1

Technical terminology

English Dutch Dutch English

Disciplines:

• Forest- and Nature Management

• Land-, Water- and Environment Management

• Green amenities

2

Voorwoord: Deze woordenlijst met vaktermen op het gebied van bosbouw,boomverzorging, cultuurtechniek, natuurbeheer en milieutechniek wordt steeds bijgewerkt. We hopen dat deze lijst een tevredenstellend hulpmiddel zal zijn bij Uw werkzaamheden zoals corresponderen, vakliteratuur lezen en presentaties voorbereiden. Y.Bloem M.T. van Rees H. Slootjes

3

WOORDENLIJST VAKTERMEN ENGELS - NEDERLANDS A. @ (='at') - @ ability - vermogen abbutting on - belendend abscission layer - abscissie zone absorb to - absorberen absorbtion - absorptie accept, to - accepteren acceptation - acceptatie, aanvaarding accessible - toegankelijk accessibility - toegankelijkheid accident - ongeluk accommodation - verblijf accounts - administratie accrete, to - aanslibben accretion - aanslibbing achene - nootvrucht acid - zuur acidic - verzuurd, zuur acidify to - verzuren acidification - verzuring acidity - zuurgraad acre - 0,4047 ha acreage - oppervlakte acropetal - opwaarts acronym - letterwoord ( b.v. Codit ) active exploitation - actieve exploitatie activities - werkzaamheden addition - toevoeging adjacent - belendend administration - beheer advance - voorschot advantage - voordeel adventitious - willekeurig.bij toeval advice - voorlichting advisory expert - consulent aeration - beluchting aerial root - luchtwortel aerial survey(ing) - luchtkartering affluent - zijrivier, zijarm afforest, to - bebossen afforestation - bebossing after care - nazorg (als voorlichting) against the odds - het lot tarten agglomeration - agglomeratie agrarian reconstruction - agrarische structuurs- vernieuwing agrarian-social guidance - agrarische sociale voorlichting agricultural - agrarisch agricultural Economics

4

Research Institute - landbouw economisch instituut agricultural policy - landbouwbeleid agricultural engineer M.Sc. - landbouwkundig ingenieur agricultural holding - landbouwbedrijf agricultural land - landbouwgrond agricultural machine - landbouwmachine agricultural research station - landbouwproefstation agricultural university - landbouwhogeschool agriculture - landbouw agronomist - landbouwkundig ingenieur air-dry - luchtdroog air matress - luchtbed alder, black - - Alnus glutinosa alder, grey - - incana algae - algen allelopathy - productie van stoffen door een plant met negatieve invloed op planten in de omgeving. alley - laan, pad allien - vreemdeling allienation - vervreemding allocation - toewijzing allocation plan - plan van toedeling allotment - toewijzing allowance of termination - beëindigingsvergoeding alluvial meadow - uiterwaarde alternate - afwisselend alumina - aluminium amabilis fir - Abies amabilis amelioration - verbetering amenity value - lanschappelijke waarde anaerobic - zonde zuurstof anatomy - anatomie ancient forest - oerbos angiosperms - bedektzadigen animal husbandry - veehouderij annual report - jaarverslag annual ring - jaarring annual shoot - jaarscheut annuity - annuïteit ant - mier antennae - sprieten anther - stamper anthracnoses - bladvlekkenziekte (algemeen) antlers - gewei anvil - aambeeld AONB - Area of Outstanding Natural Beauty apical - in de top apoplast - netwerk van vezels en vaten application form - aanmeldings/sollicitatie- formulier applied mathematics - toegepaste wiskunde appropriate - geschikt,juist appraisal - schatting (van gronden)

5

aquatic vegetation - watervegetatie aqueduct - aquaduct aquifer - watervoerende laag Arabian babbler - Arabische babbelaar arable farming - akkerbouw arable land - akkerland arboretum - arboretum arboricultural company - boomverzorgingsbedrijf arboricultural consultant - boomverzorger arboricultural operations - boomverzorging arboriculture - bosbouw, boom- archimedian screw - vijzelpomp area - gebied area of cultivated land - oppervlakte cultuurgrond area of fill - uitvoeringsgebied arid - droog, aride armadillo - gordeldier arrangement - regeling, afspraak arterial road - weg (voor doorgaand verkeer) articulated - met aangekoppeld artificial fertilizer - kunstmeststof ash - Fraxinus ash, mountain - - Sorbus Askenasy - russische fruitboom onderzoeker aspen - Populus tremula asphalt - asfalt asphalt, to - asphalteren asphalt concrete - asfaltbeton asphalted - geasfalteerd assignment - opdracht assignment, final - - afstudeeronderwerp, studieopdracht assimilation - assimilatie assort, to - sorteren ATP - Andenosine Tri Phosphate attack - aantasting atmospheric acid fallout - zure neerslag uit de atmosfeer atomize, to - vernevelen auction - veiling auger - plantboor auger hole method - boorgatmethode voor een doorlatendheid bepaling auger set - grondboorset Austrian black pine - Pinis nigra var. nigra authorities - overheid automation - automatisering autumn - herfst avalanche - lawine available moisture - beschikbaar vocht average - gemiddeld(e) avocet - kluut award - prijs (gewonnen) axe - bijl axe, brush - - gertel ,felling- - velbijl axis - as (spil)

6

axial - axiaal B. babbler, Arabian - - babbelaar, Arabische - back swamp soil - komgrond back-up generator - nood agregaat (poisoned)bait - lokaas,vergiftigd balance - evenwicht balsam fir - Abies balsemea band-saw - bandzaag ,trap- - lijmband bank - oever, (zand)-bank bank protection - oever bescherming barbed wire - prikkeldraad bare - kaal bare tree - kale boom bark - schors bark, to - schillen/ ontschorssen bark beetle - bastkever barked wood - geschild hout barking-iron - schilschop barking-spade - schilschop barley - gerst barn - schuur barrage - stuwdam barrier zone - afgrendeling barrel - vat; 158,97 l barrel gun - jachtgeweer barrow - kruiwagen basal - aan de voet basal area - grondvlak , at breast height - grondvlak op borsthoogte basin - waterbekken basin soil - komgrond basipetal - naar beneden beak - snavel beam - balk bean goose - toendra rietgans bear leaves, to - bladdragen bearing capicity - draagkrachtigheid (van de grond) beater - drijver (bij de jacht) bed (in nursery) - bed in kwekerij bed - rivierbed bed, to - out - verspenen bedload - sediment (in rivier) bedrock - vast gesteente bee-eater, blue-cheeked - - groene bijeneter bee-eater, little green - - kleine groene bijeneter beech - Fagus beech-nut - beukenootje beetle - kever six-toothed beetle - Tomicus chalcographus,

sparreschorskever

7

spruce barkbeetle - Tomicus, (sparre)schorskever typographer beetle - letterzetter, Tomicus typographus beneficial - weldadig, gunstig bentonite - bentoniet bentonite foil screen - bentoniet foliescherm berry - bes bicarbonate - dubbelkoolzuur zout big game - wild (groot) big holding - grootbedrijf bind, to /bound/bound - binden biodegradable - biologisch afbreekbaar biodynamic - biologisch dynamisch biology - biologie biomass - biomassa biotope - biotoop birch - Betula bird cherry, European - Prunus birder, bird watcher - vogelaar bird of prey - roofvogel bird watcher, birder - vogelaar bitumen - bitumen bitumous - bitumeus black alder - Alnus glutinosa blackberry shrub - braamstruik (Rubus) black tern - zwarte stern blanket - deken blackbird - merel blackcop - zwartkop black-headed gull - kopmeeuw black locust - Robinia pseudoacacia black-necked grebe - geoorde fuut black pine, Austrian - - Pinus nigra blast, to - opblazen blister rust - blazenroest (Cronartium) blower - bladblazer blue-cheeked bee-eater - groene bijeneter blue tit - pimpelmees blow to - waaien boar - beer (mannelijk zwijn/varken) board - plank board and lodgings - kost en inwoning Board of the Zuiderzee works - Dienst der Zuiderzeewerken bobcat - rode lynx body - weglichaam bog - moeras, veen bog, peat - - laagveen bog soil - moeras grond boggy - moerassig/modderig bole - stamstuk bonds - verbindingen boost - zetje boot - laars borehole - boorgat bore condition - boorstaat borer, large pine pitch borer - dennenscheerder boring - grondboring

8

boulder - kei boulder clay - keileem boundary - grens boudery stone - grenssteen boundary of the block - blokomgrenzing bow saw - beugelzaag bow saw frame - zaagbeugel boxwood - buxus bracket, circular - - steekbeugel brackish - brak brackish water - brak water bract - schutblad branch - tak branch bark ridge - takrichel branch collar - takkraag branch snag - takstomp branch of canal - zijkanaal brash, to - opkronen brashing - knuppelen breadth at the top - kruinbreedte break - koffiepauze breaking wave - brekende golf breeding area - broedgebied breem - brasem brick - baksteen, klinker brick-paved road - klinkerweg broadleaf - loofhout broad-leaved tree - loofboom broad-zonned - grofringig broken-stone road - puinweg brook - beek brush axe - gertel brushcutter - bosmaaier brush matting - betuining brushwood forest - struweelachtig bos BTLIA=British Turf & Landscape Irrigation Authority buck,to - afkorten buckthorn - vuilboom (Rhamnus frangula) bud - knop adventitious bud - adventief knop dormant bud - slapende knop budget - begroting budgraft, to - occuleren buffersystem - buffersysteem building - aanleg (van wegen e.d) built up area - bebouwd gebied (stedelijk) bulbous plant - bolgewas bulbul, yellow-vented - - Arabische buulbuul bulldozer - buldozer bundle - bundel bunk - stapelbed burl - maserknol bush fire - bosbrand business economics - bedrijfseconomie buttress - wortelaanloop buyer - koper buzzard, rough-legged buzzard - ruigpootbuizerd

9

bye-law - keur (van een waterschap)

10

C. cabling - verankeren cable - kabel cadaster - Kadaster Cadastral Land Consolidation Service - Kadatrale Ruilverkavelingsdienst caisson - caisson caliper - boomklem caliper-operator - klemmer caliper, to - klemmen callose - callose callous - eelt callus - callus,wondweefsel calyptera - wortelmutsje calyx - bloemkelk cambium - cambium canal - kanaal canal like - kanaal/grachtachtig, als een

kanaal/gracht canalization - kanalisatie cancel, to - annuleren canopy - kronendak capable - bekwaam capacity - capaciteit capillarity - capillariteit capillary fringe - capillaire zone capillary rise - capillaire opstijging capping - laag (modder, aarde) die de grond daaronder afsluit carbohydrate - koolhydraten carbon - koolstof carbonic acid - koolzuur carp - karper carp, crucian - - kroeskarper carrion crow - zwarte kraai carry out, to - uitvoeren cart, to - kruien (van grond) cartridge (case) - patroon cartridge, spent - - lege patroon casparian strip - bandje van Caspary catchdrain - greppel catchment basin - stroomgebied (van rivier) catchment area - stroomgebied catch water basin - boezem (van polder) caterpillar - rups, rupstrekker cattle-breeder - (rund) veefokker cattle-farmer - (rund) veehouder cease, to - ophouden cedar - ceder cell - cel cellulose - cellulose cellular wall - celwand cement - cement Central Board of Management - Centrale Directie Central Land Consolida-

11

tion Committee - Centrale Cultuurtechnische Commissie centrifugal pump - centrifugaalpomp cereal crop - graangewas certificate - diploma cess pit, cesspool - zinkput, beerput, rioolput chaffinch - vink chainage - aaneenschakeling, koppeling chain - ketting chainsaw - motorzaag chamber - kolk, ruimte tussen sluis-

deuren change, to - wisselen char - beekridder charcoal - houtskool chart, to - - in kaart brengen checking - controle chemical - chemisch chemicals - chemicaliën chemistry - scheikunde cherry - Prunus , bird cherry - vogelkers ( P. padus) , black cherry - Amerikaanse vogelkers (P.serotina) cherry picker - hoogwerker chestnut, sugar/sweet - - Castanea sativa cickchafer larva - Engerling (Melolontha) chiff-chaff - tjif-tjaf chile salpetre - chilisalpeter chipmunck - eekhoorn, Noordamerikaanse

gestreepte variëteit chipper - versnipperaar chipwood - spaanplaat chips - chips,houtspaander chisel - beitel chloride content - chloridegehalte chlorophyll - bladgroen chloroplasts - chloroplasten chlorosis - chlorose chopper - hakmes/hiep christmas tree - kerstboom chromosome - chromosoom chub - kopvoorn churn around, to - rondkolken chute - droge afvoergoot circular - cirkelvormig circular bracket - steekbeugel circular saw - cirkelzaag circumference - omtrek - civil engineering - weg- en waterbouw civilization - beschaving civil servant - ambtenaar civiele dienst claim, to - beweren classification - klassificatie clay - klei gravel - - grindige klei sandy - - zandige klei silty - - siltige klei

12

clay pigeon shooting - kleiduif schieten claysoil - kleigrond clear, to (a forest) - ontginnen (bos) clear felling - kaalkap cleaving-axe - kloofbijl climb, to - klimmen climbing iron - klimspoor clip, to - out - in vorm snoeien clod - kluit clone - kloon coal - kolen, steenkool coal-dust/slack - kolengruis coalfish - koolvis coal tit - koolmees coastal erosion - kusterosie coastline - kustlijn coast protection - kustbescherming coating of foil - folielaag coating-surface - wegdek cobble - keitje cock, to - oppperen cockchafer - meikever (Melolontha) cod - kabeljauw CODIT - Compartmentalisation Of Decay In Trees coherence - samenhang cohesion - samenhang, cohesie cold resistance - winterhardheid cold store - koelhuis collection - inzameling van materiaal collective wage agreement - collectieve arbeids over eenkomst collector drain - verzameldrain colliery waste - kolenafval colonization - kolonisatie combat,to - bestrijden (ziekten en plagen) combination - combinatie, binding combustible - brandbaar, ontvlambaar combustion - verbranding commercial forest - productie bos committee of appraisers - schattingscommissie common/undivided forest - markebos common pochard - tafeleend common rosefinch - roodmus coomon snipe - watersnip common tern - visdief communal - in groep levende vogel commute, to - pendelen, forenzen commuting - pendel compact - dicht compaction - verdichting company - bedrijf compartment - perceel, bosvak compensation - schadeloosstelling competion - concurrentie compost - compost

13

compound - samenstelling compression wood - drukhout ( coniferen ) compulsory - verplicht compulsory lease - dwangpacht concrete - beton conduit - waterleiding (open) condition - voorwaarde, omstandigheid condition, soil - - bodemgesteldheid cone - kegel confluence - samenvloeiing conifer - naaldboom, naaldhout coniferous (bn) - naald- conglomerate - samengesteld conservation - behoud conserve, to - behouden, beschermen consolidation - hecht maken construction - aanleg/uitvoering construction of farmbuildings - boerderijbouw construction timber - timmerhout construction, under - - uitvoering, in construction works - kunstwerken consulting engineers office - ingenieursbureau contact insecticide - contactgif contaminate to - vervuilen, besmetten contamination - vervuiling container grown - pot gekweekt content - inhoud contain to - bevatten, contingencies - onvoorzien (in begroting) contour line - hoogtelijn contours - hoogtelijnen contract - bestek, contract contract, by - aanneming, in contract price - aanemingssom contraction - samenvoeging contractor - aannemer contraversial - tegenstrijdig contribution - inbreng control, to - bestrijden (ziekten en plagen) control, erosion - - erosiebeheersing control plan/management - - beheersplan conventional energy - gebruikelijke/conventionele energie conversion - omzetting convert to - omzetten convey to - vervoeren conveyance - vervoer coppice - hakhout, kaphout, griend coppice forest - hakhoutbos copse - zie coppice copsy (bn) - met hakhout begroeid core - kern cormorant - aalscholver corolla - bloemkroon correction - normalisatie (van beken)

14

Corsican pine - Pinus nigra var.maritima Cortex - cortex: oppervlakkige laag van grijze cellen van het cerebellum corewood - kernhout cork - kurk cost-benefit ratio - kosten-baten-verhouding cost price - kostprijs costs - kosten costs of maintenance - onderhoudskosten cotton grass - éénarig wollegras cotyledon - zaadlob cougar/mountain lion/ felix conculor - soort puma * territorium van 700 mijl² * bedreigd door de jacht en habitat verkleining

* leeft van kleine zoogdieren tot een grootte van een hert

* komt ook in woonwijken voor en vreet honden en katten, valt soms ook mensen aan door de verkleining van zijn habitat countryside, in the country - platteland, op 't platteland countryside - land (als tegenstelling van

stad) course - cursus course, a sandwich - - een cursus bestaande uit een

les en praktijk (om en om) cover, to - bedekken cover, soil - - bodembedekker covered with - begroeid met cover with sand, to - bezanden cow-house - stal (voor koeien) cow-shed - stal (voor koeien) crack, to - scheuren cracked - gescheurd crane - (hijs)kraan crawler tractor - trekker (rupstrekker) create, to - creëren/scheppen creeper, tree - - boomkruiper Cretschmar's bunting - bruinkeelortolaan crested grebe - fuut crook - draaigroei,torsie crop - gewas: planten en vruchten die

gekweekt worden, te velde staan of geoogst worden , oogst

crop of saplings - zeer jonge opstand crop rotation - vruchtwisseling crosscut, to - afkorten crosscut-saw - trekzaag crossfall - dwarsval cross section - dwarsprofiel, straal crotch - gaffel crow, carrion - - zwarte kraai

15

crown - kroon -closure - kroonsluiting Crownland - Kroondomeinen crumb structure - kruimelstructuur crumble, to - afbrokkelen crude oil - ruwe olie crust - aardkorst cub - welp cultivate, to - verbouwen (van gewassen), bewerken cultivated land - cultuurgrond cultivate, to - bewerken, in cultuur brengen cultivation - bewerking cultivation equipment - bewerkingsapparatuur culvert - duiker current - stroom current techniques - gangbare technieken current velocity - stroomsnelheid curriculum vitae - levensloop curvature - kromming, welving, bocht custom work - loonwerk cut, to - graven (van sloten e.d.), cut down, to - kappen cut and fill - ontgraving en ophoging cutter dredger - snijkopzuiger cutting - uitgraving (wegentechnisch enz) cutting out (of a bend) - afsnijding (van een bocht) cuttings - stekken v planten cylindrical - cilindrisch, cilindervormig cypress - cupressus

16

D. Dab - schar dairy - zuivelwinkel dairy farm - zuivelbedrijf dairy farmer - melkveehouder dairy farming - melkveehouderij dam - dam damage - schade damage, storm - - stormschade dam in, to - bedijken damming up - het aanleggen v.e. dam in een rivier damp - vochtig dam up, to - een dam aanleggen in een rivier data - gegevens dead - dood debark to - ontschorsen debouchment - uitmonding (van rivier e.d.) decantation - decantering decay to - vergaan, bederven, rotten decideous - loofhout, bladverliezend decisive - onbetwisbaar decline - teruggang, afname decline, to - afnemen decoy - kooiker decrease - afname (kwantitatief) decrease, to - afnemen deduction - aftrek deed - akte/document van eigendomsoverdracht deep digging - diepspitten deep drainage - diep drainage deep ploughing - diepploegen deep walling - diepwand deer enk = mv - hert(en) - fallow - damhert - red - roodwild - roe - ree - stag- - edelhert deficiencies - gebreken defence, water - - waterkering degenerate to - degenereren deliver, to - afleveren delivery - aflevering delivery pipe - persleiding demolish to - afbreken demolition - afbraak density - dichtheid densify, to - versterken van een dijk department of the environment - ministerie van milieuzaken Department of Ways and Communications - Rijkswaterstaat depth - diepte depopulation - ontvolking deposit - neerslag, afzetting deposited, to be - aanslibben

17

depreciation - afschrijving (financieel) depression - zakking (van een terrein) desalinization - ontzilting desalting - verzoeting desert lark - woestijnleeuwerik desert wheatear - woestijntapuit design - ontwerp desiccation - uitdroging detergent - wasmiddel deterioration - verslechtering, verval devastate to - verwoesten diagnose - diagnose diameter - diameter - at breast height (d.b.h) - -op borsthoogte (d.b.h.) dicecious - tweehuizig die - sterven dieback - afsterven difusse-porous wood - diffuus-porig hout dig deep, to - diepspitten digging operations - graafwerk diluvium(glaciaal dposits) - diluvium dip well - peilbuis, bronnering (met

pomp) dirty road - onverharde weg disability - handicap disadvantage - nadeel disaster - ramp discolored - verkleurd disease - ziekte disease, Dutch elm - - iepziekte discharge - uitwatering, kolk,debiet discharge to - lozen discoloration - verkleuring disk harrow - schijven eg disk plough - schijven ploeg disk saw - cirkelzaag disposal - storting dispose to - storten disrupt to - ontwrichten dissimination - verspreiding dissolve to - oplossen van stoffen distribute to - verdelen, verspreiden distribution - verdeling, verspreiding district, forest - - houtvesterij ditch - sloot/greppel division, forest - - boswachterij DNA DNA doe - hinde van damhert dogwood cornus dolphin - dolfijn domestic waste - huisvuil dormant - slapend dosage - dosering dose - dosis Douglas fir - Pseudotsuga menziesii dove, namaque - - maskerduif dove, turtle - - tortelduif

18

downstream - stroomafwaarts drag out, to - uitslepen door paarden drain to - afwateren drain - afwateringsbuis, straatput uitwatering drainage - afwatering, drainage drainhole - straatput drawback - tegenslag drawer - tractor, trekker dredge to - dreggen, baggeren drought - droogte drought resistance - droogteresistentie dry stone walling - stenen muurtje stapelen duck - eend duck, tufted duck - kuifeend dump(er) (truck) - kipauto, -kar dune forest - duinbos dung - mest dunlin - bonte stranloper dunnock - heggemus durable - duurzaam Dutch - Nederlands Dutch elm disease - iepziekte

19

E. eagle, short-toed - - slangenarend ear-protector - oorbeschermer east - oosten earth (planet) - aarde Earth, Friends of the - - Milieudefensie earth moving - grondverzet earthquake - aardbeving earth tremor - aardtrilling earth up,to - aanaarden earth works - grondwerk(zaamheden) earthworm - worm, regen- eastern white pine - Pinus strobus ecology - ecologie ecological disaster - ecologische ramp economy - economie ecosystem - ecosysteem edaphic factor - bodem factor education - onderwijs, opleiding eel - aal, paling eelpout - kwabaal eelworm - aaltje effect - effect efficient - efficïent effluent - zijrivier, afwaterings-/ afvoerkanaal (afvalwater) afvalwater e.g. ( for example ) - bijvoorbeeld egret, great white egret - grote zilverreiger elder - Sambucus nigra electricity generation - opwekking v. electriciteit elicit, to - ontlokken elm - iep elm, Dutch - disease - iepziekte embankment - indijking, bekading endanger, to - in gevaar brengen (m.b.t. het voortbestaan) endeavour - poging endemic - inheems endodermis - endodermis,schorsgrenslaag energy capturing - energie winning energy consumption - energie verbruik energy requirements - energie behoefte energy source - energie bron engineering, civil - - weg- en waterbouw ensile, to - inkuilen enterprise - bedrijf,onderneming entomologist - insectenkundige even-aged - gelijkjarig environment - milieu, omgeving environmentalist - milieu activist, - beschermer environmental impact - invloed op het milieu environmentally friendly - milieuvriendelijk environment management - milieubeheer environmental science - milieu wetenschap environment technology - milieutechnology

20

enzymes - enzymen epicormic - waterlot epidermis - epidermis epiphytes - epifyten, planten welke op

andere planten groeien equilibrium - evenwicht equipment - uitrusting, materieel erect, to - opzetten ergonomy - arbeidskunde erode, to - eroderen erosion - erosie erosion control - erosiebeheersing essential - essentieel,van belang estate - landgoed estate forest - landgoedbos estimate, to - schatten estimation - schatting estuary - trechtermonding European bird cerry - Prunus padus European larch - Larix decidua European roller - scharrelaar evaporate, to - verdampen evaporation - verdamping evergreen - altijd groen excavate, to - uitgraven excavation work - graafwerk exhausted - uitgeput expenses - uitgaven exploit, to - exploiteren exploitation - exploitatie explore, to - onderzoeken exploiration - onderzoek exterminate, to - uitroeien extinct - uitgestorven extinction - uitsterving

21

F. face-screen - gezichtsbeschermer facilities - faciliteiten failure - fout fall - hoeveelheid omgehakte bomen fall-fell-fallen, to - vallen fall direction - valrichting fall out - uitstoot, neerslag false annual ring - valse jaarring farmyard - boerenerf farmyard manure - gemengde mest fasten, to - (vast)binden fawn - reekalf feasibility - geschiktheid feline - katachtige fell-felled-felled, to - vellen felling, clear - - kaalkap felling-direction - kaprichting felling/undercut notch - valkerf felling tool - velgereedschap fence - omheining, afrastering fence, to - afrasteren feral pigeon - holeduif fermentation - vertering fern - varen fertile - vruchtbaar fertilization - bevruchting fertilize, to - bemesten, vruchtbaar maken fertilizer - kunstmest fescue seed - zwenkgras zaad fiber tracheids - vezeltracheiden¸deze zijn zeer

lang en lopen puntig toe. fibre - vezel Filament - draad file - vijl file, to - vijlen fill, to - - vullen final assignment -afstudeeronderwerp, - studie- opdracht fine-zoned - fijnringig fir - den, abies spec. fir, Subalpine - Abieslasiocarpa fir, Amabilis - - amabilis fir, Arizona - - lasiocarpa var. arizonica fir, Balsam - - balsamea fir, Colorado - - concolor fir, Fraser balsam - - fraseri fir, Grand - - grandis fir, Japanese - - firma fir, Korean - - koreana fir, momi - - firma fir, Nikko - - homolepis fir, Nordmann - - nordmanniana fir, Pacific - - amabilis fir, Red Silver - - amabilis

22

fir, Rockey Mountain - - lasiocarpa fir, Silver - - alba fir, White - concolor fire blight bacterievuur (Erwinia) fire - vuur , superficial fire - loopvuur fire-line - brandvrije strook firewood - brandhout, haardhout firm - firma first aid - eerste hulp fiscal rebate - belastingfaciliteit fissure - spleet, scheur fixen - vrouwelijke vos fixation - binding flame - natte afvoergoot flexibility - soepelheid flood(ing) - overstroming flood forest - ooibos flood plain - stroomvlakte, uiterwaarde flood-tide - vloed flounder - bot flower - bloem flower to - bloeien flowering - bloei fluctuation - schommeling flume - afvoerkanaal (algemeen) flush cut - vlakke zaagsnede fodder - veevoeder vascular bundle fog - mist foil screen - foliescherm foil wall - foliewand food chain - voedselketen food crop - voedselgewas foot - 30,5 cm f² square foot - 0,092 m² foreign - vreemd, buitenlands foreman - voorwerker foreman in charge - uitvoerder forest - woud forest, ancient - - oerbos forest, brushwood - - struweelachtig bos forest, commercial - - productie bos forest, common/undivided - - markebos forest, coppice - - hakhoutbos forest-district - houtvesterij forest-district- officer - houtvester forest-division - boswachterij forest, dune - - duinbos forest, estate - - landgoedbos forest exploitation - bosexploitatie forest-fire - bosbrand forest, flood - - ooibos forest, hanging/slope - - hellingbos forest inventory and mapping - bosinventarisatie forest management - bosbeheer, -exploitatie forest mensuration - houtmeetkunde forest, middle-age - - middenbos

23

forest planning - bosinrichting forest-ranger - boswachter forest road - bosweg forest, selection - - uitkapbos forest, slope/hanging - - hellingbos forest, state - - domein bos forest, wetland - - broekbos forest, willow coppice - - griend forest working plan - bosinrichting forester - bosbouwer, boswachter forestry - bosbouw forestry, general - - algemene bosbouw Forestry Commission - Staatsbosbeheer forestry school - bosbouwschool fork - vork (boomvork) formation width - formatie-, opstelling-,

structuurbreedte forwarder - uitrijwagen fossil fuel - fossiel brandstof fox - vos fox hole - schuttersputje fox, red fox - vos fracture - fractuur,breuk frame saw - raamzaag framework - raamwerk freeze,to - vriezen freezing conditions - vriescondities freshwater - zoetwater friction - wrijving frontcarrier - voorlader frost - vorst ,early frost - vroege vorst ,late frost - late vorst frost crack - ‘vorstscheur’ frost damage - vorstschade frost-hole - vorstgat fructification - zaaddracht fruit - fruit, vrucht fry - visbroed FSC - Forest Stewardship Council fuel - brandstof fungus (mv. fungi) - schimmel, paddestoel fur - bont, vacht furnace slags/ blast - - - hoogovenslakken furrow - voor fusion - mengsel

24

G. gadwall - kraakeend gallon - 4,54 l. (£) - 3,785 l.($) galls - gallen gall-midge - galmug game - wild game and venison dealer - poelier game, big - - wild (groot) game grating - wildrooster game-keeper - jachtopzichter game shop - poelierszaak game, small - - (klein) wild game stock - wildbestand gap - gat gap, storm - - stormgat garbage - afval, huisvuil garbage run - afval ophaalronde garden-making - tuinaanleg garden-maker - tuinaanlegger/-ontwerper/-

architekt garganey - zomertaling (anas querquedula) gaseous - gasvormig, vluchtig gasolene - benzine ($) gauge pipe - peilbuis genetic - genetisch gender - geslacht genera, enk: genus - geslachten general - algemeen general forestry - algemene bosbouw generate to (electricity) - opwekken generator, back-up - - nood agragaat genus mv: genera - geslacht geography - aardrijkskunde geographical - geografisch geological - geologisch geology - geologie geothermal (energy) - heet water uit de aarde benutten germ - ziektekiem germination - kieming germinative capacity - kiemkracht germination percentage - kiempercentage Gingko - Gingko biloba, Maidenhair girth - omtrek GIS - Graphic Information System glaciation - ijstijd Glandilar fever - ziekte van Pfeiffer glossy ibis - zwarte ibis glove - handschoen glue - lijm glucose - glucose (suiker) goat moth - wilgenhoutrups (Cossus) goosander - grote zaagbek goose, bean goose - toendra rietgans goose, white-fronted - - kolgans (anser albifrons)

25

gorse - gaspeldoorn (Ulex) govern, to - leiden, besturen government - regering GPS - Global Positioning System gradual process - geleidelijk proces graft, to - enten grain of sand - zandkorrel grayling - vlagzalm grand fir - Abies grandis granite - graniet grant - subsidie graphite - grafiet grapple - boomstamtang grasshopper - sprinkhaan grass seed sowing - graszaad zaaien grating - wildrooster gravel - grind sandy - - zandig grind silty - - siltig grind gravel pit - grind uitgraving gravity - zwaartekracht grazing project - begrazingsproject great spotted woodpecker - grote bonte specht great white egret - grote zilverreiger grebe, black-necked grebe - geoorde fuut greenfinch - groenling greenhouse - broeikas, orangerie, serre greenkeeper - terreinknecht/-beheerder op

een golfbaan e.d. green leaf roller - eikebladroller (Tortrix viridana) green-peak - groene specht green shank - groenpootruiter (waadvogel) greensward - grasland greenweed/-wood - verfbrem grey alder - grijze els grey herron - blauwe reiger groove - rabat (hout) groundfire - loopvuur groundsman - terreinbeheerder van sportterrein groundwater - grondwater , table - grondwaterspiegel groundwaterhydrology - grondwaterhydrologie grouse - korhoender, boshoen grouse, wood - - auerhaan grouse, snow - - sneeuwhoen grouse, black - - korhoen growing-site - groeiplaats growing mouldy - beschimmeling growth ring - groeiring growth - groei grub - larve guide bar - leistang, geleider guideline - richtlijn gull, black-headed - - kopmeeuw gully - geul gun - geweer

26

gun, barrel - - jachtgeweer guard cells - sluitcellen (v.d. huidmond) gum duct - gomgang gums - gommen Gymnosperms - naaktzadigen

27

H. habitat - habitat, natuurlijk leefomgeving, biotoop hail - hagel van een geweer hairroot - haarwortel hammer - hamer hammer, sledge - - moker hammock - hangmat handle - steel van b.v. bijl hanging forest - hellingbos harden off, to - afharden hardwood - loofboom, loofhout hare - haas harness - tuig/ teugels (b.v. paard) hatch,to - broeden harrow - eg harvest - oogst harvester - oogstmachnine, machine die

bomen 'plukt' hatchet - handbijl hay fever - hooikoorts hazards - gevaren haze - nevel hawthorn - crataegus hazel - Corylus avellana healing - helen v.d.gezondheid health - gezondheid heart shake - hartscheur heartwood - kernhout heath - hei(develd) heather - hei(de)(plant), heidestruik heather plantation - heideaanplant heat storage - warmte opslag hedge(row) - haag, houtwal heel in, to - inkuilen height measurement - hoogtemeting hemicellulose - een verzamelnam voor een groep

van verbindingen die bestaan uit verschillende suikers

hemisphere - halfrond (noordelijk/zuidelijk) herbicides - herbiciden hereditary predisposition - erfelijke aanleg herron - reiger herron, grey herron - blauwe reiger hide - dierhuid, vel hike, to - trekken, wnadelen hiker - wandelaar hiking - het trekken, wandelen hilly - heuvelachtig hind - hinde van edelhert history - geschiedenis hoe - schoffel hoe, to - schoffelen hole - gat Holly - Ilex

28

hone, to - wetten honey fungus - honingzwam hooded wheatear - monnikstapuit hook, turning - - kantelhaak hoopoe lark - witbandleeuwerik hornbeam - haagbeuk horse chestnut - Aesculus hippocastanum, Paarde

kastanje host(plant) - waardplant hostel - verblijfplaats house bunting - huisgors house sparrow - huismus humid - vochtig , absolute humidity - absolute vochtigheid , relative humidity - relatieve vochtigheid humus - humus hunt, to - jagen hunter, sportsman - jager hunting - jacht hunting-licence - jachtakte hybrid poplar - hybride populier hydrocarbon - koolwaterstof hydro-electric power - waterkracht energie hydrogen - waterstof hydrothermal treatment - behandeling van hout in een vochtige milieu hyphae - schimmeldraden hypometer - hoogtemeter

29

I. ibis, glossy - zwarte ibis ide - winde identify, to - identificeren identification - identificatie, herkenning indicator plants - indicatorplanten impact - invloed impermeable - waterproof impervious - waterdicht implants - implantaten implement, to - uitvoeren implement - werktuig implications - grotere invloed impoverished - verarmde (grond) impregnate, to - impregneren impurity - onzuiverheid inch - 2,54 cm including - inclusief included bark - ingesloten bast in² square inch - 6,452 cm² incinerate, to - verbranden incinerator - verbrandingsoven, -installatie increase, to - toenemen increase - toename increment - aanwas increment borer - aanwasboor indicated - aangegeven indicator - aanwijzing indigenous, native - inheems inert - onschadelijk inexhaustible - onuitputtelijk infection - infectie infertile - onvruchtbaar infest, to - aantasten infested - besmet, aangetast inflorescence - bloeiwijze influx - instroom infrared - infrarood initial research - eerste onderzoek injection - injectie injury - beschadiging inlet - inham insects - insekten insecticide - insectenbestrijdingsmiddel insert, to - invullen inspection - inspectie intake - inname (water) intensify, to - intensiveren intensification - versterking, intensivering internal - inwendig interrelated - onderling samenhangend interval, meal - - schafttijd inundate, to - overstromen inundation - overstroming invertebrate - ongewerveld

30

iron, climbing - - klimspoor iron wire - ijzerdraad irregular - onregelmatig irrigate, to - bevloeien, irrigeren irrigation - irrigatie ivory - ivoor Ivy - Hedera Invasion - invasie

31

J. Japanese/Momi fir - Abies firma Japanese larch - Larix leptolepis jay - vlaamse gaai jeopardize, to - in gevaar brengen jeopardy - gevaar jiri saw - jiri zaag joint - naad bij planken jointless constitute - naadloos geheel juice - sap (van een vrucht) juniper - juniperus Juglonines - juglonine Stof afgegeven door Juglans nigra met negative invloed op planten in de omgeving zie Allelopathy

32

K. kale - boerenkool karri - karriboom (Eucalyptus

diversicolor); karrihout karrimat - veldbed kestrel - torenvalk key organism - sleutel organisme kill - doden kinetic - kinetisch kind of wood - houtsoort kingfisher - ijsvogel kingfisher, white-breasted - Smyrna ijsvogel knapsack sprayer - rugspuit knot - kwast, noest knowledge - kennis kookabura - soort ijsvogel in Australië Korean fir - Abies koreana

33

L. ladder - ladder ,extensible - - uitschuifbare ladder lake - meer land agency - rentmeesterschap land agent - rentmeester land development - landinrichting land development project - cultuurtechnisch project landscaping - landschapskunde, landschaps- bouw d.w.z. de uitvoering land slide - aard-, grondverschuiving land tenure - eigendomsrecht lapwing, spur-winged - - sporenkievit larch, European - - Larix decidua larch, Japanese - - Larix leptolepis large brown pine weevil - dennesnuitkever(grote) large pine pitch borer - dennenscheerder lark, desert - - woestijnleeuwerik lark, hoopoe - - witbandleeuwerik lark, Temminck's horned - - Temmincks strandleeuwerik larva - larve lateral bud - zijknop lateral erosion - zijwaartse erosie lateral shoot/ side - - zijscheut latewood - zomerhout latex duct - melksapgang lath - lat lath, toothed - - boeiboord/- plank lathed - schrootje latitude - breedte (geografisch) Laurel - Prunus laurocerasus lava cauldron - borrelende lava in krater law - recht, wet layer, to - afleggen layered branch - aflegger layer - laag ,inpenetrable- - ondoordringende laag ,impervious - - ondoorlatende laag , - of foil - folielaag laying aggregate - toevoegingsstof voor het maken van beton LDDC= London Docklands Development Corporation Leader - harttak lead (pronounced led) - lood leading shoot - eindscheut leaf, leaves - blad, bladeren leaf fall - bladval leafroller-moth - bladroller (Tortricidea) leaf-stalk - bladsteel lean - hangen lease, to - pachten leather - leder leather jacket - emelt (Tipulidae) leaved, broad- tree - loofboom leaves, leaf - bladeren, blad

34

leaves, to bear - - bladdragen leaves rake - bladhark lecture - college legal - wettelijk legend - legenda van landkaarten leicence - vergunning lenticel - lenticel lesion - schadelijke verandering in de

bast lethal - dodelijk level, to - waterpassen level the ground,to - egaliseren levelling - het waterpassen, het landmeten liability - aansprakelijkheid licence, hunting - - jachtakte lichens - korstmossen light - licht lignify,to - verhouten ligtning conductor/- rod - bliksem afleider limbdrop - spontane takbreuk limb, to - fruitboom snoeien lime - kalk lime, to - bekalken limestone - kalksteen lime tree - Tilia liming - bekalken Linden - Tilia lining, plastic - - foliewand linnet - kneu liquid - vloeibaar, vloeistof liquid, supporting - - steunvloeistof litter - afval, (nest)worp little green bee-eater - kleine groene bijeneter little ringed plover - kleine plevier livestock - veebestand load, to - beladen loader - heftruck loam - leem gravel - - grindige leem sandy - - zandige leem lock - slot locust, black - - Robinia pseudoacacia locust, yellow - Robinia pseudoacacia locust, false - Robinia pseudoacacia lodge, to - legeren, platliggen v. gewas log, to - houthakken, in blokken hakken, log - houtblok, boomstronk, -stam logger - bosarbeider London Plane - Platanus acerifolia longitudinal - in de lengte, overlangs look-out tower - brandtoren loess - loss lopper - takkenschaar lower, to - verlagen, omlaag brengen lowland - laagland , - moor - laagveen low's white fir - Abies concolor var lowiana

35

LRT=London Regional Transport lubricant - smeerolie lumberjack, lumberman, forester, - bosarbeider, bosbouwer, lupin - lupine luxuriant - weelderig lynx - lynx

36

M. magnifying-glass - loupe - magpie - ekster main - belangrijkste, hoofd-.. main root - hoofdwortel maintain, to - onderhouden maintenance - onderhoud maintenance of tools - gereedschapsonderhoud maintenance tool - onderhoudsgereedschap male - mannelijk mallard - wilde eend mammal - zoogdier manage, to - beheren management - beheer management plan/control - - beheersplan manual training - handvaardigheid manure - mest map, to - karteren maple - esdoorn maple, Norway - - Acer platanoides mapping - karteren, het - marginal - marginaal marine - zee- maritime pine - Pinus pinaster mark (for felling), to - merken, blessen market demand - marktvraag market gardening - groenteteelt marsh - moeras marshland - moerasland martin, sand martin - oever zwaluw mashing - maischen mass tropism - tropisme mass-haul from volume - massa lading uit volume massive - massief mathematics, applied - - toegepaste wiskunde maths - wiskunde mating-season - paartijd matriculation statement - bewijs van inschrijving mature - rijp meadow pipit - graspieper meal interval - schafttijd mean basal area - gemiddelde grondvlak meander - meander, kronkeling, veel

bochten meander, to - kronkelen, meanderen measure, to - meten measuring-tape - meetband mechanical - mechanisch medullary rays - mergstralen mercury - kwik meristem - meristeem: weefselcellen welke

zich kunnen delen, vermeer- deren

metabolism - metabolisme metallic salt - metaalzout methane - methaan

37

micorrhiza - micorrhiza micro climate - micro klimaat middle-age forest - middenbos migrate, to - trekken, verhuizen migratory (bird) - trekvogel migration - migratie mile - 1,60934 km m² square mile - 2,599 km² milled ring - kartelrand mine, to - delven mined out pit - leeggegraven mijn mineral - mineraal minestone - mijnsteen mites - mijten mistletoe - Viscum album(parasietstruik) mixed wood - gemengd bos mixture, seed - - zaadmengsel mobile home - stacaravan mobile shelter - schaftkeet Modesto ash - Fraxinus velutina moist - vochtig moisture - vocht(igheid) , - contents - vochtgehalte mole - mol mole cricket - veenmol molecular - moleculair momi/Japanese fir - Abies firma monitor, to - controleren via scherm monocots - eenzaadlobbigen monoecious - éénhuizig moor - hei(develd) (vochtig) moorhen - waterhoen moorland - heide/veengrond moor, peat- - hoogveen moraine, push - - stuwwal mortality - sterfte, sterfelijkheid morphologie - morfologie moult, to - ruien moulting - ruien, het - mountain ash - Sorbus aucuparia mountaineer - bergbeklimmer mountain pine - berg den mourning wheatear - rouwtapuit mow,to - maaien mud - modder(stroom) mulberry - moerbei (Morus) municipal - gemeentelijk municipality - gemeente municipality, the - of A. - de gemeente A. murky - donker mushroom - paddestoel mycoplasma - mycoplasma

38

N. NAA - Naphtaleen azijnzuur nail - spijker namaque dove - maskerduif native, indegenous - inheems natural cycle - natuurlijk cyclus - kringloop naturalist - natuurbeschermer nature conservation - natuurbeheer, -behoud ,- reserve - natuurmonument navigation - navigatie need - benodigdheid needle - naald negligence - verwaarlozing nematode - aaltje nest,to - nestelen nesting-box - nestkastje night frost - nachtvorst Nikko fir - Abies homolepis Nitrate - nitraat Nitrogen - stikstof noise pollution - geluidsoverlast nodule - knobbel Nordmann fir - Abies nordmanniana north - noorden Norway maple - Acer platanoides Norway spruce - Picea abies fijn spar notch - inkeping/ insnijding in hout/

een boom noticeable - opmerkelijk noxious fungus - schadelijke zwam NRA=National River Authority nuclear - kern- nuclear plant - kernreactor nun moth - nonvlinder (Ocneria monacha) nurse, to - verzorgen nurser - kweker nursery - kwekerij nutrient - voedingsstof nutrition - voeding nut - noot nuts - noten

39

O. oak mildew - meeldauw (Microsphaera) oak, pedunculate - - Quercus robur oak, red - - rubra oak, sessile - - petraea oblong - langwerpig occupation - beroep, huidige bezigheid ocelot - panterkat octane - octaan odds, - against the odds - het lot tarten, tegen alle

verwachtingen in offer - aanbod offset - scheut, tegenwicht,

compensatie landmeten: ordinaat bouwkunde: versnijding - techniek : bocht in pijp/staaf om hindernis heen off-shore - uit de kust on-site collector - staande collector open house - open dag, informatiedag orchard - boomgaard orchid - orchidee organs - organen organic - organisch ornamental plant - sierplant ornamental tree - sierboom oscillate - slingeren osier - wilgenteen osmose - osmose osprey - visarend outdoor recreation facilities - recreatievoorzieningen outermarch - uiterwaarde outing - uitstapje outlet - uitwatering, kolk ovary - vruchtbeginsel overgrazing - overbeweiding overgrowth - begroeiing ovule - zaadknop owl, tawny - - bosuil own, this is owned by .. - dit is eigendom van .. oxygen - zuurstof

40

P. Pacific Silver Fir - Abies amabilis Palisade layer - pallisade laag parenchym Palm - palm parameter - parameter parasite - parasiet parcel - kavel parenchyma - paremchym: het weinig gespecialiseerde weefsel dat bij de hogere planten “grondweefsel” vormt part - stuk,onderdeel pasture - weide pasture management - weidebeheer pathogens - aantastingen partridge - patrijs - path - voetpad paving brick - straatsteen paviour, roadworker - stratemaker pay cash , to - contant betalen peak - top (heuvel) peat - veen, turf clay - - kleig veen sandy - - zandig veen peat bog - laagveen peat moor - hoogveen peaty soil - veenachtige grond pedestrian access - voetgangerstoegang pedunculate oak - Q.robur zomereik peel to - schilen peeled veneer - schilfineer penduline tit - buidelmees penetration - doordringing (in de grond) peninsula - schiereiland perch - baars percolation - doorsijpeling periderm periderm peril - gevaar permanent worker - vast arbeider permeability - doorlatendheid perpendicular - loodrecht persecution - vervolging, jacht pest - plaag pesticide - bestrijdingsmiddel petal - bloemblaadje petrol - benzine (£) pH value - pH-waarde, zuurtegraad phelloderm - felloderm phellogen - fellogeen phellum - felleem ( kurk ) pheasant - fazant phosphorus - fosfor phloem - floeem phtosynthesis - fotosynthese photovoltaic conversion - foto-galvanische omzetting physical planning - ruimtelijke ordening, -

41

planning physics - natuurkunde physical property - natuurkundige eigenschap physically - lichamelijk pied wagtail - witte kwikstaart pigeon, feral - - holeduif pigeon, wood - - houtduif pike - snoek pile up, to - opstapelen pincers - tang pine - grove den, vuren(hout) pine, Austrian black - - Pinus nigra var.nigra pine, Corsican - - nigra var maritima pine, eastern white - - strobus pine, maritime - - pinaster pine, mountain - - mugo pine, Scotch sylvestris pine, solitary grown - - vlieg den pine, large pitch borer dennenscheerder pine, solitary scots - - vlieg den pint - 0,568 l pinus - pine, pinus pipe, gauge - - peilbuis, bronnering pipe sleeve - mantelbuis (milieu: peilbuis) pipit, meadow - - graspieper pit - kuil pit - stippel (celwand) - bordered- - hofstippel pith - merg plaice - schol plain - effen plane - schaaf, vliegtuig, vlakte plane tree - Platanus plant - installatie, grote fabriek

plant: algemene benaming voor groen dat uit een stengel bestaat en bladeren heeft

plant, to - planten - to plant with bare root - planten met blanke wortel -,- ball-planting - plantenmet kluit -,- pit-planting - planten in plantgaten -,- under shelter - onder scherm plantation - aanplant - row - - rij beplanting - successful - - geslaagde aanplant - marred (failure)- - mislukte aanplant planting hole - plantgat planting scheme - plantschema planting spade - plantschop planting-stock, plants - plantgoed planting tool - plantgereedschap planting wedge - plantwig plant louse - bladluis plant-spacing - plantverband plasmodesmata - plasmodesmata. Plasma

verbindingen plasmolysis - plasmolyse

42

plough to - ploegen plough deep, to - diepploegen plover, little ringed plover - kleine plevier poach to - stropen poacher - stroper ponctuation - stippel (celwand) pochard - tafeleend (nyroca ferina) pochard, common pochard - tafeleend pod - peul poison - (ver)gif poison to - vergiftigen poisonous - giftig polatouche - eekhoorn, kleine soort pole - boompaal, - juk stick pollack - pollak pollard - geknot pollard, to - knotten pollard-willow - knotwilg pollen - stuifmeel pollutant - vervuilende stof pollute to - vervuilen polluter - vervuiler pollution - vervuiling pollution threat - dreiging van vervuiling pond - vijver pool - poel, vijvertje poplar - populier poplar borer - boktor, populiere- (Saperda) poplar, hybrid - - hybride populier population - bevolking porcupine - stekelvarken (hystrix) pore - porie porosity - poreusheid porous - poreus porpoise - bruinvis post- and wirefencing - paal- en draadomheining potassium - kalium pothole - gat in de weg powan - grote marene powersaw - motorzaag power station - energie centrale practical subjects - praktijkvakken practical training - praktijk practice - praktijk practise to - in praktijk brengen practical period - praktijkperiode practical training - praktijkstage precipitation - neerslag (regen e.d.) predator - predator, roofgedierte predominant - overheersend preferably - te preferen pregermination - voorkieming pressure - druk pretreatment - voorbehandeling prismoidal - van een prismoïde, als een

prismoïde, m.b.t. een prismoïde(=door rechte

43

vlakken ingesloten lichaam, waarvan 2, grond en boven- vlak, evenwijdig lopen, waar- in alle hoekpunten liggen.

produce to - voortbrengen, produceren production - productie production, wood- - houtteelt production wood - productie bos productive - productief progress - vooruitgang project management - projectontwikkeling, -

organisatie profile - profiel proportion - verhouding protection - bescherming protective glove - veiligheidshandschoen protective measure - beschermingsmaatregel proteins - proteinen protoplasm - protoplasma provenance - herkomst provide, to - leveren, verschaffen provisionally - voorlopig prune, to - snoeien prune out, to - uitsnoeien prune up, to - opsnoeien pruning knife - snoeimes pruning saw - snoeizaag pruning scissors - snoeischaar pruning tool - snoeigereedschap power take-off - aftak-as public body/property - publiekrechtelijk lichaam pulley - katrol pulp mill - cellulosefabriek pulpwood - vezelhout, papierhout purchase - koop purification - zuivering purification plant - zuiveringsinstallatie purify to - zuiveren push moraine - stuwwal

44

Q. quicksand - drijfzand

45

R. rabbet - rabat (hout) rabbit - konijn race - ras radial cut - doorsnede radiaal radiation - straling radio active - radio-actief raft - vlot rainbow trout - regenboogforel rain wear - regenkleding range - reikwijdte,reeks/serie range, to - variëren ranger, forest- - boswachter rate - hoeveelheid rate of growth - groeitempo raw material - grondstof ray - straal reaction wood - reactie hout reafforest, to - herbebossen reafforestation - herbebossing reallotment - ruilverkaveling receptacle - bloembodem reclaim, to (land) - ontginnen (land), droogleggen reclamation - ontginning, drooglegging rectangle - rechthoek recover, to - herstellen recovery - herstel, herwinning recreation - recreatie recurrent illness - chronische ziekte recycle, to - hergebruiken red data book - rode lijst van bedreigde diersoorten red deer - edelwild red fox - vos red oak - Quercus rubra redshank, spotted redshank - zwarte ruiter red silver fir - Abies amabilis reduce, to - verminderen, doen afnemen reedbed filter - helofytenfilter reed wabbler - karekiet refill, to - inboeten refinery - raffinaderij reforest, to - herbebossen reforestation - herbebossing refractory - moeilijk te bewerken regenerate, to - regenereren, vernieuwen regeneration - vernieuwing regional planning - regionale planning rehabilitate, to - herstellen rejuvenate, to - verjongen remedial work - herstel werk repellant - afweerstof repellent - bedreiging, afschrikmiddel replant, to - herbeplanten replanting - herbeplanting report, to - verslag uitbrengen

46

reporting - verslaggeving reproduce, to - zich vermenigvuldigen - zich voortplanten reproduction - voortplanting requirement - behoefte research - wetenschappelijk onderzoek reserve - reservaat resident - standvogel resin - hars -, duct - harskanaal resinous - harsachtig resistance - weerstand resistant - resistent repiration - ademhaling respiratory root - ademwortel restoration - restauratie reutilization - hergebruik reutilize, to - hergebruiken revegetate, to - herbeplanten rhizome - a thickened usually horizontal underground stem or branch of a plant that stores food, producing roots below and leavy shoots above, and that differs from a root in having buds and scaly leaves ridge - ril rime - rijp ring, milled - - kartelrand ring porous - ringporig rise, to - - sprengen, ontspringen river bank - rivieroever roach - blankvoorn roadblock - wegafzetting road, dirty - - onverharde weg roadroller - wals roadworker, paviour - stratemaker roam, to - zwerven rock - rots rodent - knaagdier roe - ree roe deer - ree roller - wals root - wortel that part of a plant which in most species penetrates the earth. It absorbs moisture, stores food, and also serves as an anchor and support. root collar - wortelhals root rot - wortelrot root-system - wortelstelsel rosefinch, common rosefinch - roodmus rot - rot - butt- - voetrot - center- - hartrot - heart- - hartrot

47

rough-legged buzzard - ruigpoot buizerd round timber - rond hout Rowan tree - Sorbus aucuparia RSPCA - Royal Society for the Prevention of Cruelties against Animals rubble - puin rudd - ruisvoorn ruff - kemphaan rugged terrain - geaccidenteerd terrein run-off - afspoeling rural - plattelands- rust - roest, roestziekte

48

S. safeguard, to - - veiligstellen safety belt - klimgordel safety-boot - veiligheidslaars safety criteria - veiligheidscriteria - - voorschriften safety-helmet - veiligheidshelm safety legging - zaagbroek, veiligheidsbroek salinization - verzilting salinize, to - verzilten salmon - zalm salmon trout - zalmforel salty - zout sample, to - - bemonsteren sanctuary - reservaat, beschermd gebied voor vogels sand - zand clay - - kleizand coarse - - grof zand fine - - fijn zand gravel - - grindig zand middle - - middel zand silty - - siltig zand stabilised - - gestabiliseerd zand vulcanic - - flugzand sand bar - zandbank sand extraction - zandwinning sand, grain of - - zandkorrel sand martin - oever zwaluw sandpiper, wood sandpiper - bosruiter sandwich course - cursus bestaande uit een les

en praktijk (om en om) sandwich system - om en om systeem sanitation - van sanitair voorzien sanitization - sanering sanitize, to - saneren sap - sap in de boom saplings, crop of - - zeer jonge opstand saprobe (uitspraak: [ie] - saproob: saprobie is de organische belasting van water sapstream - sapstroom sapwood - spinthout saturate, to - doordrenken saw - zaag saw, bow - - beugelzaag saw, chain- - motorzaag saw, crosscut- - trekzaag saw, jiri - - jiri zaag saw-mill - zagerij, zaagfabriek saw, power- - motorzaag sawn timber - gezaagd hout scale - huis in een kegel, schub scattering - versnippering van land scheme - plan schoolsupervisor - coördinator

49

schutblad - bract scope - omvang, strekking scoria - sintels Scotch pine - Pinus sylvetris Scotch pine, solitary - - vlieg den scraper - schuurder scrub warbler - maquiszanger screen - scherm screw - schroef screw, to - (vast)schroeven screw driver - schroevendraaier scrub - struikgewas scythe - zeis seal - zeehond seam - naad seasonal worker - los arbeider, uitzendkracht seatrout - zeeforel secluded - rustig gelegen secateurs - snoeischaar secondary root - zijwortel sedimentation - afzetting, sedimentatie seed - zaad seed-bed - zaaibed seed collection - zaad verzameling seedling - zaailing seed mixture - zaadmengsel selection forest - uitkapbos sell cash, to - contant verkopen semi-arid - tamelijk droog, semi-aride sensitive - gevoelig seration - doorluchting sessile oak - wintereik settle, to - bezinken settlement - nederzetting, inklinking settlement basin - bezinkbassin sewage - rioolwater sewage sludge - rioolslib sewage plant - rioolzuiveringsinrichting sewage works - rioolwaterzuiverings- installatie sewer - riool sewerage - riolering sewer drain,cesspit,cesspool - rioolput sewer system - riolering shade, to - beschaduwen shadbush - Amelanchier krent shake schudden shallow - ondiep shaping - snoeien (snoeivorm) sharpen, to - slijpen shed - schuur, schaftkeet sheet - plaat, laken sheet erosion - afspoeling sheet piling, timbering - beschoeiing shell - bolster, schelp shelter - beschutting shelter, mobile - - schaftkeet

50

shelterwood strip system - coulissenkap shoot-shot-shot, to - jagen, schieten shoot - scheut , leading shoot - topscheut shoot, side -/ lateral - - zijscheut shore line - kustlijn short-toed eagle - slangenarend shot - hagel van geweer shot, a shower of - - een schot hagel shot cartridge - hagelpatroon shot bag/poach - hageltas shovel - schop, bats shoveler - slobeend (spatula clypeata) shower - bui shower of shot - een schot hagel shrub - struik, heester shubbery - struikgewas side shoot/ lateral - - zijscheut sick - ziek sidewalk - trottoir sieve - zeef silt - slib silted up - dichtgeslibd silting - dichtslibbing silverbirch - Betula verrucosa silver fir - Abies alba silver fir, red - - amabilis silviculture, sylviculture - houtteelt Sinai rosefinch - Sinaï roodmus site - gebied Sitka spruce - Picea sitchensis six-toothed beetle/ spruce barkbeetle - sparreschorskever, Tomicus

chalcographus size - afmeting, maat skid, to - uitslepen door mens of machine skidder - uitsleepmachine skidding tongs - sleeptang sliced veneer - snijfineer skilled worker - geschoolde arbeider skin - huid skylark - veldleeuwerik sledge hammer - moker slab - plaat reinforced concrete - - stelcomplaat slag - sintel, metaal/vulkanische

slak(ken) slanting - schuin slash - kapafval slasher - Finse sikkel sleeping bag - slaapzak sleeping equipment - slaapmateriaal slime - slijm slit/ slot - lange, smalle groef/ gleuf slit, to - kloven slope - helling slope forest - helling bos

51

sloping - schuin sloping field - hellend land slot/ slit - lange , smalle groef/ gleuf sludge - slik, modder slug - naaktslak small game - (klein) wild snail - huisjesslak snake - slang snipe, common snipe - watersnip soak, to - dringen van water social skills - sociale vaardigheden sod - zode softwood - naaldboom soil - grond, aarde soil compaction - grondverdichting soil condition - bodemgesteldheid soil cover - bodembedekker soil cultivation - grondbewerking soil loss - grondverlies soil map - bodemkaart soil profile - bodemprofiel soil particles - gronddeeltjes soil sampling - bodembemonstering soil science - bodemkunde soil technology - bodem technologie, -techniek soil, top - - teelaarde soil type - bodemtype softwood - naaldhout solar collector - zonnecel solar energy - zonneënergie solid - vast, vaste stof solitary grown pine - vlieg den sollution - oplossing solve, to - oplossen van probleem dissolve, to - oplossen van stoffen song thrush - zanglijster source - bron space - ruimte spacing - plantafstand sparrow, house - - huismus spade - steekschop,spade spawn - viskuit species (enk. en mv) - soort(en) specific - specifiek specialist - specialist spent cartridge - lege huls van geweer sperm oil - spermaceti olie spine - doorn spinney/spinny - bosje/struikgewas splitting up - versnippering spoonbill - lepelaar sportsman, hunter - jager spotted redshank - zwarte ruiter spraying - bespuiting spraying gun/spraying torch - spuitlans spring - spreng of lente sprinkler system - beregingsinstallatie

52

sprout twijg spruce - spar, picea spruce, Norway - - Picea abies spruce, Sitka - - sitchensis spruce barkbeetle/six-toothed beetle - sparreschorskever, Tomicus chalcographus spur-winged lapwing - sporenkievit squirrel - eekhoorn SSSI - Site of Special Scientific Interest staff - personeel stage - fase stake - boompaal, - juk stamen - meeldraden stand - opstand standard - spaartelg starch - zetmeel starling - spreeuw starvation - verhongeren state forest - domein bos steel toe cap - stalen neus steep - steil stem - stam (lang en smal) sterile - steriel stick - stok stickel - sikkel stoat - hermelijn stock - voorraad, aandeel,onderstam stomata - huidmondje stone - (natuur) steen - 12,7 kg paving - - tegel stone curlew - griel stone walling - het stapelen van stenen

muurtjes stone waste - steen afval stool - stomp storage - opslag store, to - opslaan stork - ooievaar storm damage - stormschade storm gap - stormgat straw - stro street trees - laanbomen stress - spanning stretch - trajekt stretching - uitgebreid strip - strook strip to - schillen string - draad stub - stobbe study, work - - arbeidskunde suberin - suberine subject, practical - - praktijkvak subject, theory - - theorievak

53

submerge, to - overstromen subsoil - ondergronds sub-surface - vlak onder de waterspiegel subterranean - onderaards suction - zuiger m.b.t. tak suction cutter dredger - cutterzuiger, snijkopzuiger suction dredger - zuigbaggermachine suffer from, to - lijden aan suffocate, to - verstikken sulphur - zwavel sulphur acid - zwavelzuur suncald - zonnebrand superficial - oppervlakkig supervisor - opzichter, begeleider supporting liquid - steunvloeistof surface - oppervlakte surface water hydrology - oppervlaktewaterhydrology surplus water - overtollig water surplus - overschot surveying - landmeten survey(ing), arial - luchtkatering summary - samenvatting sustainability - duurzaamheid,verduurzaming sustainable - duurzaam swamp - moeras swamp forest - broekbos, moerasbos swan, tundra swan - kleine zwaan swan, whooper swan - wilde zwaan sward - grasveld sweet chestnut - Castanea sativa, Tamme kastanje Sweetgum - Eucalyptus swine - wildzwijn Sycamore - Acer platanoides Sycamore American - Platanus occidentalis Sycamore Californian - Platanus racemosa sylviculture, silviculture - houtteelt symplast - netwerk van levende cellen

54

T. tackle, to - aanpakken tafted duck - kuifeend (nyroca fuligula) taimen - taimen target - doel tangential cut - tangentiale doorsnede tannin - looistof tap root - penwortel tawny owl - bosuil tax - belasting teal - wintertaling (anas crecca) technique - techniek technical - technisch technological progress - technologische vooruitgang technology - technologie Temminck's horned lark - Temmincks strandleeuwerik Tench - zeelt tending of tools - gereedschapsonderhoud tending of trees - verzorging van bomen tending tool - verzorgingsgereedschap terminal bud - eindknop terminal shoot - eindscheut tern, black tern - zwarte stern tern, common tern - visdief terrestrial - aards, in de aarde levend texture - aarde, samenstelling van grond tillage - grondbewerking tissue - weefsel thawing condition - dooicondities theory subject - theorievak thermal energy - aardwarmte energie thermal reactor - warmte reactor thicket - jonge opstand thin - dun thin, to - dunnen thistle - distel thornless locust - Gleditschia inermis threat - bedreiging threaten, to - bedreigen thrive,to - gedijen throat, white - - grasmus thrush, song - - zanglijster tidal area - kwelder tidal wave - vloed golf tide - getij tie, to - (vast)binden tilth, top soil - bouwvoor timber - hout timber, to - beschoeien timber, construction - - timmerhout timber down the road - 'onderuit' timber, round - - rond hout timber, sawn - - gezaagd hout timbering, sheet piling - beschoeiing tip cart - kipwagen

55

tirfor - tirfor tit, blue - - pimpelmees tit, coal - - koolmees tit, penduline tit - buidelmees tolop, to - heg/ voor mooiheid snoeien tongs, skidding - sleeptang tool box - gereedschapskist toothed lath - boeiboord/-plank top soil, tilth - bouwvoor tough - stevig tower, look-out - - brandtoren tower waggon - hoogwerker toxic - giftig toxicity - giftigheid trace elements - sporenelementen tracheids - tracheiden tracing - calque (tekening) track - spoor/pad traffic - verkeer trailing hopper dredger - sleephopperzuiger training, manual - - handvaardigheid trample, to - vertrappen transform, to - veranderen, omzetten transformation - verandering transgression - transgressie, overschrijding transpiration - uitwaseming van planten transpire, to - transpireren, uitwasemen transplanted - verplant transversal cut - doorsnede, dwarse trap - klem, val treatment - behandeling tree - boom tree, a bare - - een kale boom tree care/caring - boomverzorging tree creeper - boomkruiper tree-fork - boomvork tree, lime - - Tilia tree-marker - ritsmes tree-planting box - plantsoenbakje tree support - boompaal, -juk, - stut tree surgery - boomchirurgie tree tie - boomband tree- trimmer - topschaar treeworker - boomverzorger trial bank - proefbank trial - proefneming triangular spacing - driehoeksverband trophication _ trofiëring (trofie: de belasting van water met voedingszouten, zoals nitraat, fosfaat tropical zone - tropisch gebied tropics - tropen trout - forel trout, brown - - bruine forel trout, rainbow - - regenboogforel trout, sea- - zeeforel

56

trumpeter finch - woestijnvink trunk - stam(dik) tube - buis tubular - cilindervormg, cilindrisch tumor - tumor turbine - turbine turn, to - kantelen turning hook - kantelhaak turtle - schildpad turtle dove - tortelduif twig - takje twitch, to - op vogelsoorten jagen met telescoop of fototoestel twitcher - soortenjager met telescoop of

fototoestel twitch-grass - kweekgras, tarwegras tyloses - thyllen typographer beetle - letterzetter, Tomicus typographus

57

U. undercut/felling notch - valkerf undergrowth - kreupelhout undernourished - ondervoed underplant, to - onderplanten understaffed, to be - - te weinig personeel hebben underwater bank - zandbank undivided/common forest - markebos uneven-aged - ongelijkjarig unit - eenheid unsprayed - onbespoten untrained worker - ongeschoolde arbeider upstream - stroomopwaarts urban area - stedelijk -, bebouwd gebied Urea - ureum utilization - gebruik, benutting utilization of waste materials- afvalverwerking utilize, to - gebruiken, benutten

58

V. value - waarde vanish,to - verdwijnen variety - ras vascular bundle - vaatbundel vapour - damp veins (in wood) - adering ( van hout) veneer - fineer vetebrate - gewerveld vermin - schadelijk vertical erosion - verticale erosie vessel - vat, schip vest - vest, onderhemd viable - levensvatbaar viability - levensvatbaarheid vibrating roller - trilrol vigor - kracht, vitaliteit virus - virus vitality - vitaliteit vineyard - wijngaard vocational training - beroepsopleiding volcano - vulkaan volcanologist - vulkanoloog volunteer - vrijwilliger

59

W. wader - waadvogel, steltloper wadi - droge rivierbed in de woestijn wagtail, pied - - witte kwikstaart wall - wand, muur warbler, scrub - - maquiszanger warbler, willow - - tjif tjaf warden - natuurbeheerder, jachtopziener wastage - verspilling waste - afval - - refuse - afval van de kap waste disposal - vuilnisophaaldienst water(management) authority - waterschap water control - waterbeheersing water course - waterloop water defence - waterkering water erosion - watererosie waterfowl - waterwild waterlogged - verzadigd van water, doordrenkt met ..., doorweekt water management - waterbeheersing water-related civil engineering- cultuurtechniek watershed - waterscheiding water shoot - waterlot water table - grondwaterstand waterway contractor - cultuurtechnische loonwerker waterworks/ water undertaking / water company - waterleidingsbdrijf/ watermaatschappij wattling - rijswerk wean, to - zogen wedge - wig wedge, planting - - plantwig weed - onkruid weed,to - wieden weeping form - treurvorm weir - stuwdam, waterkering weld - naad weldless constitute - naadloos geheel well - bron, waterput well, de-watering by wells/ well-drainage - bronbemaling Wellingtons - rubberen kaplaarzen wetland - waterland, drassig gebied wetland forest - broekbos wetwood - nathout whale - walvis Whale, Southern Right - - walvis in het suiden van Australië whaling - walvisvangst windblow - windworp windthrow - windworp witchbroom - heksenbezem withering - verwelking

60

wheatear, desert - - woestijntapuit wheatear, hooded - - monnikstapuit wheatear, mourning - - rouwtapuit wheatear, white-crowned black - witkruintapuit whet-stone - wetsteen white-breasted kingfisher - Smyrna ijsvogel white-crowned black wheatear - witkruintapuit white grub - Engerling (Melolontha) white-fronted goose - kolgans (anser albifrons) whitethroat - grasmus whooper swan - wilde zwaan whorl of branches - takkrans wide - breed width - breedte wild boar - wild zwijn wildlife - de natuur in de natuurlevende planten en dieren wildlife overpass - wildwissel willow - Salix willow coppice forest - griend willow warbler - fitis windbreak - windscherm, windbeschutting windsingel windproof working-clothes - winddichte werkkleding wind velocity - windsnelheid wipe out, to - uitroeien, wegvagen wire, barbed - - prikkeldraad wire-netting - gaas wood - bos wood-anatomy - houtanatomie woodborer beetle - houtboorder woodcutter - houthakker wood degrading funghi - houtaantastende organismen wooden board - houten planken wood, kind of - - houtsoort wood lot - bosperceel wood, mixed - - gemengd bos - split, - gekloofd hout woodpecker, great spotted - - grote bonte specht wood pigeon - houtduif wood production - houtteelt woodpulp - houtpulp wood, production - - productiebos wood sandpiper - bosruiter wooden shoe - klomp woodwork - algemene technieken woolly sphid - wolluis worker - arbeider worker, seasonal - - los arbeider worker, permanent - - vast arbeider worker, untrained - - ongeschoolde arbeider working clothes - werkkleding working corridor - werkgang workstudy - arbeidskunde worst-affected - meest erge

61

wound - wond

62

X. X - mas - Kerstmis X-radiation - röntgenstraling, - behandeling xylem - xyleem, houtweefsel

63

Y. yard - 91,4 cm yd² square yard - 0,836 m² yellowhammer - geelgors yellow tail moth - bastaardsatijnvlinder (Euprotis) yellow-vented bulbul - Arabische buulbuul yew - taxus yield to - opleveren, opbrengen yield - opbrengst, oogst young seedling - kiemplant

64

Z. zinc - zink Zuiderzeepolder Development - Directie van de Ijsselmeer- and Colonization Authority polders

65

WOORDENLIJST VAKTERMEN NEDERLANDS-ENGELS A. @ - @ (=uitspraak at) aak, Spaanse -/acer campestre - field maple aal - eel aalscholver - cormorant aambeeld - anvil aanaarden - to earth up aanbeveling - recommendation aanbod - offer aandeel, voorraad - stock aaneenschakeling, koppeling - chainage aangegeven - indicated aangekoppelde, met - - articulated aangetast - infested aangroei, bijgroei - increment aaltje - eelworm, nematode aanleg - construction aanleg, erfelijk - hereditary predisposition aanleg van wegen e.d. - building aanlegvergunning - construction permit aanmeldingsformulier - application form aannemer - contractor aannemer in de bosbouw - arboricultural contractor aanneming, in - by contract aannemingssom - contract price aanpakken - tackle, to aanpassingswerken - adaptation works aanpassingsinrichting - land adaptation aanplant - plantation; planting - geslaagde - successful plantation - mislukte - marred plantation; failure aanslibben - accrete, to; to be deposited aanslibbing - accretion aansprakelijkheid liability aantasten - to infest aantasting - attack, infestation aanvaarding - acceptation aanvraag - application aanwas (bosb.) - increment aanwasboor - increment borer aanwijzing - indicator aarde (planeet) - earth aarde (grond) - soil aarde, samenstelling van grond- texture aarde, in de - levend, aards - terrestrial aardbeving - earthquake aardkost - crust aardrijkskunde - geography aards, in de aarde levend - terrestrial aardtrilling - earth tremor aard-/grondverschuiving - land slide aardwarmte energie - thermal energy abeel, witte -/ populus alba - white poplar abies spec., den - fir

66

abscissie zone abscission layer absorberen - absorb, to absorptie - absorbtion acacia Rob. Pseudoacacia - black locust accepteren - accept, to acceptatie - acceptation actieve exploitatie - active exploitation ademhaling respiration ademwortel - respiratory root adering (van het hout) - veins (in wood) administratie - accounts administratieve procedure (van onteigening) - administrative procedure (of

compulsory purchase) Adviesraad voor Ruimtelijke Ordening - Advisory Council for Physical

Planning afbraak - demolition afbreekbaar, biologisch - - biodegradable afbreken - demolish, to afbrokkelen - crumble, to afdekken - cover, to afharden - to harden off afgrendeling barrier zone afkorten - to crosscut; to buck afleggen - to layer aflegger - layered branch afleveren - deliver, to aflevering - delivery afmeting - size; dimension afname, teruggang - decline, decrease afnemen - decline, decrease, to afnemen, doen - - reduce, to afrasteren - fence, to afrastering, omheining - fence afschrijving (financieel) - depreciation afschrikmiddel, bedreiging - repellent afsnijding van een bocht - cutting out of a bend afspoelen - run-off afspoeling - sheet erosion afspraak - arrangement afsterven die back afstudeeronderwerp,-opdracht - final assignment, special

subject for the final examination

aftak-as - power take-off aftrek - deduction afval - waste afval, van de kap - waste refuse afval, huisvuil - garbage alval, steen- - stone waste afvoerkanaal (algemeen) - flume afvoerkanaal(afvalwater) - effluent afval ophaalronde - garbage run afvalverwerking - utilization of waste materials afvalwater - effluent afvoergoot, droge - chute

67

- -natte - flume afwateren - drain, to afwatering, drainage - drainage afwateringsbuis - drain afwateringskanaal - affluent afweerstof - repellant afzetting, sedimentatie - sedimentation agglomeratie - agglomeration agrarisch - agrarian, agricultural agrarische hogeschool - college of higher agricultural education agrarische structuurver- - agrarian reconstruction nieuwing agrarische sociale voor- - agrarian social guidance lichting agrarische structuur - agrarian structure agregaat - generator agregaat, nood - - back-up generator akkerbouw - arable farming akkerland - arable land akte van bekwaamheid - certificate of competence akte van benoeming - certificate of appointment akte van toedeling - deed of allotment Algemene Maatregel van Bestuur (AMB) - Order in Council AMB - zie Algemene Maatregel ... APS - Non-denominational Educational Advisory Centre algemeen - general algemeen voortgezet onderwijs - general secondary education algemene bosbouw - general forestry algemene technieken - woodwork algemene vorming - general education algen algae aluminium alumina altijdgroen - evergreen ambtenaar civiele dienst - civil servant Am eik Q. rubra - red oak Anatomie anatomy annuïteit - annuity annuleren - cancel, to AOC - Agricultural Training Centre appel/ malus spec. - wild crab aquaduct - aqueduct arbeider - worker,labourer arbeider, geschoolde - skilled worker arbeider, los - - seasonal worker arbeider, ongeschoolde - - untrained worker arbeider, vast - - permanent worker arbeidskunde - work study arbeidsmarkt - labour/labor market de arbeidmarkt betreden - to enter the labour/labor market arbeidsmarktgerichte leerweg - employment-orientated programme/program arboretum - arboretum aride - arid

68

as (spil) - axis asbestcement - asbestos cement asfalt - asphalt asfaltbeton - asphalt concrete asfalteren - asphalt, to asfaltresten - asphalt remains assimilatie - assimilation atheneum - pre-university school audiovisuele hulpmiddelen - audio-visual aids auerhaan - wood grouse automatisering - automation AVO - general secondary education Axiaal axial

69

B. baars - perch babbelaar, Arabische - - Arabian babbler bacterievuur fire blight baggeren, dreggen - dredge, to baksteen - brick balk - beam band, lopende - - conveyor belt bandzaag - band-saw bank (in de bodem) - bank, layer basisschool - primary/elementary school basisstof - basic subject matter basisvaardigheden - basic skills/minimum competencies bastaard - hybrid bastaardsatijnvlinder (Euprotis)- yellow tail moth bastkever - bark beetle BB - junior craftsman bebossen - afforest, to bebossing - afforestation bebouwd gebied (stedelijk) - built-up area urban area bebouwde kom (afhankelijk van context) - built-up area Bechsteins vleermuis - Bechstein's bat becijferen - to mark/assign mark/ grade/ assign grades bed (in kwekerij) - bed ( in nursery) bed van de rivier - river bed bedijken - dam in, to bedektzadigen angiosperms bederven - decay, to bedreigen - threaten, to bedreiging - threat bedreiging, afschrikmiddel - repellent bedrijf - company bedrijf, middelgroot - enterprise bedrijf, groot - - big holding bedrijfsadministratie - business economics bedrijfsbeëindiging - termination of farms (farming) bedrijfseconomie - business economics bedrijfskunde - business administration/ management science bedrijfsstage - industrial placement bedrijfsvergroting - farm enlargement bedrijfsverplaatsing - farm relocation beëindigingsvergoeding - allowance of termination beek - brook beekridder - char beer, mannelijk zwijn - boar beerput - cess pit begeleiden - to guide/counsel stage to supervise begeleider - guidance officer/counsellor counselor stage - - supervisor

70

beginnend beroepsbeoefenaar - junior craftsman begrazingsproject - grazing project begrensing - boundary begrenzingenplan - delimitation plan begroeid met - covered with begroeiing - overgrowth begroten - budget, to begroting - budget behandeling - treatment beheer - administration, management beheerder - ranger,warden beheerder sportpark - keeper of sports facilities beheer-gebied - management area beheer-overeenkomst - management agreement beheer-plan - management plan beheren - manage, to behoefte - requirement; demand behoud - conservation behouden, beschermen - conserve, to beitel - chisel bekalken - lime, to bekalken, het - - liming bekkenvistrap - pool type fish-pass bekwaam - capable beladen - load, to belang, van; essentieel - essential belanghebbende - party of interest belangrijkste, hoofd-.. - main belasting - tax belastingfaciliteit - fical rebate beleidskaart - policy map belemmering/beperking/knelpunt- hindrance/limitation/

constraint

belendend - adjacent; abutting on beluchting - aeration bemesten, vruchtbaar maken - fertilize, to bemonsteren - sample, to - beneden , naar beneden basipetal benodigheid - need bentoniet - bentonite bentoniet cementwand - bentonite cement wall bentoniet foliescherm - bentonite foil screen benutten, gebruiken - utilize, to benutting, gebruik - utilization benzine (£) - petrol benzine ($) - gasolene beperking/belemmering/knelpunt- limitation/hindrance/

constraint beoordeling - evaluation beregingsinstallatie - sprinkler system bergbeklimmer - mountaineer bergden Pinus mugo - mountain pine berk - birch berk, ruwe -/betula pendula - white birch berk, zachte -/ betula pubescens - pubescent birch

71

beroep - occupation Beroep op de Kroon - Appeal to the Crown beroepsbeoefenaar - craftsman beroepsbeoefenaar, zelf- standig - - independent craftsman beroepsgericht - vocational, vocationally- orientated beroepsopleidende leerweg - vocationally-orientated programme/ vocational programme beroepsopleiding - vocational training (course) beschadiging injury beschaduwen - to shade beschaving - civilization bescherming, oever- - bank protection - maatregel - protective measure beschikbaar - available beschikbaar vocht - available moisture beschimmeling - growing mouldy beschoeien - timber, to beschoeiing - timbering, sheet piling beschutting - shelter Besluit (Ministerieel, Gemeen- teraad) - Decree (Ministerial,

Municipal) Besluit Ruimtelijke Ordening (BRO) _ Physical Planning Decree besmet, aangetast (ziekte) - infested besmetten - contaminate, to bestek - contract bestekken - build specifications, to bes - berry bespuiting - spraying bestekken+begroting - building specifications and

cost estimates bestemming - designation bestemmingsplan - land use plan bestrijden (ziekten en plagen)- to combat, to control bestrijdingsmiddel - pesticide besturen, leiden - govern, to beton - concrete beton, toevoegingsstof voor - laying aggregate het maken van - betuining - brush matting beugelzaag - bow-saw beuk/ Fagus sylvatica - beech beukenootje - beech-nut beurs - grant/scholarship bevatten - contain, to bever - beaver bevloeien, irrigeren - irrigate, to bevloeiing, irrigatie - irrigation bevoegd orgaan - competent authority bevolking - population bevorderen - encourage, to bevruchting - fertilization

72

beweren - claim, to bewerken - cultivate, to bewerken, moeilijk te - - refractory bewerking - cultivation bewerkingsapparatuur - cultivation equipment bewijs van inschrijving - matriculation statement bezanden - cover with sand, to bezigheid, huidige - - occupation bezinkbassin - settlement basin bezinken - settle (down), to bezwaren indienen tegen- bij- - lodge objections against ... with..., to bezwijken (v.e. dijk) - give way, to bijeneter, groene - - blue-cheeked bee-eater bijeneter, kleine groene - - little green bee-eater bijgroei, aangroei - increment bijl - axe bijlsteel - handle bijvoorbeeld - e.g. (exempli gratia), for

example binden - bind, to -bound-bound tie, to fasten, to binding - fixation, combination binnentalud, - taluud - inner slope bio-industrie - factory farming biologie - biology biologisch afbreekbaar - biodegradable biologisch-dynamisch - biodynamic biomassa - biomass biotoop - biotope, habitat bitumen - bitumen bitumeus - bitumous blad/bladeren - leaf/leaves blad dragen - bear leaves, to bladblazer - leave blower bladgroen - chlorophyll bladhark - leaves rake bladluis - plant louse bladroller (Tortricidea) - leafroller-moth bladsteel - leaf-stalk bladval - leaf fall bladverliezend - decidous bladvlekkenziekte (alg.) anthracnose blankvoorn - roach blauwe reiger - grey herron blazenroest (Cronartium) - blister rust bleekgele hennepnetel - pale yellow hemp nettle blessen, merken - mark, to (for felling),to

blaze, to scratch,to spot

bliksem afleider - lightning conductor/- rod bloei - flowering bloeien - to flower bloeiwijze - inflorescence bloemblaadje - petal bloemisterij - floristry

73

bloem - flower - bodem - receptacle - kelk - calyx - kroon - corolla blokomgrenzing - boundary of the block bocht, kromming, welving - curvature bocht in pijp/staaf - offset bodembedekker - soil cover bodembemonsteraar - soil sampler bodem faktor - edaphic factor bodemgesteldheid - soil condition bodemkunde - soil science bodem monster - soil sample bodembemonstering - soil sampling bodemkaart - soil map bodemprofiel - soil profile bodemtechniek,bodemtechnologie- soil technology bodemtype - soil type boeiboord/-plank - toothed lath boerderij-bouw - construction of farmbuildings boerderijverplaatsing - relocation of farms boerenerf - farmyard boerenkool - kale boezem van polder - catch water basin boktor, populiere- (Saperda) - poplar borer bolgewas - bulbous plant bolster - shell bomen, hoeveelheid omgehakte- - a fall bomen, verzorging van - - tending of trees bont, grote - specht - great spotted woodpecker bont, vacht - fur boom - tree boom, kale - - bare tree boomband - tree tie boomchirurgie - tree surgery boomgaard - orchard boomjuk, - paal - tree support, stake, pole koomkikker - tree frog, arboreal frog boomklem - callipers (pair of) boomklever - nuthatch boomkruipertje - tree creeper boomkunde - dendrology boomkweker - tree nurseryman, arborist, arboriculturist boomkwekerij - tree nursery/ garden, nursery of woody stock bedrijfstak; wetensch. - arboriculture boomkwekerijprodukten - woody/ nursery stock boomleeuwerik - wood lark boomlint - diameter tape boommarter - pine marten boomonderhoud/-verzorging - tree caring and maintenance boompaal, - juk - tree support, stake, pole boompieper - tree pipit boompioen - tree peony boompje - sapling boomrooiwerktuig - tree pulling implement

74

boomschors - bark boomsnoeiapparaat - tree pruner boomsoort - tree species boomstam, -stronk - tree trunk, stem, log boomstamtang - grapple boomstomp, boomstronk - tree stump, stub, snag boomstrook - tree strip boomstut - tree prop (support) boomteelt - arboriculture, tree breeding boomteler - arborist, arboriculturist, - tree breeder boomvalk - hobby boomverplantmachine - tree mover boomverzorger - arboricultural consultant, tree worker boomverzorging/-onderhoud - arboricultural operations, tree caring/care and

maintenance boomverzorger - treeworker boomverzorgingsbedrijf - arboricultural company boomvormgetal - tree form factor boomvormig - arborescent (geol. ook) - dendritic, branching boomvormige gewassen - tree crops boomvork - tree-fork boomwas - tree wax boomworger, - wurger - staff tree boorder - borer boordiepte - drilling depth, depth of a bore boorgat - borehole, bore; auger hole boorgatenmethode voor een - auger hole method doorlatendheid bepaling boorgereedschap - drilling tools boorijzer - drill, bit boorkevertje - shot borer, shothole borer, woodworm Lyctidae - powder post beetle Anobiidae - furniture beetle boormachine - drilling machine (press) boormeel - wormhole dust, worm dust boormonster - auger sample booromslag - bit brace, breast drill, hand brace; belly brace, brace and bit boorprofiel(geol.) - drill log, drill records, well log, bore profile boorsel - drillings; borings, bore dust; (van kaasboor) core (van grondboor) - soil core boorsnuitkever - cabbage stem (seed) weevil boorspil - drill spindle boorstaat - boring log, bore condition boortje (fretboor) - gimlet (in boorspil) - drill bit boorwerkzaamheden - drilling (boring) operations

75

boorzalf - boracic ointment boorzuur - boric acid, boracic acid boring - bore borrelende lava in krater - lava cauldron bos - wood, forest bosbrand - bush fire bos, broek- - wetland forest bos, domein - - state forest bos, duin- - dune forest bos, gemengd - - mixed wood bos, hakhout- - coppice forest bos, helling- - slope forest, hanging forest bos, landgoed- - estate forest bos, marke- - common forest, undivided forest bos, midden- - middle-age forest bos, oer- - ancient forest bos, ooi- - flood forest bos, productie - - commercial forest bos, struweelachtig - - brushwood forest bos, uitkap- - selection forest bosaanplant - afforestation, foresting bosaardbei - wild strawberry bosanemoon - wood anemone bosarbeider - logger, lumberjack (bijnaam) bosbedrijf - forestry bosbeheer - forest management, Forestry

Commission (B), Forest Rangers Department (A)

bos- en natuur beheer - forest – and nature management bosbes - bilberry (B), blueberry (A),

heath berry, worthle (berry) (Vaccinium myrtyllus)

bosbes (rode) - cowberry bosbodemkunde - forest soil science bosbouw - forestry bosbouw, algemene - - general forestry bosbouwer, boswachter - forester bosbouwkundig - forestry bosbouwschool - forestry school bosbraam - blackberry, bramble bosbrand - forest fire bosduif - wood pigeon, ringdove bosduif, kleine - - stock dove bos- en natuur beheer - forest – and nature management bosexploitatie - forest management, -

exploitation bosfazant - ring-necked pheasant bosflora - forest flora bosgemeenschap - forest ecosystem bosgeur - smell of woods, woodsy smell bosgrond - woodland grondsoort - forestland, timberland

woodland soil boshoen - grouse bosinrichting - forest planning, forest

76

working plan bosinventarisatie - forest inventory and mapping bosje, struikgewas - spinney/spinny, coppice,

copse, clump of trees klein woud - grove stuk grond met kreupel- hout - thicket, brake, shrubbery bosachtig park - wood, park struik - bush, shrub groep struiken - bushes, shrubbery bosloop - cross-country boslucht - forest air bosmaaier - brushcutter bosmier - wood ant bosmuis, grote - - yellow-necked mouse bospad - wood-path, forest path/trail bosperceel - wood lot bosrand - fringe/edge of a/the wood bosrijk - woody, woodsy bosruiter - wood sandpiper bosschage - boscage, boskage, grove,

spinney, hurst bosschap - Forestry Board bosterrein - stretch of woodland, wooded

ground bosuil - wood owl, hoot owl, tawny owl bosvak, perceel - compartment bosvaren - male fern bosveen - peat bosviooltje - wood/hedge violet boswachter, bosbouwer - forester, forest-ranger, gamekeeper, gamewarden boswachterij - forest-division, forestry area bosweg - forest road boswilg/ salix caprea boszanger - willow warbler, willow

sparrow/wren bot (vissoort) - flounder boterbloem - buttercup, butterflower,

crowfoot boterbloem, gulden - - goldilocks boterbloem, scherpe - - kingcup bottelroos - rosa pomifera botulisme - botulism, duck sickness,

limberneck bouwvergunning - building permit bouwvoor - tilth, top soil braamstruik (Rubus) - blackberry shrub brak - brackish brak water - brackish water brandbaar - combustible brandhout, haardhout - firewood brandstof - fuel brandstof, fossiele - - fossil fuel brandtoren - look-out tower Brandts vleermuis - Brandt's bat brandvrije strook - fire-line

77

brasem - breem brede orchis - broad orchis breed - wide breedbladerig - broad-leaved breedbladerige wespenorchis - broad-leaved wasp orchis breedte - width breedte (geografisch) - latitude brekende golf - breaking wave brengen, in gevaar - - endanger, to BRO - zie Besluit Ruimtelijke ... Broeden - hatch,to broedgebied - breeding area broeikas - greenhouse broekbos, moerasbos - wetland forest, swamp forest bron, oorsprong - source bronbemaling - well drainage, de-watering by

wells bronnering - dip well bron, water- - well bruine forel - brown trout bruinkeelortolaan - cretschmar's bunting bruinvis - porpoise bts - junior vocational school

for silviculture buffersysteem - buffer system bui - shower buidelmees - penduline tit buis - tube buitengbied (buiten de be- bouwde kom) - outside built-up area ( or

otherwise describe) buitenlands, vreemd - foreign buitentalud, - taluud - outside slope buizerd - (Buteo buteo) common buzzard buizerd, ruigpoot buizerd - rough-legged buzzard buldozer - bulldozer bundel - bundle bunzing - polecat Burgemeester en Wethouders (B&W) - Municipal Executive buulbuul, Arabische - - yellow-vented bulbul buxus - box buxus haag - box hedging

78

C. caisson - caisson calculator - cost-accountant calque (tekening) - tracing callose callose callus callus cambium - cambium capaciteit - capacity capillariteit - capillarity capillaire zone - capillary fringe capillaire opstijging - capillary rise Caspary, bandje van Casparian strip cassatie, in - gaan bij - appeal, lodge an - with Hoge Raad the Supreme Court Ceder (Cedrus) - cedar cel - cell cellulose - cellulose - fabriek - pulp mill celwand - cellular wall cement - cement cement, bentoniet -wand - bentonite cement wall Centraal Planbureau (CPB) - Central Planning Office Centrale Cultuurtechnische - Central Land Consolidation Commissie Committee Centrale Directie - Central Board of Management Centrale Landinrichtingscom- - National Rural Development missie (CLC) Commission centrifugaal pomp - centrifugal pump cephalonica Loud. - Grecian/Greek fir certificaat - certificate chemisch - chemical chemisch middel, chemicalie - chemical chilisalpeter - chile salpetre chip - chip chloride gehalte - chloride content chloroplasten chloroplasts chlorose - chlorosis chromosoom - chromosome chronische ziekte - recurrent illness cijfer - mark/grade cilindervormig, cilindrisch - cylindrical, tubular cirkelvormig - circular cirkelzaag - circular saw, disk saw CLC (Centrale Landinrichtings-- National Rural Development commissie) Commission cohesie, samenhang - cohesion collectieve arbeids over- - collective wage agreement eenkomst collector, staande - - on-site collector college - lecture compensatie - offset compost - compost concolor Lindl. et Gord. - white/Colorado fir concurrentie - competion contactgif - contact insecticide contactuur - face-to-face instruction

79

contant betalen - to pay cash - verkopen - to sell cash contract - contract contrôle - checking controleren via scherm - monitor, to consulent - advisory expert conventionele energie - conventional energy coördinator - schoolsupervisor Corsicaanse den - Corsican pine coulissenkap - shelterwood strip system CPB (Centraal Plan Bureau) - Central Planning Office creëren - create, to cultuurgrond - cultivated land cultuurgrond, oppervlakte - area of cultivated land cultuurhistorische waarden - features of cultural and historical value cultuurlandschap - man made landscape/rural area cultuurtechnicus - land-developer/land

development officer cultuurtechniek - land development, landscaping

- water-related civil engineering

cultuurtechnisch - land development de Cultuurtechnische Dienst - government service for land

and water use cultuurtechnische loonwerker - waterway contractor cultuurtechnische werken - land development projects cursus - course cursus, een - bestaande uit een les en praktijk (om en om) - a sandwich course cursusduur - course duration/length of courses cursusinhoud - course content cursusjaar - course year/school year cursusmateriaal - course materials cursusontwikkelaar - course developer cursusontwikkeling - course development cursusprogramma - course programme/program cutterzuiger - suction cutter dredger cyclus, natuurlijke -, - natural cyclus kringloop

80

D. dagkoekoeksbloem - day ragged robin/cuckooflower dam - dam damhert - fallow deer damp - vapour das - badger debiet (van een rivier) - discharge (of river) decaan - careers counsellor/counselor decantering - decantation deeladviezen - sector recommendations deelcertificaat - course certificate/subject - degenereren - degenerate, to deken - blanket delven - mine, to den, abies spec. - fir den, balsam- - balsam fir den, berg- - mountain pine den, Corsicaanse - - Corsican pine den, Griekse - - Grecian fir, Greek fir den, grove -/ pinus sylves- tres - pine, Scots pine den, Japanse - - Japanese/momi fir dennenscheerder - large pine pitch borer dennesnuitkever(grote) - large brown pine weevil den, Nordmann - - Nordmann fir den, Oostenrijkse - - Austrian black pine den, zilver- - silver fir den, zee - - maritime pine derde geldstroom - third flow of funds ( funds obtained by universities through contract research for businesses or govern- mental bodies) dia klankbeeld - slide commentary diagnose diagnose diameter - diameter - op borsthoogte (d.b.h.) - diameter at breast height dicht - compact dichtheid - density dichtgeslibd - silted up dichtslibbing - silting dienstplicht, voor - oproepen inlijving - to call for induction diepdrainage - deep drainage diepdraineer machine - deep drainage machine diepploegen - plough deep, to diepploegen, het - deep ploughing diepspitten - dig deep, to diepspitten, het - digging deep diepte depth diepwand foliescherm - deepwalling foil screen dierhuid, vel - hide diffuus-porig hout - difusse-porous wood dijken en kaden - dikes and embankments dijk verzwaren - reinforce, to dijkverzwaring - dike reinforcement

81

diktegroei - increment, diameter growth, girth growth

diluvium - diluvium (glaciaal dposits) diploma - certificate/diploma behalen - to obtain distel - thistle districtsingenieur - district chief engineer dit diploma geeft toegang tot - this qualification gives entry to Directie, Centrale - Central Board of Management Dienst der Zuiderzeewerken - Board of the Zuiderzee works Directie van de Ijsselmeer- - Zuiderzeepolder Development polders and Colonization Authority diploma - certificate dit is eigendom van - this is owned by .. doden to kill dodelijk lethal doeleinden van openbaar nut - public purposes doelgroep - target group doelstelling - objective doen afnemen - reduce, to doe-opdracht - hands-on assignment dolfijn - dolphin domein bos - state forest donker (van steenkool) - murky dood - dead dooicondities - thawing conditions doordringing (in de grond) - penetration doordringen van water, door sijpelen - soak, to doorgaand verkeer - arterial traffic doorlatendheid - permeability doorluchting - seration doorn - spine doorsijpeling - percolation doorsnede, dwarse - transversal cut -, radiale - radial cut -, tangentiale - tangential cut doorstromen - to transfer/move on/proceed doorstromer - transfer pupil doorstroom - transfer doorstroomeisen - transfer requirements doorstroomprofiel - subject combination doorweekt - waterlogged dopheide - heath(er) dosering - dosage dosis - dose dotterbloem - marsh-marigold/king-cup doubleren - to repeat a year doubleur - repeater Douglas - Douglas fir draad - string,filament draagkrachtigheid v.d. grond - bearing capacity draaigroei - crook drainage, afwatering - drainage draineermachine - trencher with tile laying

attachment

82

draineren - drain,to drassig - moist drassig gebied, waterland - wetland dreggen, baggeren - dredge, to dreiging van vervuiling - pollution threat driehoeksverband - triangular spacing drijfzand - quicksand drijven, opdrijven, opjagen van wild - start, rouse, put up, to van vogels - flush, to van paarden en koeien - stampede, to drijver (bij de jacht) - beater droog - arid droogleggen, ontginnen - reclaim, to drooglegging, ontginning - reclamation droogte - drought droogteresistentie - drought resistance druk - pressure drukhout (coniferen) compression wood dubbelkoolzuurzout - bicarbonate duif, hole- - feral pigeon duif, hout- - wood pigeon duif, tortel- - turtle dove duiker - culvert duinbos - dune forest dun - thin dunnen - thin, to duurzaam - sustainable duurzaamheid, verduurzaming - sustainablility, duribility dwangpacht - compulsory lease dwarsprofiel - cross section dwarsval - crossfall

83

E. ecologie - ecology ecologische ramp - ecological disaster economie - economy ecosysteem - ecosystem edelhert - red deer edel wild - red deer eekhoorn - algemeen: squirrel;

Noordamerikaanse gestreepte variëteit: chipmunck; kleine soort: polatouche

eelt callous éénarig wollegras - cotton grass eenzaadlobbigen monocots eend - duck eend, wilde - - mallard eenheid - unit eenhuizig - monocious eenstijlige meidoorn - one-style/pistil hawthorn eerste geldstroom - first flow of funds (funds directly obtained by universities from the Ministry of Education) eerste hulp - first aid eerste onderzoek - initial research eetgewoonte, voedselkeuze - feeding habits effect - effect efficïent - efficient eg - harrow egaliseren - to level the ground egel - hegdehog E.G.V. (electrisch geleidingsvermogen) - electric conductance eigenaar - owner eigendom, dit is - van - this is owned by .. eigendomsrecht - land tenure eigenschap, natuurkundige - - physical property eik, Am - Q rubra - red oak eik, winter -/ Q. petraea - sessile oak eik, zomer -/ Q. robur - pedunculate/ English oak eikebladroller (Tortrix viridana)- green leaf roller eikelmuis - garden dormouse eindcijfer - final mark eindexamen - final examination, schoolleav- ing examination eindknop - terminal bud eindscheut - leeding shoot/ terminal shoot eindtermen - attainment targets eindtoets - final test ekster - magpie els, witte -/alnus incana - grey alder els, zwarte -/alnus glutinosa - black alder emelt (Tipulidae) - leather jacket endodermis endodermis energie, aardwarmte - - thermal energy

84

energie behoefte - energy requirements energiebron - energie source energie, gebruikelijke/ - energy, conventional conventionele energie centrale - power station energie verbruik - energy consumption energie, waterkracht - - hydro-electric power energie winning - energy capturing Engels - English Engerling (Melolontha) - cickchafer larva;white grub enten - graft, to enzymen enzymes epidermis epidermis epifyten epiphytes erfelijk - hereditary erge, meest - - worst affected ergonomie - ergonomics ergonomisch - ergonomic(al) eroderen - erode, to erosie - erosion erosiebeheersing - erosion control erosie, verticale - - vertical erosion erosie, water - - water erosion erosie, zijwaartse - - lateral erosion ervaringsleren - experiential learning ervaringswereld het onderwijs afstemmen op de - v.d. leerling - gear teaching es - ash es, gewone -/fraxinus excelsior - European ash esdoorn Acer ps.platanus - Sycamore, geslacht maple esdoorn, platanoides Norway maple esdoorn, saccharum - Sugar maple essentieel, van belang - essential evenwicht - balance, equilibrium exacte vakken - science subjects examencijfer - examination mark/ grade exameneisen/- normen - examination requirements exploitatie, actieve - active exploitation exploiteren - exploit, to

85

F. faalangst - fear of failure facet planning - facet planning faciliteiten - facilities facultatief vak - elective/optional subject fall - verval (van een rivier) fase - stage faunabeheerder - wildlife officer fazant - pheasant felloderm - phelloderm fellogeen - phellogen fellum (kurk) - phellum fenol - phenol fijnringig - fine-zoned fijn spar - Norway spruce fijn zand - fine sand fineer - veneer ,schil- - peeled veneer ,snij - sliced veneer Finse sikkel - slasher firma - firm firma Sieb. et Zucc. - Japanese/momi fir fitis - willow warbler floeëm phloem flugzand - vulcanic sand folielaag - layer/coating of foil foliescherm - foil screen foliewand - foil wall, plastic lining forb., amabilis - - pacific-, red silver fir,

amabilis fir forel - trout bruine forel - brown trout regenboogforel - rainbow trout zalmforel - salmon trout zeeforel - seatrout formatiebudget - staff budget formatiebudgetsysteem - staff establishment budget system formatieplaats - establishment place/full-time equivalent formatierekeneenheid - staff expenditure unit fosfor phosphor fossiele brandstof - fossil fuel fotosynthese photosynthesis foto-galvanische omzetting - photovoltaic conversion fout failure, mistake fractuur fracture franjestaart - natterer's bat frees - rotary hoe frequentie - frequency frontaal-klassikaal onderwijs - whole-class instruction/- teaching/ centred instruction/lecture method

86

fruit fruit fruitboom snoeien - limb, to FTE - full-time equivalent functies van een gebied - functions of an area fuseren - to amalgamate with another school, to merge fusie - amalgamation, merger fuut - crested grebe fuut, geoorde fuut - black-necked grebe

87

G. gaai, vlaamse - - jay gaas - wire-netting gaffel - crotch gagel - bog myrtle/(sweet) gale gallen - galls galmug - gall-midge gangbare technieken - current techniques gans, (toendra) rietgans - bean goose gaspeldoorn (Ulex) - gorse gastdocent - visiting lecturer gasvormig, vluchtig - gaseous gat - gap, hole gat in de weg - pothole geaccidenteerd terrein - rugged terrain geasfalteerd - asphalted gebied - area gebied, plek, plaats - site gebied, bebouwd - built-up area urban area gebied, beschermd -, reservaat- sanctuary voor vogels gebied, drassig, waterland - wetland gebiedsplan - area plan gebied, tropisch - - tropical zone gebrek - deficiency gebruik, benutting - utilization gebruikelijke energie - conventional energy gebruiken, benutten - utilize, to gecommiteerde - external examiner Gedeputeerde Staten (GS)- (dagelijks bestuur provincie) - Provincial Executive gedijen - to thrive gediplomeerd - qualified gediplomeerde - certificate-holder gedragstoornis - behavioural disorder geelgors - yellowhammer gefaseerde voorbereiding - phased preparation gegevens - data geluidswal - noise protection wall/- dam, sound wall gehalte, chloride - chloride content geïntegreerd - integrated geknot - pollard gekwalificeerd - qualified voldoende gekwalificeerd personeel - suitably qualified staff geldelijke regelingen - financial arrangements geldstroom - zie eerste geldstroom, tweede geldstroom, derde geld- stroom gelegen, rustig - - secluded gelijkjarig - even-aged geluidsoverlast - noise pollution gemaal - pumping station/- plant

88

gemeente - municipality gemeente, de - A. - the municipality of A. gemeentelijk - municipal Gemeenteraad - Municipal Council gemengd bos - mixed wood gemengde mest - farmyard manure gemiddeld(e) - average gemoduleerd onderwijs - modular courses, teaching organised on a modular basis genetisch genetic geleidelijk proces - gradual process geluidshinder - sound/ noise pollution geluidsniveau - souns-level/- volume geluidsoverlast - noise pollution/- nuisance geografisch - geographical geologie - geology geologisch - geological geometrie - geometry gerechtelijke procedure - court procedure of compulsory (van onteigening) purchase gereedschapskist - tool box gereedschapsonderhoud - maintenance of tools, tending

of tools gerst - barley gertel - brush axe gescheurd - cracked geschiedenis - history geschikt - appropriate geschiktheid - feasibility geschild hout - barked wood geschillen commissie - arbitration board geschoolde arbeider - skilled manual worker geschoolde handarbeid - skilled labour/-labor geslacht - gender, mv: genera gespreksvaardigheid - conversation skills gestabiliseerd zand - stabilised sand gesteente, vast - - bedrock getij - tide getuigschrift - certificate, diploma geul, waterspoor - gully geur - scent, smell gevaar ($) - jeopardy gevaar - danger, peril gevaar, in - brengen - endanger, to gevoelig - sensitive gevorderd - advanced learner cursus voor -en advanced course gewas: planten en vruchten die gekweekt worden, te velde staan of geoogst worden, oogst - crop geweer - gun, barrel-gun gewei - antlers gewerveld - vetebrate gewone zeehond - common seal gezaagd hout - sawn timber

89

gezichtsbeschermer - face-screen gezondheid health gif - poison giftig - poisonous, toxic giftigheid - toxicity gleuf/ lange smalle groef - slot/ slit glucose glucose GNL - Green Spaces, Nature and Scenery goed opgeleid - highly/well educated goede leerling/student - high achiever goed/fout vraag - true/false item golfbaan - golf course golf, brekende - - breaking wave gomgang - gum duct gommen - gums gordeldier - armadillo gors, geel - - yellowhammer graafwerk - excavation work, digging

operations graangewas - cereal crop grachtachtig - canal like gradiënt - gradient gradiënt milieu - gradiental environment grafiet - graphite grandis Lindl. - grand/ lowland white fir graniet - granite grasland - green sward grasmus - whitethroat graspieper - meadow pipit gras zaaien - sow grass, to gras zaaien, het - - grass seed sowing graven van sloten e.d. - cut, to grauwe gans - (Anser anser) grey lag goose grens, begrensing - boundery grenssteen - boudery stone greppel - catchdrain/ditch Griekse den - Grecian/Greek fir griel - stone curlew griend - willow/ coppice forest griend cultuur - willow/ coppice cultivation (culture) grijze els - grey alder grijze grootoor vleermuis - grey long eared bat grijze zeehond - gray seal grind - gravel grind, siltig - - silty gravel grind, zandige - - sandy gravel grindige klei - gravel loam grindige leem - gravel loam grindweg - gravelled road grind uitgraving - gravel pit groeiplaats - growing-site groeiring - growth ring groeitempo - rate of growth groen, stedelijk - - urban greenery Groenbeheer - Green Management

90

Groene Ruimte - Green Spaces groene school - green school groene specht - green-peak groenling - greenfinch Groen, Natuur en Landschap - Green Spaces, Nature and Scenery groenpootruiter (waadvogel) - green shank groenschool - junior vocational school for

marketgardening groententeelt - market gardening groenvoorziening - open space planning, green space/area groep, in - levende vogels - communal groepsgewijze instructie - group instruction groepsgrootte - group size groepstaak - group task groepswerk - group work grofringig - broad-zonned grond, aarde - soil grond, verarmde - - impoverished grondbewerking - tillage/soil cultivation grondboorset - auger set grondboring - boring gronddeeltjes - soil particles grondgebruik - land use Grondkamer - Land Tenure Control Board grondprijs - price of land grondrente - rent, land rent grondruil - exchange of land grondsoort - soil(typ) grondstof - raw material grondverdichting - soil compaction grondverlies - soil loss grond-/aardverschuiving - land slide grondverzet - earth moving grondvlak - basal area , op borsthoogte - basal area at breast height , gemiddelde - mean basal area grondwaarde - land value grondwater - groundwater , spiegel - groundwater table grondwaterhydrologie - groundwater hydrology grondwaterstand - water table grondwerk(zaamheden) - earth works grootbedrijf - big holding Groot Groen - Landscaping and Maintaining grote bonte specht - large spotted woodpecker grote bosmuis - yellow-necked mouse grote fabriek, installatie, - plant plant grote gele kwikstaart - big yellow wagtail grote hoefijzerneus - greater horseshoe bat grote invloed - implications grote kattestaart - large purple/spiked loosestrife grote ratelaar (plant.) - large (yellow) rattle grote wederik - large loosestrife grote zaagbek - goosander

91

grote zilverreiger - great white egret grove den - pine, Scots pine grutto - common godwit gunstig - beneficial gymnasium - pre-university school/grammar school/college preparatory school ($)

92

H. 0,4047 ha - acre haag, houtwal - hegde(row) haagbeuk/ carpinus betulus - hornbeam haardhout, brandhout - firewood haas - hare habitat, natuurlijke leefomgeving - habitat hagel van geweer - shot,hail hagelpatroon - shot cartridge hagel, een schot - - a shower of shot, hageltas - shotbag, shot poach hakhoutbos - coppice forest hakhout - coppice, copse hakmes - chopper halfrond - hemisphere halsband met zender - sendered collar hamer - hammer handbijl - hatchet handelscorrespondentie - business correspondence handicap - disability handschoen - glove handvaardigheid - manual training hangen to lean hangmat - hammock HAO/HLO - higher agricultural education college/institute of - hars - resin harsachtig - resinous harskanaal - resin duct hartscheur - heart shake harttak leader haver - oats HAVO - senior/higher secondary

general education hazelaar - hazel hazelaar/ Corylus avellana - European hazel hazelmuis - common/hazel dormouse HBO - higher vocational/professional

education, college/ institute of -

HBO-V - higher nursery education, college/institute of - HEAO - higher commercial education, college/institute of - hecht maken, het - - consolidation heester, struik - shrub heet water uit de aarde - geothermal (energy) heftruck - loader heg - hedge heg, voor mooiheid snoeien - tolop, to heggemus - dunnock hei (plant) - heather hei (veld) - heath/moor heide-aanplant - heather plantation

93

heidegrond - moorland heidestruik - heather heideveld - moor(vochtig), heath heksenbezem witchesbroom helen (gezondheid) to heal hellend land - sloping field helling - slope hellingbos - slope/hanging forest helofytenfilter - reed bed filter hennepnetel - hemp nettle herbiciden herbicides herbebossen - re(af)forest, to herbebossing - re(af)forestation herbeplanten - replant, revegetate, to herbeplanting - replanting herfst - autumn hergebruik - reutilization hergebruiken - recycle, reutilize, to herindeling van kavels - reallotment herinrichting - land redevelopment herkansing - resit herkenning, identificatie - identification herkomst - provenance hermelijn - stoat herstel, herwinning - recovery herstellen - recover, to herstellen - rehabilitate, to hert - enk + mv deer - dam- - fallow deer - edel- - stag deer herverdeling van gronden - redistribution of land herverkaveling - reallotment herverkavelingsblok - reallotment block/area herwinning, herstel - recovery heuvelachtig - hilly hiep - chopper hijskraan - crane hinde van edelhert - hind hinde van damhert - doe hindernis, om - heen - offset Hinderwet - Nuisance Act HLO (zie HAO) HLO - higher laboratory education, college/institute of - HMO - higher tradespeople's educat- ion, college/institute of - hoefijzerneus, grote - - greater horseshoe bat hoefijzerneus, kleine - - lesser horseshoe bat hoen, water- - moorhen hoeveelheid - rate hoeveelheid omgehakte bomen - a fall Hoge Raad - Supreme Court holeduif - feral pigeon homolepis Sieb. et Zucc. - Nikko fir honingzwam - honey fungus hoofd-.., belangrijkste - main hoofdvak - main subject

94

hoogovenslak - (blast) furnace slag hoogtelijn - contour line hoogtelijnen - contours hoogtemeter - hypometer hoogtemeting - height measurement hoogveen - peat moor hoogwater - high tide (bij vloed) hoge waterstand - high water hoogwaterlijn - high-water mark (zee) - high-tide mark hoogwaterpeil - high-water level (zee) - high-tide level hoogwerker - cherry picker, arial lift hooikoorts - Hay Fever hooilandoever - hayland bank hoorzitting (openbare) - hearing (public) hout als grondstof - timber hout, bezaagd - - sawn timber -,gekloofd - split wood houtanatomie - wood-anatomy houtblok - log houtboorder - shot-hole beetle, woodborer

beetle houtduif - wood pigeon houthakken, in blokken - log, to houthakker - woodcutter houtmeetkunde - forest mensuration houten plank - wooden broad houtpulp - woodpulp hout, rond - - round timber houtskool - charcoal houtspaander - chip houtsoort - kind of wood houtteelt - silviculture, sylviculture wood production hout, timmer- - construction timber houtverwerking - timber processing houtvester - forest-district-officer houtvesterij - forest-district houtwal,haag - hedge(row) houtweefsel, xyleem - xylem HTO/HTS - higher technical education, college/institute of - huid - skin huidmondjes ( blad ) stomata huidige bezigheid - occupation huisgors - house bunting huishoud- en nijverheid onderwijs - home economisc education huis in een kegel - scale huismus - house sparrow huisvuil - domestic waste huisvuil, afval - garbage hulp, eerste - - first aid huls, lege - (patroon) - spent cartridge hulst, Ilex aquifolium - holy humeus, matig - - moderate humus content

95

humeus, sterk - - strong/heavy humus content humeus, zwak - - weak humus content humus - humus humusgehalte - humus content hybride populier - hybrid poplar

96

I. ibis, zwarte - - glossy ibis identificatie, herkenning - identification identificeren - identify, to iep/ ulmus spec. - elm iepziekte - Dutch elm disease IGO = zie internationaal georiënteerd onderwijs ijstijd - glaciation ijsvogel - kingfisher ijsvogel, Smyrna - - white-breasted kingfisher ijzerdraad - iron wire implantaat - implant impregneren - to impregnate in aanneming - by contract inboeten - refill, to inbreng - contribution inbrengen van land - input of land (shares) inclusief - including indicatorplanten - indicator plants indijking, bekading - embankment industriegebied - industrial zone/estate/area infectie infection infrarood infrared ingekorven vleermuis - notsched eared bat ingenieursbureau - consulting engineers office ingesloten bast included bark in.gevaar brengen ($) - jeopardize, to in gevaar brengen (m.b.t. het - endanger, to voortbestaan) inham - inlet inheems - native, indigenous, endemic inhoud - content inhouden - contain, to injectie - injection inkeping/ insnijding in hout / een boom - notch inklinking - settlement inkuilen - heel in, ensile, to inname/opname van water - intake inpoldering - reclaimed land in praktijk brengen - practise, to inrichting van het landelijk - layout and structure of rural gebied (passief) area inrichting van het landelijk - implementation of rural land gebied (actief) development works inrichtingsfactoren - layout factors inrichtingssituatie - layout and structure (of area) (van gebied) insect insect insectenbestrijdingsmiddel - insecticide insectendeskundige - entomologist inspectie - inspection inspraak - public participation inspraakprocedure - public participation procedure

97

installatie, grote fabriek - plant plant instelling - institution, college Instituut voor Bos & Natuur- - Institute for Forestry and onderzoek (IBN) Nature Research instroom - influx - (onderwijs) - intake instromer - entrant instrumenten voor landin- - tools for rural development richting internationaal georiënteerd onderwijs - internationally-orientated education Internationale Klassenuitwisse- ling = IKU - International Class Exchanges intensiveren - intensify, to intensivering, versterking - intensification in uitvoering - under construction invasie invasion inventarisatie maken - making an inventory inventarisator - inventory assistant inventariseren - make inventories, to invloed - impact invloed, grote - - implications invloed op het milieu - environmental impact invoering - implementation ivoor - ivory invullen - insert, to inwendig internal inwoning, kost en - - board and lodgings inzameling van materiaal - collection IPC - Innovative Practical Training Centre irrigatie, bevloeiing - irrigation irrigeren, bevloeien - irrigate, to

98

J. jaarklassensysteem - year group system jaarring - annual ring valse- - false annual ring jaarscheut - annual shoot jaarverslag - annual report jacht - hunting jachtakte - hunting-licence jachtgeweer - barrel-gun jachtopzichter - game-keeper jachtopziener - warden jagen - hunt, to shoot-shot-shot, to jager - hunter, sportsman jalon - ranging/range pole, surveyor's staff banderolle jeneverbes/ juniper communis - common juniper jirizaag - jiri saw jonge opstand - thicket jonge opstand, zeer - - crop of saplings juglonine juglonine juist - appropriate jute - gunny cloth, jute, burlap(?)

99

K. kaal - bare kaalkap - clear felling kaart, in - brengen - to chart kabel - cable kabeljauw - cod Kadaster - Cadaster, Land Registry Office /- Service, Cadastral Service kadaster - land register (kadastrale legger) Kadastrale Ruilverkavelings- - Cadastral Land Consolidation dienst Service kaderfunctionaris - executive official/ foreman kale boom - bare tree kalium - potassium kalk - lime kalksteen - limestone kanaal - canal kanaalachtig - canal like kanalisatie - canalization kantelen - turn, to kantelhaak - turning hook Kantongerecht - Sub-district Court (lowest court) kapafval - slash kaphout, hakhout - coppice, copse kaplaarzen, rubberen - Wellingtons kaprichting - felling-direction kappen - cut down, fell, to - kappen van brandhout - chop, to - karekiet - reed wabbler karper - carp kartelrand=gekartelde rand - milled ring karteren - to map karteren, het - mapping kastanje, paarde- - horse chestnut kastanje, tamme - - sugar/sweet chestnut katachtige - feline katrol - pulley kattestaart - large purple/spiked

loosestrife kavel - parcel, lot kavelaanvaardingswerken - conditioning of land to make it acceptable to new owner kavelindeling - parcellation, allotment kavelinrichtingswerken - parcellation works kavelruil - land exchange kavelruilovereenkomst - landexchange agreement keelvlek - bib kegel - cone kegel, huis in een - - scale kei - boulder keitje - cobble keileem - boulder clay kemphaan - game cock, ruff

100

kennisgebeid - subject matter- curricular area, knowledge domain kennismakingsprogramma - introductory program kennisverwerving - transfer of knowledge kern - core kernhout - corewood, heartwood kernreactor - nuclear plant kerncurriculum/-leerplan - core curriculum kerndeel (van leerstof) - core component kerndoelen - attaintment targets kerninhoud - core content kernvak - core subject verplicht vak - compulsory subject kers, zoete -/ prunus avium - sweet cherry kerstboom - christmas tree Kerstmis - X-mas, Christmas ketting - chain kettinggraver - chain excavator keur van een waterschap - bye-law keuzedeel (van leerstof) - optional component keuzemodule - optional module keuzevak - elective/optional subject kever - beetle kieming - germination kiemkracht - germinative capacity kiempercentage - germination percentage kiemplant - young seedling kiemrust - dormancy kievit (Vanellus vanellus) - lapwing, peewit, pewit, green

plover kievitsbloem (Fritillaria meleagris) - fritillary, snake's head,

chequered lily, chequered daffodil, Guineahen flower

kiezel - gravel (geol.) - fine gravel (op strand) - shingle(s) (silicium) - silicon (silex) - silex kiezelpad - gravel path kinetisch kinetic kipwagen - tip cart klas - class/year/form/grade klassificatie - classification klassikaal onderwijs - whole-class instruction/ whole-class teaching klei - clay klei, grindige - - gravel clay klei, siltige - - silty clay klei, zandige klei - sandy clay kleiduif schieten - clay pigeon shooting kleigrond - clay soil kleine hoefijzerneus - lesser horseshoe bat kleine plevier - little ringed plover kleine warkruid - lesser/common dodder/hell-

weed/devil's guts

101

kleine zwaan - tundra swan klem, boom- - caliper klemmen - to caliper klemmer - caliper-operator klimaat, micro - - micro climate klimgordel - safety belt klimmen - to climb klimspoor - climbing iron klinker - brick klinkerweg - brick paved road klomp - wooden shoe kloofbijl - cleaving-axe kloon - clone kloven - split, to kluit - clod kluut - avocet knaagdier - rodent knelpunt/belemmering/beperking- constraint/hindrance/ limitation kneu - linnet knobbel nodule knop - bud -, adventief - adventitious bud -, slapende - dormant bud knotten - to pollard knotwilg - pollard-willow knuppelen - brashing koeienstal - cowhouse, cowshed koekoeksbloem - ragged robin/cuckooflower koelhuis - cold store koffiepauze - break kokosturf - coconut peat kolen, steenkool - coal kolenafval - colliery waste kolengruis - coal-dust/slack kolgans - (Anser albifrons) white-

fronted goose kolk, maalstroom - eddy, whirlpool, maelstrom,

vortex kolk, peilloze diepte v.h. water - canyon, gulf kolk, ruimte tussen sluis- deuren - chamber kolk, uitwatering - outlet, discharge, drain kolk, waterput,plas - well kolonisatie - colonization komgrond - back swamp soil basin soil Koninklijke Besluit - Royal Decree konijn - rabbit kooiker - decoy koolhydraten - carbohydrate koolstof - carbon koolzuur - carbonic acid koolmees - coal tit koolvis - coalfish

102

koolwaterstof - hydrocarbon koop - purchase koper - buyer kopmeeuw - black-headed gull koppeling, aaneenschakeling - chainage kopvoorn - chub koreana Wils - Korian fir korhoender - grouse, black grouse korstmos - lichen korting - reduction kosten - costs kosten-baten verhouding - cost-benefit ratio kost en inwoning - board and lodgings kostprijs - cost price kraai, zwarte - - carrion crow kraakeend - gadwall kraan - crane kracht power,vigor kraanvogel - crane krent(eboom) - shadbush kreupelhout - undergrowth kringloop, natuurlijke cyclus - natural cyclus kroeskarper - crucian carp kromming, welving, bocht - curvature kronendak - canopy kronkelen - meander, to kronkeling, veel bochten - meander kroon - crown - sluiting - crown closure Kroonberoep - Appeal to the Crown Kroon domeinen - Crownland kruien (van grond) - cart, to kuifeend - tufted duck (nyroca fuligula) kruidachtig - herbaceous kruimelstructruur - crumb structure kruinbreedte - breadth at the top kruiwagen - barrow kuil - pit kunstmest - fertilizer kunstmeststof - artificial fertilizer kunstwerken - construction works kurk - cork kust, uit de - - off-shore kustbescherming - coast protection kusterosie - coastal erosion kustlijn - coast line, shore line kwabaal - eelpout kwalificatie - qualification kwalificatieprofiel - qualification profile kwalificatiestructuur - qualifications structure/ - system kwast, noest - knot kweekdravik - twitch/couch brome grass kweekgras, tarwegras - twitch-grass kweker - nurser kwekerij - forest) nursery kwelder - tidal area

103

kwik - mercury kwikstaart, grote gele - - big yellow wagtail kwikstaart, witte - - pied wagtail

104

L. laag, modder, aarde, die de - capping grond daaronder afsluit laag, watervoerende - aquifer laagland - lowland laagte - (terrain-)depression laagveen - peat bog,lowland moor laanbomen street trees laan/pad - alley,avenue laars - boot ladder - ladder ,-uitschuifbare - extensible ladder landaanwas - accretion landbouw - agriculture landbouwbedrijf - agricultural holding landbouwbeleid - agricultural policy Landbouw Economisch Instituut - Agricultural Economics L.E.I. - Research Institute landbouw en natuurlijke omge- ving - agriculture and the natural environment landbouwgrond - agricultural land landbouwhogeschool - agricultural university landbouwkundig ingenieur - agricultural engineer, M.Sc (Master of Science), agronomist landbouwmachine - agricultural machine landbouwproefstation - agricultural research station landbouw universiteit - agricultural university landeigenaar - landowner landelijk gebied - rural area landgoed - estate landgoedbos - estate forest landinrichten - land reconstruct, to landinrichting - rural/land development, land

reconstruction landinrichtingsbeleid - rural development policy landinrichtingscommissie - rural development commission Landinrichtingsdienst (LD) - Government Service for Land and Water Use landinrichtingsplan/programma - rural development plan/ programme landinrichtingsproject - rural development project landinrichtingsrente - rural development repayment Landinrichtingswet - Rural Development Act landmeten - survey, to landmeten, het - - surveying, levelling landschap, kleinschalig - - smallscale landscape landschappelijke waarde - scenic value, amenity value,

value of the landscape landschapsbeheer - landscape management landschapsbehoud - landscape conservation landschapsbouw (planning) - landscape planning (uitvoering) - landscaping landschapskunde - landscaping

105

landschapsplan - landscape plan Land -, Water en Milieubeheer - Land -, Water – and Environment Management langwerpig - oblong LAO - junior secondary agricultural education Lapland uil - great gray owl lariks/larix - larch larve - larva, grub las - junior vocational school for

agriculture or see "LAO" lat, latje - lath lava, borrelende - in krater - lava cauldron lavalith - lavalith lawine - avalanche lbo/vbo - junior vocational school / junior secondary vocational education LEAO - junior secondary commercial education leder - leather leefomgeving, natuurlijke - - habitat leeggegraven mijn - mined out pit leem - loam leem, grindige - - gravel loam leem, zandige - - sandy loam leerplan - curriculum leerdoel - educational goal/ educational objective leerjongen/ stagiaire - apprentice legenda van landkaarten - legend legeren, platliggen v. gewas - lodge, to leiden, besturen - govern, to leidinggeven - fulfill an executive function,

to leistang, geleider - guide bar leng - ling lengte, in de -, overlangs - longitudinal lente - spring lenticel lenticel letterwoord (b.v. Codit) acronym lepelaar - spoonbill levensloop - curriculum vitae levensmiddelentechnologie - food technology levensvatbaar - viable levensvatbaarheid - viability leveren, verschaffen - provide, to LHNO - junior secondary home economics education lichamelijk - physically licht v. kleur - pale licht light lichtgewicht lightweight lijden aan - suffer from, to lijm - glue lijmband - trap band lijst van geldelijke rege-

106

lingen - list of financial arrangements lijst van geregistreerde eigenaren en pachters - list of registered owners & tenants lijst van rechthebbenden - list of rightful claiments lijsterbes/ sorbus aucuparia - rowan tree, mountain ash linde/ tilia spec. - lime tree löss - loess lynx, rode - - bobcat LMO (lager middenstandsonderwijs) - junior secondary trades- people's education LNO (lager nautisch onderwijs)- junior secondary nautical/ maritime education lokaas,vergiftigd - poisoned bait lood - lead (pronounced led) loodrecht - perpendicular loofboom - hardwood, broad-leaved tree loofhout - broadleaf, decideous, hardwood looistof - tannin loonbedrijf - contracting firm loonwerk - custom work loopvuur - superficial fire, groundfire lopende band - conveyor belt los arbeider - seasonal worker loupe - magnifying-glass lowiana A.Murr. - low's white fir lozen - discharge, to LTO - junior secondary technical education lts - junior vocational school for

technics ltus - junior vocational school for

market gardening luchtbed - air matress luchtdroog - air-dry luchtkartering - aerial survey(ing) luchtwortel - aerial root luikje - hatch lupine - lupin LWM - Land, Water and Environment lynx - lynx

107

M. maaien - to mow maat - measure, size maatregelen en voorzieningen - measures and facilities machinaal - mechanical machine die bomen 'plukt' - harvester machine, die uitsleept - skidder maischen - mashing mand - basket mannelijk - male; masculine mannelijk zwijn - boar mantelbuis - pipe sleeve mantelmeeuw - (Larus marinus) great black-

backed gull Britse kleine mantelmeeuw- (Larus Fuscus graellsii) lesser black-backed gull marene, grote - - powan marginaal - marginal markebos - common forest, undivided forest marktvraag - market demand marquiszanger - scrub warbler mas - intermediate vocational school

for agriculture maserknol - burl maskerduif - namaqua dove massalading uit volume - mass-haul from volume massief - massive mavo - junior secondary general

education, secondary modern school

mbo - intermediate vocational school mbcs - intermediate college for

forestry and land develop- ment

't Vanck - intermediate college of forestry, land- and water management, nature conservation and environmental studies

meander, kronkeling - meander meanderen, kronkelen - meander, to meeldauw (Microsphaera) - oak mildew meeldraad - stamen meer - lake meerkoet - (Fulica atra) coot mees, buidelmees - penduline tit mees, kool- - coal tit mees, pimpel- - blue tit meest erge - worst affected meetband - measuring-tape meetgereedschap - measuring tool meeuw - gull meeuw, kop- - black-headed gull meidoorn - hawthorn meidoorn, eenstijlige -/

108

crataegus monogyna - common hawthorn meidoorn, tweestijlige -/ crataegus laevigata - European hawthorn meikever (Melolontha) - cockchafer - melk, zuivel - dairy melksapgang - latex duct melkveehouder - dairy farmer melkveehouderij - dairy farming melkwinkel - dairy mengsel mixture,fusion merel - blackbird merg pith mergstralen medullary rays meristeem meristem merken, blessen - mark, to (for felling) messing en groef - tongue and groove joint mest - manure mest, gemengde - - farmyard manure metaal/vulkanische slak(ken), sintel - slag metabolisme metabolism metaalzout - metallic salt meten - measure, to methaan methane micorrhiza - micorrhiza micro klimaat - micro climate middenbos - middle-age forest Middellandse zee (bijvgl.nw) - mediterranean mier - ant migratie - migration mijn, leeggegraven - - mined out pit mijnsteen - minstone mijten mites milieu, omgeving - environment milieu-activist, - beschermer - environmentalist/ conservationist/ anti pollutionist milieu-ambtenaar - environment official/ anti-pollution officer milieubederf - environmental pollution milieubeheer - conservancy/ conservation (of

nature) environment manage- ment

milieubelasting - anti-pollution tax milieubeleid - conservation/ environment/

environmental policy milieu, invloed op het - - environmental impact milieubescherming - environmental protection milieubewust - environmentalist/ environment

minded (persoon)/ ecological (handeling)

milieubiologie - ecology/ environmental biology milieudefensie - environmental protection/ -

conservancy/ Friends of the Earth

milieudeskundige - environmentalist/ ecologist milieu effect rapport - environmental impact statement

109

milieu effect rapportage - environmental impact assessment milieu-erosie - environmental deterioration milieufreak - ecology freak/ fanatical

conservationist milieugroep - ecology group/ anti-

pollutionists/ environmentalists/ (actiegroep) eco-activists

milieuhygiëne - pollution control/ environmental protection (bestrijding van milieu- bederf)/ (toestand van het milieu) state of environment

milieuminister - minister of/for the environment/of/for environmental affairs

milieuplanning - environmental-ecological planning

milieupolitie - anti-pollution squad milieuramp - environmental disaster/ (op

zeer grote schaal) eco- catastrophe

milieutechnologie - environmental technology milieutoeslag - supplementary grant for anti-

pollution investment milieuverontreiniging/-vervui-- environmental pollution ling milieuvriendelijk - environmentally friendly

ecological sound/ ecological/ harmless to the environment

milieuvriendelijke verpakking - biodegradable container/wrapper

milieuwachter - environmentalist milieuwetenschappen - environmental science(s) milieuwetgeving - environmental legislation milieuzorg - zie milieubescherming mineraal - mineral Ministerie van Milieuzaken - Department of the Environment Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Ministry of Employment and Social Security Ministerie van Verkeer en Waterstaat - Ministry of Transport and Public Works Ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) - Ministry of Housing, Physical Planning and the Environment Minsterie Welzijn, Volksge- zondheid en Cultuur - Ministry of Welfare, Health and Cultural Affairs mist - fog modder, slik - sludge modder(stroom) - mud modderig - swampy,boggy

110

moeilijk te bewerken - refractory moeras - swamp, bog, marsh moerasbos, broekbos - swamp forest moeras grond - bog soil moerassig, modderig - boggy moerasland - marshland moerbei (Morus) - mulberry moker - sledge hammer mol - mole molecuul - molecule monnikstapuit - hooded wheatear mooiheid, voor - snoeien - tolop, to mops vleermuis - barbastelle morfologie - morphology motorzaag - chainsaw, powersaw muis - mouse mv: mice - spitsmuis - shrew muur - wall muurtjes, stenen - stapelen - stone walling mts - intermediate vocational school

for technics mtus - intermediate vocational school

for marketgardening mus - sparrow mus, gras- - whitethroat mus, hegge- - dunnock mus, huis- - house sparrow mus, roodmus - common rosefinch mycoplasma mycoplasma

111

N. naad bij planken - joint naad bij lassen - weld naadloos geheel - weldless/jointless constitute naald - needle naald- (bn) - coniferous naaldboom - conifer, softwood naaldhout - conifer, softwood naaktzadigen - gymnosperms nachtvorst - night frost nadeel - disadvantage najaars- - autumnal; autumn nathout - wetwood Nationale Raad voor Ruimte- lijke Ordening (NRRO) - State Council for Physical Planning natuur, de -, in de natuur levende planten en dieren - wildlife natuurbeheer, -behoud - nature conservation, nature

conservancy natuurbeheerder - warden natuurbeleidsplan - nature management plan natuurbeschermer - conservationist, wildlifer,

naturalist natuurbescherming - (nature) conservation natuurbeschermingsgebied - nature reserve, conservation area, national park natuurbos - natural forest/ (kleiner) wood natuurbouw - (policy of) conservation natuurdienst - nature worship, worship of nature natuurgebied - (natuurschoon) scenic area, (natuurleven) nature reserve, wildlife area, nature area natuurkunde - physics natuurkundige eigenschap - physical property natuurlijke cyclus, kringloop - natural cyclus natuurlijke - en rechtsper- sonen - natural and legal persons natuurlijke leefomgeving - habitat natuurmonument - nature reserve Natuurmonumenten - the Dutch Nature Conservancy the Dutch National Trust natuurschoon - scenic natuurschoon landschap - scenery natuursteen - stone natuurwaarde - nature value navigatie - navigation nazorg (als voorlichting) - after care Nederlands - Dutch language neerslag, afzetting - deposit neerslag, regen e.d. - precipitation neerslag, uitstoot - fall out neerslag, zure uit de - atmospheric acid fallout atmosfeer

112

nematode - nematode nestelen - to nest nestkastje - nesting-box nestworp - litter netwerk v. vezels & vaten - apoplast netwerk v. levende cellen - symplast neus, stalen - - steel toe cap nevel - haze nitraat - nitrate niveau III - level III noest, kwast - knot nonvlinder - nun moth (Ocneria monacha) nood agregaat - back-up generator noorden - north noordse woelmuis - root vole noot - nut nootvrucht - achene normalisatie van beek - correction Nordmann den - Nordmann fir nota - memorandum Nota Landelijke Gebieden (NLG) - Memorandum on Rural Areas noten nuts

113

O. occuleren - budgraft, to octaan - octane octrooi - patent O.C. 't Vanck locatie Velp - intermediate college for

- forestry, land- and water - magement, nature conservation - and environmental studies

Oehoe - oehoe Oerbos - primeval forest oever - bank oeverbescherming - bank protection oeverkolk - bankpool oeverzwaluw - sand martin olie, ruwe - crude oil om en om systeem - sandwich system omgehakte bomen, hoeveelheid -- a fall omgeving, milieu - environment omheining, afrastering - fence omlaag brengen - lower, to omtrek - circumference,girth omvang, strekking - scope omwaaien - to be blown down omzetten - convert, to omzetten, veranderen - transform, to omzetting - conversion omzetting, foto-galvanisch - photovoltaic conversion onbespoten - unsprayed onderaards - subterranean ondergronds - subsoil onderdeel, stuk - part onderhemd, vest - vest onderhoud - maintenance onderhouden, van materiaal etc- maintain, to onderhoudsgereedschap - maintenance tool onderhoudskosten - costs of maintenance onderlinge samenhangend - interrelated onderneming - enterprise onderplanten - underplant, to 'onderuit' - timber/down the road onderstam - stock ondervoed - undernourished onderwerp, afstudeer- - final assignment onderwijs - education onderzoek - exploiration onderzoek, eerste - - initial research onderzoek, wetenschappelijk - - research onderzoeken - explore, to ondiep - shallow ondoordringende laag - inpenetrable layer ondoorlatende laag - impervious layer ongeluk - accident ongelijkjarig - uneven-aged ongeschoolde arbeider - untrained worker ongewerveld - invertebrate onkruid - weed

114

onregelmatig - irregular onroerend goed - real property onroerende goederen van algemeen nut - real property for public purposes onschadelijk - inert, harmless onteigening - compulsory purchase/ sale Onteigeningswet - Expropriation Act ontginnen, bos - - clear a forest, to ontginnen, droogleggen(land) - reclaim, to ontginning, drooglegging - reclamation ontgraving en ophoging - cut and fill ontschorsen - to bark, to peel, to debark,to

strip ontspringen/ sprengen - rise, to ontsluiting - access ontvlambaar - combustible ontvolking - depopulation ontwerp - design ontwerpen - design, to ontwerp plan van toedeling - draft allocation plan (allotment) ontwerpplan - draft plan ontwikkeling - development, advance ontwikkeling: stedelijk en - development: urban and regionale planning en regional planning and ontwikkeling development Ontwikkelings en Sanerings- fonds voor de Landbouw (OSFL) - Development and Reconstruction Fund for Agriculture ontwrichten - disrupt, to ontzilting - desalinization onuitputtelijk - inexhaustible onverharde weg - dirty road onvoorzien in begroting - contingencies onvruchtbaar - infertile onzuiverheid - impurity oogst - harvest, yield ooibos - floodland forest ooievaar - stork oorbeschermer - ear-protector oosten - east Oostenrijkse den - Austrian black pine opblazen - blast, to opbrengen, opleveren - yield, to opbrengst,oogst - yield opdracht - assignment opdrijven/opjagen van wild - start, rouse, put up, to van vogels - flush, to van paarden en koeien - stampede, to openbaar nut, gronden van openbaar nut - land/ areas for public purposes Open Dag - open house/day ophouden - cease, to opkronen - brash, to

115

opleiding - education, training opleidingscentrum 't Vanck - intermediate college opleveren, opbrengen - yield, to oplossen van problemen - solve, to oplossen van stoffen - dissolve, to oplossing - sollution opmerkelijkheid - noticeable opperen - cock, to oppervlakkig - superficial oppervlakte - surface, acreage oppervlakte cultuurgrond - area of cultivated land oppervlaktewaterhydrologie - surface water hydrology opslaan - store, to opslag (goederen) - storage opslag (van loten) - shoots, sprouts opslag, warmte - - heat storage opstand - stand opstand, jonge - - thicket opstand, zeer jonge - - crop of saplings opsnoeien - prune up, to opstapelen - stack, pile up, to opwaarts sapstroom acropetal opwekken v. electriciteit - generate electricity, to opzetten - erect, to opzichter - foreman, supervisor orangerie - greenhouse orchidee - orchid orchideeënweide - orchid meadow orchis - orchis ordening, ruimtelijke - - physical planning ordinaat - offset organen, levende organs organen (rijks-, provin- ciale -, gemeentelijke -) - authorities, (state, provincial, minicipal) organisch - organic organisme, sleutel - - key organism osmose osmose otter - otter overbeweiding - overgrazing overheersend - predominant overheid - authorities overlangs, in de lengte - longitudinal overloop - (overflow) spillway overschot - surplus overschrijding, transgressie - transgression overstromen - inundate, to/ submerge, to overstroming - flood(ing), inundation overtollig water - surplus water overwegingen - considirations

116

P. paal- en draadomheining - post- and wirefencing paardekastanje - horse chestnut paartijd - mating-season pachten - lease, to pachter - tenant (farmer) Pachtkamer - Agricultural Tenancy Division of Sub-district Court pachtovereenkomst - lease pachtsom - rent pad/laan - alley pad, spoor - track paling - eel palissade laag - palisade layer palm - palm paddestoel, schimmel - mushroom fungus, (mv) fungi panterkat - ocelot papierhout, vezelhout - pulpwood parameter - parameter parenchym - parenchyma parasiet - parasite patrijs - partridge patroon (geweer) - cartridge peilbuis - dip well, gauge pipe pendelen - commute, to pendel - commuting perceel - plot, piece of land perceel, bosvak - compartment periderm periderm persleiding - delivery pipe personeel - staff personeel, te weinig - hebben - to be understaffed peul - pod Pfeiffer, Ziekte van -) - Glandilar Fever ph-waarde, zuurtegraad - ph- value phloëem - phloem picea - spruce pijnboom, pinus - pine pimpelmees - blue tit plaag - pest plaat, houten - - sheet plaats, plek, gebied - site plan - scheme plan van tijdelijk gebruik - plan for temporary use plan van toedeling - allocation plan, allotment

plan planing: stedelijke en regio- - planning: urban and regional nale planing en ontwikkeling planning and ontwikkeling plank, houten - wooden board Planologische Kernbeslis- sing (PKB) - Key Planning Decision planologische dienst/ commissie - physical planning authority/ board plantafstand - spacing

117

plant, grote fabriek, - plant installatie plantboor - auger planten - plant, to -, met blanke wortel - to plant with bare root -, met kluit - ball-planting -, in plantgaten - pit-planting -, onder scherm - to plant under shelter plantgat - planting hole plantgereedschap - planting tool plantgoed - planting-stock, plants plantschema - planting scheme plantschop - planting spade plantsoenbakje - tree-planting box plantsoendienst - park and public gardens department plantverband - plant-spacing plantwig - planting wedge plas - pool plas, waterput, kolk - well plasmodesmata plasma verbindingen plasmodesmata plasmolyse plasmolysis plataan - plane tree platliggen v. gewas - lodge, to platteland - countryside, in the country plattelands- - rural plek, plaats, gebied - site plevier, kleine plevier - little ringed plover ploegen - plough, to poel, vijvertje - pool poelier - game and venison dealer poelierszaak - game shop poema (Amerikaanse -) - cougar, mountain lion, puma pollak - pollack populier - poplar populier, hybride - - hybrid poplar populier, ratel -/ populus tremula - European poplar populier, zwarte -/ populus nigra - black poplar poreus - porous poreusheid - porosity porie - pore pot gekweekt potgrown praktijk - practice, practical training praktijk, in - brengen - practise, to praktijkperiode - practical period praktijkstage - practical training praktijkvakken - practical subjects predator, roofgedierte - predator prefereren, te - - preferably prikkeldraad - barbed wire proces, geleidelijk - - gradual process produceren, voortbrengen - produce, to productie - production productiebos - production wood

118

productief - productive proefbank - trial bank proefneming - trial profiel - profile projectontwikkeling - project management projectorganisatie - project management prunus - European bird cerry proteinen proteins protoplasma protoplasma publiekrechtelijk lichaam - public body/property puin - rubble puinweg - broken stone road put, rioolput - sewer drain, cesspit, cesspool put, straatput - drain, drainhole

119

Q.

120

R. raamwerk - framework raamzaag - frame saw rabat - (hout) rabbet, groove rabattenbos - groove forest radiaal radial radio-actief - radio active raffinaderij - refinery ramp - disaster rand - edge Randstadgroenstructuur - Randstad Green Structure ras - race, variety rat - rat ratelaar (boom) - trembling poplar ratelaar, grote - (plant) - large (yellow) rattle reactie hout - reaction wood reactor, warmte - - thermal reactor recht, wet - law rechthoek - rectangle recreatie - recreation recreatievoorzieningen - outdoor recreation facilities ree - roe deer reekalf - fawn reeks, reikwijdte, serie - range regenboogforel - rainbow trout regenereren, vernieuwen - regenerate, to regenkleding - rain wear regering - government regionale planning - regional planning regionale en stedelijke - regional and urban planing en ontwikkeling - planning and development reiger - herron reiger, blauwe reiger - grey herron reikwijdte, reeks, serie - range rentmeester - land agent rentmeesterschap - land agency reservaat - reserve reservaat, beschermd gebied - sanctuary voor vogels resistent - resistant restauratie - restoration reukgras - scented-grass richtlijn - guideline riet - reet rietgans - (Anser Fabalis) bean goose rietgans, toendra rietgans - bean goose rietmoeras - reetmarsh rijbeplanting - row plantation Rijkswaterstaat - Department of Ways and

Communications rijp - rime, mature rijswerk - wattling ril, grondril - ridge ringporig - ring porous riolering - sewerage, sewer system riolering aanleggen - install sewer, to

121

riool - sewer rioolput - cesspit, cesspool rioolslib - sewage sludge rioolwater - sewage rioolwaterzuiveringsinrich- ting - sewage plant rioolwaterzuiverings- installatie - sewage works risico - risk ritsmes - tree-marker rivieroever - river bank rode lijst van bedreigde diersoorten - red data book roest - rust roestziekte - rust rondhout - round timber rondkolken - churn around, to röntgenbehandeling - x-radiation röntgenstraling, -behandeling - x-radiation roodmus - common rosefinch roodvink - rosefinch roodvink, Sinaï - - Sinai rosefinch roofblei - asp roofdier - predator roofgedierte, predator - predator rooster - grit rot - rot - hart- - center-rot, heartrot - voet- - buttrot rotten - decay, to rots - rocky rouwtapuit - mourning wheatear rubberen kaplaarzen - Wellingtons rugspuit - knapsack sprayer ruien - moult, to ruien, het - - moulting ruigpootbuizerd - rough-legged buzzard ruilverkaveling - reallotment ruimte - space ruimtelijke ordening,-planning- physicial planning ruisvoorn - rudd ruiter, bosruiter - wood sandpiper ruiter, zwater ruiter - spotted redshank rundveefokker - cattle breeder rundveehouder - cattle farmer rups - caterpillar rupstrekker - caterpillar crawler tractor rustig gelegen - secluded ruwe olie - crude oil regeling - arrangement regen, zure - acid rain rivierbed - bed roofvogel - bird of prey

122

S. samengesteld conglomerate samenhang, cohesie - cohesion, coherence samenhangend, onderling - - interrelated samenstelling - compound samenvatting - summary samenvloeiing - confluence samenvoeging - contraction saneren - sanitize, to sanering - sanitization sanitaire, van - voorzien - sanitation sap (in de boom) - sap sap (in de vrucht) - juice sapstroom - sap stream saproob - saprobe (uitspraak:[ie] saprobie is de organische belasting van water schaaf - plane schaal (van de kaart) - scale of map schade - damage schadelijk - vermin schadelijke zwam - noxious fungus schadeloosstelling - compensation schaduw - shaddow,shade schaftkeet - shed, mobile shelter schafttijd - meal interval schar - dab scharrelaar - European roller schatten - estimate, to schatting - estimation schattingscommissie - committee of appraisers schatting van grond - appraisal scheikunde - chemistry schelp - shell scheppen - create, to scherm - screen scheur, spleet - fissure scheuren - crack, to scheut - offset scheut (boom) - shoot, sprout schiereiland - peninsula schieten - to shoot schietwilg/ salix alba - white willow schijven-eg - disk harrow schijven-ploeg - disk plough schildpad - turtle schillen - bark, to schilmachine - veneer lathe schilschop - barking-spade, barking-iron schimmel, paddestoel - fungus, (mv) fungi,mould schip, vat - vessel schoffel - hoe schoffelen - to hoe schol - plaice scholekster - floe magpie schommeling - fluctuation

123

schop, bats - shovel schors - bark schorsbrand - die-back schors verwijderen - bark, to schot hagel - a shower of shot schroef - screw schroefpalenwand - screw pile wall schroeven, vast- - screw, to schroevendraaier - screw driver schrootje - lathed schub - scale schudden - shake schuin - slanting/ sloping schutblad - bract schuttersputje - fox hole schuur - barn schuurder - scraper sediment in de rivier - bedload sedimentatie, afzetting - sedimentation semi-aride, tamelijk droog - semi-arid serie, reeks, reikwijdte - range serre - greenhouse sierboom - ornamental tree sierplant - ornamental plant sikkel, Finse - - slasher, stickle siltige klei - silty clay sintel, metaal/vulkanische slak(ken) - slag, scoria Sitka spar - Sitka spruce slapend - dormant slaapmateriaal - sleeping equipment slaapzak - sleeping bag slak, huisjes- - snail , naakt- - slug slang - snake slangenarend - short-toed eagle slangewortel - calla/snakeweed sleedoorn/ prunus spinosa - blackthorn sleephopperzuiger - trailing hopper dredger sleeptang - skidding tongs sleufloze draineermachine - trenchless drainage machine sleutel organisme - key organism sleuvengraver - ditcher slib - silt slijm - slime slijpen - sharpen, to slijtage - wear and tear slik, modder - sludge slingeren - oscillate to sluitcellen huidmond - guard cells siltige klei - silty clay siltig zand - silty sand slobeend - shoveler (spatula clypeata) slot - lock, lock construction sloot - ditch smeerolie - lubri cant snavel - beak

124

sneeuwhoen - snow grouse snijkopzuiger - cutter dredger, suction cutter

dredger snoeien - prune, to snoeien, fruitboom - - tolop, to snoeien, heg - - limb, to snoeien in een vorm - clip out, to, shaping snoeigereedschap - pruning tool snoeimes - pruning knife snoeischaar - secateurs snoeizaag - pruning saw snoek - pike snoekbaars - zander sociale vaardigheden - social skills soepelheid - flexibility sollicitatieformulier - application form sondering - soil-drilling test soort - species (enk + mv) soortenjager(op vogels met telescoop,fototoestel) - twitcher jagen op soorten met telescoop- twitch, to soortenkeuze - choice of species soortensamenstelling - species-compostition sorteren - assort, to spaanplaat - chipwood spaartelg - standard spade - spade spanning - stress, tension spar/picea - spruce spar, fijn - - Norway spruce spar, Sitka - - Sitka spruce specht - woodpecker specht, groene - - green-peak specht, grote bonte - - great spotted woodpecker specialist - specialist specifiek - specific spinthout - sapwood spermaceti olie - sperm oil spitsmuis - shrew spijker - nail spil - axis spitten - dig, to spleet, scheur - fissure spontane takbreuk - limb drop spoor, pad - track sporenelementen - trace elements sporenkievit - spur-winged lapwing sporkehout - alder wood spouwmuur - cavity wall spreeuw - starling spreng - spring sprengen/ ontspringen - rise, to sprieten voel- antennae sprinkhaan - grasshopper spuitlans - spraying-gun/spraying torch staande collector - on-site collector Staatsbosbeheer - Dutch State Forestry Service

125

Dutch State Forestry Commission

stacaravan - mobile home stage - work placement, practice,

practical work, traineeship stagebedrijf - work placement company stage begeleiden - to supervise stagebegeleider - supervisor of practical

training, supervisor stagebegeleiding - supervision of practical training stage coördinator - work placement co-ordinator stage docent - work placement teacher stage lopen - be trained, to stageovereenkomst - work placement contract stageperiode - practical periode, - term stageplaats - trainee post stagerapport - report on a period of

practical training stage, uitvoerende - - executory traineeship stage vergoeding/geld - remuneration allowance stage, voorbereidende - - priliminary traineeship stagiaire/ leerjongen - trainee, student on work

placement stal, voor koeien - cowhouse, cowshed stalen neus - steel toe cap stam,(dik) - trunk stam (lang en smal) - stem, stamper - anther stamstuk - bole stamvoet - base (of a tree) ,-verdikking - butt swell stamvorm - stem form standvogel - resident stapelbed - bunk stapelen van stenen muurtjes - stone walling stapelen van hout - to pile; to stack stapelplaats - log store stedelijk gebied - built-up area urban area stedelijk groen - urban greenery stedelijke en regionale - urban and regional planning planing enontwikkeling - and development steekbeugel - circular bracket steekschop - spade steel v.e. bijl - handle steenafval - stone waste steen, bak- - brick steen, natuur- - stone steenkool - coal steenmarter - stonemarten steenuil - tawny owl steil - steep stekelvarken - porcupine (hystrix) stekken v. planten - cuttings stelcomplaat - reinforced concrete slab steltloper, waadvogel - wader

126

stengel - stalk sterè - sterè, stacked cubic meter sterfelijkheid, sterfte - mortality sterfte, sterfelijkheid - mortality steriel - sterile stern, zwarte stern - black tern sterven - die to steunvloeistof - supporting liquid stevig - tough stichting - foundation Stichting Gelders Landschap - Foundation of the Conservation

of the Scenery in Guelderland stikstof - nitrogen stippel(celwand) - pit,ponctuation - hof- - bordered pit stobbe - stub, stump stof, vaste - - solid stof, vervuilende - pollutant stok - stick,pole stokzaag - pole saw stomp - stool stormgat - storm gap stormschade - storm damage storten - dispose, to storting - disposal straal - cross section straal ray straatput - drain, drainhole straatsteen - paving brick straling - radiation strandleeuwerik, Temminck's - - Temminck's horned lark strandloper - sanderling strandloper, bonte - - dunlin stratemaker - paviour, roadworker streepjescode - bar code strekking, omvang - scope stro - straw strooisel - litter strook - strip stroom - current stroomafwaarts - downstream stroomopwaarts - upstream stroomgebied - catchment area stroomgebied van rivier - catchment basin stroomversnelling - current velocity stroomvlakte - flood plain stropen - poach, to stroper - poacher struik, heester - shrub struikgewas - scrub, shrubbery,

spinney/spinny struweelachtig bos - brushwood forest stuifmeel - pollen suberine - suberine subsidie - grant studie-opdracht - final assignment stuifmeel - pollen

127

stuk, onderdeel - part stuw - movable weir stuwdam - barrage stuwdam, waterkering - weir stuwwal - push moraine

128

T. tafeleend - pochard (nyroca ferina, common tafeleend taimen - taimen tak - branch tak, doorhangende - - hanging branch takje - twig takkebos - faggot takkenschaar - lopper takkraag - branch collar takkrans - whorl of branches takrichel - branch bark ridge takstomp - branch snag talud, taluud - slope talud bekleding, versterkte - - reinforced slope covering talud beschoeiing - slope covering talud net - escarpment protection tamelijk droog, semi-aride - semi-arid tang - pincers taper - verval van een stam tarwegras, kweekgras - twitch-grass Taxus - yew techniek - technique technieken, algemene - - woodwork technieken, gangbaar - current techniques technisch - technical technologie - technology technologische vooruitgang - technological progress teelaarde - top soil teer - tar tegel - paving stone tegengewicht - offset tegenslag - drawback tegenstrijdig - contraversial Temminck's strandleeuwerik - Temminck's horned lark terreinknecht/beheerder op sportterrein/golfbaan - greenkeeper, groundsman terrein beheren - manage a nature area, an estate teruggang, afname - decline te weinig personeel hebben - to be understaffed theorievak - theory subject thyllen - thylosis timmerhout - construction timber tirfor - tirfor tjif-tjaf - chiff-chaff toegankelijk - accessible toegangelijkheid - accessibility toegepaste wiskunde - applied mathemathics toename - increase toendra rietgans - bean goose toenemen - increase, to toevoeging - addition toevoegingsstof voor het maken- laying aggregate van beton toewijzing - allocation allotment

129

top, in de top - apical top(heuvel-) - peak topschaar - tree trimmer topscheut - leading shoot torenvalk - kestrel torsie (van een stam) - crook tortelduif - turtle dove tracheiden - tracheids tractor - tractor, drawer traject - strech transgressie, overschrijding - transgression transpireren, uitwasemen - transpire, to trechtermonding - estuary trekken, verhuizen - migrate, to trekken, te voet - to hike trekker - tractor,caterpillar, crawler tractor, drawer trekker met voorlader - tractor with frontcarrier trekvogel - migratory bird trekzaag - crosscut-saw treurvorm - weeping form trilpopulier - aspen trilrol - vibrating roller trofiëring: - trophication trofie de belasting van water met voedingszouten, zoals nitraat, fosfaat tropen - tropics tropisme - tropisme tropisch gebied - tropical zone tuig/ teugels (v.e. paard) - harness tuimelaar - tumbler tuinaanleg - garden-making/ laying-out tuinaanleg/-architect/ - garden-maker/designer -ontwerper tuinaarde - garden soil/vegetable (garden) mould, fine earth tumor tumor turbine - turbine tureluur - redshank turf, veen - peat 't Vanck - intermediate college tweede geldstroom - second flow of funds (funds obtained by the univers- ities from the Ministry of Education via the Nether- lands Organisation for Scientific Research) tweehuizig - dicecious twijg - twig,sprout

130

U. uil - owl uil, Lapland - - great gray owl uil, sneeuw - - white snow owl uil, steen- - tawny owl uitbrengen, verslag - - report, to uit de kust - off-shore uitdroging - desiccation uiterwaarde - alluvial meadow, flood plain wetland, washland, river

foreland, inundation area, river sideland, winter bed, haugh(s)

uitgaven - expenses uitgebreid - stretching uitgeput - exhausted uitgestorven - extinct uitgraven - excavate, to uitgraving, grint - - gravel pit uitgraving, wegentechnisch. - cutting out uitkapbos - selection forest uitloper - sprout,shoot uitrijwagen - forwarder uitroeien - exterminate, to uitroeien, wegvagen - wipe out, to uitrusting, materieel - equipment uitsleepmachine - skidder uitslepen door mens/machine - skid, to uitslepen door paard - drag out, to uitsnoeien - prune out, to uitstapje - outing uitsterving - extinction uitstoot, neerslag - fall out uitvoerder - foreman in charge uitvoeren - carry out, to uitvoeren met een apparaat - implement, to uitvoering - construction uitvoering, in - - under construction uitwasemen, transpireren - transpire, to uitwaseming van planten - transpiration uitzendkracht - seasonal worker ureum - urea

131

V. vaatbundel - vascular bundle vacht, bont - fur vak (bosvak) - comparment Vakopleiding - vocational traning val (klem) - trap vale vleermuis - (large) mouse eared bat valk, toren- - kestrel valkerf - undercut, felling-notch vallen - fall-fell-fallen, to valrichting - fall direction van belang, essentieel - essential Vanck, 't - - intermediate college varen - fern vast - solid vast arbeider - permanent worker vaste stof - solid vast gesteente - bedrock vastschroeven - screw, to vaststellen - determine, to vat - barrel vat, schip, boom - vessel variëren - range, to vbo - pre-vocational education veebestand - livestock veefokker - cattle breeder veehouder - cattle farmer veehouderij - animal husbandry veen, turf - peat, bog, moorland veen, kleiig - - clay and peat veen, zandige - - sandy peat veenachtige grond - peaty soil veenmol (Gryllotalpa) - mole cricket veenmos - bog/peat/Spagnum moss veevoeder - fodder vegetatiekunde - vegetation science veiligheidscriteria - safety criteria, -

voorschriften veiligheidshandschoen - protective glove veiligheidshelm - safety-helmet veiligheidslaars - safety-boot veiling - auction vel, dierhuid - hide velbijl - felling-axe veldbed - karrimat veldleeuwerik - skylark veldspitsmuis - bicoloured (white toothed)

shrew veldwerk - fieldwork veldwerker - fieldworker velgereedschap - felling tool vellen - to fell-felled-felled, to verankeren - to cable, cabling veranderen, omzetten - transform, to verandering - transformation verarmde grond - impoverished

132

verbetering - amelioration verbindingen - connections,bonds verblijf - accommodation verblijfplaats - hostel verbouwen van gewassen - cultivate, to verbranden van afval - incinerate, to verbranding - combustion verbrandingsoven/-installatie - incinerator verdampen - evaporate, to verdamping - evaporation verdelen, verspreiden - distribute, to verdeling, verspreiding - distribution verdichting - compaction verdoven - anaesthesize, to verduurzaming, duurzaamheid - sustainablility verdwijnen - vanish, to verfbrem - greenweed/-wood vergaan - decay, to vergif - poison vergiftigen - poison, to vergunning - licence verhongeren - starve to verhouding - proportion verhouten - lignify,to verhuizen, trekken - migrate, to verjonging, natuurlijke - - regeneration verkeer - traffic verkeersdrempel - speed bump verkleuring - discoloration verlofregeling - leave arrangements/ conditions vermenigvuldigen, voortplan- ten zich - reproduce, to verminderen, doen afnemen - reduce, to vermogen - ability vernevelen - atomize, to vernieuwen, regenereren - regenerate, to vernieuwing - regeneration vernieuwing, agrarische - agrarian reconstruction verplanten transplant to verplicht - compulsory verschaffen, leveren - provide, to verslaggeving - reporting verslag uitbrengen - report, to verslechtering, verval - deterioration versnijding (bouwk.) - offset versnipperaar - chipper versnippering - splitting up versnippering van land - scattering verspenen - bed out, to verspilling - wastage verspreid porig - diffuse porous verspreiden, verdelen - distribute, to verspreiding, verdeling - distribution, dissemination verspreidingsgebied - area/range of distribution vest, onderhemd - vest versterking, intensivering - intensification versterken van een dijk - densify, to

133

verstikken - suffocate,to verteren - ferment to verticale erosie - vertical erosion vertrappen - trample, to verval (van een rivier) - fall verval (van stam) - taper vervoer - conveyance vervoeren - convey, to vervolging - persecution vervreemding - allienation vervuilen - contaminate, pollute, to vervuilende stof - pollutant vervuiler - polluter vervuiling - contamination verwaarlozen - neglect to verwelking - withering verwoesten - devastate, to verzadigd van, doordrenkt met water - waterlogged verzakking (v.e. terrein) - depression verzameldrain - collector drain vezel - fibre verzilten - salinize,to verzilting - salinization verzoeting - desalting verzorgen - nurse, to verzorging van bomen - tending of trees verzuren (chemisch) - acidify, to verzuring (chemisch) - acidification verzuurd (chemisch) - acidic verzwaren, dijk - - reinforce, densify to vezelhout, papierhout - pulpwood vijl - file vijlen - file, to vijver - pond vijvertje, poel - pool vijzelpomp - archinedian screw vink - chaffinch virus - virus visarend - osprey visbroed - fry visdief - common tern viskuit - spawn, hard roe vistrap - fish-pass bekkenvistrap - pool type fish-pass vitaliteit vitality vlaamse gaai - jay vlagzalm - grayling vlak onder waterspiegel - sub-surface vlakte - plane vleermuis - bat vleermuis, Bechsteins - - Bechstein's bat vleermuis, Brandt's - - Brandt's vleermuis vleermuis, grijze grootoor - - grey long eared bat vleermuis, ingekorven - - notsched eared bat vleermuis, mops - - barbastelle vleermuis, vale - - (large) mouse eared bat

134

vlieg-den - solitary grown pine, solitary vliegtuig - plane vlier - elder vlinder - butterfly vloeibaar - liquid vloeistof - liquid vloed - flood-tide vloedgolf - tidal wave vlot - raft vluchtig - volitile vluchtig, gasvormig - gaseous vmbo - pre-vocational education vocht(igheid) - moisture vocht, beschikbaar - - available moisture , - gehalte - moisture contente vochtig - lucht: damp, andersoortig:

moist vochtigheid, absolute - absolute humidity ,relatieve - - relative humidity voeding - nutrition voedingsstof - nutrient voedselgewas - food crop voedselketen - food chain voedselkeuze, eetgewoonte - feeding habits voet, aan de voet - basal voetgangerstoegang - pedestrian access voetpad - path vogelaar - birder, bird watcher vogelkers, Prunus padus - European cherry,bird cherry ,Amerikaanse(P. serotina) – black cherry vogellijm (parasietstruik) - mistletoe voor - furrow voorbehandeling - pretreatment voorbereidende werkzaamheden - groundwork, spadework,

preliminary work voordeel - advantage voorkieming - pregermination voorlichting - advice voorlopig - provisionally voorraad, aandeel - stock voorschot - advance voortbrengen, produceren - produce, to voortplanting - reproduction vooruitgang - progress vooruitgang, technologische - - technological progress voorwerker - foreman voorzien, van sanitaire - - sanitation vork (boomvork) - fork vorst - frost , late vorst - late frost , vroege vorst - early frost vorstgat - frost- hole vorstschade - frost damage vorstscheur - frost crack vos - fox, red fox vos, vrouwelijk - fixen vreemd, buitenlands - foreign

135

vreemdeling - allien vriescondities - freezing conditions vriezen - to freeze vrijwilliger - volunteer vroege haver - early oats vruchtbaar - fertile vruchtbaar maken - fertilize, to vruchtbeginsel - ovary vruchtwisseling - crop rotation vuilboom (Rhamnus frangula) - buckthorn vuilnisophaaldienst - waste disposal vulkaan - vulcano vulkanische/metaalslak(kken) sintel - slag vulkanoloog - vulcanologist vullen - fill, to - vuren(hout) - pine vuur - fire

136

W. waadvogel, steltloper - wader waaien - to blow waarde - value waardplant - host(plant) waarnemingsfilter - observation filter wals - roller, roadroller walvis - whale walvisvangst - whaling wand - wall wandelaar - hiker warkruid - dodder/hell-weed/devil's guts warmte opslag - heat storage warmte reactor - thermal reactor wasmiddel - detergent waterbeheersing - water control, water

management water afvoer - water discharge waterbekken - basin water, brak - - brackish water waterbron - well waterbouwkundige - hydraulic engineer waterdicht - impervious water, doordringen van - - soak, to water erosie - water erosion waterhoen - moorhen waterhuishoudingsplan - water management plan waterkering - water defence waterkering, stuwdam - weir waterkracht energie - hydro-electric power waterland, drassig gebied - wetland waterleiding, open - - conduit waterleidingsbedrijf/ watermaatschappij - waterworks/ water undertaking/

watercompany waterloop - water course waterlot - water shoot,epicormic shoots water, overtollig - surplus water waterpassen - level, to waterpassen, het - - levelling waterproof - impermeable waterput - well waterschap - water management authority, water authority waterscheiding - watershed watersnip - common snipe waterspiegel, vlak onder - - sub-surface waterspitsmuis - water shrew waterspoor, geul - gully waterstof - hydrogen watervegetatie - aquatic vegetation watervoerende laag - aquifer waterwild - waterfowl wederik - loosestrife weefsel - tissue weelderig - luxuriant

137

weer, het - weather weerstand - resistance weg voor doorgaand verkeer - arterial road wegafzetting - roadblock wegdek - coating surface weg- en waterbouw - civil engineering weglichaam - body weg, onverharde - - dirty road wegvagen, uitroeien - wipe out, to weide - pasture weidebeheer - pasture management weidevogel - meadowbird weinig, te - personeel hebben - to be understaffed weldadig - beneficial welp - cub welving, kromming, bocht - curvature werkgang - working corridor werkkleding - working-clothes werkkleding, winddichte - - windproof working-clothes werkplek - place to work, work station werktempo - work(ing) pace, rate, speed werktijd - working hours werktuig - implement werkvoorbereider - preparatory work assistant werkzaamheden - activities wespenorchis - wasp orchis wet, recht - law wettelijk - legal wetenschappelijk onderzoek - research wetsteen - whet-stone wetten - hone, to Weymouth - eastern white pine wezel - weasel wieden - to weed wig - wedge wijngaard - vineyard wijting - whiting wild - game wildbeheerder - game keeper wildbestand - game stock wild, edel - - red deer wild, groot - - big game wild, klein - - small game wilde eend - mallard wilde zwaan - whooper swan wildrooster - (game) grating wildwissel - wildlife overpass wild zwijn - swine, wild boar wilg - willow wilg, bos-/ salix caprea - goat willow wilg, schiet-/salix alba - white willow wilgenhoutrups (Cossus) - goat moth wilgenteen - osier willekeurig bij toeval - adventitious windbeschutting, windscherm windsingel - windbreak winde - ide

138

windscherm - windscreen winddichte werkkleding - windproof workclothes windscherm, windbeschutting - windbreak windsnelheid - wind velocity windworp - windblow; windthrow; blowdown winter eik - sessile oak winterhardheid - cold resistence wintertaling - teal (anas crecca) wiskunde - maths wiskunde, toepgepaste - - applied mathemathics wisselen - change, to witbandleeuwerik - hoopoe lark witkruintapuit - white-crowned black wheatear witte kwikstaart - pied wagtail woelmuis, noordse - root vole woestijnleeuwerik - desert lark woestijntapuit - desert wheatear woestijnvink - trumpeter finch wolluis - woolly sphid wond - wound wondweefsel - callus worm, regen- - earthworm worp - litter wortel - root -, haar- - roothair -, hoofd- - main root -, pen- - tap root -, zij- - secondary root wortelaanloop - buttress wortelhals - root colar wortelmutsje - calyptra wortelrot - root rot wortelsnoei - root pruning wortelstelsel - root system woud - forest wrijving - friction

139

X. xyleem, houtweefsel - xylem

140

Y.

141

Z. zaad - seed zaaddracht - fructification zaadknop - ovule zaadlob - cotyledon zaad mengsel - seed mixture zaag - saw zaagbek, grote zaagbek - goosander zaagbeugel - bow-saw-frame zaag, beugel- - bow saw zaagbroek, veiligheidsbroek - safety legging zaag, jiri- - jiri saw zaagfabriek - saw-mill zaag, motor- - chainsaw, powersaw zaag, snede vlak - flush cut zaag, trek- - crosscut-saw zaaibed - seed-bed zaaien - sow, to zaailing - seedling zagerij - saw-mill zakking (v.e. terrein) - depression zalm - salmon zalmforel - salmon trout zand - sand zand, fijn - - fine sand zand, gestabiliseerd - - stabilised sand zand, grindig - - gravel sand zand, grof - - coarse sand zand, kleiig - - clay sand zand, middel - - middle sand zand, siltig - - silty sand zandbank - bank, sand bar, underwater bank zandig grind - sandy gravel zandige klei - sandy clay zandig leem - sandy loam zandig veen - sandy peat zandkorrel - grain of sand zandverstuiving - shifting drift(s)/area of

shifting sands zandwinning - sand extraction zanglijster - song thrush zee-... - marine zeeden - maritime pine zeef - sieve zeeforel - seatrout zeehond - seal zeehond, gewone - - common seal zeehond, grijze - - gray seal zeelt - tench zeer jonge opstand - crop of saplings zegge - sedge zeis - scythe zetje - boost zetmeel - starch ziek - sick

142

ziekte - disease ziekte, chronische - - recurrent illness ziektekiem - germ zijarm, -rivier - affluent zijkanaal - branch of canal zijknop - lateral bud zijscheut - side shoot/ lateral shoot zijwaartse erosie - lateral erosion zilverberk - silverbirch zilverden, alba mill. - silver fir zilverreiger, grote - - great white egret zink zinc zinkput - cess pit zode - sod zoetwater - freshwater zogen - wean, to zomerhout late wood zomereik - pedunculate oak zomertaling - garganey (anas querquedula) zonnebrand - suncald zonnecel - solar collector zonneënergie - solar energy zoogdier - mammal zout - salty zuigbaggermachine - suction dredger zuiger - suction, being a branch zuivel, melk - dairy zuivelbedrijf - dairy farm zuiveren - purify, to zuivering - purification zuiveringsinstallatie - purification plant zure neerslag uit de atmosfeer- atmospheric acid fallout zure regen - acid rain zuur - acid zuur geworden (chemisch) - acidic zuurgraad - acidity zuurstof - oxygen zuurstofloos - anaerobic zuurtegraad, ph-waarde - ph-value zwaan, kleine zwaan - tundra swan zwaan, wilde zwaan - whooper swan zwaartekracht - gravity zwaluw, oeverzwaluw - sand martin zwarte els - black alder zwarte kraai - carrion crow zwarte stern - black tern zwarte zegge - black sedge zwartkop - blackcop zwavel - sulphur zwavelzuur - sulphur(ic) acid zwijn, mannelijk - boar zwijn, wild - - swine, wild boar

143

INTERPRETATIE VAN DE NEDERLANDSE CIJFERS (Interpretation of Dutch results): 10 = excellent 9 = very good 8 = good 7 = amply sufficient 6 = sufficient 5 = nearly sufficient 4 = insufficient 3 = highly insufficient 2 = bad 1 = very bad Cijferlijst die bij het diploma van “jaartal” hoort = List of marks to go with the “year” diploma