atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/HAVO 3 Scheikunde Samenvatting Scheikunde...  · Web...

3
Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Reactiesnelheid en energie-effect De reactiesnelheid is de hoeveelheid stof die in een bepaalde tij verdwijnt of ontstaat. Bij veel chemische reacties komt energie vrij bijvoorbeeld: warmte, licht, elektriciteit en geluid. Die reacties heten exotherme reacties. Een voorbeeld van een exotherme reactie is een explosie, de energie die vrijkomt is geluid. En exotherme reactie heeft alleen aan het begin energie nodig om op gang te komen daarna levert het energie op. Er zijn ook reacties die steeds energie nodig hebben om te kunnen blijven verlopen. Zo’n reactie noem je een endotherme reactie. Een paar voorbeelden hiervan zijn: elektrolyse, thermolyse en fotolyse. Er zijn vier verschillende manieren om een reactie te versnellen: verhogen van de temperatuur, vergroten van het contactoppervlak, verhogen van de concentraties van de reagerende stoffen en het toevoegen van een katalysator. Paragraaf 2 Hoeveel stof ontstaat en verdwijnt? Bij een chemische reactie verdwijnen de beginstoffen, tegelijkertijd ontstaan andere stoffen: de reactieproducten. Als je de massa’s van de beginstoffen bij elkaar optelt en je doet hetzelfde voor de reactieproducten, dan zijn die massa’s precies even groot. Dat heet de wet van behoud van massa, die geldt altijd, voor alle chemische reacties. Als stoffen met elkaar reageren, blijkt dat altijd in een vaste massaverhouding te gebeuren. Als je 3 gram magnesium verbrandt, ontstaat 5 gram magnesiumoxide. Hier was 2 gram zuurstof voor nodig. Dus de massaverhouding is 3:2. Bij de ontleding van 17 gram aluminiumoxide ontstaat 9 gram aluminium. De verbinding Al 2 O 3 bevat dus 9/17 x 100% = 53 massa% van het element aluminium. Op dezelfde manier kun je berekenen dat het massa% zuurstof in Al 2 O 3 gelijk is aan 47%. Als je stoffen niet in de goede massaverhouding bij elkaar doet, blijft na de reactie één van de beginstoffen over. Dat overschot is de overmaat. Paragraaf 3 Reacties en moleculen Telwoord Betekenis Enkelvoudi ge stof In gebonden vorm Formule Naam stof Mono Één Zuurstof Oxide SO 3 Zwaveltrioxid e Di Twee Zwavel Sulfide P 2 O 3 Difosfortoxid e Tri Drie Chloor Chloride CS 2 Koolstofdisul fide Tetra Vier Jood Jodide H 2 O 2 Diwaterstoddi oxide Penta Vijf Broom Bromide SiO 2 Siliciumdioxi

Transcript of atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/HAVO 3 Scheikunde Samenvatting Scheikunde...  · Web...

Page 1: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/HAVO 3 Scheikunde Samenvatting Scheikunde...  · Web viewgenoemd. De alcohol die als biobrandstof word gebruikt, is gemaakt uit afval van rietsuikerfabrieken.

Hoofdstuk 3Paragraaf 1 Reactiesnelheid en energie-effectDe reactiesnelheid is de hoeveelheid stof die in een bepaalde tij verdwijnt of ontstaat. Bij veel chemische reacties komt energie vrij bijvoorbeeld: warmte, licht, elektriciteit en geluid. Die reacties heten exotherme reacties. Een voorbeeld van een exotherme reactie is een explosie, de energie die vrijkomt is geluid. En exotherme reactie heeft alleen aan het begin energie nodig om op gang te komen daarna levert het energie op. Er zijn ook reacties die steeds energie nodig hebben om te kunnen blijven verlopen. Zo’n reactie noem je een endotherme reactie. Een paar voorbeelden hiervan zijn: elektrolyse, thermolyse en fotolyse.

Er zijn vier verschillende manieren om een reactie te versnellen: verhogen van de temperatuur, vergroten van het contactoppervlak, verhogen van de concentraties van de reagerende stoffen en het toevoegen van een katalysator.

Paragraaf 2 Hoeveel stof ontstaat en verdwijnt?Bij een chemische reactie verdwijnen de beginstoffen, tegelijkertijd ontstaan andere stoffen: de reactieproducten. Als je de massa’s van de beginstoffen bij elkaar optelt en je doet hetzelfde voor de reactieproducten, dan zijn die massa’s precies even groot. Dat heet de wet van behoud van massa, die geldt altijd, voor alle chemische reacties.Als stoffen met elkaar reageren, blijkt dat altijd in een vaste massaverhouding te gebeuren. Als je 3 gram magnesium verbrandt, ontstaat 5 gram magnesiumoxide. Hier was 2 gram zuurstof voor nodig. Dus de massaverhouding is 3:2.Bij de ontleding van 17 gram aluminiumoxide ontstaat 9 gram aluminium. De verbinding Al2O3 bevat dus 9/17 x 100% = 53 massa% van het element aluminium. Op dezelfde manier kun je berekenen dat het massa% zuurstof in Al2O3 gelijk is aan 47%.Als je stoffen niet in de goede massaverhouding bij elkaar doet, blijft na de reactie één van de beginstoffen over. Dat overschot is de overmaat.

Paragraaf 3 Reacties en moleculenTelwoord Betekenis Enkelvoudige

stofIn gebonden vorm

Formule Naam stof

Mono Één Zuurstof Oxide SO3 ZwaveltrioxideDi Twee Zwavel Sulfide P2O3 DifosfortoxideTri Drie Chloor Chloride CS2 KoolstofdisulfideTetra Vier Jood Jodide H2O2 DiwaterstoddioxidePenta Vijf Broom Bromide SiO2 SiliciumdioxideHexa Zes Fluor Fluoride Hl WaterstofjodideHepta Zeven Waterstof HydrideOcta Acht

Het getal dat aangeeft hoeveel moleculen er zijn heten coëfficiënten, de coëffici:ent zet je voor de formule : twee moleculen methaan 2 CH4

Hoofdstuk 4Paragraaf 1 Aardgas

Griekse telwoorden Naam van enkele elementen in verbindingen

Namen en formules van enkele stoffen

Page 2: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/HAVO 3 Scheikunde Samenvatting Scheikunde...  · Web viewgenoemd. De alcohol die als biobrandstof word gebruikt, is gemaakt uit afval van rietsuikerfabrieken.

Aardgas uit de gaskraan is een mengsel van voornamelijk methaangas (circa 80 volume%) en stikstofgas. Methaan is het brandbare bestanddeel van dit mengsel. Beide gassen zijn kleur- en reukloos, daarom voegt het gasbedrijf er een beetje reukstof aan toe. Dan ruik je het gas als je het bent vergeten uittezetten.Een reagens is een stof waarmee je de aanwezigheid van een andere stof kunt aantonen. Je voert dan een herkenningsreactie uit. Om een liter water aan de kook te brengen, moet je ongeveer 15 liter aardgas verbranden. Daarvoor heb je ongeveer 120 liter lucht nodig. Als de volumeverhouding lucht: aardgas gelijk is aan 120:15 (8:10, verbrandt methaan volledig. Deze volumeverhouding is belangrijk, want als er te weinig zuurstof in de lucht aanwezig is, kan methaan op een andere manier met zuurstof reageren. Je spreekt dan van een onvolledige verbranding. Paragraaf 3 VerbrandenVoor iedere verbranding is zuurstof en een brandstof nodig. Smog is een Engelse samenvoeging van Smoke en Fog, rook en mist. Smogvorming treedt vooral op in steden op warme, windstille dagen. Doordat er steeds meer koolstofdioxidegas in de atmosfeer komt, geeft de aarde minder makkelijk warmte af aan het helal. Daardoor zou de temperatuur op aarde op den duur kunnen stijgen en zou het klimaat ingrijpend kunnen veranderen. Men noemt dit het versterkte broeikaseffect. Je kunt het broeikaseffect tegengaan door minder fossiele brandstoffen te verbranden. Dat kan door:woningen goed isoleren, minder elektriciteit gebruiken, minder auto rijden, minder vliegen, zuinigere auto’s en vliegtuigen en meer gebruik maken van zonne- en windenergie. Bij verbranden denk je aan vuur, rook, hitte, as en brandlucht. Een dergelijke verbranding heet een snelle verbranding. De voorwaarden voor een snelle verbranding zijn dat de brandstof en zuurstof voldoende snel bij elkaar kunnen komen en dat de temperatuur hoog genoeg is. De laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden heet de ontbrandingstemperatuur. Elke brandstof heeft zijn eigen ontbrandingstemperatuur. Als een verbranding uit de hand loopt, dan heb je brand. Om een brand te blussen moet je minimaal één van de voorwaarden voor verbranding wegnemen: de brandstof weghalen, de aanvoer van lucht onmogelijk maken(blussen met schuim) of de brandende materialen afkoelen tot onder de ontbrandingstemperatuur(blussen met water of koolzuurblusser.

Paragraaf 4 Langzame verbrandingenPlanten maken uit koolstofdioxidegas en water zuurstof en glucose. Voor deze omzetting is veel energie nodig. Die energie halen planten. Tegelijk met glucose produceren planten zuurstof, ook een stof die onmisbaar is voor het leven op aarde. Vrijwel al het leven op aarde is daarom afhankelijk van dit fotosyntheseproces(foto betekend licht). De verbranding van voedsel is een voorbeeld van een langzame verbranding. Dat is een verbranding zonder vuurverschijnselen. Planten nemen koolstofdioxide op uit de atmosfeer. Mensen, dieren en planten zelf geven weer koolstofdioxide af aan de atmosfeer. Er vindt op deze manier een zogeheten kringloop plaats van koolstof.Auto’s kunnen in plaats van benzine ook plantaardige oliën of alcohol als brandstof gebruiken. Deze brandstoffen worden biobrandstoffen genoemd. De alcohol die als biobrandstof word gebruikt, is gemaakt uit afval van rietsuikerfabrieken. Ook biobrandstoffen geven bij verbranding koolstofdioxide af aan de lucht. Maar die koolstofdioxide is tijdens het groeien van de planten uit de lucht opgenomen, dus ontstaat er geen extra koolstofdioxide.