27 Tweede Voorlopige Voorziening Is Ongegrond Gezien Toezegging Van Beslisdatum

1
stelsel 34 1/2-2008 > zorg & financiering Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (enkelvoudige kamer) deed op 2 oktober 2007, onder nummer AWB 07/718 13775, uitspraak in een geschil tussen een ggz-instelling (geestelij- ke gezondheidszorg) en de Nederlandse Zorg- autoriteit (NZa) in verband met een fictieve weigering van een beslissing op bezwaar. Het college overwoog dat het verzoek om een voorlopige voorziening was gedaan hangende het beroep tegen het niet nemen van een beslis- sing op bezwaar. Een eerder verzoek om een voorlopige voorziening hangende ditzelfde beroep was gehonoreerd met de opdracht om uiterlijk 1 oktober 2007 een beslissing te nemen op het bezwaar van verzoekster. In een nieuw verzoek werd verzocht verweerster te verplichten uiterlijk 1 oktober 2007 te beslissen en ervoor zorg te dragen dat het besluit verzoekster niet later dan 2 oktober 2007 zou bereiken. Nu ver- weerster reeds schriftelijk had aangegeven voor- nemens te zijn zodanig te handelen dat aan de wensen van verzoekster volledig tegemoet werd gekomen, was niet gebleken dat het nodig was opnieuw een voorlopige voorziening aan te vra- gen. Daarmee was het verzoek kennelijk onge- grond. Bron: RZA 2007, 187< 27 tweede voorlopige voorziening is ongegrond gezien toezegging van beslisdatum 28 stelsel van contracteerruimte frustreert awbz-aanspraken van verzekerden niet De president van de rechtbank ’s-Gravenhage wees op 13 november 2007, onder nummer KG 07/1152, vonnis in een geschil tussen een zorg- kantoor en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over de voor 2007 beschikbare contracteerruim- te. De president overwoog dat het aan het zorgkan- toor is om voldoende aannemelijk te maken dat zijn verzekerden, ondanks maximale inspan- ning, niet de AWBZ-zorg kunnen krijgen waar- op zij recht hebben. Daarin was het zorgkantoor echter niet geslaagd. Er bestond twijfel of het zorgkantoor voldoende gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om contracteerruimte over te hevelen van de ene naar de andere regio. Het is volgens de president de verantwoordelijkheid van het zorgkantoor om zelf op zoek te gaan naar de nog beschikbare contracteerruimte. De Staat en de NZa hadden genoegzaam toegelicht dat ook de knelpuntenprocedure kan leiden tot toekenning van extra middelen. Met de vereiste mate van aannemelijkheid was niet gebleken dat het zorgkantoor alles had gedaan wat redelijker- wijs in zijn macht lag om binnen het budget te blijven en desondanks een vergeefs beroep had gedaan op de knelpuntenprocedure. Dat gold ook voor de spoedprocedure van de NZa, die is bedoeld om onmiddellijk maatregelen te kun- nen treffen bij acute knelpunten. Het zorgkan- toor had erkend hiervan geen gebruik te hebben gemaakt. Aldus was niet aannemelijk geworden dat de contracteerruimte de aanspraken van ver- zekerden frustreerde. Bron: RZA 2007, 189< ZenF-0108-cyaan.qxd 8-2-08 15:23 Pagina 34

Transcript of 27 Tweede Voorlopige Voorziening Is Ongegrond Gezien Toezegging Van Beslisdatum

Page 1: 27 Tweede Voorlopige Voorziening Is Ongegrond Gezien Toezegging Van Beslisdatum

stelsel

34 1/2-2008 > zorg & financiering

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven(enkelvoudige kamer) deed op 2 oktober 2007,onder nummer AWB 07/718 13775, uitspraak ineen geschil tussen een ggz-instelling (geestelij-ke gezondheidszorg) en de Nederlandse Zorg-autoriteit (NZa) in verband met een fictieveweigering van een beslissing op bezwaar.

Het college overwoog dat het verzoek om eenvoorlopige voorziening was gedaan hangendehet beroep tegen het niet nemen van een beslis-sing op bezwaar. Een eerder verzoek om eenvoorlopige voorziening hangende ditzelfdeberoep was gehonoreerd met de opdracht om

uiterlijk 1 oktober 2007 een beslissing te nemenop het bezwaar van verzoekster. In een nieuwverzoek werd verzocht verweerster te verplichtenuiterlijk 1 oktober 2007 te beslissen en ervoorzorg te dragen dat het besluit verzoekster nietlater dan 2 oktober 2007 zou bereiken. Nu ver-weerster reeds schriftelijk had aangegeven voor-nemens te zijn zodanig te handelen dat aan dewensen van verzoekster volledig tegemoet werdgekomen, was niet gebleken dat het nodig wasopnieuw een voorlopige voorziening aan te vra-gen. Daarmee was het verzoek kennelijk onge-grond.Bron: RZA 2007, 187<

27 tweede voorlopige voorziening is ongegrond gezien toezegging van beslisdatum

28 stelsel van contracteerruimte frustreert awbz-aansprakenvan verzekerden niet

De president van de rechtbank ’s-Gravenhagewees op 13 november 2007, onder nummer KG07/1152, vonnis in een geschil tussen een zorg-kantoor en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)over de voor 2007 beschikbare contracteerruim-te.

De president overwoog dat het aan het zorgkan-toor is om voldoende aannemelijk te maken datzijn verzekerden, ondanks maximale inspan-ning, niet de AWBZ-zorg kunnen krijgen waar-op zij recht hebben. Daarin was het zorgkantoorechter niet geslaagd. Er bestond twijfel of hetzorgkantoor voldoende gebruik had gemaaktvan de mogelijkheid om contracteerruimte overte hevelen van de ene naar de andere regio. Hetis volgens de president de verantwoordelijkheidvan het zorgkantoor om zelf op zoek te gaan

naar de nog beschikbare contracteerruimte. DeStaat en de NZa hadden genoegzaam toegelichtdat ook de knelpuntenprocedure kan leiden tottoekenning van extra middelen. Met de vereistemate van aannemelijkheid was niet gebleken dathet zorgkantoor alles had gedaan wat redelijker-wijs in zijn macht lag om binnen het budget teblijven en desondanks een vergeefs beroep hadgedaan op de knelpuntenprocedure. Dat goldook voor de spoedprocedure van de NZa, die isbedoeld om onmiddellijk maatregelen te kun-nen treffen bij acute knelpunten. Het zorgkan-toor had erkend hiervan geen gebruik te hebbengemaakt. Aldus was niet aannemelijk gewordendat de contracteerruimte de aanspraken van ver-zekerden frustreerde.Bron: RZA 2007, 189<

ZenF-0108-cyaan.qxd 8-2-08 15:23 Pagina 34