4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar...

134
PRAELUDIEN 4 4 , 4 4 4 VERSPREIDE GEDICHTEN 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS Gedrukt door JOH. ENSCHEDi EN ZONEN 4 in Haarlem voor MAISON BLOK 4, 4 4, 4 4 4, 4 to 's-Gravenhage too2

Transcript of 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar...

Page 1: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

PRAELUDIEN 4 4 , 4 4 4

VERSPREIDE GEDICHTEN

4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS

Gedrukt door JOH. ENSCHEDi EN ZONEN 4

in Haarlem voor MAISON BLOK 4, 4 4,

4 4 4, 4 to 's-Gravenhage too2

Page 2: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand
Page 3: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

PRAELUDIEN

Page 4: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand
Page 5: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

PRAELUDIEN 4, * 4` 4` '§`

VERSPREIDE GEDICHTEN

4' * )0( '§' VAN P. C. BOUTENS

Gedrukt door Jour. ENSCHEIA EN ZONEN 4

in Haarlem voor MAISON BtoK 4 4 4

* 4 4 4 4 4 to 's-Gravenhage 19o2

Page 6: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand
Page 7: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DE ZON is tusschen de wolken zoozilver ;

Van voorjaarsregen hangt zwaar mijn hart:In neigende kelk gaat stadigstil ver-

vlieten van droppen als vloeibre smart.

In 't hel meer van de zilverdoorschenenGeurendoorvochte, trillende luchtRegendauwdroppen als eigen weenen ,Hemelkoel en hartebevrucht.

Zacht met ons mede de mindrende mijlenLeidt ons der waatren vochtschallende

tang;Donkere schrik gaan vogels van zeilenOver ons hoofden in ruischenden gang.

1

Page 8: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Vogelen kwettren hun blijde krakeelen;Ver in de diepten der bottende boomenBouwt zich de Morgen verlichte prieelen,Lokk end en noodend als opene droomen...

Hart, van de vallende, voile, zwareDroppen die weenen den voor den,Moet gij den schoonste' in uw krimpende

blarenRedden, tot nacht en gij zijt alleen.

Dat in een kus der mane bevrorenU blijve juweel van lente en jeugd,Voor komende kroon vreugde verkoren,Kristalgevangen, levendoorvleugd.

2

Page 9: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

NEEM MIJN HAND en waak, kind,en laat ons samen gaan,

Nu de Nacht haar late taak spint naaststervensbleeke Maan,

Nu de duisternissen ebben van lage landen,Nu de dichte nachtewebben verflarden

langs de luchtewanden.

Dag gaat dageraden: de Schemer schut hetvochte licht

In verlaten nachtepaden door hooge deurendicht,

Eer langs vlakgespreide lichtzeeweidenuit sluizen open

In de gulden wijlen van zijn zeilen hetzonneschip zal loopen.

3

Page 10: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Een zonnigen zondagVoor spiegel van gedachten klaarVlocht mijn Ziel het zonragVan levend haar,Toen in lichten boomgaardUw Ziel voor venstren stond en keekAls in groenen droomgaardBeeld vreemd en bleek.

Eer de Dag zal rijden door zegepoort derhemelen,

Eer op luchtetoppen weiden de kuddenzijner rosse kemelen,

Eer in puren diamantwijn de sterrepaarlensmelten,

Eer oplaait de roode brandschijn uitdonkergloénde belten,

Moeten hoog aan luchtespiegel, twee koelezwanelijven

Op weeken viiverwiegel, ons blijde zielendrijven,

Waar in vroege wake de eerste rozen blakenaan hoogste toppen van den dageboom,

Waar de zon het eerst is, waar het lichthet teérst is aan de randen van den

aetherstroom.

4

Page 11: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Dieper nog uw oogenDan de hemelwel,In klaarheid onbewogenAls nachtgras groeit langs avonddel, —Schooner dan de Nacht,Die in pronk van sterren bleekAan hemeldiepe beekDen jongen Morgen wacht.

Wijl heerscht de welbeminde Dagmorgengoudgetrest ,

Zal de wind ons vinden in luchtgebouwdpnest

Tusschen warmdoortinte wazen waar lichtuit kolk op kolk beeft,

Wiegend in de gulden mazen die zon vanwolk tot wolk weeft.

Diep to zien door wolkekloven langs grondvan aardgezicht

Trekken over groene hoven kolonnenschailw en licht ,

Over al de heerlijkheden der bleeke steden,waar het leven moordt den stillen dag,

Over diepe spiegelzalen der opale zee, waarde zonstraal breekt in trillend rag.

5

Page 12: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Zooals een terzijstaatEn kijkt nit het leven in donkerheid,Luisterend stil als voorbijgaatStappen van Dood en Tijd,Zoo keken wij uit levensduisterUit gelukverdwaasd, —Gingen niet voor ons oogen verbaasdDe hemelen open in luister?

Als Middag uitgebroken het aarddalovervloedt

En zijn effen golven strooken langsrotsbazalten voet,

Waar in lichtgestolde muren het hemelschhuis op hoog gazon staat,

Waar de Dag de middaguren op goudengong der zon slaat ,

Zullen wij de stilte plengen, o bodemdiepin lichtepoel,

Waar zon en schaduw mengen als wijn enwater koel,

Waar door boomehuiven blonde stralenschuiven to drinken van der bloemen

me6,Die in schelpeblaren d' uchtenddauw

bewaren als paarlen frisch in warmtezee.

6

Page 13: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Dagbloemen lichtgespreide ,Maandperken als bloemschoven,Oogsten van getijden,Der jaren wijde hovenZullen bloeien en verwelken,Maar wij bloesemsneeuwigIn den herfst der dorre kelkenTieren, jong en eeuwig.

Als Avonds teerdoorzichte handen dendagewijngaard lezen,

Al de trossen die nog branden inschemerloof van vreezen,

Vult de zwaargouden bokalen aanWesterpers met wijn

En ze draagt ter opperzale tot Nachtsgeheim festijn ,

Zal 'k uw oogen , dagonthulde, zich vullenzien met dieper gloed

Als blecke dagmaan gulden uittreedt insterrenstoet,

Zien het duister nissen om geheimenissevan saffieren zielevlam,

Diep in nachtekoren helle bloem to gloren,licht op levendluchten stam.

po

7

Page 14: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DE LANDEN liggen zaligwitIn voorjaarssneeuw en voorjaarszonTe luisteren naar wat de stilte bidt,Vandat de dag begon.

Al wat ik gisteren heb liefgehadEn morgen moet beminnen,Al tedrste troosten mijner droeve zinnen,Treedt mij niet tegen op dit belle pad.

Want vandaag bemin ik alleenDe sneeuw zoo blank, zoo stervensblij,Gunt dezen dag aan haar en mij;Want vOor den nacht is zij dood en been, —

8

Page 15: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

0, treedt niet tusschenSneeuw en zon,Dat gij niet met de sneeuw vergaatIn den lustvloed van die gulden bron ,En morgen me eenzaam laatZonder den ding te minnen of te kussen.

9

Page 16: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

0 ZON, leer mij uw kussen,Die Schoonheid viert en doodt:Een koele brand van leven tusschenMorgen- en avondrood.

I0

Page 17: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DE LICHTE MAAN wandelt alleenBoven de versch gevallen sneeuw : —Felle, snikkende smarteschreeuwGesmoord in hel geween.

Liefde tot kou verschilferdDaalt haar goudlicht doodverzilverd,Gulden zaad bleekvervrorenIn de sneeuwvoren.

De sneeuw ligt als haar afgeworpenMantel over de aardedorpen....0 lichte ziel, maar naakt en bevend,Die alles gevendGestegen zijt zoo licht, zoo lichtBoven der menschen gezicht.

II

Page 18: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

O God, to zien zijn weggegevenKoudverstorven, doode leven,En niet met laatst en grootst erbarmenHet kunnen warmen .. ..

Moeten dan al zielekelkenVallen en welken? Of moet ziel zelf donker verschroeien ,Een boom in brand van eigen bloeien?

12

Page 19: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

ALTIJD moogt ge schoon zijnVan nu en eeuwig:Schoon zal schoonheids loon zijnVan nu en eeuwig.

Gulden mist uit 't dal opIn lichten dag, —Droomende kristaldropIn manerag.

Wilde windewolk to drijvenNachtverzilverd, dagverguld,Schoon in levens tear bedrijven,Schoon en onvervuld.In doods geduld.

1 3

Page 20: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Al Gods komende getijdenWachten u met schoonheid :In aetherischer verblijdenImm2r lichter kroon beidt.

Zooals nacht en dagenBloeien nit elkander,Kelken licht die donkre dragen,Om den ander,

Stijgt in eeuwigjong verdwazen,Bloem die immer blanker beurten bot,Door haar dood-en-levensfazenZiel tot God.

14

Page 21: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

,90 KOM niet nader, naderDen onafzienbren sneeuwenAfstand der ledige eeuwen,Laat me, u niet te verraden,Zielschitternaakte bader,Daar is geen drift te waden,Waag u niet nader, nader....

„Ik was die vaste ster die doofde,Tijden, tijden geledenIn nacht vervloeide, En dit fijn uitgebedenLichtlied om uw oogdonkren hoofdeHet zijn de laatvermoeideTraagslepende glansschredenLangs uiterste jaartredenVan wegbezinkend lichtverleden. . ..

15

Page 22: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

„Maar o blijf op uw aardeIn bloei van roerloosheid nog evenDit korte lichtgetij,0 to laat openbaarde,Grenzend de duisternisMet uw kernblank ontstoken levenIn de matgouden nisVan dit vreemd licht dat was van mij.”

t6

Page 23: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

HA AR HART is een Kind van den Dag,Dat is uitgehuwd aan den NachtMet een uitzet van verbleekte vreugdEn een bruidschat van herdenken.

0 een lied, den sprank, dat lachAls licht in haar oogen bracht,Dat zij zie haar volknoppende jeugdEn zooveel vreugde to schenken.

Edn trillende zielelachAls nachtegaleslagKan slaan in dorre deugdFelle fontein van vreugd,En kloeken haar armen met blijde kracht,Haar borsten met leven drenken....

17

Page 24: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Stil, laat haar onder Gods gezag,In den schijn van wat door God wordt

bemind,Haar oogen naar Verre-kustsmaragdWaar englen wenken, —Een Kind.

18

Page 25: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

,,NU MOET GE wel beminnen willen,Omdat ge toch beminnen moet,

En met klare oogen zinnen willenHoe roode leven schoonst verbloedt,

En liefdes edik winnen willenTot droeven dorst van eigen gloed :

„Die nimmermeer zult mogen wezenOnwondbaarverre lichte maan,

In lijdens nachten hooggerezenLangs eenzaam koele hemelbaan,

Nu de oude wonden no6 genezenIn warmer stralen opengaan.

9I

Page 26: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Van minnen diep lag aarde dronkenIn dal van lauwen Meienacht,

Wijd meer van sterren klaar doorblonkenOnider de tinnen van uw wacht,

En in dien spiegelgaard gezonkenUw beeld in vochtverpuurde pracht.

„Uw oogen willoos neérgetogenDoor weeldepijn van wondren lust,

Zaagt gij het spiegelteér bewogenBeeld uwer Schoonheid Onbewust,

En zijt uit hooge sfeer gebogenEn hebt den schoonen schijn gekust....

„Uw zilvren mingespeende lippenHebben den effen vloed gegroefd,

En met in kus vereende tippenDen zoeten alsem diep doorproefd,

En warme, lang ontwende druppenHebben uw oogeschijn bed.roefd....

,,Nu zult gij limier beiden moetenEen aardsche Kind aan Liefdes zoom,

En met roerloosgewijde voetenU spieglen in den klaren stroom,

En lust met lachend lijden boeten,Met pijn van waken zoeten droom:

20

Page 27: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

„Een witte bloem die gloedbedronkenZich in de gouden zon verroodt,

En heel den dag zoo , bloeddoorblonken,Het geurewelmend hart ontbloot ,

En in den avondvloed gezonkenWeer bleek verteedert in den dood.”

NI'

21

Page 28: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

IN FlOOGE BERGESTILTEPrawn de jonge blijde bekenDoor lichte lommermildteUit koele keel van steile kreken.

Iedere kloof heeft eigenWater met eigen stem;Het water daalt, de stemmen stijgen:Woorden die vloeien zonder klem.

Soma; heldert den toon door 't egale fluistren:Eh bloem, die geurt to blozen

22

Page 29: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

In tuil van reukelooze, —Al beken luistren.

Zoo is het, dat een ziel in nacht hoortZiel fluisteren voorbij;Onder veel donkervluchtig woordgevleiWisslen zij klaar heur gulden wachtwoord.

Want beken al ontmoetenElkaer in 't diepe dal;De vreugdbegeerte naar wat komen zalTrilt door elks blijonstuimig moeten.

Na wilder kussen vol verzaden,Waar beddingen tot peinzen zich verdiepen,Zal uit de rustbevruchte zaden, —Herinneringen, die lang sliepen,Aan koele lippen die elkander riepen, —Rijzen blankbloeiende genadeVan bloem en bladen,En met haar glanzewiegelplekkenDen spiegel dekken.

23

Page 30: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Als zlelen twee, wier hopen lang verjaarde,Die werelds wisselschijn verblindde,In 't stille licht van goddelijke gaardeElkth hervinden:Heur liefde houdt het tar aroomVan langgeleden aardschen droom,Den geur van ouden wijn dien men als

jong man klaarde.

sg

24

Page 31: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

UREN LAAT EN LATERStreken al heur lichte wimpelenAan donkre hemelreede;In nachtstaal waterSlijpt manestraal de riemerimpelenTot zilverfijne sneden.

Wij midden in 't hart derSterrendubble, spiegelbareNacht te zweven:In helzwart zwarterRaadselstippen niet te klarenTusschen dood en leven.

25

Page 32: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Ver in nevenwereldUit hun overbergschen kraterBliksems schampen;Even puinversterreltNachtwand in dat lichtgeklaterAan der kimmen klampen....

Heb ik niet uw oogenEn al Gods andre vaste sterrenEeu wig en bij me?Wat dan ontcijfren pogenBij schijn zoo wankel en zoo verreDie licht to zwijmen?

Kan onder wijlenNiet ieder oogenblikOver de hellingWind ons beijlen,Doods enkele oogenschrikIn p lotse zwelling?

26

Page 33: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Ja, indien viel nuIn opperst onweérenGods waarheid te breken,Wat bleef, o ziel, uDan in verschrikte veérenOogen versteken?

Ach, het is al om 't even;Zoo licht, zoo heiligDrijft over nachtwaterOns innigst leven, —En dood lijkt diep en veiligNu of later.

Maar o tusschen dood en levenIn nachts diepen tooverzangNaar liefst behoevenKlaar te verzwevenZonder den overgangBitter te proeven!

27

Page 34: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

0 LAND VAN BERGEN, in wat drangnaar vreugde

Mij a wilde stroom door uw valleien snelde :Een diepstil water dat in 't Noorden welde,Wien maar vanver zijn sneeuwen oorsprong

heugde.

Daar werd ik heel van de aard, en uitmezelven

Waakte ik als uit een droom, eenveelvereeuwden,

Tom bruisend barstte en wit in schuimversneeuwde

Spiegel gewoon den hemel to weerwelven.

28

Page 35: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Door 't koele dal onder den hemel bovenAls klaarblauw moederoog in zijn

gerustheidDanste een blij kind naar bruisende

onbe wustheid ,Tevreé God achter bergen te gelooven.

Groen leven uit vulkaangeploegde voren,Vol bloemen nieuw, echo's triangeltingen,Droeg hoog de onnaakbaarheid der

bergeklingenWaar sneeuwziel lag in middagzon te

gloren.

En als met d'avond wonderdiep zichkolkte

In rust van 't bergmeer 't wild ondiepgewemel,

En in de straling van den oopner hemelDe vaste bergen diafaan verwolkten,

29

Page 36: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Dan leefde op aard wear de oude sprookvan leven,

Van iedren aardedag op aard begonnen,En bij de sterontstoken horizonnenAvondlijk als gebed tot God geheven.

0,'t werd mij droef als dood toen zwenkendzakte

In neevlenkim der bergen steile wanding,En blauw verkromp hun kamgegolfde

brandingEbbend van strand der eindelooze vlakte.

'k Groette: Gelukkig zij wier zonnedagen,Gangen van eindig- naar oneindigheden ,Uit 't dal onmerkbaar doen ten hemel

tredenEn wear gest* terug naar de aarde

dragen. . . .

30

Page 37: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Maar toen de stroom verbreed voorgoedbedaarde,

Onder de praling, Holland, uwer luchtenDe laatste effnende wieling vergeruchtte ,—Wonderverdiepte vrede waar 'k toe klaarde !

'k Zag, Holland, u in innigerverwantschap

Met al de heemlen, die u alzijds dekken,Uw wijde waatren die hen eeuwig

trekken.Op effen kim wordt heel de hemel

landschap.

Mijn eigen groen dal waarom dagen bouwenHun eeuwig wisselende wolketoppen,Dauwbergen die vervlieten en verdroppen,Tot zon en maan uit lichtspelonken

schouwen.

3 I

Page 38: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Leven van schoonheid om nieuw saloonvergeten:

Licht schemer zaligend, schemer die lichtwijdt,

E6n uur, — een eeuwigheid, — al levenslichttijd

In zuiver spieglen u zijn eigen weten!

32

Page 39: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

UW OOGEN waren er niet,Uw stem was zoo ver, zoo ver,Het was een avond zonder lied,Nacht zonder ster.

De stilte was zoo diep, zoo groot,Boven en onder en overal,Dat iedre windevalMoest brengen dood.

Mijn ziel was als een bloem naar uGrootopen,Weerloos als doodschaduwZe had beslopen....

33

Page 40: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Hoe heb ik wreed verstaanIn een stil evenDe pijn van to vergaanUit dit schoon leven.

34

Page 41: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DE ZON heeft alles goedgemaakt :De lange donkre regendagEn al zijn leed ligt met den slag,Edn straal in 't hart geraakt.

'k Dacht niet het oog des daags zoo diepAchter de wolken, dat er sliepIn donkerlaag omhangen aardvertrekkenGlorie zoo hoog to wekken.

Goud- en witverklaardeRegenwolkenStralen tusschen zon en aardeAls guldenbespraakte tolkenTusschen de vreugden van twee zaalge

volken.

35

Page 42: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

De hooge hemelen neigenDiep in vochtverheerlijkte aardegronden,In zaligheid gaat aarde stijgen:Haar bloei berankt de kimmerondenEn maakt zich hemel eigen....

0 God, wiens licht ik voel toekomend,Zonne verblindend nog in neevlen

loomend, —Een zoele zomersmart, —Zult Gij eens zoo aan dit maar donkre

levenUw late, alzeegnende lichtwijding geven,Dat het mag klimmen aan Uw hart ?

Zullen wij zoo tot U omhoog eens dragenHet minste kleinood onzer aardsche dagen,Dat niets verloren is,Dat het in d'ommeschijn Uwer genadeVan tijdelijk tot eeuwig zich gestadeIn reiner glorenis

36

Page 43: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Dan nu dees wergild straalt, dielichtdoorzongen

Tot den geheel,Hemel en aarde van elkadr doordrongen,Mil pour juweel,

Een gave vreugd is die Uw goudenhanden

Tasten en wegen,Een stille lust, waarheen Uw hooggenegenOogen hun liefde branden ?

37

Page 44: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

1\ T TIMMER , nimmermeer enKunt gij mij ontgaan.Heb elk oogenbliks begeeren:Wees die Witte zwaan, —Blanke baanLig ik voor u, lange laanVerverspiegelende watertochtenNaar mysterieuze schaduwbochten.

Alles wat gij wezen moogtHeeft den ding waarnaar het toogt,...Wees dan wereldweg, — oAltijck vind ik wel dat woord

38

Page 45: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

In zijn schoonheid nooit gehoord,Dat u lokt, zijn schooner echo,Vanwaar ge in onvindbaarheidSchuilemeit.

Eeuwig, eeuwigdoorDuur' die onvermoeide jacht;Telkens achter, telkens voorKruist mijn zilveren uw gulden voorDiep in 't donkre braakland van de

Nacht, —En de sterreschijnDien gij volgt om mij to ontwijken,Zal ik blijkenLeif to zijn.

Zoo lokt God een zielMet Zijn bloemen en Zijn zon,Liefdes zuiver eeuwigmild profielAan den horizon,Tot zij zit en zegt:Al wat Gij mij zendt en doetHeb ik bij mij weggelegd,'t Is al schoon en goed,

39

Page 46: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

't Is al goed en schoon,Maar toch eisch ik beter loon;Want al 't goud dat 'k nit Uw dagen delf,Kan mijMaar vermedren't Wreed begeeren;Neem mijn leven van mij —Of kom zelf.

40

Page 47: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

0, ELKEN DAG beginnenDit broze bezinnenAls hartdoorgloedenden wijn, —Iederen nacht vergetenDit vorstlijk weten,Dat gij zijt mijn.

Door diepe droomedalenEenzamen nacht verdwalenAls arm man zonder wijk, --In morgenpaleizenDen dag zien rijzenOver eigen wonderrijk.

41

Page 48: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Met avond sterven,Een Koning zonder erven,In koelen nachtedood gebed, —Met morgen rijdenIn feesttocht van verblijdenTer honing naar uw lichtdoorvlagde stad.

Uit iedren nacht herboren,Tot iedren dag verkoren,Een godgeroepen kind zoo vroom,Dat net diepopgetogenJongheilige oogenMag opgaan tot steeds nieuwen dagedroom.

*

42

Page 49: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

IK DENK aldoor aan cozen,Rozen wit en rood,Tot al gepeinzen overblozenUw eigen voetjes warm en bloot.

Ik boor den heelen dag als vogelenkelen,Als fluiten ver, dat krimpt en zwelt,Tot vlak bij huis uw lippen woordespelenEn al geluid versmelt.

Ik zie aldoor als blanke sterren stralenDoor 't donkerzware middagblauw,Totdat uw oogen naar mij dalenVan boven d'avonddauw.

43

Page 50: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Var[ u kan maar bij deelen droomenDe Lange dag die u verwacht;En wonder blijft uw voile komenStraks aan de hand der jonge nacht.

44

Page 51: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

WAT HANGT GE, een angstig kind,Lachweenend maar aan Schoonheids kleed,En vleit haar biddend aan en beetHaar Lieve-Leven-Welbemind?

Daar drijft in uw oogen een wolk vanvrees,

En de hemel spiegelt haar boven u,Dat voor Gods voile blijdschap reesDer eigen droefste ziel schaduw.

Zie, is Zij niet hoog en schoon genoegOm Leven to zijn en Dood u meteen?En als ons leven haar kussen droeg,Is dood niet harer kussen den?

45

Page 52: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Hoe kan dan in dier zegeningen rijOns vrees of droefheid zijn op aardDe ]aatste kus dien zij bewaartVoor u en mij?

NV

46

Page 53: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

HOE WERD TOT LICHT diep in uwoogen

Wat gistren nog geheim was?De lichte mist is opgetogen,In zon staat wat in rijm was.

Hoor van ziels bloesemstille toppenTot zondoorklankte klaarheidLangzaam ontblinken en verdroppenUw nieuw gevonden waarheid.

Uit lachen eenerlei en tranenWordt stilte die op God wacht:Smarts donkere en Vreugds lichte lanenLeiden tot waar den God lacht.

47

Page 54: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Wij stonden als twee verre vreemden ,In tranen den, in lath den,Tusschen ons week de wijde beemdeWaardoor de voile dag scheen.

Zooals een straal der nog verborgenZonne de late ster vangtEn met zich oplost in den morgen-luister die kimmever blankt,

Verschoot voor een straal uit Gods oogenDe dag tot schellen schampschijn,Een hemelvenster wolkonttogenBleekte den gelen lampschijn.

Toen rees in heelend alvermogenOver der scheiding smartwondDe spanning Zijner regenbogenVan hart- tot diepsten hartgrond.

48

Page 55: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Daar hebben Leed en Vreugd gevondenHemelgebaanden uitgang,Heur aardontwelde stroomen mondenNaar God in &nen bruidzang.

49

Page 56: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DAT 'K U dit zingen konZoo, zonder woorden, als ik 't heb gevoeld,Als zuivre vloeiendgouden zonIn levend water koelt.

Tusschen bloemen en vruchten, kind ,Is geen keuze of scheiden:De hemelzon en de luchtewindKweeken en minnen ze beide.

50

Page 57: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Al bloemen zijn eerlijkMet haar open klinkende harten,Maar ziel vindt bloem alleen begeerlijkDie straks tot vrucht wil smarten.

En nimmer volvoedend genoten isVrucht die niet klaar blijft schijnen,Schoon 't vruchtehart besloten is,Der bloeme lijnen....

Eet dan de vrucht die voedtLichaam en geest,Genoodigde op Gods feest,Die ze zag en beyond ze goed, —

En gun de ziel haar deel,Schoonheid en bloemen,Dat zij mag roemen,Haar roeping eel.

5 I

Page 58: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Want haar is niets gegevenDan dit bloeiend brood,Dat geen ontbeert ten levenEn ieder eet ten dood.

ilt

52

Page 59: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

NU TRILT op oudbekende padenI J1 schaduwnet van schaarsche bladenOver zonverlevendigd goudVan bladen ros en dood en koud.Teér oversponnen met glansdradenHurkt 't jaar stil in de zon en oud.

Opeens vergleed de dichte dekenDer witgewasschen wolkeweken;Blauw straalt de zonnehemelringAls waarheidfelle erinnering....Waar mochten al die dagen stekenDe vogelen met wie ik zing ?

53

Page 60: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Naaktbruine Zomer wankel-schijndoodRees uit zijn ondiep, geel-karmijnroodBladerenbed in killen kuil,Rillevend voor een korten ruil,En gaért uit eikeloof en wijnlootZijn eigen dorren doodentuil.

Zijn wang is bleek, zijn gang al loomer.Hoe lijkt hij nog op jongen zomer,Die was de wildste van ons drieIn uitgelaten fantasie,Almachtige oogenrijke droomerVan immer stouter utopie.

Hij wenkt, zie, in stilernstig nooden;Kom — hij is onze liefste doode:Zijn verdre slaap zij ongestoord —Al hebben wij niets dan een woord,Het lichte medelij van goden;Want onze droom duurt voort.

54

Page 61: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Zijn wij niet de eenig oovre bloemenWaarin zijn stervende oogen roemenVan heel de bontvervlogen vlucht,Wij bloeiend in begin van vrucht? —Hij wil zich vader hooren noemenNog eens, eer straks zijn zegen zucht.

Dit is de laatste, lichtste wijdingOver ons drie, de dag der scheiding,Voor ons ten leven, hem ten dood.Ons dreigt heur licht den droefnis groot,Maar onze durende verblijdingBlost nog zijn bleeke wangen rood.

flier waar in groenbesloten schaduwUw enkel oogenlicht omstaadde uEn mij, tot ons ons wereld leekMaar door uw zon bestreken streek,Brak in der heemlen licht en baadde uIn zijn alverblindende beek.

55

Page 62: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Gods licht schijnt in van alle kanten.Daar is niet veel op aard dat kantenKan sterk en schoon dat goudgeween;Bloemen wit en oogen alleenVermogen 't soms als diamantenViammen door vloed van kleurgen steen.

De dag rijpt tot den blond begrijpen.Hoe krijgen we al de ruischendrijpeHemellichthalmen in de schuur,Eer 't naderstappend schaduwuurZijn schemerscherpe zeis gaat slijpen ,Ze afmaait in nachts zwartlaaiend vuur?. .

Stil, 'k zie in open, lachvergoudeOogen de heemlen zich vervouden :Een tweede wereld is 't gewin,Verklaard tot voller schoonheid inDie diepten die de wellen houdenVan onpeilbaar innigen zin.

56

Page 63: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Ik zie de wereld tot u wordenEn u tot haar in eeuwger orde :In ons en om ons 't zelfde licht,Den dubbelschijn van uw gezicht.. . .0 ieder blad dat viel en dorde,Deed wel en waard zijn gulden plicht !

Uit hun brandpunt rijen de ringen,Uw licht, in wijddeinende kringenRustig het zonlicht tegemoet,Tot waar licht teêr in licht vervloedtAls aan der kimmen eveningenDe waatren en luchten zee doet.

Gods licht kan nooit Gods licht verdonkren;Die Hem vermoedt ziet sterren flonkrenVlak naast de vloeievlammen zon :'t Zijn bloemen steelend naar den bror ;En nooit op verste reis verdronk er eenStraal die uit dat fel oog begon.

57

Page 64: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

'k Zie als vlijm-teer getrokken tredenTot lichte laddren zich geledenDe breking van dien steilen straal,Edn lichtgestijg, den lichtgedaal:Door aardschen schijn en donkerhedenBlijven het woorden van den taal.

Zij sneeuwen uit hun hooge plaatsenTot waar ze in strakker spanning kaatsenUit zielen, zoo beroerd, ontbrand,Luchters in 't onderwolksche landBij dag en nacht; want nook verlaat zeBlijdschap zoo licht, zoo hoogverwant.

Zie ver om ons heur zilvren zaamlen,Al wereldarmen, naakten, schaamlen ,Lichtend nacht in als baak op baak:Elk doet zijn onbewuste taak;Al hun lichtzingen, hun lichtstaamlen,Het is denzelfde godenspraak.

58

Page 65: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Schoonheid ontvangen en ontstegenDaalt immer weer in nieuwen regen,Helleren hagel, goudner sneeuw;Zij kent geen jaar, geen dag, geen eeuw, ,En nimmer liet heur vlammezegenEa trouwe ziel donkere weéuw.

Nooit eenzaam hebben we aangebeden.Uit voile landen, voile stedenSiaan lichteklokken overweérBliksems van dit wolkloos onweér:In gloed dier wisseleeuwge zielhaardstedenVlot yolk op yolk langs levens veer. —

Wij keeren zwijgend de avondwegen.Zomer is heen, een klaar ontstegenWolk, die zijn vollen zegen gaf,Vlamkoren terend korl en kaf.Ons waait de wind voor altijd tegenBloei van zijn onbekende graf.

59

Page 66: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

En kalm zijn eigen lichtgraf gravendStaat in den rood-en-roomen avond,Hartedoorgloeid, maar kernekoelDe lage zon, bereikbaar doel. —Ons vindt winter veilig gehavendIn diepe baai van klaar gevoel.

&

6o

Page 67: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

HOE SCHIJNT van avondstrandDoods overkantLichter dan heel dit land van leven:Zoo twee jonge oogen sterrestomZien klaargeheven,Dood, uit uw schemer om.

Gij hebt in blind bestaanUw oud geheim verraen:Geen kan meer in uw duisternis gelooven,Nu ge die belle lampen stal,Die heel de reis door schaduwdalNiet zijn to dooven.

0 ik dada altijd welMenschelijk spiegelspelAl de verschrikking van uw schijndiep

duister:

6i

Page 68: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Ons eigen oog ontwolktDe vrees die u bevolkt,Ons adem keen uit u in angstgefluister.

Mij is dit licht gezichtVan licht tot lichter lichtDoor ondiep donker onverstoord gebleven,Voor al komenden tijd0 zoete zekerheid:Daar is geen dood, maar enkel leven.

Voorgoed bij helder weerVan droefnis teérAan overzij van zethuischend klagen,Ligt nu verklaard doods donkre schijnAls eng ravijnVan zomernacht doorzichtig tusschen

zomerdagen.

po

62

Page 69: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

TUSSCHEN DAG EN NACHTziels altijdetrouw betrokkenavondwacht.

Komende' oogeblikwisslen Dag enNacht hun wachtwoordin beroeringsevenschrik.

Raggegazen netstaat ziel luister-wijdgespannenuitgezet .....

63

Page 70: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Al voorbij: ter stondneigde Nacht zichin 't voorbijgaanover Dags bleek-bloeden mond.

Sterreflikkervlijmschiet onhoorbaar-hoorbaar door demazen Levensfonkelschoon geheim.

64

Page 71: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DIE U WEL van den hemel weer,Maar grondloozer dan heemlen vondtHemel weérkaatst in aardegrond,Al was de spiegel duister, Teed ,...

Nu klaar en zoo veel dieper wonBlijdschap en daarin weggeleidIn inn'ger tegenwoordigheidDan schijn van ster en maan en Ton

Hemel en aard geluk-doorweld, —Wat avond lang schemer-voorsprakRimplend Tangs aandachts zilvren vlakLichthuivring bevend God gespeld, —

65

Page 72: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Zal hier, Ziel, zijn uw slaap en rustIn koelen dauw van bloem en gras,Een stille vogel aan zijn plasIn vleugelen bezit gerust,...

Tot als nieuw zangtij dageraadt,Met nachtegaal en leeuwerikUw schoone droom in lichten schrikVan tang de laaie wolken slaat

En juicht in eindeloos beginBoven der menschen hoofden uitMet wondervreemd, herkend geluidDe vreugd der aard den hemel in ?

pe

66

Page 73: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

UIT DIEPEN maandenstillen droomvan u

Rees ik wakker den korte huivering ,En met slaapwarme voeten op den killen

vloerKeek ik uit vensteren en zag de maanEn de aard daaronder als een vreemdschoon

landVan bloeien en van zingen in den

Meienacht. —

Ik wist u niet. Der nachtegalen schellevreugd

Voelde ik wel echo van 't verstild gelukWaarvan hart nog zijn roode-bloedlied joeg,Spraaklooze wel van blijdschapsdrang om u,

67

Page 74: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Den droom waarop ik mij vergeefs bezon.En ik was vol van u en wist bet niet. —

Als een die vindt in diepste kaamren vanden Slaap

De blinde deur die leidt uit 't droompaleisDoor echolooze gang naar 't huis des Doods,En waagt geen stap vooruit in die

vreemdkille woon,En zint vergeefs terug naar d' afgebroken

droom,Zijn leven zoet waarvan hij niet bewustDe laatste lange teugen heeft geproefd, —Zoo stond ik zinverdwaasd tusschen

maannacht en u ,Als een slankijle schaduw die verkrimptTusschen twee vlammen. Doodkoel was

mijn hoofd,En wonderwichtloos droeg 'k mijn ziel zoo

zaligleégAls fijnkristallen vaas vol puur wit water:Zoo licht waart gij in mij...

Toen sloeg de Tijd,Een heesche wachthond op een ver erf, eenDer lange uurnamen van den voornacht aan.En van den hoogen hemel viel een vuren

sterAls donderlooze stralen bliksem in mij neer,En doofde niet, daalde tot om die belle kernPlotsling in heidre leegt" verkristallijndDiep in mij stondt gijzelf ten voeten uit.

68

Page 75: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

En uit mijn oogevenstren brak uw felleschijn

Zoo diamanten , dat het nachtlicht vloodSchuw voor u uit, en aan ontsterde luchtDe maan zelf hing een doffe roode lamp.Als luidelooze lichtstorm bliest gij van mij

uit.En in dien witten herfst viel blad en bloemMet doode vooglen op den glasdoorgloeiden

grond...

Toen heb 'k mijn oogen om u dichtgeklemdEn heb mij ruggelings met u gestortIn donkren tegenstroom van diepen slaapEn meengen ongezienen dag en nachtDreef ik , een donke y beeld om al uw licht,En vind ons beiden nu hierheen geredIn 't eigen rijk van Droom, ons eerste thuis,Dat zooveel dichter bij het land der

goden is,Dat ik in vreeslooze vertrouwlijkheidU zien mag buiten mij en in mij wetenEn — 't eenge wat ik ooit begeer — mijn

eigen zijnAknschouwen in uw leven-eenend lichtEén klaar geheel : een diepe zuivre roos.

69

Page 76: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DE DAG staat als een maal bereid.Ik proef in 't zuivre morgenlichtAls een nog woordeloos gedichtUw nae afwezigheid.

De verten zijn al luw van u,Waar zon de laatste neevlen reeft,Gij zijt al in het windbeginDat door de teere toppen beeft...

Breng mij mijn deel van 't koel gespeelDat tintelwater achter wilgen doet,Van 't luchtazuur dat als blauw vuurDoor dichte linden gloedt.

els

70

Page 77: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

HOE ZULLEN ooit mijn oogen boetenZonde van tranen vOor u geschreidAl hoorde ik al dien tijdDen zilverregen uwer naderende voeten ?

'k Heb niets dan tranen. Kunnen nieuwetranen heilgen

Dit huffs door oude lang ontwijd?Wat bant de donkerwijlgeWeduwen Wanhoop en Hartespijt?...

Ik zag de zon door tranen,En de maan is een maan van weenen,En moede sterren glans-verschenenZwermen Naar blinde banen...

71

Page 78: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Zeg wat ik diep hoor als Gods stemMet uw stem, dat ik 't mag gelooven:Dat God nog licht heeft bovenDen dag die daalt en keert tot Hem.

if

72,

Page 79: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DE NACHT is bloemestil uit daggegroeid.

Als hadt gij nu ge sliept,Mijn licht aldagedenken dat me nooit

vermoeit,Heel tot de sterren u verdiept.

Daar zal geen maan zijn in juweelen nacht,Daar zal geen slaap zijn in mijn oog...Tusschen gespannen boog en boogGaat durend aan de kalme wacht.

'k Heb sterren nooit zoo als geluk gevoeld,Zoo dicht nabij , zoo veilig ver,Zoo waar en klaar bedoeldOm u, mijn eigen witste ster...

73

Page 80: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Ik heb alleen mijn hand to strekkenNaar de allerschoonste;... 't zachtste

zielewoordZou veilig over blauwe stiltevloeren

trekkenTe kloppen aan Gods hooge poort...

Zoo zeker, zoo onnoodigAls voor gelukkig kindZeggen is overbodig,Dat hem zijn moeder mint.

74

Page 81: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

UIT GODDLIJKEN gedulde,Die geeft en nimmer armer wordt,Wil gracelijk vcrschuldenDit schaambekend tekort :

Dat in de schaduwlooze hallenVan 't zilverenomzuilde huisNaar echo van smarts dorre-blthgeruischMijn schuifelschuwe voeten vallen;

Dat maar door mat-albasten wanden,Waarin zij zelf zich heeft gemuurd,Van oogen dof en bleeke handenZiel haar verrukking vuurt;

75

Page 82: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Dat stem , haar eenig goed, die zingt tosprek en ,

In 't slanke streven van den gulden LoonNaar donkren barst voelt snikk end

overbrekenHeur broze schoon ...

Ik kwam door verre schemerlanden ,Door diepe dalen bladerdicht,Zag jarenlang als wanklen nachtschijn

brandenDit groot en zuiver licht.

Ik kwam door blinden mist getogen ,En dikwijls brak de stralen draadDie veilig vanuit minnende oogenMijn voeten had gepaad.

De liedren die ik onbegrepen leerdeEer hart zijn eigen tonen vond,Waren van u niet; als ze in nachtangst

keerden,Proefde ik hen bitter in mijn mond.

76

Page 83: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

1k zag de wereldlenten rood van purprenlusten

En zomers zwaar van denjaarsch ooft,De winters onder wier sneeuwen berustenAl korte brand lag uitgedoofd.

Als over wijde waatren fluisterwoorddeUw verre profetie,Verbruiste in nae branding voor ik hoorde,De gave melodie.

Het stille hart waaraan mijn dorst zicheerst verzaadde

En dat u zeker wist ,Dacht beter u, in zoetbezonnen list,Haar kind niet to verraden.

Zoo sta ik voor u arm-in-rijkdom als hetliedrenzware

Han van het schijnverweesde kindDat wel zijn moeder in de late donkre jaren,Maar de open jeugdstem nooit hervindt.

77

Page 84: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

VERDONKERD LIEF, ik heb eenwoord voor u.

Berg naar de daleschaduw van mijn borstUw ooggedoofde hoofd en luister stilHoe zuiver dit diepdonker hart in mijZijn doffe bloedoctaven meéklopt metHet sterrenlied dat over u verstraalt.

Zoo eenzaam zijn we in d' ommennachtedood,

Dat, dichtstbij Leven, schijnt de naastester —

0 al de sterren alien even na!...

En als mijn oogen naar de heemlen gaan,Zien ze uit die spieglende doorzichtigheidZich zoo verdiept en duizendvoudig weer,Of daar nachteeuwig, wemel-stilgestoldIn vuurkristallen , boven d' afgrond trilt

78

Page 85: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Dezelfde doodnabije gouden-huivring dieKoelijzig ziel en worteldiep doorsneed ,Toen wij in avondlijke helderhanEn duizeldicht neigen van oog in oog,Naar onbereikt geluk weérspiegeldenElkanders ademlooze oneindigheid .. .

O boor, wat nimmer dag beluisterdeMaakt ver muziek in stilte van den nacht...

Zijn dit mijn woorden, hartgelegerd lief? —Woorden die verder dan de sterren gaan,Dat op d' aetheren deining van den zieleslagGods bakenen beefdobbren in den open

nacht ?

Of waaiezijge' in dauw van klanken totons nth

Geuren van dien eeuwig vrucht-loozenbloei,

Bloemen wier rei van raadselreeksen hangt,Hart-neigendopen naar de bloemdichte aard,De zilvren perken vol van 't glooiterrasMet schrik van gulden onbereikbaarheid ,Zoovaak de schaduwzachte hand der NachtDe wijde hemeltuinen opensluit?

A weet der sterren bloeien wel, mijn lief...

79

Page 86: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Menigen nacht wanneer uw zoete zorgOm mij en ons dagma droomziek gelukMijn oogen zond to kussen jongen Slaap,Het godenkind dat uwe wenken dient,Nam 'k uit zijn zuivre stilgereede handDen vollen, koelgekruiden beker niet,Maar nachtekort door engen oogegangZwermden de bijen der gepeinzen uitEn puurden uit den stralen hemelbloeiDen honing waarvan nog ons liefde leeft...

Maar nu , — o 't zingen van de sterren inden blanken nacht!

Al nader en al luider... Geen ander geruchtVer of nabij stoort. Onhoorbaar spoelt tijdDoor eeuwigheids getrouwen .. .

't Sterrenlied alleen:Of in de hooge diepten van den zilvren

nachtStilte met tare vingerspitsen gleedLangs harmonie van zuiverhol gerand

kristal...

0, 't donker bloedlied van ons kinderhartDat bijna-stil, altijd war echo-reesNaar diepsten toon der wijdmurmlende zee,Naar wind die huiverruischt door zomerloof,Zielsmelodie op wier glaszuiv'r akkoordAl de schoonzeggren van dit donkre zijnDe duistre raadslen zangeklaarden naar

8o

Page 87: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Het lichte nieuwe raadsel van Gods openlach

Schoonheid die zelve nooit in woordenbreekt,

Is dit haar eindzang, nu ze nit sterrennedersUist?...

Hebt gij het tinkel-even woord verstaan,De sterrenboodschap, lief, voor u en mij?Red u, o red u nader aan mijn hart!De aard stoot ons van zich weg, vervoering

rijstTot bergen onder ons, den sterren toe...Hier op de toppen van verrukking, boorDe droeve heerlijkheid van ons geluk...

Die ander, lief, voor wien gij mij verraadtWanneer uw oogen doel-onzeker van mij

gaan,Naar wien uw armen, die mij zaligen,Reiken uit wanhoop van te groot geluk,Naar wien te denken gij mij fluisterkust,De sterrenprins dien gij u weer beloofd, —Mijn droefverrukte lief, ik ben het zelfw

Wat donkre liefde dan te zoeken daalden •we of

Naar dit vreemd duister land van min endood

81

Page 88: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

En schaamte, blijdst, van lijfbesloten bloed,Wij toch bestemd elkaer te vinden eens-

voor-al ?En waarom bleef ik niet in eigen rijkU daar te tronen naar uw heerlijkheid,Noch gij uw zilvren eeuw en door te

luisterenNaar 't zuiver speelwerk van uw

godenhart?...

Te laat , te laat ! — De nacht stort ingeluid!

De maan heft over ons haar bleekverbazen !

82

Page 89: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

0 ARM MIJN HART dat maar kuntzingen

Onder de luchtige vluchtige vedelstrekenvan vreugd,

Wat moet u steeds to zingen dringenSmart die heugt?

Is dit uw leven : lijden, lijdenUw lange sprakelooze tijden,En dan de korte zingende MeienNog verschreien ? —

83

Page 90: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

O lustige speler,Die zoo zelden, zoo zelden dit zinggrage

hart houdt,Vreugd, vingervaardige vedrvlugge vedlerOver dit somberheltonig fluweel-

donkervolle levende smarthout,

O eens, denmaal, eer voorgoed de snaargesprongen is,

In een zacht-heerlijk goddelijk-duriggeduld, — o nu!

Speel, speel uit tot al smart volzongen is,En dan den laatst, zuiver, klinkend lied

van u.

84

Page 91: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

COOK IK WAS een zoon van koningen,Eer ik kwam tot u:

Al gaven Gods als slaven in mijn woningenVoedden mijn haard met vlam tot nu.

En de dag was den hel feest, toen ikkwam gereden

Te zien uw aangezicht;Ruiters en knechten, blanke banen

breeddenAchter me in 't licht.

85

Page 92: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Rijp vielen mijn bevelen, hoofsche bedenVan een die eischen kan,

Wijl onder stille morgenzon ons troepenstreden

Man tegen man.

Met 't klimmen van de zon klom't zwijgend moorden

In dien vreemdstillen slag,Zoo stil, dat men aan glazen dagwand

hoordeTijds stagen slingerslag.

Maar met den middag hief uw zwellendmedelijden

Het blind vizier omhoog;Over den hemel, over de aarde breidde

Zich de afgrond van uw oog.

86

Page 93: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Levenden, dooden, alien trok die diepetoover,

Wolken vervliedend naar zomerzon;Niets bleef, het licht liep naar u over

Alsof de nacht begon.

Gij zaagt nieteens van uit uw luisterDen spotgekroonden man,

Die dreef in waanzin tegen wal van eigenduister

Zijn steigerende span.

Die nu zal gaan tot vroegere gelijkenIn onbegrepen nood,

Zooals een arm man lacht bij rijkenDen bittren lach om brood.

87

Page 94: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Wien werelds wind en eigen wreedevingren tokken

Hartstrengen broos,Teérvleezen snaren trillend overtrokken

Zieleklankbodem eindeloos.

si

88

Page 95: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DIT BLEEKE HUIS toen ik er meestvan heb gehouden,

Lag diep in dal van zon en groen ,Nu stijgt het staig in hooge koude, —Regenseizoen....

De regen striemt en straalt de ruitenBlind, en weent voor mij:Geen kan zien vanbuitenOf ik lath of schrei....

Het moet wel zijn een hart dat treurt,Pijnlacht naar oude zonnesympathieAls een die onbestendig neurtNaar een verloren melodie.

89

Page 96: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

TOEN LEEK DE SNEEUW in 'tblindendvolle vlokken

Zoo de beloofde koelte die geneest,Dat uit Naar droe ve huis mijn ziel is

uitgetrokkenOm deel to hebben aan dat witte feest.

Heur waren daglang wind en sneeuwgespelen,

Drie blanke vreugden in omdempte hal,Een wit gestrook van kussen en

krakeelen,Vluggende voetjes in onhoorbren val.

90

Page 97: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Maar eindlijk bleef ze alleen; de lieve logenDer sneeuw lag roerloos , doodverslapen

waan,Met veel omkijken uit noO-scheidende

oogenWas wilde wind naar huis gegaan.. ..

Toen , scherp en eenig, voelde zij denhonger steken

Naar diepe , koele rust van ongemengden

En gaerde gauw de sneeuw tot slaap ,dichtdekkende deken

En taste ze op tot peel onder koortswarmenslaap.

Edn oogenblik sloeg over haar dichtwakkereoogen

Golvende illuzie , de aém der droomendeaard :

Met haar en al haar bloemen slapen mogenTot volgend voorjaar en zijn vast geluk

bewaard.. . •

91

Page 98: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

In tranen smolt de sneeuw om datlentwarme wezen ,

De doode aard onder haar werd lauw envocht.

En rillend rees zij in teér-angstig vreezenLeven te wekken , dat zij niet te voeden

mocht.

Toen stond ze en wist, en zag haar eigenverren winter

Kristallen kroon aan 't eind van diepenzomerplicht;

En groetend evenbeeld brak roodezonnesplinter

Door witte westerwolk zijn warmbloedendelicht.

92

Page 99: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

TUSSCHEN VERLANGEN en gemisHeb ik gestaanOok in mij is opgegaanGeluks ontvangenis.

Veel liedren zingt verlangen,Gemis heeft woorden veel, Hun ruischeringloop houdt gevangenSteen stil en eel.

93

Page 100: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Zijn licht is dieper en zachterDan woorden zijn, —Het daagt er niet of nacht erIn eigenlichte mijn....

0 alles is schemer van droom en slaapEn fluisterzee van nacht, —Alleen , in eeuwiglichte wachtSteigert die gene kaap.

En wordt gemis al nieuw verlangen,Een stern die klaar naar God mag zingen,Treed ik de lichte golven van gezangenDoor donkermompelende droomelingen,

94

Page 101: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Toch zooals ziel omhooggestegenIn drooms verlucht gehalteZiet diep en donker onder zich gelegenAnker van lijfsgestalte,

Zoo weet ik eenig uit dit onbewuste levenWelks schemerzangdroom naar al dieper

nacht gericht is,Goudenste zelf achtergeblevenVer waar de kim nog Licht is... .

Daar is schreien voorhands genoeg en lachOm wakker to blijven uit den dood,Maar droom van dood en leven, nacht en

dag,Morgen- en avondrood

95

Page 102: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Zijn maar aan mij verloren, die uit langenooggeloken kinderschroom

Een oogenblik klaar wakker was met God,En nu slaapwandlend troostemurmel totDit vreezend hart : 't is alles maar een

droom.

96

Page 103: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

AL SCHOON DAT 'K LEEWelde uit den bron,Den verren horizonVan blauwe lucht en blauwe zee.

Al schoon dat 'k wonVergleeNaar blauwen horizonVan verre lucht en verre zee...

Dat's Schoonheids trouw,Die gaat, maar altijd keertNaar hart dat nieuwe blijdschap heeft

geleerd.Zij draagt geen rouw.

97

Page 104: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Mijn hand is steeds gereedTot welkom en vaarwel,Mijn oog is stil en klaar op haar: het weetHeur spel.

cit

98

Page 105: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DAUW EN TRANEN KOMENMet den avond ,Wereldwijd

Ziel en bloemen lavendDaalt Gods heerlijkheid

Heel de dagbezonken stilte door to droomen.

Altijd vindt de dauw welOopner bloemenDiepen dorst;

Al wat God durft noemen ,Iedre menscheborst ,

Voelt zijn vrede vochten in vlindervaagstevouwsel.

99

Page 106: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Zon , wier oogeluchterFel van bovenUur aan uur

Schroeide in donker dooven,Door teérvocht glazuur

Vleit uw blik van oog tot oog mijn liefdeschuchter.

Smart in wereldsch rouwkleedBits verwezen,Droef bespot,

Nu weet ik uw wezenVoor een kind van God,

Nu van elpen leden schijn in vouw navouw gleed.

Keer en kom , ik deel uAlles, 'k noodigArm en blij;

Niet veel hebben noodigTwee zoo droef als wij;

Gaarne leen 'k vannacht uw moe hoofdd'eigen peluw.

I00

Page 107: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Heden moogt gij toevenHeel den nacht enMorgen ook,

'k, Zal uw voetjes zwachtenIn oudlinnen strook,

Raden in het donker elk vluchtigstbehoeven.

Zie, mijn huis is ledig;Het is uwer,Zoo gij wilt;

Werelds winden luwen erDiep in bladerstilt',

En zijn schaduw zij uw oogen koel envredig.

Want uit Vreugde had ikAl dees jarenGeenen zoon,

Maar gij zult mij barenJongen sterk en schoon,

En om u, om u alleen (nu weet ik 't)bad ik.

IOI

Page 108: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Dat kind zal ons saamzijn,Laat het levenUit uw schoot,

Liefdes wijding gevenTot voorbij den dood,

En Geluk zal toch in 't eind zijn zoetenaam zijn.

Ik,

102

Page 109: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

VANDAT GIJ ZIJT daarheen verloren,Is wereld den muziek to hooren.

Klaar over leedverdronken landToont klokkezang van d' overkant.

Den langen nacht, den langen dagHoudt aan die spotvedlende lach

En viert in klankgekoelde wraakZijn melodieuze leedvermaak...

Ik weet niet of ik schreien moetNaar luchte maat van verren voct, —

Of lachen dat bedrogen wereld gaatDe zoete wijs die geen dan ik verstaat.

103

Page 110: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

WIJKT TERZIJ! wijkt terzij!Komt mij niet te dicht voorbij,Gij die iets hebt te verliezen,Hoort de wuivende oeverbiezenWaarschuwdeunen windeblij:Wijkt terzij! wijkt terzij !

Zooals rozige avondwolkIn de koele kimmekolkDroef en noode vallen laatAl haar zonontleende prachtVoor haar lichteloos gelaatIngaat in den nacht, —

Neigt gij nimmer veilig overMijnen spiegelenden toover,

104

Page 111: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Aller schijneschoonheid roover,WilleloosTrekkend al het godgelijkeVan wat vooglen overstrijken,Roof die zinkt zonder verrijkenKil en doodsch:

'k Zal u nemen wat gij hebt,Al de erinnring aan den lachWaarmed God zijn zielen scheptTot hun blijden aardschen dag,Zooals maan de ster omwebt,Zelf in zonnevloed verebt...

Naakt en ledig zult gij gaanMeer bezwaard door lichter last,En uw oogen zullen staanDof om donkre smart gekast,Ondiep leed dat nimmer wastTot den zegen van den traan, —'t Lied der zee of 't lied der blabZult gij nimmermeer verstaan,Feest van zon nosh feest van maanWachten u als gast.

105

Page 112: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Nooit in lentelauwe tijden, —Ziels diepinnigste behoeven, —Zult gij bloeiend openbreidenLevens goudbezonken lust;Nook in Schoonheids teér herproevenBloembewustVreugd en lijdenDeugd belijdenUit de vred van worteldiepe goderust,

Maar in bleekverzegeld levenAl uw bloed en warmte gevenWeg aan onbegeerden dood,Dragen als wrangzoet verlangenKind dat zonder lust ontvangen,Sterfgeboorte wacht in uwen schoot...

Wijkt terzij! wijkt terzij!Komt mij niet te dicht voorbij,Gij die iets hebt te verliezen,Hoort de wuivende oeverbiezenWaarschuwdeunen windeblij:Wijkt terzij! wijkt terzij!

31)

io6

Page 113: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

O P BLANKE HEUVLEN woon ik nu,Al venstren open op het menschenland,En den eng duister raam naar 't strandDer eindloosheid van zee en u.

Ik zie door glazen dagen ofNaar 't boosgoedmoedig yolk dat bont

vertreedtLangs voile paén zijn vreugd en leedVan de enge wieg naar 't enge graf.

Maar waar geen vaste wegen zijn,Waar iedre wind zijn andre baan plaveit ,Van zee wacht ik uit nachteschijnUw komst en Gods gestelden tijd.

107

Page 114: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

En droomaanschouw hoe klaarbelichtVan zeilwit schip dat glijdt door manerust,Een zachtverwonderd aangezichtZich keert naar de onbekende kust, —

Of beefverneem uit stormezwartEn schemerschijn van wielend schuim, hoe

noodtDoor veege keel sterfeenzaam hartTot laatsten lust van d' &nen dood.

Io8

Page 115: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

OP BLEEKBEZONDE voeten looptDoor oogstgeleégde zomerlandenVreemdblonde Herfst, en plukt en slooptMet voorkeur van zorgteére handenDe bloemen welk, de bliren geel en roodTot wij van dagelijkschen dood.

Nog klaart de morgenheemlen blauwDe matte glimlach uit Naar oogen,Maar korter zon kan nooit den dauwVan 't lange nacht-weenwaken drogen ,Dat immer keert in donker durenMet breeder kring van lichtverlaten uren...

109

Page 116: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

O niet voor mij de hartstochtlauwe dag:Fletsblonde golving van haar regenzware

wrongen ! —Mijn was mijn Zomers goudgebronsde lach,Met jonge Lente heb ik 't hooge lied

gezongen...Te lang al op dor praalbed ligt to prijkArm Zomers zongebalsemd lijk!

'k Haat de valschwarme levenstintDie nevelspieglen op zijn wangen

spreiden,Zijn doodverstild gelaat waar ik niet

wedervindDie lichte wellen van verblijden,Zijn oogebronnen die haar vreugde baatten,Honingpure ernst uit volle harteraten.

Ik wil niet langer met de verren staanIn strakken plicht van klankloos treuren; —'k Gal niet lachvleiend tot zijn bleeke

hoedster gaan ,Dat recht mij als haar gunst gebeure...Jongwilde smart van ingehouden tranen

grootVerlangt voor zich alleen heur doode bleek

en bloot. ..

I IO

Page 117: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Vaart aan door den welkwean hoon,Strooit Schoonheids late en overrijpe

vruchten,Schalt door de stilte uw breeden orgeltoon,Al woeste stormen uit de Westerluchten!Bouwt in luchterdoovende koningszaalBrandstapel van den ouden praal!

Heft daar de strakke schoonheid van zijnleden

In vlam van loover dat zichzelf verbrandt,En vult met rouwmisbaar de breedeMijlen van zijn vereenzaamd land...Harts urn staat ledig lang en reinbereidWaar Zomers asch zij weggeleid...

Hoe lang eer sneeuwen glorie doove endekk'? —

Ik kan niet weren uit mijn zomeropenWoning en killend huisvertrekDe slavenvoeten aangeslopenWaar goden in den tijd die is geweestLachten en dronken hun aldaagsche feest.

III

Page 118: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Maar diep onder 't geheime luikBlijft voor den ongeweten morgenVeilig in zijn koelleemen kruikRest van Vreugds ouden wijn geborgen,Dat ik niet doodarm word' verrastDoor d' eenigzeekren, laatsen hooge-gast.

IM...t-,.

112

Page 119: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

ZOO VALI IN droeve deerlijkeSchaduwbron

Zichzelven to verheerlijkenDe groote gouden zon.

De stralen spelezinken grilligIn tintelbad, —

Weérdonkre waatren wellen eeuwigwilligBoven den schat...

0 hoe na korte glorie keerend duisterBitter smaakt! —

Daar is in diepte onpeilbaar door deneevnen blister

Wondere wel geraakt:

I 13

Page 120: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Die in den middag door de zwoele schaduwreizen

Waar de straal zonk,Zij nijgen naar den gladden spiegel, prijzen

Den koelen dronk;

Zij trekken naar de horizonnen allerwegenVreemdgesterkt,

Dragen ten dood, ten leven meéd' onzichtbren zegen

Die in hen werkt.

114

Page 121: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

DE ZEILEN VOOR DEN WINDspreiden zich vleugelwijs.

Het schip gaat ongemoeid zijn avondreis

Naar roode havenbaak door duisterverreVerstrooide vloten -van toplichten , lage

sterren.

Zwart blikkerwater licht en zingt dieplangs de kiel met vocht gebuis,

Om 't roerelooze roer sproeisprankt hetdiamanten gruis.

115

Page 122: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Wij zitten ieder in zijn stillen hoekGesloten van elkander. Elk heeft zijn

bezoek.

In witten weérschijn van de nachtvergrootezeilen

Komt krans oogopen aangezichten met mijwijlen.

Zij schrikken of verrassen niet, zoo eigenZijn zij. Beminde dood- en levenverren

komen zwijgen

Hun vast uur; alien vinden d'eigenglimlach reede

In de vertrouwlijkheid van d'avondvrede.

Zij zitten onbeweeglijk, wiegen even maaruiteen,

Wanneer van d' overplecht een vragendwoord komt treen,

116

Page 123: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Tot antwoord van mij is gegaan metluchten voet

En stappen vriendlijk-onverschillig vangewoontes groet.

117

Page 124: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

NAAKT ALS ZIEL TOT ZIELKom ik, Zee, tot U.Aardsche bloesem viel,En mijn oogen schuwVoor Uw klaren dag

Dekken zich met eigen bloesem, blankengodgeleenden lath.

Voor den avond heeftZiel 't bizonder kleed;Heel heur leven weeftHaar doodswa gereed ,Maar wat zij ook spon,

Tot U komt ze als die in wolken treedtvoor 't aangezicht der zon.

118

Page 125: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Zij die achter lachLich het liefst versteekt,Soms maar aan den dagNoode in tranen breekt,kilt zoodra gij noodt,

Altijd naakt en altijd lachend tot Uwlustenloozen schoot.

Zee, welk zoet geheimWeet ik met U saam,Dat als rijm op rijm,Als vleinaam op -naamOp Uw zonnelied

Ziel met zachte lachen antwoordt, peinsten weet het niet ?

Zee, welk wonder dingNooit in droom verbeeldHel als gouden ringUit Uw diepten speelt,Dat in zekerheid

Ziel het wacht en ledig gaat, en keert weereven blijd?

I19

Page 126: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Als princes die wachtBruigom onbekend,Jongen tijd verlacht't Luisteroor gewendNaar der toekomst poort

Uit wier eindelooze stilte zij alleen zijnstappen hoort —

Als een man die vroomIn der schare spotZwijgzit of er koom'Boodschap van zijn godDie zijn engel zendt

En na lange lange jaren eindelijk zijn kinderkent —

Als een hart dat droefZooveel levensaschIn den grond begroef,Tot de dood hem wasNaast zijn eenzaamheid

Als een stad die haft van leven waar hemwoning is bereid —

120

Page 127: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Als een oog dat nooitLicht op aarde zag,Verren dood vermooitTot zijn eigen dag,Wachtend openstaat

Dat de Dood die oogen donkert, zijnebreke in dageraad —

Als 't geloof van eenDie zijn lichtsten droomDonker en alleenPlantte, een breeden boomAan uiterste kust,

Dat de komende eeuwen blij zijn in zijnschaduws groene lust —

Als een kind dat voeltMeer dan 't ooit verstaat ,Wat eeuwigs bedoeltHet allicht gelaatVan de wondre vrouw

Die hem onbegrijplijk liefheeft inblindbloesemende trouw,

121

Page 128: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

In zoo hoog geloofUit der bergen drang,Door der dalen kloofSta 'k waar duinvoorhangZich voor U ontsluit,

Eenig aardsch bed waar een ziel zichstrekken kan ten voeten uit!

Want als man die wintAl wat hij begeert,Maar als 't oude kindSteeds in droomen keertOnder moeders dak

Waar zijn jonkheid arm en blij was eerzijn droom in waarheid brak,

Zoo vloeit iedre droomDien ziels liefde klaartUit vluchtigst aroomVan al 't schoon der aard,Door nachtopen sluis

Met Uw eigen eeuwigtrekkend water wegnaar U, naar huis.

122

Page 129: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Zoo, nu 'k doodarm keerVan mijn wereldsch pad,Vind ik in U weerHeel mijn rijken schatNaar U weggeleefd,

Moeder, die Uw schoone dooden altijdlevend wedergeeft.

Iedere oogehaard,Iedre hartekoolAan zijn asch ontgaard,Waar 'k verkleumd aan schoolOp den verren gang,

Slonk, verglom en doofde, en liet mijeenzaam-koud en nachtebang,

Maar al 't vluchtig vuurDat mij wreed beloog,Dat ziel den aardsch uurIn handpalmen woog,Vonkt in dieper brand

Als Naar sterren edelsteenen nu zijbreidend u omspant,

123

Page 130: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Duister kind dat staatVoor den lichten boog,Moeder die ik raad,Van Uw spiegeloog,En uit oogen lacht

Schemerziel, maar diep en eerlijk als demaanverlaten nacht.

Moeder die mij hoort,Geef mij 't honingzeemVan den fluisterwoordDat ik met mij neemOp mijn nieuwe reis

Door de menschenvolle landen avondstillebedewijs:

Zeg mij, Zee, wanneerIn der tijden loop, —Al wat ik begeer:Zongerijpte hoop, —Wanneer 'k sterk en vrij

Gaan en komen kan, Uw kind, en lief maghebben zooals Gij,

124

Page 131: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Die Uw eeuwen langBuiten vrees voor dood,Zonder hoop of drangVan kort levens noodU in schoonheid geeft,

Liefde wier jong-eerste ontroering nog Uweindloosheid doorbeeft:

Koninklijk-bewust,Goddelijk-verdwaasdKeert Gij gulden lustZuiverdiep weérkaatstNaar Uw hooge Ton,

Tot Uw aardsche tranen de aarde zaligenuit hemelbron.

Liefde die niet weet,Liefde die niet vraagt,In omhelzing breedAlle leven draagt,Ver van waatren zoom

Berg en dalen dekt met groenheid van dendiepen levensdroom.

125

Page 132: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

Zuiversterk van vreugd,Heilighoog van smart,Klopt in schoonheids deugdUw diepdonker hart,Eeuwge levensvloed,

Door elk levend hart de slagen van zijnzonvervluchtigd bloed.

&

126

Page 133: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

BEGINREGELS.

AL SCHOON DAT 'K LEE, blz. 97. 4 AL-TI JD MOOGT GIJ SCHOON ZIJN, blz. 13. 8i.' *

DAT 'K U DIT ZINGEN KON, blz. 50. 4DAUW EN TRANEN KOMEN, blz. 99. )0, DE

DAG STAAT ALS EEN MAAL BEREID, blz. 70.

4 DE LANDEN LIGGEN ZALIGWIT, blz. 8. )§,DE LICHTE MAAN WANDELT ALLEEN, biz.IO. * DE NACHT IS BLOEMESTIL UIT DAGGEGROEID, blz. 73. 4, DE ZEILEN VOOR DENWIND SPREIDEN ZICH VLEUGELWIJS, blz.115. 4 DE ZON HEEFT ALLES GOEDGE-MAAKT, blz. 35. 4 DE ZON IS TUSSCHEN DEWOLKEN ZOO ZILVER, blZ. I. * DIE U WELVAN DEN HEMEL WEET, blz. 65. 4 DITBLEEKE HUIS TOEN IK ER 1VIEEST VAN HEBGEHOUDEN, blz. 89. * )0, * * )0( * * 4,

HAAR HART IS EEN KIND VAN DEN DAG,blz. 17. 4, HOE SCHIJNT VAN AVONDSTRAND,blz. 61. 4 HOE WERD TOT LICHT DIEP INUW OOGEN, blz. 47. 4 HOE ZULLEN OOITMIJN OOGEN BOETEN, blz. 71. 4 4 8f< )f.,

IK DENK ALDOOR AAN ROZEN, b17. 43.4 IN HOOGE BERGESTILTE, blz. 22. * 8f. 4

NAAKT ALS ZIEL TOT ZIEL, blz. 118. 4NEEM MIJN HAND EN WAAK, KIND, blz. 3.* NIMMER, NIMMERMEER EN, blz. 38. 8i<

Nu MOET GIJ WEL BEMINNEN WILLEN, blz.

Page 134: 4, 4 4 4, VAN P. C. BOUTENS - dbnl · Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. 14,90 KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand

19. '* Nu TRILT OP OUDBEKENDE PADEN,blz. 53. * * * * * * * * * * * * *

0 ARM MIJN HART DAT MAAR KUNTZINGEN, blz. 83. '* 0 ELKEN DAG BEGINNEN,blz. 41. >. 0 KOM NIET NADER , NADER 7blz. 15. * 0 LAND VAN BERGEN, IN WATDRANG NAAR VREUGDE, blz. 28. * OoK IKWAS EEN ZOON VAN KONINGEN, blz. 85. *OP BLANKE HEUVLEN WOON IK NU, blz.107. * OP BLEEKBEZONDE VOETEN LOOPT,blz. 109. * 0 ZON, LEER MIJ UW KUSSEN,biz. io. * * * * * * * 4i, * * * * *

TOEN LEEK DE SNEEUW IN 'T BLINDEND-VOLLE VLOKKEN, blz. 90. * TUSSCHENNACHT EN DAG, blz. 63. * TUSSCHEN VER-LANGEN EN GEMIS, blz. 93. * * * * * *

UIT DIEPEN MAANDENSTILLEN DROOMVAN U, blz. 67. 4( UIT GODDLIJKEN GE-DULDE, blz. 75. )0c UREN LAAT EN LATER,blz. 25. * Uw OOGEN WAREN ER NIET 7biz. 33. * * * * * * * * )0, * * * *

VANDAT GIJ ZIJT DAARHEEN VERLOREN,blz. 103. * VERDONKERD LIEF, IK HEB LENWOORD VOOR u, blz. 78. * * 4. * * *

WAT HANGT GE, EEN ANGSTIG KIND,blz. 45. * WIJKT TERZIJ, WIJKT TF.RZIJ,blz. Io4. 4 * * * 4 * * * * 4: * *

Zoo VALT IN DROF.VE DEERLIJKE,blz. 113.