429 Macrobioot Krijgt Zes Maanden Voorwaardelijk
2
tuchtrecht en aansprakelijkheid 131 zorg & financiering > 3-2006 Het Regionaal Tuchtcollege in Zwolle heeft een huisarts uit Schalkhaar berispt voor het uitvoe- ren van euthanasie op een 67-jarige terminale patiënt die in coma lag. De man had om eutha- nasie gevraagd, omdat hij zijn kinderen zijn aftakeling wilde besparen. Toen de patiënt nog bij kennis was schakelde de huisarts een SCEN-arts (SCEN = Steun en Consultatie bij Euthanasie Nederland) in, maar toen die ter plaatse kwam was de man in coma geraakt. De SCEN-arts oordeelde dat er geen sprake was van ondraaglijk lijden en wees de euthanasie af. Nadat nog twee SCEN-artsen de huisarts de euthanasie afraadden, ging hij er de volgende dag toch toe over om, zoals hij zelf zei, de wens van de patiënt in te willigen. Tot de berisping is besloten na een klacht van de Inspecteur voor de Gezondheidszorg. Het colle- ge is van mening dat de huisarts heeft gehan- deld in de volle overtuiging het beste voor zijn patiënt te doen. ‘Alleen al vanwege de frequentie waarmee hij hem heeft bezocht, heeft hij zich uitermate betrokken getoond bij de patiënt in de laatste fase van zijn leven. Dit neemt echter niet weg dat ook verweerder kon weten dat vraag- stukken rond euthanasie van het grootste maat- schappelijke belang zijn en dat hij daar met de grootst mogelijke zorgvuldigheid mee diende om te gaan’, aldus het college in zijn uitspraak. Daar komt bij dat de huisarts onervaren was op dit gebied. Het is hem aan te rekenen dat hij in deze belangrijke kwestie het advies van de des- kundige SCEN-arts in de wind heeft geslagen. Men vindt dan ook dat de klacht niet met een lichtere maatregel kan worden afgedaan. Het tuchtcollege heeft bepaald dat de uitspraak in de Nederlandse Staatscourant moet worden gepubliceerd. ‘Het college hecht er verder aan dat de duidelijkheid die inmiddels, mede door recente publicaties van de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, red.), is gecreëerd over de zorgverlening rond het levenseinde – waaronder de afbakening tussen palliatieve sedatie en levensbeëindigend handelen – overeind blijft en zo veel als mogelijk doordringt in het veld van de beroepsbeoefenaars.’ Bron: MedNet, 2006, nr. 4< 428 berisping voor huisarts na euthanasie bij coma 429 macrobioot krijgt zes maanden voorwaardelijk De macrobiotische behandelaar A.N. is veroor- deeld tot zes maanden voorwaardelijke gevan- genisstraf. De straf werd op 27 maart jl. uitgesproken door het gerechtshof van Den Haag. Eerder was de man al veroordeeld tot dezelfde straf plus tweeduizend euro geldboete voor het gerechtshof in Amsterdam, maar de Hoge Raad oordeelde dat de zaak over moest omdat de man geen eerlijk proces had gehad. A.N. krijgt de straf omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan opzettelijke benadeling van de gezondheid van de vrouw van oud-politicus Roel van Duijn. Eind jaren negentig beval N. de vrouw een macrobiotische voedingskuur aan, terwijl hij wist dat ze leed aan baarmoederhals- kanker. Bovendien raadde hij haar af een opera- tie te ondergaan, zoals die haar door artsen wel was aangeraden. Daarmee zou hij haar hebben afgehouden van medische behandeling in de reguliere gezondheidszorg. Uit het vonnis: ‘Het hof is van oordeel dat N. (...) in strijd met zijn bijzondere zorgplicht de bij de vrouw bestaande angst voor operaties heeft aangewakkerd en met de door hem aangeboden macrobiotische oplos- singen ten onrechte de illusie heeft gewekt dat haar aldus een gelijkwaardige kans op genezing werd geboden.’
Transcript of 429 Macrobioot Krijgt Zes Maanden Voorwaardelijk
tuchtrecht en aansprakelijkheid
131zorg & financiering > 3-2006
Het Regionaal Tuchtcollege in Zwolle heeft eenhuisarts uit Schalkhaar berispt voor het uitvoe-ren van euthanasie op een 67-jarige terminalepatiënt die in coma lag. De man had om eutha-nasie gevraagd, omdat hij zijn kinderen zijnaftakeling wilde besparen.
Toen de patiënt nog bij kennis was schakelde dehuisarts een SCEN-arts (SCEN = Steun enConsultatie bij Euthanasie Nederland) in, maartoen die ter plaatse kwam was de man in comageraakt. De SCEN-arts oordeelde dat er geensprake was van ondraaglijk lijden en wees deeuthanasie af. Nadat nog twee SCEN-artsen dehuisarts de euthanasie afraadden, ging hij er devolgende dag toch toe over om, zoals hij zelf zei,de wens van de patiënt in te willigen.Tot de berisping is besloten na een klacht van deInspecteur voor de Gezondheidszorg. Het colle-ge is van mening dat de huisarts heeft gehan-deld in de volle overtuiging het beste voor zijnpatiënt te doen. ‘Alleen al vanwege de frequentiewaarmee hij hem heeft bezocht, heeft hij zichuitermate betrokken getoond bij de patiënt in delaatste fase van zijn leven. Dit neemt echter niet
weg dat ook verweerder kon weten dat vraag-stukken rond euthanasie van het grootste maat-schappelijke belang zijn en dat hij daar met degrootst mogelijke zorgvuldigheid mee diendeom te gaan’, aldus het college in zijn uitspraak. Daar komt bij dat de huisarts onervaren was opdit gebied. Het is hem aan te rekenen dat hij indeze belangrijke kwestie het advies van de des-kundige SCEN-arts in de wind heeft geslagen.Men vindt dan ook dat de klacht niet met eenlichtere maatregel kan worden afgedaan.Het tuchtcollege heeft bepaald dat de uitspraakin de Nederlandse Staatscourant moet wordengepubliceerd. ‘Het college hecht er verder aandat de duidelijkheid die inmiddels, mede doorrecente publicaties van de KNMG (KoninklijkeNederlandsche Maatschappij tot bevorderingder Geneeskunst, red.), is gecreëerd over dezorgverlening rond het levenseinde – waaronderde afbakening tussen palliatieve sedatie enlevensbeëindigend handelen – overeind blijft enzo veel als mogelijk doordringt in het veld vande beroepsbeoefenaars.’Bron: MedNet, 2006, nr. 4<
428 berisping voor huisarts na euthanasie bij coma
429 macrobioot krijgt zes maanden voorwaardelijk
De macrobiotische behandelaar A.N. is veroor-deeld tot zes maanden voorwaardelijke gevan-genisstraf. De straf werd op 27 maart jl.uitgesproken door het gerechtshof van DenHaag. Eerder was de man al veroordeeld totdezelfde straf plus tweeduizend euro geldboetevoor het gerechtshof in Amsterdam, maar deHoge Raad oordeelde dat de zaak over moestomdat de man geen eerlijk proces had gehad.
A.N. krijgt de straf omdat hij zich schuldig heeftgemaakt aan opzettelijke benadeling van degezondheid van de vrouw van oud-politicus Roelvan Duijn. Eind jaren negentig beval N. de
vrouw een macrobiotische voedingskuur aan,terwijl hij wist dat ze leed aan baarmoederhals-kanker. Bovendien raadde hij haar af een opera-tie te ondergaan, zoals die haar door artsen welwas aangeraden. Daarmee zou hij haar hebbenafgehouden van medische behandeling in dereguliere gezondheidszorg. Uit het vonnis: ‘Hethof is van oordeel dat N. (...) in strijd met zijnbijzondere zorgplicht de bij de vrouw bestaandeangst voor operaties heeft aangewakkerd en metde door hem aangeboden macrobiotische oplos-singen ten onrechte de illusie heeft gewekt dathaar aldus een gelijkwaardige kans op genezingwerd geboden.’
ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 131
kwaliteitsbeleid
132 3-2006 > zorg & financiering
De straf valt fors lager uit dan de eis: achttienmaanden celstraf. Het hof vond dat de beschul-diging van zware mishandeling niet kon wordenbewezen. Ook is rekening gehouden met de
hoeveelheid negatieve publiciteit die de manover zich heen heeft gekregen.Bron: uitspraak Gerechtshof ’s-Gravenhage, 27 maart2006, LJ-nr. AV6432<
> diversen
430 zorgverlener moet behoeften meten
De kwaliteit van leven van verwanten van pa-tiënten met uitgezaaide kanker komt in deNederlandse palliatieve gezondheidszorg teweinig aan bod. Ook wordt aan patiënten zelf teweinig gevraagd welke hulp nodig is. Dat is deconclusie van huisarts Bert Osse, die in januariaan de Radboud Universiteit Nijmegen promo-veerde.
Osse ontdekte dat de palliatieve zorg inNederland niet slecht is, maar lang niet altijdvoorziet in de behoefte van zieken en hunnaasten. ‘Het aanbod is groot,’ zegt hij, ‘maarhulpverleners vragen te weinig waaraan preciesbehoefte is.’ Om daarachter te komen ontwik-kelde Osse een meetinstrument. Twee vragen-
lijsten; één voor de patiënt en één voor zijn ofhaar naasten.De vragenlijsten zijn nog niet geschikt voorinzet in de zorg omdat ze te lang zijn. Patiëntenen familieleden hadden geen bezwaar tegen denegentig vragen, maar de huisartsen die delijsten testten, vonden ze te lang. Osse gaat devragenlijsten daarom in de nabije toekomstinkorten zodat ze efficiënt bruikbaar zijn in depraktijk. ‘Vooralsnog gaat het erom dat webeseffen dat problemen en zorgbehoeften vande patiënt en zijn omgeving systematisch encompleet in kaart gebracht moeten worden, wil-len we daadwerkelijk iets bijdragen aan de kwa-liteit van leven.’Bron: MedNet, 25 januari 2006<
431 inspecteur gezondheidszorg onder vuur
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raadvan State zette onlangs vraagtekens bij hetoptreden van J. Vesseur, het huidige hoofd vande Inspectie voor de Gezondheidszorg, in eenkwestie rond de Apeldoornse huisarts B. Mulder.
Mulder kwam eind jaren negentig in botsingmet Vesseur, die toen nog inspecteur voor deregio Noord-Oost was. Het conflict liep uit dehand, met als gevolg dat Mulder na een tijdelijkearbeidsongeschiktheid in 2004 zijn huisartsen-praktijk is kwijtgeraakt. De Afdeling behandeldein februari een drietal uiteenlopende zaken dienauw met elkaar samenhangen. De rode lijn inalle zaken is dat Mulder een broertje dood heeft
aan bureaucratisch gedoe en vooral het belangvan de gezondheid van zijn patiënten vooropheeft staan.Eind jaren negentig ergerde Mulder zich aan hetgestuntel met het bevolkingsonderzoek naarbaarmoederhalskanker bij oudere vrouwen.Mulder constateerde dat het met het project nietgoed ging en dat veel vrouwen buiten de bootvielen. Daarop besloot hij zelf zijn vrouwelijke‘patiënten’ te helpen door sneller uitstrijkjes tenemen. De Inspecteur was het daar niet meeeens en legde met de Wet bevolkingsonderzoekin de hand Mulder aan banden.Vervolgens liep een conflict over de instellingvan huisartsenposten in de regio Apeldoorn uit
ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 132
