2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … ·...

53
1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s OP/CIIO Jaar 1 2015-2016 Jaar 2 - 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - 2018-2019 1. Beleid Visie, missie & doelen o Evaluatie vorige jaarplan + opstelling nieuw jaarplan als afgeleide van het ondersteuningsplan o Evaluatie en bijstelling beleid o.b.v. toezichtkader inspectie en resultaten monitor (KPI’s) o Evaluatie van de KPI’s zelf o.b.v. praktijkervaringen o Evaluatie vorige jaarplan + opstelling nieuw jaarplan als afgeleide van het ondersteuningsplan o Vastgestelde set normen / prestatie-indicatoren (KPI’s) o Evaluatie vorige jaarplan + opstelling nieuw jaarplan als afgeleide van het ondersteuningsplan o Beheerst proces van vernieuwing (pilots) o Basale uitwerking alle beleidsgebieden, van onderwijskundig tot aan facilitair o SWOT-analyse en evaluatie van ondersteuningsplan o Opstellen nieuw ondersteuningsplan voor vier jaren incl. afgeleid jaarplan o Vastgestelde visie en beleid op alle beleidsgebieden, van onderwijskundig tot aan facilitair o Beheerst proces van voldoen aan wet- en regelgeving 2. Organisatie & personeel personeel, organisatie & medezeggenschap o Vastgesteld nieuw bestuurlijk model + managementstatuut (governance) o Evaluatie en bijstelling van communicatie- en overlegstructuren o Evaluatie medezeggenschap binnen o Definitieve opzet communicatie & overlegstructuur, incl. nieuwsbrieven en sociale media o Evaluatie bestuurlijk model o Evaluatie samenwerking OPR + werkgroepen t.b.v.

Transcript of 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … ·...

Page 1: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

1

Bijlagen 18-25

Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf

Thema’s OP/CIIO Jaar 1 – 2015-2016 Jaar 2 - 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - 2018-2019

1. Beleid

Visie, missie & doelen

o Evaluatie vorige jaarplan +

opstelling nieuw jaarplan als

afgeleide van het

ondersteuningsplan

o Evaluatie en bijstelling beleid

o.b.v. toezichtkader inspectie

en resultaten monitor (KPI’s)

o Evaluatie van de KPI’s zelf

o.b.v. praktijkervaringen

o Evaluatie vorige jaarplan +

opstelling nieuw jaarplan

als afgeleide van het

ondersteuningsplan

o Vastgestelde set normen /

prestatie-indicatoren

(KPI’s)

o Evaluatie vorige jaarplan +

opstelling nieuw jaarplan

als afgeleide van het

ondersteuningsplan

o Beheerst proces van

vernieuwing (pilots)

o Basale uitwerking alle

beleidsgebieden, van

onderwijskundig tot aan

facilitair

o SWOT-analyse en evaluatie

van ondersteuningsplan

o Opstellen nieuw

ondersteuningsplan voor

vier jaren incl. afgeleid

jaarplan

o Vastgestelde visie en

beleid op alle

beleidsgebieden, van

onderwijskundig tot aan

facilitair

o Beheerst proces van

voldoen aan wet- en

regelgeving

2. Organisatie &

personeel

personeel, organisatie & medezeggenschap

o Vastgesteld nieuw bestuurlijk

model + managementstatuut

(governance)

o Evaluatie en bijstelling van

communicatie- en

overlegstructuren

o Evaluatie

medezeggenschap binnen

o Definitieve opzet

communicatie &

overlegstructuur, incl.

nieuwsbrieven en sociale

media

o Evaluatie bestuurlijk

model

o Evaluatie samenwerking

OPR + werkgroepen t.b.v.

Page 2: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

2

o Jaarplanning OPR vastleggen

o Uitwerken communicatie- &

overlegstructuur (incl.

nieuwsbrieven en sociale

media)

o Inrichten interne

medezeggenschap van het SwV

o Functiewaardering opstellen

t.b.v. alle nieuwe functies

binnen SwV

o Start functionerings- en

beoordelingsgesprekken

het samenwerkingsverband

o Functionerings- en

beoordelingscyclus in

beleid vastleggen

o Voorlopige beschrijving

inwerkproces nieuwe

medewerkers

o Beschreven procedures

werving & selectie,

ziekteverzuim,

functioneren en

beoordelen

o Afronden gehele

functiehuis incl.

functiebeschrijvingen en

–waardering

nieuw ondersteuningsplan

o Evaluatie beleid

functionerings- en

beoordelingsgesprekken

3. Primair proces

Indiceren & TLV

o Afronden traject herindicaties

+ evaluatie

o Evaluatie Commissie van Advies

incl. analyse in- & uitstroom

(en rol Centraal Infopunt) (KPI

2 tm 8)

o Onderzoek casusniveau

thuisnabij onderwijs VSO (incl.

schakeltrajecten en symbiose)

o Systematiek herindicaties

voor langere termijn

opzetten

o Jaarevaluatie CvA incl.

analyse instroom &

herindicaties (KPI 2 tm 8)

o Basaal schakelbeleid vso-

vo incl. symbiose

o Vastgesteld systeem

klachten & bezwaren i.r.t.

TLV’s (KPI 9)

o Jaarevaluatie CvA incl.

analyse instroom &

herindicaties (KPI 2 tm 8)

o O.b.v. evaluatie definitief

schakelbeleid vso-vo incl.

symbiose

o Evaluatie TLV-systematiek

t.b.v. nieuw

ondersteuningsplan

o Jaarevaluatie CvA incl.

analyse instroom &

herindicaties (KPI 2 tm 8)

Page 3: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

3

4. Primair proces

Arrangeren & dekkend aanbod

o Ingericht proces van

ondersteuning & toewijzing

middels arrangementen (incl.

AWBZ) m.b.v. ECT

o Nader invullen dekkend aanbod

van ondersteuning en

voorzieningen

o Pilot registratie thuiszitters via

machinekoppeling DUO en

inzicht voor SwV (pilot Ingrado

en DUO) (KPI 1)

o Uitgewerkt stappenplan

thuiszitters (incl.

absoluut/relatief verzuim,

schoolweigering en

problematisch verzuim) (KPI 1,

4 en 8)

o Actualiseren toelatingsbeleid +

transitiekalender PO-VO

o Evaluatie

ondersteuningsgesprekken PO-

VO & commissie 'Aan Boord'

o Makelaarsrol invullen

deskundigheidsbevordering

o Evaluatie werkwijze,

taken en rollen ECT

o Actualiseren

toelatingsbeleid +

transitiekalender PO-VO

o Alle schoolbesturen binnen

SwV zijn aangesloten op

OSO

o Ingericht proces van

ondersteuning en

toewijzing LWOO/PrO

o Uitbreiding en

implementatie onderwijs-

zorgarrangementen

o Onderzoek en beleid

toeleiding arbeidsmarkt

(i.s.m. MBO)

o Inzichtelijk maken

ondersteuningsprofielen

(scholen onderling én voor

ouders)

o Herijken

basisondersteuning VO-VSO

middels zelfevaluatie &

collegiale visitatie

o Actualiseren

toelatingsbeleid +

transitiekalender PO-VO

o Ingericht proces toeleiding

arbeidsmarkt (i.s.m. MBO)

o Evaluatie werkwijze,

rollen en taken ECT t.b.v.

nieuw ondersteuningsplan

o Evaluatie proces van

ondersteuning en

toewijzing LWOO/PrO

o Evaluatie toelatingsbeleid

(+ Plaatsingswijzer, OSO,

Intergrip,

ondersteuningsgesprekken)

breed t.b.v. nieuw

ondersteuningsplan

Page 4: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

4

o.b.v. basisondersteuning

o Beleid uitwerken LWOO/PrO

i.s.m. andere SwV’s en

betrokken scholen

5. Primair proces

Financiering & verdeling gelden

o Opgestelde meerjarenbegroting

o Evaluatie voorlopige

verdelingssystematiek (KPI 11)

o Verder uitgewerkte financiële

planning- & controlcyclus o.b.v.

evaluatie

o Jaarlijks: baten en

kostenanalyse i.v.m. evaluatie

verdelingssystematiek (KPI 11)

o Basale afspraken

verantwoording nader

uitwerken

o Financiële afspraken t.a.v.

transities binnen het onderwijs

o Afgeleide jaarbegroting

o Vastgestelde

verdeelsystematiek

middelen

o Definitieve financiële

planning- en controlcyclus

o baten en kostenanalyse

i.v.m. evaluatie

verdelingssystematiek (KPI

11)

o Afgeleide jaarbegroting

o Vastgesteld protocol

verantwoording

o Vastgestelde werkwijze

rondom transities binnen

het onderwijs

o baten en kostenanalyse

i.v.m. evaluatie

verdelingssystematiek (KPI

11)

o

o Evaluatie

begrotingssystematiek en

afgeleide jaarbegroting

6. Partners

o Verder inrichten

overlegstructuren met

samenwerkingspartners (AGO-

o Beschreven afspraken met

alle

samenwerkingspartners

o Evaluatie afspraken met

samenwerkingspartners

o Voorbereiden nieuw OOGO

met vier gemeenten

ondersteuningsplan

Page 5: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

5

Samenwerking met derden

kader)

o Uitrol regionale uitvoering

samenwerkingspartners (cl. 1

en 2, MBO, PO,

gemeenten/leerplicht,

zorginstellingen e.d.)

o Verder uitwerken basale

afspraken transitie en inkoop

jeugd-WMO zorg binnen AGO-

kader (KPI 12)

o Start cyclus structurele

gesprekken leerplicht inzake

thuiszitters (KPI 1)

o Alle scholen aangesloten

op de machinekoppeling

DUO

o Gesprekken over

thuiszitters vinden op

structurele, systematische

en cyclische wijze plaats

(KPI 1)

7. Mensen/partners

Ouders & informatievoorziening

o Nieuwsbrieven voor

medewerkers/

medezeggenschap en ouders en

externen voortzetten

o FAQ Centraal Informatiepunt

uitbreiden en onderverdelen

naar thema’s

o Met drie SwV’s PO en VO rollen

en taken Centraal

Informatiepunt evalueren (onze

inzet = verbreden)

o Evaluatie opzet en inhoud

nieuwsbrieven + gebruik

sociale media

o Vastleggen rollen/taken

Centraal Informatiepunt

o O.b.v. evaluatie

nieuwsbrieven voor

medewerkers/

medezeggenschap en

ouders en externen

voortzetten

Page 6: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

6

8. Reflectie

Kwaliteitszorg

o Eerste opzet

manangementrapportages

(MARAP) o.b.v. toezichtkader

en KPI’s (KPI 1 t/m 13)

o Verder uitwerken

kwaliteitszorgsysteem

(incl. collegiale visitatie

en audits) mede o.b.v.

indicatoren toezichtkader

inspectie en KPI’s

o Afname en rapportage 1ste

tevredenheidsonderzoek

ouders (leerlingen) en

scholen (KPI 10)

o Evaluatie MARAP’s + opzet

integrale opbrengstanalyse

op alle beleidsgebieden

(KPI 1 t/m 13)

o Collegiale visitatie in de

praktijk organiseren op

basisondersteuning (incl.

audits)

o Inrichten basis formeel

kwaliteitshandboek

o Besluit over start

certificering SwV

o Uitwerking formeel

kwaliteitshandboek

o Afname en rapportage

tevredenheidsonderzoek

medewerkers SwV (KPI 10)

o Mogelijk

certificeringstraject

kwaliteitszorg starten

Page 7: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

7

Bijlage 19 Thuiszitters: definiëring, monitor en processtappen

Definities thuiszitters Binnen samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 hanteren we de volgende definities met betrekking tot thuiszitters: Thuiszitter – relatief Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die zonder geldige reden1 meer dan 4 weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht resp. vrijstelling van geregeld schoolbezoek wegens het volgen van ander onderwijs.

Jeugdigen die beroep hebben gedaan op artikel 5 sub a of 5 sub b en ontheven zijn van de verplichting tot inschrijven, vallen niet onder de thuiszitterdefinitie.

thuiszitters waarmee al wel activiteiten gericht op terugkeer naar school worden ondernomen maar die feitelijk nog niet – naar vermogen - volledig aan het onderwijs deelnemen, tellen we als thuiszitter.

Absoluut verzuim Leerplichtige jongeren die niet staan ingeschreven op een school en ook niet vrijgesteld zijn van de inschrijvingsplicht van de Leerplichtwet 1969. Deze leerlingen vallen niet onder de officiële definitie van thuiszitters. Het absoluut verzuim wordt gemeten door het GBA te vergelijken met de Basisregistratie Onderwijs (BRON). Vrijstelling De leerplichtwet van 1969 geeft de volgende vrijstellingsgronden van de inschrijvingsplicht: Artikel 5. Gronden voor vrijstelling van inschrijving: - 5 sub a LPW de jongere is op psychische of lichamelijke gronden ongeschikt om tot een school of instelling te worden toegelaten; - 5 sub b LPW ouders/verzorgers overwegende hebben bedenkingen tegen de richting van het onderwijs op alle scholen die binnen redelijke afstand van de woning zijn gevestigd; - 5 sub c LPW jongeren die ingeschreven staan bij een onderwijsinstelling buiten Nederland en deze regelmatig bezoeken. - 5a LPW Ouders/verzorgers die een bij algemene maatregel van bestuur te omschrijven trekkend bestaan leiden waarbij de jongere hen vergezelt. - 15 LPW B&W van de woongemeente kunnen vrijstelling verlenen aan jongeren van 16-17 jaar op basis van bijzondere omstandigheden indien wordt aangetoond dat de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet. Ouders/verzorgers kunnen door een beroep te doen op vrijstelling van inschrijvingsplicht bij leerplicht voor 1 juli voorafgaand aan het schooljaar vrijgesteld worden. Indien zij voldoen aan de voorwaarden die de Leerplichtwet stelt, zijn zij van rechtswege vrijgesteld. Dit geldt voor artikel 5 sub a, b en c en 5a. Voor artikel 15 moeten ouders/verzorgers een aanvraag indienen en dient het college een besluit te nemen. Jongeren die zijn vrijgesteld van de inschrijvingsplicht van de Leerplichtwet vallen niet onder de definitie van thuiszitters. Leerplicht & kwalificatieplicht Jongeren tussen de 5 en 18 jaar moeten onderwijs volgen. Totdat ze een startkwalificatie hebben of 18 jaar worden. Voor leerlingen van 5 tot 16 jaar heet dit de leerplicht. Voor jongeren tussen 16 en 18 jaar heet dit de kwalificatieplicht. De kwalificatieplicht gaat in wanneer de volledige leerplicht is beëindigd. Een jongere is volledig leerplichtig tot en met het schooljaar waarin hij 16 jaar wordt. Daarna geldt de kwalificatieplicht. Tot het moment dat de jongere 18 jaar wordt óf een diploma op havo, vwo of mbo niveau-2 heeft

1 Het gaat om ongeoorloofd verzuim. In de eigen monitor houden we ook bij welke leerlingen geoorloofd thuis zitten en met welke reden, zodat we een volledig beeld hebben van de thuiszittende leerlingen.

Page 8: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

8

behaald. De volgende jongeren hoeven niet te voldoen aan de kwalificatieplicht:

• jongeren met een diploma of getuigschrift van het praktijkonderwijs; • jongeren die het voortgezet speciaal onderwijs hebben gevolgd in het uitstroomprofiel

arbeid; • jongeren die het voortgezet speciaal onderwijs hebben gevolgd in het uitstroomprofiel

dagbesteding. De kwalificatieplicht is onderdeel van de Leerplichtwet 1969. Voor jongeren die kwalificatieplichtig zijn geldt hetzelfde handhavingsinstrumentarium als voor de jongeren die volledig leerplichtig zijn. De sancties op een overtreding van de kwalificatieplicht zijn dus ook dezelfde als de sancties op basis van de leerplicht. Monitoring Landelijk vindt er een monitoring plaats naar de cijfers en registratie van absoluut en relatief verzuim via de opvraag thuiszitters van de onderwijsinspectie. Daarnaast hebben we als SwV een eigen, meer uitgebreide, monitor ontwikkeld. Daarnaast participeren we in een pilot met Ingrado en DUO lopen om te onderzoeken of we via een machinekoppeling van de scholen met de verzuimsite van DUO direct gegevens kunnen betrekken over verzuim en thuiszitters. De uitkomsten worden uiteraard gedeeld met de andere SwV’s in de regio, maar ook landelijk.

Monitor thuiszitters Binnen het verzuimloket is een nieuwe monitor ontwikkeld op basis van de ervaringen van Keerpunt (RENN4). Met deze monitor gaan we, in afstemming met de andere samenwerkingsverbanden in de werkgroep, ervaring opdoen. Hiervoor hebben we zelf binnen het SwV een tweetal keren een monitor t.a.v. relatief verzuim uitgevoerd. Het meerjarenoverzicht van de eigen monitor ziet er als volgt uit:

Reden / Jaar nov-2012 nov-2013

Medisch/fysieke 8 9

Psychisch 18 15

Schoolweigeraar 2 9

Overig 31 11

Totaal 59 44

Soort onderwijs nov-2012 nov-2013

vmbo/havo/vwo 38 23

pro 4 4

vso-cluster 3 0 0

vso-cluster 4 4 9

Keerpunt 13 8

Totaal 59 44

Woonplaats / Jaar nov-2012 nov-2013

GHTBZ 31

Overig 13

Totaal 44

Tabel 19.1 Meerjarenoverzicht monitor thuiszitters

Page 9: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

9

Monitor leerplicht en DUO Daarnaast hebben we de rapportages van leerplichtambtenaren en de verzuimregistratie van DUO opgevraagd bij OCW. De cijfers over 2013, de meest recente leverbare gegevens, laten een geheel ander beeld zien. Voor ons SwV gaat het dan om:

Gemeenten Thuiszitters Abs. verzuim Totaal

Groningen 0 0 0

Haren 1 2 3

Ten Boer 0 0 0

Tynaarlo 0 0 1 (sic!)

Monitor absoluut verzuim via gemeenten Ter completering van onze eigen monitor de gegevens absoluut verzuim van Leerplicht gemeente Groningen, de gemeente Haren en de gemeente Ten Boer. Het gaat hier dus niet om de thuiszittende leerling die ingeschreven is op een school, maar alleen om de leerplichtige leerlingen (VO-leeftijd) die niet zijn ingeschreven op een school maar wel in de GBA van de gemeente staan. Het blijkt lastig om PO en VO goed te scheiden binnen de gemeente. En Haren kan geen cijfers over de afgelopen jaren opleveren. Gemeente Groningen: In het schooljaar 2012-2013 hebben we in de gemeente Groningen totaal 41 jongeren - po en vo/mbo - in behandeling gehad die geen plaats op een school hadden. 10 van deze jongeren hebben een vrijstelling van de leerplicht gekregen, 26 zijn weer teruggeleid naar een school en 5 jongeren zijn kort na de uitschrijving 18 jaar geworden. In schooljaar 2013-2014 hebben wij 87 leerlingen in behandeling gehad waarvan 53 teruggeleid zijn naar school, 19 een vrijstelling hebben gekregen en 13 jongeren zijn 18 jaar geworden kort na hun uitschrijving. Specifiek voor het vo gaat voor het afgelopen jaar om 20 leerlingen die allemaal zijn teruggeleid naar het onderwijs. Gegevens via Leerlingzaken Groningen, 050 - 367 69 40. Gemeente Haren: Er zijn op dit moment twee vo-leerlingen die niet op een school staan ingeschreven. De gemeente Haren is helaas niet in staat de gegevens met terugwerkende kracht te produceren. Verwachting is dat het in de voorgaande jaren om een soortgelijk aantal ging. Gegevens via Katharina Beimers, leerplicht Haren. Gemeente Ten Boer: Voor de gemeente Ten Boer waren het er in 2013-2014 in totaal 4, waarvan 3 een vrijstelling hebben gekregen en 1 leerling weer naar school is gegaan. In 2012-2013 waren er 2 dossiers, deze leerlingen hebben vrijstellingen gekregen. Voor het VO gaat het voor het afgelopen jaar om één leerling die is teruggeleid naar het onderwijs. Gegevens via: Heike Andreae, Leerlingzaken Groningen, 050 - 367 69 40.

Page 10: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

10

Fasen in signalering & uitvoering van verzuim

Fase 1: Signalering, absentiesignalering en typering van verzuim

Fase 2: Ondernemen van actie door de school, beoordeling van verzuim

Absentiesignalering School: signalering

Op basis van afwezigheidscontrole

Op basis van eerdere verlofaanvraag

Op basis van ziekmelding

School: typering

Voorlopig ongeoorloofde afwezigheid en registratie

LOVS/dossier

Voorlopig geoorloofde afwezigheid en registratie

LOVS/dossier

Beoordeling: typering

Voorlopig ongeoorloofd verzuim

Voorlopig geoorloofd verzuim

School: actie

Contact met ouders/leerling t.b.v.

onderzoek/interventie

Aanvankelijk geen interventie/onderzoek

School: afweging

verzuim was ongeoorloofd, maar beëindigd

verzuim is ongeoorloofd en blijft voortduren

verzuim blijkt administratief

verzuim heeft geldige reden

verzuim blijft geoorloofd beschouwd

twijfel ontstaat, actie

indicatoren afweging

Page 11: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

11

Fase 3: Melden van verzuim aan leerplicht via het verzuimloket

Fase 4: Actie en registratie door leerplicht, opgave verzuim door gemeente in leerplichttelling

Melding leerplicht

Ongeoorloofd verzuim

Geoorloofd verzuim

School: meldt

Kortdurend verzuim (minder dan 16 uur per 4 weken)

Verplicht te melden verzuim(meer dan 16 uur per

4 weken)

Afweging: meldingen

Geen melding

Wel melding

Wel melding (verplicht)

Geen melding

Wel melding (niet verplicht)

Indicatoren afweging

Leerplicht: melding

verplicht te melden verzuim (>16 uur/weken)

overige meldingen

Leerplicht: telling

Opgave in leerplichttelling naar onderwijssector

Geen opgave leerplichttelling

Leerplicht: typering

Aantal relatief verzuim

Naar school teruggeleide verzuimers

Processen-verbaal

Aantal thuiszitters

Page 12: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

12

Stroomschema aanpak thuiszitters verzuimloket Rebound Stad Groningen

Page 13: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

13

Bijlage 20 Verantwoording inzet middelen en ondersteuning

Inleiding Informatief In het SwV is een werkgroep2 geformeerd om een verkenning en eerste opzet te maken voor de verantwoording in het SwV. Deze werkgroep heeft in 3 bijeenkomsten (aug-nov 2014) vanuit de verkenning beleidsvoorstellen geformuleerd die aan het bestuur van het SwV en de OPR worden voorgelegd. Voor de financiële verantwoording is de factsheet financiële verantwoording van OCW als (voorlopig) uitgangspunt genomen. De ‘facts’ zijn in dit memo verwerkt. SwV’s Passend Onderwijs zijn opgericht om samenwerking in de toegedeelde regio te bewerkstellingen over alle vormen van extra ondersteuning aan leerlingen. Bij Passend Onderwijs gaat het om extra ondersteuning aan leerlingen die nu onderwijs krijgen op:

reguliere scholen voor voortgezet onderwijs (pro, vmbo, havo, vwo);

scholen voor cluster 3 (zeer moeilijk lerende kinderen, langdurig zieke of lichamelijk gehandicapte of meervoudig gehandicapte kinderen);

scholen voor cluster 4 (onderwijs aan kinderen met een gedragsmatige of psychiatrische problematiek).

SwV’s krijgen middelen van OCW om in te zetten voor de extra ondersteuning en moeten verantwoording afleggen over de verdeling van de middelen over de scholen en over het restant van de middelen. Omdat er meerdere schoolbesturen in meer SwV’s zitten, onderhouden we over dit onderwerp afstemmingsoverleg met het SwV Ommelanden. Het SwV po heeft dit onderwerp in de integrale werkgroep zitten. Zij hebben op dit onderwerp nog geen uitwerking gegenereerd. Overzicht diverse verantwoordingen Er zijn twee soorten verantwoording voor de extra ondersteuning:

1. Financiële verantwoording a. hoeveel wordt ingezet (kwantitatieve verantwoording); b. aan wie wordt dit verantwoord.

2. Inhoudelijke verantwoording van de inzet van de ondersteuning a. waarvoor worden de middelen ingezet; b. met welk resultaat (kwalitatieve verantwoording); c. aan wie wordt verantwoord.

Partijen die verantwoording afleggen Partij A - Het SwV naar:

1. OPR 2. Schoolbesturen 3. Accountant 4. Inspectie 5. OCW 6. OOGO ondersteuningsplan richting gemeenten 7. Overige stakeholders: zoals omliggende SwV’s, ouders (publieke versie van het jaarverslag)

Partij B – Schoolbesturen naar:

1. (G)MR 2. SwV 3. Raad van toezicht dan wel ledenvergadering 4. Accountant 5. Inspectie 6. OCW

2 De werkgroep bestaat uit: Anneke Lalkens (controller O2G2), Jurrien Robbe (directeur en coördinator PaOn binnen het Gomaruscollege / ook betrokken bij SwV Ommelanden), Willem Dusseldorp (directeur binnen de CSG / ook betrokken bij SwV Ommelanden), Erik de Graaf en Jan Houwing (management SwV).

Page 14: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

14

Op de verantwoording van onderdeel 2 (naar het SwV) na zijn de overige onderdelen, net als nu, de schoolbesturen zelf verantwoordelijk voor de uitwerking. Partij C – school c.q. vestiging

1. School en/of vestiging naar schoolbestuur Dit is een interne regeling en geen zaak van het SwV en wordt derhalve in deze notitie verder buiten beschouwing gelaten. Beleid Kernpunten beleid verantwoording 1 - generieke bovenliggende uitspraken

1. De verantwoording mag niet leiden tot (nieuwe) bureaucratie. Separate urenregistratie is derhalve niet aan de orde.

2. We nemen voor de verantwoording dezelfde insteek als de verantwoording in de prestatiebox die OCW voor de vo scholen beschikbaar stelt: ‘verantwoording vindt plaats via een beleidsplan incl. de benodigde inzet fte (middelen) en verantwoording over de resultaten’.

3. Financieel verantwoorden scholen op een schooljaar (arrangement) dan wel eens in de vier jaar (expertisebekostiging en basisbekostiging)

a. bij het SwV: de inzet fte (inclusief puntsgewijs de beleidsaspecten); b. bij de ECT en voor gebruik: een uitgebreide beleidsomschrijving.

4. Inhoudelijk verantwoorden scholen bij het SwV de resultaten op 13 domeinen direct na een schooljaar.

2 – de kritische prestatie-indicatoren We richten ons in de verantwoording op

1. de verslaglegging van het beleid; 2. op het resultaat van het beleid.

Met de resultaten van het beleid willen we het ondersteuningsplan van het SwV en de school en het te voeren jaarlijks beleid verder aanscherpen. De monitor op de resultaten van elk schooljaar (jaarlijks uiterlijk 1-10) en de indicatoren van de inspectie worden de basis voor de uitwerking van de kwaliteitszorg. De kritische prestatie-indicatoren (KPI’s)) waarop we het resultaat van het beleid gaan monitoren betreffen voor het SwV:

1. Thuiszitters (relatief en absoluut)*; 2. Percentage verwijzingen naar VSO cluster 3-4 en zittende leerlingen in VSO cluster 3-4 *; 3. Leerlingen met VSO cluster 1 en 2 indicatie in het SwV *; 4. Voortijdig Schoolverlaters (VSV) *; 5. Uitstroom en schakeling VSO cluster 3-4; 6. Verwijzingen Rebound en terugschakeling naar de scholen; 7. Tussentijdse verwijzing en doorstroom * (V10 formulier dat nu al voor DUO wordt ingevuld); 8. Aantallen/percentages schorsing en verwijdering *. 9. Aantal klachten en beroeps- en bezwaarprocedures*; 10. Tevredenheidsonderzoeken ouders/(leerlingen) en medewerkers*; 11. Baten en kosten*; 12. Combi-arrangementen met de gemeenten (incl. voormalige AWBZ); 13. Instroom: de afgewezen/doorverwezen leerlingen (i.h.k.v. de zorgplicht) in alle leerjaren.

* Deze monitorgegevens maken ook deel uit van het toetsingskader van de onderwijsinspectie. In bijlage 18 is in het schema de verwijzing naar de KPI’s expliciet benoemd. 3 – verantwoording SwV over Passend Onderwijs Het SwV legt verantwoording af aan:

1. OPR via het bestuursverslag (jaarverslag/jaarrekening bij het Ondersteuningsplan); 2. Het algemeen bestuur van het SwV via de kwartaalrapportages en het bestuursverslag

(jaarverslag/ jaarrekening) bij het Ondersteuningsplan; 3. Accountant via de jaarrekening;

Het betreft uitsluitend de middelen die het SwV niet besteedt (wettelijke voorgeschreven). Voor de accountantscontrole en het afgeven van de controleverklaring bij de jaarrekening

Page 15: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

15

gelden de aanwijzingen uit het jaarlijkse Onderwijscontroleprotocol OCW/EZ. Het controleprotocol waarmee accountants de jaarrekening van SwV’s controleren, komt in december 2014 beschikbaar. Bij het opstellen en indienen van de jaarcijfers gelden dezelfde modellen als voor de schoolbesturen. Deze zijn beschreven in de ‘Richtlijn Jaarverslag Onderwijs’ (RJO) en de RJ660. De instellingsaccountant van het SwV hoeft daarom niet de verdeling op grond van het ondersteuningsplan over de instellingen te controleren. Het is voldoende dat de betaling aan een aangesloten onderwijsinstelling heeft plaatsgevonden op grond van het ondersteuningsplan.

4. Inspectie via het jaarverslag bij het Ondersteuningsplan; In het waarderingskader van de Inspectie van het Onderwijs staat dat de inspectie toeziet op doelmatige inzet van middelen van het samenwerkingsverband (indicator 1.3). De inspectie gaat hierover met alle samenwerkingsverbanden in gesprek, om als onderdeel van het reguliere toezicht inzicht te krijgen in de plan-do-check-act-cyclus (PDCA-cyclus). Het gaat dan om systematisch opstellen, meten en evalueren van doelstellingen, activiteiten en resultaten en bijbehorende bestedingen. De inspectie ontwikkelde daarvoor een werkformat om de financiële doelmatigheid van het samenwerkingsverband in kaart te brengen.

5. OCW via de jaarcijfers en het jaarverslag; 6. OOGO gemeenten via het ondersteuningsplan;

Eens per vier jaar wordt in het OOGO met gemeenten verantwoording afgelegd over het beleid en het resultaat daarvan. In de startfase is nu afgesproken dat het eerste ondersteuningsplan voor één jaar geldend is. Voor het tweede ondersteuningsplan wordt er opnieuw OOGO gevoerd.

7. Overige stakeholders; Ten behoeve van de omliggende SwV’s, ouders en mogelijk andere stakeholders schrijven we een publieke versie van het jaarverslag.

4 – verantwoording van de schoolbesturen over de inzet van de ondersteuning Schoolbesturen leggen verantwoording af aan:

1. MR via het reguliere jaarverslag; 2. SwV via de verslaglegging van het beleid en het resultaat van het beleid conform een, door

het SwV opgesteld, format; De deelnemende schoolbesturen in het SwV zullen ook van elkaar willen weten hoe de middelen over de schoolbesturen zijn verdeeld, hoe deze worden besteed en welk resultaat is behaald. Als SwV kunnen we hier zelf afspraken over maken met de schoolbesturen, er zijn geen wettelijke voorschriften.

De aanvraag van de bekostiging voor de arrangementen, de expertisebekostiging en de basisbekostiging wordt jaarlijks in mei in het volgende format aangeleverd:

Page 16: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

16

De verdere inhoudelijke verantwoording vindt plaats in de vorm van een jaarlijkse aanlevering van de kengetallen in meerdere domeinen. Hiertoe is een format in ontwikkeling.

3. Raad van toezicht dan wel ledenvergadering;

Besturen bepalen zelf, net als voorheen, hoe, wanneer en met welke frequentie ze de

verslaglegging inrichten.

4. Accountant via de reguliere verantwoording;

Schoolbesturen krijgen in verslagjaar 2014 voor het eerst de mogelijkheid om ‘ontvangen

doorbetalingen rijksbijdrage samenwerkingsverband’ apart te registreren en te rapporteren.

Dit is aangekondigd in de Nieuwsbrief Jaarverslaglegging (nummer 4, mei 2012) en

opgenomen in het EFJ. Een schoolbestuur kan middelen ontvangen van meerdere

samenwerkingsverbanden. Het schoolbestuur hoeft deze bijdragen in het jaarverslag niet

verplicht uit te splitsen per samenwerkingsverband. Het schoolbestuur kan zelf beslissen

hoe het hierover in het eigen jaarverslag wil rapporteren.

5. Inspectie via het reguliere jaarverslag;

Schoolbesturen rapporteren over de activiteiten, middelen en resultaten die ze hebben

bereikt met de middelen vanuit een of meer samenwerkingsverbanden. Ze lichten daarbij

Schoolnaam

Voorlopige toekenning bekostiging arrangementen bij SwV VO 20.01 m.b.t. schooljaar

School (totaal Brinnummer) Verwacht aantal

leerlingen op 1-10

Te verwachten bekostiging in Prognose bekostiging in

Het verwacht totaal aantal leerlingen - basisbedrag € 31,50 € 0 € 0

Het verwacht aantal leerlingen met een OPP overig (arrangementen) € 3.000 € 0

Tripartiete € 0 € 0

Pilots en experimenten

Totaal bekostiging € 0 € 0

Arrangementen-, expertisebekosting en basisbedrag

Soort Arrangement: Fte Looncategorie Totaal € loonkosten

School 4 of 5 € 44.000

Groep LB/s10 € 73.000

Individueel LC/s11 € 83.500

LD/s12 € 94.000

1

2

3

4

5

Totaal € 0

Ontvangsten SwV € 0

Toevoeging eigen middelen € 0

Naam fte bekostiging SwV

1

2

Totaal € 0

De namen/omschrijvingen van de gevraagde arrangementen (zie tabbladen vestigingen) zijn uitsluitend bestemd voor de aanvraag bekostiging richting het SwV. De uitgebreide

beschrijving van de ondersteuning (arrangementen/ondersteuningsstructuur) wordt vastgelegd als onderdeel van het schoolplan (het ondersteuningsplan) en wordt

doorgesproken met het ECT.

Tripartietepersoneel

Page 17: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

17

ook toe hoe dit aansluit bij de plannen die ze voor het jaar hebben gemaakt. Dit past

binnen de inrichtingsvoorschriften voor het jaarverslag (RJO/RJ660). Schoolbesturen stellen

namelijk een jaarverslag op waarin ze verplicht rapporteren over alle belangrijke zaken,

waaronder de relatie met een of meer samenwerkingsverbanden.

5 – inhoud bestuursverslag SwV

Het bestuursverslag SwV bevat in elk geval:

1. reflectie op de doelen vanuit het jaarplan en vanuit tussentijdse verslaglegging;

2. stavaza personeel werkend in of voor het SwV;

3. inhoudelijke ontwikkelingen van het samenwerkingsverband;

4. kwaliteitszorg;

5. ontwikkelingen bij de aan het samenwerkingsverband verbonden partijen, zoals

schoolbesturen en gemeenten;

6. ontwikkeling van governance;

7. zaken met een politieke (overheidsprioriteiten) of maatschappelijke impact;

8. het gevoerde beleid gericht op beheersing van uitgaven inzake uitkeringen na ontslag;

9. de afhandeling van klachten;

10. de continuïteitsparagraaf, waarin op hoofdlijnen een beleidsrijke meerjarenbegroting is

opgenomen die ontleend is aan de planning- & controlcyclus, en aan risicobeheersing en het

verslag van het toezichthoudende orgaan.

6 – verantwoording vestigingen

De verantwoording van scholen/vestigingen naar schoolbestuur (zoals genoemd partij C) is geen

zaak van het SwV. Van scholen/vestigingen wordt door het SwV geen aparte verantwoording

gevraagd. Getrapt kan het SwV voor een diepere analyse deze gegevens wel via het schoolbestuur

opvragen.

7 – publieke versie

We schrijven een publieke versie voor overige stakeholders.

8 – de jaarrekening

De jaarrekening SwV bevat in elk geval (wettelijk voorschrift):

1. de balans, inclusief toelichting;

2. de staat van baten en lasten, inclusief toelichting;

3. het kasstroomoverzicht;

4. overige gegevens, inclusief de vermelding van belangrijke gebeurtenissen na de

balansdatum.

9 – de afstemming jaarverslag SwV en jaarverslag schoolbesturen

Wetgeving schrijft voor:

Besturen verantwoorden zich over de ontvangen middelen (accountant en inspectie).

Het SwV verantwoordt zich over de resterende middelen (accountant en inspectie).

Er zijn besturen die aan meerdere SwV’s zijn verbonden (bij RENN4 zelfs 14 SwV’s). Het SwV zelf

bestaat uit 10 schoolbesturen. Het is derhalve moeilijk te bepalen wie leidend is in deze

afstemming. SwV’s en besturen werken vanuit dezelfde kengetallen (financieel, leerlingaantallen en

resultaten). Afstemming zal naar verwachting op organische wijze plaatsvinden.

Beleid: ieder handelt conform wetgeving en we schrijven vooraf niets voor.

Korte samenvatting van verantwoorden (financieel en inhoudelijk)

Page 18: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

18

Financieel (in mei / per brinnummer / bij voorkeur op 1 A-4tje)3

wat wanneer voor welke periode door wie aan wie

aanvraag arrangement – hoeveel (fte inzet)

mei (jaarlijks) opvolgend schooljaar4

school per brinnr

SwV

aanvraag expertise bekostiging – hoeveel (fte inzet)

Mei (eens per 4 jaar)

opvolgende 4 schooljaren5

school per brinnr

SwV

aanvraag basisbekostiging – hoeveel (fte inzet)

Jaarlijks op teldatum 1-10

opvolgende 4 schooljaren6

school per brinnr

SwV

Inhoudelijk

wat wanneer voor welke periode door wie

aan wie

aanvraag arrangement - waarop/waarvoor

mei (jaarlijks) opvolgend schooljaar

school per brinnr

ECT

aanvraag expertise bekostiging - waarop/waarvoor

Mei (eens per 4 jaar)

opvolgende 4 schooljaren

school per brinnr

ECT

aanvraag basisbekostiging - waarop/waarvoor

Mei (eens per 4 jaar)

opvolgende 4 schooljaren

school per brinnr

SwV

resultaten (kengetallen op meerdere domeinen)

1-10 (jaarlijks)

voorgaand schooljaar school per brinnr

SwV

3 De middelen worden in 3 termijnen uitbetaald over een lopend schooljaar (t=0) met als peildatum 1-10: dec(5/12) – april (3/12) en juli (4/12) 4 vaststelling juli / bijstelling op 1-10: correctie op totaal aantal lln en aantal lln met extra hulpvraag 5 vaststelling juli / jaarlijkse bijstelling op 1-10: correctie op totaal aantal lln en aantal lln met extra hulpvraag 6 vaststelling juli (jaarlijkse bijstelling op 1-10: correctie op totaal aantal lln en aantal lln met extra hulpvraag

Page 19: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

19

Bijlage 21 Planning- & controlcyclus

Planning verslaglegging/verantwoording SwV VO VO 20.01 - algemeen kalenderjaar

uiterlijke

datum actie

schooljaar kalenderjaar scholen directie

fin.

admin.

SwV

instemmen

advies bij

going

concern

tkn bij going

concern

15 januari trimester rapportage september t/m december x xDB-OPR

januari

1 feb-4 jaarlijks Meerjarenbegroting eens per 4 jaar in ondersteuningsplan AB-OPR

1 april accountantscontrole*

1 april bestuursverslag (jaarverslag en jaarrekening voorgaand kalenderjaar)* x x x AB - mei OPR - mei

1 meiaanvraag bekostiging scholen voor arrangementen,

expertisebekostiging, basisbekostiging x x

15 mei trimesterrapportage januari t/m april

DB-OPR

mei

15 junivaststellen bekostiging scholen voor arrangementen,

expertisebekostiging, basisbekostiging x x DB - juni

15 juni begroting t.b.v. schooljaar en kalenderjaar x x x x AB - juni OPR -juni

1 oktober aanleveren KPI's door scholen t.b.v. jaarverslag schooljaar x

15 oktober jaarverslag schooljaar x x xAB - OPR

nov

1 november begroting kalenderjaar + MJB (eenmalig 2016) x x AB OPR

* voor het eerst in 2016 ivm verlengd boekjaar

De inspectie ontvangt jaarlijks het bestuursverslag

instemmen/advies/ter kennisnamet.b.v. schooljaar/kalenderjaar te maken door

Page 20: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

20

Bijlage 22 Transities vo-vo, vo-vso en vso-vo

Met onderstaand overzicht willen beide SwV’s SwV’s VO 20.01 en VO 20.02 inzicht geven in de afspraken rondom de transities VO-VO en VO-VSO en VSO-VO, de verschillende tarieven die worden gehanteerd en wie welk aandeel daar in neemt betreffende de bekostiging.

Transitie VO-VO

Schoolbesturen verrekenen dit: - In SwV VO 20.02 niet onderling. - In SwV 20.01 wel onderling op basis van de 40 weken regeling. De formule voor de 40 weken regeling is: 40/40 op basis van de afgeronde gevolgde onderwijsweken (de vakanties horen niet bij de onderwijsweken). Van Ommelanden naar Stad & vice versa is een zaak tussen de schoolbesturen.

Transitie VO-tussenvoorziening

Intern tarief Ommelanden €300 per week Intern tarief stad €200 per week Extern tarief voor beide SwV’s €600 per week Extern tarief keerpunt €750 per week Extern tarief leerpunt ? Schoolbesturen in het SwV Ommelanden verrekenen dit onderling op basis van de 40 weken regeling. In het SwV stad verloopt dit via Rebound naar de betreffende school ook basis van de 40 weken regeling.

Transitie VSO-VO Observatie-plaatsing en symbiosetraject

Observatieplaatsing (max 12 weken)

- Besluitvorming gaat via VSO, SwV, VO

- Leerling staat gedurende de observatieplaatsing ingeschreven bij de VSO school.

- Bij een positieve plaatsing wordt de leerling na afloop ingeschreven bij de VO school.

NB: Observatieplaatsingen worden uitgevoerd met gesloten beurs. Symbiosetraject - Leerling staat ingeschreven VSO. - Besluitvorming gaat via VSO, SwV, VO - Volgend op observatieplaatsing of direct gestart. Voorstel In het symbiosecontract worden afspraken vastgelegd over de inzet van VO en VSO in een verhouding van max. 60%/40%. De middelen(basisbekostiging & ondersteuningsbekostiging) worden overeenkomstig de inzet door het VSO overgeheveld naar de VO school. Schoolbesturen verrekenen dit in 2014-2015 onderling op basis van de 40 wekenregeling. Op basis van evaluaties kan dit later leiden tot vaste tarieven.

Transitie VO-VSO de groeiregeling

De regeling voor 2014-2015

DUO voert nog eenmaal de groeibekostiging van 16 januari 2014 uit voor het (v)so, voor de ondersteuningsbekostiging van het schooljaar 2014/2015 op basis van de wettelijke regeling.

De kosten voor de groei van het (v)so in 2013-2014, vast te stellen op 16-1-14 trekt OCW af van de zware bekostiging van de SwV’s. Deze regeling wordt op macro niveau uitgevoerd en wordt daarmee niet per SwV apart verrekend. De middelen zijn toegevoegd aan het budget van de SwV’s omdat die de groei zouden bekostigen. Dit betekent dat de SwV’s er per saldo niet op achteruit gaan nu OCW/DUO de groeiregeling nog 1 keer uitvoert.

Doordat OCW en DUO de kosten van de groei macro aftrekken van het budget voor de SwV’s, gaat de bekostiging van het samenwerkingsverband met ongeveer € 7,- per leerling omlaag. Deze schatting is gebaseerd op de kosten van de groeitelling op 16 januari 2013. Aanpassing van het budget van de

Page 21: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

21

SwV’s gebeurt op basis van de kosten die zijn gemoeid met de daadwerkelijke kosten van de groei op 16 januari 2014.

De eerste teldatum voor de groei (v)so onder verantwoordelijkheid én bekostiging door het SwV zelf te regelen is 1-2-15 op basis van de groei t.o.v. 1-10-14. Wettelijke regeling groeibekostiging voor SwV’s Verrekeningen (betalingen) i.v.m. de groeitelling op basis van de peildatum (tussentijdse groei (v)so tussen 1 oktober en 1 februari er op volgend) moet het samenwerkingsverband gedurende één schooljaar zelf uitvoeren. DUO zal wel informatie aan de SwV’s leveren over inschrijvingen tussen 1 oktober en 1 februari. Bij tussentijdse groei

1. móet het SwV VO de extra ondersteuningsbekostiging overdragen aan de betreffende (v)so scholen;

2. mág zij ook de basisbekostiging overdragen. T.a.v. de ondersteuningsbekostiging is de regeling helder.

Het SwV (en dus niet DUO) maakt het bijbehorende bedrag gedurende één schooljaar over naar het bestuur van de (v)so school (middels T-1).

Er wordt gerekend met het vaste bedrag ondersteuningsbekostiging (categorie 1, 2).

Per SwV moet dan nog worden geregeld wat het betaalritme is voor de bekostiging en hoe om te gaan met de basisbekostiging. Voorstel 1: Het betaalritme van het SwV voor de ondersteuningsbekostiging van de groeitelling is maandelijks vanaf 1-8 (op 20e vd maand). Voorstel 2

A. De basisbekostiging wordt eveneens door het SwV betaald. B. De regeling voor de basisbekostiging is gelijk aan die van de

ondersteuningsbekostiging (teldatum 1 februari - betaalritme maandelijks in het volgend schooljaar door het SwV - het betreft het volledige bedrag).

Hiermee is de regeling voor de (v)so scholen eenduidig en eenvoudig in de bureaucratische last. In het SwV VO 20.01 en SwV 20.02 is

1. de ondersteuningsbekostiging t.l.v. het SwV; 2. de basisbekostiging t.l.v. de school. Deze regeling is er nu ook al voor de

tussentijdse verwijzingen. De formule voor het verrekenbedrag van de basisbekostiging is 40/40 op basis van de afgeronde gevolgde onderwijsweken in het jaar van verwijzen (de vakanties horen niet bij de onderwijsweken).

VO-VSO Observatie-plaatsing en symbiosetraject

Observatieplaatsing (max 12 weken) - Leerling staat ingeschreven bij de VO school - Besluit CvA* - Bij een positief verloop van de plaatsing wordt de leerling na afloop ingeschreven bij de VSO school. Observatieplaatsingen worden uitgevoerd met gesloten beurs. * de route moet nog worden afgestemd met de CvA. Symbiosetraject (max 2 jaren) - Leerling staat ingeschreven VO - Besluit CvA* - Volgend op observatieplaatsing of direct gestart. Voorstel

Page 22: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

22

In het symbiosecontract worden afspraken vastgelegd over de inzet van VSO en VO in een verhouding van max.60%/40%. De middelen (basisbekostiging & ondersteuningsbekostiging) worden overeenkomstig de inzet door het VO overgeheveld naar de VSO school. Schoolbesturen verrekenen dit op basis van de 40 wekenregeling onderling in 2014-2015. Op basis van evaluaties kan dit later leiden tot vaste tarieven. * de route moet nog worden afgestemd met de CvA.

Page 23: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

23

Bijlage 23 Communicatiestructuur & -middelen SwV

Inleiding

Met de communicatiestructuur bedoelen we het geheel van alle communicatiestromen binnen de organisatie. Het gaat hier om interne en externe communicatie die een organisatie inzet om te communiceren met verschillende doelgroepen van de organisatie. De komende jaren zal de communicatiestructuur op basis van ervaringen in de praktijk worden bijgesteld en verbeterd. Daarbij komt ook de verdieping aan de orde, waarin mogelijk communicatiedoelgroepen (primair, secundair en tertiair) worden onderscheiden. En ook de communicatiedoelstellingen op strategisch niveau (lange termijn) en operationeel (korte termijn). Hierbij maken we ook de kanttekening dat het weliswaar zinvol is om de communicatiestructuur te expliciteren, daarmee ontstaat echter ook het gevaar dat het te complex wordt gemaakt (KISS-principe). Overlegvormen Bij overlegvormen onderscheiden we regulier en incidenteel overleg. Ten aanzien van het reguliere overleg, waar we hier op focussen is er een onderscheid in overleg van/in het SwV en overleg waar ook externe partijen bij betrokken zijn. Van al deze overleggen beschrijven we hieronder het type overleg, het doel van het overleg en de frequentie.

Nr. Type overleg Doel overleg Frequentie

In en van het samenwerkingsverband:

1 Bestuursvergadering DB (bestuur). DB leden en directie

Besluiten nemen over beleid wat aan DB gemandateerd is conform statuten/reglement.

6x p/j

2 Bestuursvergadering AB (toezicht). Besturen en directie

Besluiten nemen over beleid wat aan AB moet voorliggen conform statuten/reglement.

6x p/j

3 Werkoverleg Expertise- & Consultatieteam. ECT-ers SwV en directie

Inscholen ECT-ers over beleid SwV, bespreken voortgang casussen en verbeteren kwaliteit onderwijs als systeem.

Wekelijks

4 Werkoverleg Commissie van Advies. Directie SwV’s en CvA leden

Afstemmen beleid rond TLV’s, registratie en monitoring, observatie- en crisisplaatsing, symbiose.

Maandelijks

5 Overleg OPR (DB en voltallig) Bespreken beleid en voortgang op basis van planning. Uiteindelijke doel is instemming op ondersteuningsplan.

8x p/j

6 Afstemmend overleg DB OPR en directie

Voorbereidend overleg op OPR vergaderingen.

4x p/j

7 Overleg vertegenwoordiging bestuur SwV/ directie met OPR

Bestuurlijke zaken worden door vertegenwoordiging van het bestuur SwV besproken met de voltallige OPR en directie

1 á 2x p/j

8 Platform ondersteuningscoördinatoren V(S)O

Informeren ondersteuningscoördinatoren over beleid SwV en signalen ondersteuningscoördinatoren vertalen in beleid (pendel).

3x p/j

Page 24: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

24

9 Rebound Stad Groningen-overleg (Rebound en thuiszitters). Management Rebound Stad en directie

Voortgangsbesprekingen over jaarplan/verslag (beleid/resultaten) & begroting/rekening van de Reboundvoorziening. Incl. het beleid en de resultaten van de monitor- en interventietaak thuiszitters.

5x p/j

10 Overleg pilot trajectgroepen. Uitvoerders scholen, directie en lid kerngroep VSV

Formatieve evaluatie van de drie pilots trajectgroepen op Gomarus, CSG en Werkman College.

2x p/j

11 Netwerk orthopedagogen. Intervisie, leren van elkaar, uitwerken beleid bijv. rond dyslexie- en dyscalculieprotocollen.

3x p/j

12 Netwerk expertise. ECT SwV met Experts in de scholen (voormalige AB)

Vanuit het SwV in stand houden van een kennisbasis rond in de school ingedaalde AB-ers met een centrale rol voor het ECT.

2 á 3x p/j

13 Overleg management SwV met directies scholen (vestiging)

Afstemmingsoverleg tussen management school & SwV. De ondersteuningscoördinator sluit hierbij aan. Gaat om explicatie van SwV-beleid en signalen vanuit het onderwijsveld (pendel).

1x p/j

14 Kerngroep financiën. 3 controllers en directie

Bespreken financieel beleid en de verantwoording.

3x p/j

15 Werkoverleg financiële administratie. Directie en O2G2 uitvoerders

Inrichten financiële administratie, voortgang, uitbetalingen, fiattering via Pro-Active.

4x p/j

16 Werkgroep hoogbegaafde leerlingen met ondersteuningsbehoefte. Specialisten uit de scholen.

Gericht op doen van voorstellen voor arrangementen voor deze doelgroep

3x p/j

17 Voortgang ondersteuningsgesprekken overgang PO-VO. Uitvoerende experts en directie

Stroomlijnen van beleid en uitvoering rond deskundigenadvies rond overgang PO-VO.

2 á 3x p/j

18 Medezeggenschapsraad personeel (MR-p) Directie SwV en MR-p

Advies en instemming op personele aangelegenheden binnen het SwV

4x p/j

Nr. Type overleg Doel overleg Frequentie

Met externe partijen:

1 Afstemmingsoverleg management SwV’s PO en VO. Directies SwV’s NM Drenthe en Groningen

Komen tot afstemming op beleidsmatig vlak rond PO-VO (toelatingsbeleid, Plaatsingswijzer, Intergrip en OSO), CvA en Centraal Informatiepunt, etc. tussen SwV’s.

5x p/j

Page 25: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

25

2 Provinciale werkgroep PO-VO. Regiocoördinatoren PO en directies SwV VO

Komen tot afstemming op beleidsmatig vlak rond PO-VO (toelatingsbeleid, ondersteuningsgesprekken groep 8, commissie 'Aan Boord', Plaatsingswijzer, Intergrip en OSO) in de SwV-regio Stad, Haren, Ten Boer en Zuidlaren.

4x p/j

3 Commissie 'Aan Boord'. Regiocoördinatoren PO en directie SwV VO, ECT en leerplicht

Cie. die toezicht houdt op de definitieve plaatsing van leerlingen in de overstap PO-VO en hierin bemiddelt.

1-3 p/j

4 Afstemmingsoverleg Gemeenten-Onderwijs (AGO) (ambtelijk).

Ambtelijk vooroverleg t.b.v. het bestuurlijk AGO en bespreken voortgang staand beleid. Voor de thema’s zie ook: OOGO.

6x p/j

5 Afstemmingsoverleg Gemeenten-Onderwijs (AGO) (bestuurlijk)

Vaststellen bestuurlijk beleid rond afstemmingsthema’s gemeenten-onderwijs (leerlingenvervoer, vsv, thuiszitters, etc.). Voor de thema’s zie ook: OOGO.

3-4x p/j

6 VSV-overleg VO-MBO- gemeenten. Ambtelijk Bestuurlijk

Beleid en resultaten rond terugdringen VSV in VO en MBO.

6x p/j 1x p/j

7 Werkgroep overstap VO-MBO. Directie SwV’s prov. Groningen, RMC coördinator en MBO vertegenwoordiging

Werkgroep vallend onder VSV overleg ‘Beleid en resultaten rond de overstap VO en MBO’.

3x p/j

8 Regiegroep Plaatsingswijzer. Directie en bestuurders koepels Friesland

Bestuurlijke afstemming provincie Friesland en Groningen inzake beleid, gebruik en verspreiding Plaatsingswijzer.

4x p/j

9 Overleg afstemming cluster 1 en 2. Directie en regiocoördinatoren cl 1 en 2

Afstemmingsoverleg over samenwerking/symbiose en praktische afspraken op de scholen.

naar behoefte

10 Regionaal Overleg Gemeenten en Onderwijs. Ambtenaren 4 gemeenten regio SwV en directie

Voor het OOGO gaan we uit van de regio Groningen, Haren, Ten Boer en Tynaarlo (de plaats Zuidlaren en omgeving). Ter voorbereiding op bestuurlijk OOGO is een ambtelijk overleg ingesteld. In het OOGO wordt afgestemd op de volgende thema’s: 1 samenhangende onderwijs-,

ondersteunings- en hulpstructuur voor jongeren;

2 overgangen voorschools-po/so-vo/vso-mbo (of hbo);

3 consequenties van Passend Onderwijs voor leerlingenvervoer;

4 consequenties van Passend Onderwijs voor onderwijshuisvesting;

5 tegengaan vsv en aanpak thuiszitters; 6 aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt

vo/vso en mbo.

2 á 3x p/j

Page 26: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

26

7 uitvoering van de afspraken in het afstemmingsoverleg gemeenten en onderwijs (AGO)

11 Bestuurlijk Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) over het Ondersteuningsplan. 4 wethouders – DB – directie

Bestuurlijke afstemming op de hierboven genoemde thema’s.

1x per 4 jaar

12 Werkgroep SO-VSO. Vertegenwoordigers uit de doelgroepen en directie SwV’s

Provinciale afstemming met drie SwV’s PO en VO met SO en VSO inzake herindicaties, symbiose, schakelbeleid, observatie- en crisisplaatsingen.

6x p/j

13 Werkgroep thuiszitters. Directie SwV, Verzuimloket Rebound, leerplicht en ECT

Verdiepende analyse thuiszittersproblematiek gericht op succesvolle interventies.

4x p/j

14

15

Tijdelijke werkgroepen Naast structureel overleg maken we ook gebruik van incidentele overlegstructuren. Deze tijdelijke structuren zijn veelal gecentreerd rond een bepaald thema. Voorbeelden hiervan zijn: de werkgroep arrangementen en de werkgroep ouders. Zo hebben we samen met ouders, in een werkgroep in het najaar van 2014, een factsheet gemaakt met vragen van ouders en antwoorden van het SwV. Dit factsheet is integraal opgenomen in dit ondersteuningsplan en staat daarnaast als apart informatieonderdeel op de website. Ook de komende jaren zullen we op gezette tijden gebruikmaken van tijdelijke communicatiestructuren in de vorm van werkgroepen. Communicatiemiddelen Het SwV maakt actief gebruik van de volgende communicatiemiddelen: de website, brochures op thema (bijv. ECT, CvA, e.d.), opname van gegevens over het SwV in de schoolgids en nieuwsbrieven. Ook sociale media als Facebook en Twitter worden actief gebruikt, ook in communicatie met partners. Daarnaast zijn er op het niveau van het SwV voor scholen en ouders drie toegangen tot informatie beschikbaar: de Commissie van Advies, het Expertise- & Consultatieteam en de directie van het SwV. Nieuwsbrieven Minimaal één keer per jaar (en zo nodig vaker) geven we een SwV-nieuwsbrief uit: één voor professionals binnen de scholen (incl. medezeggenschap) en één specifiek voor ouders en externe contacten. De nieuwsbrieven worden uiteraard ook gepubliceerd op de website. De verspreiding van de nieuwsbrief vanuit het SwV gaat via de volgende kanalen:

1. besturen SwV 2. rectoren en vestigingsdirecteuren van V(S)O-locaties 3. ondersteuningscoördinatoren binnen het samenwerkingsverband VO en VSO 4. Expertise- & Consultatieteam (met doorzending ECT-ers school) 5. ondersteuningsplanraad (OPR) 6. Commissie van Advies 7. Centraal Informatiepunt 8. contactpersonen/beleidsmedewerkers gemeenten Groningen, Haren, Ten Boer en

Tynaarlo 9. andere samenwerkingsverbanden PO en VO in de regio (in de provincie Groningen en

Noord- en Midden Drenthe) 10. MBO (Noorderpoort, Alfa College (VAVO), MAC, AOC) 11. werkgroep 'Samen Over' (overgang PO-VO onder Breed Besturen Overleg)

Page 27: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

27

12. Steunpunt medezeggenschap Passend Onderwijs 13. Ministerie van OCW 14. Werkgroep ‘Ouders Dichtbij’ 15. Contactpersonen cluster 1 en 2

Daarnaast wordt de nieuwsbrief verspreid via:

16. plaatsing op de website van het samenwerkingsverband 17. vermelding via Twitter 18. vermelding via de Facebookpagina

Schoolgids Het SwV maakt jaarlijks een algemene tekst over Passend Onderwijs in onze regio. Deze tekst kunnen scholen opnemen in hun schoolgids voor ouders/verzorgers. Daarbij dienen scholen sowieso de contactgegevens van het SwV op te nemen in de schoolgids voor ouders. Deze tekst wordt jaarlijks geactualiseerd. Naast de informatieve tekst over Passend Onderwijs, de communicatiemiddelen van het SwV, de rol van Expertise- & Consultatieteam en Centraal Informatiepunt komen de contactgegevens van het samenwerkingsverband aan de orde: St. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 | Postbus 744 | 9700 AS GRONINGEN | Leonard Springerlaan 39 | KvK 59095962 | www.passendonderwijsgroningen.nl |@PaOnVo20_01| www.facebook.com/SWVVO20.01Stad

Page 28: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

28

Bijlage 24 Beleidsnotitie omvorming lwoo/pro naar OPP’s en TLV PrO

Beleidsnotitie7 omtrent de invoering van OPP leerrendementen, OPP overige ondersteuningsbehoeften en TLV PrO en de bekostiging daarvoor in SwV VO 20.01 Groningen Stad Inleiding Per 1-1-16 worden via wetswijziging de LWOO/PrO middelen en beschikkingen ondergebracht bij Passend Onderwijs. De SwV’s VO krijgen per 1-1-2016 de taak, op aanvraag van één van de scholen van het SwV, door een deskundige te verklaren dat

a. een leerling is aangewezen op LWOO (een ‘aanwijzing’, landelijk geldig); b. een leerling toelaatbaar is tot PrO (een ‘TLV PrO’, landelijk geldig).

In deze notitie staat het beleid van het SwV VO 20.01 vanaf 1-1-16. Samenvatting We willen voor de scholen meer ruimte scheppen in de uitvoering van de ondersteuning aan leerlingen binnen VMBO en PrO. We kiezen er daarom voor om de scholen zélf de toewijzing voor extra ondersteuning en de toelaatbaarheidsverklaring (TLV) PrO te laten regelen zonder het ter beoordeling voor te leggen aan een commissie (zoals de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) nu doet). Wel hanteren we globaal dezelfde criteria voor LWOO en PrO, we willen ze alleen minder rigide toepassen. M.b.t. de aanvragen van middelen voor ondersteuning willen we meer letten op de ondersteuningsbehoefte dan op de beperking van de leerling. De bekostiging voor de ondersteuning gaan we ontschotten m.b.t de middelen voor leerrendementen (huidige LWOO middelen) en middelen voor ondersteuning aan leerlingen met sociaal-emotionele en/of gedragsproblematiek (huidige arrangementen/voormalig LGF). Bekostiging van scholen vindt in de (nabije) toekomst plaats op basis van

een vaste voet;

een bedrag per Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Binnen de OPP’s wordt er onderscheid gemaakt tussen

een OPP voor leerrendementen

een OPP voor overige ondersteuningsbehoefte (i.v.m. sociaal-emotionele en/of gedragsproblematiek).

In de praktijk zullen in het VMBO beide vormen van ondersteuning vaak samen gaan. Er is echter sprake van één OPP waarin beide ondersteuningsbehoeften worden beschreven inclusief het handelen daarop.

7 Dit beleid vervangt de regeling beschikkingen voor LWOO en PrO die tot 1-1-16 wettelijk gangbaar

was. De notitie is in het AB van 24 juni 2015 vastgesteld en in september 2015 door de OPR.

Page 29: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

29

Beleid OPP’s en TLV PrO en de maat voor bekostiging in het SwV8 Uitgangspunten Algemeen

1. Denken vanuit de onderwijsbehoefte van de leerling, in overeenstemming met de zienswijze van handelingsgericht werken, is de basis voor goed onderwijs.

2. De ondersteuningstoewijzing baseert zich niet alleen op een ordening van de onderwijsbehoeften van leerlingen (de vraag), maar ook op de te bieden ondersteuning middels arrangementen (het aanbod) met als doel: leerlingen met ondersteuning thuis- en vestigingsnabij op maat kunnen bedienen op een zo passend mogelijke onderwijsplek voor de leerlingen.

3. PrO is een onderwijssoort. Voor leerrendementen wordt aanvullende ondersteuning binnen het VMBO ingezet.

4. De inzet van de middelen versterkt de ondersteuningskracht van de school als systeem. De inzet komt op die wijze ten goede aan alle leerlingen en specifiek aan de ondersteuningsvraag van de individuele leerling. NB: dit is een eerder geformuleerd uitgangspunt voor arrangementen in het SwV.

5. De inzet van de middelen komt ten goede aan het ontwikkelen van effectieve interventies die ondersteunen in het toewerken naar nieuwe wet- en regelgeving en mogelijke verevening (zowel formatief als inhoudelijk).

6. Er is in alle gevallen sprake van een route om de leerlingen met aanvullende ondersteuning goed in beeld te hebben bij de overgang PO-VO. Deze route sluit aan bij de integrale route rondom ondersteuningstoewijzing (TLV en ondersteuningstoewijzing, zie het ondersteuningsplan).

7. Het VO blijft in de route en aanmeldingsprocedure afhankelijk van het kunnen verwachten van de juiste gegevens van ouders en het PO om leerlingen een zo passend mogelijk aanbod te bieden. De SwV’s VO ontwikkelen voor de overgang PO-VO in samenwerking met SwV PO een checklist en bijbehorende route voor de leerlingen met aanvullende ondersteuning.

8. Regionale afspraken over de routes in de overgang PO-VO met de omliggende SwV’s (Noord en midden Drenthe, Zuid West Drenthe, Zuid Oost Friesland) zijn een belangrijke factor om zo thuisnabij mogelijk een passend aanbod te realiseren en onnodige leerlingenstromen te voorkomen.

9. Elke vestiging heeft een ondersteuningsprofiel met daarin opgenomen de mogelijkheden voor aanvullende ondersteuning. Uit het ondersteuningsprofiel worden de ondersteuningsmogelijkheden op de verschillende niveaus (1,2 of 3) beschreven aan hand van de indicatoren op de vijf velden van aanvullende ondersteuning (de hoeveelheid aandacht en tijd, het onderwijsmateriaal, de ruimtelijke omgeving, de expertise en de samenwerking met andere instanties).

10. De inzet op aanvullende ondersteuning staat in het ondersteuningsplan van de school en dient als basis voor het signaleren van de aanvullende ondersteuningsbehoefte bij leerlingen om deze te kunnen matchen met de in te zetten ondersteuning.

11. De bureaucratie voor de ondersteuningstoewijzing voor PrO en extra ondersteuning in de overige scholen gaat bij voorkeur afnemen t.o.v. de situatie voor de invoering van Passend Onderwijs op 1-8-14.

Ondersteuningstoewijzing

12. De huidige landelijke criteria voldoen in grote lijnen. We willen een minder rigide/starre toepassing van de criteria om meer op maat de leerling te kunnen plaatsen binnen het PrO of binnen het VMBO met aanvullende ondersteuning. Hiervoor worden de criteria en route binnen de school ‘opgeschoond’.

13. In de routes en het ‘opschonen’ van de criteria zal worden toegewerkt naar - door OCW in te voeren - nieuwe wet- en regelgeving ingaande per 1-8-2018 waaronder mogelijke verevening.

8 De in deze notitie beschreven toekomst voor LWOO/PrO toewijzing en bekostiging is een uitwerking van wat een in

werkgroep van de VO-raad wordt beschreven als ‘populatiebekostiging’. De VO-raad heeft hierover een notitie gepubliceerd.

Page 30: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

30

14. Voor leerlingen met aanvullende ondersteuning wordt handelingsgericht gewerkt vanuit een integratief beeld (zie ondersteuningsroute TLV en ondersteuningstoewijzing in het VO zoals beschreven in het ondersteuningsplan).

15. Een leerling die voldoet aan de criteria voor PrO heeft ook recht op PrO onderwijs. 16. Wettelijk is het mogelijk dat leerlingen op PrO scholen zitten met een vorm van

aanvullende ondersteuning zonder TLV PrO en leerlingen in het VMBO (met extra ondersteuning) die voldoen aan de criteria voor een TLV PrO.

17. De regie over het signaleren van leerlingen met een aanvullende ondersteuningsbehoefte en het toewijzen van aanvullende ondersteuning ligt bij de deskundigen van de scholen zelf, i.s.m. ouders/ketenpartners/ECT werkt dit als een systeem van gecontroleerd vertrouwen.

Financieren

18. De scholen krijgen voldoende middelen om de ondersteuning te leveren. 19. We nemen op korte termijn geen maatregelen die grote verschuivingen veroorzaken in

doelgroepen, aantallen leerlingen en middelen per school. 20. Scholen kunnen een meerjaren (formatie)planning maken voor ondersteuning. 21. Het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) wordt ingezet om, op basis van de

onderwijsbehoefte van de leerling, (de middelen voor) de meest passende ondersteuning toe te kennen.

22. De bedragen die tot 1-1-16 als LWOO/PrO middelen door OCW zijn vergoed aan de scholen en vanaf die datum als bekostiging (en indicatie) via het SwV lopen, kunnen als totaal beschikbaar bedrag in de bekostiging voor lichte ondersteuning aan het SwV, niet worden overschreden.

Verantwoorden

23. Scholen kunnen binnen de afgesproken kaders van het SwV zelf bepalen waarop en hoe de inzet wordt geleverd (ondersteuningsprofiel).

24. De ondersteuning op basis van de onderwijsbehoeften en arrangementen onderscheiden zich op de drie niveaus van ondersteuning zoals beschreven in het ondersteuningsprofiel van de school. Hierbij wordt dit beschreven op voor de ondersteuningstoewijzing relevante kenmerken of velden:

a. de hoeveelheid aandacht en tijd (hoeveel extra tijd is er nodig / beschikbaar, welke eisen moeten / kunnen we stellen aan het aantal handen in de klas of de groepsgrootte?);

b. het onderwijsmateriaal (welke onderwijsmaterialen zijn nodig / beschikbaar?); c. de ruimtelijke omgeving (welke aanpassingen in de klas, in en om het schoolgebouw

zijn nodig / beschikbaar om een normale schoolgang van de leerlingen met speciale behoeften te garanderen?);

d. de expertise (welke teamexpertise is nodig / beschikbaar, en welke specialistische expertise is nodig / beschikbaar, met welke intensiteit?);

e. de samenwerking met andere instanties (samenwerking op welke basis en met welke intensiteit is nodig / beschikbaar met welke instellingen buiten het onderwijs?).

Dit betreft maatwerk waarbij scholen zoeken naar een match, middels bovenstaande vijf velden, tussen de onderwijsbehoefte van de leerling enerzijds en de binnen het eigen schoolbestuur beschikbare ondersteuning (arrangementen) anderzijds.

25. Per brinnummer verantwoorden de schoolbesturen jaarlijks in september de resultaten van de inzet van ondersteuning via in het SwV vastgestelde kritische prestatie indicatoren (KPI). NB: De uitgangspunten onder ‘verantwoorden’ staan in het ondersteuningsplan 2015-2019 reeds als beleid opgenomen.

Aanvullende afspraken met de PrO scholen in het SwV

de PrO scholen voeren zelf actief beleid rondom thuisnabij onderwijs. Een leerling kan echter op denominatieve gronden of specifiek aanbod van een PrO school zijn aangewezen op onderwijs in de stad Groningen;

de PrO scholen maken afspraken met de PrO scholen in de nabije omgeving over het opnemen van leerlingen met een cluster 3 en 4 profiel.

Page 31: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

31

Beleidsmaatregelen Opting out

1. We zetten in op opting out voor de criteria en duur voor LWOO. Daarbij maken we afspraken dat we binnen het SwV en intern in de scholen vooralsnog de komende twee jaar bij de instroom in grote lijnen de landelijke criteria volgen en toepassen om de leerlingen in beeld te brengen.

2. De opting out voor het loslaten/uitbreiden van de licenties voor LWOO passen we niet toe. Omdat LWOO een vorm van extra ondersteuning is en we extra ondersteuning ook in de vorm van arrangementen en expertisebekostiging hebben in het SwV, laten we de term LWOO vallen. Er zullen derhalve geen ‘Aanwijzingen LWOO’ worden verstrekt. Uitbreiding van licenties is derhalve niet aan de orde. Geen van de scholen kan nog LWOO aanvragen. Daarvoor in de plaats komt het OPP leerrendementen. Alleen de scholen die tot 1-1-16 LWOO konden aanvragen hebben ook het recht om OPP leerrendementen aan te vragen. Extra ondersteuning i.v.m. beperkte leerrendementen

3. De voormalige middelen LWOO komen beschikbaar voor het SwV. Het SwV heeft de taak de middelen toe te delen aan de scholen. Scholen die tot 1-1-16 het recht hadden op aanvragen van middelen voor LWOO kunnen vanaf die datum middelen aanvragen voor inzet op beperkte leerrendementen middels een Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) per leerling voor leerlingen die na 1-1-16 een OPP leerrendementen krijgen. Scholen formuleren binnen de aanvraag voor bekostiging hoe ze omgaan met de beperkte leerrendementen van de leerlingen o.b.v. de selectiecriteria LWOO uit 2014-2015. Ook voor leerlingen met een OPP leerrendementen geldt het eerder geformuleerde uitgangspunt van het SwV dat voor leerlingen met een vorm van extra ondersteuning ‘Handelingsgericht’ wordt gewerkt vanuit een integratief beeld. In het SwV monitoren we de verschuivingen in leerlingaantallen met een OPP leerrendementen.

Capaciteit scholen

4. Elke school bepaalt jaarlijks voor 1 oktober de maximum capaciteit per vestiging/per onderwijssoort voor het schooljaar daarop volgend. Deze maatregel is van belang om de instroom beheersbaar en thuisnabij te houden. In het geval van een groter aantal aanmeldingen dan beschikbare leerlingenplaatsen in het 1e leerjaar, waardoor loten noodzakelijk is, is de herkomst van de leerling uit het natuurlijk voedingsgebied een voorrangsregel. Elke school bepaalt zelf het eigen voedingsgebied.

5. PrO scholen vormen op bovenstaande een uitzondering. De PrO scholen houden zich aan de volgende afspraken:

a. de PrO scholen voeren zelf actief beleid rondom thuisnabij onderwijs. Een leerling kan echter op denominatieve gronden of specifiek aanbod van een PrO school zijn aangewezen op onderwijs in de stad Groningen;

b. de PrO scholen maken afspraken met de PrO scholen in de nabije omgeving over het opnemen van leerlingen met een cluster 3 en 4 profiel;

Praktijkonderwijs (PrO)

6. De PrO scholen verzorgen zelf de TLV voor PrO. Voor de samenstelling van de TLV draagt de PrO school zorg voor een integratief beeld van de leerling met een handelingsgerichte aanpak in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Eén en ander conform de TLV voor het VSO. De TLV PrO aanvraag zelf is een technische/administratieve handeling binnen het SwV.

7. Indien de PrO school twijfel heeft over de toekenning van een TLV PrO dan verzorgt ze een Meer Partijen Overleg (MPO) met de betrokken partijen. De partijen in het MPO zijn: de verwijzer, de ouder, de PrO school zelf, een school op het betreffende grensvlak met het PrO - VSO cluster 3, cluster 4 of VMBO school - en eventueel de contactpersoon vanuit uit Sociale Domein.

8. Om de kwaliteit van de TLV PrO op peil te houden verzorgen de drie PrO scholen onderling een audit op de afgegeven TLV’s in een cyclus van drie jaren. Elk jaar wordt bij één PrO school een audit afgenomen. NB In het plan kwaliteitszorg van het SwV staat al opgenomen dat het afnemen van audits een vorm is om de kwaliteit te verhogen.

9. De criteria voor PrO worden gehandhaafd zoals wettelijk bepaald met dien verstande dat er geen rigide toepassing is van de criteria.

Page 32: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

32

NB ‘geen rigide toepassing’ wordt nader uitgewerkt met de deskundigen in het SwV. 10. Verantwoording van de inzet van middelen voor PrO vindt plaats via inspectie en

accountant. Daarnaast vindt er horizontale verantwoording plaats in het jaarverslag naar stakeholders waaronder het SwV. Jaarlijks in september, voor het eerst in 2015, vindt er een algemene verantwoording in het SwV plaats van de totale inzet middels 12 kritische prestatie indicatoren (KPI’s).

11. In het eerste jaar VMBO/PrO kan er nog wisseling van onderwijssoort plaatsvinden. Dit wordt door de deskundigen van de scholen zelf vastgesteld op basis van een toetsing. Het advies vanuit de toets kan ook zijn: er vindt heroverweging plaats in leerjaar 2. Zo wordt geprobeerd te voorkomen dat leerlingen uit de hogere jaren van het VMBO nog naar het PrO worden verwezen. Een leerling die op basis van de PrO criteria in het VMBO wordt geplaatst, heeft daar een vorm van extra ondersteuning en krijgt geen TLV PrO. De inhoud en vorm van deze toetsing wordt nader uitgewerkt met de deskundigen in het SwV.

12. De rol van ouders is voor een TLV PrO gelijk aan die bij een TLV VSO: de zienswijze ouder(s)/voogd met betrekking tot de verwijzing moet worden toegevoegd voorafgaande aan het besluit tot een TLV.

13. Bij een geschil over de zienswijze voor een TLV PrO wordt met betreffende partijen op initiatief van de aanvrager van het geschil een MPO georganiseerd. Indien de aanvrager een ouder is dan wordt het MPO georganiseerd door de school van aanmelding. Bij een blijvend geschil kan de ouder gebruik maken van de geschillenprocedure van de school.

Ondersteuningstoewijzing (arrangementen/extra ondersteuning op leerrendementen)

14. De ‘Aanwijzing LWOO’ wordt niet meer geactiveerd in BRON. In plaats daarvan vindt er OPP-registratie plaats in BRON indien er sprake is van extra ondersteuning (wettelijke verplichting).

15. De eisen aan een OPP zijn zoals ze in de wet worden geformuleerd. Daarin is het handelingsdeel cruciaal voor afstemming met de leerling en zijn/haar ouders. Ouders hebben wettelijk instemming op het handelingsdeel in het OPP.

16. De intensiteit en duur van een OPP wordt door een school zelf bepaald. 17. Het borgen van de kwaliteit van een OPP ligt besloten in de volgende punten:

a. Scholen willen kwaliteit leveren, zijn professioneel. NB Ze zullen daardoor niet extra OPP’s gaan schrijven.

b. Middels audits zal er steekproefsgewijs een check plaatsvinden op de kwaliteit van de OPP’s door aangewezen deskundigen in het SwV. Daarbij moeten ze de specifieke vraag stellen of er sprake is van basis- of aanvullende ondersteuning.

c. Onderwijsinspectie controleert het OPP en de uitvoering daarvan. d. Ouders hebben instemmingsrecht op het handelingsgerichte deel van het OPP. e. Verantwoording van de middelen bij het SwV.

Financieren en verantwoorden

18. Scholen dienen jaarlijks (op basis T=0) een plan in voor de bekostiging die ze ontvangen van het SwV met daarin opgenomen de doelgroepen die ze van daaruit bedienen en welke inzet ze daar op plegen in middelen (= staand beleid in het SwV per 1-8-14).

19. Inhoudelijk voert de school gesprekken met het SwV via het ECT (planvorming vooraf) over de inzet van de bekostiging. Bij het SwV wordt jaarlijks in mei aangeleverd hoe de middelen worden besteed. Jaarlijks in september verantwoorden de scholen middels de kritische prestatie indicatoren (KPI’s) wat het resultaat is geweest van de inzet (verantwoording achteraf). Zie hiervoor verder het ondersteuningsplan 2015-2019. NB Het SwV gaat nog uitwerken hoe wordt gereageerd op scholen die wel middelen ontvangen, maar niet de prestaties leveren. Dit is een ontwikkelpunt binnen het ondersteuningsplan ter uitwerking in 2015-2016.

20. Toe- of afname van het totaal aantal leerlingen is de eerste maat voor de bekostiging. De scholen krijgen per leerling een vast bedrag als vaste voet om de ondersteuning in de basis in te richten, zoals ook voor 1-8-14 plaatsvond. In 2014-2015 is dat bedrag vastgesteld op €30. Dit bedrag moet door de school planmatig worden ingezet. Het is een vorm van

Page 33: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

33

bekostiging waarbij het plan eens per 4 jaar wordt heroverwogen en/of herzien, maar die wel jaarlijks wordt aangevraagd i.v.m. de fluctuatie van het aantal leerlingen. Het basisbedrag wordt in de toekomst gefaseerd verhoogd. De hoogte is afhankelijk van het exploitatieoverschot van het SwV van het schooljaar daarvoor.

21. Toe- of afname van het aantal leerlingen met extra ondersteuning is de tweede maat voor de bekostiging. Het OPP (ontwikkelingsperspectiefplan) per leerling wordt - ondanks de mogelijke perverse prikkel - de tweede maat voor het bepalen van de hoogte van de middelen voor extra ondersteuning per schoolbestuur. Er wordt uitgegaan van een onderscheid tussen a. een bedrag voor te leveren extra ondersteuning i.v.m. sociaal emotionele en

gedragsproblematiek. Dit bedrag komt voort uit wat voor 1-18-14 als LGF-middelen door OCW aan de scholen is vergoed. Dit bedrag wordt nu per school bij het SwV aangevraagd als arrangement of expertisebekostiging. Het totale beschikbare bedrag is bepaald op ca. €1,7 miljoen en kan conform begrotingsafspraken in het SwV niet worden overschreden. De norm voor de huidige maat van ondersteuning is het aantal LGF beschikkingen op 31-7-14 (binnen de oude LGF regeling). De afbouwregeling 3/3 – 2/3 – 1/3 expireert op 1-8-17. Dat is ook het moment voor een nieuwe regeling met een vast bedrag per OPP/per leerling. In 2016-2017 wordt de regeling verder uitgewerkt omdat dan het aantal OPP’s over een periode van twee voorgaande jaren bekend is. Een dergelijk OPP zal naar verwachting om en nabij €3000 per OPP genereren voor de school. De werkelijke hoogte is afhankelijk van het rekenmodel zoals vanaf 2017-2018 wordt toegepast en van het aantal OPP’s dat wordt aangeleverd.

b. een bedrag voor te leveren inzet op ondersteuning gericht op leerrendementen en omschreven in het OPP. We gaan hierbij uit van de door OCW voorgestelde bedrag van €4100 voor een ‘Aanwijzing LWOO’. Deze maatregel gaat in op 1-8-16 voor nieuwe leerlingen. Bestaande LWOO beschikkingen worden via DUO rechtstreeks toegekend aan de scholen en verrekend met het budget van het SwV.

c. Alle scholen (inclusief de VSO en PrO scholen) kunnen per 1-8-17 per schooljaar extra middelen aanvragen voor een doelgroep die extra inzet vereist i.v.m. de ondersteuningsbehoefte op sociaal emotionele en/of gedragsproblematiek. Bij de toedeling van die middelen wordt rekening gehouden met de ontvangen middelen voor extra ondersteuning in het verleden. Nadere uitwerking vindt plaats in 2015-2017 m.b.v. trendcijfers.

22. Overschotten/tekorten op de middelen voor lichte ondersteuning t.a.v. TLV PrO en extra ondersteuning (voormalig LWOO) komen ten goede/ten laste van de middelen die beschikbaar zijn voor leerlingen met alleen sociaal emotionele problematiek. Alle scholen komen in aanmerking voor deze bekostiging. Het bedrag per leerling per OPP met sociaal emotionele problematiek zal daardoor, gelijk evenredig aan het overschot/tekort, stijgen/dalen.

23. LWOO leerlingen staan nog geregistreerd voor die leerlingen die voor 2016 al een LWOO indicatie hebben gekregen. Er zullen geen nieuwe LWOO leerlingen bij komen, omdat het SwV geen aanwijzingen LWOO meer zal afgeven. De komende 4 jaren (voor zittenblijvers 5 jaar) zal DUO nog rechtstreeks een budget voor het aantal LWOO leerlingen die op 1 oktober staan geregistreerd overmaken aan de scholen met een LWOO licentie. Dit bedrag komt in mindering op het budget voor lichte ondersteuning dat het SwV ontvangt (resterend bedrag lichte ondersteuning = totaalbudget lichte ondersteuning – bedragen voor lwoo- en pro-leerlingen). NB Omdat er geen nieuwe LWOO leerlingen bij komen, is het risico op overschrijding van het budget voor lichte ondersteuning LWOO laag. Daardoor is het risico op korting van de lumpsum van alle scholen binnen het SwV sterk verminderd.

Page 34: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

34

24. Het weerstandsvermogen van het SwV wordt berekend over het deel waar het SwV risico op

loopt: A: Rebound Stad (ca. €225.000). Dit deel is bepaald bij de inrichting van het SwV op 1-8-14

en is ingebracht als bestemmingsreserve door de beide oude SwV’s voorafgaande aan 1-8-14.

B: Personele uitgaven voor de CvA, directie, expert en ECT (jaarlijks ca. €400.000). Het weerstandsvermogen is conform het ondersteuningsplan op 10% bepaald en is daarmee €40.000.

C: Een eventuele onverwachte stijging op de uitgaven voor verwijzing VSO, TLV PrO en aanvragen voor extra ondersteuning. Het weerstandsvermogen voor wordt hiervoor op €185.000 bepaald.

Het totale weerstandsvermogen is daarmee €450.000, een bedrag dat bij oprichting van het SwV op 1-8-14 al is gerealiseerd.

Page 35: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

35

Bijlage 1 factsheet LWOO/PrO in Passend Onderwijs (bron: VO raad)

1. LWOO en PrO worden per 1-1-16 onderbracht bij Passend Onderwijs. 2. De RVC vervalt per 1-1-2016. 3. LWOO-licenties voor scholen blijven als vóór 1-1-2016 (tenzij opting out: uitbreiding is dan

mogelijk). 4. SWV-VO krijgt per 1-1-2016 taak, op aanvraag van één van de scholen van het SWV,

te verklaren dat a. Leerling is aangewezen op LWOO (Een “aanwijzing”, landelijk geldig) b. Leerling toelaatbaar is tot PrO (Een TLV, landelijk geldig)

Deskundige lwoo/pro zoals bij TLV vso. 5. PCL verplichting vervalt per 1-1-16. 6. Alle RVC-indicaties van vóór 1-1-2016 blijven geldig. 7. Ondersteuningsbekostiging

a. LWOO/PrO: Splitsing blijft in basisbekostiging en ondersteuningsbekostiging b. Per 1-1-2014 macro-budget LWOO/PrO obv rijksbegroting 2012 (= LWOO/PrO op 1-10-

2011) c. Tot 1-1-2016 bekostigt DUO LWOO/PrO volledig en geldt macro-budgettering d. Per 1-1-2016 regio-budget per SWV-VO obv %-LWOO/PrO t.o.v. alle VO-leerlingen op 1-

10-2012 i. SWV van school van inschrijving betaalt de ondersteuningsbekostiging. ii. Verrekening met lichte ondersteuningsmiddelen SWV, per kalenderjaar.

8. Criteria a. Handhaven landelijke criteria voor LWOO/PrO (uitzondering voor LWOO als voor

opting out wordt gekozen). b. Handhaven jaarlijkse screenings-/testinstrumentenlijst c. Handhaven Maatwerk en Bijzondere gevallen voor pro d. Handhaven geldigheid/duur van de verklaring: schoolloopbaan e. Nieuw: aanvraagmoment LWOO/PrO ook na 1e leerjaar. Hersteltelling van de 1

oktobertelling tot 15 november kan niet meer worden gedaan. Telling wordt vastgesteld op 15 oktober.

Page 36: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

36

9. Opting out, mogelijkheden vanaf 1-1-2016

a. Loslaten landelijke criteria en/of duur van de aanwijzing voor lwoo: SWV bepaalt zelf

b. Loslaten lwoo-licenties voor vmbo-scholen: SWV bepaalt welke vmbo-scholen c. Voorwaarde (a en b): alle besturen met vestigingen in het SWV verklaren schriftelijk

hiermee akkoord te gaan. 10. Ondersteuningsplan

a. 1-9-15 aanvulling op Ondersteuningsplan naar OPR; binnen 4 weken instemming b. Eventuele geschilprocedure tussen 15-10-15 en 15-11-15 c. 15-12-2015 naar inspectie d. 1-1-2016 van kracht

11. Politiek a. Wetsvoorstel over loslaten van de criteria lwoo en/of pro en per 2018 is in

voorbereiding. b. In 2016 besluit over eventuele verevening lwoo en/of pro en per wanneer.

Onderzoek daarnaar is gestart. NB Vanaf 2015 is het schooladvies leidend/bindend voor plaatsing in het VO. Dat geldt wel voor vmbo, niet voor vmbo met LWOO en voor PrO. Bij aanmelding in het VO stelt de school vast of er een ondersteuningsbehoefte is. Indien daarbij onderzocht wordt of LWOO of PrO passend is, is onderzoek nodig en wordt de procedure gevolgd zoals vastgesteld door het SwV waartoe de school van aanmelding behoort. Voor het PrO geldt de eindtoets niet als tweede gegeven. Bij PrO geldt bij elke inschrijving dat de leerling een TLV nodig heeft, waarin onderzoek besloten zit. Voor vmbo met LWOO geldt dat vmbo onder het schooladvies valt, LWOO is geen leidend advies daarnaast, want dat valt onder de zorgplichtafweging van de school van aanmelding.

Page 37: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

37

Bijlage 2 Kengetallen LWOO/PRO 2A - Kengetallen SwV (bron: OCW)

2B – kengetallen per vestiging/school LWOO en PrO leerlingen (bron: school)

1. leerlingen

LWOO PRO overig VO totaal VO*) VMBO 3/4 leerlingen

1-10-2011 955 450 15.192 16.597 2.483

1-10-2012 938 489 15.459 16.886 2.679

1-10-2013 948 520 15.492 16.960 2.822

1-10-2014 936 517 15.464 16.917

3.deelname %

VO2001 LWOO PRO totaal

1-10-2011 5,75% 2,71% 8,47%

1-10-2012 5,56% 2,90% 8,45%

1-10-2013 5,59% 3,07% 8,66%

1-10-2014 5,53% 3,06% 8,59%

Landelijk

1-10-2011 10,61% 2,80% 13,41%

1-10-2012 10,71% 2,84% 13,55%

1-10-2013 10,67% 2,92% 13,59%

1-10-2014 10,48% 2,96% 13,45%

LWOO en Pro leerlingen op 1-10

LWOO leerlingen 2011 2012 2013 2014 2015

prognose

Reitdiep 114 103 119 118

Werkman 170 168 161 172

Zernike 98 76 142 125

O2G2 382 347 422 415

CSG Diamantlaan 259 262 251 264

CSG Kluiverboom 60 81 88 92

CSG 319 343 339 356

Parcivalcollege 17 17 17 12

Gomaruscollege 188 199 171 151

Totaal 906 906 949 934

PrO leerlingen 2011 2012 2013 2014 2015

prognose

Heyerdahl 101 130 150 155

De Bolster 293 293 301 291

Gomarus 56 71 70 69

Totaal 450 494 521 515

Page 38: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

38

2C - Kengetallen RVC beschikkingen per jaar (bron: RVC) Op dit moment zijn er al meerdere jaren beperkte fluctuaties in de aanvragen voor een PrO en LWOO beschikking en de toekenning ervan door de RVC. De scholen zijn (met de verwijzers uit het Primair Onderwijs) kennelijk goed in staat om de criteria op de juiste wijze toe te passen.

RVC beschikkingen 2011 2012 2013 2014 2015

Heyerdahl 27 50 46 23

De Bolster 52 44 62 68

Gomaruscollege 16 22 13 11

Totaal PrO 95 116 121 102

Werkman - LWOO 27 21 31 35

Werkman - ISK 36 35 18 24

Reitdiep 34 37 39 42

Zernike College 45 32 41 24

O2G2 totaal 142 125 129 125

CSG Diamantlaan VMBO 43 37 39 38

CSG -Diamantlaan OPDC 40 36 42 39

CSG Kluiverboom 19 20 26 25

CSG totaal 102 93 107 102

Parcival College 0 6 3 0

Gomaruscollege 57 62 41 34

Totaal LWOO 301 286 280 261

Totaal LWOO en PrO 396 402 401 363

Page 39: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

39

Bijlage 25 Handreiking invoering OPP’s en TLV PrO inclusief bekostiging

Handreiking voor scholen betreffende invoering van OPP leerrendementen, OPP overige ondersteuningsbehoeften en TLV PrO Uitgebreide versie - beleidsdocument Waarover gaat deze notitie? Op 1 januari 2016 worden het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en het praktijkonderwijs (PrO) onderdeel van Passend Onderwijs. Het samenwerkingsverband (SwV) wordt verantwoordelijk voor de toewijzing en de ondersteuningsbudgetten van het huidige LWOO en PrO. In deze handreiking staat voor de professionals de uitwerking van de nieuwe regeling. Daarnaast is er een uitwerking voor ondersteuning voor de overige ondersteuningsbehoefte in deze notitie opgenomen. Voor de eenvoud is er een verkorte versie gemaakt waarin schematisch wordt weergegeven hoe de regeling werkt (bijlage 5). In de notitie staan bedragen die aan OPP’s worden gekoppeld. Dit zijn nadrukkelijk rekeneenheden voor volumebekostiging aan scholen, ze staan in nauwe relatie tot de arrangementsaanvragen van de scholen bij het SwV. De genoemde bedragen per OPP zijn derhalve niet gerelateerd aan de leerling zelf, maar aan de ondersteuning die door de school wordt geleverd en waar de leerling zelf maar ook andere leerlingen van profiteren. Wat gaat er veranderen binnen leerwegondersteuning en praktijkonderwijs? We willen voor de scholen meer ruimte scheppen in de uitvoering van de ondersteuning aan leerlingen binnen VMBO en PrO. We kiezen er daarom voor om de scholen zélf de toewijzing voor extra ondersteuning en de toelaatbaarheidsverklaring (TLV) PrO te laten regelen zonder het ter beoordeling voor te leggen aan een commissie (zoals de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) nu doet). Wel hanteren we globaal dezelfde criteria voor LWOO en PrO, we willen ze alleen minder rigide toepassen. M.b.t. de aanvragen van middelen voor ondersteuning willen we meer letten op de ondersteuningsbehoefte dan op de beperking van de leerling. De bekostiging voor de ondersteuning gaan we ontschotten m.b.t de middelen voor leerrendementen (huidige LWOO middelen) en middelen voor ondersteuning aan leerlingen met sociaal-emotionele en/of gedragsproblematiek (huidige arrangementen/voormalig LGF). Bekostiging van scholen vindt in de (nabije) toekomst plaats op basis van

een vaste voet;

een bedrag per Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Binnen de OPP’s wordt er onderscheid gemaakt tussen

een OPP voor leerrendementen

een OPP voor overige ondersteuningsbehoefte (i.v.m. sociaal-emotionele en/of gedragsproblematiek).

In de praktijk zullen in het VMBO beide vormen van ondersteuning vaak samen gaan. Er is echter sprake van één OPP waarin beide ondersteuningsbehoeften worden beschreven inclusief het handelen daarop. Hoe ziet de toekomst van Leerwegondersteunend onderwijs eruit? Vanaf 1 januari 2016 zal LWOO niet meer bestaan voor de nieuw aan te melden leerlingen. Deze vorm van ondersteuning wordt vervangen door een OPP voor leerrendementen. De school doet hiervoor onderzoek naar het leerrendement van de leerling. De didactische criteria voor deze vorm van ondersteuning, alhoewel minder rigide, blijven op hetzelfde niveau als het was bij een LWOO indicatie. De intensiteit en duur van een OPP wordt door een school zelf bepaald. Per 1-10-15 is de procedure voor het maken van een OPP-leerrendement als volgt:

1. De school doet onderzoek naar de leerrendementen en maakt binnen het eigen leerlingvolgsysteem een OPP indien de leerling voldoet aan de nieuwe criteria. Zie voor de criteria bijlage 1.

2. Bij de totstandkoming van het OPP-leerrendement zijn minimaal twee deskundigen betrokken, waaronder een orthopedagoog dan wel psycholoog (een generalist mag, maar hoeft niet).

Page 40: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

40

3. Voor leerlingen met aanvullende ondersteuning betreffende leerrendementen wordt handelingsgericht gewerkt vanuit een integratief beeld (zie ondersteuningsroute TLV en ondersteuningstoewijzing in het VO zoals beschreven in het ondersteuningsplan van het SwV). M.b.t. het handelingsdeel kan de school verwijzen naar een eventueel aanwezig groepsplan.

4. De intensiteit en duur van het OPP wordt door een school zelf bepaald. 5. Op het handelingsdeel van het OPP zit instemmingsrecht voor de ouder. Het overige deel

van het OPP is OOGO plichtig (op overeenstemming gericht overleg). De school hanteert hiervoor een eigen procedure. Let hierbij op het vastleggen van de instemming en het OOGO.

6. Bij het SwV wordt uiterlijk 1 juli per mail aangegeven hoeveel leerlingen met een OPP- leerrendementen er worden verwacht bij de start van het schooljaar. Het is nadrukkelijk een verwachting en van belang voor het SwV i.v.m. een prognose op de bekostiging.

7. Het OPP wordt uiterlijk 1 oktober gemeld in Bron. Dan wordt ook de definitieve melding per mail gedaan aan het SwV m.b.t. het aantal OPP’s voor leerrendementen.

8. Gedurende een schooljaar kunnen na 1 oktober wel nieuwe OPP’s voor leerrendementen worden gemaakt, maar ze tellen niet meer mee in de bekostiging van dat schooljaar. De uitvoering van de OPP’s valt onder de bestaande plannen en financiering.

De administratie van een OPP-leerrendement 1. De school maakt binnen het eigen leerlingvolgsysteem een OPP. 2. Per 1-8-15 is de registratie van een OPP verplicht in Bron. Nadere instructie voor de

administratie in Bron wordt vanuit de uitgever van de schooladministratiesystemen (Magister of Som) verstrekt. Uiterlijk 1 oktober worden de leerlingen in Bron gemeld inclusief de melding dat er een OPP is.

3. Het aantal OPP’s wordt onderscheidend in ‘OPP-leerrendementen’ en ‘OPP-overig’ aan het SwV gemeld. Uiterlijk 1 juli de voorlopige stand en uiterlijk 1 oktober de definitieve stand. Het OPP zelf wordt niet naar het SwV gestuurd.

4. In Intergrip wordt het OPP in de desbetreffende kolom bij de terugkoppeling naar de basisscholen aangevinkt.

Hoe ziet de toekomst van Praktijkonderwijs eruit? Het PrO is een onderwijssoort dat in het bestaansrecht geen bedreiging kent. Voor de toelating tot PrO onderwijs blijven de landelijke criteria gehandhaafd en moet een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) PrO worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband. De aanvraag wordt voor de toekenning niet getoetst door de SwV’s in Groningen. Kwaliteitsborging op de toetsing vindt plaats via een systeem van audits en door de betrokkenheid van deskundigen bij de aanvraag. De procedure voor de TLV PrO is als volgt:

1. De school doet onderzoek naar toelaatbaarheid tot het PrO m.b.v. de landelijke en wettelijke PrO criteria.

2. Voorafgaande aan de aanvraag zijn bij de totstandkoming van de aanvraag minimaal twee deskundigen betrokken, waaronder een orthopedagoog dan wel psycholoog (een generalist mag, maar hoeft niet).

3. Voor het onderzoek is het verplicht om gebruik te maken van de vastgestelde screenings- en testinstrumenten, die jaarlijks via een ministeriële regeling worden gepubliceerd.

4. De rol van ouders is voor een TLV PrO gelijk aan die bij een TLV VSO: de zienswijze ouder(s)/voogd met betrekking tot de verwijzing moet worden toegevoegd voorafgaande aan het besluit tot een TLV.

5. Uiterlijk 1 juli wordt middels een eenvoudig format (zie bijlage 2) bij het SwV de TLV voor PrO aangevraagd.

6. Zonder verder onderzoek op dat moment kent het SwV de TLV voor PrO na het indienen toe. Wel vinden er later audits plaats, door de PrO scholen zelf, op de aanvragen.

7. De verwerkingen van aanvragen na 1 juli en de toekenning door het SwV kunnen plaatsvinden tot uiterlijk 1 oktober.

8. De leerling met een TLVL PrO wordt uiterlijk 1 oktober gemeld in Bron. De aanvraag bij en toekenning door het SwV hebben dan plaatsgevonden.

9. Voor leerlingen met aanvullende ondersteuning wordt handelingsgericht gewerkt vanuit een integratief beeld (zie ondersteuningsroute TLV en ondersteuningstoewijzing in het VO zoals

Page 41: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

41

beschreven in het ondersteuningsplan van het SwV). M.b.t. het handelingsdeel kan de school verwijzen naar een eventueel aanwezig groepsplan.

10. Op het handelingsdeel van het OPP zit instemmingsrecht voor de ouder. Het overige deel van het OPP is OOGO plichtig (op overeenstemming gericht overleg). De school hanteert hiervoor een eigen procedure. Let hierbij op het vastleggen van de instemming en het OOGO. Tussentijdse instroom in het PrO 1. In het eerste jaar VMBO/PrO vindt de afweging plaats of er wisseling van onderwijssoort

wenselijk is. Dit wordt door de deskundigen van de scholen zelf vastgesteld op basis van afweging en onderzoek binnen een professioneel team in de school en in overleg met de ouders. Zo wordt geprobeerd te voorkomen dat leerlingen na het 1e leerjaar van het VMBO nog naar het PrO worden verwezen. NB De afweging in het 1e leerjaar kan zijn: er vindt heroverweging plaats in leerjaar 2.

2. Een leerling die op basis van de PrO criteria in het VMBO wordt geplaatst, heeft daar een vorm van extra ondersteuning en krijgt geen TLV PrO.

Het besluit van het professionele team in de school wordt verwoord en vervolgens ondertekend door een orthopedagoog/psycholoog. De toetsing op de besluiten vindt regelmatig plaats via de audits. Een voorbeeldkader voor de afweging van het professionele team staat in bijlage 4. Bijzonder groepen leerlingen in het PrO Alleen scholen voor PrO kunnen een aanvraag indienen voor bijzondere groepen van leerlingen (artikel 15e in de WVO (gepubliceerd als AMvB op 24 juni 2015). In artikel 15e is opgenomen dat bijzondere groepen toegelaten kunnen worden tot het PrO, het betreft leerlingen met LWOO/OPP of vso-indicatie. De PrO school doet de aanvraag voor de toelating.

Administratie van TLV PrO

1. De school vraagt uiterlijk 1 juli met een formulier per leerling de TLV PrO aan bij het SwV voor de leerlingen waarvoor tot dan onderzoek heeft plaatsgevonden. Uiterlijk 1 oktober is de laatste mogelijkheid om de leerlingen voor PrO aan te melden. Zie voor het format van de aanvraag bijlage 2.

2. Het SwV kent op hetzelfde formulier als waarmee de aanvraag voor PrO plaatsvindt de TLV PrO toe en stuurt dit formulier terug aan de school.

3. Het SwV en de school voeren ieder een eigen administratie op de toekenningen. 4. De school meldt de leerling in Bron, uiterlijk 1 oktober en dan ook definitief bij het SwV.

Kan er in het tweede of hogere leerjaar VO ook een OPP leerrendement worden gemaakt? Als de school in het tweede leerjaar of later vindt dat een leerling zijn haar leerrendement niet haalt en ze ondersteuning wil bieden, dan vindt de interne afweging plaats of het ook binnen de basisondersteuning past. Zo niet dan kan de school een OPP leerrendement maken. Bij elk OPP stel je de vraag hoe lang het OPP duurt. Leerlingen die een ‘oude LWOO’ indicatie hebben (afgegeven door een RVC voor 1-1-16) houden die indicatie tot het eind van de schoolloopbaan in het VMBO. De middelen voor de oude LWOO indicaties worden rechtstreeks ontvangen van OCW zonder tussenkomst van het SwV.

Welke andere vorm van ondersteuning is er op de scholen mogelijk?

1. Indien een leerling op een reguliere school (met uitzondering van het Pro en VSO) een ondersteuningsvraag heeft die boven de basisondersteuning uitstijgt en die niet leerrendementen betreft, dan kan de school een OPP maken voor overige ondersteuningsbehoeften. In grote lijnen geldt dezelfde procedure als voor een OPP leerrendementen.

2. Er kan gedurende het schooljaar tussentijds een arrangement voor één leerling, een arrangement voor een groep leerlingen of een arrangement voor materiele lasten worden aangevraagd. Dit is een optie als de school aan kan tonen dat er nog gedurende het lopende schooljaar extra ondersteuning (formatie/materialen) is of moet worden ingezet. Zie hiervoor de criteria voor het aanvragen van tussentijdse arrangementen.

Page 42: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

42

3. Daarnaast is het mogelijk voor scholen om een experiment dan wel pilot aan te vragen bij het samenwerkingsverband.

Wat is de samenhang OPP’s met de aanvraag voor arrangementen en/of expertisebekostiging?

Het (individuele) OPP zelf hoef je niet bij het SwV aan te leveren. Je maakt, als er sprake van is, een OPP aan in het LVS is en je vinkt het aan in Magister of SOM. Uiterlijk 1 oktober is de melding in Bron. De aantallen OPP’s onderscheidend in OPP leerrendement en OPP overig worden eveneens uiterlijk 1 oktober aangeleverd bij het SWV.

Voor de aanvraag van middelen bij het SwV maak je één arrangement of meerdere arrangementen. Het arrangement wordt besproken met het ECT. Arrangementen hebben betrekking op en bundeling van OPP’s. In het arrangement wordt inhoudelijk de geboden ondersteuning beschreven. De begroting voor het arrangement levert de school jaarlijks in mei aan bij het SwV.

Het totale aantal OPP’s is de uiteindelijke maat voor de bekostiging. Dat bedrag komt ongeveer overeen met de begroting van de arrangementsaanvraag bij het SwV.

Hoe is de procedure voor het maken van een OPP-overig?

1. De school doet onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte. Indien de ondersteuningsbehoefte de basisondersteuning overstijgt en de school een passend ondersteuningsaanbod heeft, overweegt de school een OPP voor overige ondersteuningsbehoefte voor de leerling binnen het eigen leerlingvolgsysteem te maken. Bij het onderzoek en de samenstelling van het OPP is minimaal een orthopedagoog betrokken.

2. Leerlingen met een OPP-overige ondersteuningsbehoefte krijgen een handelingsgericht aanbod vanuit een integratief beeld (zie ondersteuningsroute TLV en ondersteuningstoewijzing in het VO zoals beschreven in het ondersteuningsplan van het SwV). M.b.t. het handelingsdeel kan de school verwijzen naar een eventueel aanwezig groepsplan.

3. De intensiteit en duur van een OPP wordt door een school zelf bepaald. 4. Op het handelingsdeel van het OPP zit instemmingsrecht voor de ouder. Het overige deel

van het OPP is OOGO plichtig. De school hanteert hiervoor een eigen procedure. Let hierbij op het vastleggen van de instemming en het OOGO.

5. Bij het SwV wordt uiterlijk 1 juli per mail aangegeven hoeveel leerlingen met een OPP-overige ondersteuningsbehoefte worden verwacht bij de start van het schooljaar.

6. Het OPP wordt uiterlijk 1 oktober gemeld in Bron. Dan wordt ook de definitieve melding per mail gedaan aan het SwV m.b.t. het aantal OPP’s - overig.

9. Gedurende een schooljaar kunnen na 1 oktober nieuwe OPP’s voor overige ondersteuningsbehoeften worden gemaakt. De uitvoering van deze OPP’s valt onder de plannen en financiering van het lopende schooljaar. De school wordt alleen door het SwV extra bekostigd als gedurende het schooljaar de school aantoonbaar tijdelijk niet geplande extra formatie of middelen voor de uitvoering van dergelijke OPP’s moet inzetten. De aanvraag voor deze middelen bij het SwV geschiedt dan via een tussentijds arrangement. Zie daarvoor de gehanteerde criteria.

Kan er voor twee vormen van ondersteuning een OPP worden aangevraagd? Nee, een dubbel OPP voor leerlingen is niet mogelijk. Wel kunnen alle scholen, ook de scholen voor VSO, per 1 augustus 2017 extra middelen aanvragen voor doelgroepen die extra inzet vereisen i.v.m. de ondersteuningsbehoefte op sociaal emotionele en/of gedragsproblematiek. Bij de toedeling van die middelen wordt rekening gehouden met de ontvangen middelen voor extra ondersteuning in het verleden (LWOO of PrO + LGF voor één leerling). Voor de schooljaren 2015-2016 en 2016-2017 zijn de middelen vastgesteld op het budget van 1 augustus 2014. NB De PrO scholen ontvangen deze extra middelen al vanaf 1-8-14 in de vorm van een arrangement. Wanneer is een Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) nodig? De Wet stelt dat voor leerlingen die in het regulier onderwijs extra ondersteuning nodig hebben, een Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opgesteld dient te worden. Voor PrO en VSO scholen is een OPP sowieso verplicht.

Page 43: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

43

Welke eisen worden er aan het OPP gesteld? Voor een OPP hanteren we als richtlijn datgene wat bij wet is vastgelegd:

• de te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. De onderbouwing bevat minimaal de factoren die het onderwijsproces bevorderen en belemmeren;

• afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma; • begeleiding en ondersteuning die de leerling nodig heeft, inclusief de duur van de

ondersteuning, met daarop instemming op het handelingsdeel door de ouder. In het OPP kan worden verwezen naar een groepsplan m.b.t. de uitvoering van het handelingsdeel. Op het handelingsdeel van het OPP zit instemmingsrecht voor de ouder. Ten behoeve van het uitstroomperspectief moet de school ‘op overeenstemming gericht overleg’ met de ouders voeren. De school beschrijft en hanteert hiervoor een eigen procedure. Hoe houden we zicht op de kwaliteit van aanvragen? De scholen in het SwV zijn de afgelopen jaren zelf goed in staat geweest om kwalitatief goede aanvragen in te dienen bij de RVC. Nu er na 1 oktober 2015 geen onafhankelijke commissie meer is, willen we wel zicht houden op het borgen van de kwaliteit van de aanvragen. We willen via audits de kwaliteit van de OPP’s periodiek en steekproefsgewijs gaan toetsen. Verder is t.a.v. de kwaliteitsborging er de wettelijke eis om een orthopedagoog of psycholoog voor de samenstelling van een OPP en TLV PrO als deskundige te raadplegen. Audits in het PrO op de TLV PrO Om de kwaliteit van de TLV PrO op peil te houden verzorgen de drie PrO scholen onderling een audit op de afgegeven TLV’s in een cyclus van drie jaren. Elk jaar wordt bij één PrO school een audit afgenomen. NB In het plan kwaliteitszorg van het SwV staat al opgenomen dat het afnemen van audits een vorm in het SwV is om de kwaliteit te verhogen. Audits in de overige reguliere scholen en het vso Om de kwaliteit van de OPP’s op peil te houden wordt een team van deskundigen in het SwV samengesteld die via een nog af te spreken periodisering en steekproefsgewijs de OPP’s vanaf 2016-2017 op de scholen via een audit gaan toetsen. Wat gebeurt er als een leerling met extra ondersteuning verhuist?

1. Een TLV PrO kent een landelijke geldigheid. De bekostiging loopt ten alle tijden over het SwV waar de PrO school is gevestigd.

2. Indien de leerling naar een school vertrekt buiten het SwV wordt het OPP aan de ouders verstrekt die het kunnen inleveren bij de vervolgschool.

3. Indien een leerling nieuw wordt aangemeld van buiten het SwV (PO, VO school buiten het SwV) is er onderzoek naar een aanwezig OPP en/of naar de ondersteuningsbehoefte. De ontvangende school bepaalt zelf of er een OPP wordt gemaakt.

4. Indien de leerling in een ander SwV een ‘aanwijzing LWOO’ had kan die, na onderzoek, worden omgezet in een OPP-leerrendementen.

5. Met andere SwV’s zijn geen financiële afspraken gemaakt. Hoe ziet de regeling er uit voor ‘nieuwkomers’? Voor de groep nieuwkomers hanteren ISK en de scholen een op maat-benadering. Het besluit tot plaatsing in het regulier of speciaal onderwijs is o.a. afhankelijk van genoten onderwijs in het thuisland en het tempo waarin de leerling het Nederlands onderwijs kan volgen. Wat verlangt het VO nog van het PO? Met het PO in de omgeving wordt afgesproken dat uiterlijk 15 maart via OSO9 wordt overgedragen:

1. De NAW gegevens. 2. Het OKR vanuit het eigen leerling-administratiesysteem (las) met daarin

9 OSO – overstap service onderwijs. Een landelijk systeem voor digitale overdracht van de gegevens. Indien de PO school hier nog geen gebruik van maakt dan is een papieren overdracht het alternatief.

Page 44: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

44

a. het enkelvoudige advies (PrO – BB – KB – GL/TL/MAVO – HAVO – VWO); voor het advies PrO worden de landelijke criteria gebruikt. Het advies wordt integraal onderbouwd;

b. een lijst m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling vanuit het schooleigen lvs; c. de leerrendementen; d. advies over ondersteuning in het VO en op welk gebied; e. een beschrijving van de ondersteuningsbehoefte.

3. De Plaatsingswijzer als bijlage via OSO. Voor het vaststellen van de leerrendementen worden de signaleringslijsten in de PLW gebruikt.

4. Bij een PrO advies is de IQ bepaling verplicht. Het onderzoeksrapport wordt als bijlage via OSO meegezonden. In de Ommelanden verzorgt het VO de test. In de stad Groningen wordt de test uitgevoerd door de PO scholen.

5. Indien aanwezig en relevant kunnen IQ gegevens voor de overige leerlingen in het VO via OSO worden aangeleverd.

6. Vastgelegde relevante beperkingen (zoals dyslexie, dyscalculie) worden als bijlage via OSO verzonden.

7. Overige, door het PO te beoordelen, relevante informatie als bijlage (indien aanwezig). Indien de leerling in het PO ondersteuning heeft ontvangen die in een OPP is beschreven, wordt deze via OSO meegezonden als bijlage.

8. In Intergrip wordt aangevinkt of ondersteuning in het PO is verleend en of ondersteuning in het VO noodzakelijk wordt geacht.

NB In overleg met het SwV de Ommelanden wordt een gezamenlijke tekst over de wijzigingen in het VO als voorlichting naar de PO scholen gestuurd. Hoe te handelen op de grensvlakken van onderwijs en ondersteuning? Indien de school twijfel heeft over de toekenning van een TLV PrO of VSO of plaatsing in een VMBO/HAVO/VWO school dan verzorgt ze een Meer Partijen Overleg (MPO) met de betrokken partijen. De partijen in het MPO zijn:

a. de verwijzende school; b. de ouder; c. de school zelf. Bij voorkeur kan de school een verzoek aan het ECT richten om te

ondersteunen bij het MPO; d. een school op het betreffende grensvlak met het PrO, VSO of andere reguliere

school; e. eventueel de contactpersoon vanuit het Sociale Domein.

De uitkomst van het overleg is leidend voor de school die de zorgplicht heeft. Kan een leerling switchen van VMBO naar PrO of andersom? In het eerste jaar VMBO/PrO kan er nog wisseling van onderwijssoort plaatsvinden. Dit wordt door de deskundigen van de scholen zelf vastgesteld op basis van een afweging door een team van professionals in de school. Het advies vanuit de afweging kan ook zijn: er vindt heroverweging plaats in leerjaar 2. Zo wordt geprobeerd te voorkomen dat leerlingen uit de hogere jaren van het VMBO nog naar het PrO worden verwezen. Een leerling die voldoet aan de PrO criteria in toch in het VMBO wordt geplaatst, krijgt daar een vorm van extra ondersteuning middels een OPP-leerrendementen en krijgt geen TLV PrO. Het besluit van het professionele team in de school wordt verwoord en vervolgens ondertekend door een orthopedagoog/psycholoog. De toetsing op de besluiten vindt regelmatig plaats via de audits. Een voorbeeldkader voor de afweging van het professionele team staat in bijlage 4. Hoe verloopt de financiering en verantwoording van de middelen?

1. Scholen dienen jaarlijks (op basis T=0) een plan in voor de bekostiging die ze ontvangen van het SwV met daarin opgenomen de doelgroepen die ze van daaruit bedienen en welke inzet ze daar op plegen in middelen (= staand beleid in het SwV VO stad per 1-8-14).

2. Inhoudelijk voert de school gesprekken met het SwV via het ECT (planvorming vooraf) over de inzet van de bekostiging. Bij het SwV wordt jaarlijks in mei aangeleverd hoe de middelen worden besteed. Jaarlijks in september verantwoorden de scholen middels de kritische prestatie indicatoren (KPI’s) wat het resultaat is geweest van de inzet (verantwoording achteraf). Zie hiervoor verder het ondersteuningsplan 2015-2019.

Page 45: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

45

NB Het SwV gaat nog uitwerken hoe wordt gereageerd op scholen die wel middelen ontvangen, maar niet de prestaties leveren. Dit is (op last van de Inspectie voor SwV’s) een ontwikkelpunt binnen het ondersteuningsplan ter uitwerking in 2015-2016.

3. Toe- of afname van het totaal aantal leerlingen is de eerste maat voor de bekostiging. De scholen krijgen per leerling een vast bedrag als vaste voet om de ondersteuning in de basis in te richten, zoals ook voor 1-8-14 plaatsvond. In 2014-2015 is dat bedrag vastgesteld op €30. Dit bedrag moet door de school planmatig worden ingezet. Het is een vorm van bekostiging waarbij het plan eens per 4 jaar wordt heroverwogen en/of herzien, maar die wel jaarlijks wordt aangevraagd i.v.m. de fluctuatie van het aantal leerlingen. Het basisbedrag wordt in de toekomst gefaseerd verhoogd. De hoogte is afhankelijk van het exploitatieoverschot van het SwV van het schooljaar daarvoor.

4. Toe- of afname van het aantal leerlingen met extra ondersteuning is de tweede maat voor de bekostiging. Het OPP (ontwikkelingsperspectiefplan) per leerling wordt - ondanks de mogelijke perverse prikkel die daar van uit kan gaan - de tweede maat voor het bepalen van de hoogte van de middelen voor extra ondersteuning per schoolbestuur. De hieronder genoemde bedragen die aan OPP’s worden gekoppeld zijn nadrukkelijk rekeneenheden voor volumebekostiging aan scholen, ze staan in relatie tot de arrangementsaanvragen, jaarlijks in mei, van de scholen bij het SwV. De bedragen zijn derhalve niet gerelateerd aan de leerling zelf, maar aan de ondersteuning die in de school wordt geleverd en waar de leerling zelf en andere leerlingen van profiteren. Er wordt uitgegaan van een onderscheid tussen: d. ondersteuning i.v.m. sociaal emotionele en gedragsproblematiek.

Dit rekenbedrag komt voort uit wat voor 1-18-14 als LGF-middelen door OCW aan de scholen is vergoed. Dit bedrag wordt nu per school bij het SwV aangevraagd als arrangement of expertisebekostiging. Het totale beschikbare bedrag is bepaald op ca. €1,7 miljoen en kan conform begrotingsafspraken in het SwV niet worden overschreden. De norm voor de huidige maat van ondersteuning is het aantal LGF beschikkingen op 31-7-14 (binnen de oude LGF regeling). De afbouwregeling 3/3 – 2/3 – 1/3 expireert op 1-8-17. Dat is ook het moment voor een nieuwe regeling met een vast bedrag per OPP/per leerling. In 2016-2017 wordt de regeling verder uitgewerkt omdat dan het aantal OPP’s over een periode van twee voorgaande jaren bekend is. Een dergelijk OPP zal naar verwachting om en nabij €3000 per OPP genereren als bijdrage voor de ondersteuning die de school heeft ingericht. De werkelijke hoogte is afhankelijk van het rekenmodel zoals vanaf 2017-2018 (per 1-8-17) wordt toegepast én van het aantal OPP’s dat dan door de scholen bij het SwV wordt aangeleverd en in Bron staat vermeld;

e. ondersteuning gericht op leerrendementen en omschreven in het OPP. We gaan hierbij uit van het door OCW voorgestelde rekenbedrag van €4100 voor een ‘Aanwijzing LWOO’. Deze maatregel gaat in op 1-8-16 voor nieuwe leerlingen. De middelen komen van het SwV. De bestaande LWOO beschikkingen worden via DUO rechtstreeks toegekend aan de scholen en verrekend met het budget van het SwV;

f. extra middelen voor doelgroepen die extra inzet vereist i.v.m. een speciale ondersteuningsbehoefte. Ook de VSO scholen kunnen aanspraak maken op deze middelen.

Bij de toedeling van die middelen wordt rekening gehouden met de ontvangen middelen voor extra ondersteuning (LWOO/LGF/RZB) in het verleden. Nadere uitwerking vindt plaats in 2015-2017 m.b.v. trendcijfers. De ingang is per 1-8-17.

Page 46: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

46

5. Overschotten/tekorten op de middelen voor lichte ondersteuning t.a.v. TLV PrO en ondersteuning i.v.m. leerrendementen (voormalig LWOO) komen ten goede/ten laste van de middelen die beschikbaar zijn voor leerlingen met alleen sociaal emotionele problematiek. Alle scholen komen in aanmerking voor deze bekostiging. Het bedrag per leerling per OPP met sociaal emotionele problematiek zal daardoor, gelijk evenredig aan het overschot/tekort, stijgen/dalen.

6. LWOO leerlingen staan nog geregistreerd voor die leerlingen die voor 2016 al een LWOO indicatie hebben gekregen. Er zullen geen nieuwe LWOO leerlingen bij komen, omdat het SwV geen aanwijzingen LWOO meer zal afgeven. De komende 4 jaren (voor zittenblijvers 5 jaar) zal DUO nog rechtstreeks een budget voor het aantal LWOO leerlingen die op 1 oktober staan geregistreerd overmaken aan de scholen met een LWOO licentie. Dit bedrag komt in mindering op het budget voor lichte ondersteuning dat het SwV ontvangt (resterend bedrag voor lichte ondersteuning = totaalbudget lichte ondersteuning – bedragen voor lwoo- en pro-leerlingen).

Hoe verloopt een beroep en/of een bezwaar?

1. Een geschil met de ouder over het aanbod van de school is een zaak tussen ouder en school. In de eerste plaats dragen school en ouder er zorg voor om het uiterste uit hun gesprekken halen om tot een oplossing te komen bij de ondersteuning van de leering. Als de leerling al op school zit dan is de eerst aan te spreken persoon de mentor van de leerling. Daarnaast wordt de mentor ondersteund door het management van de school. Als de leerling nog niet op de school zit is er een toelatingscommissie die kan worden benaderd. Ook de toelatingscommissie wordt ondersteund door het management van de school.

2. Leiden de gesprekken en het overleg uiteindelijk niet tot een gedeelde oplossing dan kan voor een onafhankelijk advies het Expertise- en Consultatie Team (ECT) van het SwV worden ingeschakeld. De namen en adressen van de personen in het ECT staan op de site van de school en van het SwV.

3. Bezwaren over een arrangement en of plaatsing in het vo verlopen via de bezwaar/klachten procedures van de betreffende school. Bezwaar over het advies van de po school is bij de betreffende po school.

4. Alle scholen hebben een klachtencommissie die kan worden benaderd voor bezwaren over het handelen van de school. In de schoolgidsen en websites van de scholen staat hoe de klachtencommissie kan worden benaderd.

5. Geschil individuele ouder - school. De landelijke geschillencommissie toelating en verwijdering gaat over geschillen tussen ouder en de school (niet via SwV) over de vraag of de school in het kader van zorgplicht een passend aanbod heeft gedaan. Elke school is hier verplicht bij aangesloten en de commissie wordt in stand gehouden door de landelijke Stichting Onderwijsgeschillen (www.onderwijsgeschillen.nl). Deze commissie gaat ook over geschillen ten aanzien van het opgestelde ontwikkelingsperspectief door de school. Daarnaast kunnen ouders bij geschillen over toelating/verwijdering ook terecht bij het College voor de Rechten van de Mens en beroep aantekenen bij de rechter (ook na een oordeel van de geschillencommissie). Georganiseerd door: Geschillencommissie Passend Onderwijs (www.onderwijsgeschillen.nl - niet via het SwV), College voor Rechten van de Mens en Burgerrechter.

Page 47: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

47

Bijlage 1 – Criteria voor ondersteuning i.v.m. leerrendementen Let op!

Het OPP leerrendement is uitsluitend voor VMBO leerlingen en wordt alleen bekostigd door het SwV aan VO scholen (brinnummer) die voorheen de LWOO licentie hadden.

Het OPP leerrendement wordt in het Magister of SOM aangevinkt en doorgegeven aan Bron én het SwV.

Leerrendementen Uit het didactisch profiel blijkt dat er een leerrendement is tussen 50% en 75 % (voorheen 25-50% leerachterstand) t.o.v. de didactische leeftijd op twee of meer domeinen van de schoolse vaardigheden: begrijpend lezen, inzichtelijk rekenen/wiskunde, spelling en technisch lezen. Eén van de twee domeinen moet in ieder geval begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen/wiskunde zijn; Het didactisch profiel wordt samengesteld op basis van de signaleringslijsten van de Plaatsingswijzer en dossieronderzoek (minimaal drie jaar LVS gegevens). Het kan relevant zijn om naast het eerder genoemd didactisch profiel onderzoek te doen naar sociaal emotionele- of gedragsproblematiek. De problematiek wordt aangetoond middels psychologisch of psychiatrisch onderzoek. De orthopedagoog of psycholoog weegt of het onderzoek recent genoeg is en relevant voor de ondersteuning die in het onderwijs wordt geleverd. De ondersteuningsbehoefte staat immers centraal en niet de beperking van de leerling. Beredeneerd afwijken

- leerlingen met een didactische leeftijd lager dan 51 (bijvoorbeeld leerlingen uit groep 7 en leerlingen uit andere landen): de absolute niveaus worden gehanteerd. Bijvoorbeeld DLE < 40 in januari of een DLE <45 in juni.

- m.b.t. de grenzen van net niet/net wel ondersteuning of net niet/net wel VMBO/PrO wordt 5-10% ‘vrije ruimte’ gehanteerd. In dat geval wordt een beredeneerde afwijking omschreven.

Testmaterialen:

- Niveau-adequate toets, maximaal 1 keer terugtoetsen. Doortoetsen is geen vereiste voor het vaststellen van de leerrendementen.

Intelligentieniveau in relatie tot leerrendementen Het onderscheid in IQ <91 dan wel >90 is niet meer een vereiste om een OPP leerrendement voor de leerling te maken. NB De onderwijssoort voor de leerling wordt niet bepaald door intelligentiegegevens maar door het advies van het PO. Als het PO, ter onderbouwing van het advies, intelligentiegegevens wil gebruiken is dat begrijpelijk. De VO school moet zich houden aan het advies van de PO school. Als de leerling eenmaal in het VO zit en de VO school twijfelt of de leerling het niveau wel aankan kun men zelf een intelligentietest doen als men dat belangrijk vindt. Indien voor de onderbouwing van een OPP wel intelligentietesten worden aangeleverd en deze verouderd (>2 jaar) zijn, volstaat een verklaring van het intelligentieniveau afgegeven door een orthopedagoog/psycholoog. De beredeneerde afwijking wordt omschreven. NB Toelaatbaarheid voor het praktijkonderwijs (wettelijke regeling):

Het intelligentieniveau is minimaal 55 en maximaal 75-80;

En uit het didactisch profiel blijkt dat de leerrendementen < 50 % (voorheen leerrendementen van >50%) t.o.v. de didactische leeftijd op twee of meer domeinen van schoolse vaardigheden;

Eén van de twee domeinen moet in ieder geval begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen/wiskunde zijn.

Page 48: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

48

Voor de PrO school bestaat beleidsruimte als het IQ 75-80 bedraagt of er is sprake van strijdigheid van gegevens (het IQ wijst op VMBO en de leerrendementen op PrO of omgekeerd).

Page 49: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

49

Bijlage 2 – voorbeeld format aanvraag TLV PrO

Voorbeeld Heyerdahlcollege

Beschikkings nr Plaatsingsdatum Voornaam Achternaam Geboorte datum BSN Woonplaats jongen meisje

2016-H-2001-001

2016-H-2001-002

2016-H-2001-003

2016-H-2001-004

2016-H-2001-005

2016-H-2001-006

2016-H-2001-007

2016-H-2001-008

2016-H-2001-009

2016-H-2001-010

2016-H-2001-011

2016-H-2001-012

2016-H-2001-013

2016-H-2001-014

2016-H-2001-015

2016-H-2001-016

2016-H-2001-017

2016-H-2001-018

2016-H-2001-019

2016-H-2001-020

2016-H-2001-021

2016-H-2001-022

2016-H-2001-023

2016-H-2001-024

2016-H-2001-025

2016-H-2001-026

2016-H-2001-027

2016-H-2001-028

2016-H-2001-029

2016-H-2001-030

Aanvraag TLV PrO door het Heyerdahlcollege en beschikking TLV PrO door SwV VO 20.01

Betreft aanvraag en beschikkingen voor het kalenderjaar 2016

Handtekening gemachtigde SwV

Toekenning TLV PrO

Datum:

Naam SwV: SwV VO 20.01 Groningen stad

Naam gemachtigde SwV VO 20.01 voor toekenning TLV PrO: de directeur dhr. J.Houwing

Page 50: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

50

Bijlage 3 – Wat staat er in de WVO over het OPP Artikel 26 WVO. ontwikkelingsperspectief 1. Het bevoegd gezag stelt nadat op overeenstemming gericht overleg is gevoerd met de ouders een

ontwikkelingsperspectief vast: a. voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven, voor zover het betreft leerlingen die

voorbereidend beroepsonderwijs, middelbaar of hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs volgen;

b. voor leerlingen die praktijkonderwijs volgen. 2. Het ontwikkelingsperspectief wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken na de

inschrijving van de leerling vastgesteld. Indien het betreft een inschrijving op grond van artikel 27, lid 2f, wordt het ontwikkelingsperspectief uiterlijk binnen zes weken na de definitieve plaatsing van de leerling vastgesteld.

3. Het ontwikkelingsperspectief wordt ten minste één keer per schooljaar met de ouders geëvalueerd.

4. Nadat op overeenstemming gericht overleg is gevoerd met de ouders kan het bevoegd gezag het ontwikkelingsperspectief bijstellen. NB: wordt op enig moment in 2015 gewijzigd in: instemming ouders op het handelingsdeel. Deze wetswijziging is al aangenomen in de 2e kamer.

5. Het ontwikkelingsperspectief bevat een omschrijving van de begeleiding, bedoeld in artikel 17b. Indien voor leerlingen als bedoeld in het eerste lid, onder a, bij de inrichting van het onderwijs wordt afgeweken van één of meer onderdelen van het onderwijsprogramma, wordt dat in het ontwikkelingsperspectief vermeld. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften over de inhoud van het ontwikkelingsperspectief vastgesteld (zie hierna).

AMvB: Inrichtingsbesluit WVO Artikel 15c. Inhoud ontwikkelingsperspectief 1. Het ontwikkelingsperspectief, bedoeld in artikel 26 van de wet, bevat ten minste informatie over

a. naar welk vervolgonderwijs, en indien het een leerling betreft die praktijkonderwijs volgt naar welke soort arbeid uitstroom van de leerling wordt verwacht,

b. en de onderbouwing daarvan. 2. De onderbouwing bevat ten minste een weergave van de belemmerende en bevorderende

factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan de leerling.

Page 51: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

51

Bijlage 4 – Optioneel kader voor hertoetsing m.b.t plaatsing leerling in het VMBO of PrO VMBO <-> PrO in 1e of 2e leerjaar

Persoonlijke gegevens

Naam :

Geboortedatum :

School :

Leerjaar :

Ingevuld door :

Uitkomst PrO bespreekgeval VMBO leerlingbespreking

Is de leerling diplomeerbaar voor het VMBO?

nee twijfel ja

Past de ondersteuningsbehoefte van de leerling binnen ons ondersteuningsprofiel?

nee twijfel ja

Wat is het uitstroomperspectief

Werk/dagbesteding onduidelijk MBO

Didactische gegevens PRO bespreekgeval VMBO

valide test voor nulmeting begin schooljaar

BL dle < 30 BL dle : 30 - 40 BL dle > 40

Sp dle < 40 Sp dle = 40 Sp dle > 40

Rek dle < 40 Rek dle = 40 Rek dle > 40

Zelfde valide test beslismeting februari

< 5 maanden vooruitgang

5 maanden vooruitgang >5 maanden vooruitgang

IQ- gegevens PrO bespreekgeval VMBO

valide IQ-onderzoek IQ < 75 IQ 75 - 80 IQ > 80

Page 52: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

52

Aanvullend onderzoek, indien nodig Leergedrag PRO bespreekgeval VMBO

PMT-K-2

Stanine 7 – 9 op de schalen negatieve faalangst en prestatiemotivatie

Stanine 7 – 9 op één van de schalen negatieve faalangst of prestatiemotivatie

Stanine 1- 6 op de schalen negatieve faalangst en prestatiemotivatie;

Persoonlijkheidsonderzoek, bijvoorbeeld door middel van

NPVJ - II

Twee hoge/zeer hoge scores op de schalen Inadequatie, Sociale Inadequatie, Recalcitrantie of Dominantie

Eén hoge/zeer hoge score op de schaal Inadequatie, Sociale Inadequatie, Recalcitrantie of Dominantie

Gemiddelde tot zeer lage scores op de schalen Inadequatie, Sociale Inadequatie, Recalcitrantie of Dominantie

Lage/zeer lage score op de schaal Volharding

Lage/zeer lage score op de schaal Volharding

Gemiddelde tot zeer hoge score op de schaal Volharding

DVL

Twee signaalscores op de onderdelen: Sociabiliteit, Zelfwaardering of Taakgerichtheid

Eén signaalscore op het onderdeel Sociabiliteit, Zelfwaardering of Taakgerichtheid

Geen signaalscores op de onderdelen Sociabiliteit, Zelfwaardering of Taakgerichtheid

TRF Twee of meer scores in het klinisch gebied

Eén score in het klinisch gebied of twee scores in het grensgebied

Alle scores in het normale gebied

Bij de beslissing zijn de uitkomst van de leerlingbespreking, op basis van de didactische gegevens en

de IQ-gegevens, doorslaggevend.

- Wanneer de didactische gegevens en het IQ beide in het PrO-gebied liggen, is PrO

geïndiceerd.

- Bij didactische gegevens in het PrO-gebied en IQ-score als bespreekgeval is PrO geïndiceerd.

- Wanneer de didactische gegevens en de IQ gegevens beide bespreekgeval zijn, is de

uitkomst van de leerlingbespreking doorslaggevend.

- Wanneer de didactische gegevens en het IQ beide in het VMBO-gebied liggen, is VMBO

geïndiceerd.

- Bij didactische gegevens in het VMBO-gebied en IQ-score als bespreekgeval, is VMBO

geïndiceerd.

Als de uitkomst van de leerlingbespreking verdeeld is, kan er aanvullend onderzoek worden

uitgevoerd. De beslissing zal vervolgens in een multidisciplinair team (mentor,

ondersteuningscoördinator PrO, ondersteuningscoördinator VMBO, gedragsdeskundige) genomen

worden.

Page 53: 2016-2017 Jaar 3 - 2017-2018 Jaar 4 - Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs … · 2018-02-14 · 1 Bijlagen 18-25 Bijlage 18 Uitwerking kwaliteitszorg CIIO-maatstaf Thema’s

53

Bijlage 5 – schematische weergave stappenplan OPP en TLV PrO