382E43F4-8DA4-4BC5-B85A-E369ECD13Fstudentenraadvumc.nl/wp-content/uploads/2018/04/Inzage-CAT-HS-B15-dd-2... ·...

VUmc_CAT_HS_B15_2018-03-02_inzage Monday, February 26, 2018 13:53

Block 1, 53 question(s), maximum score 52 CAT Homeostase B15 02-03-2018 INZAGE

Security Briefing : BriefingLC : yTest name : Test 1 or 2Difficulty : CTT LevelPorterGamGad : include

Welke hersenzenuwen bevatten zenuwvezels die onderdeel zijn van het parasympatische zenuwstelsel? Selecteer drie juiste antwoorden.

VII (n. facialis)VIII (n. vestibulocochlearis)IX (n. glossopharyngeus)X (n. vagus)XI (n. accessorius)XII (n. hypoglossus)

IF choice a. is selectedAND choice b. is NOT selectedAND choice c. is selectedAND choice d. is selectedAND choice e. is NOT selectedAND choice f. is NOT selectedSet score to 1

Goed.

Anything elseNo score defined.

Fout.

Juiste antwoord:

VII (n. facialis)IX (n. glossopharyngeus)X (n. vagus)


Welke delen van het lichaam worden wel door het sympathisch zenuwstelsel geïnnerveerd, maar niet door het parasympathische zenuwstelsel? Kies twee juiste antwoorden.

bijniermerggenitaliapupilspeekselkliertractus digestivuszweetklier

IF choice a. is selectedAND choice b. is NOT selectedAND choice c. is NOT selectedAND choice d. is NOT selectedAND choice e. is NOT selectedAND choice f. is selectedSet score to 1

Goed.


Fout.

1 of 53

2 of 53

pagina 1 van 33VUmc_CAT_HS_B15_2018-03-02_inzage

26-2-2018file:///C:/ProgramData/App-V/382E43F4-8DA4-4BC5-B85A-E369ECD13F0D/7B841...

Juiste antwoord:

bijniermergzweetklier


Welke zenuwen lopen mogelijk gevaar bij een thyroidectomie? Kies uit elk van beide groepen één antwooord.

n. glossopharyngeusn. laryngeus recurrensn. phrenicustruncus sympaticus

en

n. accessoriusn. laryngeus superiorn. lingualisn. trochlearis

IF choice a. is NOT selectedAND choice b. is selectedAND choice c. is NOT selectedAND choice d. is NOT selectedAND choice e. is NOT selectedAND choice f. is selectedAND choice g. is NOT selectedAND choice h. is NOT selectedSet score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:

n. laryngeus recurrensn. laryngeus superior


3 of 53

4 of 53



[Bron: Moore et al. Essential Clinical Anatomy, Wolters Kluwer 2015]

Met welke letter zijn de onderdelen van de pancreas aangeduid?

IF choice a. matches "D"AND choice b. matches "E"Set score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:Caput pancreatis: DPorcessus uncinatus: E


Caput pancreatis: (i) A (ii) B (iii) C (iv) D (v) E

Porcessus uncinatus: (i) A (ii) B (iii) C (iv) D (v) E

5 of 53



[Bron: Moore et al. Essential Clinical Anatomy, Wolters Kluwer 2015]

Met welk nummer wordt de hypofyse aangeduid?

123456

IF choice a. is selectedSet score to 0

Fout.

Juiste antwoord: '3'

IF choice b. is selectedSet score to 0

Fout.


IF choice c. is selectedSet score to 1

Goed

IF choice d. is selectedSet score to 0

Fout.


IF choice e. is selectedSet score to 0

Fout.




IF choice f. is selectedSet score to 0

Fout.



De heer A. is 79 jaar. ’s Nachts staat hij op om te gaan plassen, maar voordat hij de WC heeft bereikt valt hij flauw. Zijn echtgenote ziet dat hij zijn ogen open heeft maar niet reageert. Hij laat zijn urine lopen en is heel erg bleek. Voorgeschiedenis: ziekte van Parkinson, hypertensie.

Wat is op basis van deze gegevens de meest waarschijnlijke reden van het flauwvallen?

Ventrikelfibrilleren (VF)Epileptisch insultTransient Ischaemic Attack (TIA)Orthostatische hypotensie


Fout.

Juiste antwoord: 'Orthostatische hypotensie'


Goed.


Fout.



Fout.



Een jongedame van 19 jaar loopt in een druk warm warenhuis. Plots valt zij flauw. Ze laat de urine lopen, heeft blauwe lippen en heeft enkele schokken in de armen. Nader onderzoek leert dat ze op haar tong gebeten heeft.

Welke twee symptomen pleiten meer voor een epileptisch insult dan vasovagale syncope?

blauwe lippenschokkentongbeeturineverlies

IF choice a. is selectedAND choice b. is NOT selectedAND choice c. is selectedAND choice d. is NOT selectedSet score to 1

6 of 53

7 of 53



Goed.


Fout.

Juiste antwoord:

blauwe lippentongbeet


Welke metaboliet is het centrale beslispunt voor de gluconeogenese versus de lipogenese route?

glucoseacetyl-CoApyruvaatcitraat


Goed.


Fout.

Juiste antwoord: 'pyruvaat'


Fout.



Fout.



Welk effect heeft insuline op de lever?

stimuleert de gluconeogeneseverhoogt expressie van glucose opname receptorenstimuleert glycogeen afbraakverhoogt de triglyceriden aanmaak


Fout.

Juiste antwoord: 'verhoogt de triglyceriden aanmaak'

8 of 53

9 of 53




Goed.


Fout.



Fout.



Een arts die patiënten goed kan aanvoelen wordt ook wel genoemd:

oprechtauthentiekopenempatisch


Fout.

Juiste antwoord: 'empathisch'


Goed.


Fout.



Fout.



Arts Makaveli start haar consult met patiënt de Vries als volgt:

‘Drie weken geleden kwam u hier met rugpijn en u vertelde dat u ’s ochtends langzaam op gang komt wegens stijfheid in uw rug en ledematen. Inmiddels bent u in het ziekenhuis geweest voor een foto van uw rug en is uw bloed onderzocht. Ik zal u zo de uitslagen vertellen en dan kunnen we kijken welke stappen we verder gaan ondernemen. Maar eerst ben ik benieuwd hoe het nu met u gaat?’

10 of 53

11 of 53



Welke gesprekstechniek past de arts hier toe?

parafraserenmetacommunicatiehet gesprekskader aangeven


Fout.

Juiste antwoord: 'het gesprekskader aangeven'


Fout.

Juiste antwoord: 'het gesprekskader aangeven'


Goed.


De activiteit van myosine lichte keten kinase ten opzichte van de activiteit van myosine lichte keten phosphatase (MLCK activiteit/MLCP activiteit) na parasympathische stimulatie van de darm neemt

(i) af (ii) toe met als gevolg (i) contractie (ii) relaxatie van gladde spiercellen in de darm.

IF choice a. matches "toe"AND choice b. matches "contractie"Set score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:De activiteit van myosine lichte keten kinase ten opzichte van de activiteit van myosine lichte keten phosphatase (MLCK activiteit/MLCP activiteit) na parasympathische stimulatie van de darm neemt[toe] met als gevolg [contractie] van gladde spiercellen in de darm.


In welk(e) zone(s) van de bijnier wordt cortisol geproduceerd?

zona reticulariszona glomerulosa, zona reticularis en zona fasciculatazona glomerulosazona reticularis en zona fasciculatazona fasciculata en zona glomerulosazona fasciculata


Fout.

12 of 53

13 of 53



Juiste antwoord: 'zona reticularis en zona fasciculata


Fout.

Juiste antwoord: 'zona reticularis en zona fasciculata

IF choice f. is selectedSet score to 0

Fout.

Juiste antwoord: 'zona reticularis en zona fasciculata'


Goed.


Fout.



Fout.



Van welke belangrijke signaleringsroute ziet u hier een schematische weergave?

14 of 53



MAP kinase signaleringsrouteproteïne kinase C signaleringsrouteproteïne kinase A signaleringsroutereceptor tyrosine kinase signaleringsroute


Goed.


Fout.

Juiste antwoord: 'proteïne kinase A signaleringsroute'


Fout.



Fout.



U ziet hier een schematische weergave van drie belangrijke signaleringsroutes. Welk van de onderstaande volgorde is correct?

1= PKB/Akt, 2=MAP kinase, 3= PKA1= PKA, 2=CaM-kinase, 3=PKC1= PKC, 2=PKB/Akt, 3=CaM-kinase1= CaM-kinase, 2=MAP kinase, 3=PKB/Akt

15 of 53




Goed.


Fout.

Juiste antwoord: '1= PKA, 2=CaM-kinase, 3=PKC'


Fout.



Fout.



Een tumor van de bijschildklier leidt door overmatige productie van (i) calcitonine (ii) parathyroïdhormoon wat leidt tot een (i) verhoging (ii) verlaging van de calciumconcentratie in het serum.

IF choice a. matches "parathyroïdhormoon"AND choice b. matches "verhoging"Set score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:Een tumor van de bijschildklier leidt door overmatige productie van [parathyroïdhormoon] wat leidt tot een [verhoging] van de calciumconcentratie in het serum.


Tor is een farmacologisch target van het anti-tumor medicijn rapamycine. Door activatie van welke receptor wordt Tor geactiveerd?

G-eiwit gekoppelde receptorNotch receptorReceptor tyrosine kinaseIon-kanaal gekoppelde receptor


Goed.


16 of 53

17 of 53



Fout.

Juiste antwoord: 'Receptor tyrosine kinase'


Fout.



Fout.



Gekweekte hartspiercellen worden gebruikt om te onderzoeken of een groep van farmaca de aanmaak van de second messenger cyclisch AMP (cAMP) beinvloedt door binding aan de beta-1 adrenoceptor. Van alle in het experiment gebruikte farmaca is bekend dat zij met hoge affiniteit en selectiviteit binden aan de beta-1 adrenoceptor en dat deze receptor sterk tot expressie komt op de gekweekte cellen.Uit het experiment blijkt, dat ten gevolge van toediening van farmacon A de cAMP aanmaak concentratie-afhankelijk wordt gestimuleerd. Toediening van farmacon B heeft geen effect op de aanmaak van cAMP in de hartspiercellen. Echter, wanneer tegelijkertijd toegediend, blijkt de concentratie-effect curve van farmacon A parallel naar rechts te zijn opgeschoven.

Welke conclusie omtrent de aard van farmacon B is juist op basis van deze gegevens?

Farmacon B is een:

competitieve antagonistinverse agonistinverse antagonistcompetitieve agonist


Fout.

Juiste antwoord: 'competitieve antagonist'


Goed.


Fout.



Fout.


Security Briefing : BriefingLC : yTest name : Test 1 or 2

18 of 53

19 of 53



Difficulty : CTT LevelPorterGamGad : include

Bij de beoordeling van de effecten van geneesmiddelen is specificiteit een belangrijk thema. Het is bekend dat geneesmiddelen nooit absoluut specifiek zijn in hun werking.

Wat is hiervan een gevolg?

de hoofdwerking neemt af bij toenemende doseringhoofd- en bijwerking(en) worden veroorzaakt door verschillende moleculaire mechanismenwat hoofd-en bijwerking is, bepaald wordt door de indicatiede hoofdwerking neemt toe bij afnemende dosering


Fout.

Juiste antwoord: 'wat hoofd-en bijwerking is, bepaald wordt door de indicatie'


Goed.


Fout.



Fout.



Cytochroom P450 enzymen behoren tot de groep van (i) biosynthese (ii) biotransformatie eiwitten.

Deze enzymen katalyseren (i) niet (ii) wel conjugatie reacties van geneesmiddelen.

IF choice a. matches "biotransformatie"AND choice b. matches "niet"Set score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:Cytochroom P450 enzymen behoren tot de groep van [biotransformatie] eiwitten.Deze enzymen katalyseren [niet] conjugatie reacties van geneesmiddelen.


De heer J. (34 jaar oud; gewicht 77 kg; lengte 1.88 m) wordt in subcomateuze toestand gepresenteerd op de spoedeisende hulp (SEH) van een ziekenhuis. Omdat thuis naast zijn bed een pak met fenobarbital tabletten is gevonden, wordt vermoed dat er sprake is van een overdosering van dit

20 of 53

21 of 53



barbituraat. Fenobarbital is een zwak zuur met een pKa van ongeveer 7.5. Intoxicaties (=vergiftiging) met fenobarbital zijn levensbedreigend. Het stimuleren van de renale excretie van fenobarbital kan een onderdeel vormen van de behandeling. Voordat begonnen wordt met deze behandeling wordt onder meer de pH van de urine onderzocht. Deze blijkt 7.3 te zijn.

Om de renale excretie van fenobarbital bij de heer J. te bevorderen zal de behandelend arts besluiten om therapie in te stellen met als doel om de pH van de urine (i) te verhogen (ii) te verlagen

De uitscheiding van fenobarbital zal hierdoor gestimuleerd worden omdat de ionisatiegraad van fenobarbital in de urine dan (i) afneemt (ii) toeneemt

IF choice a. matches "te verhogen"AND choice b. matches "toeneemt"Set score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:Om de renale excretie van fenobarbital bij de heer J. te bevorderen zal de behandelend arts besluiten om therapie in te stellen met als doel om de pH van de urine [te verhogen] De uitscheiding van fenobarbital zal hierdoor gestimuleerd worden omdat de ionisatiegraad van fenobarbital in de urine dan [toeneemt]


Carbachol is een muscarine receptor agonist. Muscarine receptoren behoren tot de categorie van (i) ionotrope (ii) metabotrope receptoren

Op cel niveau wordt het onmiddellijke effect van carbachol dan ook voornamelijk verklaard door verandering van de activiteit van (i) gen expressie (ii) second messengers .

IF choice a. matches "metabotrope"AND choice b. matches "second messengers"Set score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:Carbachol is een muscarine receptor agonist. Muscarine receptoren behoren tot de categorie van [metabotrope] receptoren

Op cel niveau wordt het onmiddellijke effect van carbachol dan ook voornamelijk verklaard door verandering van de activiteit van [second messengers].


Van de volle agonisten X en Y is bekend dat zij selectief binden aan hetzelfde receptor type en geen significante affiniteit vertonen voor binding aan andere receptoren. Wel heeft Y een 3x lagere bindingsaffiniteit voor zijn receptor dan X. Verder zijn alle farmacologische karakteristieken van de stoffen gelijk.

Wat mag, op basis van deze gegevens, verwacht worden van het biologisch effect (=dosis-respons relatie in vivo) van agonist X ten opzichte van agonist Y?

Het biologische effect van X is:

gelijk bij een 3x lagere dosis3x sterker bij gelijke dosesgelijk bij een 3x hogere dosis3x zwakker bij gelijke doses

22 of 53

23 of 53




Fout.

Juiste antwoord: 'gelijk bij een 3x lagere dosis'


Fout.



Goed.


Fout.



Farmaca die het enzym (acetyl)cholinesterase remmen worden onder meer gebruikt om de werking van niet-depolariserende neuro-musculaire blokkers tegen te gaan.Op welk mechanisme berust de werking van (acetyl)cholinesterase remmers bij deze indicatie?

(acetyl)cholinesterase remmers:

verhogen de concentratie van acetylcholine in de synaptische spleetverlagen de (her)opname van acetylcholine in neuronenstimuleren de aanmaak van acetylcholine in de synaptische spleetblokkeren de binding van acetylcholine aan neuronale receptoren


Fout.

Juiste antwoord: 'verhogen de concentratie van acetylcholine in de synaptische spleet'


Goed.


Fout.



Fout.


24 of 53

25 of 53




Farmaca zoals ephedrine en methylfenidaat behoren tot de groep van indirect werkende sympathicomimetica. Van deze groep van verbindingen is bekend dat zij de werking van de neurotransmitter noradrenaline faciliteren, hetgeen leidt tot bijvoorbeeld het verhogen van de bloeddruk en de hartslagfrequentie.

Op welk farmacologisch effect van indirect werkende sympathicomimetica berust hun faciliterende werking op de noradrenaline neurotransmissie?Indirect werkende sympathicomimetica:

zijn agonisten van nicotine receptoren in sympathische gangliazijn antagonisten van muscarine receptoren in post-ganglionaire parasympathische synapsenverhogen de noradrenaline concentratie in sympathische post-ganglionaire synapsenverlagen de acetylcholine concentratie in parasympathische ganglia


Fout.

Juiste antwoord: 'verhogen de noradrenaline concentratie in sympathische post-ganglionaire synapsen'


Fout.



Goed.


Fout.



Preganglionaire neuronen in het sympatisch zenuwstelsel bevatten als neurotransmitter (i) acetylcholine (ii) noradrenaline

Beta-adrenoreceptoren zijn voornamelijk verantwoordelijk voor de signaaloverdracht in het post-ganglionaire deel van het (i) parasympathisch (ii) sympathisch zenuwstelsel

IF choice a. matches "acetylcholine"AND choice b. matches "sympathisch"Set score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:Preganglionaire neuronen in het sympatisch zenuwstelsel bevatten als neurotransmitter [acetylcholine]

Beta-adrenoreceptoren zijn voornamelijk verantwoordelijk voor de signaaloverdracht in het post-ganglionaire deel van het [sympathisch] zenuwstelsel

26 of 53




Waar hangt diabetes mellitus type 2 mee samen?

adipositasafwezige insulineproduktieeen normale gevoeligheid voor insulineautoimmuun destructie van betacellen


Fout.

Juiste antwoord: 'adipositas'


Fout.



Goed.


Fout.



Waardoor wordt diabetes mellitus type 1 gekenmerkt?

adipositasautoimmuun destructie van betacelleninsuline resistentieeen normale insulineproduktie


Goed.


Fout.

Juiste antwoord: 'autoimmuun destructie van betacellen'


Fout.


27 of 53

28 of 53




Fout.



Wat is de eerste keus behandeling bij een groeihormoonproducerend adenoom van de hypofyse dat blijkens MRI onderzoek 7 mm groot is?

somatostatine analooggroeihormoonreceptor antagonistradiotherapieoperatieve verwijdering


Goed.


Fout.

Juiste antwoord: 'operatieve verwijdering'


Fout.



Fout.



Wat is het gevolg van blokkeren van de natrium-jodide co-transporter van de schildklier?

afname van het schildkliervolumetoename van de plasma TSH-spiegelafname van de plasma jodide-spiegeltoename van de plasma T4-spiegel


Fout.

Juiste antwoord: 'toename van de plasma TSH-spiegel'

29 of 53

30 of 53




Fout.



Fout.



Goed.


De hyperthyreoïdie bij de ziekte van Graves wordt veroorzaakt door…

productie van antistoffen tegen de TSH receptorvrijkomen van schildklierhormoon door destructie van schildklierfollikelsproductie van antistoffen, gericht tegen de TH (thyroïd hormoon)-receptorverhoogde doorbloeding van de ontstoken schildkliervrijkomen van TSH door ontsteking van de hypofyse


Fout.

Juiste antwoord: 'productie van antistoffen tegen de TSH receptor'


Fout.



Fout.



Fout.



Goed.

Security Briefing : BriefingLC : y

31 of 53

32 of 53



Test name : Test 1 or 2Difficulty : CTT LevelPorterGamGad : include

Een 67 jarige patiënte, die geen medicijnen gebruikt, presenteert zich met het syndroom van Cushing. Het serum ACTH en het serum cortisol blijken beide verhoogd te zijn.Wat is in dit geval een plausibele oorzaak van het Cushing syndroom?

een ACTH-producerend hypofyseadenoomhypopituïtarisme, ten gevolge van een hormonaal inactief hypofyseadenoomeen glucocorticoïden producered bijnieradenoom


Fout.

Juiste antwoord: 'hypopituïtarisme, ten gevolge van een hormonaal inactief hypofyseadenoom'


Goed.


Fout.

Juiste antwoord: 'hypopituïtarisme, ten gevolge van een hormonaal inactief hypofyseadenoom'


Welke parameter hebben alle vormen van onbehandelde diabetes mellitus gemeen?

verhoogde glucagon-spiegeltoename van geglyceerd hemoglobine, HbA1Cinsuline-resistentieverlaagde insuline-spiegel


Fout.

Juiste antwoord: 'toename van geglyceerd hemoglobine, HbA1C'


Fout.



Fout.



Goed.

33 of 53




Geef aan welke andere afwijking bij M Cushing gezien kan worden:

hypotensiehyperbilirubinemiehypothyreoidiehyperglykemie


Goed.


Fout.

Juiste antwoord: 'hyperglykemie'


Fout.



Fout.



U bent de huisarts van dhr. Suiker, die momenteel in verband met Diabetes Mellitus type 2 tweemaal daags twee tabletten metformine 500mg gebruikt.

Ondanks deze medicamenteuze therapie en leefstijladviezen blijft het glucose gehalte in het bloed te hoog. Wat is nu de volgende stap in de behandeling?

metformine staken, gliclazide 80mg startenmetformine staken, insuline startenmetformine continueren, gliclazide 80mg startenmetformine continueren, insuline starten


Fout.

Juiste antwoord: 'metformine continueren, gliclazide 80mg starten'


Goed.


Fout.

34 of 53

35 of 53





Fout.



Diabetes medicatie kan op verschillende manieren zorgen voor het verlagen van het glucosegehalte in het bloed. Een van die werkingsmechanismen is het verhogen van de gevoeligheid van de β-cellen in het pancreas voor glucose.

Voor welk van onderstaande geneesmiddelen is dit het belangrijkste werkingsmechanisme?

insuline per injectiegliclazide (SU-derivaat)metformine (biguanide)dapagliflozine (SGLT2 remmer)


Fout.

Juiste antwoord: 'gliclazide (SU-derivaat)'


Fout.



Fout.



Goed.


Als de vuurfrequentie van de baroreceptoren toeneemt, zal het autonoom zenuwstelsel hierop reageren met een

toegenomen sympatische en parasympatische activiteittoegenomen sympatische en afgenomen parasympatische activiteitafgenomen sympatische en parasympatische activiteitafgenomen sympatische en toegenomen parasympatische activiteit


Fout.

36 of 53

37 of 53



Juiste antwoord: 'afgenomen sympatische en toegenomen parasympatische activiteit'


Goed.


Fout.



Fout.



U verlaat uw verwarmde huis en stapt de koude winter in. Gelukkig heeft u winterkleren aan. Toch zal uw lichaam ervaren dat het buiten koud is, maar zal uw lichaam niet de koude buitentemperatuur aannemen. Uw lichaam anticipeert op de situatie.Hoe noemen we deze controlerende, homeostatische respons?. Deze respons is een voorbeeld een:

negatieve feedbackfeedforward regulatiepositieve feedbackreflex


Fout.

Juiste antwoord: 'feedforward regulatie'


Fout.



Fout.



Goed.


Uw patient gebruikt, zonder recept, langdurig aspirine (acetylsalicylzuur) om de ongemakken van chronische hoofdpijn te beperken. Nu verschijnt deze

38 of 53

39 of 53



patient bij u op het spreekuur met maagklachten. Hoe kunnen deze maagklachten verklaard worden op basis van de werking van aspirine?

aspirine remt leukotriënenaspirine remt COX-1aspirine remt COX-2aspirine remt lipoxygenase


Goed.


Fout.

Juiste antwoord: 'aspirine remt COX-1'


Fout.



Fout.



Bij de botmineraaldichtheidsmeting (DEXA-meting) bij vrouwen wordt in scores het aantal standaardafwijkingen aangegeven dat de botmineraaldichtheid van de gemeten vrouw afwijkt van een referentie-waarde.Wat is de referentie-waarde die gehanteerd wordt bij de Z-score?

de gemiddelde botmineraaldichtheid bij het bereiken van de overgang (menopauze)de gemiddelde botmineraaldichtheid bij het bereiken van de piekbotmassade gemiddelde botmineraaldichtheid van leeftijdsgenotende gemiddelde botmineraaldichtheid bij de geboorte


Fout.

Juiste antwoord: 'de gemiddelde botmineraaldichtheid van leeftijdsgenoten'


Fout.



Fout.


40 of 53




Goed.


Voor vakantie gaat u naar Bonaire. Eindelijke mooi weer! U heeft flinke plannen gemaakt voor wat u aldaar wilt ondernemen. Echter, in de eerste paar dagen komt daar door de warmte weinig van terecht. Gedurende uw verblijf merkt u dat u steeds meer kunt ondernemen. Hoe noemen we deze aanpassing van het lichaam?

acclimatisatiepositieve feedbacktolerantiereflex


Fout.

Juiste antwoord: 'acclimatisatie'


Goed.


Fout.



Fout.



Indien alleen de neuronale connecties tussen de hypothalamus onder de eminentia mediana en de hypofyse zijn verbroken, van welk hormoon is dan de afgifte verstoord?De afgifte van :

vasopressineACTHTRHcortisol


Goed.


Fout.

41 of 53

42 of 53



Juiste antwoord: 'vasopressine'


Fout.



Fout.



Wat is een kenmerk van steroid hormonen ?Steroid hormonen

binden aan een receptor op het celmembraanworden geproduceerd vanuit een pro-hormoonworden niet in vesicles verpaktkomen vrij (ongebonden) in het plasma voor


Fout.

Juiste antwoord: 'worden niet in vesicles verpakt'


Goed.


Fout.



Fout.



Welke hormonale verandering zou je verwachten indien zich een patient presenteert met een goedaardige tumor in de linker bijniercortex die bijzonder veel cortisol afgeeft?Je verwacht een

afname in grootte van de hypofyse-achterkwabtoename in CRH afgifte

43 of 53

44 of 53



toename van grootte van rechter bijnierafname van grootte van rechter bijnier


Fout.

Juiste antwoord: 'afname van grootte van rechter bijnier'


Fout.



Goed.


Fout.



Homeostase is uiterst belangrijk voor het functioneren van endocriene systemen. Er is regulatie van productie en afgifte van hormonen mogelijk op verschillende niveau’s. De regulatie van de productie van schildklierhormoon vindt plaats op het niveau van

A. hypothalamusB. hypofyse achterkwabC. hypofyse voorkwabD. Antwoord A+BE. Antwoord A+C


Fout.

Juiste antwoord: 'E. Antwoord A+C'


Fout.



Fout.



45 of 53



Fout.



Goed.


Stimulatie van α1-receptoren door een agonist veroorzaakt:(meerdere antwoorden juist)

afgenomen thrombocyten (bloedplaatjes) aggregatiecontracties van de zwangere uterusglycogenolyserelaxatie van het maag-darm kanaaltoegenomen insuline secretievasoconstrictie

IF choice a. is NOT selectedAND choice b. is selectedAND choice c. is selectedAND choice d. is selectedAND choice e. is NOT selectedAND choice f. is selectedSet score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:

contracties van de zwangere uterusglycogenolyserelaxatie van het maag-darm kanaalvasoconstrictie


Wat wordt veroorzaakt door een agonist die muscarine receptoren stimuleert?Selecteer drie juiste antwoorden

bradycardieconstrictie van coronaire arteriolendilatatie van bloedvaten in de speekselkliergluconeogenesis in de leverrelaxatie van de musculus ciliaristoegenomen zweet secretie

IF choice a. is selectedAND choice b. is NOT selectedAND choice c. is selectedAND choice d. is NOT selectedAND choice e. is NOT selectedAND choice f. is selectedSet score to 1

Goed.

Anything else

46 of 53

47 of 53



No score defined.

Fout.

Juiste antwoord:

bradycardiedilatatie van bloedvaten in de speekselkliertoegenomen zweet secretie


Welke enzymen zijn actief bij de afbraak van Noradrenaline en diens metabolieten:(meerdere antwoorden juist)

Aldehyde dehydrogenaseAldehyde reductaseCathechol-O-methyl transferaseMonoamine oxydasePhenylethanolamine N-methyltransferaseVanillyl amandelzuur transferase

IF choice a. is selectedAND choice b. is selectedAND choice c. is selectedAND choice d. is selectedAND choice e. is NOT selectedAND choice f. is NOT selectedSet score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:

Aldehyde dehydrogenaseAldehyde reductaseCathechol-O-methyl transferaseMonoamine oxydase


Welke co-transmitters functioneren in het parasympatische zenuwstelsel?Selecteer twee juiste antwoorden

ATPDopamineNeuropeptide YNitric oxideVasoactive intestinal peptide

IF choice a. is NOT selectedAND choice b. is NOT selectedAND choice c. is NOT selectedAND choice d. is selectedAND choice e. is selectedSet score to 1

Goed.


48 of 53

49 of 53



Fout.

Juiste antwoord:

Nitric oxideVasoactive intestinal peptide


Waarmee kunt u een distributieve shock met ernstige bloeddrukdaling het beste behandelen?Selecteer twee juiste antwoorden

β1 agonistenβ2 agonistenα1 agonistennicotinerge acetylcholine receptor agonistennicotinerge acetylcholine receptor antagonisten

IF choice a. is selectedAND choice b. is NOT selectedAND choice c. is selectedAND choice d. is NOT selectedAND choice e. is NOT selectedSet score to 1

Goed.


Fout.

Juiste antwoord:

α1 agonistenβ1 agonisten


Bij een patient met een klinische hyperthyreoïdie worden verhoogde plasmawaarden gevonden van vrij T4 en TSH.De oorzaak van de hyperthyreoïdie is het meest waarschijnlijk gelegen in

overmatige binding van T4 aan TBGschildklieronvoldoende omzetting van T4 naar T3hypofyse


Fout.

Juiste antwoord: 'hypofyse'


Goed.


Fout.


50 of 53

51 of 53




Fout.



U bekijkt samen met uw leermeester, een intensivist, een patiënt die in shock is ten gevolge van een ernstige infectie. Welk symptoom past in het algemeen niet bij deze aandoening?

koude handen, knieën en neuslage bloeddrukbradycardie (lage hartfrequentie)tachycardie (hoge hartfrequentie)


Fout.

Juiste antwoord: 'koude handen, knieën en neus'


Fout.



Fout.



Goed.


U ziet een patient op de spoedeisende hulp die, volgens de begeleiders, tijdens het fietsen over de kop is gegaan en het stuur in de buik heeft gekregen. De patient is moeizaam aanspreekbaar, ziet bleek en heeft een snelle pols. Welke vorm van shock zou hier het meest voor de hand aan de orde kunnen zijn?

septische shockhypovolemische shockcardiogene shockobstructieve shock


Fout.

Juiste antwoord: 'hypovolemische shock'

52 of 53

53 of 53




Fout.



Goed.


Fout.


Feedback 0% to 100%

Je hebt %SESSION.SCORE% van de %SESSION.MAX% vragen juist beantwoord.



382E43F4-8DA4-4BC5-B85A-E369ECD13Fstudentenraadvumc.nl/wp-content/uploads/2018/04/Inzage-CAT-HS-B15-dd-2... ·...

Documents

Transcript of 382E43F4-8DA4-4BC5-B85A-E369ECD13Fstudentenraadvumc.nl/wp-content/uploads/2018/04/Inzage-CAT-HS-B15-dd-2... ·...