secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk...

26

Transcript of secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk...

Page 1: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or
Page 2: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or
Page 3: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or
Page 4: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or
Page 5: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

RAPPORT

Haalbaarheidsstudie verplaatsbare

zonneweide

Klant: Gemeente Dronten

Stichting DE-on

Referentie: I&BR001D01

Versie: 01/Concept

Datum: 15 maart 2016

Page 6: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 i

HASKONINGDHV NEDERLAND B.V.

Laan 1914 no.35

3818 EX Amersfoort

Netherlands

Industry & Buildings

Trade register number: 56515154

+31 88 348 20 00

+31 33 463 36 52

[email protected]

royalhaskoningdhv.com

T

F

E

W

Titel document: Haalbaarheidsstudie verplaatsbare zonneweide

Ondertitel: Referentie: I&BR001D01

Versie: 01/Concept Datum: 15 maart 2016

Projectnaam: Haalbaarheidsstudie verplaatsbare zonneweide Projectnummer: BD6831

Auteur(s): Cuno Grootscholten, Jan Willem Geuke, Ralf Speek

Opgesteld door: Ralf Speek

Gecontroleerd door: Cuno Grootscholten

Datum/Initialen: 15-03-2016, CG

Goedgekeurd door: Jan de Wit

Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW

Classificatie

Vertrouwelijk

Disclaimer No part of these specifications/printed matter may be reproduced and/or published by print, photocopy, microfilm or by any other means, without the prior written permission of HaskoningDHV Nederland B.V.; nor may they be used,

without such permission, for any purposes other than that for which they were produced. HaskoningDHV Nederland B.V. accepts no responsibility or liability for these specifications/printed matter to any party other than the persons by

whom it was commissioned and as concluded under that Appointment. The quality management system of

HaskoningDHV Nederland B.V. has been certified in accordance with ISO 9001, ISO 14001 and OHSAS 18001.

Page 7: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 ii

Inhoud

1 Inleiding 1

2 Onderzoeksvraag 1: Ruimtelijke ordening 2

2.1 Inleiding 2

2.2 Vergunningplicht 2

2.3 Toetsing aan bestemmingsplan 2

2.4 Planologische procedure-mogelijkheden 3

2.5 Indicatie relevante onderwerpen bij projectafwijkingsbesluit 5

2.6 Doorkijk naar procedure en regeling 7

2.7 Resumé 8

3 Onderzoeksvraag 2: Subsidie 9

3.1 Inleiding 9

3.2 Overleg RVO 9

3.3 Resumé 9

4 Onderzoeksvraag 3: Technisch 10

4.1 Inleiding 10

4.2 Opties systeem 10

4.3 Verplaatsing panelen 13

4.4 Locatie omvormers 13

4.5 Kostenindicatie verplaatsen van een single line configuratie 13

4.6 Resumé 15

5 Conclusie Haalbaarheidsstudie 16

6 Aanbevelingen en vervolgstappen 16

Bijlagen

Bijlage 1:Tekst Besluit omgevingsrecht, Bijlage II, geldend op 08 december 2015

Bijlage 2: Opvatting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu inzake de toepassing van artikel 4,

onder 11 van bijlage II Besluit omgevingsrecht.

Page 8: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 1

1 Inleiding

Gemeente Dronten en Stichting DE-on onderzoeken om delen van het bedrijventerrein De Poort van

Dronten een eventueel tijdelijke herbestemming te geven voor de realisatie van zonnepanelenweiden. Het

idee houdt in dat er voor een deel van het totale terrein een zonneweide ontwikkeld en gerealiseerd wordt,

zonder dat de zonneweide een belemmering vormt voor de gronduitgifte aan bedrijven die zich willen

vestigen op het betreffende terrein. De zonnepanelen-installatie zou daarom een stuk kleiner moeten

worden dan wat zou passen in de vergunde ruimte, en binnen de bestemde kavels verplaatst moeten

kunnen worden zodat het bezette kavel vrijgemaakt kan worden wanneer dit gewenst is vanuit de

beoogde gronduitgifte.

Definitie Flexibel Een flexibele zonneweide dient binnen 3 maanden te kunnen

worden verplaats en weer in werking te worden gesteld.

In deze haalbaarheidsstudie wordt de haalbaarheid van de verplaatsbare zonnepanelenweiden

onderzocht op de volgende 3 aspecten:

1. Ruimtelijke ordening: is het mogelijk om een deel van een bedrijventerrein een al dan niet tijdelijke

herbestemming te geven (van bedrijfspanden naar bedrijfspand en/of de opwek van zonne-energie),

is deze wijziging indien gewenst omkeerbaar en waar moet rekening mee gehouden worden?

2. Subsidie: staat RVO het toe dat een afgegeven SDE+ beschikking gebruikt wordt voor een groter

gebied dan strikt genomen noodzakelijk is voor de installatie, en dat binnen dit gebied de installatie

een of meerdere keren verplaatst wordt? Op welke manier kan de gewenste flexibiliteit in de subsidie

bereikt worden?

3. Technisch: Zijn flexibele/roulerende zonneweides technisch mogelijk te maken op een bouwrijp terrein

waarbij de installatie verplaatst kan worden naar een naastgelegen kavel of op het dak van de te

ontwikkelen bebouwing komt te liggen en wat zijn daarbij de additionele kosten t.o.v. een

conventionele zonneweide?

Hierbij ligt de focus op de beantwoording van de eerste twee vragen. Bij vraag drie gaat het om een quick

scan van de mogelijke technische oplossing en een indicatie van bijbehorende kosten. In deze rapportage

worden de 3 onderzoeksvragen beantwoord en worden vervolgstappen geformuleerd. Het project kan als

voorbeeld dienen voor andere gemeenten die leegstaande kavels hebben. Het onderzoek wordt zo

opgezet dat uitgangspunten van het onderzoek kopieer baar zijn.

Page 9: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 2

2 Onderzoeksvraag 1: Ruimtelijke ordening

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt vraag 1 van de haalbaarheidsstudie naar een verplaatsbare zonneweide behandeld.

De onderzoeksvraag betreft: is het mogelijk om een deel van een bedrijventerrein een al dan niet tijdelijke

herbestemming te geven (van bedrijfspanden naar bedrijfspand en/of de opwek van zonne-energie), is

deze wijziging indien gewenst omkeerbaar en waar moet rekening mee gehouden worden?

2.2 Vergunningplicht

Voordat wordt ingegaan op het hoe en waarom van een planologische procedure, moet

volledigheidshalve de vraag worden gesteld: is het beoogde project wellicht (gedeeltelijk) vergunningvrij te

realiseren? Vergunningvrij betekent vaak (niet altijd) dat er geen toets aan het bestemmingsplan hoeft

plaats te vinden. Een planologische procedure is in dat geval niet aan de orde.

Het Besluit omgevingsrecht (Bor), bijlage II artikel 2 en artikel 3 geeft antwoord op deze vraag, want

daarin staan categorieën van gevallen waarvoor een omgevingsvergunning niet is vereist.

Voor dit project is van belang het criterium dat zonnepanelen alleen vergunningvrij zijn indien ze op/aan

een dak van een gebouw worden geplaatst. In deze case is sprake van zonnepanelen op/aan constructies

op maaiveld. Dat deze constructies in meer of mindere mate mobiel zijn, doet daar niet aan af. Ze zijn

bedoeld om ter plekke gedurende langere tijd gesitueerd en in werking te blijven. Uit jurisprudentie blijkt

dat de constructie dan als bouwwerk moet worden aangemerkt.

Conclusie: de beoogde zonneweide is NIET vergunningvrij realiseerbaar.

2.3 Toetsing aan bestemmingsplan

Het initiatief is functioneel en ruimtelijk getoetst aan het geldende bestemmingsplan Rendierweg van de

gemeente Dronten. Daarnaast gelden voor een gedeelte van bedrijventerrein Poort van Dronten twee

wijzigingsplannen. Het betreft hier de 'bedrijveneilanden'. Deze wijzigingsplannen zijn voor de toetsing van

het beoogde project verder niet (anders) van belang (dan het moederplan).

De resultaten van de toetsing luiden kortweg als volgt:

• Functioneel: de relevante bestemmingsomschrijvingen staan geen (zelfstandige, niet ondergeschikte)

opwekking van zonne-energie toe.

• Bebouwing / ruimtelijk: de bouwregels (of andere regels) voorzien niet sec in de oprichting van

zonnecollectoren o.i.d.

• Flexibiliteit: de regels voorzien niet in (voor dit project relevante) flexibiliteitsbepalingen, zoals

afwijkings- of wijzigingsbevoegdheden.

Page 10: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 3

Conclusie: het bestemmingsplan biedt geen basis om, bij recht dan wel via toepassing van een

flexibiliteitsbevoegdheid, medewerking aan het initiatief te verlenen.

2.4 Planologische procedure-mogelijkheden

De conclusie onder 2. betekent dat naar andere, wettelijke procedure-mogelijkheden in beeld moeten

worden gebracht, te weten:

2.4.1. kruimelgevallenregeling

2.4.2. Projectafwijkingsbesluit

2.4.3. Herziening bestemmingsplan

2.4.4. Crisis- en herstelwet

2.4.1 Art. 4 van Bijlage II Bor i.s.m. Afwijkingenbeleid Dronten

Art. 4 van bijlage II Bor bevat de categorieën van gevallen die in aanmerking komen voor verlening van

een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet

waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet van het

bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken. Oftewel de 'planologische kruimelgevallen'.

Zie ook de bijlage bij deze notitie.

Als we de categorieën van gevallen doorlopen, dan geldt voor de meeste direct dat ze niet van toepassing

zijn op deze case. Een enkele verdient een korte beschouwing:

ad 1. uiteindelijk niet aan de orde, want geen bijbehorend bouwwerk

ad 2. uiteindelijk niet aan de orde, want - hoewel nog te discussiëren valt over de vraag of dit wel of geen

nutsvoorziening is als bedoeld in art. 2, lid 18, bijlage II Bor - mag de oppervlakte daarvan niet meer

bedragen dan 15 m² bedragen (of o.g.v. art. 4 niet meer dan 50 m²). Die oppervlakte geldt voor het hele

park, aangezien dit niet mag worden opgeknipt in aparte constructies (wordt gezien als één bouwwerk).

ad 3. ook hier geldt dat de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 m²

Page 11: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 4

ad 11. Op grond van een recente uitleg van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu mag lid 11 naar alle

waarschijnlijkheid ook worden toegepast op tijdelijke voorzieningen ten aanzien waarvan het de

bedoeling is (of waarvan niet kan worden uitgesloten) dat deze een permanent karakter krijgen.

Voorwaarde hierbij is dat - hoewel het om een permanente voorziening gaat - deze niet onomkeerbaar

mag zijn. Zie bijlage 2 voor een nadere beschouwing en een verwijzing naar de betreffende passages in

de Memorie van Toelichting van de Wabo en het Bor.

In dit geval moet ervan worden uitgegaan dat een zonneweide, hoewel verplaatsbaar, toch een (semi-)

permanente voorziening is, in die zin dat deze langer dan 10 jaar op een bepaalde locatie aanwezig moet

kunnen zijn. Een zonneweide, zeker een verplaatsbare variant, leidt echter niet tot een onomkeerbare

situatie, waardoor dit project in elk geval aan deze voorwaarde voldoet.

Aandachtspunt is (en blijft voorlopig) dat deze optie door het Ministerie van IenM weliswaar als haalbaar is

bestempeld, maar op dit moment is hierover nog geen jurisprudentie verschenen. Hoewel aan een uitleg

van een ministerie gezag mag (en moet) worden toegekend, is de geschetste reikwijdte van het

betreffende artikel dus niet 'bewezen'.

Nadere beschouwing van het afwijkingenbeleid

Het Afwijkingenbeleid van de gemeente Dronten ziet alleen op het verlenen van een

omgevingsvergunning, indien de aanvraag strijd oplevert met het bestemmingsplan, en deze strijdige

situatie kan worden geplaatst onder (een van) de in artikel 4 van Bijlage II van het Bor opgenomen

categorieën (de “kruimelgevallenlijst”). Wanneer dit het geval is en de aanvraag tevens voldoet aan

onderhavige beleidsregels, wordt in beginsel medewerking verleend aan het verstrekken van de

gevraagde omgevingsvergunning.

Nu is hiervoor al geconstateerd dat het Bor andere bruikbare bepalingen bevat. Niettemin is het

interessant te kijken naar het Afwijkingenbeleid Dronten, om te zien in hoeverre dit beleid andere

aanknopingspunten zou kunnen bieden.

Art. 3.1 onder 4:

Niet wordt meegewerkt aan vergunningverlening voor het bouwen van bouwwerken waarop volgens het

bestemmingsplan dergelijke bouwwerken niet zijn toegestaan; het voorgaande geldt niet voor de

bouwwerken genoemd in de artikelen 4.1, 4.3, 4.4 en 5.3 (…).

In deze case zou alleen art. 4.4. mogelijk relevant kunnen zijn. Dit artikel gaat echter over "Bijbehorende

bouwwerken" terwijl de zonnepanelen + constructies als zelfstandig / primair bouwwerk beschouwd

moeten worden. Dus niet aan de orde.

Overigens wordt in het Afwijkingenbeleid geen ander aanknopingspunt gevonden (hetgeen ook vreemd

zou zijn, aangezien het Bor zelf al geen aanknopingspunten bevat.

Conclusie: het Afwijkingenbeleid gemeente Dronten biedt geen basis voor medewerking. Toepassing van

3.1. Art. 4, onder 11 van Bijlage II Bor lijkt echter wel haalbaar, indien de gemeente Dronten de uitleg

zoals gegeven door het Ministerie van IenM onderschrijft en accepteert dat over de toepassing van

genoemd artikel voor permanente afwijkingen nog geen jurisprudentie is verschenen.

Page 12: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 5

2.4.2 Projectafwijkingsbesluit

De gemeente Dronten beoordeelt deze categorie van afwijkingen per concrete aanvraag. Een nader

toetsingskader in de vorm van beleidsregels heeft de raad niet wenselijk geacht.

Op voorhand is dus geen enkel initiatief uitgesloten.

Conclusie: deze wettelijke mogelijkheid wordt door het beleid van de gemeente Dronten niet (op

voorhand) beperkt en is dus te overwegen.

2.4.3 Herziening bestemmingsplan

In principe kan een ieder een verzoek indienen tot herziening van een bestemmingsplan, waarna de

gemeente een dergelijk verzoek in behandeling neemt.

Conclusie: deze wettelijke mogelijkheid wordt door het beleid van de gemeente Dronten niet (op

voorhand) beperkt en is dus te overwegen.

2.4.4 Crisis- en herstelwet (Chw) / bestemmingsplan PLUS

De Chw kan op twee manieren van belang zijn: tijdelijk afwijken van geldende (milieu-) normen en/of

maximum behandeltermijn bij Raad van State (ingeval van beroep tegen het herziene bestemmingsplan).

De eerste is hier, naar verwachting vooralsnog niet aan de orde, aangezien een zonnepark op deze

locatie milieuplanologisch naar verwachting zonder 'bestemmingsplan PLUS' afdoende kan worden

gemotiveerd en/of geregeld.

Conclusie: de Chw is voor deze case vooralsnog niet of beperkt van belang, Niettemin is het goed deze

optie open te houden, bijvoorbeeld indien bij uitwerking van de regeling blijkt dat tijdelijk afwijken van

wettelijke bepalingen dringend wenselijk of noodzakelijk is.

2.5 Indicatie relevante onderwerpen bij projectafwijkingsbesluit of

herziening bestemmingsplan

Een aanvraag tot medewerking aan een projectafwijkingsbesluit of herziening van het bestemmingsplan

toetst de gemeente in hoofdzaak aan drie primaire haalbaarheidscriteria:

2.5.1 Planologisch beleid

2.5.2 Milieu- en omgevingsaspecten

2.5.3 Uitvoerbaarheid

2.5.1 Planologisch beleid

In de meeste beleidsdocumenten van gemeente, provincie en rijk wordt - in meer of mindere mate -

ingezet op duurzame opwekking en/of toepassing van energie. In die zin is de verwachting dat het

voornemen (meer dan) positief aansluit bij dergelijke beleidsambities. Toch is het verstandig de

belangrijkste ruimtelijke beleidsdocumenten, waaronder met name de provinciale ruimtelijke verordening

(die juridisch doorwerkt in gemeentelijk beleid), nader te beschouwen. Niet uit te sluiten valt dat het

voornemen ander beleid (dan het duurzaamheidsbeleid) doorkruist.

Page 13: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 6

Structuurvisie Dronten 2030

De gemeente zet in op het opwekken van (andere vormen van) duurzame energie. De gemeente zal

zoveel mogelijk inspelen op duurzame initiatieven en innovaties. Door zoveel mogelijk duurzaam te

bouwen, kan energie worden bespaard. De grote oppervlaktes aan daken van bedrijventerreinen kunnen

voor zonnepanelen worden benut. Op die manier kan zelfs een bedrijventerrein per saldo energie

opwekken. Op het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein Poort van Dronten is duurzaamheid een

speerpunt.

Omgevingsplan Flevoland

De provincie wil economisch interessante initiatieven vanuit het bedrijfsleven op het gebied van duurzame

energie faciliteren. Daartoe worden marktinitiatieven ondersteund en netwerken benut. Door succesvolle

toepassingen van duurzame energie te etaleren via een toepassingencentrum wordt Flevoland op de

kaart gezet als een provincie waar innovaties en toepassingen van duurzame energie mogelijk zijn en

worden ondersteund. Naast fysieke opstellingen van duurzame energietoepassingen wil de provincie

Flevoland de hier opgedane 'toepassingskennis' uitwisselen.

Verordening voor de fysieke leefomgeving, provincie Flevoland

De verordening, waarin regels staan ter uitvoering van het beleid van het omgevingsplan, bevat geen

regels die voor de aanleg van een zonneweide relevant zijn (pro noch contra).

Conclusie: de plaatsing van een zonneweide - als duurzame energieopwekker - wordt beleidsmatig in

voldoende mate ondersteund. Uiteraard is het zaak dat de nieuwe functie de verwezenlijking van de

juridisch verankerde functie van bedrijventerrein niet belemmerd of onmogelijk maakt.

2.5.2 Milieu- en omgevingsaspecten

Bij de beoordeling kan en mag rekening worden gehouden met de huidige bestemming, namelijk die van

bedrijventerrein. Anderszins moet een voorgenomen herziening ook autonoom worden overwogen op

aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid.

Aspect indicatieve beoordeling (inschatting)

Milieu-effectrapportage Plan- of project-m.e.r. niet vereist. Een beknopte vormvrije m.e.r.

(vergewisplicht) wel doen.

Bedrijven- en milieuzonering Geen belemmering.

Verkeer In beginsel geen probleem, mits niet zicht-belemmerend

geplaatst en geen hinderlijke reflectie veroorzakend.

Luchtkwaliteit Positieve bijdrage aan de luchtkwaliteit, minder verbranding

nodig.

Geluidhinder Geen belemmering.

Geurhinder Geen belemmering.

Externe veiligheid In beginsel geen belemmering, formeel risico-kaart controleren.

Bodemkwaliteit Geen belemmering.

Water Wel formeel watertoets nodig, maar bestemming is reeds

bedrijventerrein, geen belemmering verwacht.

Ecologie Quickscan laten uitvoeren (biedt ook inzicht of maatregelen om

vestiging waardevolle soorten te verhinderen succesvol zijn!)

Archeologie / cultuur Geen belemmering

Lichthinder / reflectie Zie Verkeer.

Kabels en leidingen Moet bij beheerder bekend zijn.

Page 14: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 7

2.5.3 Uitvoerbaarheid

Een derde overweging is die van de uitvoerbaarheid. Een project of plan kan immers planologisch

haalbaar zijn, maar is het in de praktijk ook uitvoerbaar?

Techniek Indirect aan de orde: exceptionele kosten voor techniek (bijv.

sanering nodig, verleggen kabels en leidingen) beïnvloeden

mogelijk financiële haalbaarheid.

Financiële haalbaarheid Aannemelijk moet kunnen worden gemaakt dat de

initiatiefnemer(s) het project in financiële zin kunnen uitvoeren.

Begroting hoeft niet in detail openbaar, maar eventueel wel te

overleggen aan gemeente of Raad van State.

(Grond-)exploitatie Kan nodig zijn in het kader van aantoonbaarheid financiële

uitvoerbaarheid, met name van belang bij gebiedsontwikkeling of

bijv. natuurcompensatie.

Planschade / overige schade Inzicht moet worden geboden in de mate waarin het project schade veroorzaakt (planschade, inkomensderving enz.). Maakt tevens onderdeel uit van de overweging inzake de financiële haalbaarheid.

Exploitatieplan (GREX-wet) In dit geval niet niet vereist.

Maatschappelijk Inzicht moet worden geboden in de maatschappelijke

uitvoerbaarheid. Bijvoorbeeld door verslaglegging van

inspraakprocedure of overleg met omwonenden.

Conclusie: in het kader van de beoordeling van (een aanvraag tot) een planologische procedure zijn

diverse aspecten van belang. De bovenstaande doorkijk laat echter zien dat er geen belangrijke

knelpunten lijken te zijn, en dat alle lichten uiteindelijk op groen kunnen worden gezet.

2.6 Doorkijk naar procedure en regeling

Hoe kan een verplaatsbare zonneweide dan het beste worden geregeld? De eerste te maken keuze is:

toepassing van:

• toepassing geven aan art. 4, onder 11 bijlage II Bor (afwijking planologische kruimelgevallen), of

• het nemen van een projectafwijkingsbesluit dan wel herziening van het bestemmingsplan

afwijking planologische kruimelgevallen:

zie hierna bij projectafwijkingsbesluit, behalve:

• kortere procedure, namelijk beslistermin van 8 weken (eventueel te verlengen met 6 weken);

• toepasbaarheid voor 'permanente voorzieningen' nog niet bewezen.

projectafwijkingsbesluit:

• bindend voor vergunninghouder;

• uitsluitend voor een (uitgewerkt) project te verlenen;

• flexibiliteit slechts beperkt mogelijk (betreft niet de verplaatsbaarheid, want dat is een projectelement)

• sturing in de vorm van criteria verbonden aan vergunning;

Page 15: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 8

• aan vergunning kan geldigheidstermijn worden verbonden;

• indien na enige tijd vergunning niet meer voldoet = nieuwe vergunning aanvragen.

• proceduretijd: wettelijk 6 maanden, exclusief voorbereiding (ca. 2 - 4 maanden) en eventueel

beroeps- en hoger beroepsprocedure (ca. 4 - 10 maanden).

bestemmingsplan:

• generieke regeling, voor iedereen juridisch bindend;

• project hoeft nog niet geheel te zijn uitgewerkt;

• flexibiliteit in redelijke mate mogelijk;

• in principe onbeperkt geldig (vanaf 2018) dus niet automatisch in tijd beperkt, maar…

• … een voorlopige bestemming is wel mogelijk (max. 5 jaar)….

• of wijzigingsbevoegdheid voor B&W opnemen om de mogelijkheid van een verplaatsbare zonneweide

onder voorwaarden weer te schrappen of hieraan andere criteria te verbinden.

• proceduretijd: wettelijk 6 maanden, exclusief voorbereiding (ca. 3 - 6 maanden) en eventuele

beroepsprocedure (ca. 6 maanden).

Na de keuze voor één van beide procedures is het zaak om de vergunningsvoorwaarden dan wel

bestemmingsbepalingen uit te werken, zodat dat de verplaatsbare zonneweide wordt toegestaan maar dat

er voldoende regie en sturing mogelijk is teneinde de toekomstige gronduitgifte niet te frustreren.

2.7 Resumé

De aanleg (en het functioneren) van een verplaatsbare zonneweide is niet vergunningvrij en moet daarom

getoetst worden aan het geldende bestemmingsplan. Het hier van toepassing zijnde bestemmingsplan

Rendierweg staat een dergelijke (zelfstandige) functie niet toe. Het beleid van de gemeente Dronten

voorziet niet in specifieke afwijkingsbevoegdheden die van toepassing zijn (of zouden kunnen zijn) op

verplaatsbare zonneweiden. Wel lijkt - op basis van een uitleg van het Ministerie van IenM, artikel 4, onder

11 van bijlage II Bor in dit geval toepasbaar te zijn. Groot voordeel van deze procedure is dat binnen 8 (of

eventueel 14) weken een besluit moet worden genomen. De uitleg van het ministerie is echter nog niet

bewezen. Indien de voorkeur daarom uit zou gaan naar een bewezen procedure, dan komen de reguliere

planologische bevoegdheden in beeld: een projectafwijkingsbesluit of een herziening van een

bestemmingsplan. Beide procedures zijn in hoge mate gelijkgeschakeld inzake zwaarte en procesduur.

Uit een globale beschouwing van te overwegen aspecten kan worden opgemaakt dat een

projectafwijkingsbesluit of herziening van een bestemmingsplan in beginsel goed haalbaar en uitvoerbaar

is. Tevens blijkt uit een doorkijk naar de juridische regeling dat beide procedures goede mogelijkheden

bieden voor het voeren van regie, teneinde toekomstige gronduitgifte niet te frustreren. Dit moet echter in

overleg worden uitgewerkt, afhankelijk van nadere afspraken tussen gemeente en initiatiefnemer.

Overigens dient dat laatste ook gedaan te worden indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4, onder

11, bijlage II Bor.

Page 16: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 9

3 Onderzoeksvraag 2: Subsidie

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt vraag 2 van de haalbaarheidsstudie naar een verplaatsbare zonneweide behandeld.

De onderzoeksvraag betreft: staat RVO het toe dat een afgegeven SDE+ beschikking gebruikt wordt voor

een groter gebied dan strikt genomen noodzakelijk is voor de installatie, en dat binnen dit gebied de

installatie een of meerdere keren verplaatst wordt? Op welke manier kan de gewenste flexibiliteit in de

subsidie bereikt worden?

3.2 Overleg RVO

Op 14 januari heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen RVO, gemeente Dronten, DE-on en RHDHV

om bovenstaande onderzoeksvraag te bespreken. Daarbij zijn de volgende aspecten besproken en door

RVO bevestigd:

Locatie

Een SDE+ beschikking wordt gekoppeld aan een locatie. RVO specificeert een locatie als een kadastraal

perceel of een adres. Aanvragen van een SDE+ beschikking voor een groter gebied dan strikt genomen

noodzakelijk voor de installatie is mogelijk. Verplaatsen van de installatie binnen een locatie is mogelijk.

Omgevingsvergunning

Voor het project wordt een tijdelijke vergunning afgegeven met een looptijd van 10 jaar. Daarna zal met

een bestemmingsplan wijziging de bestemming worden gewijzigd waardoor energieopwekking op het

terrein mogelijk is. De tijdelijke vergunning wordt door RVO gezien als een rechtsgeldige

omgevingsvergunning. Dat deze vergunning een kortere looptijd heeft dan de SDE+ beschikking (15 jaar)

is geen bezwaar (jurisprudentie).

Producent

De SDE+ aanvraag dient te worden gedaan door de producent. Als de gemeente niet zelf ontwikkeld dan

zal de gemeente een verklaring aan de producent dienen af te geven waarin toestemming wordt gegeven

om de productie-installatie op de beoogde locatie te installeren en te exploiteren.

Concept aanvraag

Afgesproken is dat initiatiefnemers een concept aanvraag ter toetsing mogen voorleggen aan RVO,

uiteraard kunnen hier geen rechten aan worden ontleend.

Publicitair

Voor zowel initiatiefnemers als RVO is het project publicitair interessant. Verkend zal worden hoe (na een

eventuele beschikking) gezamenlijk over het project zal worden gecommuniceerd.

3.3 Resumé

SDE+ aanvraag voor een verplaatsbare zonneweide is mogelijk. De aanvraag dient te worden gedaan

door de producent van de zonneweide.

Page 17: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 10

4 Onderzoeksvraag 3: Technisch

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt vraag 3 van de haalbaarheidsstudie naar een verplaatsbare zonneweide behandeld.

De onderzoeksvraag betreft: zijn flexibele/roulerende zonneweides technisch mogelijk te maken op een

bouwrijp terrein waarbij de installatie verplaatst kan worden naar een naastgelegen kavel of op het dak

van de te ontwikkelen bebouwing komt te liggen en wat zijn daarbij de additionele kosten t.o.v. een

conventionele zonneweide? Aan de hand van een quick-scan wordt op deze vraag ingegaan.

Deze quickscan bevat de volgende onderdelen

4.2 Opties systeem

4.3 Verplaatsing panelen

4.4 Locatie omvormers

4.5 Kostenindicatie verplaatsen van een single line configuratie

4.6 Resumé

4.2 Opties systeem

Er zijn twee mogelijkheden voor een flexibele zonneweide. Een weide met montagesysteem voor open

velden met een niet permanente fundering en één met een montagesysteem voor platte daken, dat

aangepast wordt voor open velden.

Een montagesysteem voor open velden met een niet permanente fundering

Schroefpalen

Schroefpalen zullen tussen de 1,40 en 1,50 m de grond in geschroefd worden. Na verloop van tijd zullen

de schroeven zich vastzuigen in de grond. Bij het verwijderen blijven er gaten achter en is er een risico dat

de schroeven afbreken en achterblijven in de grond.

Betonplaten

Het voordeel van deze methode is dat na verplaatsing van het zonnepark, de grond meteen klaar is voor

gebruik. Een ander voordeel is dat alle schroeven en materialen opnieuw bruikbaar zijn op de nieuwe

locatie. Wel zal er een vrachtwagen inclusief kraam gehuurd moeten worden om deze aan te leveren en

te vervoeren naar de nieuwe locatie.

Zowel het systeem met schroefpalen als betonplaten zijn in de toekomst niet te verplaatsen naar een dak.

Page 18: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 11

Figuur 1 –ValkField systeem met schroefpalen van Van der Valk

Een montagesysteem voor platte daken, dat aangepast wordt voor open velden

Als de grond afgevlakt wordt dan kan er gekozen worden voor een systeem dat ook op platte daken

gebruikt wordt. Het voordeel is dat het systeem flexibel is en evt. op toekomstige daken bevestigd kan

worden. Voor dit systeem zijn geen zware betonnen funderingsplaten nodig wat positief is voor de

verplaatsingskosten. Het systeem is goedkoper dan de openveldoplossingen.

Single grid

In dit systeem worden de rijen panelen aan elkaar gekoppeld zodat er een solide systeem ontstaat dat

minder gevoelig is voor de invloeden van wind. Het heeft wel als nadeel dat het systeem niet ontworpen is

om er tussen te lopen. Er zijn scherpe kanten op enkelhoogte en veelgebruikte methodes om onkruid te

wieden zoals het laten grazen van schapen en het inzetten van maairobots zijn niet mogelijk in deze

configuratie. Ook opspattend vuil is een probleem dat kan ontstaan.

Figuur 2 – Valkflat systeem van Van der Valk

Single lines

In dit systeem staan de rijen panelen los van elkaar zodat er vrij tussen bewogen kan worden. Voordeel

hiervan is dat er makkelijker onderhoud mogelijk is tussen de panelen. Het nadeel is dat er meer ballast

nodig is dan bij een single grid systeem. Ook bij dit systeem is opspattend vuil een potentieel probleem.

Page 19: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 12

Figuur 3 – Windsafe systeem van Schletter

Solarbear is een paneelbevestiging en ballast in één (40 kilo per voet) en hiermee kan in een korte tijd

een single line gevormd worden. Het goed oplijnen is bij oneffen ondergronden een potentieel probleem.

Figuur 4 – Solarbaer

Montagesystemen Opties Voorbeelden

Een montagesysteem voor open velden met een niet permanente fundering

Schroefpalen

Betonplaten

Een montagesysteem voor platte daken, dat aangepast wordt voor open velden

Single grid (de rijen met panelen worden aan elkaar gekoppeld)

Esdec – Flatfix fusion VanderValk - Valkflat

Schletter – FixGrid

Single lines (de rijen panelen staan los van elkaar)

Esdec – Flatfix

VanderValk - Valkdouble

Schletter - Windsafe

Solarbear

Tabel 1 – Overzicht verschillende montageopties verplaatsbaar zonnepark

Page 20: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 13

4.3 Verplaatsing panelen

Er zijn grofweg twee mogelijkheden voor het verplaatsen van het systeem. Het systeem in zijn geheel

verplaatsen of het systeem demonteren en opnieuw opbouwen op de nieuwe locatie.

Het systeem in zijn geheel verplaatsen

Eén mogelijke optie is om het systeem verplaatsen door het geheel mobiel te maken. Dit kan door

bijvoorbeeld er wielen onder te plaatsen. Het probleem met deze optie is dat het onderstel ivm met de

windbelasting te zwaar zal worden voor de ondergrond. De wielen zouden wegzakken in de ondergrond.

Een andere mogelijkheid is om het systeem te verplaatsen door het in modules van bijvoorbeeld 13x2

stuks (een standaard dieplader is 13,5 m lang) op een dieplader te tillen en deze in zijn geheel naar de

nieuwe locatie te rijden. Dit zal relatief weinig werk kosten per locatie, maar er zullen wel veel

transportbewegingen gemaakt moeten worden. Tegenover de lage kosten voor arbeid staan hoge kosten

van materieel. Het risico op materiaalbreuk is ook relatief hoog en dit zal ondervangen moeten worden.

Het systeem demonteren en opnieuw opbouwen op de nieuwe locatie.

Het kost circa 3,5 manuur om een module van 13x2 stuks te monteren. Het demonteren hiervan

zal naar verwachting minder tijd in beslag nemen dan het monteren. Het voordeel hiervan is dat er weinig

transportbewegingen nodig zijn tussen de locaties. Het nadeel is wel dat er veel arbeid verricht moet

worden.

Scenario 1 - In modules verplaatsen Scenario 2 - Demonteren en monteren

Transportbewegingen

Op locatie Weinig Veel

Tussen locaties Veel Weinig

Kosten

Materiaal Hoog Laag

Arbeid Laag Hoog

Risico

Materiaalbreuk Relatief hoog Relatief laag

Tabel 2 – Voor- en nadelen beide verplaatsingsopties

4.4 Locatie omvormers

Er kan worden gekozen om de omvormers centraal te plaatsen in bijvoorbeeld een container, dit heeft als

voordeel dat het makkelijk te verplaatsen is naar een nieuwe locatie. Er kan ook worden gekozen om de

omvormers decentraal te verdelen over het park, dit heeft als voordeel dat ze in de toekomst te verdelen

zijn over verschillende daken.

4.5 Kostenindicatie verplaatsen van een single line configuratie

Het is lastig om in te schatten wat de exacte meerprijs zal zijn voor het verplaatsen van een zonnepark

omdat het afhangt van de gekozen oplossing. Deze kostenindicatie geldt alleen voor het verplaatsen van

de panelen en het montagesysteem van een single line configuratie. Het opnieuw aansluiten van de

omvormers, het in werking stellen van het systeem en het testen van het systeem is niet bij deze indicatie

inbegrepen.

Page 21: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 14

Hieronder is een schets gemaakt van de twee scenario’s met erachter de onzekerheid van verschillende

onderdelen. Zoals op te merken is de onzekerheid voor de uitvoer van de verplaatsing hoog. Om deze

onzekerheid omlaag te halen zal er een verder onderzoek gedaan moeten worden

Investeringsraming Onzekerheid

Oppervlakte 4 ha Laag

Te installeren vermogen 2 MW Laag

Investering PV-installatie (panelen, montagesysteem en inverters)*

2.000.000 € Hoog

Stelpost AC-installatie (trafo en AC bekabeling)*

150.000 € Hoog

Tabel 3 – Investeringsraming

* Excl BTW en winstopslagen

Scenario 1 - In modules verplaatsen Onzekerheid

Aantal panelen 7400 panelen Laag

Aantal meter (double portrait) 3700 meter Laag

Gemiddelde lengte dieplader 13,5 meter Laag

Aantal ritten 275 ritten Hoog

Ritten per dag 15-16 ritten Hoog

Aantal dagen huur dieplader 17-18 dagen Hoog

Kosten huur dieplader 17-20 x kosten dieplader/dag Hoog

Benodigde arbeid (4 man personeel) 550 manuur Hoog

Kosten arbeid (€35.-/uur) 20.000 euro Hoog

Percentage investering 1 % Hoog

Niet meegenomen kosten

Verplaatsing ballast, opnieuw aansluiten van de omvormers,

het in werking stellen van het systeem en het testen van het

systeem

Scenario 2 - Demonteren en monteren Onzekerheid

Aantal panelen 7400 panelen Laag

Aantal meter (double portrait) 3700 meter Laag

Benodigd arbeid montage 13,5 m 3,5-5 manuur Gemiddeld

Benodigd arbeid demontage 13,5 m 1,5-3 manuur Gemiddeld

Totaal benodigde arbeid 1400 manuur Hoog

Kosten arbeid (€35.-/uur) 50.000 euro Hoog

Page 22: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 15

Percentage investering 1 % Hoog

Niet meegenomen kosten

Verplaatsing ballast, opnieuw aansluiten van de omvormers,

het in werking stellen van het systeem en het testen van het

systeem

Tabel 4 – Indicatieve kengetallen Scenario 1 en 2

4.6 Resumé

Op basis van bovenstaande bevindingen kunnen we een lichte voorkeur uitspreken voor het single line

montagesysteem. Het systeem kan op twee manieren verplaatst worden, in modules of in het geheel gedemonteerd

en gemonteerd. Zoals in tabel 2 aangegeven hebben beide methodes voor- en nadelen. Gezien de beperkte omvang

van deze quickscan is de exacte meerprijs voor het verplaatsen van een zonneweide nog niet aan te geven.

Daarvoor is meer onderzoek nodig. Als er nu al bij de gemeente Dronten een voorkeur bestaat voor een

bepaalde oplossing dan kan die verder worden uitgewerkt in een globaal ontwerp en kostenraming. Op

basis daarvan kan een businesscase voor een verplaatsbaar zonneweide worden opgesteld voor de

gemeente Dronten.

Page 23: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 16

5 Conclusie Haalbaarheidsstudie

In deze haalbaarheidsstudie is de haalbaarheid van de verplaatsbare zonnepanelenweiden onderzocht op

de aspecten ruimtelijke ordening, subsidie en technisch. Conclusie is dat een verplaatsbare zonneweide

zowel juridisch mogelijk als subsidiabel is. De technische uitwerking geeft een eerste beeld van de

mogelijke montage systemen en de verplaatsbaarheid daarvan. De meerkosten van een verplaatsbare

zonneweide betreft nu een indicatie. De exacte meerprijs is nog niet aan te geven. Een aantal aspecten

dient eerst verder te worden uitgewerkt om de meerkosten van een verplaatsbare zonneweide te bepalen.

Daarvoor zijn nog een aantal ontwerpkeuzes nodig zoals: hoe vaak dient (naar verwachting) de

zonneweide te worden verplaatst? Dient de zonneweide gedeeltelijk of in het geheel te worden verplaatst?

Kunnen bestaande trafo’s worden benut en wat zijn de daarbij behorende kabelafstanden?

6 Aanbevelingen en vervolgstappen

Om de bestuurders van de gemeente Dronten een gedegen afweging te kunnen laten maken over een

verplaatsbare zonneweide voor de Poort van Dronten dient de economische haalbaarheid van een

verplaatsbare zonneweide te worden bepaald. Investeert de gemeente zelf of worden de kavels

beschikbaar gesteld aan een producent/ontwikkelaar. En welke opbrengsten levert dat uiteindelijk de

gemeente? Om dat inzichtelijk te maken worden de volgende vervolgstappen aanbevolen:

• Bepalen meest geschikte kavel(s) zonneweide (op basis van verwachte leegstand kavels, locatie

trafo’s, AC- bekabeling)

• Opstellen globaal ontwerp zonneweide

• Opstellen investeringsraming

• Definiëren scenario’s (gemeente investeert zelf vs. investering door producent), zowel organisatorisch

als financieel, benoemen verantwoordelijkheden en risico’s

• Opstellen business case

Page 24: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 17

Bijlage 1 Tekst Besluit omgevingsrecht, Bijlage II, geldend op 08 december 2015 (Aparte bijlage)

Page 25: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 18

Bijlage 2 Opvatting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu inzake de toepassing van artikel 4, onder 11 van bijlage II Besluit omgevingsrecht (bron: www.omgevingsweb.nl 11 oktober 2015, "7 vragen en antwoorden over de kruimellijst")

De kern van een tijdelijke omgevingsvergunning is dat vergunning wordt verleend voor iets dat tijdelijk is van aard of dat weer ongedaan gemaakt kan worden. Bij de bouw van een woning is dat in principe het geval. De woning kan immers weer worden gesloopt en verwijderd. Daarmee is het mogelijk en aannemelijk dat de activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd. Er lijkt daarmee dus geen beletsel te bestaan om een tijdelijke vergunning te verlenen voor de bouw van een woning. Ook niet in het geval reeds bij het verlenen van de vergunning de intentie bestaat om met de wijziging van het bestemmingsplan de desbetreffende woning een permanente grondslag te geven. Afgevraagd kan wel worden wat de realiteitswaarde van een dergelijk scenario is. Het financiële risico is aanzienlijk in het geval het bestemmingsplan dat de woning permanent zou toestaan niet tot stand komt. De vraag is of een initiatiefnemer een dergelijk risico wil lopen. Ten aanzien van de tweede vraag biedt de nota van toelichting expliciet aanknopingspunten. Een activiteit tijdelijk toestaan, teneinde op een later moment te bezien of de activiteit permanent mogelijk kan worden gemaakt, lijkt wel aanvaardbaar te zijn. Zie in dit verband ook de volgende delen uit de nota van toelichting. Opgemerkt wordt dat hier om interpretatievragen gaat, waarbij uiteindelijk in een geschil de rechter zal bepalen hoe de juiste uitleg van wettelijke voorschriften luidt. Uittreksel Staatsblad 2014, nr. 333, blz. 25-26: “Met het vervallen van artikel 5.18, eerste lid, van het Bor, is overigens ook de beperking vervallen dat slechts een tijdelijke vergunning kan worden verleend voor een activiteit die voorziet in een tijdelijke behoefte. Ook vanwege een activiteit die voorziet in een permanente behoefte, is het mogelijk om een tijdelijke omgevingsvergunning te verlenen. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn indien een bepaald gebruik waaraan permanente behoefte bestaat, tijdelijk in een bepaald bouwwerk plaatsvindt in afwachting van een definitieve huisvestingssituatie. Voorts is hiermee beoogd om een breuk tot stand te brengen met de thans strikt in de jurisprudentie gehanteerde benadering dat slechts een tijdelijke vergunning kan worden verleend indien het ten tijde van het nemen van het besluit, op basis van concrete en objectieve gegevens aannemelijk is dat aan de activiteit slechts behoefte bestaat voor de duur waarvoor de vergunning wordt verleend. De nieuwe benadering biedt op dat punt meer ruimte voor het tijdelijk toestaan van activiteiten. Op de grondslag van de aanvraag zoals ingediend en eventueel aangepast door de aanvrager, kan vergunning worden verleend om activiteiten voor een bepaalde tijdsduur toe te staan. Bij de aan die vergunning ten grondslag te leggen afweging speelt niet langer een rol dat het aannemelijk moet zijn dat er na de gegeven termijn in het geheel geen behoefte meer bestaat aan de activiteit. Het behoeft slechts feitelijk mogelijk en aannemelijk te zijn dat de activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd, omdat immers anders impliciet de activiteit voor onbepaalde tijd zou worden vergund. Zo zal het bij het tijdelijk dempen van een natuurlijk waardevol moerasgebied, niet waarschijnlijk zijn dat de gevolgen daarvan zich feitelijk ongedaan laten maken. Bij de bouw van een flatgebouw met twintig verdiepingen dat slechts voor een duur van vier jaar aanwezig mag zijn, lijkt het evenmin aannemelijk dat, hoewel feitelijk niet onmogelijk, daadwerkelijke afbraak van het bouwwerk na afloop van die termijn zal plaatsvinden. Echter bij een leegstaand voor kantoorgebruik

Page 26: secure.dronten.nl · 2017-09-28 · Datum/Initialen: 15-03-2016, JdW Classificatie Vertrouwelijk Disclaimer No pa rt of these specifications/printed matter may be reproduced and/or

V e r t r o u w e l i j k

15 maart 2016 I&BR001D01 19

bestemd gebouw, waarin voor een duur van tien jaar studentenhuisvesting wordt toegestaan, ligt dat anders. Hoewel sprake zal zijn van een permanente behoefte aan studentenhuisvesting, ook na afloop van de in de vergunning gestelde termijn, is het goed voorstelbaar dat dit gebruik na de periode van tien jaar kan worden beëindigd. Het feit dat – mede gelet op de grote hoeveelheid leegstaande kantoorruimte – bij het verlenen van de vergunning niet is aan te geven wat na afloop van het tijdelijk gebruik met het gebouw gaat gebeuren, is daarbij op zichzelf niet relevant. Bij het verlenen van de vergunning behoeft slechts in voldoende mate aannemelijk te zijn dat het gebruik van het gebouw, na afloop van de gestelde termijn, daadwerkelijk kan en zal worden beëindigd. Een ander voorbeeld dat kan worden genoemd is de tijdelijke plaatsing van mobiele zorgunits, vooruitlopend op de verwezenlijking van plannen voor nieuwbouw van zorgwoningen. Denkbaar is dat daarbij een termijn in de vergunning wordt gesteld die, eventueel met een absolute einddatum, afhankelijk is van de datum van oplevering van de nieuw te bouwen zorgwoningen. Ook bij wijze van experiment is verlening van een tijdelijke vergunning mogelijk. Denkbaar is dat bij een recreatiecomplex met vakantiewoningen in eerste instantie voor de duur van drie jaar een feesttent wordt geplaatst, om daar elke maand een feest te organiseren voor eigen gasten. Deze tijdelijke vergunning is in zo’n geval mogelijk om te beproeven of dit een succesvol idee is, waarbij later kan worden beslist of er een definitieve voorziening kan komen.”