er lijken hier en daar inderdaad wat connectoren te zijn. Er wordt door beide heren gesproken over een aardbeving en hemelse legermachten die met elkaar vochten. Dit doet natuurlijk wel wat denken aan sommige elementen van de wederkomst, zoals beschreven in de laatste hoofdstukken van het boek Openbaring. 739 Maar merk vooral de verschillen op.

737 Josephus, Oorlogen van de Joden, Boek 5.3738 Tacitus, Historieën, Boek 5.13739 Openbaring 16:18 spreekt over een grote aardbeving en hoofdstuk 19:14 spreekt over hemelse legers die Jezus volgen.

79

Page 82: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Wanneer we het vergelijken met de opname zoals beschreven in de eerste brief aan de gemeente in Thessaloniki, missen een aantal heel belangrijke elementen. Zo is er:

1. Géén bazuin gehoord.2. Géén graven opengegaan of mensen die spontaan verdwenen.3. Jezus is niet gezien op de wolken.

Wanneer we het vergelijken met de informatie die we hebben over de wederkomst, dan missen we ook veel onderdelen. Zo zien we wel een legermacht, maar missen we:

1. De Aanvoerder Jezus, 740 toch niet onbelangrijk lijkt me.2. De engel die dicht bij de zon staat en oproept tot het avondmaal voor de vogels. 741

3. Het avondmaal zélf mist ook. Het zijn juist de koningen en hun legers die wínnen in 70 AD. 742

Wát wil ik hiermee zeggen Dat Josephus en Tacitus uit hun nek kletsten Absoluut niet! Ik geloof zelfs dat zij de waarheid spraken. Ik denk dat de glorie van God namelijk inderdaad de tempel zal hebben verlaten, vlák voordat die vernietigd werd. Als dat niet zo was, zou dat de verkeerde boodschap gegeven kunnen hebben. Men zou het als een overwinning op de God van de Joden hebben kunnen zien, en dat zou Hij vermoedelijk niet hebben gewild. Ik denk dus écht dat God het inderdaad héél duidelijk heeft gemaakt in de hemelen, zichtbaar voor iedereen, dat Hij deze tempel wilde verlaten en haar aan de vernietiging overliet. Maar behalve deze legermachten die strijden in de hemel, een aardbeving en het duidelijk zichtbare en hoorbare vertrek, missen we eigenlijk gewoon de kernelementen van een opname of wederkomst.

Dit is dus het einde van het argument dat het dichtst bij een potentiële historische vervulling van de opname of de wederkomst komt. Betere argumenten heb ik nog niet gehoord ofgevonden. Aangezien de opname en / of wederkomst zéér cruciale momenten zijn die uitentreuren beschreven worden in de Bijbel, lijkt het me niet dat zij stilletjes voorbij zullen gaan.

Wat betreft de opname kan daar nog over geredetwist worden, omdat een parallelpassagein de eerste brief aan de Korinthiërs 743 beschrijft dat de transformatie van ons lichaam bij de opname in een ondeelbaar ogenblik zal gebeuren. Dit kan inhouden dat de transformatie van het lichaam dan wel supersnel gaat, maar de opname op zichzelf meer tijd in beslag neemt. Omdat er ook een bazuin zal klinken en een geroep van een aartsengel gehoord zal worden, zal het ook erg lawaaiig zijn. Hierbij kunnen we ons natuurlijk wel afvragen of dat geluid enkel voor de gelovigen die worden opgenomen, hoorbaar zal zijn, of dat de rest van de mensen op aarde dit ook zal kunnen horen en / of zien. 744

740 Openbaring 19:11-16741 Openbaring 19:17742 Openbaring 19:18-21, merk ook op dat de gelovigen ‘vluchtten naar de bergen in Pella, in het huidige Jordanië’. Dat kunnen we

niet bepaald een opname of wederkomst noemen waarin mensen naar de hemel gaan. In 1951 stelde S.G.F. Brandon in zijn boek The Fall of Jerusalem and the Christian Church dat de christenen zich juist aansloten bij de Zeloten, maar dat wordt door geen enkele theoloog eigenlijk serieus genomen, zo stelde dr. P.H.R. Van Houwelingen in Fleeing Forward: The Departure of Christians from Jerusalem to Pella. En dat is ook logisch, aangezien Jezus Zijn volgelingen duidelijk had geïnstrueerd in Lukas 21:20-21.

743 1 Korinthe 15:51-52744 Vergelijk bijvoorbeeld het verhaal van Saulus’ bekering in Handelingen 9:3-7, waar de mannen die meereisden de stem van

Jezus wel hoorden, maar níet Zijn licht zagen, terwijl Saulus dat wél zag. Of het verhaal uit 2 Koningen 6:14-20. Ook auditief kunnen dingen anders ervaren worden. Zie Joh. 12:28-30 bijv.

80

Page 83: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

26. Geestelijk en fysiek Israël

Een bekend gegeven is de vervangingsleer binnen de preteristische kringen. Hierbij moet ik wel aantekenen dat niet alle preteristen zich hiervan bedienen. Het idee bij veel preteristen is echter dat de kerk Israël heeft vervangen. Dit misverstand berust op een aantal Bijbelteksten die niet goed in hun conteit zijn gelezen. Laten we allereerst het volgende vaststellen:

“Zo zegt de HEERE, Die de zon tot een licht geeft overdag en de vaste orde van maan en sterren tot een licht in de nacht, Die de zee opzweept, zodat haar golven bruisen, HEERE van de legermachten is Zijn Naam. ‘Als deze verordeningen ooit zouden wijken van voor Mijn aangezicht,’ spreekt de HEERE, ‘dan zou ook het nageslacht van Israël ophouden een volk voor Mijn aangezicht tezijn, alle dagen!’ Zo zegt de HEERE: ‘Als de hemel hierboven ooit opgemeten zou kunnen worden en de fundamenten van de aarde beneden onderzocht zouden kunnen worden, dan zou ook Ik heel het nageslacht van Israël verwerpen, om alles wat zij gedaan hebben,’ spreekt de HEERE.” 745

Wát we dus ook zullen ontdekken, het zal de bovenste tekst, die regelrecht van de mond van God komt, níet tegen mogen spreken. We zullen een verzoenende aanpak moeten hebben, waarin geen enkele tekst een contradictie vormt met een andere. God is namelijk geen God van verwarring 746 en is gisteren, vandaag en morgen Dezelfde. 747

Een passage in Hosea die hierbij vraagtekens lijkt op te roepen, wordt dan ook bijna in één adem weer goedgemaakt. Alléén door dit vers helemaal los te weken van haar conteit, kan een vervangingsleer aan het publiek verkocht worden. Leest u met mij mee:

“En Hij zei: ‘Geef hem de naam Lo-Ammi, want u bent niet Mijn volk en Ík zal er voor u niet zijn.’ Toch zal het aantal Israëlieten zijn als het zand van de zee, dat niet gemeten en niet geteld kan worden. En het zal gebeuren dat in de plaats waar tegen hen gezegd is: U bent niet Mijn volk, tegen hen gezegd zal worden: Kinderen van de levende God. Dan zullen de Judeeërs bijeengebracht wordensamen met de Israëlieten. Zij zullen voor zich één Hoofd aanstellen en uit het land oprukken; want groot zal de dag van Jizreël zijn. Zeg tegen uw broeders: ‘Ammi,’ en tegen uw zusters: ‘Ruchama.’” 748

Ja, God zegt hier inderdaad dat Israël niet meer Zijn volk is. We kunnen deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid op diverse manieren oplossen. Één van de oplossingen is door te stellen dat God Zich op een antropomorfsche manier heeft bedacht, en dus een hyperbolische uitspraak doet om Zijn ongenoegen uit te drukken. Zo’n uitleg brengt echter verwarring en weinigklaarheid. Want hoe weten we dan objectief wanneer God iets letterlijk meent of wanneer Hij te sterk aangezette (hyperbolische) taal gebruikt om ons iets te vertellen Dat is niet echt een werkbare manier om de Bijbel te interpreteren.

Een andere manier om deze vermeende contradictie op te lossen, is simpelweg naar de conteit te kijken. Er is duidelijk een periode wanneer God níet meer hun God wil zijn en enkele verzen later een periode waarin dit wél weer zo is. Dit wordt ook bevestigd op diverse andere plekken in de Bijbel. In de brief aan de Romeinen 749 vertelt Paulus dat er verharding over een deel van Israël is gekomen.

745 Jeremia 31:35-37746 1 Korinthe 14:33747 Hebreeën 13:8748 Hosea 1:9-12749 Romeinen 9:25, 11:25-26

81

Page 84: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Drie hoofdstukken lang 750 legt Paulus uit dat het nog niet afgelopen is met het volk Israël. Het is belangrijk dat u deze drie hoofdstukken goed doorleest, achter elkaar, en probeert uw preteristische bril af te zetten. Alléén door te knippen in het hoofdstuk, komt u tot een verkeerde conclusie. Zo verhaalt het negende hoofdstuk deels over de wáre kinderen van Abraham. 751

Veel preteristen zullen hier maar al te graag lezen dat zíj de ware kinderen van Abraham zijn. Maar dat is niet wat dit vers probeert over te brengen, als wij het ingebed in haar conteit lezen. Paulus is hier juist meer specifek, in plaats van dat hij de kinderen van Abraham wil vervangen met iets compleet anders. Hij zoomt steeds verder in, door Ismaël af te serveren omdat hij niet de zoon van de belofte is. Door Esau af te serveren omdat God een voorkeur voor Jakob had. Er is een soort schifting. Van álle fysieke afstammelingen 752 van Abraham is er maar een klein deel waarmee God verder wil, dát is het punt dat Paulus hier wil maken. Dit blijkt uit de laatste verzen van dit hoofdstuk, waar Paulus tot de climai komt. 753 Er is áltijd een overblijfsel. Een restant. 754

Natuurlijk zijn veel preteristen er als de kippen bij om Paulus’ redenatie uit het begin van de Romeinenbrief te citeren, waarin hij iets soortgelijks lijkt uit te leggen. Ook hier gaat het over Abraham, maar dan specifek hoe hij zijn rechtvaardigheid heeft ontvangen. Men ziet hier een parallel met wat we hiervoor besproken hebben, en derhalve een mandaat voor een geestelijk Israël. De term “geestelijk Israël” wordt echter nergens in de Bijbel in één adem genoemd. Ook hier niet. Het is een inferentie die men maakt op grond van één passage, en die ook hier uit haar conteit los te weken.

In de eerste acht hoofdstukken adresseert Paulus namelijk wat zonde is, 755 hoe wij gered kunnen worden, 756 en wat heiliging inhoudt. 757 Omdat zonde, redding en heiliging voor zowel gelovige Joden als christenen hetzelfde is, 758 bleef er natuurlijk een belangrijke vraag over in de gedachten van de Jood. Hoe zit het dan met de rést van de Joden, die níet in Jezus geloven We springen dus van het algemene naar het specifeke. Van redding in het algemeen naar redding voor de Jood in nauwe zin. Dat is wat besproken wordt in de hoofdstukken negen tot en met elf. Ten slotte eindigt Paulus nog met enkele praktische zaken over hoe wij anderen van dienst kunnen zijn, maar de structuur van de brief is nu duidelijk. En daarmee de meta-conteit.

Als Paulus het dus heeft over het feit dat Abraham de vader is van velen, ook van de onbesnedenen, 759 dan zoomt hij hiermee specifek in op hoe wij als christenen geënt zijn op die edele olijfoom (Israël), dankzij Jezus, Die de Tak 760 is die ons draagt. Wij, die oorspronkelijk uit dewilde olijfoom (de heidenen) komen. Want in Hem zullen alle volken gezegend worden, legt Paulus ergens anders weer uit. 761 Het is dus niet zo dat de edele olijfoom vervangen wordt door

750 Romeinen 9-11751 Romeinen 9:6-8752 Romeinen 9:3-4 maakt het ábsoluut duidelijk dat het hier om fysieke Israëlieten gaan, van vlees en bloed.753 Romeinen 9:27754 Paragraaf 15T, p. 53, voetnoot 480.755 Romeinen 1:18-3:20756 Romeinen 3:21-5:21757 Romeinen 6-8758 Romeinen 3:9, 30, Handelingen 15:11759 Romeinen 4:11-17760 Jesaja 11:1, Jeremia 23:5, 33:15, Zacharia 3:8, 6:12761 Galaten 3:16

82

Page 85: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

een compleet nieuwe boom. Nee, er zijn enkele takken uitgerukt om plaats te maken voor ons, die gedragen worden door dé Tak, Jezus Christus. 762 Maar we blijven samen één boom.

Ten slotte lijken deze preteristen in de brief aan de Galaten nog enkele argumenten te vinden. Ook hier maakt Paulus gebruik van een zelfde zinspeling op Abraham. De conteit in deze brief is dat sommige mensen uit de gemeente van Galatië terug wilden naar de Joodse gebruiken, omdat zij dachten dat zij daarmee gerechtvaardigd zouden worden. 763 Paulus spreekt hen echter fel toe, en waarschuwt hen dat dit indruist tegen waarom Jezus is gekomen. Niemand wordt namelijk gered door werken van de wet, maar door geloof in genade. Om dit punt te illustreren, laat hij zien dat Abraham niet zozeer gered was omdat hij ook maar enig werk van de wet vervulde, maar omdat hij geloofde. 764

Dan is er nog een vers aan het einde van de brief aan de Galaten, waarin sommige aanhangers van de vervangingsleer nog een argument zien om hun these mee te kunnen onderbouwen.

“En allen die overeenkomstig deze regel wandelen: vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God.” 765

Zij zien echter één belangrijk woordje over het hoofd, dat ik vet heb gemaakt. Er worden dus twee groepen genoemd. Hén (zij die overeenkomstig deze regel wandelen) én het Israël van God (het overblijfsel dat wél in Jezus gelooft). Er staat dus nérgens in de Galatenbrief dat de kerk Israël vervangen heeft. Tot zo’n conclusie zou niemand uit zichzelf komen als hij de Bijbel voor heteerst las. Zo’n conclusie kan alleen volgen als u al een bepaalde bril op hebt en uw eigen visie op de tekst forceert. Ook hier zien we weer dat Abraham een voorbeeld is voor zowel de gelovige heidenen als de gelovige Joden. Onze genenpoel, ons vlees, onze stamboom is totaal niet van invloed op onze redding. Joden hebben wat dát aangaat geen eitra privileges.

Maar er bleef nog wel een belangrijke andere vraag over voor de Joden. “Hoe zit het nu met dat beloofde koninkrijk ” 766 In Handelingen 767 horen we Jakobus uitleggen dat de vervallen hut van David (het koningshuis, het koninkrijk dat beloofd was) weer opgebouwd zal worden voor het overblijfsel (de mensen die overgebleven zijn) én de heidenen over wie Jezus’ Naam is uitgeroepen, wanneer Jezus weer terug zal keren. Dit is dan ook wat we zien aan het einde van het boek Openbaring, vlak na de wederkomst. 768 Ik hoop dat u nu met mij inziet dat er niet zoiets bestaat als een geestelijk Israël, maar alleen een fysiek Israël. En ja, wij zijn dan als “kinderen van Abraham” geënt in de edele olijfoom, dankzij de Tak, Jezus Christus, maar hebben op geen enkele manier Israël vervangen. Israël zal áltijd een fysiek volk blijven. 769

762 Romeinen 11:13-32763 Galaten 2:15-21764 Galaten 3:6-9765 Galaten 6:16766 Handelingen 1:6-7 illustreert heel goed dat deze vraag leefde, ook al wordt die vraag in Handelingen 15 niet letterlijk gesteld.

Jakobus anticipeert echter op deze vraag en benoemt dit toch heel duidelijk, om alle misverstanden te voorkomen. 767 Handelingen 15:11-17768 Openbaring 20:1-9 vertelt over dit koninkrijk, waarbij Jezus vanuit Jeruzalem, de geliefde stad, zal regeren met de Zijnen.769 Jeremia 31:35-37, Romeinen 9:3-4, 11:29-32

83

Page 86: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

27. De landbouwers

“Luister naar een andere gelijkenis. Er was iemand, een heer des huizes, die een wijngaard plantte. Hij zette er een omheining omheen, groef er een wijnpersbak in uit en bouwde een toren. En hij verhuurde hem aan landbouwers en ging naar het buitenland. Toen de tijd van de vruchten naderde, stuurde hij zijn dienaren naar de landbouwers om zijn vruchten te ontvangen. En de landbouwers namen zijn dienaren, sloegen de één, doodden een ander, en stenigden een derde. Nogmaals stuurdehij andere dienaren, meer in aantal dan de eerste, en zij deden met hen hetzelfde. Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe en zei: Voor mijn zoon zullen zij ontzag hebben. Maar toen de landbouwers de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden. Toen ze hem gegrepen hadden, wierpen zij hem buiten de wijngaard en doodden hem. Wanneer dan de heer van de wijngaard komen zal, wat zal hij met die landbouwers doen? Zij zeiden tegen Hem: Hij zal die kwaaddoeners een kwade dood doen sterven en zal de wijngaard aan andere landbouwers verhuren, die hem de vruchten op hun tijd zullen geven. Jezus zei tegen hen: Hebt u nooit gelezen in de Schriften: De steen die de bouwers verworpen hadden, die is toteen hoeksteen geworden; dit is door de Heere geschied, en het is wonderlijk in onze ogen? Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt. En wie op deze steen valt, zal verpletterd worden; en op wie hij valt, die zal hij vermorzelen. En toen de overpriesters en Farizeeën deze gelijkenissen van Hem hoorden, begrepen zij dat Hij over hen sprak. En zij probeerden Hem te grijpen, maar zij waren bevreesd voor de menigten, omdat die Hem voor een profeet hielden.” 770

De gelijkenis die Jezus hier vertelt, volgt kort na de afwijzing van Zijn koningschap, bij de intocht in Jeruzalem, eerder dit hoofdstuk. Dit is een deel van Zijn antwoord op de kritiek van de farizeeërs. De gelijkenis van deze landbouwers in de wijngaard doet sterk denken aan een gelijkenis die we vinden in Jesaja. 771 De farizeeërs en schriftgeleerden kenden die tekst maar al te goed. De wijngaard hier representeert overduidelijk Israël. De heer van deze wijngaard is natuurlijk de Heere God. De dienaren zijn de profeten en de landbouwers, die in deze wijngaard werkten en de dienaren doodden, 772 de farizeeën. 773 De zoon in de gelijkenis is natuurlijk Jezus, 774 Die diezelfde week nog zal worden vermoord. Het is dus een profetische gelijkenis waaruit we veel informatie kunnen halen.

Jezus besluit de gelijkenis met de woorden dat het koninkrijk wéggegeven zal worden aan een ander volk. We spraken hier al over in paragraaf 15. Het Griekse woord dat hier gebruikt wordtis ethnos. 775 We kennen het etymologische verwante woord etniciteit in het Nederlands ook, wat heel duidelijk een fysieke, etnische connotatie met zich meedraagt. Merk op dat het in het enkelvoud staat. Een volk. Niet de volken. De kerk wordt in het Nieuwe Testament nóóít een ethnos genoemd. 776 We zijn het lichaam van Christus, de bruid van Christus, kinderen, noem maar

770 Mattheüs 21:33-46771 Jesaja 5772 Zacharia is bijvoorbeeld gedood door de “farizeeën” tussen de tempel en het altaar, vertelt Mattheüs 23:35. De overlevering

vertelt dat de profeet Jesaja in tweeën is gezaagd, waaraan gerefereerd wordt in Hebreeën 11:37. De farizeeën moet hier in ruimere zin opgevat worden als het “verdorven geslacht” dat in elke generatie Joden present is, vertelt ook Deuteronomium 32:5 en ook vers 20. Dit hoofdstuk is een profetie over de toekomstige generaties Joden die de HEER ontrouw zullen zijn.

773 Het feit dat zij in vers 45 aangeven te begrijpen dat Hij over hén (de farizeeën) sprak, zegt al genoeg.774 Hebreeën 1:2 vertelt dat Jezus dé Erfgenaam is van alle dingen, en wij mogen daarin delen als wij mét Hem lijden, vertelt Rom.

8:17. Zie ook 2 Tim. 2:11-12775 Blue Letter Bible, ethnos776 Wanneer Paulus in Romeinen 9:25 spreekt over “het volk dat niet Zijn volk” was, refereert hij naar de bekende profetie uit

Hosea 1:9-11, waar God inderdaad aan Israël vertelt dat zij niet Zijn volk is. Een vers later wordt echter duidelijk dat zij in later tijd wél weer Zijn volk zal zijn. Hoe kan dat? Dat heeft te maken met het overblijfsel, zoals we al eerder bespraken. Paulus

84

Page 87: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

op. Maar nooit worden wij een volk genoemd. 777 Het volk dat hier genoemd wordt, is overduidelijk Israël, maar dan een toekomstige generatie ervan, het overblijfsel, die de vruchten zal voortbrengen. 778

vertelt dat dan ook in vers 27 van Romeinen 11, in een overduidelijke context van een fysiek volk van Israël. In vers 1 van dat hoofdstuk maakt hij nog eens extra duidelijk dat het om fysieke bloedverwanten gaat. Duidelijker kan bijna niet. In hoofdstuk 10vertelt Paulus in vers 19 juist dat de kerk géén volk, géén ethnos is.

777 Zie ook paragraaf 15T, p. 51-53, waarin duidelijk wordt dat 1 Petrus 2:9 duidelijk over het volk Israël gaat en niet over ons christenen.

778 Parallelpassages zijn Zacharia 12:10-14, maar ook uit passages in Jesaja 65, 66, Ezechiël 40-48 en Zacharia 14 blijkt dat een toekomstige generatie Israëlieten (het overblijfsel) Jezus zal accepteren als haar Verlosser en dat toekomstige koninkrijk in zal gaan, om daar de vruchten voort te brengen (Jesaja 65:21, Ez. 47:12).

85

Page 88: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

28. De bruiloft

“Toen de koning dat hoorde, werd hij boos. En hij stuurde zijn legers, bracht die moordenaars om en stak hun stad in brand. Toen zei hij tegen zijn dienaren: De bruiloft is wel bereid, maar de genodigden waren het niet waard. Ga daarom naar de kruispunten van de landwegen en nodig er voor de bruiloftzovelen uit als u er maar zult vinden.” 779

Wanneer we de gelijkenis van het bruiloftsmaal volgen, wordt ook de volgorde heel goed duidelijk. Dit is misschien wel een van de helderste gelijkenissen waarmee het preterisme weerlegd kan worden. Lees de passage voor uzelf eens door en merk op:

1. De Koning had een bruiloft bereid voor Zijn zoon 780

2. De slaven worden eropuit gestuurd om de genodigden te roepen 781

3. De slaven worden gedood 782

4. De stad wordt in brand gestoken 783

5. Dán pas worden de goede en slechte mensen uitgenodigd 784

6. Dáárna is pas het bruiloftsmaal 785

7. En ten slotte zien we iets van oordeel 786

Waar de preteristen de bruiloft dus onmiddellijk ná verbranding van Jeruzalem plaatsen, 787

moeten we hier vanuit Jezus’ eigen woorden vaststellen dat dat helemaal geen valide uitleg is. Het uitnodigen van de goede en slechte mensen vindt pas plaats ná het in brand steken van de stad en bovendien zorgt dit in elk geval voor een fink intermezzo. Die landwegen 788 moeten immers nog bereikt worden, de mensen nog uitgenodigd worden en bovendien moeten zij ook nog op die uitnodiging ingaan of niet. Aangezien de wereld een stuk groter is dan Israël, kost dat wel even tijd. Was Paulus al bij de Zapoteken of de Maya’s geweest bijvoorbeeld Ook moet de zaal nog gevuld worden. 789 Pas als die zaal vol is, zal de Koning naar binnen gaan om de gasten te overzien. 790

779 Mattheüs 22:7-10780 Mattheüs 22:2781 Mattheüs 22:3. De slaven hier zijn de apostelen, zeker wanneer we vers 6 lezen. Ze worden smadelijk behandeld en gedood. De

genodigden zijn degenen voor wie het feest bestemd is. Israël is het uitverkoren volk van God. Zíj zijn die genodigden. Zie bijv. Deuteronomium 7:9, Psalm 135:4, Jesaja 41:8-9, 43:10, 44:1-2, 45:4 of Amos 3:2. Paulus bevestigt in Romeinen 11:26-32 dat zijvanwege de uitverkiezing nog steeds geliefd zijn, zelfs nu zij ongehoorzaam zijn.

782 Mattheüs 22:6. Nogmaals, de slaven zijn overduidelijk de apostelen. Het Griekse woord hier is dan ook doulos, wat we diverse apostelen dan ook zeer regelmatig zien gebruiken in het Nieuwe Testament. Zie bijv. Rom. 1:1, Gal. 1:10, Fil. 1:1, Titus 1:1, Jak.1:1, 2 Petr. 1:1, Judas 1:1 en Openb. 1:1 waar alle apostelen zichzelf telkens zo introduceren.

783 Deze stad is natuurlijk niets anders dan Jeruzalem. Jezus is op dat moment in Jeruzalem, in Zijn laatste week voor de kruisiging, en was in het vorige hoofdstuk juist verworpen door het Joodse leiderschap (Matth. 21:15-16 loopt parallel met Lukas 19:39-44, waar die implicatie veel duidelijker is). Het lijdt derhalve geen twijfel dat Hij hier dus zinspeelt op de stad Jeruzalem, die de Farizeeën zo dierbaar is.

784 Mattheüs 22:8-10785 Mattheüs 22:11-12786 Mattheüs 22:13-14787 Preteristen zoals Anne Salomons menen dat de bruiloft onmiddelijk ná het oordeel over Jeruzalem volgt, wat hij overigens als

Babylon beschouwt in dit artikel. Dat is echter niet consequent ten opzichte van deze parabel, waar duidelijk is dat er nog een substantiële periode tussen het verbranden van Jeruzalem en de bruiloft moet komen, waarin de andere mensen uitgenodigd moeten worden.

788 Mattheüs 22:9. De landwegen hier zijn een symbool voor de buitengebieden, ofwel: de andere landen.789 Mattheüs 22:10. Wanneer christenen sterven, komen zij op een plek die gevuld is met anderen die ook wachten om opgewekt te

worden (Lukas 16:22-31, Handelingen 2:25-27)790 Mattheüs 22:11. Zie ook Romeinen 11:25-26, waar duidelijk wordt dat héél fysiek Israël pas zalig zal worden nádat de volheid

van de heidenen (de mensen van de landwegen dus) zijn binnengegaan. Dat zal pas gebeuren na de opname, als Israël door een benauwde periode heen zal moeten (Jeremia 30:7) en uiteindelijk zal moeten erkennen dat zij hun Messias hebben doorstoken (Zacharia 12:10-14) als zij Hem zullen zien verschijnen op de wolken (Matth. 24:30, Openb. 1:7, 19:11).

86

Page 89: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Hoofdstuk V: Zeven maal geschiedvervalsing

29. Pella versus Bozra

“Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! - laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen.” 791

Preteristen hebben hun geschiedenis ook vaak niet op orde. Zij denken vaak in termen van ‘ongeveer’ en zijn allesbehalve precies. Op zo’n manier is het natuurlijk makkelijk om de feiten een bepaalde kant op te draaien en zo lijkt het net alsof het waar is wat zij beweren. Vluchten naarde bergen in het hedendaagse Jordanië, is inderdaad wat gebeurde in die eerste eeuw na Christus.De preteristen besefen echter niet dat de Joden rond 70 AD naar een heel specifeke plek vluchtten in het huidige Jordanië, en niet naar de plek waarover we in andere eschatologische Bijbelteksten lezen.

Epiphanius vertelt in zijn verhandelingen tegen 80 sektes, dat de Joodse christenen rond 68 AD naar Pella vluchtten, wat in het noorden van het huidige Jordanië ligt. 792 Ook Eusebius bevestigt dit. 793 Wanneer we de Bijbel er echter naast leggen, en kijken waarheen de Joden zullen vluchten in het einde van de tijd, ontstaat er een ander plaatje. We zien daar namelijk dat de Joden naar een plaats zullen vluchten die Bozra heet, en ruim 200 kilometer zuidelijker ligt dan Pella. Bozra werd ook wel Petra genoemd, wat velen van u veel bekender in de oren zal klinken vanwege de prachtig uitgehouwen rotsen aldaar. Laten we eens lezen wat de Bijbel hierover zegt:

“Ik zal u, Jakob, zeker verzamelen, geheel en al. Ik zal het overblijfsel van Israël zeker bijeenbrengen. Ik zal het samenbrengen als schapen van Bozra, als een kudde midden in zijn weide. Het zal er gonzen van de mensen. De Doorbreker trekt vóór hen op. Zij zullen doorbreken, door de poort trekkenen daardoor naar buiten gaan. Hun Koning gaat vóór hen uit, de HEERE gaat aan de spits.” 794

We zien dat de HEER niet alleen Zijn volk beschermt in die schaapskooi, maar dat Hij ook wraak uitoefent op degenen die proberen de Zijnen te doden.

“Wie is Deze Die uit Edom komt, in helrode kleding uit Bozra, Die luisterrijk is in Zijn gewaad, Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die spreek in gerechtigheid, Die machtig ben om te verlossen. Waarom is dat rood aan Uw gewaad, en is Uw kleding als die van iemand die de wijnpers treedt? Ik heb de pers alleen getreden; er was niemand uit de volken met Mij. Ik heb hen vertreden in Mijn toorn, hen vertrapt in Mijn grimmigheid. Hun bloed is op Mijn kleding gespat, heel Mijn gewaad heb Ik besmet. Want de dag van de wraak was in Mijn hart, het jaar van Mijn verlosten was gekomen. Ik keek rond, maar er was niemand die hielp; Ik ontzette Mij, want er was niemand die ondersteunde. Daarom heeft Mijn arm Mij heil verschaft, en Mijn grimmigheid, die heeft Mij ondersteund. Ik heb de volken vertrapt in Mijn toorn, Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn grimmigheid, Ik heb hun bloed ter aarde doen neerdalen.” 795

791 Mattheüs 24:15-16, HSV792 Epiphanius, Verhandelingen tegen 80 sektes, deel 29, hoofdstuk 7:7-8793 Eusebius, Geschiedenis van de kerk, boek 3, hoofdstuk 5:3794 Micha 2:12-13, HSV795 Jesaja 63:1-6

87

Page 90: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Diverse parallelteksten hierover vinden we in Openbaring. De eerste tekst die we samen bekijken, bevat een aantal zeer specifeke details die we ook al in de andere teksten zagen. Let op de dikgedrukte woorden.

“En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. En Zijn ogen waren als een vuurvlam en op Zijn hoofd waren vele diademen. Hij had een Naam, die opgeschreven was, en die niemand kent dan Hijzelf. En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed, en Zijn Naam luidt: Het Woord van God. En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fjn linnen, wit en smetteloos. En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenvolken zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. En Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God. Er stond op Zijn bovenkleed en op Zijn dij deze Naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren.” 796

We kunnen nu dus al concluderen dat Jesaja, Micha en Johannes over hetzelfde spreken. Erkomt een moment in de nabije toekomst waar het overblijfsel van Israël naar Bozra zal vluchten om gered te worden van de volken die hen naar het leven staan. Jezus Zélf zal dit doen. We kunnen dit simpelweg niet als reeds vervuld beschouwen, omdat de christelijke Joden destijds naar Pella vluchtte, ruim 200 kilometer ten noorden van Petra, ofwel Bozra. Te zeggen dat dit hetzelfde is, is net zoiets als te zeggen dat Zwolle en Maastricht hetzelfde zijn. Ook denk ik niet dat God slecht was in topografe. Het woord van God lijkt mij betrouwbaarder dan het woord van een preterist. De Bijbel vertelt nog veel meer over Bozra en het plan dat God heeft met de Joden die daarheen zullen vluchten, naar de bergen in de woestijn. 797

30. Caligula versus Het Beest

Sommige preteristen zullen u vertellen dat keizer Caligula een beeld van Zeus liet maken, met zijneigen gezicht erop, 798 en dat in het heilige der heiligen van de Joodse tempel wilde plaatsen. Dit zou dan de vervulling van een passage uit de tweede brief aan Thessaloniki 799 moeten zijn of de gruwel op de heilige plaats waar Daniël over spreekt. 800 Met die uitleg zijn echter een aantal serieuze problemen.

Allereerst stierf Caligula in 41 AD, wat dus 29 jaar vóór de vernietiging van de tempel was. Het wordt op die manier wel lastig om alle feiten passend te maken. De tweede brief aan de Thessalonicenzen werd immers 11 jaar later 801 geschreven en Paulus waarschuwde hierin juist dat zij niet moesten denken dat de dag van Christus al begonnen was, omdat de ‘zoon van het verderf’ of populair gezegd ‘de antichrist’ nog niet geopenbaard was. 802 Het kon Caligula dus niet zijn.

Ten tweede zou die gruwel ergens op een specifek moment in de jaarweken-profetie van Daniël 803 moeten passen. Ik ben nog geen enkele berekening tegengekomen waar het jaar 41 relevant was. De typische redeneringen van preteristen is dat de jaren 26 t/m 35 AD relevant zijn

796 Openbaring 19:11-16, HSV797 Openbaring 12:6-16, 14:18-20, Jesaja 34:1-17 (let met name op vers 6), Jeremia 49:7-22 (let op vers 13 en 22), Amos 1:12798 Encyclopedia Britannica, Caligula799 2 Thessalonicenzen 2:3-4800 Mattheüs 24:15801 Encyclopedia Britannica, Letters of Paul to the Thessalonians802 2 Thessalonicenzen 2:2-3803 Daniël 9:27

88

Page 91: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

met betrekking tot de vervulling van de 69e jaarweek. Wanneer we hier 3,5 jaar 804 bij op tellen, komen we op zijn hoogst uit in het jaar 38,5. Dit is anderhalf jaar te vroeg voor het edict waarmee Caligula überhaupt zijn plannen aankondigde voor het beeld. Die aankondiging kwam pas in het jaar 40 AD. 805 Wanneer preteristen die anderhalf jaar willen compenseren door de bediening van Jezus verder uit te smeren, wordt Zijn bediening wel héél lang. Jezus werd gekruisigd toen Pilatusnog gouverneur was van Judea, dus dat kan sowieso nooit ná het jaar 36 meer zijn, toen Pilatus stierf. 806 Wanneer we dáár 3,5 jaar bij optellen, zouden we met een beetje creativiteit tot het jaar 40 kunnen komen, maar dat betekent wel dat Jezus’ bediening bijna 10 jaar heeft geduurd, wat wel eitreem onwaarschijnlijk is aangezien de meeste geleerden uitgaan van ongeveer 3 jaar. 807 Dr. Floyd Nolen Jones laat in zijn zeer uitvoerige werk Chronologie van het Oude Testament zien dat we de kruisiging zelfs niet eens verder dan het jaar 33 AD kunnen trekken. 808

Maar zelfs als we van de zeer onwaarschijnlijke situatie uit zouden gaan dat Jezus’ bediening in het jaar 36 stopte, zouden we nog steeds geen vervulling van de genoemde Bijbelteksten zien. Het beeld is er immers nooit gekomen. Caligula stierf voordat het beeld neer werd gezet en zo liep alles met een sisser af. 809 Er rest ons dus nog steeds een vervulling van deze profetieën uit de tweede brief aan de Thessalonicenzen 810 en het evangelie van Mattheüs. 811

31. Tien verloren stammen

Er heerst onder een aantal preteristen het idee dat wij christenen in feite deel zijn van de zogenaamde ‘verloren’ 10 stammen van het volk Israël. In 721 / 722 vóór Christus werden deze 10 stammen weggevoerd door de Assyriërs en geassimileerd tussen de diverse bevolkingsgroepen inde regio. Hoewel er verschillende claims gedaan zijn, is er geen hard bewijs dat hedendaagse groepen mensen daadwerkelijk van die tien “verloren stammen” afstammen. 812

Buiten dat zegt de Bijbel toch ook nog genoeg over deze zogenaamde “verloren tien stammen”. Het is bijvoorbeeld níet zo dat die 10 stammen compleet verloren zijn gegaan. Er was veel migratie over en weer. De Bijbel vertelt duidelijk dat er actieve acquisitie was om mensen uit de noordelijke 10 stammen naar het zuidelijke tweestammenrijk te halen. Hier werd dan ook goednaar geluisterd. 813 Die mensen kwamen tijdens de Judese ballingschap ook gewoon weer mee terug naar het land. Zo lezen we in Lukas dat de profetes Anna uit de noordelijke stam Aser kwam. 814

Ook is het niet zo dat al deze 10 stammen assimileerden met de naburige culturen, zoals de Samaritanen deden. 815 Er werd neergekeken op die geassimileerde Israëlieten, en zij werden dan ook niet als volwaardig aangezien. Tóch waren er stammen die niet in het land woonden en

804 Daniël 9:27 spreekt over een schending van het verbond op de helft van die laatste jaarweek. Dit getal van 3,5 jaar zien we ook telkens terugkomen in het boek Openbaring. Bijvoorbeeld in hoofdstuk 11:2-3, 12:6-14 en 13:5.

805 Encyclopedia Britannica, Caligula806 Encyclopedia Britannica, Pontius Pilate807 Johannes beschrijft in zijn evangelie drie paasfeesten waar Jezus aanwezig is, vanaf de start van Zijn bediening. De algehele

consensus is dat hier daarom drie jaren beschreven worden, waarna Hij werd gekruisigd. Zie Joh. 2:13, 6:4 en 11:55. 808 Jones, F.N., Chronologie van het Oude Testament, p. 219. 809 Gibson, J.J., Tussen Jeruzalem en Antiochië, p. 168810 2 Thessalonicenzen 2:3-8811 Mattheüs 24:15-21812 Encyclopedia Britannica, The Ten Lost Tribes of Israel813 2 Kronieken 11:16-17, 19:4, 30:1-11814 Lukas 2:36815 Encyclopedia Britannica, Samaritan

89

Page 92: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

die waren ook gewoon bekend bij het volk. Jakobus schrijft dan ook niet voor niets aan de twaalf stammen van Israël. 816 Als die stammen niet wisten wie zij waren, hoe hadden ze dan moeten herkennen dat Jakobus’ brief voor hén bedoeld was Dat is hetzelfde als dat wij een brief op onze deurmat zouden krijgen waarop staat: “Aan alle afstammelingen van Xolo”. U zou zich toch afvragen of die brief wel goed bezorgd is. Barnabas was bijvoorbeeld zo’n Leviet, die in Cyprus woonde. 817

Daarnaast zien we dat de term “Jood” en “Israëliet” door elkaar heen gebruikt wordt nadat de stammen weer in het land zijn, in het Nieuwe Testament, maar ook in het Oude. Ezra noemt deterugkerende mensen bijvoorbeeld 8 keer Joden, en 40 keer Israëlieten. Hij spreekt dan ook over ‘geheel Israël’. 818 Nehemia gebruikt de term ‘Jood’ 11 keer en ‘Israël’ 22 maal. Ook Nehemia verteltdat Israël terug in het land is. Maleachi geeft aan dat het overblijfsel terug is gekeerd als Israël.819 Paulus geeft aan dat hij niet alleen een Israëliet is, maar ook iemand van de stam Benjamin. 820 Op de eerste Pinksterdag zien we dat de mannen aldaar als Judea worden aangesproken, 821 maar enkele verzen later als de mannen van Israël. 822 Later heeft Petrus het echter over het gehele huis van Israël. 823

Dit soort argumentatie dat wij christenen dus eigenlijk samen de “verloren tien stammen” zijn, is dus gebaseerd op ongefundeerde claims en bovendien aantoonbaar onwaar. Het is één vande vele vormen van vervangingsleer die dominant is in deze kringen. Juda én Israël zouden namelijk als één terugkeren in het land, vertelt Ezechiël. 824 Die profetie kwam uit in 1948. Mensendie willen beweren dat dit nepjoden zijn, begeven zich op gevaarlijk glad ijs.

32. De diaspora in de nieuwe wereld

Preteristen zoals Anne Salomons beweren dat alle verstrooide stammen in 70 AD al over de hele wereld verspreid waren. Zoals we hebben gezien is dat een totaal ongefundeerde claim. Salomons stelt dat het evangelie aan alle verloren schapen van het huis van Israël is gepredikt, op grond van een tekst uit Mattheüs, 825 en dat dit evangelie ook de wereld is rondgegaan, op grond van een tekst uit Romeinen. 826 827

Hij legt hier echter een valse conclusie, die wel héél kort door de bocht is, en bovendien geen rekening houdt met alle andere teksten die we zojuist hebben doorlopen. Allereerst haalt hij twee evangeliën door elkaar. Het evangelie van het koninkrijk, dat alléén voor de Joden en Israëlieten was bedoeld, zoals de tekst die hij aanhaalt al aangeeft. En het evangelie dat Paulus predikt, wat beschreven wordt in de eerste Korinthebrief. 828

816 Jakobus 1:1817 Handelingen 4:36818 Ezra 2:70, 3:11, 8:35, 10:25, etc.819 Maleachi 1:1820 Romeinen 9:3-4, 11:1, Filippenzen 3:5821 Handelingen 2:14822 Handelingen 2:22823 Handelingen 2:36824 Ezechiël 37:16-17, 21-22. Merk op dat de beenderen éérst samenkomen, dan de pezen (de kracht) over het land komt en pas als

állerlaatst de Geest over het volk (vers 8). Op dit moment is die Geest nog niet in Israël, maar dat zal niet lang meer duren (vers 14). Zij zullen op Hem zien, die zij doorstoken hebben, rouwen en geloven (Zach. 12:10-14, Openb. 1:7).

825 Mattheüs 10:5-7826 Romeinen 10:18827 Preterisme.nl, De Diaspora828 1 Korinthe 15:1-4

90

Page 93: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Hoe kan iemand in de tijd waarin Jezus door Galilea loopt en het evangelie van het koninkrijk predikt, immers geloven in dat evangelie van Paulus, wat duidelijk spreekt over de dood, begrafenis en opstanding van Jezus Christus was immers nog niet gedood, begraven en opgestaan! Ook de conteit geeft aan dat dit evangelie heel anders is. Het gaat over genezen van de zieken, melaatsen, laten opstaan van doden en uitwerpen van duivelen. 829

Zoals we al in eerdere hoofdstukken hebben gelezen, betekent het Griekse woord evangelion primair goed nieuws. Dit kan betrekking hebben op meerdere zaken, dus we zullen goed de conteit moeten bestuderen. Jezus zei dat het evangelie van het koninkrijk juist níet buiten de grenzen van Israël gepredikt moest worden, in de aangehaalde verzen. De tekst uit Romeinen die Salomons aanhaalt, is echter een citaat uit de Psalmen. 830 Wanneer we dus Salomons’ argumentatie volgen, zou het evangelie van Paulus dus al de hele wereld overgegaan moeten zijn in de tijd van David. Dat is natuurlijk nonsens. Het woord evangelie hier moet bezien worden in haar conteit. Paulus spreekt hier over het geluid dat uitgaat over de hele wereld. Aan het begin van de Romeinenbrief vertelt Paulus hoe dat werkt. Iedereen kan immers weten dat er een God is, en niemand is daarom dus te verontschuldigen. 831 Dát is wat Paulus hier probeert overte brengen, dat de Joden niet te verontschuldigen zijn. Niet alleen vanwege het feit dat zij God kunnen kennen door de pracht van de schepping van de hemelen en aarde, maar ook nog eens doordat zij zo bevoorrecht zijn door de wet van Mozes 832 en de profeten. 833 Dát is de conteit van dit vers. Dit is dus weer een schoolvoorbeeld van eisegese, iets wat in de tekst gelegd wordt maar er eigenlijk helemaal niet staat. Wanneer wij eiegese toepassen, zien we dat Paulus iets héél anders communiceert.

Ook is het wel zó onwaarschijnlijk dat het evangelie al over de ganse wereld is gepredikt, dat we dat wel naar de prullenbak kunnen verwijzen. Het is allereerst een ongefundeerde claim enbovendien is het ondenkbaar dat er contact was met bijvoorbeeld de nieuwe wereld in de Amerika’s en Australië. Nergens in de geschiedenis zien we dat de Aboriginals, Maya’s of Zapoteken van het evangelie hadden gehoord.

33. Het 1000-jarig rijk tot 1071

Salomons gelooft niet in een létterlijk koninkrijk dat 1000 jaren duurt, zoals beschreven in het boek Openbaring, 834 maar ziet dit als iets wat meer symbolisch bezien moet worden. Hij haalt hierbij bijvoorbeeld een tekst aan uit Deuteronomium 835 en ook uit 1 Kronieken. 836

Ja, de Bijbel gebruikt stijlfguren 837 en gezien de conteit hier is het inderdaad goed mogelijk dat het getal 1000 hier een overdrijving aangeeft. Hier is echter lang niet altijd sprake van. In de meeste gevallen wordt het getal 1000, in het Hebreeuws elef, namelijk gewoon gebruiktom letterlijk een duizendtal aan te geven. 838 We zullen dus de conteit moeten bestuderen om te zien of er hier sprake is van zo’n overdrijving.

829 Mattheüs 10:8830 Psalm 19:1-5831 Romeinen 1:18-21832 Romeinen 10:19833 Romeinen 10:20834 Openbaring 20:1-6835 Deuteronomium 7:9836 1 Kronieken 16:15837 Hosea 12:10-11838 Blue Letter Bible, elef

91

Page 94: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Aangezien de conteit van dit hoofdstuk uit Openbaring 839 het getal 1000 maar liefst zes maal noemt, lijkt het er juist meer op dat Johannes juist maar blijft hameren op de letterlijkheid ervan. Nérgens wordt vermeld dat dit eeuwig duurt of juist veel korter. In de laatste hoofdstukken zullen we ook zien dat de tijdgenoten van Johannes geloofden in een letterlijk koninkrijk van 1000 jaren, terwijl zij nota bene ná het jaar 70 AD schreven.

Andere preteristen zoals Daniel Morais 840 geloven wél dat we het 1000-jarige rijk létterlijk moeten nemen. Volgens hem startte dit millennium meteen na het jaar 70 AD en eindigde dit in 1070. Ook moet het personage Gog dan in het jaar 1071 AD geplaatst worden. De Seltsjoeken 841 (een Turks-Perzisch rijk) moeten hierbij Gog en Magog voorstellen, en veroverden Jeruzalem op de Fatimiden. Het probleem met deze uitleg is echter dat zij dit rijk dus níet veroverden op de christenen, aangezien de Fatimiden islamieten waren die het overigens ook weer hadden veroverd op een ander, concurrerend kalifaat. 842

Wanneer we namelijk zijn gedachtegang volgen, zou het lichaam van Christus 1000 jaren hebben geregeerd vanuit Jeruzalem, middels het Romeinse rijk. Dat is echter aantoonbaar onwaar. Het oostelijke deel van het Roomse rijk, Byzantium, was aan het einde van het eerste millennium namelijk al fink op zijn retour. 843 Morais geeft zelf aan dat hij gelooft dat Antiochië 1000 jaar lang hét centrum was van het christendom sinds de eerste kerken werden gesticht, maar ook dat is niet waar. Het was inderdaad lang relatief rustig en in bezit van het Roomse rijk, maar dat veranderde in de 6e en 7e eeuw, toen de Perzen het veroverden. Het werd onderdeel van het Arabische kalifaat in 637 en werd pas heroverd door de Byzantijnen in 969. Pas in 1084, en dusniet in 1071, werd het veroverd door de Seltsjoeken. 844 Morais houdt een lang en imposant betoog, maar desondanks zien we dus dat ook hij het dus net zoals de typische preterist, niet zo nauw neemt met de feiten en die naar zijn eigen hand probeert te zetten. We kunnen immers niet zeggen dat er 1000 jaren van totale vrede waren. Ook kunnen we niet zeggen dat het lichaam van Christus, volgens hem het Romeinse rijk, het er al die tijd voor het zeggen had. Dit stemt niet overeen met wat we lezen in de rest het boek Openbaring. 845 Ook stemt het niet overeen met watwe al eerder vaststelden omtrent het zogenaamde millennium. Één hoofdstuk eerder in Openbaring 846 zien we immers dat er een scherp zwaard uit Zijn mond komt en dat Hij een ijzerenroede heeft waarmee Hij de heidenen zal slaan. Pas later in dat hoofdstuk zien we dat het beest, ofwel de antichrist, wordt gegrepen, net als de valse profeet, en in de poel des vuurs gegooid. 847 In het hoofdstuk erna zien we dat Satan dan wel vastgebonden wordt voor 1000 jaren, maar dat hij daarná ook in die poel van vuur gegooid wordt, waarvan de Bijbel specifek noemt dat het beest en de valse profeet er al in zitten! 848 Deze twee hoofdstukken zijn dus chronologisch en beschrijven niet hetzelfde, zoals sommige preteristen willen beweren. Ook Jesaja 849 spreekt over een roede die uit Jezus’ mond komt, maar tegelijk over een periode waar volledige rechtvaardigheid en vrede is. Waar de wolf weer naast het lam zal liggen en een kind een leeuw enkalf samen zal laten grazen. Dit is duidelijk niet het geval nu, laat staan in de periode tot 1071.

839 Openbaring 20:1-6840 Revelation Revolution, Revelation 20: A Preterist Commentary841 Encyclopedia Britannica, Seljuq842 Encyclopedia Britannica, Palestine: The Fatimid Dynasty843 Encyclopedia Britannica, Byzantine Empire: Estrangement From the West844 Encyclopedia Britannica, Antioch845 Openbaring 11:15846 Openbaring 19:15847 Openbaring 19:20848 Openbaring 20:2-3, 10849 Jesaja 11:1-9 beschrijft hoe het millennium zal aanvangen. De ijzeren roede staat symbool voor volledige rechtvaardigheid.

92

Page 95: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

34. De eerste liefde van Efeze

De typische preterist zal het boek Openbaring een vroege datering willen geven. We zullen hier in de hoofdstukken hierna veel verder op ingaan, maar één van de zaken die zij hiervoor zullen moeten negeren, is de informatie die we vinden in het boek Openbaring zelf. Neem nu de volgende tekst:

“Schrijf aan de engel van de gemeente in Efeze: Dit zegt Hij Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die te midden van de zeven gouden kandelaren wandelt: Ik ken uw werken, uw inspanning en uw volharding, en weet dat u slechte mensen niet kunt verdragen, en dat u hen op de proef hebt gesteld die van zichzelf zeggen dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn, en dat u hebt ontdekt dat zij leugenaars zijn. En u hebt moeilijkheden verdragen, en volharding getoond. Om Mijn Naam hebt u zich ingespannen en u bent niet moe geworden. Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten. Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert. Maar dit hebt u vóór, dat u de werken van de Nikolaïeten haat, die ook Ik haat. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.” 850

Een opvallend kenmerk van deze gemeente is dat zij haar eerste liefde is kwijtgeraakt. Volgens de uitleg van de preteristen, moeten we deze brief dus vóór het jaar 70 AD plaatsen. Dat brengt echter een aantal problemen met zich mee. Paulus komt in 54 AD 851 in de stad Efeze aan, waar hij hen in Handelingen 19 de eerste principes leert. Ze wisten immers nog niet eens dat er een Heilige Geest was waarmee ze gedoopt konden worden. Daar verblijft hij drie jaar 852 en gaat in 57 AD weer terug naar Jeruzalem omdat hij daar op Pinksteren aanwezig wilde zijn. 853

In 64 AD 854 schrijft Paulus vanuit de gevangenis in Rome een brief naar deze gemeente en prijst hen nota bene om hun liefde voor al de heiligen. 855 Te zeggen dat Johannes dus een brief schreef vóór 70 AD, waarin we de lezers van de 7 gemeenten in het huidige Turkije nog zeker de tijd moeten geven om dit alles te lezen, dan moeten we deze toch op zijn minst in 69 AD plaatsen.Aangezien veel preteristen geloven dat de “grote verdrukking” al 3,5 jaar eerder begon, moeten we de start van die verdrukking in 66 AD plaatsen en ook hier weer een jaar éérder inlassen omdatalle heiligen in het hedendaagse Turkije nog de tijd moeten krijgen om die brieven door te lezen. Men had toen geen e-mail, dus dat kon best even duren. Dat betekent dus dat die brief op zijn laatst in 65 AD in de 7 gemeenten van Turkije aangeleverd moest worden.

Aangezien Paulus in 64 AD schrijft dat de gemeente van Efeze geprezen wordt om haar liefde voor de heiligen, en Johannes volgens de preteristen in uíterlijk 65 AD een brief aanlevert waar het tegenovergestelde beweerd wordt, is het uiterst twijfelachtig te noemen om op grond hiervan een vroege datering van het boek Openbaring te verkondigen. En dan heb ik het nog niet eens over alle andere inconsistenties, waar we later nog veel uitgebreider bij zullen stilstaan.

850 Openbaring 2:1-7851 Bible Hub, Acts Bible Timeline852 Handelingen 20:31853 Handelingen 20:16854 Scofield Reference Notes, Ephesians 1:1855 Efeze 1:15

93

Page 96: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

35. Vroege datering Openbaring

Veel preteristen willen de datering van het boek Openbaring naar voren schuiven, zodat dit hun theologie en eschatologie beter uitkomt. Dit druist echter in tegen wat Irenaeus zegt in zijn boek Adversus Haereses. 856 Hij vertelt hier dat de Openbaring van Johannes gebeurde aan het einde van de regeringsperiode van keizer Domitianus. Domitianus regeerde van 81 tot 96 AD, 857 dus eengrove datum moeten we zoeken tussen ongeveer 90-96 AD. Irenaeus is slechts één generatie verwijderd van Johannes, met alléén zijn tutor Polycarpus daartussen. Deze laatste was een directe leerling van Johannes, dus we kunnen Irenaeus’ statement behoorlijk serieus nemen.

Ook uit andere uitspraken van kerkvaders blijkt impliciet dat Johannes zijn Openbaring aanhet einde van Domitianus’ regeringsperiode heeft ontvangen. Eusebius schrijft bijvoorbeeld dat het een typische actie van Domitianus jegens christenen was, om ze te verbannen naar eilanden, zodat ze geen gevaar meer vormden en het evangelie verder verspreidden. 858 Nero, die in de jaren ‘60 AD regeerde, onthoofdde of kruisigde tegenstanders zoals Paulus en Petrus liever, vertelt diezelfde Eusebius. 859 Preteristen zoals Salomons proberen dit te ondermijnen, door te zeggen dat Eusebius dit vers enkel citeerde, maar gaat eraan voorbij dat het origineel ook gewoon beschikbaar is om te lezen. Er is dus een origineel van het citaat. Verder werpt hij een ad hominem argument naar Irenaeus. Als iemand echter op één punt niet juist is, is hij dan ook meteen op alle andere vlakken een onbetrouwbare bron Ja, het is zo dat zijn vermelding van Jezus’ leeftijd als 50 zgn. aeons wel een gek en mystiek idee is. 860 Irenaeus legt in hetzelfde hoofdstuk echter uit dat dit een conceptueel idee is wat niet Zijn létterlijke aardse leeftijd representeert. Ik ga deze gedachten hier niet verdedigen, maar om op grond hiervan meteen iemand in diskrediet te brengen, gaat wel ver. Ook Josephus was immers niet altijd juist, 861 en toch wordt hij juist door preteristen wél vaak geloofd.

Daarnaast zegt Salomons dat Domitianus de tweede geboortenaam was van Nero, 862 maar dat is niet waar. Zijn tweede geboortenaam is Domitius. 863 Dat scheelt twee letters! En dan nog streept dit niet weg dat diezelfde Eusebius zowel de naam Nero voor de ene keizer gebruikt als de naam Domitianus voor de andere keizer. Als Eusebius hier één en dezelfde persoon mee bedoelde, waarom zou hij hem dan niet gewoon dezelfde naam geven Bovendien was het absoluut niet gebruikelijk om Nero bij zijn tweede geboortenaam te noemen, integendeel.

Volgens Salomons is Eusebius de enige eiterne bron waaruit we kunnen opmaken dat het boek Openbaring ná 70 AD geschreven moest zijn. Dat is simpelweg niet waar. Hippolytus schrijft bijvoorbeeld in de tweede eeuw dat Domitianus Johannes verbande naar Patmos. 864 Ook begint er een werk te circuleren in de tweede eeuw, dat de Handelingen van Johannes heet, en waarin óók gemeld wordt dat Johannes werd verbannen door Domitianus. 865 Clemens van Aleiandrië schrijft in de tweede eeuw verder van Johannes dat hij terugkeerde van Patmos nadat de ‘tiran’

856 Irenaeus, Adversus Haereses, Boek V, hoofdstuk 30, vers 3857 Encyclopedia Britannica, Domitian858 Eusebius, Historia Ecclesiastica, Boek III, hoofdstuk 18, vers 5 859 Eusebius, Historia Ecclesiastica, Boek II, hoofdstuk 25860 Erenaeus, Adversus Haereses, Boek II, hoofdstuk 22, vers 4-6861 Answers in Genesis, Is Josephus Reliable?862 Preterisme.nl, Datering Boek Openbaring863 Encyclopedia Britannica, Nero864 Hippolytus, On the Twelve Apostles865 Handelingen van Johannes, Over zijn verbanning en vertrek

94

Page 97: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

dood was. 866 Deze tiran was niemand anders dan Domitianus, vertelt ook Victorinus, in de derde eeuw. 867 Dan is er nog Lactantius, 868 uit de derde eeuw, die er ook vermelding van maakt. Hiëronymus, 869 uit de vierde eeuw. Of Sulpicius Severus, 870 uit de vijfde eeuw. Tel hierbij op dat depreteristen zelf helemáál geen enkele eiterne primaire bron hebben om hun these mee te onderbouwen.

Andere interne uitspraken in het boek Openbaring geven ook reden om aan te nemen dat we het boek niet in de jaren ‘60 AD kunnen dateren. Er was in 60 AD immers een enorme aardbeving geweest waarin Laodicea compleet vernietigd werd. Het duurde enkele decennia voorzij weer werd opgebouwd en een aanzienlijk stadje werd. 871 Wanneer Jezus dus zegt dat zij van zichzelf zeggen dat zij rijk zijn en niets tekort komen, 872 zullen we dat eerder rond het einde van die eeuw moeten plaatsen dan in de jaren ‘60 AD. Er was in die jaren immers amper een bevolking, laat staan dat zij rijk waren en niets tekort komen.

Of wat te denken van de gemeente in Smyrna, die pas ná 68 AD gesticht werd getuige de brief aan de Filippenzen door Polycarpus, die zélf nota bene nog een student van Johannes was geweest. Hij vertelt dat er in Smyrna nog niet eens geëvangeliseerd was toen Paulus zijn eigen brief aan de Filippenzen schreef. 873 Die brief van Paulus moeten we in 62 AD plaatsen, 874 maar als we dit vers uit de brief van Polycarpus aan de Filippenzen heel nauwkeurig bestuderen, moeten we zelfs denken aan de evangelisatie van Smyrna ná Paulus’ bediening, die tot zijn dood doorging. Polycarpus spreekt immers over het opscheppen van Paulus over álle gemeenten, en dat Smyrna hem toen nog niet kende. Paulus stierf vrijwel zeker tussen 67 en 68 AD. 875

Wat ook opvalt, is dat er in Openbaring, in de 7 brieven aan de 7 gemeenten veel gesproken wordt over een sekte die de Nikolaïeten heet. 876 Bijzonder is dat Paulus daar nergens over schrijft in al zijn zendbrieven. Alles bij elkaar zien we dus een plaatje ontstaan dat beter past in de periode 90-96 dan in circa 64-65 AD. Er moet teveel geschiedenis veranderd worden om dat passend te krijgen. We zullen in de komende hoofdstukken nog meer moeilijkheden tegenkomen met een preteristische Openbaring. Preteristen zien zelf ook problemen in het boek Openbaring en kunnen daarom niet geloven in een futuristische versie ervan. Ook die veronderstelde problemen wil ik graag bespreken. Meestal berusten zij op een te oppervlakkige lezing van de tekst, of eisegese. Neem nu het woord spoedig, dat we lezen aan het begin van Openbaring.

"Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en Hij heeft die door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven." 877

866 Clement of Alexandria, Who is the Rich Man that shall be Saved, hoofdstuk 42867 Victorinus, Commentary on the Apocalypse, hoofdstuk 10, vers 11868 Lactantius, On The Deaths of the Persecutors, hoofdstuk 3869 Hiëronymus, De Viris Illustribus, hoofdstuk 9870 Sulpicius Severus, Heilige Werken, boek II, hoofdstuk 31871 All About Turkey, Laodicea872 Openbaring 3:17873 Polycarpus, Brief aan de Filippenzen, hoofdstuk 11874 Encyclopedia Britannica, Letter of Paul to the Philippians875 Biblestudy.org, How Did The Apostle Paul Die?876 Openbaring 2:6, 15877 Openbaring 1:1, HSV

95

Page 98: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Volgens Salomons moeten we hieruit opmaken dat de vernietiging snel na deze brief van Johannes zou volgen. Om die reden moeten we de apocalyps volgens hem in 70 AD plaatsen en het boek Openbaring er dus vóór. Het woord spoedig hier wordt echter in het Grieks met tachos aangeduid, en dat kan, afankelijk van de conteit, meerdere betekenissen hebben. 878 Het woord tachos kan als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden, maar ook als bijwoord. Wanneer iets een spoedige gebeurtenis is, en in dat geval zegt spoedig iets over de termijn waarop we die gebeurtenis kunnen verwachten. Als iets spoedig zal gebeuren, zegt het vooral iets over hóe het gebeurt. Dit klinkt een beetje abstract, dus laten we het met een duidelijker voorbeeld schetsen. Een voorbeeld dat dicht bij de conteit van dit vers ligt. Het voorbeeld van een zwangere vrouw.

"En er verscheen een groot teken in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. En zij was zwanger en schreeuwde het uit in barensnood en in haar pijn om te baren." 879

Als een vrouw zwanger is, kan het baren op zichzelf nog wel even op zich laten wachten. Negen maanden om precies te zijn. Maar áls het gebeurt, gaat die gebeurtenis op zichzelf heel snel! De weeën volgen elkaar zeer snel op. Het baren kan soms al binnen één uur gebeurd zijn. Het is precies dit soort taal dat vaak wordt gebezigd in de Bijbel, als het over de eindtijd gaat. 880 Om die reden is het dan ook niet gek dat Johannes in 95 of 96 AD schrijft dat alles spoedig zal geschieden. Misschien vindt u dit vergezocht. Neem dan in overweging dat het woord tachos ook op andere plekken in de Bijbel precíes zo wordt gebruikt.

"Zal God dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, ook wanneerHij lang wacht om hen te hulp te komen? Ik zeg u dat Hij hun met spoed recht zal doen. Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden?" 881

In dit vers uit Lukas zien we dat God soms lang wacht met te hulp komen. Tegelijk lezen wedat Hij met spoed recht zal doen. Een tegenstelling, zo op het eerste gezicht. Maar met de kennis die we hiervóór hebben opgedaan, hoeft dat helemaal niet zo te zijn. Wat hier bedoeld wordt, is dat het wachten op vergelding soms lang duurt. Maar áls het eenmaal zo ver is dat die vergelding gaat komen, gaat het rap. Als een vlies dat op knappen staat. Het kan even duren voor de baby komt. Maar áls dat vlies knapt, gaat het snel. Er is een zekere imminentie, onvoorspelbaarheid.

Salomons noemt nog andere zaken die volgens hem “intern bewijs” zijn dat het boek Openbaring vóór 70 AD geplaatst moet worden. Zo noemt hij het “bewijs” dat Nero de zgn. “6e koning” is die genoemd wordt in het boek Openbaring. 882 Allereerst was Nero geen koning, maar een keizer. En als we dan tóch gaan tellen, laten we dan wel goed tellen. Salomons telt Julius Caesar mee als 1e keizer, maar het was pas Augustus die als 1e tot keizer werd uitgeroepen. 883 Nero was dus de 5e. 884 Bovendien is het maar de vraag of we hier überhaupt Romeinse leiders in moeten zien. We zullen dit in de hoofdstukken ontdekken en verder ingaan op de gebeurtenissen die in Openbaring beschreven worden. We zullen zien of er bewijs is dat die zaken écht gebeurd zijn in 70 AD, of dat we die toch beter als reeds onvervuld en in de toekomst moeten plaatsen.

878 Blue Letter Bible, tachos879 Openbaring 12:1-2, HSV880 Jesaja 13:6-8, Jeremia 30:6, 49:22, Openbaring 8:13 en 9:12, 881 Lukas 18:7-8882 Openbaring 17:10-11883 Encyclopedia Britannica, Roman Empire884 Encyclopedia Britannica, List of Roman Emperors

96

Page 99: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Hoofdstuk VI: 7 problemen met een preteristische Openbaring

36. Antipas vermoord ná 70 AD

Een eerste probleem dient zich bijvoorbeeld al aan in het begin van het boek Openbaring. 885 We lezen daar dat Antipas is gedood in Pergamus. “Bij u, waar de satan woont”, voegt Jezus toe. We kunnen er niet omheen dat hij dus als martelaar op die plek is gedood, in Pergamus. Niet in Rome.Het vers is immers al ingeleid met de woorden dat deze gemeente, Pergamus dus, woont op de plek waar de troon van satan staat.

De invloedrijke Bijbelcommentator John Wesley geeft in zijn commentaar op Openbaring aan dat het Domitianus was die Antipas vermoordde. 886 Waar hij die informatie precies vandaan heeft, is niet duidelijk. Wellicht van de 10e eeuwse Simon Metaphrastes, die daar in zijn 10-delige Menalogion vermelding van maakt.

Dat die informatie vermoedelijk juist is, blijkt wel uit het feit dat de christenvervolging onder Nero van zeer korte duur en bovendien erg plaatselijk was. 887 Nadat er een grote brand in Rome had gewoed, waren de christenen in Rome volgens Nero de boosdoeners en moesten zij daarom worden vermoord. 888 Domitianus echter vervolgde ook christenen in de rest van zijn rijk.889 Verder weten we vrij weinig van Antipas, maar laten we ook deze feiten en omstandigheden meenemen in ons eindoordeel.

37. Een vierde van de aarde wordt gedood

Door het boek Openbaring heen zien we vrij heftig taalgebruik, in een relatief mondiale setting. De preterist wil dit liever ontkennen, door de taal af te vlakken tot ‘hyperbolische taal’ en de setting vrij lokaal te houden. Hoewel er verschillende visies zijn onder preteristen over hoe lokaal we dit dan moeten lezen, zijn er globaal twee uitgangspunten onder hen. Het zou slechts betrekking hebben op Israël, of in sommige gevallen op de toenmalige geciviliseerde wereld, ofwel het Romeinse Rijk. De eerste tekst die hiertoe problemen geeft, is de volgende.

“En ik zag, en zie: een grauw paard en die erop zat, zijn naam was de dood, en het rijk van de dood volgde hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel van de aarde om te doden met het zwaard, met honger, met de dood en door de wilde dieren van de aarde.” 890

Het woord ‘aarde’ hier is in het Grieks gé. 891 Al eerder in dit boek zagen we dat hiermee een vrij fysiek, letterlijke aarde wordt bedoeld. Het wordt maar liefst 188 i gebruikt om dat zo aante duiden in de Bijbel. Slechts 2 i wordt het als losstaand woord gebruikt om het land Israël aan te duiden. Aangezien de conteit hier nergens aangeeft dat het over Israël gaat (dit woord komt in het hele hoofdstuk niet voor), is het dus heel vreemd om dat in de tekst te injecteren.

885 Openbaring 2:13886 Wesley, J., Commentary on Revelation 2:13887 Encyclopedia Britannica, Relations Between Christianity and the Roman Government888 Encyclopedia Britannica, Nero889 Fox, Book of Martyrs, The Second Persecution Under Domitian890 Openbaring 6:8, HSV891 Blue Letter Bible, gé

97

Page 100: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Wanneer we uit zouden gaan van de ‘aarde’ als de toenmalig bewoonde wereld, ofwel het Romeinse rijk, dan zou het Griekse woord oikoumene 892 beter op zijn plaats zijn. Dat is echter niet wat we hier lezen, dus ook die visie moeten we verwerpen. We bespraken dit al in een eerder hoofdstuk. 893 Om tot een goed begrip te komen van het boek Openbaring, zullen we een strakke hermeneutiek moeten volgen. Dit is iets wat de gemiddelde preterist vaak niet doet. Ik zal hier later wat voorbeelden van geven.

Er rest ons dus eigenlijk maar één uitgangspunt. Aarde betekent hier gewoon letterlijk aarde. De wereld. Heel fysiek, heel letterlijk. Wanneer we de data nemen die in deze tijdsperiode hoort, dan kunnen we niet anders concluderen dan dat dit vers nog nooit in de geschiedenis van de mensheid is vervuld. De toenmalige wereld had circa 256 miljoen inwoners. 894 Wanneer we hier een vierde van nemen, zou het dus gaan om ongeveer 64 miljoen mensen die dus in een relatief korte periode gedood zouden worden, door hongersnood, ziekte en het zwaard. Opvallend is dat de wereldbevolking juist relatief stabiel blijft in de periode rond 70 AD, op 256 miljoen mensen. Pas rond 400 AD daalt de bevolking naar 206 miljoen. Dat is veel, maar nog steeds geen vierde. Eerder een vijfde van de wereldbevolking. En bovendien in het verkeerde tijdvak voor een preteristische uitleg. Tot circa 700 AD blijft de bevolking weer relatief stabiel op dat aantal, tot zij in 800 AD licht begint te stijgen. Met enkel een kleine dip rond 1400 AD, zet die trend door tot vandaag de dag.

We zullen dus ook hier weer moeten concluderen dat een preteristische uitleg van het boek Openbaring niet voor de hand ligt, omdat de data simpelweg op iets anders wijst. Om tot een preteristisch resultaat te komen, moet die data genegeerd worden evenals de semantiek van bepaalde woorden. Maar ook dat kan niet zonder hermeneutische consequenties gebeuren, zoals we in de volgende paragraaf zullen zien.

38. Alle bergen en eilanden verdwijnen

“En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt. En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht vanHem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?” 895

We lezen in deze tekst dat alle bergen en eilanden van hun plaats worden gerukt. Let op het woord alle. Vandaag de dag zijn er nog steeds bergen en eilanden. Zijn die dan weer teruggegroeid Waar in de geschiedenis sinds 70 AD kunnen we dat lezen Wanneer we de lezing beperken tot de staat Israël, geeft dat nog steeds geen oplossing tot ons probleem. Want ook in Israël zijn vandaag de dag nog steeds bergen en zelfs eilanden. 896 Nergens in de geschiedenis lezen we over het verdwijnen of teruggroeien daarvan, laat staan in 70 AD.

892 Blue Letter Bible, oikoumene893 Hoofdstuk 1, paragraaf 4, p. 7-9894 Johnston’s Archive, Historical World Population895 Openbaring 6:14-17, HSV896 Dit zijn weliswaar kleine eilanden, maar ze zijn er wel degelijk. De Rosh HaNikra en Achziv-eilanden bijvoorbeeld.

98

Page 101: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Preteristen zullen woorden als bergen en eilanden daarom graag vergeestelijken, maar waar moet dit dan precies op wijzen Geloof dat bergen doet verdwijnen 897 Het lastige bij zo’n uitleg is dat de bergen juist heel letterlijk worden omschreven in de rest van de conteit. De mensen verschuilen zich tussen deze bergen en willen zelfs dat zij op hen vallen omdat de toorn van het Lam over hen uitgestort gaat worden en zij zich daar liever voor verbergen. Als geloof hierdus een rol zou spelen, zou de rest van de conteit met zo’n uitleg in tegenspraak zijn. Het is juist de complete absentie van geloof waardoor die bergen bewegen.

Merk ook op dat er hier gesproken wordt over koningen. Meervoud dus. Het gaat hier derhalve over meerdere landen. Wellicht zal een preterist de uitleg hier daarom weer willen betrekken op het Romeinse rijk, maar dat zou hermeneutisch inconsequent zijn omdat er in de grondtekst het Griekse woord gé wordt genoemd. We zagen zojuist al dat voor een beschrijving van de toenmalige geciviliseerde wereld het woord oikoumene beter zou passen. We kunnen het woord gé niet de ene keer als Israël vertalen, en een paar verzen later zomaar als het Romeinse rijk. Dat bedoel ik met een strakke hermeneutiek hanteren.

39. Een derde van de aarde vergaat

“En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde, en er kwamen stemmen, donderslagen, bliksemstralen en een aardbeving. En de zeven engelen die de zeven bazuinen hadden, gingen zich gereedmaken om op de bazuin te blazen. En de eerste engel blies op de bazuin, en er kwam hagel en vuur, vermengd met bloed, en dat werd op de aarde geworpen. En het derde deel van de bomen verbrandde, en al het groene gras verbrandde. En de tweede engel blies op de bazuin, en er werd iets als een grote berg, die van vuur brandde, in de zee geworpen. En het derde deel van de zee werd bloed. En het derde deel van de schepselen in de zee, die leven hadden, stierf. En het derde deel van de schepen verging. En toen de derde engel op de bazuin blies, viel er een grote ster uit de hemel, die brandde als een fakkel. Hij viel op het derde deel van de rivieren en op de waterbronnen. En de naam van de ster was Alsem. En het derde deel van de wateren veranderde in alsem. En veel mensen stierven van dat water, omdat het bitter was geworden. De vierde engel blies op de bazuin, en het derde deel van de zon werd getrofen, en het derde deel van de maan en het derde deel van de sterren, zodat het derde deel daarvan verduisterd werd, en zodat de dag voor een derde deel niet licht werd, en de nacht evenmin.” 898

In de bovenstaande tekst worden een hoop zaken genoemd, waarbij de preterist met grote moeite wellicht een geestelijke verklaring zal kunnen geven voor enkele dingen zoals het derde deel van de sterren. 899 Dat is echter maar een deel van deze profetie. Want hoe zit het met het derde deel van de bomen die verbrandden En al het groene gras Merk ook hier weer het woord al op. Waar in de geschiedenis lezen wij daarover De bewijslast hiervoor ligt bij de preteristen, aangezien zij claimen dat dit alles al is geschied. We kunnen wellicht met enige moeite aantonen dat er branden waren in Galilea en de omliggende dorpen in die periode, zoals Josephus beschrijft, 900 maar dan nog laat dat ruimte voor een deel van het gras dat níet verbrand was. Er staat immers dat al het gras verbrandde.

897 Mattheüs 17:20898 Openbaring 8:7-12, HSV899 Openbaring 12:4900 Josephus, Wars of the Jews, 5.6.2, 4.8.3, 4.9.7, 6.1.1 en 3.4.1

99

Page 102: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Daniel Morais, een preterist die doorgaans een vrij letterlijke interpretatie van Openbaring weet te beargumenteren, vertelt in zijn bespreking van dit hoofdstuk echter niets over de aardbeving die aan het begin van deze tekst genoemd wordt. 901 Wanneer moet deze gebeurd zijn Noemenswaardige aardbevingen die het dichtst in de buurt komen van 70 AD, zijn die van 30-33 AD nabij de Dode Zee, zo rond de kruisiging, 902 en die van 115 AD in Antiochië, waar Caesarea een tsunami te verduren krijgt. 903 Daartussen was er echter een relatief rustige periode op seismisch vlak in Israël. In een ander artikel gaat Morais over op een meer geestelijke benadering van dat vers. 904 Ook de brandende berg moeten we naar zijn idee in geestelijke zin zien. Het zou Jeruzalem moeten voorstellen, volgens Morais. 905 Dat is heel gek, want de schepen en het derde deel van het water dat verandert in bloed, moeten we volgens hem wél weer letterlijk nemen. Josephus beschrijft immers dat de Joden in boten vluchtten na de opstand tegen Rome en dat die allemaal kapot gingen door een sterke storm. Veel Joden werden door de wind tegen de rotsen geslagen en dat gaf een bloedspoor van niet geringe omvang. 906 Dit vond plaats in Joppe, 60 kilometer ten westen van Jeruzalem.

Allereerst kan ik me moeilijk indenken dat dit bloedspoor een derde van de Middellandse Zee zou bedekken, maar wat nog veel gekker is, is dat er dus volgens Morais een geestelijke berg (Jeruzalem) in de geestelijke zee (de naties) valt, waardoor 60 kilometer verderop létterlijke schepen vergaan en létterlijk bloed in het water terecht komt. Dit is een typisch preteristische benadering van de Schrift. Een hermeneutiek die kant noch wal raakt. Deze preteristische puzzel op een consequente manier op te lossen, is een onmogelijke opgave. Overigens zien we ook hier weer dat Griekse woord gé, wat al stelselmatig genegeerd moet worden. Het betekent in deze conteit gewoon létterlijk aarde. De hele wereld dus. Ook in dit hoofdstuk wordt immers met geenwoord gerept over Israël. Het is daarom veel logischer om een futuristische vervulling van het boek Openbaring te verwachten.

40. 200 miljoen soldaten

“En de zesde engel blies op de bazuin, en ik hoorde uit de vier hoorns van het gouden altaar dat vóór God stond, één stem komen. Die zei tegen de zesde engel die de bazuin had: Maak de vier engelen losdie gebonden zijn bij de grote rivier, de Eufraat. En de vier engelen werden losgemaakt. Zij waren in gereedheid gehouden tegen het uur en de dag en de maand en het jaar dat zij het derde deel van de mensen zouden doden. En het aantal bereden troepen bedroeg tweemaal tienduizend maal tienduizend, en ik hoorde hun aantal. En in dit visioen zag ik de paarden en hen die erop zaten aldus: ze hadden vuurrode en blauwe en zwavelkleurige borstharnassen. En de hoofden van de paarden waren als leeuwenkoppen, en uit hun mond kwam vuur, rook en zwavel. Door deze drie werd het derde deel van de mensen gedood: door het vuur, de rook en de zwavel die uit hun mond kwam. Want hun macht ligt in hun mond en in hun staart, want hun staarten zijn als slangen, met koppen eraan, en daarmee brengen zij schade toe. En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen. Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal.” 907

901 Revelation Revolution, Rev. 8 Commentary902 Mattheüs 27:51903 Rabban, A, Holum, K.G., Caesarea Maritima: A Retrospective After Two Millennia, p. 24904 Revelation Revolution, Preterism: A Commentary of Revelation 8:5905 Revelation Revolution, Rev. 8 Commentary906 Josephus, Wars of the Jews, 3.9.3 en 3.10.9907 Openbaring 9:13-21, HSV

100

Page 103: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

In de tekst hierboven springt veel in het oog. Er worden heel bijzondere, vermoedelijk bovennatuurlijke wezens, beschreven. Vooral het aantal dat genoemd wordt, is enorm. Maar liefsttweemaal tienduizend maal tienduizend. Als u snel heeft meegerekend, is dat 200 miljoen bereden troepen. Dat is een gigantisch aantal. Is zoiets in de geschiedenis vastgelegd Nee. Zelfs al zouden we deze bereden troepen willen uitleggen als een enorme troepenmacht van soldaten op gewone gedomesticeerde paarden, dan nog zorgt dit voor een finke hersenbreker.

Daniel Morais lost dit op door naar de Young’s Literal Translation te gaan, waar volgens hem staat dat het maar om 20.000 soldaten gaat. 908 Dit klopt naar zijn idee dan precies met het aantal troepen dat Jeruzalem te lijf ging in 70 AD. Morais houdt een lang en overtuigend pleidooi, maar wanneer we naar zijn methodiek kijken, zijn er toch de nodige kanttekeningen te plaatsen. Wat opvalt, is dat hij deze keer juist heel spirituele dingen menselijk maakt. De engel uit het eerste vers moeten we volgens hem als Titus Vespasianus zien, de generaal die de leider was van 4legioenen die meestal zo uit 5.000 manschappen bestonden. Wanneer we dit hoofdstuk lezen, lijkt dat juist meer een bovennatuurlijke component aan te geven.

Morais illustreert met allerlei kleurrijke verhalen hoe het in de omliggende cultuur soms gebeurde dat troepen en soldaten in poëtische zin beschreven werden als sprinkhanen en wat dies meer zij. Dat klinkt allemaal leuk en triviaal, maar neemt niet weg dat Johannes echt wel wist hoe een soldaat en een legioen eruit zag. Dit hoofdstuk is nu niet bepaald een poëtisch hoofdstuk,dus qua genre zou dat een onlogische stijlbreuk zijn. Johannes had simpelweg niet eens de tijd ompoëtisch te zijn. Hij kreeg één Openbaring, en moest meteen opschrijven wat hij zag. 909 Door het hele boek heen kun je als het ware de haast proeven waarmee alles opgeschreven werd. Het voegwoord en wordt veel gebruikt om zinnen aan elkaar te plakken en ook worden veel dingen omschreven die hij niet begrijpt met het voorzetsel als.

Het is een heel gekke conclusie om hier uit te gaan van een poëtische Johannes. Een man die inmiddels op leeftijd is, en onder druk staat om in een vlot tempo door te schrijven terwijl er van alles om hem heen gebeurt. Tekstcritici geven dan ook aan dat ze de schrijfstijl van Johannes in het boek Openbaring anders vinden dan in bijvoorbeeld zijn evangelie of zendbrieven. 910

Wanneer we Morais’ conclusie lezen, is er dus inmiddels al heel veel van de tekst verbouwd, puur om het passend te krijgen. We noemen dit in het Engels ook wel confrmation bias. Morais zoekt in de Bijbel en geschiedenis naar elementen die passen bij een idee dat hij al van tevoren had van Openbaring. Hierbij schuwt hij niet om de tekst van duidelijk bovennatuurlijke elementen te strippen; engelen worden mensen, demonische sprinkhaanwezens worden legers en paarden met slangenstaarten worden gewoon cavalerietroepen. Ook komen de sprinkhaanwezens uit de bodemloze put, wat volgens Morais gewoon het Romeinse volk representeert. Het getal 200 miljoen wordt met één specifeke vertaling, die eerst ook nog eens intern geparalleliseerd moet worden, teruggebracht naar 20.000, zodat we het opeens over de belegering van Jeruzalem hebben in 70 AD. Ik wist overigens niet dat al deze 20.000 troepen paard reden. Morais haalt een hoop semantische capriolen uit om zelfs dat aantal nog omlaag te brengen tot 4.000, iets wat geen enkele serieuze Bijbelwetenschapper of taalkundige ooit heeft bedacht.

908 Revelation Revolution, Rev. 9: A Preterist Commentary909 Sri, A., Openbaring 1:11, 19, 2:1, 8, 12, 18, 3:1, 7, 14, 10:4, 8, 11, 11:1-2, 14:13, 19:9, 21:5, 910 Authorship Debate on Revelation, Textual Criteria, p. 5

101

Page 104: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Enfn, het Grieks geeft in dit specifeke vers de woorden duo myriades myriados. Young’s Literal Translation zegt hier dan ook niet dat het gaat om tweemaal tienduizend, maar om twee myriaden van myriaden. 911 In de grondtekst, die de YLT zo nauwkeurig mogelijk probeert te vangen, staat dan ook tweemaal (duo) tienduizenden (myriades) tienduizends (myriados). Een myriade is een ofciële eenheid, die op 10.000 is gesteld. 912 In poëtische zin zou dit ook een oneindig of ontelbaar aantal kunnen zijn. Wanneer er enkel myriades myriados zou staan, zou dit een logische gedachte zijn. Maar het getal twee (duo) gooit daartoe roet in het eten. Tweemaal oneindig keer oneindig. Dat leest gek, want twee is een heel specifek getal. Waarom niet drie Devermelding van duo geeft daarom reden om ook de andere twee termen héél specifek te nemen. Het Koine Grieks kende in de oudheid geen getallen als miljoen, en om die reden werden zulke grote getallen op een dergelijke manier uitgedrukt. Myrias, ofwel 10.000, was immers het grootste getal dat men kende. 913

Op geen enkel moment in de eerste eeuw was welke natie dan ook in staat om zo’n leger op de been te brengen. Onder keizer Tiberius waren er in 24 AD 240.000 eenheden, 914 maar dat is nog maar iets meer dan een duizendste van het getal dat hier genoemd wordt in Openbaring. Dit aantal steeg tot bijna een half miljoen ten tijde van Septimius Severus in 211 AD, maar dan houdt het ook wel op. 915 Het stevig concurrerende Parthische rijk kon op zijn hoogtepunt ‘slechts’ 50.000 soldaten op de been brengen tegen Marcus Antonius, 916 dus ook daar moeten we niet zoeken. Zoals we al eerder ontdekten, bestond de complete wereldbevolking in die tijd maar uit ongeveer 265 miljoen mensen, 917 waarvan ongeveer de helft natuurlijk vrouw was. Hoe we het dus ook wenden of keren, dit is gewoon onmogelijk in te passen in 70 AD.

41. Twee getuigen worden opgenomen

Laten we eens naar een ander hoofdstuk kijken. 918 Het begint met twee verzen die een beetje buiten de toon lijken te vallen. Het wordt door preteristen graag aangehaald als ‘argument’dat de tempel er in het boek Openbaring nog lijkt te staan. Omdat die in 70 AD werd vernietigd, is dat volgens hen bewijs dat het boek dus vóór die datum geschreven moet zijn. Dat is echter vrij kort door de bocht geredeneerd. Johannes is immers op Patmos op het moment dat hij het visioen krijgt. Het opmeten is dus niet iets wat op dat moment létterlijk gebeurt. Het is een visioen.

Is Johannes op dat moment dan misschien “in de Geest” op die plek op dát moment Ook dat is moeilijk hard te maken. In de verzen erna wordt immers duidelijk dat díe gebeurtenissen toekomstig zijn. Het gaat namelijk over twee getuigen, die dingen doen waarover de vroege kerkgeschiedenis niks schrijft. Zij zouden met vuur uit hun mond, hun vijanden verslinden. Ze hebben de macht om de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt, voor 3,5 jaar. Het water in bloed te veranderen. Plagen op de aarde te zenden. Ze zullen gedood worden en 3,5e dag open en bloot in Jeruzalem op de straat liggen. Iedereen op de hele wereld zal dat kunnen zien.

911 Young’s Literal Translation, Revelation 9912 Blue Letter Bible, myriad913 Greek Numbers and Numerals, Numbers in Ancient Greek914 Rocca, S., Herod’s Judaea, p. 140, voetnoot 29915 MacMullen, R., How Big was the Roman Army? KLIO (1979), p. 454916 Prof. Shahbazi, A.S., Iran Chamber Society, History of Iran917 Paragraaf 37, p. 98918 Openbaring 11

102

Page 105: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Daniel Morais komt hiertoe met een wel héél aparte oplossing. Volgens hem zijn deze beide getuigen Jezus Christus. Onze Messias zou in de eerste eeuw weer teruggekeerd zijn als Jezus, de zoon van Ananus en volgens Morais’ eigen berekeningen precies 3,5 jaar hebben gepredikt alvorens te zijn gestenigd met één grote katapultsteen. 919 Dit is deels vastgelegd door Josephus, en vanuit die weinige informatie kunnen we volgens Morais vaststellen dat Jezus tweemaal op aarde heeft gepredikt voor 3,5 jaar. Daarin zit natuurlijk wel een gat van 30 jaar. En ook werd Hij dan dus weer opnieuw geboren in een ander gezin.

Morais heeft veel woorden nodig om zijn punt te maken. De korte tekst die Josephus over Jezus, de zoon van Ananus heeft, is eigenlijk alles wat er is. Er moet dus heel veel geïnfereerd worden wat nergens is opgeschreven. Wanneer er geen letterlijke feiten voorhanden zijn, grijpt Morais dan ook graag naar de meer geestelijke parallellen in de Bijbel. Zo wordt er bijvoorbeeld nergens door Josephus gezegd dat de zoon van Ananus weer opstaat uit de dood. Morais meent uit de frase “hij gaf de geest op” te moeten halen dat deze Jezus tóch weer uit de dood opstond na 3,5 dag. Allereerst is dit een heel normale manier om te beschrijven dat iemand sterft, maar ten tweede lijkt een wederopstanding me ook wel een noemenswaardig iets voor Josephus om in elk geval te vermelden. Overigens vertelt Josephus op heel veel andere plekken 920 ook gewoon dat mensen “de geest geven”. Zijn die dan ook wederopgestaan

Openbaring 921 meldt bovendien ook dat hun vijanden toekeken toen deze twee getuigen ten hemel voeren. In het geval van de zoon van Ananus kan ik me dat inderdaad voorstellen, maarHandelingen 922 vertelt niets over vijanden die aanwezig waren, alleen discipelen die met Hem vergaderd waren en het dus zagen gebeuren. Ook verhaalt Openbaring over het feit dat deze twee getuigen niet toegestaan wordt in een graf te mogen liggen. Van Jezus Christus weten we sowieso dat dit onwaar is. Hij werd meteen na Zijn kruisiging begraven, wat ook gewoon werd toegestaan door Pontius Pilatus. 923 Van de zoon van Ananus weten we echter niets. Morais infereert daarom maar dat het de normale gang van zaken was tijdens een bestorming dat de doden niet werden begraven. Ook meent hij dat de omstanders blij zijn, omdat de zoon van Ananus naar zijn berekening al 1260 dagen had gepredikt over de vernietiging van Jeruzalem, en nu schijnbaar als eerste slachtofer getrofen wordt door een katapultsteen. Al deze dingen zijn compleet uit de lucht getrokken. We lezen in het gedeelte van Josephus niets over blijdschap bij de omstanders, laat staan dat zij elkaar geschenken stuurden. Zou daar tijd voor zijn tijdens een belegering Zou men daar het geld voor over hebben Zou iemand niet meer aan zijn hoofd hebben dan plezier te maken over een onheilsprofeet, terwijl de katapulten aan alle kanten van de stad klaarstaan om toe te slaan Overigens, waar lezen we over geschenken naar aanleiding van Jezus’ dood Helemaal nergens.

Maar het wordt nóg lastiger. Openbaring vertelt immers over een grote aardbeving. Omdat we al zagen dat er in die periode géén noemenswaardige aardbevingen waren, moeten wevolgens Morais denken aan het gedreun van de katapultstenen waardoor het tiende deel van de stad viel. Dat is natuurlijk wel erg ver gezocht. Er staat immers dat het om een aardbeving gaat, inhet enkelvoud. Niet dat er aardbevingen zouden komen. Dit tiende deel zouden dan die 7000

919 Revelation Revolution, Rev. 11: A Preterist Commentary920 Josephus, Wars of the Jews, 4.1.9 vertelt over een man genaamd Chares, die de geest geeft en in 6.1.6 over Sabinus, een donkere

man die tevens de geest geeft. En dan heb ik het nog niet eens over al de gevallen uit Josephus’ Antiquities of the Jews 5.2.8, 7.13.3, 8.11.1, 8.13.3, 9.6.3, 12.9.1, 12.11.2, 13.16.3, 17.6.5 en 19.1.14 waar iemand de geest geeft.

921 Openbaring 11:12922 Handelingen 1:9923 Mattheüs 27:57-60

103

Page 106: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

personen zijn, op een bevolking van 70.000 personen. Waar Morais meestal graag de historische details van Josephus volgt, moet zijn verslag van 120.000 opeens bijgesteld worden naar 70.000, omdat de rest pelgrims waren in verband met het Pascha, waar Joden verplicht waren aan deel te nemen. 924 Waar haalt Morais die 50.000 vandaan Uit het commentaar van een andere preterist die daar geen enkele wetenschappelijk grond voor heeft. Ook noemt Josephus het getal van 10.000 slachtofers, en moet dat volgens Morais een naar boven afgeronde schatting zijn van 7.000.

Dit is precies wat preteristen graag doen. Als de feiten niet kloppen, manipuleren we die gewoon tot de data precies zegt wat zij willen horen. Eiegese werkt echter precies andersom. We kijken naar wat de tekst zegt, en proberen die zo goed en nauwkeurig mogelijk te vangen in haar oorspronkelijke conteit. Nu we enkele paragrafen hiervoor al hebben ontdekt dat Johannes door Domitianus, dus ná 81 AD, is verbannen naar Patmos, is het dus vreemd om in de vijver van 70 AD te gaan zitten vissen. Er zijn legio vroege kerkvaders die dit bevestigen, en niet één die het tegengestelde beweert! Ook hebben we gezien dat de rest van de conteit van het boek Openbaring juist beter in 95 AD past, dus het gedram van preteristen is alleszins vreemd.

Ja, er zijn soms overeenkomsten. Vooral als er veel data voorhanden is, zoals de vele geschriften die we dankzij de overlevering van Josephus en Tacitus hebben, kan men in een grote vijver vissen naar elementen die in globale zin op elementen uit de Bijbel lijken. Ook gebruikt de Bijbel veel beeldspraak, waar natuurlijk gretig gebruik van wordt gemaakt. Een nauwkeurige analyse laat echter vooral verschillen zien, maar daar wil de gemiddelde preterist niet aan. Om wat voor reden dan ook, zij wíllen per sé hun eigen vooronderstellingen in de Bijbel injecteren en laten geen steen ongemoeid om de waarheid naar hun hand te zetten. Dr. Chuck Missler gebruikte regelmatig een gezegde dat rondging in de wereld van informatietechnologie om dit te illustreren. Ik wil die nog eens herhalen.

“If you torture the data long enough, it will confess anything.”

Ik zou deze paragraaf graag willen besluiten met een analyse van het beest dat halverwege genoemd wordt in het hoofdstuk. 925 We weten vanuit de tekst dat dit het beest is dat uit de afgrond kwam. Openbaring spreekt op heel veel plekken van dit beest, 926 maar het is Daniël die ons er als eerst bekend mee maakt. 927 Hij vertelt ons dat dit beest een vierde rijk is, dat uit de aarde opstaan zal. 928 Het eerste rijk is Babylon, het rijk dat al opgestaan was in de tijd van Daniël. Daniël krijgt dit visioen dan ook in de tijd van Belsazar, 929 die zeer kort koning van Babylonwas ná zijn vader Nebukadnezar. Zoals we in een eerdere paragraaf al ontdekten, staat de gevleugelde leeuw hier symbool voor Babylon. Het was zelfs het ofciële wapen van dit koninkrijk! 930 Het tweede rijk is een beer die ongelijk loopt, en stelt Perzië en het kleinere Medië voor, dat het samenwerkende dubbelkoninkrijk was dat Israël daarná bezette. Het derde dier is een luipaard met 4 hoofden, die symbool staat voor Griekenland en de 4 kleinere rijken die eruit voortkwamen.

924 Exodus 23:14-17925 Openbaring 11:7926 Openbaring 17:8 meldt dat dit scharlakenrode beest uit de bodemloze put komt. Het heeft 7 hoofden en 10 horens, vertelt vers 4.

Ook Openbaring 13, 14, 16, 19 en 20 vertellen over dit beest. 927 Daniël 7:7-28928 Daniël 7:17, 23929 Daniël 7:1, vergelijk Daniël 5:1-2, 11930 Zie ook het overzicht en de voetnoten in paragraaf 24, p. 75

104

Page 107: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Welnu, het vierde dier wordt pas echt interessant. We kunnen er niet omheen dat het hier om het Romeinse rijk gaat, en maar weinig preteristen zullen dit ontkennen. Als we echter heel nauwkeurig analyseren wat Daniël en Johannes erover zeggen, zullen we tot een voor preteristen verrassende conclusie moeten komen.

Het beest bestaat immers uit meerdere elementen. Het ziet er namelijk uit als een luipaard, heeft voeten als een beer en een mond als een leeuw. 931 Het is dus op de één of andere manier een symbool voor ál die vier rijken waar we zojuist al over spraken. Het heeft elementen van al deze koninkrijken. Wat deze 4 rijken gemeen hebben, is dat zij allemaal bezetters van Israël geweest zijn, door de eeuwen heen. Sterker nog, in de tijd vóór Daniël, waren er nog twee andere rijken die over Israël heersten sinds het volk het beloofde land in trok. Egypte, 932 en Assyrië. 933 Wanneer we al deze informatie op een rij zetten, ontstaat dus het volgende beeld:

Koninkrijk Daniël 7 Daniël 2

Egypte

Assyrië

Babylonië Leeuw Gouden hoofd

Perzië / Medië Beer 2 zilveren armen

Griekenland Luipaard Bronzen romp

Rome / Byzantium IJzer 2 ijzeren benen

Toekomstig rijk 10 koningen 10 ijzeren tenen met daarbij ook leem

De 7 hoofden staan dus symbool voor 7 rijken die over Israël willen heersen, en de 10 horens die hierbij genoemd worden zijn 10 koningen die hun koningschap nog moeten ontvangen. Daniël ziet die koninkrijken vanaf het moment dat Babylon over Israël heerst, wat verklaart waarom Egypte en Assyrië geen integraal onderdeel zijn van deze profetie. Hij kijkt ook vooruit en ziet dan ook de volgorde: leeuw, beer en luipaard. Als we naar Johannes kijken, ziet hij de volgorde andersom: luipaard, beer leeuw. Dit is omdat hij de geschiedenis van de andere kant bekijkt.

Voordat we tot onze uiteindelijke conclusie komen, moeten we een aantal belangrijke zaken vaststellen. Merk op dat het tweede hoofdstuk van Daniël over dezelfde koninkrijken praat,zij het beschreven vanuit een ander perspectief. Zie ook het overzicht hierboven. Nu worden al deze koninkrijken voorgesteld als één entiteit. Met aan het hoofd Nebukadnezar, ofwel Babylon.934 Dat wordt nog duidelijker als we verder lezen in het hoofdstuk. In één klap worden al deze koninkrijken tegelijk vernietigd. 935 Hoe kan dat Ze zijn toch chronologisch Ja. Maar op een bepaalde manier dus blijkbaar ook niet. Dat zien we ook terug in Openbaring. Het beest wordt niet voor niets geassocieerd met “Mysterieus Babylon”. Dat is niet zonder reden, nu we Daniël geraadpleegd hebben. Babylon is immers het hoofd.

931 Openbaring 13:1-2932 Encyclopedia Britannica, Ancient Egypt: The New Kingdom933 Encyclopedia Britannica, Sennacherib934 Daniël 2:38935 Daniël 2:34-35, 44-45

105

Page 108: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

We zien dus enerzijds dat het beest heel specifeke kenmerken heeft, maar anderzijds ook dat de som der delen als één entiteit gepresenteerd wordt, dat als een zevenkoppig Babylon aangemerkt wordt. Ze wordt niet voor niets de moeder van alle hoeren genoemd. 936 Het is een stad, maar ook representeert het 7 rijken en ja, ook 7 leiders.

De leiders van deze 7 rijken worden niet gepersonifeerd door één specifeke keizer of koning, maar meer in het algemeen als het staatshoofd van dat moment. We zagen immers al dat Nebukadnezar het hoofd was, maar tegelijk was hij ook maar een onderdeel van het Babylonischerijk. Ook zijn zoon Belsazar was namelijk onderdeel van dat zelfde rijk. Er is dus een zekere mate van difusie. Er is geen duidelijke lijn tussen de persoon en het rijk dat hij representeert. We zien dat ook in Openbaring, waar gesteld wordt dat 5 van de 7 hoofden zijn gevallen. 937 Het woord gevallen hier lijkt in het Nederlands en ook in het Engels te suggereren dat zij gesneuveld zijn. Datis echter een misvatting. Het woord hier is in het Grieks piptas, en wordt nooit gebruikt voor iemand die sterft of sneuvelt. Het wordt altijd gebruikt voor iets of iemand die valt, zoals bijvoorbeeld een rijk. 938

De prominente preterist Anne Salomons meent dat Nero die zesde koning is, 939 maar zoalswe juist zagen gaat het niet eens om een specifek individu, maar om de leider van een rijk an sich.In de Midden-Oosten cultuur kon een titel helemaal vergroeien met een individu. Neem bijvoorbeeld farao. We weten de namen van veel farao’s uit de Bijbel niet eens. Vanuit archeologisch onderzoek kunnen we inmiddels een redelijke reconstructie maken, maar het geeft wel aan hoezeer er vermenging was tussen de titel en een individu. Ook Darius was vermoedelijk een titel en niet zozeer een individu. 940

Het rijk, haar hoofdstad en haar leider zijn in de Bijbel zó vergroeid met elkaar geraakt, datdit als één groot monster wordt voorgesteld. Een monstrositeit van onreinheid, overspel en allerlei andere ongerechtigheid. Babylon. Een rijk dat zich herhaalt en telkens op een andere manier weer terugkomt. Elk genoemde rijk kent een eigen type van een antichrist. Een zevenkoppig monster dat kop voor kop verslagen moet worden. En dat zal dan ook gaan gebeuren. In één klap zal Jezus dat monster verslaan. 941

Natie Antichrist-type Verzen

Egypte Farao Eiodus 1:8-22 e.v.

Assyrië Nimrod Genesis 10:8-12, 11:1-4

Babylonië Nebukadnezar Daniël 3

Perzië / Medië Haman Esther 3:1-6 e.v.

Griekenland Antiochus Epiphanes Daniël 11:31 e.v.

Rome Caligula Oorlogen der Joden 2.10:1-5

Toekomstig koninkrijk De elfde horen Daniël 7:8, 24-25

936 Openbaring 17:5937 Openbaring 17:10938 Blue Letter Bible, pipto939 Preterisme.nl, Datering Boek Openbaring940 GotQuestions, Who Was Darius in the Bible?941 Daniël 2:34-35, 44-45

106

Page 109: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

42. Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is

“En er kwamen stemmen, donderslagen en bliksemstralen. En er kwam een grote aardbeving, zo een als er niet is geweest sinds er mensen op de aarde geweest zijn: zo'n aardbeving, zo groot! En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de heidenvolken stortten in. En het grote Babylon kwam bij God in gedachtenis, en Hij gaf haar de drinkbeker met de wijn van Zijn grimmige toorn.” 942

In dit hoofdstuk kunnen we kort zijn. Johannes beschrijft hier een aardbeving die zó groot was als er nooit is geweest sinds er mensen op de aarde zijn. Wanneer we er historische gegevens bij pakken, zien we dat de grootste aardbeving vermoedelijk in 60 voor Christus plaatsvind, met een magnitude van circa 8.5, als we een analyse maken van de schade en beschrijvingen. 943

Voor een preterist zal zo’n antwoord niet bevredigend zijn, en hij zal willen zoeken naar een manier om onder deze vervelende data uit te komen. Maar zelfs als we het woord aarde door ‘land’ vervangen, zoals zij graag doen, komen we niet veel verder. In 31 voor Christus vond er immers een aardbeving plaats in de Jordaanvallei, die minstens een magnitude had van 7, als we de gegevens van Josephus bestuderen. Maar liefst 30.000 mensen stierven, plus een ontelbare hoeveelheid vee. 944

Morais meent dat de aardbeving waarover in Openbaring gesproken wordt, een aardbeving is waar Josephus in een ander boek naar verwijst, vlák voor de destructie van Jeruzalem. 945 Ten eerste kunnen we niet concluderen dat deze aardbeving de oorzaak was van hetin elkaar storten van de stad in drie stukken, iets wat in een causaal verband lijkt te staan in de tekst uit Openbaring. Ten tweede lezen we in dit werk van Josephus ook niets over eventuele slachtofers, dus kunnen we al uitsluiten dat dit de grootste aardbeving was die ooit op de aarde of in Israël had plaatsgehad. We zullen dit evenement dus in de toekomst van 70 AD moeten plaatsen.

942 Openbaring 16:18-19, HSV943 Baptista, M.A., Miranda, J.M., Revision of the Portuguese Catalog of Tsunamis (2009), Natural Hazards and Earth System

Sciences, 9, p. 25-42944 Josephus, Wars of the Jews, boek I, hoofdstuk 19, vers 2-5945 Josephus, Wars of the Jews, boek IV, hoofdstuk 4, vers 5

107

Page 110: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Hoofdstuk VII: 7 argumenten van de Anteniceense kerkvaders

43. Barnabas (100 AD)

“Geef aandacht, kinderen, aan wat dit betekent; Hij voleindigde in zes dagen. Hij bedoelt dit, dat in zesduizend jaar de Heer alles tot een einde zal brengen; want de dag mét Hem markeert duizend jaar; en dit getuigt Hijzelf tot mij, zeggende: ‘Zie, de dag van de Heer zal als duizend jaar zijn.’ Daarom, kinderen, in zes dagen, dat is in zesduizend jaar, zal alles tot een einde komen.” 946

De apostel Barnabas schreef deze zendbrief ná 70 AD, zo blijkt als we één hoofdstuk verder lezen. Hier valt immers te lezen dat de tempel al was vernietigd. 947 Hieruit blijkt onmiskenbaar dat iemand die vóór 70 AD al leefde, en ook erna, de vernietiging van Jeruzalem en de tempel had meegemaakt, dit niet zag als dé defnitieve vervulling van de eschata, maar nog steeds een duizendjarig rijk van vrede verwachtte.

44. Polycarpus (110 AD)

“Maar Hij Die Hem van de dood liet opstaan, zal ons ook op laten staan, als we Zijn wil doen, en in Zijn geboden wandelen, en liefebben wat Hij liefeeft, onszelf onthoudend van alle ongerechtigheid, hebberigheid, geldzucht, kwaadspreking en valse getuigenissen.” 948

In deze zendbrief van Polycarpus, een directe leerling van Johannes, zien we dat hij nog steeds een wederopstanding verwachtte. Dit druist in tegen de leer van de volpreteristen, dat er al een wederopstanding is geweest. Hij streed heftig tegen de meer “geestelijke” verklaring van deze wederopstanding die gnostici van die tijd probeerden te verkopen, en daarom moeten we deze verklaring zéér letterlijk nemen. Polycarpus schreef deze zendbrief aan het begin van de tweede eeuw. 949

45. Papias (70-155 AD)

“Hierbij zegt hij [Johannes, red.] dat er een millennium zal zijn ná de opstanding der doden, alwaar de persoonlijke regering van Christus gevestigd zal worden op deze aarde.” 950

De Anteniceense kerkvaders waren het natuurlijk niet over alles eens. Veel vaker juist zien we dat er finke verschillen van mening waren. Over een deel van dit levendige debat kunnen we lezen in deze vroeg-tweede eeuwse fragmenten van Papias, mogelijk zelfs eerste eeuws. Deze laatste heeft van Johannes zélf gehoord dat er een letterlijk millennium zou komen ná de opstanding van de doden, waarbij Christus persoonlijk zal regeren op aarde. Vanuit dit fragment weten we in elk geval wél dat er christenen waren die dit dus létterlijk namen. Papias, die Johannes nog persoonlijk kende, geloofde dit bijvoorbeeld, tot tegenzin van de vierde eeuwse Eusebius. 951

946 Zendbrief van Barnabas, hoofdstuk 15, vers 4 e.v.947 Zendbrief van Barnabas, hoofdstuk 16, vers 4 e.v.948 Zendbrief van Polycarpus aan de Filippenzen, hoofdstuk 2949 Encyclopedia Britannica, Saint Polycarp950 Papias, Fragment VI951 Encyclopedia Britannica, Papias

108

Page 111: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

46. Clementius van Rome (95 AD)

“Laten wij overwegen, geliefden, hoe de Heer continu aan ons bewijst dat er een toekomstige wederopstanding zal zijn, waarbij Hij Christus als de Eersteling hiervan heeft laten zien, door Hem uitde doden te laten opstaan. Laat ons nadenken, geliefden, over de wederopstanding die elke dag al plaatsvindt. Dag en nacht verklaren aan ons een wederopstanding. De nacht zinkt tot een diepe slaap, en de dag staat op; de dag gaat dan weer weg, en de nacht vangt aan. Laat ons aanschouwende vruchten van de aarde, hoe het zaaien van graan plaatsheeft. De zaaier gaat voort, en werpt het in de aarde, en aldus wordt het zaad verspreid, doch droog en naakt als het op de aarde valt, zal gestaag vergaan. Dan, vanuit zijn vergankelijkheid zal de machtige kracht van de Heer het weder op laten staan, en vanuit één zaad veel vrucht voortbrengen” 952

Een krachtige getuigenis over het geloof in een letterlijke wederopstanding, vinden we in de zendbrief van Clementius aan Korinthe. Vijf hoofdstukken lang praat hij over zijn geloof en verwachting daarin. 953 Clementius schreef deze brief rond het kantelpunt van de 1e naar de 2e eeuw. 954 Het lijkt erop dat hoe vróeger we op de apostolische periode zitten, hoe letterlijker dit geloof was. En dat naarmate de eeuwen verstrijken, dit geloof steeds minder letterlijk wordt. Wat gelooft u Iemand die ten tijde van Johannes leefde, of iemand die eeuwen later leeft

47. Justinus de Martelaar (135-165 AD)

“Nadat Hij uit de doden oprees, lopen de tijden door tot hun voleinding; en hij waarover Daniël profeteert, zal heerschappij moeten hebben voor een tijd, tijden en een halve tijd, staat zelfs al aan de deur, klaar om godslasterlijke dingen te spreken tegen de Allerhoogste.” 955

Justinus de Martelaar gaat in deze dialoog een pennenstrijd aan met Trypho, die onder andere gelooft dat we de 3,5 jaren van de regering van de ‘man van zonde’ als 3,5 eeuwen moetenzien. Hierin wordt duidelijk dat Justinus zélf gelooft in een letterlijke vervulling van 3,5 jaren en dat hij deze tevens in de toekomst plaatst.

Ook later in zijn dialoog met Trypho wordt veel duidelijk over zijn futuristische visie op de eindtijd. Zo verwacht hij een letterlijk, toekomstig 1000-jarig rijk. 956 Omdat hij deze brief in de 2e eeuw schreef, wordt ook hier duidelijk dat de bewijzen in het voordeel van de futuristen spreken.

48. Irenaeus (178 AD)

“Want in zovele dagen als de wereld is gemaakt, in zovele duizenden jaren zal het ook voleindigd worden. En om deze reden zegt de Schrift: ‘Aldus werden de hemel en aarde gemaakt, en al haar pracht. En God bracht het tot een voleinding op de zesde dag, de werken die Hij maakte; en God rustte op de zevende dag van Zijn werken.’ Dit is een verslag van de dingen die hiervóór geschapen zijn, en is tevens een profetie van wat komen zal. Want de dag van de Heer is als duizend jaren; en in zes dagen werden de geschapen dingen voleindigd: het is daarom evident dat deze dingen zullen worden voleindigd op het zesduizendste jaar.” 957

952 Clementius van Rome, zendbrief aan Korinthe, hoofdstuk 24953 Clementius van Rome, zendbrief aan Korinthe, hoofdstuk 23-27954 Encyclopedia Britannica, First Letter of Clement955 Justinus de Martelaar, Dialogen met Trypho, dialoog 32956 Justinus de Martelaar, Dialogen met Trypho, dialoog 80-81957 Irenaeus, Adverses Haereses, boek 5, hoofdstuk 28, vers 3

109

Page 112: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Ook hier weer zien we dat Irenaeus een zelfde gedachtegoed ventileert als zijn voorgangers. Het bewijs van vroege kerkvaders die een futuristische visie op de eindtijd hebben, is overweldigend. Ik heb slechts een selectie gemaakt van zeven getuigenissen, die ik in de volgende paragraaf zal besluiten.

Eerder zagen we bijvoorbeeld ook al dat geen enkele vroege kerkvader was die de verbanning van Johannes naar Patmos aan iemand anders toeschreef dan Domitianus. We ontdekten dat er juist heel veel vroege verklaringen waren die het tegenovergestelde beweerden,namelijk dat Johannes wél door Domitianus naar Patmos was verbannen. 958 Wanneer we dit bij elkaar optellen, kunnen we niet anders dan concluderen, dan dat de oudste kerkvaders de apocalyps niet alleen ná 70 AD plaatsten, maar ook heel letterlijk namen.

49. Hippolytus (205 AD)

“En zesduizend jaren zullen moeten worden voleindigd, zodat de Sabbat kan komen, de rust, de heilige dag waarop God rustte van al Zijn werken. Want de Sabbat is het type en embleem van het toekomstige koninkrijk der heiligen, wanneer zij zullen regeren met Christus, wanneer Hij uit de hemel komt, zoals Johannes zegt in zijn Openbaring. Want een dag met de Heer is als duizend jaar. Aangezien God in zes dagen alle dingen heeft gemaakt, vloeit de conclusie dat zesduizend jaren moeten worden vervuld. En zij zijn nog niet reeds vervuld, zoals Johannes zegt.” 959

Op het kantelpunt van de tweede naar de derde eeuw schreef Hippolytus een commentaarop het boek Daniël en maakt daarin eigenlijk dezelfde opmerking die we al heel vaak hebben gelezen bij zijn eerdere collega’s. Dat we de laatste sabbat nog tegoed hebben. Ik denk dat ik mijnpunt hiermee wel gemaakt heb.

958 Zie ook paragraaf 35, p. 94-95959 Hippolytus, commentaar op Daniël 2, vers 4

110

Page 113: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

Nawoord

In een bijna uitputtend betoog heb ik gepoogd u de beste argument tégen preterisme te laten zien. We hebben veel ontdekt, zoals wat de Bijbel zélf leert over het koninkrijk. Geen enkel mens zou vanuit zichzelf met een preteristisch georiënteerde conclusie over het koninkrijk komen na het volledig lezen van de Bijbel. We zagen dat preteristen vaak een omgekeerde hermeneutiek hanteren. Eisegese, in plaats van eiegese. Injecteren, in plaats van eitraheren. Het is een visie op basis van confrmation bias. Er wordt op alle mogelijke plekken gezocht naar “bewijzen” voor iets dat zij alreeds geloofden.

We ontdekten dat zij het daarnaast ook vaak niet zo nauw namen met de precieze details van de geschiedenis. Feiten worden gemanipuleerd, of in grote cirkels gepresenteerd zodat het globaal wat doet denken aan een vervulling van een bepaalde profetie. Er wordt veel “vergeestelijkt” en geïnfereerd. Het is een waar slagveld. We zien preteristen als Daniel Morais dan weliswaar proberen een letterlijke vervulling van Openbaring te beargumenteren, maar ook hij wisselt vaak tussen de geestelijke en letterlijke vervullingen van bepaalde profetieën, soms zelfs midden in een vers.

Als een mijlpaal staat boven water dat het boek Openbaring ná 70 AD geschreven moet zijn, en daarmee hebben we de preteristen heel veel munitie uit handen genomen. Ook hebben we gezien dat de vervulling van Mattheüs 24, zoals die door preteristen is gepresenteerd, geen hout snijdt. Als we de historie écht nauwkeurig bestuderen, zien we dat zo’n uitleg helemáál niet past in 70 AD.

Ik hoop dat u na het lezen van dit boek overtuigd bent geraakt van de onzin van preterisme en haar kleine broertje Kingdom Now. Het is een smet op het lichaam van Christus, omdat het het koninkrijk presenteert als het heden, en aldus nog niet eens een schaduw van hoe Jezus het bedoeld heeft. In de afgelopen 2000 jaar is er immers aan één stuk door ellende, oorlog en allerlei andere ongerechtigheid geweest in de wereld. Als dít het koninkrijk, of de hemel moet voorstellen, dan lijkt het voor sommige christenen meer op de hel. Denk aan de christenen in Noord-Korea of Iran bijvoorbeeld. Hoe wilt u aan hen uitleggen dat het koninkrijk er al is

Een prangende vraag die misschien bij u overblijft, is of een preterist een broeder of zuster genoemd kan worden. Dat hij of zij gered is. Mijn antwoord hierop is: ja. Ik geloof welzeker dat velen van hen broeders en zusters zijn, als zij geloven in Jezus’ ofer voor onze zonden, waardoor wij zijn gered. In Zijn dood, begrafenis en opstanding. 960 Geloven in Hem, en niet in hun eigen werken. 961 Zélfs als zij inmiddels zijn afgedwaald van de waarheid en in bijvoorbeeld niet meer in een letterlijke satan geloven, of wat dies meer zij. 962 Als zij dit op enig moment hebben geloofd, zijn zij gered, en verzegeld met de Heilige Geest tot de dag van hun verlossing, zelfs al bedroeven zij Hem. 963 Ik hoop dat dit boek u heeft gestimuleerd tot meer onderzoek, en wens u ten slotte Gods rijke zegen toe,

Unravelations

960 1 Korinthe 15:1-4961 Efeze 2:8-9962 Preterisme.nl, De Satan963 Efeze 4:30, Romeinen 8:38-39, Joh. 10:28-29

111

Page 114: 49 argumenten - UnravelationsTwee getuigen worden opgenomen 102 Een aardbeving zo groot als er nooit geweest is 107 Hoofdstuk VII: Zeven argumenten van de Anteniceense kerkvaders 108

112