489 ADR Afgewezen

3
175 zorg & financiering > 3-2005 medezeggenschap/orgaandonatie tijen denken voor het toekennen van een bevoegdheid tot het indienen van een verzoek tot enquête: de inspecteur van de inspectie van gezond- heidszorg; vertegenwoordiging van beroepsbeoefenaren (zoals de medische staf, de verpleegkundige/ verzorgende adviesraad); vertegenwoordiging van de cliënten/verzeker- den (zoals de NP/CF, een koepel van cliënten- raden en Consumentenbond). De keuze aan wie, naast de cliëntenvertegen- woordiging, op grond van de statuten toegang wordt verleend tot de Ondernemingskamer, wordt conform de regeling van het Burgerlijk wetboek aan de verantwoordelijkheid van de instelling gelaten. Ten tweede heeft meegewogen dat de Raad van State er terecht op heeft gewezen dat de cliën- tenraad geen rechtspersoonlijkheid bezit en daardoor de leden van de cliëntenraad een financieel risico lopen als zij worden veroor- deeld in de kosten. Dit kostenverhaal is mogelijk indien het verzoek niet op redelijke grond wordt gedaan. Deze verhaalsmogelijkheid is een aan- dachtspunt, maar vormt geen beletsel om cliën- tenraden in statuten een enquêtebevoegdheid toe te kennen. De verhaalsmogelijkheid beves- tigt wel dat bij deze rechtsgang beter kan wor- den gedacht aan de Consumentenbond, de NP/CF of een koepel van cliëntenraden. Indien een instelling er niettemin voor kiest om de cliëntenraad aan te wijzen, dan dienen beide partijen (de instelling en de cliëntenraad) zich wel bewust te zijn van een mogelijke veroorde- ling in de kosten indien een verzoek niet op redelijke grond is gedaan. Naar aanleiding van het advies van de Raad van State is de toelichting van dit artikel aangepast. Ten derde is het de vraag of van bewoners van een verpleeghuis of een gehandicapteninstel- ling, of kortdurend verblijvende cliënten in een ziekenhuis, in redelijkheid kan worden verwacht dat deze als cliëntenraad voldoende geëquipeerd zijn om te bepalen of er een zodanige patstelling tussen het bestuur en de toezichthouders is dat een onderzoek van de Ondernemingskamer nodig is. Ook om deze reden kan volgens de Minister eerder aan de Inspectie, de NP/CF, een koepel van cliëntenraden of de Consumenten- bond worden gedacht voor het indienen van een verzoek tot enquête. Dit alles overwegende blijft de Minister bij de opvatting om de cliëntenraden niet automatisch aan te wijzen in de amvb transparantie-eisen WTZi, maar de keuze over te laten aan de instel- ling. Een keuze met een beperkte optie, want er moet in ieder geval een orgaan dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt, worden aan- gewezen als bevoegd tot het indienen van een enquêteverzoek. Bronnen: Ministerie van VWS, de motie-Heemskerk/ Weekers (Kamerstuk 27 659 nr. 36 herdruk) en www.minvws.nl/kamerstukken/mc/2005/toezeggin- gen-ao-wtzielectieve-zorgamsterdam-west.asp, 3 maart 2005< De Tweede Kamer heeft op 8 maart jl. het voor- stel verworpen om alle Nederlanders in principe te verplichten na hun dood organen af te staan voor transplantatie. Ook Minister Hoogervorst zag niets in dat zogenoemde Actief Donor Registratiesysteem (ADR). > orgaandonatie 489 adr afgewezen

Transcript of 489 ADR Afgewezen

Page 1: 489 ADR Afgewezen

175zorg & financiering > 3-2005

medezeggenschap/orgaandonatie

tijen denken voor het toekennen van eenbevoegdheid tot het indienen van een verzoektot enquête:– de inspecteur van de inspectie van gezond-

heidszorg;– vertegenwoordiging van beroepsbeoefenaren

(zoals de medische staf, de verpleegkundige/verzorgende adviesraad);

– vertegenwoordiging van de cliënten/verzeker-den (zoals de NP/CF, een koepel van cliënten-raden en Consumentenbond).

De keuze aan wie, naast de cliëntenvertegen-woordiging, op grond van de statuten toegangwordt verleend tot de Ondernemingskamer,wordt conform de regeling van het Burgerlijkwetboek aan de verantwoordelijkheid van deinstelling gelaten.

Ten tweede heeft meegewogen dat de Raad vanState er terecht op heeft gewezen dat de cliën-tenraad geen rechtspersoonlijkheid bezit endaardoor de leden van de cliëntenraad eenfinancieel risico lopen als zij worden veroor-deeld in de kosten. Dit kostenverhaal is mogelijkindien het verzoek niet op redelijke grond wordtgedaan. Deze verhaalsmogelijkheid is een aan-dachtspunt, maar vormt geen beletsel om cliën-tenraden in statuten een enquêtebevoegdheidtoe te kennen. De verhaalsmogelijkheid beves-tigt wel dat bij deze rechtsgang beter kan wor-den gedacht aan de Consumentenbond, deNP/CF of een koepel van cliëntenraden.Indien een instelling er niettemin voor kiest omde cliëntenraad aan te wijzen, dan dienen beidepartijen (de instelling en de cliëntenraad) zich

wel bewust te zijn van een mogelijke veroorde-ling in de kosten indien een verzoek niet opredelijke grond is gedaan. Naar aanleiding vanhet advies van de Raad van State is de toelichtingvan dit artikel aangepast.

Ten derde is het de vraag of van bewoners vaneen verpleeghuis of een gehandicapteninstel-ling, of kortdurend verblijvende cliënten in eenziekenhuis, in redelijkheid kan worden verwachtdat deze als cliëntenraad voldoende geëquipeerdzijn om te bepalen of er een zodanige patstellingtussen het bestuur en de toezichthouders is dateen onderzoek van de Ondernemingskamernodig is. Ook om deze reden kan volgens deMinister eerder aan de Inspectie, de NP/CF, eenkoepel van cliëntenraden of de Consumenten-bond worden gedacht voor het indienen van eenverzoek tot enquête.

Dit alles overwegende blijft de Minister bij deopvatting om de cliëntenraden niet automatischaan te wijzen in de amvb transparantie-eisenWTZi, maar de keuze over te laten aan de instel-ling. Een keuze met een beperkte optie, want ermoet in ieder geval een orgaan dat de cliëntenvan de instelling vertegenwoordigt, worden aan-gewezen als bevoegd tot het indienen van eenenquêteverzoek.Bronnen: Ministerie van VWS, de motie-Heemskerk/Weekers (Kamerstuk 27 659 nr. 36 herdruk) enwww.minvws.nl/kamerstukken/mc/2005/toezeggin-gen-ao-wtzielectieve-zorgamsterdam-west.asp, 3 maart2005<

De Tweede Kamer heeft op 8 maart jl. het voor-stel verworpen om alle Nederlanders in principete verplichten na hun dood organen af te staanvoor transplantatie. Ook Minister Hoogervorst

zag niets in dat zogenoemde Actief DonorRegistratiesysteem (ADR).

> orgaandonatie

489 adr afgewezen

ZenF-0305 cyaan.qxd 14-4-2005 11:08 Pagina 175

Page 2: 489 ADR Afgewezen

patiëntenbeleid

176 3-2005 > zorg & financiering

Van de aanwezige leden van de Tweede Kamerstemden 78 leden tegen het voorstel en 68 stem-den voor. De CDA-fractie stemde tegen het nieu-we voorstel, behalve het Kamerlid Algra. OokVVD, SGP en Groep-Wilders waren tegen. Voorwaren (op een aantal dissidenten na) de PvdA,SP, D66, LPF, GroenLinks, ChristenUnie en deGroep-Lazrak. Vier leden waren afwezig.

In Nederland staan ongeveer 1400 mensen opeen wachtlijst voor orgaandonatie. De wachttijdis gemiddeld vier tot vijf jaar. Jaarlijks overlijdenzeker tweehonderd patiënten in afwachting vaneen transplantatie. Ongeveer 2,5 miljoen men-sen staan nu geregistreerd als donor, van achtmiljoen mensen is niet bekend of zij na hundood organen willen afstaan of niet. Mensen diehun organen na overlijden willen afstaan, moe-ten zich als donor registreren. Ziekenhuizen,artsen en belangenorganisaties van patiëntenzijn fel voorstander van het ADR-systeem,omdat wachtlijsten voor orgaandonatie hiermeeflink korter kunnen worden.

Idee

Een idee van de Minister om degenen die zichopgeven als orgaandonor voorrang te geven alszij zelf een orgaantransplantatie nodig hebben,werd door de Tweede Kamer niet goed bevon-den.

NVZ wil verdubbeling registratiegraad

De NVZ vereniging van ziekenhuizen betreurthet dat Minister Hoogervorst van VWS en deTweede Kamer het ADR-systeem hebben afgewe-zen. In het huidige donorregister staat slechtsveertig procent van de bevolking geregistreerd.Het weggestemde ADR-systeem zou dezeregistratiegraad naar honderd procent brengen.De NVZ ondersteunt de Minister in zijn voorne-men om de ‘donorvraag’ vaker aan burgers testellen, maar vindt dat daarbij gestreefd moetworden naar een verdubbeling van de registra-

tiegraad in vier jaar. Dit betekent vanaf nu iederjaar tien procent erbij.Wanneer de registratiegraad niet aanzienlijk ver-hoogt, vraagt de NVZ zich af of het wel zinvol isom het huidige donorregister te handhaven.

Geen grote landelijke campagne, wel andereacties

Minister Hoogervorst wil geen grote landelijkecampagne om meer donoren te werven, omdatdat te duur is. Wel steunt hij een oproep totdonorregistratie en is er een jongerencampagnevan start gegaan onder het motto ‘Mijn wil iswet, ik beslis’.In de huis-aan-huisbladen is in maart eenoproep voor donorregistratie geplaatst. Het gaatom een gezamenlijke actie van NIGZ-donor-voorlichting en VWS. In de huis-aan-huisbladenwijst de Minister er nog eens op dat in Neder-land een tekort aan orgaandonoren bestaat endat dit jaarlijks levens kost. Onder het motto‘Donor worden? Laat het weten!’ vraagt hij men-sen een donorformulier in te vullen. Dit formu-lier kan ook aangevraagd worden via de sitedonorvoorlichting van het NIGZ (NationaalInstituut voor Gezondheidsbevordering enZiektepreventie) of via nummer 0900-821 21 66(¤ 0,10 p/min). Om het maken van de keuze teondersteunen, heeft het NIGZ de sitewww.donorwijzer.nl gelanceerd.Ook heeft de Nierstichting in een opvallendeadvertentiecampagne een dringend beroepgedaan op de Nederlandse bevolking om haarkeuze over orgaandonatie te bepalen en te latenregistreren.

Het idee voor de jongerencampagne kwam ditjaar van een leerlinge van een school in Boxtel.Met folders, posters, advertenties en een radio-commercial wordt donorregistratie de komendemaanden onder de aandacht gebracht van jon-geren. In Nederland mogen jongeren zich vanaf twaalfjaar laten registreren als donor.

ZenF-0305 cyaan.qxd 14-4-2005 11:08 Pagina 176

Page 3: 489 ADR Afgewezen

177zorg & financiering > 3-2005

orgaandonatie

In de Wet op de orgaandonatie staat dat alleachttienjarigen een brief over dit onderwerpmoeten ontvangen. In deze brief van het donor-register wordt aan jongeren gevraagd hunkeuze, of ze wel of geen donor willen zijn, telaten registreren. De brieven, die in de maandenmaart en april de deur uitgaan, worden iederjaar ondersteund door een campagne.

Toename aantal donorregistraties

Het Donorregister heeft sinds begin in maartruim tienduizend donorformulieren ontvangen.Normaal ligt dit aantal rond de tweeduizend permaand.

Naar verwachting zullen veel van de nieuwe aan-meldingen een keuze 1 bevatten, wat betekentdat mensen hun weefsels/organen na hun doodvoor transplantatie ter beschikking stellen.Opvallend is ook dat veel mensen die al gere-gistreerd stonden door alle publiciteit ronddonorregistratie nog eens over hun keuze nazijn gaan denken. Vaak is daardoor een keuze 2(geen donatie) veranderd in een keuze 1.Bronnen: Zorgverzekeraars Nederland, 4 maart 2005,Stcrt. 2005, nrs. 45 en 48, persbericht Nierstichting,11 maart 2005, www.nvz-ziekenhuizen.nl, 9 maart2005 en berichten Ministerie van VWS, 10, 16 en22 maart 2005<

Uit een pilot in de regio Rotterdam waarbij demaximale opbrengst aan orgaandonoren inkaart werd gebracht door systematische donor-herkenning en het verbeteren van het toestem-mingsproces, blijkt dat de donorherkenninggestegen is van 84 procent in 2003 naar 96 pro-cent in 2004. Het aantal gemelde orgaandono-ren is in 2004 gestegen met veertien procent,maar er is geen significante verbetering in hetaantal geëffectueerde donoren.

Onderdeel van de pilot was het toetsen van eenbij de Nederlandse Transplantatie Stichting(NTS) ingericht Callcenter, waar alle overlede-nen, jonger dan 76 jaar werden aangemeld.Samen met de behandelend arts werd in hetCallcenter de eerste donorscreening uitgevoerd.Ter ondersteuning van de arts zou in geval vaneen potentiële orgaandonor een requester inge-zet worden. Deze ondersteunt in het stellen vande donatievraag en het begeleiden en opvangenvan nabestaanden. Op deze manier kan eengegronde keuze voor wel of geen toestemmingvoor donatie gemaakt worden door de nabe-staanden. Doel hiervan was het aantal weigerin-gen door nabestaanden te verlagen.

De ondersteunde rol van het Callcenter werdvooral gewaardeerd door arts-assistenten. Derequester is gedurende de pilot beperkt ingezet;van de 83 keer dat deze ingezet had kunnen wor-den, is dit slechts in dertig gevallen daadwerke-lijk gebeurd. De artsen wilden de donatievraaggraag zelf stellen. De inzet van een requesterheeft niet bijgedragen aan een meetbare afnamevan het aantal weigeringen door nabestaanden.Artsen, die wel gebruik hadden gemaakt van deondersteuning door de requester waren hieroverzeer positief: zij bieden ondersteuning op drukkemomenten en beschikken over inhoudelijke ken-nis en deskundigheid.

Op basis van de pilotresultaten wordt aanbevo-len om ziekenhuizen te ondersteunen in hunverantwoordelijkheid voor donorherkenning endonormelding. Toezicht op naleving is wense-lijk. Ten behoeve van de donorherkenning zaleen snelle screeningsmethode ontwikkeld moe-ten worden, gekoppeld aan het donormeldings-proces. Ten slotte wordt aanbevolen omrequesters in te zetten in die ziekenhuizen meteen groot donorpotentieel waarbij het vanbelang is dat zij op de voor orgaandonatie rele-

490 pilot: stijging herkenning, geen stijging donoren

ZenF-0305 cyaan.qxd 14-4-2005 11:08 Pagina 177