349 CPB: Verlies Zorgverzekeraars Beperkt

2
verzekeringen 65 zorg & financiering > 3-2006 De zorgverzekeraars hebben op de verkoop van zorgpolissen samen een verlies geleden van ongeveer 190 miljoen euro. Dit blijkt uit het rapport Health plan pricing be- haviour and managed competition van het Centraal Planbureau (CPB) en de Erasmus Universiteit. De Nederlandsche Bank heeft de solvabiliteits- eisen voor de zorgverzekeraars aangescherpt. Volgens D. Witteveen van De Nederlandsche Bank is het verlies niet erg groot gezien de omvang van de sector. De beschuldiging van Agis dat de concurrentie een miljard euro heeft ingezet voor het binnenhalen van klanten, is daarmee niet in overeenstemming (zie kader- tekst vorige bericht). CPB-onderzoeker R. Dou- ven schat dat de zorgverzekeraars gemiddeld vijftien euro onder de kostprijs van een zorgver- zekering zitten. Een opvallende conclusie in het rapport is dat de premieverschillen in 2006 nau- welijks worden bepaald door verschillen in de verwachte zorguitgaven tussen ziektekosten- verzekeraars. In de periode 1996-2004 lieten de voormalige ziekenfondsen de premiehoogte vooral afhan- gen van hun reserves; uitgangspunt was het streven naar een gezonde financiële positie. Winst maken of concurreren met andere zieken- fondsen was van ondergeschikt belang. Dit staat in scherp contrast met de felle premieconcur- rentie tussen zorgverzekeraars bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel. De auteurs Rudy Douven (CPB) en Erik Schut (Erasmus Universiteit Rotterdam hebben voor de periode 1996-2004 onderzocht hoe de pre- miestelling van ziekenfondsen empirisch kan worden verklaard. De premiestelling op de zie- kenfondsmarkt is vervolgens vergeleken met de premiestelling van de zorgverzekeraars bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel in 2006. Ziekenfondsen streefden vooral naar een gezonde financiële positie Uit het empirische onderzoek volgt dat de pre- miestelling van ziekenfondsen niet zozeer ver- klaard kan worden door onderlinge concur- rentie of het realiseren van een zo hoog moge- lijke winst, maar vooral samenhangt met hun reservepositie. Ook blijken de voorspelling van de totale zorguitgaven door de overheid en de aanpassing van die voorspelling door Zorgver- zekeraars Nederland als belangrijk ijkpunt voor het vaststellen van de ziekenfondspremies te hebben gefungeerd. Dit duidt erop dat zieken- fondsen primair werden beïnvloed door het stre- ven naar een gezonde financiële positie. Felle premieconcurrentie tussen zorgverzekeraars in 2006 Door de invoering van het nieuwe zorgstelsel per 1 januari 2006 zijn de voormalige zieken- fondsen opeens gedwongen echt te concurre- ren, niet alleen met de andere voormalige ziekenfondsen maar ook en vooral met de priva- te ziektekostenverzekeraars. Vele verzekerden zijn geneigd tot overstappen, wat een felle pre- mieconcurrentie tussen zorgverzekeraars aan- trekkelijk heeft gemaakt. De reële dreiging van een verlies aan verzekerden blijkt van grote invloed op de premiestelling door de zorgverze- keraars. In ruil voor het veroveren van markt- aandeel werden veel nominale premies zo laag in de markt gezet dat verzekeraars gemiddeld genomen waarschijnlijk verlies maken. Vooral voor de collectieve contracten lijken de premies onder een kostendekkend niveau te lig- gen. Sommige verzekeraars hebben namelijk dankzij het vrijvallen van een deel van de ver- plichte reserves in de particuliere verzekering de gelegenheid benut om tegen extreem lage pre- mies collectiviteiten zoals bedrijven, vakbonden of ouderenbonden binnen te halen. De verzeker- 349 cpb: verlies zorgverzekeraars beperkt

Transcript of 349 CPB: Verlies Zorgverzekeraars Beperkt

Page 1: 349 CPB: Verlies Zorgverzekeraars Beperkt

verzekeringen

65zorg & financiering > 3-2006

De zorgverzekeraars hebben op de verkoop vanzorgpolissen samen een verlies geleden vanongeveer 190 miljoen euro.Dit blijkt uit het rapport Health plan pricing be-haviour and managed competition van het CentraalPlanbureau (CPB) en de Erasmus Universiteit.De Nederlandsche Bank heeft de solvabiliteits-eisen voor de zorgverzekeraars aangescherpt.

Volgens D. Witteveen van De NederlandscheBank is het verlies niet erg groot gezien deomvang van de sector. De beschuldiging vanAgis dat de concurrentie een miljard euro heeftingezet voor het binnenhalen van klanten, isdaarmee niet in overeenstemming (zie kader-tekst vorige bericht). CPB-onderzoeker R. Dou-ven schat dat de zorgverzekeraars gemiddeldvijftien euro onder de kostprijs van een zorgver-zekering zitten. Een opvallende conclusie in hetrapport is dat de premieverschillen in 2006 nau-welijks worden bepaald door verschillen in deverwachte zorguitgaven tussen ziektekosten-verzekeraars.

In de periode 1996-2004 lieten de voormaligeziekenfondsen de premiehoogte vooral afhan-gen van hun reserves; uitgangspunt was hetstreven naar een gezonde financiële positie.Winst maken of concurreren met andere zieken-fondsen was van ondergeschikt belang. Dit staatin scherp contrast met de felle premieconcur-rentie tussen zorgverzekeraars bij de invoeringvan het nieuwe zorgstelsel.De auteurs Rudy Douven (CPB) en Erik Schut(Erasmus Universiteit Rotterdam hebben voorde periode 1996-2004 onderzocht hoe de pre-miestelling van ziekenfondsen empirisch kanworden verklaard. De premiestelling op de zie-kenfondsmarkt is vervolgens vergeleken met depremiestelling van de zorgverzekeraars bij deinvoering van het nieuwe zorgstelsel in 2006.

Ziekenfondsen streefden vooral naar eengezonde financiële positie

Uit het empirische onderzoek volgt dat de pre-miestelling van ziekenfondsen niet zozeer ver-klaard kan worden door onderlinge concur-rentie of het realiseren van een zo hoog moge-lijke winst, maar vooral samenhangt met hunreservepositie. Ook blijken de voorspelling vande totale zorguitgaven door de overheid en deaanpassing van die voorspelling door Zorgver-zekeraars Nederland als belangrijk ijkpunt voorhet vaststellen van de ziekenfondspremies tehebben gefungeerd. Dit duidt erop dat zieken-fondsen primair werden beïnvloed door het stre-ven naar een gezonde financiële positie.

Felle premieconcurrentie tussen zorgverzekeraars in 2006

Door de invoering van het nieuwe zorgstelselper 1 januari 2006 zijn de voormalige zieken-fondsen opeens gedwongen echt te concurre-ren, niet alleen met de andere voormaligeziekenfondsen maar ook en vooral met de priva-te ziektekostenverzekeraars. Vele verzekerdenzijn geneigd tot overstappen, wat een felle pre-mieconcurrentie tussen zorgverzekeraars aan-trekkelijk heeft gemaakt. De reële dreiging vaneen verlies aan verzekerden blijkt van groteinvloed op de premiestelling door de zorgverze-keraars. In ruil voor het veroveren van markt-aandeel werden veel nominale premies zo laagin de markt gezet dat verzekeraars gemiddeldgenomen waarschijnlijk verlies maken. Vooral voor de collectieve contracten lijken depremies onder een kostendekkend niveau te lig-gen. Sommige verzekeraars hebben namelijkdankzij het vrijvallen van een deel van de ver-plichte reserves in de particuliere verzekering degelegenheid benut om tegen extreem lage pre-mies collectiviteiten zoals bedrijven, vakbondenof ouderenbonden binnen te halen. De verzeker-

349 cpb: verlies zorgverzekeraars beperkt

ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 65

Page 2: 349 CPB: Verlies Zorgverzekeraars Beperkt

financiering

66 3-2006 > zorg & financiering

denmobiliteit neemt substantiële vormen aan in2006. Inmiddels lijkt ongeveer 25 procent van depopulatie van zorgverzekeraar te zijn veranderd.

Verklaringen voor de lage nominale premiesin 2006

De invoering van de Zorgverzekeringswet (ZVW)was een uniek experiment dat met uitzonderlijkveel aandacht van de media gepaard ging. Detransparantie van de markt nam toe door hetwegvallen van het onderscheid tussen particulieren ziekenfonds en bovendien kregen verzeker-den meer bedenktijd en keuze voor het bepalenvan hun ziektekostenpolis.De belangrijkste katalysator voor de scherpepremieconcurrentie vormt de mogelijkheid omcollectieve contracten te sluiten tegen een pre-miekorting van maximaal tien procent. Dezemogelijkheid ontbrak in de verplichte zieken-fondsverzekering. Vanaf 2006 kan iedereNederlander zich in principe bij een collectiviteitaansluiten. De collectiviteiten lijken in 2006 danook een explosieve vlucht te hebben genomen.

Overheidsbeleid draagt ook bij aan de lagepremies

De invoering van het nieuwe zorgstelsel brengtgrote onzekerheden mee omtrent de verwachtezorguitgaven en de kwaliteit van de risicovereve-ning. Daarom besloot de overheid het risico datverzekeraars lopen over de zorguitgaven te redu-ceren. Dit oefende een neerwaarts effect uit op

de premies omdat zorgverzekeraars de invloedvan de zorguitgaven op hun premiestelling rede-lijk nauwkeurig vooraf konden berekenen. Hetgevolg is dat de premieverschillen tussen verze-keraars in 2006 minder worden bepaald doorverschillen in de zorguitgaven maar mogelijkmeer door verschillen in de verwachte beheers-kosten en de mate waarin zorgverzekeraars wil-len en kunnen interen op hun reserves.Het volledige rapport Health plan pricing behaviourand managed competition is gratis beschikbaar alspdf-bestand op de website van het CPB(www.cpb.nl).

DNB scherpt solvabiliteitseisen aan

De Nederlandsche Bank (DNB) constateert datde premie voor de basisverzekering circa vijfprocent onder de kostprijs is aangeboden. Datkomt neer op ongeveer vijftig euro per verzeker-de. De toezichthouder wil dat de zorgverzeke-raars extra voorzieningen treffen ter grootte vanhet verschil tussen het kostendekkende tarief ende verliesgevende premie. De aanscherping vande solvabiliteitseisen is al enige tijd bekend bijde verzekeraars. D. Witteveen, directeur vanDNB, zegt in Assurantie Magazine hierover: ‘Wijzullen er attent op zijn dat de premies structu-reel voldoende kostendekkend zijn om bedrijfs-plannen met zwarte cijfers te schrijven.’Bronnen: persbericht CPB, 13 maart 2006, NRCHandelsblad, 14 maart 2006, Het FinancieeleDagblad, 14 maart 2006 en 17 maart 2006 enAssurantie Magazine, 24 maart 2006<

350 keuzevrijheid zorgverzekering voor gezinsleden werknemersvolkenrechtelijke organisaties

Gezinsleden van werknemers van volkenrechte-lijke organisaties die in Nederland wonen, kun-nen er zelf voor kiezen of zij gebruik willenmaken van de Nederlandse zorgverzekering.Dit heeft de ministerraad besloten op voorstelvan Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid en Minister Hoogervorstvan VWS.

In Nederland wonen enkele duizenden partnersen kinderen van mensen die werken bij volken-rechtelijke organisaties die vallen onder de vlag

ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 66