20160114-planmerscreening WAR 11-2 Ware Heem II … · 2016. 2. 5. · Referentiesituatie Het...

In te rco mmun al e Lei eda l ▪ P resi den t Ke nn edypa r k 10 ▪ BE-8 5 00 Ko r trij k ▪ tel + 32 56 24 1 6 16 ▪ www.l eied al.b e ▪ i nf o@l eied al.b e

SCREENINGSNOTA

sve/gla a u teu r

u war 11-2 Ware Heem II 07

dossi e r

20151118-planmerscreening WAR 11 02 War Heem IIt -adviesvraag.docx

b estand

18 november 2015 D atu m

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) stad Waregem RUP 11-2 ‘Ware Heem II’

Deze nota moet samen gelezen worden met de toelichtingsnota van het voorontwerp (oktober 2015). Het RUP 11-2 is het hernemen van het goedgekeurde RUP 11-1 in functie van de fase II van het stadsvernieuwingsproject ‘Zuidboulevard’, waarbij het plangebied uitgebreid wordt met een bouwblok in de Holstraat.

1 Initiatiefnemer

Stad Waregem Gemeenteplein 2 8790 Waregem

2 Opdrachthouder

Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 8500 Kortrijk

3 Voorwerp

3.1 Het RUP is een plan

Het voorliggende plan is een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en valt onder de definitie plan zoals geformuleerd door het D.A.B.M.

3.2 Het RUP valt onder het toepassingsgebied

Het RUP vormt het kader op basis waarvan stedenbouwkundige vergunningen toegekend worden en valt dus onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M.

pag ina 2

sve/gla a u teu r - u war 11-2 Ware Heem II 07 dossi e r - 20160114-planmerscreening WAR 11-2 Ware Heem II -ontheffingsvraag bes ta nd - 18 november 2015

d atu m

3.3 Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-MER

Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-MER-plicht want:

Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het m.e.r.-besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (zoals gewijzigd op 1 maart 2013), namelijk voor de rubriek 10b ‘stadsontwikkeling’ van bijlage III. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau (ca. 6ha), met name de perimeter van het stadsproject ‘Zuidboulevard’. Het RUP houdt een kleine wijziging in gezien het RUP een beperkt aantal wijzigingen aanbrengt t.o.v. het RUP 11.1 goedgekeurd in 2010. Het RUP is dus screeningsgerechtigd.

Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist volgens het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de plan-MER-plicht, maar wel screeningsgerechtigd is, wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het plan aanzienlijke milieueffecten kan hebben.

4 Beschrijving en verduidelijking van het plan

4.1 Ligging

Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Kortrijk Gemeente Waregem Deelgemeenten Waregem Situeringskaart

pag ina 3


d atu m

4.2 Feitelijke toestand

Het plangebied van dit RUP betreft een stadsproject opgenomen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan tussen het winkelcentrum ‘het Pand’ en de Zuiderlaan. De werken aan de Zuidboulevard, ondergrondse parking, de nieuwe bibliotheek en drie woonblokken zijn momenteel in uitvoering. Dit vormt de fase I van het stadsontwikkelingsproject. Ondertussen is ook de fase II van het stadsproject in voorbereiding, waarbij twee nieuwe woonblokken voorzien worden die de Zuidboulevard afwerken. Het totale plangebied, ongeveer 6 ha groot, omvat eveneens het woon- en zorgcentrum ‘De Meers’ van het OCMW Waregem en een bouwblok in de Holstraat. Zie verder in het voorontwerp onder 2 ‘Feitelijke toestand’.

4.3 Uitgangspunten en doelstellingen

Het RUP wordt opgemaakt in functie van de fase II van het stadproject Zuidboulevard die niet volledig met het huidige RUP ‘Ware Heem 11.1’ op een passende manier kunnen behandeld worden. De doelstellingen, naast het bevestigen van de doelstellingen van het RUP 11.1, zijn:

- Realisatie van fase II van het stadsproject ‘Zuidboulevard’ - Het actualiseren van de bouwvoorschriften i.f.v. ruimtelijke en architecturale kwaliteit - Afwerken van de Zuidboulevard als esplanade die het niveauverschil opvangt - Holstraat als woon- en winkelstraat behouden met toegang vanuit een garagestraat

Zie verder in het schetsontwerp onder 5 ‘Planningsopties’.

4.4 Voorgeschiedenis en eventueel al genomen beslissingen

Voor het plangebied werd reeds een eerste RUP Ware Heem opgemaakt en goedgekeurd in 2010. Op basis van een plan-MER-screening werd een ontheffing bekomen op 23 maart 2009. Hierbij werd advies uitgebracht door:

- Bestendige deputatie - Agentschap RO Vlaanderen afdeling stedenbouwkundig beleid - Agentschap RO Vlaanderen afdeling RO West-Vlaanderen - Agentschap RO Vlaanderen afdeling Onroerend erfgoed West-Vlaanderen

De fase I van het project is ondertussen in uitvoering. Met de stad Waregem en een projectontwikkelaar werden afspraken gemaakt rond de uitvoering van fase II. De overeengekomen vormgeving en inplanting t.o.v. de Zuidboulevard en de achterliggende woningen van de Holstraat stemmen niet overeen met alle geldende voorschriften. Hiervoor is een aanpassing van het RUP vereist in deze herziening RUP ‘Ware Heem’ 11.2. Het RUP is in overeenstemming met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de stad Waregem, goedgekeurd door de Deputatie op 19 april 2007. Het RUP ligt binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied van Waregem (provinciaal RUP).

pag ina 4


d atu m

4.5 Voor welke activiteiten en/of projecten kan het plan het kader vormen

Het RUP vormt de juridische basis en het ruimtelijk kader voor de verdere ontwikkeling van het stadsproject ‘Zuidboulevard’:

- oprichten van 2 woonblokken gericht op de Zuidboulevard, met commerciële functies op gelijksvloer

- opwaarderen van de beeldkwaliteit met ondergronds parkeren - wonen in diverse vormen in de Holstraat en aan het wonen verwante functies als kleinhandel,

diensten, kantoren, … - het kwalitatief inrichten van het openbaar domein - aanleg van een garageweg voor de woningen in de Holstraat

4.6 Interferentie met andere plannen, projecten of activiteiten binnen of buiten de perimeter van het plan, voor zover in dit stadium al gekend

Het RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Waregem (2007).

4.7 Beoordeling of het plan grens- of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben

Het plangebied is gelegen op meer dan 10 km van de grens met Frankrijk of Wallonië. Gezien de afstand tot de grenzen en het feit dat er geen relaties zijn tussen het plangebied en de gebieden in het Waals Gewest of Frankrijk kunnen er geen (gewest)grensoverschrijdende effecten optreden.

4.8 Fase van opmaak van het plan of programma

Datum goedkeuring Startnota Schetsontwerp Voorontwerp x oktober 2015 Ontwerp Besluit

4.9 Plan- en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen en mate van flexibiliteit

Bijsturingen van het RUP zijn mogelijk naar aanleiding van opmerkingen vanuit de verschillende adviserende instanties naar aanleiding van de plan-MER-screening, vanuit de adviezen in het kader van de plenaire vergadering, vanuit het openbaar onderzoek en de behandeling van de adviezen op de GECORO, ...

pag ina 5


d atu m

4.10 Bijdrage van het plan tot oplossingen van bestaande milieuproblemen

Vanuit de milieudienst van de stad wordt geen melding gemaakt van milieuproblemen in relatie met het plangebied.

4.11 Reeds geraadpleegde studies, bronnen, milieugegevens ….

Diverse bronnen worden geraadpleegd om de nodige data en gegevens met betrekking tot het plangebied, onder meer de Vlaamse geoloketten. De toelichtingsnota van het schetsontwerp omvat heel wat informatie over het plangebied, met bijhorend kaartmateriaal.

4.12 Overzicht van mogelijke milieumaatregelen die vanaf het beginstadium worden ingecalculeerd

Naast de geldende wetgeving en reglementering, dragen de stedenbouwkundige voorschriften bij tot het voorkomen en beperken van de potentiële hinder en verstoring van de omgeving.

4.13 Leemten in de kennis volgens het stadium van het plan of programmaproces

Het plangebied is goed gedocumenteerd. Er zijn geen belangrijke hiaten in de kennis van het gebied die nodig zijn bij de opmaak van dit ruimtelijk uitvoeringsplan of deze plan-MER-screening.

4.14 Planalternatieven

Het RUP Ware Heem 11.2 is gericht op de verdere stadsontwikkeling binnen de krijtlijnen reeds vastgelegd in het RUP Ware Heem 11.1, goedgekeurd in 2010. De huidige ruimtelijke voorschriften uit dit RUP stemmen niet langer overeen met de afspraken voor de fase II tussen de stad en de projectontwikkelaar om een goede ruimtelijke en architecturale kwaliteit te bieden. Door de stedenbouwkundige voorschriften aan te passen, wordt een geactualiseerd ruimtelijk kader gecreëerd met een verhoging van de beeldkwaliteit en het aanpakken van de parkeerproblematiek, overeenkomstig de principes uit het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan voor dit stadsdeel. Binnen het RUP en deze screening worden dan ook geen verdere locatie-of uitvoeringsalternatieven onderzocht. In het nulalternatief blijft het huidige RUP geldig en kan fase II niet uitgevoerd worden binnen de opgelegde eisen van ruimtelijke kwaliteit.

pag ina 6


d atu m

5 Inschatting van mogelijke aanzienlijke milieueffecten (screening)

5.1 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten

5.1.1 Algemene methodiek

De screening van de milieueffecten verloopt in drie stappen: 1. Voor een eerste inschatting van de milieueffecten worden in een “ingreepeffectschema” de

mogelijke activiteiten en werken die op basis van het plan kunnen plaatsvinden geëvalueerd op potentiële milieuhinder. Deze worden getoetst aan de verschillende effectdisciplines. De hinder kan van tijdelijke of permanente aard zijn en zal in die zin ook verschillend beoordeeld worden.

2. De beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan op de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed, het landschap, de mobiliteit en de samenhang tussen de genoemde factoren. De disciplines waar mogelijk een significant negatief effect verwacht wordt, worden verder uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie beschreven. Daarna worden de ingrepen en hun effect beschreven, aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele leemten in de kennis.

3. Hieruit volgt een globale beoordeling van de effecten voor de verschillende effectdisciplines.

pag ina 7


d atu m

5.1.2 Ingreepeffectschema

Voor de screening van de milieueffecten worden in een “ingreepeffectschema” de mogelijke activiteiten die op basis van het gemeentelijk RUP kunnen worden uitgevoerd bekeken op potentiële milieuhinder. Deze worden getoetst aan de verschillende effectdisciplines. De hinder kan van tijdelijke of permanente aard zijn en zal in die zin ook verschillend beoordeeld worden. De disciplines waar mogelijk een negatief effect verwacht wordt, worden dan verder in 5.1.3 uitgewerkt.

Beschrijving ingreep in tijd en ruimte Eerste afweging ten opzichte van de effectdisciplines

Ingr

eep

Om

vang

Duu

r

Gez

ondh

eid

van

de m

ens

Rui

mte

lijke

or

deni

ng

Bio

dive

rsitei

t,

flora

en

faun

a

Ener

gie

en

gron

dsto

ffen

-vo

orra

ad

Bod

em

Wat

er

Atm

osfe

er e

n kl

imat

olog

isch

e fa

ctor

en

Gel

uid

Lich

t

Sto

ffel

ijke

goed

eren

en

cultur

eel

erfg

oed

Land

scha

p

Mob

ilite

it

Bouw- en

infrastructuurwerken

T N / N / N* N* N N / / / N

Stedelijk en kwaliteitsvol

wonen met ondergrondse

parkeergarage en

handelsfunctie

21

apparte-

menten

P N N / N / N* N / / / / N

openbaar domein met

toegangsweg, esplanade, …

P + + N / N N* N / N / N N

Garagestraat woningen

Holstraat

P N N N / / / N N / / / N*

N: niet significant effect N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S*: mogelijk significant effect – verder te onderzoeken S: significant effect T: tijdelijk effect P: permanent effect /: niet relevant +: positief effect

pag ina 8


d atu m

5.1.3 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten

Effect op de gezondheid en de veiligheid van de mens Referentiesituatie Het plangebied bestaat uit het centrumgebied van Waregem

tussen het ‘Pand’ en de Zuiderlaan, waar het stadsproject Zuidboulevard volop in uitvoering is. Hierbij wordt een stedelijke esplanade gecreëerd met een nieuwe bibliotheek, ondergrondse parking, woonblokken, commerciële ruimte, … De eerste fase van het bouwproject is in uitvoering via een privaat-publieke samenwerking. Binnen het plangebied is eveneens het woonzorgcentrum ‘De meers’ van het OCMW gelegen, dat de afgelopen jaren een grondig renovatie en vernieuwing onderging. De bebouwing aan de Holstraat, één van de winkelstraten van Waregem, bestaat uit woon- en handelspanden. Er zijn geen problemen i.v.m. gezondheid of veiligheid bekend die in relatie staan met het plangebied. Er zijn geen bedrijven die vergunningsplichtig zijn of die mogelijks hinderlijk zijn voor de omgeving. Er bevinden zich geen Seveso-inrichtingen binnen de 2 km. In de omgeving van het plangebied is publiek groen aanwezig met het Regenboogpark en vijvers, de sportvelden en de Gaverbeek (Jeugdeiland). Hierdoor situeert het plangebied zich aan de zijde van Waregem met een groene aanblik.

Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Het plangebied heeft een sterk stedelijk karakter en is in volle ontwikkeling door de eerste fase van werken voor het stadsproject Zuidboulevard. Deze grootschalige bouwwerken kunnen een tijdelijke hinder veroorzaken, maar leiden tot een levendig, autoluw en aangenaam stadsdeel met een hoge omgevingskwaliteit. Hiermee wordt Waregem verder op de kaart gezet als een duurzame en dynamische stad, waar wonen, werken en winkelen samengaan. Het huidige RUP 11.1 omvat de richtinggevende principes voor de ontwikkeling van de Zuidboulevard. Het nieuwe RUP 11.2 schept vooral de specifieke randvoorwaarden voor de tweede fase van het stadsproject met het oog op een optimale inpassing in het concept van de Zuidboulevard. Met de projectontwikkelaar zijn duidelijke afspraken gemaakt over het bouwconcept van twee woonblokken die de Zuidboulevard verder afbouwen. Hierbij worden 21 nieuwe ruime appartementen gebouwd in vijf verdiepingen, met op het gelijksvloer ruimte voor commerciële functies op 882 m² bruto oppervlakte. Hierbij wordt het woonaanbod in Waregem aangevuld met kwaliteitsvolle en comfortabele woningen die het kerngebonden wonen versterken in een stadsdeel met veel groen in het zichtsveld. Parallel aan het plangebied wordt van

pag ina 9


d atu m

een groene corridor langs de Gaverbeek gezien als een groene recreatieve as. De voorschriften zijn gericht op het behoud van een kwalitatieve woonomgeving met enkel het wonen verwante activiteiten als kleinhandel, kantoren, diensten, parkeren, groene en verharde ruimte. Tussen de bebouwing van de Holstaat en de nieuwe woonblokken wordt een voldoende afstand gerespecteerd. De mogelijkheid tot bedrijvigheid binnen het woongebied is beperkt. Voor het aspect verkeershinder verwijzen we naar de discipline mobiliteit.

Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk milieueffect Nee

Effect op de ruimtelijke ordening Referentiesituatie Het plangebied bestaat uit het centrumgebied van Waregem

tussen het ‘Pand’ en de Zuiderlaan, waar een stadsvernieuwingsproject volop aan de gang is. Hierbij wordt een stedelijke esplanade gecreëerd met een nieuwe bibliotheek, ondergrondse parking, woonblokken, commerciële ruimte, … De eerste fase van het bouwproject is in uitvoering via een privaat-publieke samenwerking. Binnen het plangebied is eveneens het woonzorgcentrum ‘De Meers’ van het OCMW gelegen. De bebouwing aan de Holstraat bestaat uit wonen en handel. Het plangebied is volledig opgenomen binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied van Waregem (provinciaal RUP). Op het gewestplan is het gebied deels woongebied en deels zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Het RUP Ware Heem 11.1 heeft op basis van een inrichtingsplan opgedeeld in deelzones:

- zone voor gemengde functies - zone voor gemeenschapsvoorzieningen - zone voor openbaar domein - zone voor parking en park

De uitbreiding van het plangebied (bouwblok Holstraat), eveneens woongebied op het gewestplan, maakt deel uit van BPA nr. 81, wijziging B (ministerieel besluit 2007) als zone voor wonen. Waregem heeft een centrumfunctie voor de omliggende kernen en heeft een ruim aanbod aan diensten. Voor de lokale dagelijkse behoefte zijn een groot aantal handelszaken en kantoren aanwezig. In de omgeving van het plangebied is publiek groen aanwezig met het Regenboogpark en vijvers, de sportvelden en de

pag ina 10


d atu m

Gaverbeek (Jeugdeiland). Hierdoor situeert het plangebied zich aan de zijde van Waregem met een groene aanblik.


Het plangebied heeft een sterk stedelijk karakter en is in volle ontwikkeling door de eerste fase van het stadsproject Zuidboulevard. Deze grootschalige werken zijn gericht op een grondige omvorming tot een levendig en aangenaam stadsdeel met een hoge omgevingskwaliteit. Hiermee wordt Waregem verder op de kaart gezet als een duurzame en dynamische stad die volop investeert in de toekomst. Het plangebied is optimaal ontsloten en biedt een brede waaier aan voorzieningen in de buurt en is dan ook een uitgelezen locatie om stedelijke functies te bundelen. Deze optie is in overeenstemming met het ruimtelijk structuurplan van Waregem. In het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan wordt de omgeving van het Pand gezien als een stedelijk kerngebied met goed toegankelijke voorzieningen. In uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd een stedenbouwkundig ontwikkelingsvisie voor het Pand en omgeving opgemaakt: - nieuwe esplanade als verbinding tussen de Zuiderlaan en het

Pand - kop van de Holstraat en Zuiderlaan als nieuwe poort tot de

stad - de boulevard als verlengstuk van het park - stedelijke pleinen en binnentuinen met elkaar verbinden.

Er werden ruimtelijke concepten uitgewerkt voor de ontwikkeling van dit gebied via een aantal workshops en de opmaak van een inrichtingsplan, waarbij een publiek plein en een nieuwe bibliotheek de herkenbare elementen worden. Deze elementen werden vastgelegd in het huidige RUP 11-1. Het RUP wil vooral de randvoorwaarden verduidelijken voor de volgende fase van het stadsontwikkelingsproject ‘Zuidboulevard’ met het oog op een goede ruimtelijke en architecturale afwerking. Het nieuwe 11-2 RUP wijzigt een aantal bouwvoorschriften uit het huidige RUP 11-1 in functie van de helling van de esplanade die het niveauverschil tussen het Pand en de Zuiderlaan opvangt:

- aantal bouwlagen en bouwhoogtes - verplichte voorbouwlijn - opdelen van bouwvolume - een garagestraat voor de woningen in de Holstraat

Met de projectontwikkelaar zijn duidelijke afspraken gemaakt over het bouwconcept van twee woonblokken die de Zuidboulevard verder afbouwen. Hierbij worden 21 nieuwe ruime appartementen gebouwd (3.304 m² vloeroppervlakte), met een ondergrondse parkeergarage en op het gelijksvloer

pag ina 11


d atu m

ruimte voor commerciële functies op 882 m² bruto oppervlakte. Deze planopties worden uitvoerig toegelicht in het voorontwerp 5.2.2. Hierbij wordt het woonaanbod in Waregem aangevuld met kwalitatieve en comfortabele woningen in een hedendaags kader die het kerngebonden wonen versterken. Dit is volledig in overeenstemming met het Vlaamse en provinciaal ruimtelijk structuurplan die de dynamiek wil bundelen binnen de stedelijke gebieden. De voorschriften zijn gericht op het behoud van een kwalitatieve woonomgeving met enkel het wonen verwante activiteiten als kleinhandel, kantoren, diensten, parkeren, groene en verharde ruimte. Het kwalitatief inrichten van de openbare ruimte zoals de Zuidboulevard is één van de basisprincipes binnen het plan en de voorschriften. Deze esplanade die het winkelcentrum van het Pand en het cultuurcentrum De schakel verbinden met de Zuiderlaan, vormt dan ook de dragende structuur van deze stadsrenovatie. Tussen de bebouwing van de Holstaat en de nieuwe woonblokken wordt een voldoende afstand gerespecteerd door een uiterste grens van bebouwing in het verordenend plan in te tekenen. Tevens wordt een garageweg voorzien aan de zijde van de tuinen van de Holstraat. De uitbouw van een groene corridor langs de Gaverbeek wordt gezien als een groene recreatieve as. Het woonkarakter van de Holstraat wordt verder met het RUP bestendigd. Er is geen wijziging van hoofdcategorie van bestemming, de ruimtebalans blijft dus gelijk.

Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk milieueffect Nee Effect op de biodiversiteit, fauna en flora Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Het plangebied is deel van het stadscentrum van Waregem en grotendeels bebouwd en verhard. Het weinig groen maakt nog deel uit van private tuinen. Publiek groen onder de vorm van park of plantsoen is vrijwel afwezig. In de omgeving van het plangebied is publiek groen aanwezig met het Regenboogpark en de sportvelden en de Gaverbeek. Op de BWK bevindt het plangebied zich in niet biologisch waardevol gebied: ua (geürbaniseerd gebied). Er worden geen ecologische waarden of potenties aangetast door het RUP, noch wordt bijkomend terrein onttrokken aan het

pag ina 12


d atu m

functioneren van de natuur. Zoals reeds voorzien in het RUP 11.1 zullen met de fase II van het stadsproject Zuidboulevard en de garageweg de tuinen van de Holstraat kleiner worden. Het parkeerterrein van het woonzorgcentrum dient bij heraanleg op een groene manier ingericht te worden (een boom per vijf parkeerplaatsen) Voor het gemeentelijk groen geldt sinds 2015 een verbod op gebruik van pesticiden. De stad Waregem beschikt over een goedgekeurd bomenplan (2012). Bij de aanplant van straatbomen worden de principes van het bomenplan meegenomen om tot een duurzaam bomenbestand te komen. Het algemeen stedenbouwkundige voorschrift 0.5 vermeldt dat bij aanleg van openbaar groen gebruik zal worden gemaakt van streekeigen beplanting dat biodiversiteitsrijk en bij voorkeur bijenvriendelijk is.

Aanzienlijk milieueffect Nee Effect op energie- en grondstoffenvoorraad Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Het RUP heeft geen betrekking op energie- of grondstoffenvoorraad. Als maatregelen kunnen op projectniveau mogelijkheden benut worden van lokale hernieuwbare energie (zonnepanelen, warmtepompen, micro-WKK, …). Vanaf 1 januari 2014 geldt de verplichting bij nieuwbouw om hernieuwbare energie te integreren in het planconcept (met als alternatief een lager E-peil of te participeren in een hernieuwbaar energieproject). Vanaf 2021 zal Bijna energie neutraal de norm worden voor nieuwbouw en renovatie.

Aanzienlijk milieueffect Nee Effect op de bodem Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Het plangebied is grotendeels verhard of bebouwd door wonen of bedrijvigheid. Op de bodemkaart zijn de deelgebieden opgenomen als ‘antropogene bodem’ (historische bebouwing). De oorspronkelijke bodem is waarschijnlijk van alluviale oorsprong (vallei van de Gaverbeek). Op het geoloket ‘bodemsanering ’van OVAM zijn volgende bedrijfssites opgenomen:

- dossiernr: 2484.0 conf: OBO, BBO, BSP, EEO laatste: OBO-2009 (site van vroeger rusthuis ‘Het ware Heem’)

- dossiernr: 21041.0 conf: OBO, BSP, EEO laatste: OBO-2010 (site van woonzorgcentrum ‘De meers’

pag ina 13


d atu m

Voorafgaand aan het stadsproject Zuidboulevard werd de bodem gesaneerd en werd een eindverklaring afgegeven. Nieuwe risico-activiteiten op bodemsanering worden binnen het RUP niet toegelaten. Het terrein kan dus opnieuw bouwrijp gemaakt worden voor nieuwe projecten. Percelen die op het register van verontreinigde gronden komen, worden verder opgevolgd door toepassing van het bodemsaneringsdecreet. Indien bij de bouwwerken, gronden uitgegraven en afgevoerd worden, is de regeling op het grondverzet van toepassing en moeten de nodige analyses uitgevoerd en bodembeheerrapporten opgemaakt worden.

Aanzienlijk milieueffect Nee Effect op het water Referentiesituatie Watertoetskaart (besluit van de Vlaamse regering 1 juli 2014):

- niet overstromingsgevoelig (depressie van de Gaverbeek), Net buiten het plangebied loopt de Gaverbeek, een onbevaarbare waterloop van de eerste categorie beheerd door de VMM. Het gebied watert dan ook af naar de gekanaliseerde Gaverbeek. Op basis van de vroegere watertoetskaarten: - zeer gevoelig voor grondwaterstroming - niet infiltratiegevoelig Op basis van zoneringsplan:

Gelegen in het centraal gebied, waar het gemeentelijk rioleringsnet het afvalwater afvoert naar het RWZI van Waregem. Met de aanleg van de Zuidboulevard wordt een gescheiden stelsel aangelegd. De afwatering van de Holstraat verloopt via

pag ina 14


d atu m

het gemeentelijk (hoofdzakelijk nog gemengd) rioleringsstelsel naar de Gaverbeek. Waregem is beheerder van zijn rioleringsstelsel, maar laat zich hiervoor bijstaan door Rioact (Watergroep en Aquafin). De technische dienst van de stad heeft samen met Rioact het hydrografisch stelsel en de knelpunten in kaart gebracht. Binnen het plangebied zijn er geen problemen opgenomen.


Na het eerste RUP 11.1, legt deze herziening de krijtlijnen vast voor de fase II van het stadsproject Zuidboulevard, waarvan de eerste fase volop in uitvoering is. Met het nieuwe RUP 11.2. Er worden geen bijkomende harde bestemmingen of bouwmogelijkheden gecreëerd. Het plangebied is gelegen nabij de vallei van de Gaverbeek, maar valt buiten het overstroombare gebied. Het waterbeheer van de Gaverbeek vormt stroomopwaarts een blijvend aandachtspunt gezien de snelle afvoer vanuit de zijbeken. De Gaverbeekse meersen stroomafwaarts dienen dan ook als natuurlijke berging. Een verdere piekbelasting op de Gaverbeek dient vermeden te worden. De stedenbouwkundige voorschriften voorzien dat alle ruimtelijke ingrepen in overeenstemming dienen te zijn met de principes van het integraal waterbeheer. Alle ingrepen in functie van het waterbeheer zijn toegelaten voor zover ze de hoofdfunctie niet belemmeren. Bij nieuwe gebouwen of verhardingen wordt de stedenbouwkundige verordening voor hemelwater, infiltratie en buffering toegepast sinds 1 januari 2014. Bij nieuwe verharding vanaf 40 m² wordt een vertraagde afvoer via infiltratie of buffering opgelegd. De bodem heeft beperkte infiltratiemogelijkheden. Indien infiltratie een optie is (afhankelijk van de doorlatendheid van de ondergrond), wordt een infiltratie opgelegd door de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. De stad Waregem verleent enkel een afwijking op de infitratieverplichting als een bodemonderzoek aantoont dat infiltratiecapaciteit onvoldoende is. De stedenbouwkundige verordening vraagt dan, een buffer voor vertraagde afvoer van 250 m³ per ha verharde oppervlakte met een lozingsdebiet van 20l/s/ha. In het bouwproject voor fase I werd voldoende infiltratie en buffering voorzien. Voor fase II zal een gelijkaardige aanpak gevolgd worden. Verhardingen worden bij voorkeur in waterdoorlatende materialen aangelegd. In de twee woonblokken van fase II van het project Zuidboulevard wordt een ondergrondse parkeergarage voorzien, met een beperkt effect op de grondwaterstromen. In fase I werd reeds zoals opgelegd in het huidige RUP 11.1 een grote

pag ina 15


d atu m

publieke ondergrondse parking voorzien onder de Zuidboulevard. Deze is ondertussen vrijwel gerealiseerd maar nog niet in gebruik. Het afvalwater van dit nieuwe stadsdeel wordt opgevangen in de gemeentelijke saneringsinfrastructuur (inzamelriolering). Het plangebied ligt in het centrale gebied en is aangesloten op de collectieve waterzuivering. Er is een aansluitplicht met afkoppeling van het afval- en hemelwater, wat gecontroleerd wordt door een keuring bij de eerste aansluiting. Het afvalwater wordt via een Aquafin collector afgevoerd naar het zuiveringsstation van Waregem. Op termijn worden de gemengde riolering, zoals in de Holstraat, vervangen door een gescheiden stelsel.

Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk milieueffect Nee Effect op de atmosfeer en klimatologische factoren Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

De luchtkwaliteit in de verstedelijkte Leievallei Waregem-Wielsbeke is volgens het VMM-geoloket van een middelmatige kwaliteit op basis van de resultaten 2010-2012: een totale index van 5, een gemiddelde PM10 concentratie van 26-30 µg/m³, tussen de 21 en 25 overschrijdingen per jaar van de 50 µg/m³ fijn stof en een gemiddelde NO²-concentratie van 21-25 µg/m³. Deze resultaten tonen een geringe verbetering t.o.v. de vorige jaren. De milieudienst van Waregem meldt dat er geen klachten zijn van stofhinder of luchtkwaliteit in het plangebied. De algemene maatregelen vanuit de diverse actieplannen naar lucht (fijn stof, NEC, groene mobiliteit, toepassing vlarem-normen, …) moeten op termijn resulteren in een verdere verbetering van de globale luchtkwaliteit. Binnen de contouren van het huidige RUP 11.1 wordt een stadsontwikkelingsproject gerealiseerd, waarvan de eerste fase reeds in uitvoering is. Met het nieuwe RUP 11.2 wordt in fase II worden nog 21 bijkomende appartementen in 2 woonblokken voorzien, met commerciële functies op het gelijkvloers. Dit heeft zijn effect op de mobiliteitsstromen (zie verder bij mobiliteit), maar zorgt dit niet voor een significante of bijkomende impact van de luchtkwaliteit. De stad Waregem heeft een nulmeting van de CO2-emissie in kader van het ondertekenen van de Covenant of Mayors. Met een actieplan (gemeenschappelijk met de 13 gemeenten van de regio) wordt gestreefd naar een klimaatneutrale regio in 2050.

pag ina 16


d atu m

Aanzienlijk milieueffect Nee Effect op het geluid en licht Omschrijving en beoordeling van de voorgenomen planopties met de mogelijke effecten

Het plangebied maakt deel uit van het stadscentrum van Waregem met een dense bebouwing en verweving van wonen met handel en diensten. De belangrijke geluids- en lichtbron in de omgeving is de ringweg R35 (Zuiderlaan). Het RUP 11.2 behoudt de concepten van het RUP 11.1 op gebied van het nieuwe stadsontwikkelingsproject. De aanpassingen zijn voornamelijk de bouwvoorschriften voor de fase II van de Zuidboulevard. Er worden geen activiteiten of bedrijvigheid voorzien die aanleiding kunnen geven tot lawaai- of lichthinder. Bijkomende openbare verlichting gebeurt via energiezuinige armaturen met weinig lichtverstrooiing naar de omgeving. Het RUP zal dus niet leiden tot een toename van geluidshinder of lichtvervuiling.

Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk milieueffect Nee Effect op de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed en het landschap Referentiesituatie Het plangebied maakt deel uit van het stadscentrum binnen de

ring R35 met een sterke verweving van handel en diensten en een gevarieerde typologie aan woningen. Langs de Holstraat vinden we vooral aaneengesloten bebouwing Het plangebied omvat ook het woonzorgcentrum ‘De Meers’ van het OCMW. In het plangebied zijn drie gebouwen opgenomen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed, nl. een burgerswoning, een herenwoning en het voormalig bejaardentehuis ‘Het Ware heem’, dit laatste werd gesloopt voor het stadsproject ‘Zuidboulevard’. De omschrijving van de resterende panden is opgenomen in het schetsontwerp 6.3. ‘Inventaris bouwkundig erfgoed’. Buiten de Sint Amandus en St Blasiuskerk zijn geen beschermd monument of landschap in de omgeving aanwezig. Landschappelijk ligt Waregem binnen de Gaverbeek-Leiedepressie op de overgang naar het zandig Leie-Schelde-interfluvium. De Leievallei ligt op een drietal km verwijderd. Binnen het plangebied is geen publiek groen aanwezig, wel in de nabijheid met het regenboogpark van Waregem. De Gaverbeek vormt ook een groene corridor.

pag ina 17


d atu m

Op gebied van archeologie kent Waregem een aantal, verspreid liggende archeologische sites die in de centraal archeologische inventaris (CAI) zijn opgenomen. Binnen het plangebied of de nabije omgeving van het RUP zijn geen archeologische vondsten bekend.


Het plangebied was reeds grotendeels bebouwd maar met weinig historische relicten of landschapskenmerken. Het verouderde rusthuis ‘Het ware heem’ voldeed niet langer aan de huidige normen en is afgebroken. Het RUP specifieert de contouren voor de volgende fase van het stadsontwikkelingsproject, waarvan de grote lijnen reeds binnen het huidige RUP 11-1 werden uitgetekend. Het nieuwe RUP 11-2 past de bouwvoorschriften aan volgens de huidige plannen voor de afwerking van de Zuidboulevard met 2 woonblokken en een lichte helling van de esplanade tussen het winkelcentrum ‘het Pand’ en de Zuiderlaan. Het algemeen voorschrift 0.1 bepaalt dat aandacht wordt besteed aan een ruimtelijke draagkracht en beeldkwaliteit. Het kwalitatief inrichten van de openbare ruimte zoals de Zuidboulevard als toegang tot Waregem is één van de basisprincipes binnen het plan en de voorschriften. De gevels van de 2 gebouwen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed zijn vrij goed bewaard, maar weinig beeldbepalend voor het straatbeeld. Ze worden dan ook niet verder aangeduid op het verordenend plan binnen dit RUP. Bij een aanvraag tot sloop blijft een advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed vereist. Agentschap onroerend erfgoed merkt in zijn advies op dat de neoclassicistische herenwoning heel wat erfgoedelementen bezit op een site die terug gaat tot een historisch omwalde site. Het integrale behoud is dan ook een uitgangspunt om geen aanzienlijke effecten te hebben waarbij eventuele maatregelen dit kunnen milderen. Het agentschap vraagt dan ook het plan in deze zin aan te passen. Het College van Burgemeester en schepenen van Waregem vindt het niet aangewezen om in het kader van een RUP een uitspraak te doen over dit erfgoedaspect. De esthetische erfgoedkenmerken zijn niet van bovenlokale aard zodat een afweging op lokaal niveau meer verantwoord is. Het College van Waregem zal binnen het huidig wetgevend kader rond de inventaris van het bouwkundig erfgoed op een oordeelkundige en verantwoorde manier om te gaan met dit erfgoed. In geval van een vergunningsaanvraag betreffende dit gebouw, zal het College beoordelen in welke mate er op een afdoende manier met het aspect erfgoed wordt rekening gehouden; in geval het om een aanvraag tot (gedeeltelijke) sloop zou gaan, zal het

pag ina 18


d atu m

College in de besluitvorming het advies van het Agentschap Onroerend erfgoed mee in rekening brengen. Ook zonder het RUP geldt de algemene regelgeving t.a.v. de beoordeling voor de gebouwen op de lijst van het bouwkundig erfgoed. Het College meent ook dat de opmaak van een plan-mer geen meerwaarde zou betekenen en in dit geval een niet relevante administratieve planlast zou betekenen voor het RUP. Het aspect archeologisch erfgoed valt onder het ‘decreet bescherming van het archeologisch erfgoed’ (nu geïntegreerd in het onroerend erfgoeddecreet). Gezien het plangebied vrijwel volledig bebouwd was en sterk verstoord door vroegere activiteiten, is de kans op een aanwezigheid van archeologische sporen beperkt. De grondwerken zijn binnen de huidige werken als grotendeels uitgevoerd. Agentschap onroerend erfgoed merkt in zijn advies op dat op historische kaarten ter hoogte van de Holstraat 46 een historische omwalde site aanwezig was. Bij vergravingen moet voldoende aandacht zijn voor een archeologisch traject overeenkomstig het nieuwe erfgoeddecreet en –uitvoeringsbesluiten. Het luik archeologie binnen het nieuwe erfgoedbesluit is in werking getreden op 1 januari 2016 waarbij voor belangrijke project een archeologienota door een erkende archeoloog een inschatting maakt van het mogelijke bodemarchief. Op basis van deze archeologienota wordt dat beslist of een terreinonderzoek aan de hand van een proefsleuvenonderzoek nodig is om de archeologische laag in kaart te brengen. Deze regeling biedt volgens het College van Burgemeester en schepenen voldoende garantie om het archeologisch erfgoed te ontsluiten. Bovendien blijft de vondstmeldplicht onverminderd van toepassing.

Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk milieueffect Nee Effect op de mobiliteit Referentiesituatie De stad Waregem beschikt over een goedgekeurd

mobiliteitsplan. De ring R35 vangt het meeste verkeer op vanaf de in- en uitvalswegen richting hun bestemming zodat het centrum van Waregem beperkt doorgaand verkeer kent. Het plangebied wordt begrensd door deze ringweg (Zuiderweg) met gescheiden baanvakken en is geselecteerd als secundaire weg categorie II.

pag ina 19


d atu m

De Holstraat is één van de winkelstraten van Waregem met éénrichtingsverkeer. De Schakelstraat is een smalle verbinding tussen de Holstraat en het Pand. Waregem is voor het wegverkeer goed ontsloten via de expresweg N382 richting Wielsbeke en Anzegem-Oudenaarde) met aansluiting op de E17 naar Gent en Kortrijk en op de N43 naar Harelbeke en Deinze. Tijdens de ochtend en avondspits is er een verhoogde intensiteit van het verkeer, met soms vertraagd verkeer tot gevolg aan de kruispunten. Toch verloopt het verkeer doorgaans vlot. Door de aanwezigheid van vele bedrijven in de regio Waregem-Wielsbeke is er veel zwaar vrachtverkeer naar de bedrijventerreinen (vooral op de expresweg N382), wat aanleiding geeft tot vertraagd verkeer tijdens de spits. De fase I van het stadsvernieuwingsproject Zuidboulevard is reeds in uitvoering waarbij 400 ondergronds parkeerplaatsen onder de esplanade ingericht worden. Samen met de parking onder het Pand is er een voldoende aanbod van parkeerplaatsen bij een normale drukte. Er zijn regelmatige buslijnen richting Anzegem, Harelbeke-Kortrijk en Zulte-Deinze. Waregem heeft een treinstation (één km van het plangebied) met regelmatige verbindingen naar Kortrijk en Gent.


Voor het centrum van Waregem staat de verkeersleefbaarheid voorop. Onveilige situaties dienen preventief opgelost te worden. De R35 werd reeds door AWV ingericht, wat de doorstroming van het verkeer bevordert. Het RUP 11-2 legt de bouwvoorschriften vast voor de tweede fase van het stadontwikkelingsproject. De ontwikkelingsmogelijkheden werden reeds vastgelegd in het RUP 11-1 om een reconversie te brengen met een nieuwe toegangspoort tot Waregem. In kader van het stadsproject Zuidboulevard (opgenomen in het vorig RUP 2-1) werd een ontsluitings- en parkeerstudie uitgevoerd door het bureau SUM (november 2009). Hieruit bleek dat het bestaande wegennet de verkeersgeneratie verder kan opvangen. Om het parkeren in voldoende mate op te vangen zijn minimaal 375 parkeerplaatsen vereist. Dit quota wordt gehaald binnen de ondergrondse parking van 400 parkeerplaatsen in de fase I van het project Zuidboulevard, zoals nu in realisatiefase. Bij de 21 nieuwe appartementen die in fase II voorzien worden, wordt een ondergrondse parkeergarage voorzien met 1,5 parkeerplaatsen zoals ook opgelegd in de recente gemeentelijk stedenbouwkundige verordening (36 parkeerplaatsen en 15 afgesloten parkeerboxen). Dit zal dus geen bijkomende parkeerdruk met zich meebrengen.

pag ina 20


d atu m

Waregem heeft een verzorgende functie voor de omgeving en biedt de nodige voorzieningen en diensten. Bijkomende wooneenheden zijn hierdoor minder afhankelijk van een autogerichte mobiliteit. De ligging van het stadontwikkelingsproject ‘Zuidboulevard’ heeft een goede bereikbaarheid, zowel voor auto’s als het openbaar vervoer en ligt binnen wandelafstand van het treinstation. Binnen het mobiliteitsbeleid van de stad wordt het openbaar vervoer en alternatieven voor het autoverkeer in de mate van het mogelijke aangemoedigd (fietsstalplaatsen, openbaar vervoer). De Zuidboulevard wordt autovrij is vormt een esplanade die de ring verbindt met het Pand. Dit moet zorgen voor een grotere doorwaadbaarheid van dit stadsdeel. Voor de woningen in de Holstraat wordt een garagestraat opgenomen in het verordenend plan, bereikbaar via de Schakelstraat. Binnen het plangebied wordt geen nieuwe bedrijfsactiviteiten toegestaan. Wel blijft de verkeersleefbaarheid met een soms drukke expresweg een aandachtspunt. Voor de mobiliteit binnen het kleinstedelijk gebied en de verbindingen tussen Waregem en Wielsbeke is een globale visie en aanpak wenselijk, wat buiten het bestek van dit RUP valt.

Milderende maatregelen / Leemten in de kennis / Aanzienlijk milieueffect Nee

pag ina 21


d atu m

Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten Globaal overzicht aanzienlijk effect ja/nee Effect op - gezondheid en veiligheid van de mens nee - ruimtelijke ordening nee - biodiversiteit, flora en fauna nee - energie en grondstoffenvoorraad nee - bodem nee - water nee - atmosfeer en klimatologische factoren nee - geluid nee - licht nee - stoffelijke goederen en cultureel erfgoed nee - landschap nee - mobiliteit nee Gezien de beperkte impact van het plan, zijn er geen aanzienlijke effecten op het milieu te verwachten.

5.2 De kenmerken van plannen en programma’s

5.2.1 De mate waarin het plan een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden en de toewijzing van hulpbronnen

Het RUP heeft geen betrekking op hulpbronnen.

5.2.2 De mate waarin het plan andere plannen en programma’s, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt

Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Het gemeentelijk RUP staat onder aan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het gemeentelijk RUP is niet gemeentegrensoverschrijdend.

5.2.3 De relevantie van het plan voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling

Niet relevant voor dit RUP.

5.2.4 Milieuproblemen die relevant zijn voor het plan

Zie punt 5.1. bij de beoordeling van de milieueffecten.

pag ina 22


d atu m

5.2.5 De relevantie van het plan voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap

Niet relevant binnen dit RUP.

6 Conclusie

- Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten verwacht; bijgevolg wordt voorgesteld ontheffing te verlenen tot opmaak van een plan-MER.

sevesobedrijven

landschapsatlas

0 150 300 Meters

stedelijk gebied waregem

schaal:bodemkaart

plan-MER screening 1

Legende

1:7.500

biologische waarderingskaart

0 0,5 1 Kilometers

plangebied

biologische waarderingskaart

landschapsatlas

bodemkaart

sevesobedrijven

ankerplaatsenlijnrelikten

% puntreliktenreliktenzonetraditionele landschappen

Faunistisch belangrijk gebiedbiologisch minder waardevolcomplex van biologisch minder waardevolle enwaardevolle elementencomplex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementencomplex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementenbiologisch waardevolcomplex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementenbiologisch zeer waardevol

INBO/AGIV, september 2010 RWO/AGIV, augustus 2001

VLM/AGIV, 2001 LNE, mei 2013

! lage drempel

AntropogeenNat zandVochtig zandDroog zandVochtig zand antroNat zandleemNatte kleiNatte Zware Klei

STAD WAREGEMRUP 11.2 Ware-Heem 2

hoge drempel!

zoneringsplan

grondwaterstromingsgevoelige gebieden

0 150 300 Meters

schaal:infiltratiegevoelige bodems


plan-MER screening 2

Legende

1:7.500

waterlopen

plangebied

grondwaterstromingsgevoelige gebiedengeen informatie beschikbaarzeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1)matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2)weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)

waterlopen (VHA)bevaarbare waterlopenbeek categorie 1beek categorie 2beek categorie 3niet-gecatalogeerde beek

infiltratiegevoelige bodemsniet infiltratiegevoeliginfiltratiegevoelig

centraal gebied (reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation)

individueel te optimaliseren buitengebied(individuele zuiveringsinstallatie te voorzienop eigen perceel)

collectief geoptimaliseerd buitengebied(reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation)collectief te optimaliseren buitengebied(nog te berioleren, en/of aan te sluitenop zuiveringsstation)

zoneringsplan

VMM/AGIV, juli 2014 VMM/AGIV, juli 2006

VMM/Gemeenten, 2009VMM/AGIV, juli 2006

Bronnen: Waterlopen (Vlaamse Hydrografische Atlas), VMM/AGIV, juli 2014Overstromingsgevoelige gebieden, VMM/AGIV, april 2014

schaal: 1:5.000


watertoets

Legende

0 100 200 Meters

plangebied

overstromingsgevoelige gebiedenniet overstromingsgevoeligeffectief overstromingsgevoeligmogelijk overstromingsgevoelig

waterlopenbevaarbare waterlopenbeek categorie 1beek categorie 2beek categorie 3niet-gecatalogeerde beek

20160114-planmerscreening WAR 11-2 Ware Heem II … · 2016. 2. 5. · Referentiesituatie Het...

Documents

Transcript of 20160114-planmerscreening WAR 11-2 Ware Heem II … · 2016. 2. 5. · Referentiesituatie Het...