schoolgids

basisschool

op dreef20192020

ColofonDeze schoolgids is tot stand gekomen in overleg tussen directie, team en de Medezeggenschapsraad. De Medezeggenschapsraad heeft hierop haar instemming verleend.

Wijzigingen met betrekking tot de inhoud van de schoolgids worden voorbehouden.

Basisschool Op Dreef

Pastoor Jansenplein 15

5504 BS Veldhoven

Telefoon: 040-253 28 34

E-mail: opdreef@veldvest.nl

Website: www.bsopdreef.nl

Directeur: Trudy Hoogwegt

Het bevoegd gezag van de school is in handen van Stichting Veldvest

Pastoor Jansenplein 21

5504 BS Veldhoven

Telefoon: 040-253 12 01

E-mail: info@veldvest.nl

Website: www.veldvest.nl

Voorzitter college van bestuur: Drs. J.A. de Mönnink

inhoudsopgave

1 Een woord vooraf 3

2 De school 4

3 De kracht van Op Dreef 6

4 De inhoud van ons onderwijs 9

5 Zorg voor leerlingen 13

6 Personeel 18

7 De ouders 22

8 De ontwikkeling van het onderwijs in de school 26

9 De resultaten van ons onderwijs 29

10 School- en vakantietijden en regelingen 31

11 Namen en adressen 35

2

1. een woord vooraf

een sociale groep. Daarbij doen wij in toenemende mate een beroep op zelfsturing.Wij zien de school als een gemeenschap en veilige oefenplaats en voelen ons uitgedaagd om dagelijks met alle betrokkenen onze kernwaarden uit te dragen.Dit vormt het hart van de pedagogische opdracht van onze school.

Wij staan ervoor om al onze leerlingen een zinvol-le voorbereiding te bieden op welzijn en toekomst ten behoeve van een bij hen passende betekenis-volle deelname aan de samenleving van morgen.

Deze gids is bedoeld als een eerste kennismaking met onze bedoelingen en tevens als een uitnodi-ging om daarover met ons in gesprek te gaan om betrokkenheid tussen u en school te optimaliseren. U bent van harte welkom!Ook verwijzen wij u graag naar onze website www.bsopdreef.nl voor informatie en downloads.Met ingang van half oktober gaat een vernieuwde versie van de website in de lucht, waarbij we tevens de app Parro aan ouders introduceren, een beveiligd communicatiemiddel dat op een snelle en effectieve manier ouders betrekt bij de school.

Ik wens u en uw kind(eren) van harte een fijn en leerzaam schooljaar toe.

Namens het team van Basisschool Op Dreef,

Trudy HoogwegtDirecteur

Hoewel de naam van deze basisschool is geworteld in lokale historie, kan ik u met deze schoolgids vol trots laten zien dat wij ook in ons onderwijs OP DREEF zijn!

Graag informeer ik u over het eigentijdse en degelijke onderwijs dat de professionals van Basisschool Op Dreef dagelijks aan alle leerlingen verzorgen. Uiteraard treft u in deze gids praktisch relevante zaken aan, maar bovenal leest u waar wij voor staan en welke keuzes wij daarop maken in ons onderwijs en in onze organisatie.

Met ons onderwijs willen wij het beste halen uit ieder kind; uit uw kind! Wij hebben hoge verwach-tingen van onze leerlingen en professionals. En het beste uit ieder kind halen, doen wij graag samen met u.

Basisschool Op Dreef staat midden in de samen-leving. Om deel te kunnen nemen aan die samen-leving en de samenleving van morgen, zien wij een brede toerusting en vorming van onze leerlingen als een belangrijke maatschappelijke opdracht. Dit betekent dat wij niet alleen degelijk en grondig taal- en rekenonderwijs verzorgen, maar leerlingen ook ondersteunen in het doorgronden van het eigen ‘in de wereld staan’ en de eigen identiteit. Ons onderwijs biedt leerlingen een stevige basis en een venster op de wereld.

We leren onze leerlingen eigen verantwoorde keuzes te maken en zich positief te verhouden in

3

2. de school

2.1 Een stukje geschiedenisSinds 1985 verzorgt Basisschool Op Dreef het basisonderwijs in Veldhoven-dorp. De naam van onze school is verbonden met De Dreef, de straat waar vroeger de lagere school ‘Sint Aloysius’ stond.Door fusies en het samengaan van diverse lagere scholen en kleuterscholen in Veldhoven-dorp is één grote school voor basisonderwijs ontstaan: Basisschool Op Dreef. Onze school staat dus letterlijk in het centrum van het dorp. De leerlingen die onze school bezoeken zijn afkomstig uit Veldhoven-dorp, de Pegbroeken en de rand van Zonderwijk.Aan het eind van schooljaar 2014-2015 was de realisering van de MFA-Zuid een feit. In MFA Zuid is onderwijs, dagopvang, peuterwerk en buiten-schoolse opvang voor kinderen gerealiseerd. Korein Kinderplein is hierin de partner. Ook de logopedie-praktijk van Esther van den Heuvel is in het gebouw gevestigd. De MFA is gevestigd aan het Pastoor Jansenplein.

2.2 Bevoegd gezag: Stichting Veldvest Het bestuur van onze school ligt in handen van stich-ting Veldvest, het bevoegd gezag van 16 basisscholen, waarvan één speciale school voor basisonderwijs en één school voor speciaal onderwijs. De scholen bevinden zich in het gebied van Veldhoven, Vessem, Steensel, Knegsel en Wintelre. Zij hebben een katho-lieke, protestants-christelijke of algemeen-bijzondere grondslag. Meer informatie over stichting Veldvest kunt u vinden op www.veldvest.nl

2.3 Organisatie van ons onderwijs Op de teldatum van 1 oktober 2019 telt onze school 460 leerlingen. De school is verdeeld in een onder-bouwcluster, een middenbouwcluster en een boven-bouwcluster. Het denken en werken in clusters vormt het start-punt voor het inrichten en de organisatie van ons onderwijs, waarvoor leerkrachten een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen. Dit schooljaar is de verdeling als volgt:* Cluster onderbouw (groepen 1-2-3) 7 groepen* Cluster middenbouw (groepen 4-5-6) 6 groepen* Cluster bovenbouw (groepen 7-8) 4 groepenIn ieder van die clusters zijn gedurende drie dagen van de week ook onderwijsassistenten werkzaam.

Directie en aansturingsteamTrudy Hoogwegt directeur Annemieke van den Heuvel strategisch ondersteuner Elly van de Ven regisseur onderbouw Dorien Felten regisseur middenbouwKim Somers regisseur bovenbouwHilde Gillissen leermonitor onderbouw Annemarie van de Wouw leermonitor middenbouwEllen Ras leermonitor bovenbouw

Het teamHet team van de school bestaat naast de directie uit ruim 40 medewerkers, onder wie groepsleerkrach-ten, leermonitoren, regisseurs, onderwijsassistenten, een LIO-student, een vakleerkracht gymnastiek, administratieve ondersteuning, een conciërge en een eigen huishoudelijke dienst. In het praktische deel van deze gids vanaf pagina 45 treft u alle contactgegevens aan.

2.4 Organisatie Tussenschoolse opvang (TSO)Onze school hanteert een continurooster volgens het vijf gelijke dagen model. Van maandag tot en met vrijdag zijn de schooltijden dezelfde, van 8.30 – 14.15 uur.Dit betekent dat alle kinderen tussen de middag onder toezicht van teamleden op school overblijven en lunchen. Er zijn geen kosten verbonden aan de tussenschoolse opvang.

2.5 Organisatie Buitenschoolse opvang (BSO) en dagopvang

De aansluiting tussen onderwijs en kinderopvang behoort tot onze verantwoordelijkheid. Kinderop-vangorganisatie Korein Kinderplein heeft in ons gebouw een aantal ruimtes tot haar beschikking waar zij door middel van diverse activiteiten uw kind voor en na school kan opvangen. Ook dagopvang en het peuterprogramma worden aangeboden. Ouders die gebruik wensen te maken van het aanbod van Korein kunnen daarmee con-tact opnemen.

2.6 Brede School en dagarrangementen Een Brede School is een verbreding van het onderwijs met een breed aanbod van diensten en activiteiten in één concept. Een netwerk van dien-

4

sten en dienstverleners rondom kinderen van 0-16 jaar. Het primair onderwijs vormt altijd het hart van dit netwerk waaraan welzijn, jeugdwerk, zorg, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en culturele en sportieve activiteiten toegevoegd kunnen worden, al naar gelang de wensen van de diverse partners. Het schoolcurriculum geldt als startpunt voor de ontwikkeling van de activiteiten, waardoor bin-nen- en buitenschools leren met elkaar verbonden worden. Een dagarrangement is daarbij een sluitend pakket, bestaande uit onderwijs, opvang, zorg en vrije tijd voor schoolgaande kinderen, met diensten en activiteiten, zo veel mogelijk dicht bij huis en voor alle kinderen, waarbij de totale ontwikkeling van ieder afzonderlijk kind centraal staat. Maatwerk en variatie naast aansluitend en uitdagend aanbod.Voor meer informatie en het actuele aanbod, kijk op www.bredeschoolveldhoven.nl

2.7 Aanmelden van leerlingenIndien u op zoek bent naar een school voor uw kind, kunt u contact opnemen voor het maken van een afspraak voor een persoonlijk kennisma-kingsgesprek. Natuurlijk hoort een rondleiding door de school bij deze kennismaking, waarbij ook uw kind van harte welkom is. Tijdens het gesprek wordt bekeken op welke wijze onze school aan de onderwijsbehoeften van uw kind kan voldoen. Als u besluit om uw kind op Basisschool Op Dreef aan te melden, vinden wij het belangrijk om vooraf zo-veel mogelijk relevante informatie over uw kind te ontvangen, zodat we vanaf de eerste schooldag zo goed mogelijk onze aandacht en het onderwijsaan-bod op zijn of haar onderwijsbehoeften kunnen afstemmen.

Peuterkijkmiddag Op drie momenten in het schooljaar organiseren we een peuterkijkmiddag, waarbij nieuwe ouders en hun aanstaande vierjarige kleuters worden uitgenodigd en zich kunnen oriënteren op onze school en een passende schoolkeuze voor hun kind. De kinderen kunnen onder leiding van een leer-kracht in een kleutergroep spelen en kennismaken met onze manier van werken. De ouders krijgen uitleg over de uitgangspunten van beleid en wat we

willen bereiken met onze leerlingen. Uiteraard is er dan volop gelegenheid tot het stellen van vragen. De data van de peuterkijkmiddagen zijn terug te vinden op de kalender op onze website.

Inschrijving Inschrijving vindt plaats via het aanmeldingsfor-mulier. Als u dit volledig invult, ondertekent en op school inlevert, is uw kind aangemeld. U ontvangt hiervan via de administratie een bevestiging. Met betrekking tot aanstaande 4-jarige leerlingen geldt, dat wij een kind pas daadwerkelijk op school als leerling mogen inschrijven op zijn of haar vierde verjaardag.

Wij verwachten dat kinderen zindelijk zijn als zij bij ons op school komen. Een ongelukje kan natuurlijk altijd voorkomen. Het moeten verscho-nen van niet-zindelijke kinderen legt echter een onevenredig groot beslag op de tijd van de leer-kracht met de hele groep. In voorkomende gevallen zullen dan met ouders passende afspraken gemaakt worden.

Kennismaking en oefenmomentenVanaf de periode van 3 jaar en 10 maanden tot het bereiken van de leeftijd van 4 jaar, mag er ter voorbereiding gebruik worden gemaakt van oefen- of wendagen voor uw kind. De wetgeving voorziet in maximaal 5 hele of 10 halve dagen. Onze school kiest ervoor deze momenten te plannen maximaal twee weken voor de feitelijke start van het kind. Wanneer u bericht heeft gekregen over de plaat-sing van uw kind, neemt de leerkracht uiterlijk 4 weken voordat uw kind 4 jaar wordt, contact met u op voor een kennismaking en om afspraken te maken over de oefenmomenten. Voor kinderen die in de zomervakantie 4 jaar worden, is het niet mogelijk om gebruik te maken van de oefenmomenten. Het kennismaken met de leerkrachten gebeurt dan op twee momenten, voorafgaand aan het einde van het schooljaar: één moment na schooltijd in de maand juni en tijdens de zogenaamde ‘doorschuifmiddag’ in de laatste schoolweek. Deze kinderen mogen bij aanvang van het schooljaar volledig starten.

5

3.1 Wijs in onderwijsOnderwijs moet van persoonlijke betekenis zijn voor een kind. Jong zijn, kind zijn, staat voor toekomst, voor mogelijkheden en verwachtingen die nog ver-kend moeten worden. Wij willen onze leerlingen in dit mooie groeiproces begeleiden en stimuleren. Dat doen we steeds samen met de leerlingen en hun ouders. We hebben een gemeenschappelijk doel en vertrouwen in elkaar. Elk kind investeert in de eigen ontwikkeling en elke ouder wil daar een positieve bijdrage aan leveren. School en ouders vinden elkaar in dit proces vanuit ieders eigen betrokkenheid. Onderwijs kent ook een maatschappelijk doel. Het moet een bijdrage leveren aan de bereidheid van mensen om persoon-lijke talenten en kwaliteiten in te zetten ten behoeve van de maatschappij en het welzijn van anderen daarin. Op Dreef is een school die zoekt naar een zorgvuldige afstemming tussen deze persoonlijke en maatschappelijke doelen.

3.2 Onze kernwaarden: Samen, betrokkenheid, veiligheid en respect

Als school willen we laten zien waar we voor staan, wat we belangrijk vinden om kinderen mee te geven en hoe we ons verhouden tot de invloed van de maat-schappelijke ontwikkelingen die op ons af komen. Vanuit onze kernwaarden: ‘Samen, betrokkenheid, veiligheid en respect’, geven we met onderstaande uitspraken richting aan het werk binnen de school en de omgang met elkaar.

• Op Dreef is een school die een kind geborgenheid en uitdaging biedt, die kansen op ontwikkeling geeft, ruimte schept en grenzen stelt; een school waar een kind zich goed kan voelen en weet dat het gewaardeerd en gezien wordt;

• Op Dreef is een school waar samen leren, samen werken en samen spelen centraal staan en zo moge-lijk hand in hand gaan;

• Op Dreef is een school die een positieve bijdrage wil leveren aan het toekomstperspectief van kin-deren en die ouders ondersteunt bij de begeleiding van hun kind;

• Op Dreef ondersteunt en stimuleert kinderen bij het zelfstandig tot leren komen. Wij laten hen er-varen wat hun eigen leerstijl is en welke invloed zij zelf hebben op hoe ze leren;

• we dagen kinderen uit en prikkelen ze. Door kinderen in de gelegenheid te stellen zelf keuzes

te maken, zelf te plannen, geven we ze een actieve rol bij hun leerproces en wordt hun betrokkenheid vergroot;

• in het maatschappelijk leven is het kunnen samen-werken met anderen van groot belang. Mensen hebben elkaar nodig en kunnen veel van elkaar leren. Samenwerken, elkaar uitleg geven, elkaar aanvullen zijn belangrijke leerervaringen, opgeno-men in ons onderwijs-programma.

3.3 Optimale leerresultaten voor ieder kindWe motiveren de leerlingen met boeiend en eigen-tijds onderwijs om het beste uit zichzelf te halen. Dat vraagt om uitdaging, aandacht, oefening, con-centratie, bemoediging en het vieren van successen. Op basisschool Op Dreef is ruim aandacht voor taal- en rekenonderwijs en alle andere vakken; een stevige basis voor elk kind. Wij staan voor kwalitatief goed onderwijs. Op onze school heerst een opbrengstge-richte cultuur waarbij veel zorg en aandacht besteed wordt aan de leerprestaties van de leerlingen. De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van leerlingen, hebben oog voor talenten en stellen daarom ambitieuze doelen. Kinderen leren ook meer en beter als ze met plezier naar school gaan.

3.4 Pedagogische doeloriëntatieHet zijn niet uitsluitend de ouders die opvoeden. Zij blijven wel eindverantwoordelijk hiervoor en zij voeren de regie over de opvoeding van hun kind.Onze rol als school zien we hierbij als ondersteu-nend. We vinden het belangrijk dat er afstemming plaatsvindt tussen het pedagogische milieu thuis en op school. Wij willen dat kinderen zich veilig en ont-spannen voelen op onze school. We streven ernaar dat ze succeservaringen opdoen en zelfvertrouwen ontwikkelen. We vinden het belangrijk dat kinderen zich gewaardeerd en geaccepteerd voelen.Het team, de medezeggenschapsraad en de activi-teitencommissie van Op Dreef zetten zich in voor een geborgen schoolomgeving, waar het goed samen leven is en waar veel geleerd wordt. Wij benaderen de kinderen positief en zorgen voor duidelijkheid. We ondersteunen hen in hun omgang met elkaar en met volwassenen. Het opbouwen van een vertrouwensband staat hierbij centraal. Dit betekent dat alle volwassenen binnen Op Dreef met respect en waardering omgaan met de kinderen. We verlangen dit dan ook van de kinderen in hun omgang met elkaar.

6

3. de kracht van Op Dreef

We nodigen ze uit mee te denken, mee te beslis-sen en een eigen inbreng te leveren. Toenemende zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid is het doel.

De rol van de leerkracht als opvoeder komt vooral tot uitdrukking in de bemiddelende rol in leerpro-cessen. Zij zorgt ervoor dat het kind steeds meer verantwoordelijkheid voor het eigen leren durft te nemen. Ons onderwijs moet kinderen helpen straks hun eigen keuzes te maken. Keuzes waarvoor zijzelf de verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen, omdat zij toenemend zelfbewust zijn en ‘het eigen in de wereld staan’ beter leren te doorgronden.

3.5 Veilige en gezonde leefomgeving

Vignet Gezonde SchoolOnze school stimuleert en ondersteunt gezond gedrag en het bevorderen van een gezonde leef-omgeving door middel van een actief beleid, dat is gebaseerd op meerdere pijlers:- Het positief stimuleren van gezond eetgedrag:

We willen graag gedurende de hele schoolperiode

een blijvende dialoog laten ontstaan over wat gezond eten en drinken inhoudt. Het schoolbeleid hanteert hiervoor richtlijnen en tips. Op onze web-site vindt u uitgebreide informatie hierover;

- bewegingsonderwijs en het tegemoetkomen aan de bewegingslust van kinderen: Bewegen is leuk en gezond. De inzet van onze vakleerkracht past hierbij.

Twee keer per jaar wordt de week van het Gezond Gedrag georganiseerd, waarbij we extra nadruk leg-gen op gezond eten, drinken en voldoende bewe-ging. In de groepen wordt hier door het gebruik van Smaaklessen en Smartbreaks (beweegtussendoortjes) aandacht aan besteed. In schooljaar 2016-2017 heeft de school in het kader van het stimuleren van dit beleid het Vignet Gezonde School behaald op de domeinen ‘Eten en drinken’ en ‘Bewegen’.

Sociale veiligheidSociale veiligheid beschouwen we als basis voor de leerlingen om met plezier naar school te gaan en tot optimaal leren te komen. Daarvoor hanteren

7

8

en meer op de praktijk gerichte verkeerseducatie te bevorderen. Op deze manier blijft de verkeersveilig-heid op de agenda van de school. Naast de reguliere verkeerslessen vanuit de verkeersmethode ‘Klaar Over’, nemen we deel aan activiteiten zoals het praktisch verkeersexamen, het dodehoek-project van Veilig Verkeer Nederland en aangeboden activiteiten van de ANWB. De gemeente ondersteunt activiteiten op het gebied van verkeerseducatie en bevordert de verkeersvei-ligheid rondom scholen en op belangrijke school-thuisroutes. De gemeente blijft steeds in overleg met de scholen om knelpunten aan te pakken.

Een rookvrije schoolUit onderzoek blijkt dat de ongunstigste leeftijd om met roken te beginnen rond het vijftiende levensjaar ligt en dat ‘zien roken, doet roken’. Wij zijn ons ervan bewust dat we hier als school een voorbeeldfunctie in kunnen vervullen en pleiten daarom, naast het verzorgen van voorlichting hierover aan de leerlingen van de bovenbouw, voor een rookvrije school en schoolplein. Een rookvrije school draagt bij aan de toekomstige gezondheid van de leerlingen. Het ontmoedigt het vroegtijdig starten met roken en verkleint daarmee de kans om verslaafd te raken aan tabak.

we een ‘protocol sociale veiligheid’ waarin via een stappenplan eenduidige afspraken opgenomen staan voor het omgaan met conflicten en om pestgedrag tegen te gaan. Het accent daarbij ligt op het ‘positief omgaan met elkaar’. Het team is alert op de sociale en fysieke veiligheid op en rond het schoolplein met voldoende toezicht via surveillance tijdens de pauzes.

VerkeersveiligheidTen aanzien van de verkeersveiligheid rondom de school vindt met regelmaat afstemming plaats met de politie en de gemeente en worden ouders hierin geattendeerd inzake het veilig brengen en halen van hun kinderen. Hierbij hoort ook het stimuleren van lopen en fietsen van en naar school. Aangezien kinderen een kwetsbare groep in het verkeer vormen, vinden wij het belangrijk dat zij leren veilig aan het verkeer deel te nemen en zet onze school zich in om het Brabants Verkeersveiligheidsla-bel te behalen. Hier is de afgelopen twee schooljaren aanzet toe gegeven.Het Brabants VerkeersveiligheidsLabel (BVL) is het keurmerk behorende bij het project van de provincie Noord-Brabant voor verkeerseducatie gericht op jongeren tussen 4 en 12 jaar. Het biedt de basisscho-len en gemeenten de helpende hand om structureel

9

focus op deze invalshoek de centrale kijkwijzer van de onderwijsinspectie. We investeren op basisschool Op Dreef intensief in de doelen van het empirisme. De kwaliteit van dit opbrengstgerichte handelen dient geborgd te zijn en vormt de basis van waaruit ook de doelen van het constructivisme en het cul-tureel leren worden verkend en gerealiseerd. Deze doelen vormen samen het pedagogische domein.

De constructivistische leertheorie: Het leren leren Leren wordt beschouwd als een actief, constructief proces waarbij nieuwe informatie wordt verbonden met bestaande (voor)kennis. De nadruk ligt hierbij op het ‘leren leren’ van de leerlingen: informatiebronnen gebruiken, samen-hangende informatie leren verwerven en gebruiken, problemen op systematische wijze en inzichtelijke wijze leren oplossen. Dit is een continu ontwik-kelingsproces waardoor de betekenisgeving van de leerling constant in ontwikkeling is. De leerkrachten streven hierbij naar een rijke leeromgeving, waardoor leerlingen gestimuleerd worden tot zelfstandig en uiteindelijk tot zelfstu-rend leren. Door de bevordering van de onderzoekende hou-ding van de leerling neemt de kennis omtrent de eigen leerstrategie toe en ook de eigen voorkeuren en persoonskenmerken (zelfbeeld). Het gesprek met de leerling staat centraal. Cultureel leren: Waardenoriëntatie Hierin komen empirisme en constructivisme bij elkaar. We hechten aan gedragsregels in de klas en openbare ruimte, rusten leerlingen toe en dagen ze uit tot de keuze van een eigen waarden-oriëntatie. Het is daarom de taak aan het team om het eens te worden over fundamentele waarden en te kijken welke gedragsnormen daarbij passen. We zoeken daarbij telkens naar kansen in het onderwijs- en vormingsaanbod. Voor de oudere leerling is een gedragsgeoriënteerde praktijk van waardenoverdracht niet afdoende. Het regelmatig voeren van reflectiegesprekken is van belang, zodat de leerlingen zich bewust worden van hun keuzes en handelen. Uiteindelijk beseft de leer-ling dat hij bijdraagt aan de centrale waarden van de schoolgemeenschap en draagt hij toenemend actief medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van

Kinderen ontwikkelen zich het beste als ze zichzelf kunnen zijn en zich prettig voelen. Daarom is er naast kennisoverdracht ook aandacht voor de persoonsvorming en verwachten we van kinderen ook een bijdrage aan de groep, de sfeer en het leef-klimaat op school. In een veilige, prettige en uitdagende omgeving proberen wij in ieder kind het beste naar boven te halen in de hoop en overtuiging dat zij later met plezier zullen terugdenken aan een fijne tijd op de basisschool. Het leren is daarom niet alleen gericht op kennis en vaardigheden, maar ook op de sociaal-emotionele ontwikkeling, waarbij zelfsturing en zelfverantwoordelijkheid gestimuleerd en bevor-derd worden. 4.1 Onderbouwde onderwijsinhoud Onderwijs omvat naast kennis ook toerusting en vorming. We gaan daarbij uit van doelen en inhou-den die recht doen aan de drie leertheoretische benaderingen van stichting Veldvest. Deze leertheoretische stromingen hebben betrek-king op het optimaliseren van de leeropbrengsten, de realisatie van een adequate perceptie van de leerling van de eigen leefwereld en zichzelf en de morele ontwikkeling van de leerlingen. We spre-ken van het empirisme, het constructivisme en het cultureel leren. We streven ernaar dat de leerkrachten in de ideale situatie deze drie theorieën in een verantwoord evenwicht toe kunnen passen. Deze theoretische bagage van de leerkracht vormt het pakket van onderwijskundige en pedagogische doelen waarvan de leerling direct profiteert van-wege de rijke, gevarieerde en genuanceerde kijk op elke leerling.

De empiristische leertheorie: Kennisoverdracht Hier gaat het om ‘harde kennis’ met betrekking tot vakken als rekenen en taal, gericht op leeropbreng-sten. Deze directe instructie dient om de leerling in praktijksituaties te brengen waarin het geleerde wordt toegepast. Het methodisch aanbod is veelal daarop gebaseerd. Door de aandacht voor leerling-volgende methodieken is veel verloren gegaan van de kwaliteit en de effectiviteit van het zogenaamde opbrengstgericht werken. Daarom ook heeft de overheid opbrengstgericht werken centraal op de agenda gezet en vormt de

4. de inhoud van ons onderwijs

het pedagogisch klimaat. Via deze leertheorie wordt tevens de relatie met burgerschap, ethische vorming en identiteitsontwikkeling van de leerlingen gelegd. De laatste tijd gaan er landelijk weer geluiden op dat onderwijs meer is dan rekenen en taal en wordt er gepleit voor ‘Bildung’ en ’21 ste eeuwse vaardigheden’. We merken op dat er telkens een eenzijdige richting ‘in de mode’ komt. De scholen van Veldvest willen deze valkuil voorkomen door een evenwicht te zoe-ken in de aandacht voor alle drie de leertheorieën.

4.2 Kerndoelen en referentieniveaus Het leerstofaanbod op onze school omvat alle wettelijk voorgeschreven kerndoelen. In deze kerndoelen staat beschreven welke leerstof het basisonderwijs aan moet bieden aan leerlingen. Het basisonderwijs heeft dus een aanbodverplich-ting voor de kerndoelen. Binnen dit aanbod leggen we onze eigen accenten, die bepaald worden door de identiteit van onze schoolorganisatie. Dat kan bij de leergebieden betekenen dat het aanbod meer omvat dan de kern-doelen voorschrijven. Bij de vormingsgebieden zal dat vooral tot uitdrukking komen in de invulling, waarbij het onderwijskundig en pedagogisch kader van de school leidend is.De referentieniveaus zijn ontwikkeld om er voor te zorgen dat er in het Nederlandse onderwijs duide-lijk doelen op taal- en rekengebied zijn om naar toe te werken. Hiervoor geldt dus een opbrengstver-plichting.Voor het basisonderwijs gelden de referentieniveaus 1F, 2F ( fundamenteel niveau) en 1S (streefniveau). Het basisniveau 1F is het niveau dat een leerling aan het einde van de basisschool tenminste zou moeten beheersen. Daarnaast heeft de overheid de wens dat een groot deel van de leerlingen op de basisschool een hoger streefniveau haalt.

De verplichte Centrale Eindtoets is ingevoerd om de referentieniveaus voor taal en rekenen onafhan-kelijk en objectief te kunnen meten. Het invoeren van de referentieniveaus zien wij als een kans om beter na te denken over welke cogni-tieve vaardigheden we anders, beter en efficiënter kunnen aanbieden.

4.3 De vakgebieden De leerkrachten maken gebruik van verschillende methodes om de leerstof doelgericht en via een doorgaande lijn aan te bieden. De ontwikkeling van kinderen verloopt in de verschillende leeftijdsfasen op een andere manier. Daarom heeft ook iedere fase een karakteristiek onderwijsaanbod. Het onderwijs aan de leerlingen in groep 1-2 wordt aangeboden via diverse thema’s, passend bij de belevingswereld van de kinderen. Uitgangspunt zijn de leerlijnen voor deze doelgroep en bijbehorende didactische en pedagogische doelen.De leerkrachten gebruiken daarbij verschillende methodes, bronnen en materialen om een rijk aan-bod te creëren. Vanaf de groepen 3 spelen metho-des een grotere rol in het onderwijsaanbod. Goede methodes bieden een verantwoorde en doorgaande leerlijn waarmee aan alle kerndoelen wordt voldaan. Aangevuld met eigen inbreng van de leerkracht en een variëteit aan materialen, bieden we kinderen kwalitatief en uitdagend onderwijs. Voor ons onder-wijs maken we gebruik van de volgende methodes:

10

Groep 1-2:

Taal en rekenen: Schatkist/Kleuterwerk/Piramide (als bron)

Beginnende geletterdheid: Map Fonemisch Bewustzijn

Beginnende gecijferdheid: Map Gecijferd Bewustzijn

Fijne motoriek: o.a. Schrijfdans

Sociaal-emotionele ontwikkeling: Kwink

Groep 3-8:

Aanvankelijk technisch lezen: Lijn 3

Voortgezet technisch lezen: Lekker Lezen

Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip XL/Kidsweek/Alles-in-1

Nederlandse taal: Alles-in-1 en Alles Apart

Spelling: Alles Apart

Schrijven: Pennenstreken

Rekenen en wiskunde: Pluspunt

Engels: Alles-in-1

Verkeer: Klaar Over

Wereldorientatie: Alles-in-1

Gymnastiek: Basislessen bewegingsonderwijs

Clinics sportverenigingen

Seksuele vorming: Relaties en seksualiteit

Sociaal-emotionele ontwikkeling: Kwink

gerelateerd aan burgerschap, aan bod komen. De methode gaat uit van vijf leerlijnen:1. besef van jezelf;2. zelf-management;3. besef van de ander; 4. relaties met anderen;5. het maken van keuzes. De methode maakt gebruik van de zogenaamde ‘KWINK van de week’ die in alle groepen op het-zelfde moment onder de aandacht wordt gebracht.

MediatorenEen belangrijk onderdeel met betrekking tot bur-gerschap vormt ook de mediatie, bemiddeling bij conflicten. Alle leerlingen vanaf de middenbouw leren wat mediatie is. Daarnaast worden ook enkele leerlingen vanaf groep 6 opgeleid om de rol van leerlingmediator te vervullen. Zo wordt de school als ‘oefenplaats’ beschouwd waarin de kinderen zelf de verantwoordelijkheid voor het vreedzaam oplos-sen van conflicten in de klas of op het schoolplein op zich leren nemen.

LeerlingenraadIn schooljaar 2019-2020 richten we in het kader van burgerschap een leerlingenraad op. Deze heeft als doel om:- de betrokkenheid van de leerlingen te vergroten;- de verantwoordelijkheid voor schoolse zaken te

bevorderen;- aan te geven dat leerlingen een eigen stem hebben

binnen de school, zodat ze weten dat ze mee tel-len;

- de leerlingen kennis te laten maken met democra-tische beginselen;

- actief burgerschap te bevorderen.

4.5 Educatieve ICT-doelenICT-toepassingen zijn niet meer weg te denken uit het onderwijs. Ook draagt ICT bij aan het educa-tieve partnerschap tussen de ouders van leerlingen en de school, via een geïntensiveerde en interactieve communicatie waarin de volwaardigheid van alle betrokkenen tot zijn recht komt. Op Basisschool Op Dreef zijn alle groepen voorzien van een digibord en meerdere computers. Bij de methoden is educatieve software ontwikkeld die de leerkrachten ondersteunt bij het aantrekkelijk en uitdagend maken van de lessen.

Gymnastiek De bewegingslessen van groep 1-2 vinden plaats in de speelzaal van de school. De kleuters gymmen in hun ondergoed en op gymschoenen. De gymschoenen blijven op school, voorzien van de naam van het kind.Voor de groepen 3 tot en met 8 vinden alle gymnas-tieklessen plaats in de inpandige sportzaal in het schoolgebouw. Voor de gymlessen van deze groepen is een sporttenue verplicht, bestaande uit een gympak of broekje, T-shirt en gymschoenen zonder gekleurde zolen. Tijdens de gymlessen mogen de kinderen geen sieraden dragen. Verzocht wordt om deze thuis te laten. Drie dagen van de week worden de lessen verzorgd door een vakdocent gymnastiek. De organisatie van ons onderwijs is zo ingericht dat er gewerkt wordt overeenkomstig artikel 8 lid 1-11 uit de WPO. Bij de inrichting van ons onderwijs leggen we onze eigen accenten, die bepaald worden door de identiteit van onze schoolorganisatie.

4.4 Burgerschap en ethische vorming Alle scholen zijn bij wet verplicht om een bijdrage te leveren aan actief burgerschap en sociale integra-tie. Hoe deze bijdrage door scholen ingevuld wordt, is grotendeels aan de scholen zelf. De overheid geeft daar geen specifieke aanwijzingen voor. Het bevorderen van actief burgerschap in het on-derwijs heeft een aantal maatschappelijke doelen: - het opdoen van (positieve) ervaringen met het

dragen van verantwoordelijkheid; - initiatief, besluitvorming, tot nut zijn van een

gemeenschap; - het zich oriënteren op de eigen groep, school,

omgeving, maatschappij; - identiteitsvorming door het verkennen van eigen

mogelijkheden en talenten; - deelnemen aan een gemeenschap en het functio-

neren in intermenselijke verhoudingen buiten die van leraar-leerling.

De maatschappelijke verantwoordelijkheid die wij als school voelen, is tweeledig.

KwinkSinds schooljaar 2015-2016 werkt de school met de methode Kwink. Dit is een methode voor sociaal-emotioneel leren (SEL), waarbij ook thematieken,

11

12

Tevens zijn er trainingsprogramma’s voor de leer-lingen en kunnen de vorderingen van de leerlingen ermee worden gemonitord. Er zijn professionali-seringsbijeenkomsten om leerkrachten te onder-steunen bij het inzetten van nieuwe software ten behoeve van het opbrengstgericht werken.

Organisatorische kansen ICTICT is een cruciale bouwsteen, zowel uit onderwijs-kundig- als bedrijfsmatig oogpunt. Het maakt het onderwijs boeiend, inspirerend en aantrekkelijk voor elke leerling in diverse leersitua-ties. Het digibord is een middel dat ‘de wereld’ ook nog eens direct de klas in brengt. Daarnaast is ICT noodzakelijk om de organisatie van het onderwijs zodanig vorm te geven dat ze recht doet aan indivi-duele ontwikkeling en effectief en efficiënt omgaat met de beschikbare middelen en leertijd.

Het is belangrijk dat iedereen ICT en nieuwe media op zijn waarde kan inschatten en in staat is de beschikbare toepassingen op een verantwoorde manier te gebruiken. Het gaat om het vergaren van voldoende kennis, vaardigheden en de mentaliteit om bewust, kritisch en actief mee te doen in de wereld van vandaag en morgen. Het is aan de school om kinderen hierin wegwijs te maken en ze bij hun ontwikkeling te steunen. Het is zaak daartoe ons onderwijsaanbod, de orga-nisatie en vormgeving van het onderwijs, de ont-wikkelvraag van de leerling en de maatschappelijke behoefte (nog) meer op elkaar te laten aansluiten dan nu het geval is. We gaan hierbij uit van leerin-houden vanuit geldende leerlijnen en het uitgangs-punt van ‘leren vanuit eigenaarschap van de leerling’.

13

Alle gegevens worden vastgelegd in het adminis-tratief systeem ParnasSys, waarin toetsresultaten, sociaal-emotionele ontwikkeling en de leerlingen-administratie gekoppeld zijn opgenomen.

Leerlingrapporten en oudergesprekkenBij de aanvang van ieder schooljaar vindt er een informatieavond in alle groepen plaats om met de ouders kennis te maken. De leerkrachten informe-ren u over de leeftijdsfase waarin uw kind zich op dat moment bevindt en wat het programma van de groep inhoudt.Twee keer per jaar volgt een schriftelijke verslagleg-ging over de ontwikkeling van uw kind in de vorm van een leerlingrapport. Na het uitreiken van het eerste rapport vinden gesprekken plaats met de ou-ders. Vanaf groep 5 sluiten ook de leerlingen zelf bij deze gesprekken aan. Zij worden, passend bij hun leeftijdsfase, medeverantwoordelijk (gemaakt) voor hun leerproces.

De leerlingen krijgen het rapport enkele dagen van tevoren mee naar huis, zodat u tijd heeft om eventuele vragen en opmerkingen voor te bereiden. In februari/maart zijn er tussentijdse gesprekken met de ouders, waarin naast de ontwikkeling van het kind ook de recente (landelijke) toetsuitslagen van het leerlingvolgysteem worden meegenomen. Op initiatief van de leerkracht of de ouders kan ook over het tweede rapport aan het einde van het schooljaar een gesprek gepland worden.

5.2 De ‘1-Onderwijsroute’ Het onderwijskundig handelen van de leerkracht is gebaseerd op het model van de ‘1-Onderwijsroute’ en de structuur van het effec-tieve directe instructiemodel. Hiermee wordt de ontwikkeling van alle kinderen zo goed mogelijk gevolgd en wordt het onderwijs-aanbod afgestemd op passende onderwijsbehoeften.

GroepsplanDe leerkracht maakt op basis van observaties en toetsuitslagen een groepsoverzicht en een groeps-plan. Dit plan beschrijft de doelen en organisatie van het onderwijs aan de kinderen in de groep, die gegroepeerd worden op basis van instructie- en ondersteuningsbehoeften. Hierdoor houdt de

De organisatie van ons onderwijs is zo ingericht dat er gewerkt wordt overeenkomstig artikel 8 lid 1-11 uit de WPO. Bij de inrichting van ons onderwijs leggen we onze eigen accenten, die bepaald worden door de identiteit van onze schoolorganisatie.

5.1 Hoe volgen wij alle leerlingen?Het bieden van goed en passend onderwijs aan alle leerlingen staat centraal in onze school. Als de leerlingen zich prettig en gesteund voelen, is dit een stimulans voor hun leerprestaties. Wij stellen ons ten doel de onderwijs- en ondersteuningsstructuur op schoolniveau, inclusief het leerlingvolgsysteem en het werken met groepsplannen, telkens bij te stellen en te verbeteren. Dit leidt tot een passende differentiatie en afstem-ming binnen de groep.We streven ernaar het schoolbeleid, de doelen en onderwijsinhoud systematisch af te stemmen op de analyse van leerresultaten. Het pedagogisch-didactische proces wordt ver-sterkt om leerachterstanden te voorkomen of betere prestaties tijdig op het spoor te komen en passend aanbod te verzorgen.

LeerlingvolgsysteemOnze school volgt systematisch de didactische en sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Voor de didactische ontwikkeling van de leerlingen maken we gebruik van methode-onafhankelijke, gestandaardiseerde toetsen van het Cito leerling-volgsysteem (LOVS) en die van Aarnoutse. Daar-naast worden deze toetsgegevens gebruikt om ons onderwijs te evalueren en bij te stellen. Stichting Veldvest hanteert een centrale toetskalen-der, waarin de toetsmomenten op het gebied van technisch en begrijpend lezen, rekenen, woorden-schat en spelling vastgelegd zijn voor alle groepen. Daarnaast worden er toetsen afgenomen die bij de gehanteerde methodes in de klas horen. Om een beeld te krijgen van de sociale verhoudin-gen in de groep en de sociaal-emotionele ontwikke-ling van de leerling hanteren wij een sociaal-emoti-oneel leerlingvolgsysteem van ParnaSsys: Zien. De Cito-entreetoets voor groep 7 en de Centrale Eindtoets voor groep 8 worden afgenomen ten behoeve van het schoolkeuzeproces en advisering naar het Voortgezet Onderwijs.

5. zorg voor leerlingen

14

leerkracht goed overzicht op de ontwikkeling van de leerlingen en de groep als geheel en is een goede organisatie van het onderwijs mogelijk. Het plan wordt twee keer per jaar gemaakt en wordt zowel tussentijds als aan het einde van deze periode ge-evalueerd en bijgesteld. Voor alle leerlingen geldt dat de begeleiding in hoofdzaak in de eigen groep georganiseerd wordt en wordt dit gezien als primaire taak van de groeps-leerkracht. Op geplande momenten vinden er groepsbesprekingen plaats, waarin de leerkrachten samen met de leermonitor en regisseur de vorde-ringen van de groep en de afzonderlijke leerlingen bespreken.

LeerlingbesprekingSoms kan er vanuit de groepsbespreking behoefte ontstaan om een leerling diepgaander te bespreken in een leerlingbespreking. De onderwijsbehoeften worden dan samen met de leerkracht, leermonitor en regisseur verder verhelderd en er wordt geke-ken op welke wijze de leerkracht hieraan zo goed mogelijk tegemoet kan komen binnen de basis-ondersteuning in de groep. Ouders worden altijd geïnformeerd over deze leerlingbespreking.Indien er een duidelijke ondersteuningsvraag blijft bestaan of de ondersteuningsbehoeften van de leer-ling blijven onduidelijk, dan is er gelegenheid om de leerling te bespreken in een consultatie met de orthopedagoog, verbonden aan onze Stichting, of een multidisciplinair overleg (MDO), waarbij ook externe deskundigen aansluiten. Hiervoor moeten de ouders altijd toestemming verlenen en tevens zijn zij altijd bij dit gesprek aanwezig. In het MDO wordt met externe deskundigheid opnieuw gekeken naar de ondersteuningsbehoeften van de leerling en wordt een advies gegeven over hoe de begeleiding kan worden gegeven en wat daarvoor nog nodig is. Indien de ondersteunings-behoefte van de leerling de basisondersteuning van de school ontstijgt, kan plaatsing op het speciaal (basis)onderwijs een volgend passend perspectief zijn. In hoofdstuk 5.6 kunt u hierover meer lezen.

Ontwikkelingsperspectief (OPP) In het kader van Passend Onderwijs stellen we voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, op sociaal-emotioneel niveau vanaf groep 1, een

ontwikkelingsplan op. De regisseur, leermonitor en mogelijk ook de orthopedagoog zijn hierbij betrok-ken. Vanaf groep 6 kan er sprake zijn van een ont-wikkelingsperspectief (OPP), met name wanneer er aanpassingen zijn in het onderwijsaanbod en/of bijstellen van doelstellingen. Een OPP moet niet alleen zinvol zijn, het moet ook hanteerbaar zijn voor leerkrachten. Het OPP moet daarom meer worden ingebed in de onderwijs- en ondersteuningsstructuur van de school. Zo vormt het OPP dus een essentieel onderdeel van het kwa-liteitsbeleid van de school. Het uitwerken van leerlijnen (basis voor leerroutes) in de vorm van een ordening van inhoudelijke tus-sendoelen per leerjaar, leidend naar een einddoel, is daarom een vanzelfsprekende vervolgstap. Vanuit het in beeld brengen van ‘ontwikkelpoten-tie’ (perspectief) van de leerling maakt de school verantwoorde keuzes in doelen en leerstofaanbod op basis van de beoogde uitstroomniveaus van leerlingen. Dit OPP wordt jaarlijks met ouders en de externe deskundige geëvalueerd. Daarnaast dient de ondersteuning met betrekking tot rollen en verantwoordelijkheden aangescherpt te worden (regisseurs en leermonitoren), waarbij de basisondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften van tijdelijke aard moet zijn.

Meerbegaafde – en excellente leerlingen Op Basisschool Op Dreef vinden wij het van belang dat de leerkracht (hoog)begaafde leerlingen vol-doende uitdaging en de juiste ondersteuning biedt. Wij bieden hen leerstof uit de bestaande methoden versneld en kernachtig aan (compacten). Daarnaast werken kinderen met de verrijkende methodes Talentenlijn in gr. 1-2 en Levelwerk in gr. 3 t/m 8.De school heeft beleid ontwikkeld inzake vaar-digheden van leerkrachten en het onderwijsaan-bod: compacten, versnellen, verrijken, verdiepen/ uitstroomperspectief/ materiaal en voorzieningen. Met betrekking tot de langere termijn gaat het om duurzame implementatie van eenduidig gedach-tengoed en passend repertoire bij leerkrachten waardoor cognitieve ontwikkeling en leerlingwel-zijn in een voor de leerling uitdagend (academisch) perspectief. Het signaleren van deze leerlingen is niet eenvoudig omdat (hoog)begaafdheid niet altijd blijkt uit schoolprestaties. Om leerlingen goed in

15

beeld te brengen en daarna zoveel mogelijk passen-de begeleiding te kunnen bieden, maken we gebruik van het ‘Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafd-heid’. In groep 1, 3 en 5 vindt bij alle leerlingen een screening plaats op meer- en hoogbegaafdheid met behulp van de zogenaamde ‘Quickscan’. Ook ouders kunnen bij een vermoeden van meer- of hoogbegaafdheid verzoeken hun kind te screenen. Leerlingen met een bovengemiddelde intelligentie krijgen bij Veldvest extra uitdaging. Sinds 2010 loopt het project ‘excellente leerlin-gen’ om er voor te zorgen dat deze kinderen op alle Veldvestscholen een structureel en passend onderwijsaanbod krijgen. Binnen de Stichting zijn twee experts werkzaam. Zij begeleiden de scholen hierbij en ondersteunen de leerlingen die daarvoor in aanmerking komen tijdens speciale wekelijkse ontmoetingsmomenten. Vanaf schooljaar 2018-2019 is het beschikken over een recent intelligentie-onderzoek voorwaarde om in aanmerking te komen voor deze voorziening.Het project is ondergebracht in Basisschool De Heiacker, Weldsehei 2, 5508 WR te Veldhoven en staat open voor alle scholen binnen Veldvest. Voor meer informatie: www.projectexcellenteleerlingen.blogspot.nl

5.3 Begeleiding naar het Voortgezet Onderwijs Al in groep 7 wordt een start gemaakt met het schoolkeuzeproces in de voorbereiding op een passend advies voor het voortgezet onderwijs. We

verzorgen hiervoor op diverse wijzen informatie en voorlichting aan de ouders en leerlingen van groep 7 en 8. Met de invoering van de verplichte eindtoets pri-mair onderwijs (PO) is het schooladvies vanaf 2015 leidend geworden bij de plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Basisscholen geven voor 1 maart een schriftelijk schooladvies aan de leerling. De Centrale Eindtoets is een onafhankelijk en ob-jectief tweede gegeven naast het schooladvies. Vanaf 2015 mogen scholen voor voortgezet on-derwijs de toelating van leerlingen niet meer laten afhangen van het resultaat van de eindtoets. Onze school geeft een advies gebaseerd op: - prestaties, aanleg en ontwikkeling vanuit het Cito

leerlingvolgsysteem tijdens de hele basisschoolpe-riode;

- verslagen en observaties van de schoolloopbaan van de leerling;

- aanvullende toetsen en/of onderzoeken; - persoonskenmerken zoals motivatie, werkhou-

ding, zelfstandigheid e.d.

Na aanmelding door de ouders bij een school voor voortgezet onderwijs, wordt het onderwijskundig rapport met het schooladvies doorgegeven aan de toelatingscommissie van de ontvangende school. Wij onderhouden regelmatig contact met het voort-gezet onderwijs, zowel voorafgaand aan plaatsing, alsook door middel van terugkoppeling van de resultaten van de leerlingen.

16

5.4 Passend OnderwijsSinds 1 augustus 2014 is de wet op het Passend Onderwijs van kracht. Het idee achter Passend Onderwijs is dat scholen zo goed mogelijk kunnen afstemmen op de verschillen tussen kinderen, ook als een kind specifieke ondersteuning nodig heeft. Ieder schoolbestuur heeft sinds 1 augustus 2014 een ‘zorgplicht’. Zij is wettelijk verplicht om passende ondersteuning te verzorgen voor een kind dat bij een school wordt aangemeld. Elke school stelt bin-nen Passend Onderwijs een ondersteuningsprofiel op, waarin de school beschrijft welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze ondersteuning is georga-niseerd. Het maakt duidelijk wat men van de school kan verwachten. Het ondersteuningsprofiel van onze school is te bekijken op www.scholenopdekaart.nl

Het schoolondersteuningsprofiel heeft ook een functie bij het realiseren van een dekkend aanbod van onderwijs en ondersteuning in de regio. Dit laatste is een verantwoordelijkheid van het samen-werkingsverband. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband moet de relatie worden gelegd met de schoolondersteuningsprofielen van de scholen in de bijbehorende regio. De scholen van Veldvest zijn aangesloten bij Samen-werkingsverband De Kempen.

Passend Onderwijs De KempenSterrenlaan 55503 BG VeldhovenTel: 040-7878853E-mail: info@podekempen.nl Internet: www.podekempen.nl

Na aanmelding zal de school eerst zorgvuldig on-derzoeken wat uw kind nodig heeft en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren. Bij dit on-derzoek kan de school de Commissie van Intake en Toelaatbaarheid (CvIT) van Veldvest betrekken. In deze commissie hebben onder andere de directeur en de orthopedagoog van het speciaal basisonder-wijs zitting. Zij zijn goed op de hoogte van de on-derwijskundige mogelijkheden op de basisscholen, de speciale school voor basisonderwijs en andere opvangmogelijkheden.

Op het moment dat het onderzoek is afgerond, wordt er een besluit genomen met betrekking tot de meest passende onderwijssetting en zal dit in een gesprek worden toegelicht.

Op het moment dat een kind gedurende de school-loopbaan extra ondersteuning nodig heeft, wordt dit -in samenspraak met de ouders- vastgelegd in het groeidocument. Bij elke stap in de 1 Onderwijsroute is er afstem-ming met de ouders. De afspraken worden struc-tureel aangevuld in het groeidocument, zodat de onderwijsbehoefte van de leerling en de ingezette acties bijgehouden worden. Het groeidocument vormt de basis voor een eventueel ondersteunings-arrangement of verwijzing naar speciaal basison-derwijs of speciaal onderwijs.

Wilt u meer weten over Passend Onderwijs, dan kunt ook de site www.passendonderwijs.nl of www.steunpuntpassendonderwijs.nl bezoeken. Verder kunt u uiteraard ook in contact treden met de directie van de school. Voor eventuele klachten met betrekking tot Passend Onderwijs kunnen ouders zich wenden tot de landelijke klachtencommissie, waarvan u het adres achter in deze schoolgids aantreft.

Centrum voor Jeugd en Gezin, loket naar alle jeugdhulp Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoorde-lijk voor alle hulp aan jeugdigen en hun ouders. In de gemeente Veldhoven is ervoor gekozen om te werken met één ‘loket’ voor alle vragen over opvoeden en opgroeien, het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Binnen het CJG werken o.a. school-maatschappelijk werk, jeugdmaatschappelijk werk, jongerenwerk, jeugdverpleegkundigen en jeugdart-sen samen.Medewerkers geven u advies of zorgen dat er indien gewenst een afspraak met u wordt gemaakt. Waar nodig zoeken zij met u zo snel mogelijk de juiste ondersteuning.

OndersteuningsteamAan onze school zijn ook medewerkers van het Centrum voor Jeugd en Gezin gekoppeld. Bij een multidisciplinair overleg (MDO) van het

17

ondersteuningsteam over een leerling wordt de deskundigheid van de school aangevuld met die van het schoolmaatschappelijk werk Lumens en de jeugdgezondheidszorg van GGD Brabant Zuidoost.Dat geeft een bredere kijk op vragen die er zijn. Ook weet het ondersteuningsteam de weg naar diverse mogelijkheden buiten de school.In elk geval komt het ondersteuningsteam met advies of een hulpaanbod voor ouders en/of leer-kracht. Uitgangspunt voor bespreking in het onder-steuningsteam is uiteraard dat dit steeds gebeurt in samenspraak met de ouders van een leerling.

5.5 Beleid ten aanzien van doublerenAan het einde van elk schooljaar gaan in de re-gel de leerlingen door naar het volgende leerjaar. Ondanks alle zorg voor het individuele kind is voor een enkele leerling doubleren een betere optie. Deze beslissing is het resultaat van zorgvuldig overleg gedurende het schooljaar tussen leerkracht, ouders, leermonitor, regisseur en directeur. In de meeste gevallen komen ouders en leerkracht tot een weloverwogen besluit. Indien dit onverhoopt niet het geval is, is de beslis-sing of het advies van de school bindend.Deze procedure geldt tevens voor kinderen die nog een jaar langer in groep 1-2 blijven. Binnen Veldvest bestaat de afspraak dat kinderen die op de ene school zouden doubleren, op een andere school niet alsnog kunnen doorstromen.

5.6 Vervroegd doorstromenWanneer er sprake is van vervroegd doorstromen naar een volgende groep wordt het protocol ‘Ver-vroegde doorstroming’ gevolgd, waarbij gekeken wordt naar de manier van doorstromen, voorwaar-den voor vervroegd doorstromen, risicofactoren, de voorbereiding en nazorg in een dergelijk traject. Dit protocol wordt in voorkomende gevallen op alle scholen van Veldvest op dezelfde manier gehanteerd.

5.7 Remediale hulp en specifieke hulp Soms is het nodig dat een kind remediale hulp krijgt. Binnen onze school bedoelen wij hiermee dat een kind een kortdurend intensief traject volgt, met als doel de leerling bij de groep te houden/krijgen. Mocht dit nodig zijn, dan organiseert de school dit traject en informeert ze de ouders van het betrokken kind. Het kan echter ook voorkomen dat ouders externe hulp (zoals remedial teaching) buiten de school zoeken en deze zelf willen en kun-nen bekostigen. De school heeft echter een onder-wijsplicht en zowel de wet op het primair onderwijs als de leerplichtwet bieden geen mogelijkheden tot het geven van verlof aan leerlingen ten behoeve van deze externe remediale hulp tijdens schooltijd. Voor specifieke zaken, die niet tot het takenpakket en handelingsrepertoire van de leerkracht behoren, zoals logopedie, fysiotherapie, etc. mag wel verlof verleend worden indien dit noodzakelijk is voor het kind en niet buiten schooltijd gepland kan worden.

18

Leidinggeven op verschillende niveaus achten we dus cruciaal voor het slagen van onze ambities en het behoud van ons kwaliteitsbeleid. Dit wordt dan ook opgevat als een kenmerk van onze organisatie.

Onderwijskundig leiderDe aansturing van de Basisschool Op Dreef ligt in handen van de onderwijskundig leider (de di-recteur) die de eindverantwoordelijkheid draagt, samen met een collega-directeur die ondersteunend is ten behoeve van de strategische agenda terzake de schoolontwikkeling. De aansturing is gericht op de domeinen integraal personeelsbeleid, strategisch en onderwijskundig beleid, kwaliteitszorg en bedrijfsvoering.De beide aanstuurders worden daarin ondersteund door drie regisseurs en drie leermonitoren.

Regisseur en leermonitor De leermonitor richt zich in hoofdzaak op de on-derwijskundige praktijk. De regisseur richt zich op verbinding tussen de onderwijskundige en pedagogische doelen. Zij heb-ben beiden een rol in de coördinatie van de onder-wijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerlingen, de coaching en ondersteuning van de leerkrachten en de communicatie intern en extern. Collega’s met een dergelijke rol hebben een professionele taak waarbij motieven en doelen voor allen inzichtelijk zijn. De verantwoordelijkheid van de collega’s in deze rollen is onmisbaar bij de aansturing van het schoolbrede proces. De profielen zijn beschreven in het professionaliseringsplan van de Stichting en de school.

6.3 De leerkrachtenDe leerkracht is verantwoordelijk voor het stimu-leren en begeleiden van alle leerlingen in de groep op didactisch en sociaal gebied. De taak van de leer-kracht is om zo goed mogelijk aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen tegemoet te komen.Daarnaast zijn de leerkrachten op onze school zich er van bewust dat zij een voorbeeldfunctie hebben naar opgroeiende kinderen. De leerkrachten denken met elkaar kritisch na over de wijze waarop zij omgaan met de geformuleerde uitgangspunten ten aanzien van onderwijs en opvoeding. Dit doen zij vanuit een open, nieuwsgierig onderzoekende hou-ding naar het kind toe. Op deze wijze optimaliseren

6.1 De schoolcultuur De schoolcultuur van Basisschool Op Dreef kenmerkt zich in de samenhang en wisselwerking tussen rollen, relaties, waarden en structuren. Iedere medewerker probeert een goede invulling te geven aan de eigen rol om zo een bijdrage te leveren aan de school als geheel. Professionele groei veronderstelt een toenemende vertrouwdheid met de waarden van de organisatie en stimuleert tot het aangaan van strategische relaties met collega’s om de praktijk aan te scherpen. De onderstaande definities van professionaliteit, zelfsturend leren en transformatief leiderschap gelden daarbij als onze leidende principes.

Professionaliteit veronderstelt de bereidheid en het vermogen om te denken en te handelen in het kader van het geheel. Optrekken in gezamenlijkheid is een aantrekkelijk perspectief. Leerkrachten worden hierbij uitgenodigd om mee te denken, verantwoor-delijkheid te nemen voor de school als geheel.

Zelfsturend leren geeft antwoord op wezenlijke vragen van de organisatie, de leidinggevenden en de medewerkers vanuit een visie op leren, die aansluit bij de diepere drijfveren en motieven van de men-sen uit de organisatie. Het is een vorm van leren, waarbij ontwikkelingsvragen en werkervaringen direct gerelateerd worden aan theoretische inzich-ten en praktijkvoorbeelden. Bij het leren op het individuele niveau gaat het om het actief aangeven van persoonlijke leerprocessen in werksituaties én om het veranderen van persoonlijke omstandighe-den die het concrete handelen belemmeren. Het is uitdagend en opbouwend, omdat het direct aansluit bij wat mensen werkelijk bezielt en be-weegt. De aanpak is gericht op gemeenschappelijke ervaringen, inzichten, visies, waarden en normen als leidraad voor gezamenlijke ontwikkeling.

6.2 Aansturing, rollen en verantwoordelijkhedenIn de aansturing richten we ons op het principe van transformatief leiderschap. Dit is een stijl van leidinggeven waarbij mensen worden uitgedaagd tot veranderen en tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het bevorderen van deze leiderschapspraktijk in scholen, waarbij bovendien het leiderschap gespreid of verdeeld wordt over meerdere leden van de school, is van groot belang voor het verbeteren van scholen.

6. personeel

19

we het gesprek tussen leerkracht en leerling. Het spreekt voor zich dat nauw contact met de ouders van ieder kind hierbij essentieel is.

Inhoudelijk overleg en studiemomentenHet inhoudelijk overleg in de diverse clusters en de schoolbrede studiedagen vervullen een belangrijke rol binnen de kwaliteitszorg. Hierin worden fasen uit het proces van kwaliteitszorg uitgevoerd, geza-menlijke speerpunten van beleid besproken en worden bijbehorende doelen en activiteiten vastgesteld. Tegelijkertijd wordt bepaald welke competenties hiervoor vereist zijn en wat dat betekent voor de persoonlijke ontwikkeling van de leerkrachten. Om de voortgang van de ontwikke-ling te volgen en te borgen zorgen we ervoor dat er regelmatig gerapporteerd wordt over de voortgang en het effect van de verbeteractiviteiten.Thematieken, gerelateerd aan onze speerpunten van beleid, komen op studiemomenten met het hele team aan de orde.

6.4 ProfessionaliseringWe besteden veel aandacht aan de ontwikkeling en competenties van de leerkrachten. Teamleden op onze school houden hun professionaliteit op peil, verwerven steeds nieuwe kennis en inzichten en ontwikkelen voortdurend nieuwe vaardigheden waardoor het mogelijk wordt vernieuwend en ver-beterd onderwijs te geven. De organisatie en inhoud van de professionalisering staat beschreven in het ‘Ondersteuningsplan 2019-2020’. Daarin staat tevens de externe ondersteuning vermeld. Deze is gericht op de speerpunten van beleid, zoals beschreven in het jaarplan 2019-2020 (zie hoofdstuk 8, paragraaf 8.3).

6.5 Professioneel statuutMet het professioneel statuut wordt kenbaar gemaakt op welke wijze de professionele ruimte van medewerkers is verankerd binnen de school-organisatie. Het professioneel statuut biedt zicht op de wijze waarop zeggenschap en autonomie in de school wordt vormgegeven. Het heeft dan ook als doel de professionele ruimte van medewerkers te waarborgen. Daarnaast dient het als stimulans voor de professionele dialoog tussen schoolleiding en medewerkers. Op die manier wordt de betrok-kenheid van medewerkers bij het (onderwijskundig) beleid van de school gestimuleerd en komen we ge-zamenlijk tot goed onderwijs voor onze leerlingen.

Het professioneel statuut is daarmee de vanzelfspre-kende formalisering van het gevoerde beleid van de scholen van Veldvest.Voor een betekenisvol professioneel statuut is het belangrijk dat leraren, schoolleiders en bestuur het statuut gezamenlijk in het juiste perspectief kunnen zien. Dit komt uiteindelijk de kwaliteit van het on-derwijs ten goede. Het is dus van belang daarbij de professionele ruimte te duiden in hoe deze optimaal kan worden gecreëerd, benut en verantwoord. Het professioneel statuut van Basisschool Op Dreef ligt op school voor belangstellenden ter inzage.

6.6 Integraal Personeelsbeleid (IPB)Onze school voert een integraal personeelsbeleid waarbij de volgende doelen centraal staan: - Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en een

duidelijke rechtspositionele basis die zekerheid biedt en perspectieven geeft;

- het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt;

- het sturen op een effectieve en kwalitatieve inzet van mensen ten behoeve van het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs;

- het permanente appel op professionaliteit gericht om vanuit zelfsturing een structurele bijdrage aan het geheel van de school en de Stichting te leveren.

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Elke medewerker beschikt over een actueel per-soonlijk ontwikkelingsplan (POP). Dit plan beschrijft de doelen die de medewerker nastreeft in het kader van zijn persoonlijke ontwik-keling, ten behoeve van professionalisering, onder-steuning en begeleiding. De persoonlijke en ontwikkeldoelen staan in relatie tot de doelen van de school. Deze worden jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. In de individuele leerprocessen van de leerkrachten komen principes, opvattingen, levensbeschouwing en inzichten aan de orde. De directie is verantwoor-delijk voor aansporing en ondersteuning hierin.

Ontwikkelings- en beoordelingsgesprekkenDe directie voert minimaal één keer per jaar een ontwikkelingsgesprek met iedere leerkracht op grond van criteria die verankerd zijn in het strate-gische proces en die passen bij de uitgangspunten

20

Wij doen echter ons uiterste best om wel degelijk binnen de mogelijkheden voor vervanging te zor-gen. Stichting Veldvest zet haar hele vervangings-budget in om in voorkomende gevallen maatregelen te kunnen nemen. Ze maakt daarbij gebruik van vaste personeelsleden die in de vervangingspool werken, ze rekruteert een aantal nieuwe kandida-ten die een tijdelijk contract krijgen van een jaar (min –max contract). Daarnaast maakt ze gebruik van de gezamenlijke vervangerspool van Veldvest en SKOzoK en verzoekt de stichting personeelsle-den met een vast contract die parttime werken in te springen om een vervanging op zich te nemen. Kortdurende vervangingen dienen door de school zelf opgevangen te worden. Veldvest heeft hiervoor in de regel geen vervangers beschikbaar. Voor lang-durige vervangingen wordt via het P-centrum een vervanger aangesteld.

van het beleid van de school. Voor alle medewer-kers zijn deze uitgangspunten bekend en regelmatig onderwerp in gezamenlijke studiemomenten en tijdens individuele ontwikkelings- en beoordelings-gesprekken. In het ontwikkelings- en beoordelings-gesprek staat de persoonlijke ontwikkeling van de leerkracht centraal in relatie tot de schoolontwik-keling. Een beoordelingsgesprek vindt minimaal eens per drie jaar plaats.

Taakbeleid en werktijdenregistratieMet betrekking tot het appel op leerkrachten om te kunnen en willen bijdragen aan de school als geheel, wordt onderscheid gemaakt tussen organisatorische taken (bijv. sportdag) en strategische taken (voor-bereiden of uitlokken van nieuw beleid). We gaan er van uit dat de eigen professionele ambitie van de leerkrachten hierin altijd gestimuleerd kan worden. De verantwoordelijkheid van de leerkrachten om een optimaal evenwicht te zoeken tussen motivatie en inspanning veronderstelt een goede bewaking van de eigen werktijden. Hierover wordt met regelmaat schriftelijk gerappor-teerd aan de directie. Daar waar leerkrachten de neiging ontwikkelen om risico’s te nemen die bedreigend kunnen zijn voor het evenwicht tussen werklast en werkkracht kiest de directie voor onmiddellijke en preventieve actie.

6.7 Ziekte of verlof en vervanging van het perso-neel Het personeel heeft verlof tijdens de schoolvakan-ties. In bepaalde gevallen kan het personeel aan-spraak maken op extra verlof onder schooltijd. Als in geval van ziekte een leerkracht niet kan komen werken, wordt uiteraard altijd afgestemd met de directie. Voorheen werd in geval van ziekte van een leer-kracht meestal een vervanger van buitenaf geregeld, door het zogenaamde P centrum. Op 01 juli 2016 is de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) voor het bijzonder onderwijs ingegaan. Door de nieuwe Wet Werk en Zekerheid is een aan-tal regels rondom flexibele arbeid, WW en ontslag ingrijpend veranderd. Een onbedoeld effect van deze wetgeving is dat besturen omzichtig omgaan met het aangaan van verplichtingen, met name bij vervangingen.

21

Verder maakt stichting Veldvest gebruik van de inzet van pedagogisch medewerkers van kindpart-ners Korein en Nummereen. Zij worden in voorko-mende gevallen toegevoegd aan het onderwijsteam van de school. Op Basisschool Op Dreef is een vervangingspro-tocol van kracht, waarin de procedure rondom vervanging beschreven staat evenals het -bij gebrek aan vervangende leerkrachten- inschakelen van een pedagogisch medewerker van Korein. Waar mogelijk wordt hierbij ook gebruik gemaakt van schooloverstijgende verbindingen, waarbij tijde-lijke uitleen van personeel het geval kan zijn.Al deze maatregelen zorgen ervoor dat we garant kunnen staan voor een verantwoorde vervangings-praktijk waarbij het naar huis sturen van kinderen geen optie vormt.

6.8 Opleiden in de school Met ingang van schooljaar 2016-2017 heeft het bestuur van Veldvest met Hogeschool Fontys Pabo Eindhoven een convenant afgesloten, waarin is vast-gelegd op welke wijze vanuit visie op onderwijs de samenwerking tussen basisscholen en opleidings-instituut zo optimaal mogelijk vorm en inhoud kan krijgen. Hierin zijn rollen en verantwoordelijkheden van betrokkenen vastgelegd.Onze school neemt deel aan dit traject en conform dit studentenbeleid vindt studentenwerving plaats en worden studenten begeleid. Vanuit de Veldvest-beleidsgroep IPB is een beleidsnotitie ‘Opleiden in de school’ geschreven (sept. 2018) die hierbij het kader vormt.

6.9 Arbeidsomstandigheden en veiligheidsbeleid In het kader van de uitvoering van de Arbowet en onze zorg voor optimale arbeidsomstandigheden en veiligheidsaspecten, zijn er regelmatig contac-ten met diverse instanties (onder andere GGD en brandweer) inzake klimaatbeheersing, veilig-heid, gezondheid en welzijn. Zij geven adviezen en voeren controles uit. Als extra check heeft stichting Veldvest een extern bedrijf ingeschakeld dat één keer per vier jaar de fysieke veiligheid op de scholen controleert. Alle scholen van Veldvest hebben in december 2010 een veiligheidsconvenant ondertekend. Het convenant is het resultaat van een steeds

verdergaande samenwerking tussen gemeente, po-litie, het OM en de Veldhovense scholen. Daarnaast beschikt elke school over een veiligheidsplan waarin de aandachtspunten beschreven staan die we prio-riteit geven.

KlimaatbeheersingZowel de gemeente Veldhoven als stichting Veldvest geven een hoge prioriteit aan een gezond binnen-klimaat. Dit bevordert de gezondheid en het welzijn van de kinderen en heeft uiteindelijk een positieve invloed op hun leerprestaties. Daarom is er door gemeente en Veldvest een flinke investering gedaan om de luchtkwaliteit op een groot aantal van haar scholen te verbeteren. Ons schoolgebouw beschikt over zogeheten Warm-te Terug Win installaties. Deze WTW-installaties zorgen ervoor dat vervuilde lucht met een hoge CO2 concentratie vervangen wordt door schone, verwarmde buitenlucht.

22

afspeelt. Ook foto’s en bijzondere groepsmomenten kunnen met ouders worden gedeeld, waarbij de wet op de privacy (AVG) volledig wordt gerespecteerd.Parro maakt het voor de leerkracht mogelijk om eenzijdig berichten naar ouders te sturen. Reageren door ouders is alleen mogelijk indien de leerkracht de ouder daarvoor uitnodigt.Ook het plannen van oudergesprekken wordt via deze app geregeld.

Ouderportaal ParnasSysParnasSys is het administratiesysteem waarin de school alle gegevens opslaat van haar leerlingen, zoals personalia, gegevens over verlof en absen-tie, leervorderingen (toetsen, onderzoeken). Via het Ouderportaal kunnen ouders op elk gewenst moment kennis nemen van de gegevens van hun kind(eren) en verslaglegging van gesprekken, observaties en dergelijke. Door middel van het Ouderportaal wordt de communicatie tussen ouders en school digitaal ondersteund, met in-formatie die altijd beschikbaar is. Op deze wijze wordt transparantie naar ouders vergroot en wordt gezamenlijke verantwoordelijkheid met betrekking tot de ontwikkeling van het kind benadrukt.

OuderavondenBij de aanvang van het schooljaar vindt een infor-matieavond per groep plaats, waarbij ouders kun-nen kennnismaken met de nieuwe leerkracht(en) van de groep van hun kind(eren) en geïnformeerd worden over doelen, inhoud en afspraken betreffen-de het leerjaar. Daarnaast kunnen thema-avonden opgenomen zijn in onze jaarkalender. Deze worden ook altijd in de nieuwsbrief aangekondigd.

Rapportage en rapportgesprekkenTwee keer per schooljaar wordt er door de leer-krachten een leerlingrapport gemaakt, dat tijdens het rapportgesprek met de ouders wordt bespro-ken. In de jaarkalender zijn de data opgenomen. In het kader van het stimuleren van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het leerproces van het kind en de eigen verantwoordelijkheid van het kind hierin, nodigen wij vanaf groep 5 de kinderen ook uit om bij dit rapportgesprek aanwezig te zijn.

OudertevredenheidspeilingIn het kader van verhogen van de kwaliteit op zelfevaluatie vindt elke twee jaar een oudertevre-

Aan het gesprek met ouders hechten wij grote waarde. Wij vinden het belangrijk om ouders goed over onze achterliggende motieven te informeren en in dialoog te komen waar mogelijk onduidelijk-heid of spanning bestaat. Het gesprek is er altijd op gericht om ons beleid te verhelderen, het wederzijds vertrouwen daarin op te bouwen of te verbeteren. De onderwijsbehoeften van het kind staan hierbij centraal. Het is belangrijk dat een kind zich veilig en prettig voelt op school. Transparante en heldere communicatie tussen school en ouders daarover blijft van het grootste belang bij alle processen die met onderwijs en opvoeding te maken hebben. Daarom investeert onze school voortdurend in de kwaliteit van de communicatie met ouders en willen wij de betrokkenheid van ouders blijven optimali-seren.

7.1 CommunicatiemiddelenDeze schoolgids is slechts één van de gangbare communicatiemiddelen. Via onderstaande vormen worden ouders zorgvul-dig geïnformeerd over de uitgangspunten van het beleid, schoolontwikkeling en de invulling van ons onderwijs.

NieuwsbriefElke veertien dagen verzorgen we een nieuwsbrief. Hierin worden ouders op de hoogte gehouden van veelal praktische zaken, algemene school- en groepsgebonden activiteiten en over strategische ontwikkelingen. De nieuwsbrief wordt per e-mail verspreid en tevens aangeboden op onze website.

WebsiteOp onze website vindt u praktische, inhoudelijke en actuele informatie over de school. Tevens treft u daar diverse relevante downloads aan. Met ingang van half oktober gaat een vernieuwde versie van de website in de lucht, waarbij we tevens de app ‘Parro’ introduceren.

Parro Parro is een beveiligd communicatiemiddel dat op een snelle en effectieve manier ouders betrekt bij de school. Dit komt in de plaats van het uitwisselen van informatie via WhatsApp (groepsapp) en is bedoeld voor korte berichten, vragen en updates over wat er in de groep gebeurt. Dankzij deze app is iedereen snel op de hoogte van wat zich op school

7. de ouders

23

• de informatie wordt niet verstrekt als het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet.

7.3 MedezeggenschapGemeenschappelijke medezeggenschapsraadVoor de scholen die behoren tot het bevoegd gezag van stichting Veldvest bestaat een gemeenschap-pelijke medezeggenschapsraad (gmr). Deze bestaat uit vertegenwoordigers van ouders en leerkrachten van verschillende scholen van de Stichting. De gmr is bevoegd tot bespreking van die aangelegenhe-den, die van gemeenschappelijk belang zijn voor de scholen. Daarnaast kan ze schriftelijke voor-stellen doen en standpunten kenbaar maken aan het bevoegd gezag. De gmr heeft adviesrecht met betrekking tot zaken als kaders voor vaststelling van het regionaal vakantierooster, vaststellen of wijzigen van beleid ten aanzien van het onderhoud van gebouwen en instemmingsrecht met betrekking tot onder andere het wijzigen van een benoemings-procedure van de schoolleiding. De gmr vergadert maandelijks, zowel zelfstandig als met het college van bestuur van stichting Veldvest. Het doel van de gmr is mede zorgdragen voor kwalitatief goed onderwijs op de scholen van Veld-vest. Vanzelfsprekend is hiervoor de constructieve samenwerking nodig tussen ouders, leerkrachten, directeuren en bestuurders. In de praktijk is de gmr net als het bestuur vooral bezig in voorwaarden-scheppende sfeer.Alle gmr-informatie is tevens te vinden op de web-site van Veldvest: www.veldvest.nl

Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (mr) is een wettelijk geautoriseerd orgaan. Binnen de mr is advies en inspraak van ouders en leerkrachten geregeld. Het beleid van de school wordt er getoetst. De mr kan zelf onderwerpen inbrengen of voor-stellen doen aangaande alle zaken op de school (initiatiefrecht). Afhankelijk van het onderwerp, heeft de ouder- en/of personeelsgeleding van de mr advies- of instemmingsbevoegdheid. De mr vormt een klankbord voor directie en team en is nauw betrokken bij het schoolbeleid. De directie heeft binnen de mr een adviserende rol en beschouwt de raad als een constructieve gespreks-partner bij processen die ten grondslag liggen aan het beleid van de school. Vijf à zes keer per jaar

denheidspeiling plaats met behulp van een kwali-teitszorginstrument. De resultaten van deze peiling geven een beeld van hoe ouders de onderwijskwaliteit en de ondersteu-ning, het pedagogisch klimaat en de communicatie met ouders waarderen. De aandachtspunten uit de peiling worden besproken met het team en de mr, teruggekoppeld naar de ouders in de nieuwsbrief en meegenomen in de speerpunten van beleid.

7.2 Informatie aan gescheiden ouders Van belang is dat de directie van de school schriftelijk op de hoogte wordt gebracht omtrent een schei-ding, waarbij duidelijk dient te worden gemaakt wie de verantwoordelijke ouder wordt. Nieuwe adres-gegevens en bereikbaarheid worden hierbij bekend gemaakt.Op het moment dat er sprake is van een situatie waarbij de ouders niet bij elkaar zijn, zullen we u verzoeken een scheidingsprotocol in te vullen. Hierin leggen we de gegevens van beide ouders en de omgangsvorm vast.

Volgens de wet is de school verplicht te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen aan hun ou-ders, voogden of verzorgers. Deze verplichting blijft na scheiding bestaan. Uitgangspunt van de school met betrekking tot in-formatievoorziening aan ouders is, dat beide ouders zoveel mogelijk samen naar de informatieavonden/oudergesprekken komen. Indien dit niet mogelijk of wenselijk is, verwacht de school dat de ene ouder (verzorger), de andere ouder informeert omtrent de ontwikkeling en de vordering van het kind. Als dit niet het geval is, dan kan de ouder die de informatie niet ontvangt op eigen initiatief contact opnemen met de school om andere afspraken ten aanzien van de informatievoorziening te maken. De school heeft geen initiatiefplicht naar ouders die geen gezag hebben, maar als zij erom vragen, moet er wel beroepshalve beschikbare informatie gegeven worden over belangrijke feiten en omstandigheden die het kind of de verzorging en opvoeding van het kind betreffen. De verplichting geldt ook wanneer de ouders nooit gehuwd zijn geweest of als er geen omgangsregeling is. Er zijn op deze regel twee uitzonderingen:• de informatie wordt niet verstrekt als de school de

informatie niet op dezelfde manier aan de ouder met het ouderlijk gezag zou verstrekken;

Vrijwillige ouderbijdrageGedurende het schooljaar worden diverse activitei-ten georganiseerd zoals sinterklaas, kerst, carnaval, koningsspelen, teambuilding groepen 8, schoolreis en excursies. De commissie benadrukt dat hoewel de ouderbijdrage vrijwillig is, deze erg belangrijk is voor het organiseren en bekostigen van de diverse activiteiten. Het biedt uw kind(eren) een veelzijdig aanbod waarin samen leren, spelen en plezier ma-ken centraal staan.De hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage is voor schooljaar 2019-2020 vastgesteld op € 27,-.Indien uw kind slechts een gedeelte van het school-jaar als leerling op onze school is ingeschreven, zullen genoemde bijdragen naar rato worden be-rekend. De ouders van de oudervereniging dragen zorg voor het innen van deze bijdrage.

7.5 KlachtenregelingOveral waar gewerkt wordt zijn wel eens misver-standen of worden fouten gemaakt. Problemen bespreekt u als ouder in eerste instantie met de leerkracht van uw kind. Ons streven is dat elke leerkracht u en uw kind altijd serieus neemt en samen met u zoekt naar de beste oplossing. Mocht u het gevoel krijgen dat u niet serieus genomen wordt of dat er niet goed naar u geluisterd wordt, dan kunt u dat bespreken met de directie. Bij onvoldoende resultaat kunt u de pro-blematiek bespreken met de interne contactpersoon

wordt er met de gezamenlijke raad vergaderd in het bijzijn van de directie. Vaak worden actuele- en beleidszaken in een voorbereidend stadium aan de orde gesteld. De vergaderingen zijn openbaar en dus voor iedere ouder toegankelijk. De vergadering wordt aangekondigd in de nieuwsbrief.Het jaarverslag en vergaderdata van de mr vindt u op de website.

7.4 Oudervereniging U bent als ouder van een leerling van onze school automatisch lid van de oudervereniging op het moment dat u een of meerdere kinderen op onze school heeft. Het lidmaatschap eindigt ook automa-tisch op het moment dat u geen kinderen meer op onze school heeft. De oudervereniging is een offici-ele vereniging met statuten, die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in Eindhoven. De activiteitencommissie van de oudervereniging stelt zich ten doel de samenwerking tussen ouders en team te bevorderen, mee te werken aan een goede sfeer op school en mede zorg te dragen voor de organisatie van buitenschoolse activiteiten voor de kinderen. De oudervereniging vergadert ongeveer eens per 2 maanden, waarbij met name de organisatie van de buitenschoolse activiteiten centraal staat. Het dage-lijks bestuur van de oudervereniging vergadert ook zo’n eens per 2 maanden. Daarbij worden met name de financiële en taakstellende zaken besproken.

24

25

verband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moet dus te kort geschoten zijn in de rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid, bijvoorbeeld: tijdens de gymnastiekles wordt er een bal geschopt. Deze komt op een bril van een leerling terecht en de bril is kapot. Die schade valt niet onder de aanspra-kelijkheidsverzekering en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of hun ouders) zijn primair zelf ver-antwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig han-delen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.

7.7 SponsorbeleidSponsoring is in het maatschappelijk verkeer een bekend verschijnsel. Ook op scholen kan spon-soring voorkomen. Er is uitsluitend sprake van sponsoring als de sponsor een tegenprestatie ver-langt (denk aan het vermelden van de naam van de sponsor). Schenkingen, ouderbijdragen en gelden van het ministerie en de gemeente vallen niet bin-nen het begrip sponsoring. Onze school en haar bestuur zijn van mening dat sponsoring binnen de school is toegestaan, mits voldaan wordt aan enkele voorwaarden. De belangrijkste voorwaarde is dat van beïnvloe-ding van het primaire proces nooit sprake mag zijn. Als een mogelijke sponsor zich bij de school aanmeldt, toetst de directeur of dit verzoek voldoet aan de voorwaarden. In noodzakelijke gevallen legt de directie van de school het verzoek voor aan het college van bestuur van Veldvest. Vervolgens wordt er een sponsorovereenkomst opgesteld. Deze sponsorovereenkomst dient door de directeur ter instemming te worden voorgelegd aan de mr. het college van bestuur van Veldvest. Vervolgens wordt er een sponsorovereenkomst opgesteld. Deze sponsorovereenkomst dient door de directeur ter instemming te worden voorgelegd aan de mr.

van de school. Deze is door het bestuur benoemd, om er zorg voor te dragen dat klachten van ouders en kinderen altijd serieus genomen worden en op een passende manier worden afgehandeld. In over-leg met de interne contactpersoon wordt bekeken wat er gedaan moet worden of wie er moet worden ingeschakeld om tot de best mogelijke oplossing te komen.U kunt ook contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon van stichting Veldvest. Deze vertrouwenspersoon gaat allereerst na of door bemiddeling een oplossing gevonden kan worden. Als het nodig mocht zijn, wordt de klacht doorver-wezen naar de onafhankelijke klachtencommissie van de besturenorganisatie waarbij de school is aangesloten. De klachtenregeling is te verkrijgen bij de directie en bij de interne contactpersoon.Bij het meldpunt vertrouwensinspecteur kunt u terecht voor advies en klachtmeldingen over sek-sueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld en psychisch geweld (zoals grove pesterijen). Vanaf 2005 is daaraan toegevoegd: signalen inzake discri-minatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme en dergelijke.

7.6 Verzekering/ aansprakelijkheidStichting Veldvest heeft voor al haar scholen een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheids-verzekering. Op grond van de ongevallenverze-kering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets enz.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dit verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school/het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in school-

Het Integrale Personeels Beleid is aangescherpt, waarbij met name de cyclus en de kwaliteit van ont-wikkelingsgesprekken en beoordelingsgesprekken beter zijn ingebed.Het aansturingsteam zet lijnen uit, zorgt voor planmatigheid in ontwikkeling en voor doelgerichte inhoud. 8.2 Jaarverslag 2018-2019Onderstaand overzicht geeft een beschrijving van de verworvenheden, opbrengsten en in gang gezette procesontwikkelingen van de investeringen van schooljaar 2018-2019.

1. Schoolcultuur • theoretische en strategische verdieping op de

Veldvestconcepten is gegroeid;• samenhang theorie-praktijk en denken vanuit

beleidskaders is bevorderd;• rollen van de regisseur en leermonitor zijn aange-

scherpt en zijn duidelijker.Inzicht en duiding van de (IPB) definities van profes-sionaliteit/zelfsturend leren/ transformatief leider-schap die bij dit schoolontwikkelingsproces van belang zijn worden beter doorgrond in relatie tot de individuele bijdrage van de leerkrachten aan en gezamenlijke verantwoordelijkheid van het team voor het geheel van de organisatie.

2. Opbrengst- en doelgerichte kwaliteit• 1-Onderwijsroute:- structuur is duidelijk in de jaarkalender uitgezet;- er wordt planmatiger gehandeld in het volgen van

de groepen en individuele leerlingen;• opbrengst- en doelgericht werken:- het EDI-model met didactische doelen wordt fre-

quenter gehanteerd;- gezamenlijke verantwoordelijkheid en leren: er

worden samen ‘EDI lessen’ voorbereid, bij elkaar geobserveerd (met kijkwijzer) en voorzien van feedback;

- het inhoudelijke clusteroverleg is bewuster gericht op doorgaande leerlijnen en tussendoelen;

- toetsanalyse:- verdieping op vaardigheid, interpretatie van gege-

vens, keuze interventies;- teambrede bespreking van schoolbrede toetsresul-

taten hebben de bredere focus op de school en de

8.1 InleidingHet schoolplan 2016-2020 van Basisschool Op Dreef kent als motto: ‘Zorg voor jezelf, zorg voor elkaar en zorg voor je omgeving’In het jaarplan staat beschreven hoe aan dit vier-jarenplan per schooljaar invulling wordt gegeven. School- en jaarplan zijn opgezet op basis van hoofddomeinen van beleid waarbij speerpunten zijn geformuleerd.

CultuurveranderingsprocesOp onze school wordt continu geïnvesteerd in het verhogen van de onderwijskwaliteit en de professio-naliteit van het leerkrachthandelen. De ontwikkelthema’s die momenteel de strategische agenda bepalen zijn in te delen in drie hoofdgebie-den: 1. schoolcultuurverandering, werken aan een pro-

fessionele schoolcultuur met appel op gezamen-lijke verantwoordelijkheid en uitbreiding van het handelingsrepertoire;

2. opbrengst- en doelgerichte kwaliteit, hanteren van didactische doelen;

3. pedagogische doeloriëntatie, doelgericht handelen en versterken van het pedagogisch leerklimaat.

Een interne audit in november 2016 leidde tot bewustwording bij het team van deze ontwikkelge-bieden. Overkoepelend gold dat daarmee voor alle betrokkenen in de school m.i.v. schooljaar 2017-2018 een schoolcultuurveranderingsproces in gang is gezet dat gekenmerkt kan worden als ‘doelgericht handelen in een professionele organisatie’ .

Met ingang van schooljaar 2017-2018 is de profes-sionalisering van het team primair gericht op het opbrengstgericht werken, waarbij het handelings-repertoire van leerkrachten met betrekking tot de didactische doelen inzake de (basis)kwaliteit centraal stond. In schooljaar 2018-2019 is aan dit proces verder vervolg en inhoud gegeven.

Het team wordt hierin ondersteund vanuit het aansturingsteam van de school, dat bestaat uit de onderwijskundig leider (directeur), een ondersteu-nende directeur op de strategische agenda aange-steld vanuit het bestuur en per cluster een regisseur en leermonitor.

26

8. de ontwikkeling van het onderwijs in de school

27

• het tegemoetkomen aan onderwijsbehoeften van de leerlingen en tijdig signaleren van stagnatie in ontwikkeling;

• bevorderen van samenhang tussen didactische en pedagogische doelen: verbinding tussen de rol van de leermonitor en de regisseur en verbinding van de 3 leertheorieën in de vertaling van doelen naar het aanbod in de onderwijspraktijk van de groepen.

SpeerpuntenOpbrengst- en doelgerichte kwaliteit• verdieping op effectieve instructie met fasen EDI

model; groepsplan, didactische doelen gekoppeld aan de doelen bij de leertheorie Empirisme, waar-bij opbrengstgericht werken centraal staat;

• toetsanalyse: vergroten van kennis van analyseren met gebruik van de datateam-methodiek, zicht op welke interventies er toe doen en in welke mate deze een bijdrage hebben geleverd aan de behaal-de resultaten.

Onderbouw• beredeneerd aanbod in leerjaar 1-2: thema’s doel-

gericht inhoud geven; • volgen en observeren van de ontwikkeling die

de leerlingen daarbij doormaken en planmatig afstemmen op de verschillen tussen de kinderen;

• de afstemming en differentiatie kunnen organiseren; • het bewerkstelligen van een betere aansluiting op

leerlijnen en doelgerichte overgang naar groep 3;

Middenbouw en Bovenbouw • kwaliteit van de groepsplannen voor:- rekenen met focus op tussen- en einddoelen

(concreet-compact-controleerbaar);- begrijpend lezen met focus op de 6 leesstrategieën;• verdieping op de fasen van het EDI-model;• het analyseren van de resultaten en deze analyse

relateren aan het bepalen van een doelgerichte aanpak en aanbod.

Pedagogische doeloriëntatie• pedagogische doelen in het groepsplan met be-

hulp van het Pedagogisch handboek;• bevorderen van de doorgaande pedagogische lijn

door de hele school; Sociaal-Emotioneel Leren (SEL) met methode KWINK en implementatie Raamleerplan Burgerschap;

• opzetten van een Leerlingenraad.

kwaliteit van het professioneel-kritische gesprek met elkaar evenals het zicht op het geheel ver-groot;

- gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het ge-heel van de organisatie is hiermee gegroeid;

- rol leermonitoren in dit proces van opbrengstge-richt werken is cruciaal. Deze is zichtbaar gegroeid in rolneming hierin en inhoudelijke kwaliteit;

- beleidsgroepen rekenen, taal/lezen en excellente leerlingen:

- inhoudelijke thematieken worden doelgerichter gekoppeld aan de didactische speerpunten;

- er is een nieuwe methode voor aanvankelijk lezen (groep 3) gekozen.

3. Pedagogische doeloriëntatie• Beleidsgroep Pedagogische doeloriëntatie:- de relatie met pedagogische doelen in groepsplan

en KWINK is versterkt;- er is een start gemaakt met de implementatie van

de doelen van Burgerschap.

8.3 Jaarplan 2019-2020Basisschool Op Dreef groeit de komende jaren verder naar een professionelere organisatie waarbij de bereidheid en het vermogen van de leerkrachten om te kunnen denken en handelen in termen van het geheel en gezamenlijke verantwoordelijkheid centraal staan. Het strategisch proces is gericht op het versterken van het primaire proces.In schooljaar 2019-2020 krijgt het schoolontwik-kelingsproces een vervolg in aanloop naar de doelen voor de nieuwe schoolplanperiode (2020-2023).

Algemene doelen• bevorderen en optimaliseren van de interactie

tussen de leerkrachten, het leren van en met elkaar ten behoeve van verhoging van kwaliteit en geza-menlijke verantwoordelijkheid voor het geheel van de organisatie;

• uitbreiding van het handelingsrepertoire van de leerkracht;

• aanscherpen van de didactische kennis en vaardig-heden ten behoeve van opbrengstgerichte kwali-teit met behulp van het EDI-model;

• bevorderen van het planmatig werken met behulp van de 1-Onderwijsroute, ten behoeve van het op-timaliseren van de doorgaande leerlijn van groep 1 t/m 8;

ProfessionaliseringDe verdieping in het hanteren van de fasen van het EDI-model evenals de implementatie van Burger-schap worden op studiemomenten door middel van teambrede professionalisering met externe onder-steuning bevorderd. Participatie van regisseurs en leermonitoren in bo-venschoolse leertrajecten ondersteunen hen in hun rol naar de vertaling in de praktijk. Leerkrachten die participeren in de diverse beleids-groepen ondersteunen het team en bevorderen de uitwerking van de doelen en speerpunten van de strategische agenda.

Burgerschap• het leerplan krijgt invulling via de 3 hoofddomei-

nen participatie, democratie en identiteit;• er is gestart met het domein ‘participatie’ vanuit

de kernwaarde ‘verantwoordelijkheid’;• de vertaling naar de praktijk op dit domein zal

einde schooljaar 2019-2020 zijn gerealiseerd;• de nieuw te ontwikkelen Leerlijn Burgerschap in

KWINK wordt hierin meegenomen.

Doelen lange termijnEr is een leerplan op schoolniveau beschreven van-uit de kernwaarden van de school met leerinhouden behorende bij de drie domeinen democratie, identi-teit en participatie.Op deze wijze zal er leerplanmatig worden gewerkt aan de pedagogische doelen van Cultureel leren en Burgerschap. Het Raamleerplan Burgerschap en Sociale Integratie is in 2022 op Basisschool Op Dreef geïmplementeerd.

28

29

geen invloed kan uitoefenen op het niveau waarop de leerling een toets maakt. De eindtoets is daarmee een zuivere second opinion. De Centrale Eindtoets wordt vanaf 2018 in twee varianten aangeboden:• De papieren Centrale Eindtoets die op één niveau

is en op vastgestelde afnamedata afgenomen wordt;

• De digitale adaptieve Centrale Eindtoets die zich aanpast aan het niveau van de leerling. Deze toets wordt afgenomen in het computersysteem Facet en is flexibel door de school af te nemen binnen de wettelijke periode voor een eindtoets.

Digitale Adaptieve Centrale EindtoetsDe digitale adaptieve Centrale Eindtoets is adaptief voor taal en rekenen en is een toets in toetsdelen. Op meerdere meetmomenten wordt het niveau voor de toets bepaald op basis van de score van de leerling. Hierdoor is het een toegankelijke toets op maat die uitdagend en motiverend is voor iedere leerling. Het niveau voor taal en rekenen wordt onafhankelijk van elkaar gemeten en biedt ruimte voor leerlingen met een disharmonisch profiel. Ook voor leerlingen uit het so en sbo en leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften is de digitale adaptieve Centrale Eindtoets zeer geschikt.

Doorkijk naar 2020 en verderEr wordt niet verwacht dat iedere school in 2019 digitaal klaar is om de digitale adaptieve Centrale Eindtoets af te nemen. In 2019 zal dan ook een vol-waardige papieren Centrale Eindtoets nog beschik-baar gesteld worden. De verwachting is dat scholen vanaf 2020 in grote mate klaar zijn voor een digitale afname van de Centrale Eindtoets.Met de beleidsgroep Kwaliteit van Veldvest wordt nader afgestemd en besloten wat de scholen hierin gaan doen.

Schooladvies Met de invoering van de verplichte Centrale Eind-toets Primair Onderwijs is het schooladvies leidend geworden bij de plaatsing van leerlingen in het Voortgezet Onderwijs. De eindtoets is een onafhankelijk en objectief tweede gegeven naast het schooladvies. Vanaf 2015 mogen scholen voor voortgezet on-derwijs de toelating van leerlingen niet meer laten afhangen van het resultaat van de Eindtoets.

9.1 Het CITO-leerlingvolgsysteem We volgen de didactische ontwikkeling van uw kind, met observaties en methodegebonden toet-sen, maar ook met objectieve toetsen, door middel van het Leerling Onderwijs Volgsysteem (LOVS) van Cito. Het LOVS bestaat uit een aantal niet-me-thodegebonden toetsen. Met dit methode-onafhan-kelijke toetssysteem wordt op vaste toetsmomenten in het jaar de ontwikkeling van het kind en de groep vergeleken met een landelijk gemiddelde. Op deze manier krijgen wij een objectief beeld over de vor-deringen van de leerlingen en de resultaten van ons onderwijs. Het systeem volgt de leerling van groep 1 t/m groep 8.

9.2 Entreetoets groep 7 De Entreetoets voor groep 7 wordt in de periode april-mei afgenomen. Deze toets wordt naast het LOVS beschouwd als start van het schoolkeuzepro-ces. Met deze toets gaat de leerkracht na of de ge-hele groep en de individuele leerling op het niveau presteren dat verwacht mag worden en of er in de kennis en vaardigheden hiaten zitten. Op basis van de uitslag wordt voor de groep een plan van aanpak opgesteld, waarop gerichte actie gezet kan worden in groep 8 en de volgende groep 7. De aandachtspunten voor de individuele leerlingen worden opgenomen in het groepsplan.

9.3 Centrale Eindtoets Aan het eind van de basisschoolperiode dienen scholen aan te tonen of de leerlingen de verplichte kerndoelen hebben behaald. Met ingang van schooljaar 2014-2015 is het voor alle leerlingen van groep 8 in het reguliere basison-derwijs verplicht om een eindtoets te maken. De overheid stelt hiervoor aan scholen o.a. de Centrale Eindtoets Primair Onderwijs beschikbaar. Afnamemoment: april – mei De centrale eindtoets wordt jaarlijks afgenomen tussen april en mei op drie opeenvolgende school-dagen. Vier weken na afname ontvangt de school voor iedere leerling een leerlingrapport op papier.

Centrale eindtoets vanaf 2018Vanaf het schooljaar 2017-2018 is het wettelijk verplicht een eindtoets op één niveau af te nemen. De achterliggende gedachte is dat de leerkracht

9. de resultaten van ons onderwijs

hiervan kunnen scholen zichzelf betere doelen stel-len voor hun leerresultaten.Onze school heeft dit schooljaar met het resultaat van 540,3 boven de bovengrens gescoord en dus met een score ‘goed’ een fantastische prestatie laten zien, waar iedere betrokkene trots op is!

9.5 UitstroomgegevensDe leerresultaten aan het einde van acht jaar basis-onderwijs zijn belangrijke indicatoren of de school er in geslaagd is om de leerlingen toe te rusten met basiskennis en vaardigheden die nodig zijn om de bij de leerling passende school voor voortgezet onderwijs succesvol te kunnen volgen.De resultaten van de Centrale Eindtoets ondersteu-nen de leerkrachten, de ouders en de leerlingen bij de keuze van het voortgezet onderwijs. Onderstaande tabel vermeldt in percentages de uitstroomgegevens en –niveaus van onze school.

Wat betekenen de scores in vergelijking tot andere scholen?De beoordeling van de Centrale Eindtoets door de inspectie wordt gebaseerd op de ongecorrigeerde, oftewel ruwe schoolscore. Bij het bepalen van de ‘onder- en bovengrenzen’ van de eindresultaten houdt de inspectie rekening met de leerlingenpopulatie. De grenzen zijn afgeleid van het landelijk gemiddelde voor scholen met hetzelfde percentage gewichtenleerlingen. Bij het ‘schoolge-wicht’ (percentage gewogen leerlingen van de hele school) is de opleiding van ouders de bepalende factor. Op basis van school-scores behoort een school tot een vergelijkbare schoolgroep waaraan het resultaat gerelateerd wordt. Per schooljaar wordt, afhankelijk van het percen-tage ‘gewogen leerlingen’, de schoolgroep opnieuw berekend. Elke school kan op basis van de school-groep zien waar ze staat ten opzichte van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Op basis

30

9.4 Resultaten Centrale Eindtoets Basisonderwijs

Overzicht behaalde scores op de Centrale Eindtoets Basisonderwijs

Schooljaar Aantal School Eindscore Ondergrens Schoolgroep Boven Waardering leerlingen groep Op Dreef Inspectie gemiddelde grens

2018-2019 78 3 540,3 534,8 536,8 538,8 goed

2017-2018 65 4 539,4 534,6 536,6 538,6 goed

2016-2017 80 5 535,5 534,5 536,5 538,5 voldoende

2015-2016 77 6 536,1 534,3 536,3 538,3 voldoende

Schooljaar Schooljaar Schooljaar Schooljaar 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019

VWO 21 13 12 27

HAVO/ VWO 17 16 17 13

HAVO 21 22 22 13

VMBO GT/ HAVO 10 13 17 20

VMBO GT 17 16 22 15

VMBO GT/KB 2

VMBO KB 4

VMBO BB/KB 13 1 9

VMBO BB 5 9 3

31

De kinderen nemen voor de ochtendpauze fruit en drinken mee en voor de middagpauze een lunch-pakket en drinken. Trommeltjes en bekers graag voorzien van de naam van het kind. Wij stimuleren het meenemen van gezond eten en drinken.

10.3 ZiekmeldenAls een kind de school niet kan bezoeken wegens ziekte, dan verzoeken wij u dit telefonisch aan de school door te geven voor 08.30 uur. Telefoon school: 040-253 28 34.Vergeet u niet aan te geven in welke groep uw kind zit. Indien de school niet op de hoogte is gebracht van de afwezigheid van een leerling, neemt zij altijd zelf contact met u op als onduidelijk is waarom uw kind niet aanwezig is. Bij geen gehoor wordt er een tweede door u opgegeven telefoonnummer gebeld. Wanneer u vermoedt dat uw kind langer ziek blijft, dan zal in overleg met de leerkracht bekeken wor-den hoe eventuele achterstanden vermeden kunnen worden.

10.1 Verplichte onderwijstijd De wetgeving stelt verplicht dat leerlingen in acht jaar basisonderwijs 7520 uur onderwijs moeten krij-gen. Op onze school krijgen alle leerlingen jaarlijks minimaal 940 uur les en voldoen we daarmee aan de wettelijke verplichting. De leerlingen hebben enkele vrije dagen, die als stu-diedagen zijn ingericht voor professionalisering van het team. In de planning van deze dagen houden we ons aan de wettelijke voorschriften dat we niet meer dan 7x per jaar een vierdaagse schoolweek organise-ren. De data van vrije dagen en studiedagen vindt u in de jaarkalender.

10.2 Schooltijden Groep 1 t/m 8Maandag 8.30 – 14.15 uurDinsdag 8.30 – 14.15 uurWoensdag 8.30 – 14.15 uurDonderdag 8.30 – 14.15 uurVrijdag 8.30 – 14.15 uur

Om geen onderwijstijd verloren te laten gaan, maken wij gebruik van een inloop 10-minuten voorafgaand aan de ochtendschooltijd. Op deze manier kunnen de lessen daadwerkelijk om 08.30 uur beginnen en maken wij optimaal gebruik van de effectieve onderwijstijd.Alle kinderen wachten buiten op het plein tot de bel van 08.20 uur. De leerlingen kunnen na deze bel naar binnen. We stimuleren dat ouders buiten afscheid nemen van de kinderen. Bij de tweede bel om 08.30 uur start het lesprogramma.

OchtendpauzeGroepen 1-2: geen vaste pauzetijd. Groepen 3 t/m 6: 10.00 uur tot 10.15 uur.Groepen 7 t/m 8: 10.15 uur tot 10.30 uur.De groepen 1 t/m 4 spelen op het plein aan de kant van de Rapportstraat, de kinderen van de groepen 5 tot en met 8 op het plein en het veld aan de achterkant van de school.

LunchpauzeOp onze school hanteren we een continurooster. Dit houdt in dat alle kinderen, onder toezicht van teamleden, tussen de middag op school overblijven. Groepen 1-2 en 7-8: lunchpauze 12.00-12.15 uur. Middagpauze 12.15-12.45 uur.Groepen 3-4 en 5-6: lunchpauze 12.15-12.30 uur. Middagpauze 11.45-12.15 uur.

10. praktische informatie

Extra verlof of vakanties onder schooltijd zijn niet toegestaan en worden door de leerplichtambtena-ren nauwkeurig gecontroleerd. Er zijn maar twee uitzonderingen op deze regel:- Verlof van maximaal twee weken, alleen wanneer

de ouders wegens de aard van hun beroep niet tijdens de schoolvakanties met vakantie kunnen gaan. Dit verlof mag niet vallen in de eerste twee weken van een nieuw schooljaar;

- verlof wegens gewichtige omstandigheden van medische en/of sociale aard, die buiten de wil van de ouders zijn gelegen.

Over een aanvraag tot en met tien dagen beslist de directeur, hierboven beslist de leerplichtambtenaar. In bepaalde gevallen is een bewijsstuk vereist.

Geen reden voor verlof is:- familiebezoek in het buitenland;- vakantie in een goedkope periode;- het feit dat oudere kinderen uit uw gezin (op de

middelbare school) al vrij hebben;- eerder vertrek of latere terugkeer in verband met

de (verkeers-) drukte.De volledige verlofregeling ligt ter inzage bij de ad-ministratie of kunt u downloaden via onze website. Formulieren voor verlofaanvraag kunt u downloa-den van de website of aanvragen bij de administra-tie.

10.7 Schorsing en verwijderingSchorsing van een leerling kan alleen gebeuren na-dat er een traject is afgelegd, waarbij zowel de rech-ten en plichten van de leerling, de ouders, de school, de inspectie en het bevoegd gezag aan de orde zijn gekomen. Een leerling schorsen voor een of enkele dagen kan alleen in overleg met het bevoegd gezag.De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. Voordat besloten kan worden tot verwijdering hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht en de directie. Definitieve verwijdering vindt niet eerder plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor zorg heeft gedragen dat een andere school c.q. instelling bereid is de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende acht weken zonder succes is gezocht naar een adequate school, kan in afwijking van bo-vengenoemde tot definitieve verwijdering worden overgegaan.

10.4 Schoolverzuim De school is alert op schoolverzuim: dagelijks nemen de leerkrachten de absenten in alle groepen op. Zij zullen de ouders van leerlingen die zonder kennisgeving afwezig zijn, benaderen en om de reden hiervan vragen. Mocht die reden onverhoopt onbekend blijven, dan moeten wij van iedere afwe-zigheid melding maken bij het Bureau Leerplicht van de gemeentelijke dienst Onderwijs. In voorkomende gevallen kan de leerplichtambte-naar gegevens opvragen over schoolverzuim. Wij werken altijd mee aan een dergelijk verzoek.

10.5 Vakanties en vrije dagen Vakantierooster schooljaar 2019-2020 Herfstvakantie 14-10-2019 t/m 18-10-2019Kerstvakantie 23-12-2019 t/m 03-01-2020Voorjaarsvakantie 24-02-2020 t/m 28-02-2020Tweede Paasdag 13-04-2020Koningsdag 27-04-2020Meivakantie 20-04-2020 t/m 01-05-2020 Hemelvaart 21-05-2020Tweede Pinksterdag 01-06-2020Zomervakantie 13-07-2020 t/m 21-08-2020

Studiedagen (leerlingen hele dag vrij)Vrijdag 20-09-2019 Donderdag 23-01-2020 Woensdag 18-03-2020 Maandag 04-05-2020 Dinsdag 23-06-2020 Vrijdag 10-07-2020Deze laatste studiedag (10-07-2020) is een zgn. “calamiteitendag”. Indien in de loop van het school-jaar gebruik moet worden gemaakt van een extra vrije dag i.v.m. een calamiteit, dan vervalt deze laat-ste vrije dag van het schooljaar en is het een gewone lesdag voor leerlingen.

Extra vrije uren of dagen6 december leerlingen komen om 10.30 uur

naar school5 mei Bevrijdingsdag (leerlingen hele

dag vrij)Deze data staan ook vermeld in de jaarkalender.

10.6 VerlofAls uw kind(eren) om belangrijke redenen niet op school kan komen, moet u hiervoor ruim van te vo-ren bij de directie schriftelijk toestemming vragen.

32

33

Bovenstaande informatie is uitgebreider terug te le-zen in de privacyverklaring van Veldvest, te vinden op de website www.veldvest.nl . Tevens vindt u hier het privacyreglement van de Stichting. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Functionaris Gegevensbescherming via e-mail privacy@veldvest.nl .

Foto’sVan diverse gebeurtenissen en activiteiten van de school worden door de school zelf digitale foto’s gemaakt. Indien u niet wilt dat uw kind individueel of in groepsverband wordt gefotografeerd, dan verzoeken wij u dit op school kenbaar te maken bij het inschrijven van uw kind.Bij verjaardagen van uw kind op school mag u als ouder wel foto’s, maar geen filmopnamen maken. Het is voor de leerlingen verboden om tijdens de les film- of foto-opnamen te maken.Het is voor leerlingen en ouders niet toegestaan om foto-, film- en geluidsopnamen van school gerela-teerde situaties op social media te zetten, tenzij uit-drukkelijk toestemming voor plaatsing is gegeven. Voor foto’s en beeldopnamen van kinderen die door anderen dan werknemers van de school, op sociale media worden geplaatst, draagt de school geen verantwoordelijkheid.

10.10 GGDJeugdgezondheidOnze school werkt samen met het team Jeugd-gezondheid van de GGD Brabant-Zuidoost. Het team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleeg-kundige, assistent en een medewerker gezond-heids-bevordering. Zij werken nauw samen met gedragswetenschapper(s) van de GGD. Jeugdgezondheid neemt deel aan de zorgstructuur van de school.

Wat kunnen zij voor u en uw kind betekenen? Zit uw kind in groep 2 of 7? Dan ontvangt u een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek. Tijdens dit onderzoek kijken de medewerkers van het team naar de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Denk aan groei, ge-wicht, leefstijl, spraak en taal, maar ook aan gedrag en schoolverzuim. Misschien heeft u zelf vragen? Tijdens het onderzoek kunt u die stellen.

10.8 Mobiele telefoonsHet gebruik van mobiele telefoons is door leerlin-gen onder schooltijd niet toegestaan. Bij binnenkomst wordt de mobiele telefoon uitgeschakeld en in een afgesloten verzamellaatje bewaard tot het einde van de dag. De school is niet verantwoordelijk voor de mobiele telefoons. Na schooltijd kunnen de leerlingen hun toestel weer ophalen. 10.9 Privacywetgeving Met ingang van 25 mei 2018 is de Algemene Ver-ordening Gegevensbescherming (AVG) in werking getreden. Dat betekent dat vanaf die datum dezelfde privacywetgeving geldt in de hele Europese Unie en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) dan niet meer geldig is. De AVG zorgt onder meer voor: versterking en uitbreiding van privacy rechten, meer verantwoordelijkheden voor organisaties en werkgevers en dezelfde, stevige bevoegdheden voor alle Europese privacy toezichthouders. Stichting Veldvest verwerkt van al haar leerlingen persoonsgegevens. Een goede omgang met deze ge-gevens en het bewustzijn van de privacywetgeving is voor Veldvest van groot belang. Als onderwijsin-stelling is Veldvest genoodzaakt persoonsgegevens van uw kind te verwerken om aan de (wettelijke) verplichtingen te kunnen voldoen. De gegevens over uw kind, welke in de meeste ge-vallen rechtstreeks van u als ouder zijn ontvangen, worden enkel verwerkt vanuit noodzakelijkheid voor het nakomen van onze wettelijke verplichtin-gen. Persoonsgegevens die hier niet aan voldoen worden uitsluitend met uw toestemming verwerkt. Hierbij valt te denken aan toestemming voor het gebruik van beeldmateriaal, medische gegevens, etc. In een aantal gevallen is Veldvest verplicht om per-soonsgegevens van uw kind te delen met andere or-ganisaties of kunnen er commerciële derde partijen verzocht worden te ondersteunen in het verwerken van de gegevens voor eerder genoemde doeleinden. Dit gebeurt altijd in opdracht en onder verantwoor-delijkheid van Veldvest. Met deze organisaties zijn (verwerkers)overeenkomsten afgesloten, waarin o.a. is vastgelegd welke gegevens er verwerkt worden en hoe deze gegevens beveiligd worden. De per-soonsgegevens van uw kind worden zoveel mogelijk gecodeerd bewaard en alleen die medewerkers kun-nen bij de gegevens, die dat ook voor de uitvoering van hun werk nodig hebben. Daarnaast worden de gegevens niet langer dan noodzakelijk bewaard.

In stap 5 nemen beroepskrachten twee beslissingen:1. Is melden bij Veilig Thuis noodzakelijk?

Melden is noodzakelijk als er sprake is van acute of structurele onveiligheid;

2. Is hulp verlenen of organiseren (ook) mogelijk? Hulp verlenen is mogelijk als: - de professional in staat is om effectieve/pas-

sende hulp te bieden of te organiseren; - de betrokkenen meewerken aan de geboden of

georganiseerde hulp; - de hulp leidt tot duurzame veiligheid.Indien hulp verlenen op basis van één van deze punten niet mogelijk is, is melden bij Veilig Thuis noodzakelijk.

10.12 MedicijngebruikSoms wordt aan leerkrachten gevraagd om medi-cijnen toe te dienen aan kinderen of om een andere medische handeling uit te voeren. Doorgaans is de leerkracht hier wel toe bereid, maar mag dit pas doen na schriftelijke toestemming van de ouders. Hiervoor moeten ouders dan een verklaring invul-len en ondertekenen. Deze verklaring is op school verkrijgbaar bij de administratie.

10.13 Honden op het speelpleinVooral jongere kinderen kunnen angstig zijn voor honden. We verzoeken u daarom uw hond niet op het speelplein mee te nemen. Het is niet toegestaan uw hond mee te nemen in het gebouw, met uitzon-dering van hulphonden.

Extra informatieBetrouwbare en actuele informatie over opgroeien en opvoeden vindt u op de website www.informa-tiediehelpt.nl . De informatie is ontwikkeld door stichting www.opvoeden.nl in samenwerking met wetenschappers en deskundigen uit de praktijk en is getoetst door ouders.

Inentingen In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt hij of zij de laatste twee inentingen tegen DTP (Difterie, Tetanus en Polio) en BMR (Bof, Mazelen en Rode hond). Meisjes van 12 jaar krijgen ook de vaccina-tie tegen HPV (baarmoederhalskanker). De GGD verstuurt hiervoor uitnodigingen en vaccineert op een aantal centrale locaties in de regio.

Altijd welkomHeeft u vragen of wilt u een afspraak maken voor een gezondheidsonderzoek of gesprek? U kunt contact opnemen met de sector Jeugdgezondheid.

10.11 Meldcode huiselijk geweld en kindermis-handelingDe Meldcode huiselijk geweld en kindermishande-ling is een stappenplan waarin staat hoe mede-werkers in het onderwijs moeten omgaan met het signaleren en melden van (vermoedens van) huise-lijk geweld en kindermishandeling. Uitgangspunt daarvoor is het Basismodel meldcode. Daarin staan de volgende vijf stappen:1. In kaart brengen van signalen;2. overleggen met een collega; eventueel raadple-

gen van Veilig Thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling; of een deskundige op het gebied van letselduiding;

3. gesprek met de betrokkene(n);4. wegen van het huiselijk geweld of de kinder-

mishandeling, en bij twijfel altijd Veilig Thuis raadplegen;

5. beslissen over zelf hulp organiseren of melden.

Met ingang van 1 januari 2019 geldt een aanscher-ping van stap 4 en 5 van de meldcode. In stap 4 we-gen beroepskrachten op basis van de informatie uit stap 1 tot en met 3 af of zij een vermoeden hebben van huiselijk geweld of kindermishandeling. Daarbij bepalen zij met behulp van een afwegingskader of er sprake is van acute of structurele onveiligheid.

34

35

Het teamHet team van Basisschool Op Dreef is bereikbaar op school, tel: 040-253 28 34.

Directeur en aansturingsteam Trudy Hoogwegt t.hoogwegt@veldvest.nlAnnemieke van den Heuvel a.vandenheuvel@veldvest.nl Elly van de Ven e.vandeven@veldvest.nl Dorien Felten d.felten@veldvest.nl Kim Somers k.somers@veldvest.nlHilde Gillissen h.gillissen@veldvest.nlAnnemarie van de Wouw a.vandewouw@veldvest.nl Ellen Ras e.ras@veldvest.nl

LeerkrachtenGroep 1-2a Ivon Schenkelaars i.schenkelaars@veldvest.nl Groep 1-2b Suzanne Fietelaars s.fietelaars@veldvest.nl Morgana Stoots m.stoots@veldvest.nl Groep 1-2c Astrid van Lieshout a.vanlieshout@veldvest.nl Petri Neggers p.neggers@veldvest.nl Groep 1-2d Mariëlle Dekkers m.dekkers@veldvest.nl Wilma Louwers w.louwers@veldvest.nl Groep 1-2e Steffi van de Ven s.vandeven@veldvest.nl

Groep 3a Perla Knoops p.knoops@veldvest.nl Christel Zoetekouw c.zoetekouw@veldvest.nl Groep 3b Hilde Gillissen h.gillissen@veldvest.nl Diana Groenen d.groenen@veldvest.nl

Groep 4a Leanne Bataille l.bataille@veldvest.nl Marjolein Oerlemans m.oerlemans@veldvest.nl Groep 4b Alice Mertens a.mertens@veldvest.nl Freek van Reen f.vanreen@veldvest.nl

Groep 5a Ingrid van Gerven i.vangerven@veldvest.nl Marga Bressers m.bressers@veldvest.nl Groep 5b Leonie van Heijst l.vanheijst@veldvest.nl Marga Bressers m.bressers@veldvest.nl

Groep 6a Astrid Dielis a.dielis@veldvest.nl Freek van Reen f.vanreen@veldvest.nl Groep 6b Annemarie vd Wouw a.vandewouw@veldvest.nl Marieke Verhoeven m.verhoeven@veldvest.nl Freek van Reen f.vanreen@veldvest.nl

Groep 7a Bianca van Gestel b.vangestel@veldvest.nl Ellen Ras e.ras@veldvest.nl Groep 7b Kim Somers k.somers@veldvest.nl Marleen Hoefnagels m.hoefnagels@veldvest.nl

Groep 8a Driek Peters d.peters@veldvest.nl Groep 8b Thijs Bakker t.bakker@veldvest.nl

11. namen en adressen

OnderwijsassistentenJolanda Dillen j.dillen@veldvest.nl Claudia van der Velden c.vandervelden@veldvest.nlPatricia de Vetter p.devetter@veldvest.nl

AdministratieAnnemieke Welling a.welling@veldvest.nl

ConciërgeAndré Hendrikx a.hendrikx@veldvest.nl Erika Westhiner

Ondersteunend personeelThomas BonewaldLinda MintenErika Westhiner

Schoonmaakpersoneel Jolanda HendrikxLucia Mulder Jeanne van NistelrooijKitty Verspaandonk

Medezeggenschapsraadoudergeleding mrbsopdreef@gmail.comRoland Mol Muriel Teunissen Rob Zwanenberg Ric Huisman

personeelsgeledingLeanne Bataille Ingrid van Gerven Driek Peters Vacature

Bevoegd gezagStichting Veldvest info@veldvest.nl Past. Jansenplein 21 www.veldvest.nl 5501 BS Veldhoven 040-253 12 01

Contactpersoon GMR GMR@Veldvest.nl Korein KinderpleinU kunt de dagopvang bereiken via telefoonnr. 040-2300505.De BSO is vanaf 14.00 uur bereikbaar via telefoonnr. 06-10921073. Voor 14.00 uur kunt op bovenstaand nummer de voice mail inspreken voor eventuele vragen. Afmelden kunt u uw zoon of dochter via het ouderportaal.

36

37

Inspectie Inspecteur van het Onderwijs tilburg@owinsp.nl Postadres: Postbus 88 5000 AB TilburgBezoekadres: Spoorlaan 420 (1e etage)5038 CG Tilburg Telefoon: 088-6696060 www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 088-8051.

Meldpunt vertrouwensinspecteur van de inspectie (voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld). Op werkdagen te bereiken van 08.00-17.00 uur. Telefoon: 0900-1113111

Klachtencommissie* Interne contactpersonen van onze school Kim Somers en Alice Mertens Telefoon: 040-253 28 34

* Externe vertrouwenspersoon Irma van Hezewijk irmavanhezewijk@vertrouwenswerk.nl Telefoon: 06-54647212

Stichting Geschillencommissie Secretariaat Neutraal Bijzondere Scholen:Klachtencommissie VBS, Bezuidenhoutseweg 225, 2594 AL Den HaagTelefoon: 070-3315252

PO-RaadVarrolaan 60Postbus 85246, 3508 AE UtrechtTel: 030-3100933Openingstijden: ma t/m vr 09.00 – 12.30 uurE-mail: info@poraad.nl Internet: www.poraad.nl

Centrum Jeugd en Gezin (CJG)Wilt u een vraag stellen aan of overleggen met een medewerker van het Centrum voor Jeugd en Gezin Veldhoven?Telefoon: 040-2584113 (ma t/m vr 10.00 – 16.00 uur)E-mail: via de website www.cjgveldhoven.nl

Schoolmaatschappelijk werk Lumens GroepTelefoon : 040-2193300E-mail: info@lumenswerkt.nl

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuidoost-Brabant (GGD)Postadres: GGD Brabant-Zuidoost, Postbus 8684 5605 KR Eindhoven E-mail: Jgz@ggdbzo.nl Algemeen telefoonnummer: 0492-584888Afdeling jeugdgezondheidszorg: 0492-584821

Basisschool Op Dreef

Pastoor Jansenplein 15

5504 BS Veldhoven

Telefoon: 040 -2532834

E-mail: opdreef@veldvest.nl

Website: www.bsopdreef.nl