2015 Jaargang 21 nr. 2

20
DE VONDER 2015 Jaargang 21 nr. 2

Transcript of 2015 Jaargang 21 nr. 2

Page 1: 2015 Jaargang 21 nr. 2

DE VONDER

2015 Jaargang 21 nr. 2

Page 2: 2015 Jaargang 21 nr. 2

www.heemkundekringdevonder.nl

FotografenFoto voorpagina: uit de collectie van AdrieMennen (bewerkt)Foto achterpagina: Maria van Neerven

de vorm van een houten skelet, mede om te latenzien hoe houtverbindingen in die tijd gemaaktwerden. Op donderdag 2 juli 's middags om 15.00uur wordt het Hapshuis officieel geopend doorwethouder Willy Hanssen, die een informatiebordzal onthullen.Het bestuur wil graag onderzoeken of het mogelijkis de openingstijden van het Heemhuis uit te brei­den. Zoals bekend zijn we nu op dinsdagochtend endonderdagavond geopend. Graag zouden we hiereen middag of eventueel, als dat beter uitkomt voorbetrokkenen, een ochtend of avond aan toevoegen.Mede in het kader van de noodzakelijke opknap­beurt voor het heemhuis en het daarmee samenhan­gende onderhoudsplan onderzoekt het bestuur ookde mogelijkheid tot nadere samenwerking met onzeburen, de bibliotheek Someren. De eerste gesprek­ken hebben reeds plaatsgevonden en er lijken zichde komende tijd zeker mogelijkheden voor te gaandoen. Activiteiten komende periode De werkgroep die zich bezig houdt met het jaarpro­gramma voor de periode september 2015 tot en metjuni 2016 heeft al enkele interessante sprekersvastgelegd voor lezingen en is bezig met de verdereinvulling van lezingen, contactavond, jaarvergade­ring, filmavonden en excursies. We hopen uiterlijkbegin september het nieuwe boekje voor onze ledenklaar te hebben. Namens het bestuur,Jan van de Rijdt

Van het bestuurJuni 2015 Ook in dit nummer bevat de bestuursrubriek hetoverzicht van de nieuwe leden van De Vonder en derubriek familieberichten/lief en leed, waarin we bijons bekende feestelijke of droevige berichten overonze leden vermelden. Ook geven we informatieover wat er thans binnen onze vereniging speelt. Familieberichten/lief en leed In het nummer van maart is de laatste zin van dezerubriek per abuis weggevallen. Daarom in ditnummer het volgende bericht: op 27 januari over­leed Mieke Sonnemans-Biemans op de leeftijd van78 jaar. We wensen haar kinderen en kleinkinderenveel sterkte toe. Nieuwe leden van Heemkundekring De Vonder In de afgelopen maanden zijn de volgende nieuweleden aangemeld bij onze vereniging:Peter Rutjes uit Asten.Colin Hoebergen, Bets Joosen-Jansens, TheoLooijmans en Wim Verberne uit Someren. Overige zaken Het IJzertijdhuis, type Hapshuis, op de hoek vande Muldersweg en de Burgemeester Roelslaan isonlangs voltooid. Dit IJzertijdhuis is tot stand ge-           komen door een intensieve samenwerking tussen degemeente Someren en Heemkundekring de Vonder.Het construeren van dit huis heeft tot doel om allearcheologische opgravingen en vondsten in Water­dael III en Witvrouwenberg, waaronder de restan­ten van een boerderijwoning uit de Midden en BeginLate IJzertijd (van 200 voor Christus tot 12 voorChristus) in herinnering te houden. Het huis heeft

2

Page 3: 2015 Jaargang 21 nr. 2

DE VONDER2          Van het bestuur 3          Van de redactie 4          De voormalige Binderse hoeven            Achterbos en Lensdonk 8          Oud schrift, oud goud 10        De standaardmolen aan de Einhoutse-            straat 12        Te voet dur Aasten deel 24 14        De zaak van den Lieropschen            maagdenroof 15        De Halve vrede 1944 - 1945 16        Rectificatie artikel over het            Wapen van Someren 17        Over leven en dood van            Jan Gordt Slegers 20        Vrienden van De Vonder

Van de redactieVoor U ligt het zomernummer van De Vonder.De reacties van de lezers van dit blad zijn over hetalgemeen heel enthousiast, dus wij hopen dat U ookvan dit nummer in uw luie tuinstoel, in het zonnetje,weer zult genieten van alle avonturen en historischefeiten. Jan Timmer gunt ons een kijkje in de historie vande voormalige Binderse Hoeven Achterbos enLensdonk.Gerard ten Thije laat ons genieten van zijn ervarin­gen bij de cursus Oud Schrift en Cees Verhagen heefthet verleden van Molen D’n Evert voor ons uitge­diept.Natuurlijk ontbreekt de wandeling door Asten niet.Wij vragen ons af of er lezers zijn die deze wandelingecht nalopen. Laat het ons weten.De zusters sluiten de Tweede Wereldoorlog met hun“Halve vrede” nu toch echt af.Of er nog steeds maagden worden geroofd in Lier­op wagen wij te betwijfelen, maar Henk Willemslaat ons kennis maken met het wel en wee van JanGordt Slegers uit Meijel. Ook een  avontuur,waarvan we uitzien naar het vervolg van dit span­nende verhaal.Veel leesplezier. De redactie.

3

Page 4: 2015 Jaargang 21 nr. 2

www.heemkundekringdevonder.nl

De voormalige Binderse hoevenAchterbos en LensdonkHistorische boerderijen vinden we in onze provinciezowel in de vorm van losstaande hoeven verspreidin het landschap als in dichte clusters bij elkaar ingehuchten, maar ook in allerlei groeperingen daar­tussen. De clusters van dicht bij elkaar gelegenboerderijen vallen het meest op. Een bijzondervoorbeeld daarvan is het gehucht Boomen in Lier­op, een beschermd dorpsgezicht dat bij veel boer­derijliefhebbers bekend zal zijn. Dat kluitje boerde­rijen is ontstaan uit één enkele hoeve die in vroege­re eeuwen eigendom was van de abdij Postel. Eenander voorbeeld is een groepje boerderijen aanAchterbos in Asten. Die boerderijen komen voortuit de hoeve Achterbos, die eigendom was van hetklooster Binderen in Helmond. Zolang een bepaal­de hoeve behoorde tot de eigendommen van eenklooster, abdij of andere kerkelijke instelling, bleefde hoeve in het algemeen in zijn geheel als eenheidbestaan. Grotere hoeven die in particulier bezitwaren vielen vaak uiteen in meerdere delen als ge­volg van bijvoorbeeld erfdelingen tussen erfgena­men. Achterbos is een oude hoeve waar beide ont­wikkelingen voorkwamen. We willen hier beschrij­ven hoe uit die enkele oude hoeve van het kloosterBinderen een dicht op elkaar gelegen kluitje vanboerderijen kon ontstaan. Achterbos en de halve LensdonkBinderen is als klooster in 1231 gesticht door Mariavan Leuven, een dochter van hertog Hendrik I vanBrabant, en is toegewijd aan Maria. Het Helmond­se klooster Binderen, waarin adellijke nonnen ver­bleven, bezat vóór 1648 flink wat bezittingen in deregio. Hoe en wanneer het klooster Binderen datbezit verwierf is in de meeste gevallen niet bekend.Deels kan dat al bij de stichting in 1231 gebeurdzijn, deels zal dat ook later zijn verworven. Opval­lend is dat Binderen aan weerszijden van de Asten­se Aa een aantal hoeven in bezit had. In Vlierdenwaren dat de hoeven de Hazeldonk, Ruth en deVorst. In Asten waren dat onder meer Achterbosen Lensdonk.Mogelijk zijn Ruth en Vorst al bij de stichting ofvlak daarna eigendom van het klooster geworden;later is daar ook de Hazeldonk aan toegevoegd. Debossen die bij de Ruthse hoeve hoorden leverdenhet hout voor de reparaties van de Binderse boer­derijen in de verre omgeving.Bij de hoeve Ruth hoorde ook een watermolen die

in 1367 werd genoemd als grenspunt met Asten enal vroeg in de 17de eeuw als "vervallen" werd aan­gemerkt.1 Over de Binderse goederen Achterbos en Lensdonkzijn tot nu toe weinig gegevens aangetroffen. Na devrede van Munster in 1648, toen de 80-jarige oorlogwerd beëindigd, veranderde er echter iets belang­rijks. Al het kerkelijk bezit in de Meierij dat toebe­hoorde aan kloosters en kerken binnen de Repu­bliek, werd door de Raad van State geconfisqueerd.Het beheer kwam in handen van regionale rent­meesters. In 1662 wordt door de Raad van State hetinitiatief genomen om alle geconfisqueerde bezittin­gen te bezoeken en te beschrijven voor zover ze nogsteeds in het bezit waren van de Raad van State. Inhet overzicht van 1662 komen we de volgendepassage tegen over Achterbos en de Lensdonk:“De hoeve genaemt het Achterbosch, met de helftvan de hoeve genaemt Leensdoncq voor desen af­gebroocken sijnde, belast met 12 stuivers chijnsaenden heer van Asten in verscheijde tecxten endeis t’samen groot in teullant 66 lopensaet, bij JanHenrick Joosten weder ingehuert voor 164 guldenjaerlijcx ende bij sijne ouders aenveert met de halveschaer, vuijtgenomen van 13 lopensaetlants die vande Leensdoncxe Hoeve bloot aende stoppelen sijnaenveert gelijck den hoevenaer verclaerde endeoock conform de laetste verpachtcedulle.” 2In 1662 blijkt de hoeve Lensdonk niet meer te be­staan. De hoeve werd kennelijk kort daarvoor af­gebroken en de helft ervan (met een oppervlakte van13 lopense) is toegevoegd aan de hoeve Achterbos.In de latere bronnen komen we als vermelding vaaktegen “de hoeve Achterbos met de halve Lensdonk”en dat wordt dan steeds beschouwd als één samen­hangend geheel. De andere helft van de hoeveLensdonk (met een oppervlakte van 15 lopense)werd volgens dezelfde inventarisatie van de Raadvan State toegevoegd aan de hoeve Hazeldonk aande andere kant van de Astense Aa in Vlierden. Bijde beschrijving van de Hazeldonk is toegevoegd:“Ende bij den voorsz hoevenaer aenveert met dehalve schaer, vuijt genomen vanden 15 lopensaet­lants bij hem aenveert vanden Leensdoncxe Hoeffdoor desen affghebroocken”.Het Binderse bezit Lensdonk is kennelijk kort voor1662 gesplitst in twee delen, verdeeld onder dehoeven Achterbos en Hazeldonk, terwijl de hoevezelf is afgebroken.  

4

Page 5: 2015 Jaargang 21 nr. 2

De ligging van de goederen Naast interesse in de historische gebeurtenissen enlotgevallen van de voormalige Binderse hoevenAchterbos en Lensdonk willen we ook graag wetenwaar die hoeven destijds gelokaliseerd waren. Voorde hoeve Achterbos verwachten we dat die ergenslangs de huidige straat Achterbos zal liggen. In hetvervolg van dit artikel zal dat ook het geval blijkente zijn. Opvallend is echter de straatnaam Klooster­eind in het verlengde van Achterbos ten zuiden vanVoordeldonk. Op veel plaatsen waar voorheenkloostergoederen lagen, liggen nu nog straatnamen,plaatsnamen of veldnamen met daarin het element“klooster”. Het is aannemelijk dat het AstenseKloostereind iets van doen heeft met het voormaligBinderse bezit en dat zou dan een relatie kunnenhebben met de verdwenen hoeve Lensdonk. Ook opde kadasterkaart van 1832 van dit gebied wordt debetreffende straat aangegeven met de naam Kloos­tereindsche straat. Langs de Kloostereindschestraat ligt een hoeve met als naam “Het Klooster­eind”. De akkers direct aan de westkant ervanworden eveneens Kloostereind genoemd. Nog op­merkelijker is de naam van de akkers ten oosten vande Kloostereindsche straat tussen Rinkveld enKloostereind. Die dragen namelijk de naam DeLeizing 3. We zien op heel veel plaatsen in Brabantdat oorspronkelijke donk-namen worden uitge­sproken met –ing als uitgang. Boerdonk, Keldonken Spoordonk heten in onze streektaal Boering,Kelding en Sporing. Er zijn talrijke andere voor­beelden. Het is daarom heel goed mogelijk dat DeLeizing een variant is van De Leijsdonk, eenschrijfwijze die we in archiefstukken vaker tegenko­men als variant van Lensdonk of Leensdonk. Meerdan een aanwijzing dat de verdwenen Lensdonk indeze omgeving gezocht moet worden is het niet. Hetis ook mogelijk dat in de omgeving van Klooster­eind voormalig bezit aanwezig was van een anderklooster dan Binderen. Bovendien kennen we debuurtschap Leensel, waarvan in 1443 gezegd wordt:"tgoet te leensel inder prochie van Doernen ende oicmede int gericht van Asten"4. Omdat destijds dehoeve Lensdonk verdeeld werd over de hoeve Ha­zeldonk in Vlierden en de hoeve Achterbos in Astenlijkt de buurtschap Leensel ook een kandidaat.In tegenstelling tot de hoeve Lensdonk is de hoeveAchterbos niet verdwenen. Het is mogelijk geblekenom een belangrijk deel van de ontwikkeling van dehoeve te achterhalen, inclusief de exacte locatie vande gebouwen.5

      Fragment kadasterkaart 1832 Asten sectie Voor­deldonk met daarop Het Kloostereind en DeLeizing Achterbos van geestelijk goed naar particulier bezit De hoeve Achterbos kwam net als vele anderehoeven in het bezit van de Raad van State en werdvanuit Den Haag als zogenaamde statenhoeve be­heerd door regionale rentmeesters. In 1662 was depachter Jan Hendrik Joosten, die we regelmatigtegenkomen als Jan Hendrik Joosten van der Vorst.Zijn vader Hendrik Joosten was de pachter van dehoeve De Vorst in Vlierden. Hijzelf pachtte Achter­bos en komt daarom ook voor met als familienaam“van Achterbos”. De Raad van State heeft niet alde hoeven steeds in eigendom gehouden. In de loopvan de tijd werden de meeste statenhoeven ver­kocht. De wens van de rentmeester zal daarbij eenbelangrijke rol hebben gespeeld. Dat was ook bij dehoeve Achterbos het geval. De toenmalige rent­meester van de statenhoeven, Johannes Pietersonwonende in Helmond, was een kapitaalkrachtigman. Wellicht had hij als rentmeester veel geldverdiend, dat hij vervolgens wilde investeren inonroerend goed. In opdracht van de Raad van Stateverkocht hij de hoeve Achterbos op 24 november1664 aan zichzelf. Daarmee kwam de hoeve Ach­terbos in particuliere handen. Diens erfgenamenwaren ook niet de minsten. Het zijn Mr. Antonyvan Persijn, lid van de Raad van Brabant te 's Hage,Adriaen Pietersons te Siericksee Zelandt, JacobPietersons, Antony Pietersons, Cornelis Cornelis deVager gehuwd geweest met Adriana Pietersons,samen erven van wijlen Johannes Pietersons in levenrentmeester der Geestelijke Goederen en presidentte Helmond. Op 31 augustus 1670 verkopen zij aanJan Janssen Schenaarts, koopman te Eindhoven enJan Hendrik Joosten van der Vorst, alias vanAchterbos, hoevenaar te Asten, ieder voor de helftde hoeve Achterbos, bestaande uit huis, schuur,

5

Page 6: 2015 Jaargang 21 nr. 2

www.heemkundekringdevonder.nl

schop, land, groes enz. Jan Hendrik van der Vorstis de pachter van het hele goed. Hij ging een leningaan bij Jan Schenaarts, wellicht op het moment datze samen het gehele goed Achterbos kochten. Omeen of andere ons onbekende reden gaat het finan­cieel niet goed met Jan Hendrik van der Vorst, dieals eigenaar van meerdere boerderijen in Asten tochzeker ook kapitaalkrachtig was. Zijn goederenworden publiek verkocht, waaronder de helft vande hoeve Achterbos. Die helft wordt in 1740 ge­kocht door Juffrouw Johanna Margareta Lovens,weduwe van Mr. Theodorus Franciscus Sche­naarts, wonende te Aarle Rixtel. Het wordt dangenoemd: “de Agterbosch, een huis, schop, stallin­gen, hof en aangelag met de wei, land en hei aanelkaar 100 lopense”. Johanna Lovens had al viahaar man, de zoon van Jan Schenaarts, de anderehelft van het goed in bezit. Nu was zij dus eigenaarvan het gehele goed Achterbos. Dan is de hoeve dusweer als geheel in één hand. De opsplitsingOp 15-12-1760 gaat Rogus Fransiscus Schenaarts,de zoon van Johanna Lovens en Theodorus Sche­naarts, over tot de verkoop van de goederen Ach­terbos. Het is op dat moment nog steeds een grotehoeve en bestaat dan uit meerdere gebouwen. Dehoeve wordt in drie delen verkocht op 15 december1760. Francis Deenen wordt eigenaar van “eengrote schone hoeve genaamd den Agterbosch”.Laurens Jelisse krijgt een “huis, schuur, stal met dedaarbij behorende grond, naar behoren te delen ofte gebruiken en tussen de andere huizen in gelegen”.Bewoner is dan de weduwe Andries Verheyen. Hetderde deel komt aan Pieter Wilbert Coolen met alsomschrijving: “huis, stal, schuur en de grond daar­bij horende, tussen de andere huizen gelegen en tegebruiken of te verdelen naar behoren met de halveschop en de grond van dien en waarvan de anderehelft toekomt aan Francis Deenen”. Bewoner is danPieter Haasen.Opvallend is dat bij elk van de drie delen op hetmoment van verkoop een huis behoorde en dat dekopers zelf de onderlinge verdeling van de erven nogmoesten regelen, omdat huizen en schuren tussende andere huizen zijn gelegen. In 1740 was nogsprake van één woonhuis. Kennelijk heeft de fami­lie Schenaarts in de periode 1740-1760 de hoeveuitgebreid met een aantal huizen, bijvoorbeeld doorbestaande schuren te verbouwen.Een investering die het mogelijk maakte om dehoeve in delen te kunnen verpachten, wat ongetwij­

feld meer opleverde. Vijf boerderijen in 1832De ontwikkeling van de drie delen van de hoeveAchterbos zijn na de splitsing van 1760 nog verderte volgen. Het deel van Francis Deenen blijft onge­wijzigd in het bezit van de familie (nr 1 op hetkaartje).Het deel van Pieter Wilbert Coolen wordt in 1797weer verder gesplitst in twee boerderijen. WillemRoymans, weduwnaar van Anneke Peeter Coolen,erft het oude huis en Wilbert Peter Coolen krijgt hetnieuwe huis. De schop delen ze samen. In 1832 is deoude boerderij eigendom van Francis Peter Vrijn­sen, weduwnaar van Elisabeth Willem Rooijmans(nr 2 op het kaartje) en de nieuwe boerderij is vande kinderen van Wilbert Peter Coolen (nr 4 op hetkaartje).Het deel dat Laurens Jelisse in 1760 kocht wordt in1800 eveneens gesplitst en wordt er een nieuw huistoegevoegd. Bij de erfdeling krijgt Pieter DirkMartens gehuwd met Ida Laurens Jelisse, “het oudehuis aan den Agterbosch waarin hij woont” (nr 3op het kaartje). Jan van Dijk, man van CatharinaLaurens Jelisse, krijgt het nieuwe huis (nr 5 op hetkaartje).  

      Kadasterkaartje De Achterbosch van 1832. 1. Deoude kern van hoeve Achterbos; 2 en 3 gesticht ca1750; 4 gesticht in 1797, nr 5 van 1800 is inmiddelsverdwenen. Ten noorden van nr 4 is in de 19de eeuwnog een boerderij bijgebouwd.

6

Page 7: 2015 Jaargang 21 nr. 2

  Huidige situatieNa 1832 veranderde er nog het een en ander opAchterbos. Boerderij nr 5 is inmiddels verdwenen;het is nu weiland. Opvallend is verder dat preciesop de plaats van de boerderijen 1 t/m 4 nu nog steedsboerderijen staan. Je zou de conclusie kunnentrekken dat de huidige gebouwen dus tot die tijdteruggaan. Deels is dat zeker mogelijk, maar erzullen beslist verbouwingen hebben plaatsgevon­den. Het is bijvoorbeeld bekend dat in 1874 opAchterbos vier boerderijen door brand werden ge­troffen. Boerderij nr 4 op het kaartje (thans Achter­bos 10) is in dat jaar voor een belangrijk deel ver­nieuwd, wat we weten omdat in de korte gevel metmuurankers het jaartal 1874 is aangegeven. Ook deandere boerderijen zullen door die brand bescha­digd zijn. Mogelijk is in datzelfde jaar nog eennieuwe boerderij bijgebouwd en wel ten noordenvan boerderij nummer 4 op het kaartje. Momenteelstaan er namelijk 5 oude boerderijen langs de weg.Het huidige pand Achterbos 12 is in de 19de eeuwtoegevoegd, waardoor een kluitje van vijf oudeboerderijen is ontstaan.De historie van de hoeve Achterbos is een mooivoorbeeld hoe het gegaan kan zijn met een oudekloosterhoeve. Het mooie van Achterbos is dat nunog op de oorspronkelijke plaatsen een groep van5 historische boerderijen resteert. Het is heel goedmogelijk dat sommige delen van de bestaande ge­bouwen nog onderdelen zijn van de oorspronkelijkeboerderijen. Dat geldt bijvoorbeeld voor belangrij­ke delen van de oude ankerbalkconstructies. Be­kend is dat die constructies eeuwenlang mee kunnengaan en zelfs brand kunnen overleven.               Links Achterbos 10, rechts nummer 8, uit de collec­

tie van heemkundekring De Vonder.

              Een oude opname van links Achterbos 9, dat deoude kern blijkt te zijn van de Binderse hoeve enrechts nummer 6, een latere afsplitsing. Foto ChristWarnar, collectie heemkundekring De Vonder.              De achterkant van boerderijen op Achterbos inAsten. Foto Christ Warnar, collectie heemkunde­kring De Vonder.      

        Links Achterbos 8, midden nr 6 en rechts nr 9. FotoChrist Warnar, collectie heemkundekring DeVonder.

7

Page 8: 2015 Jaargang 21 nr. 2

www.heemkundekringdevonder.nl

Oud schrift, oud goudEr bestaat een oud gezegde: “Laat me zien hoe jeschrijft. En ik zal zeggen wie je bent”. Grafologenverdienen er de kost mee. Jammer genoeg staatschrijven in onze moderne tijd niet meer zo in debelangstelling, we houden er niet van onze eigenheidprijs te geven, en hebben er ook geen tijd meer voor.

Misschien is dat de reden dat oud schrift de echteliefhebber aanspreekt. Mooie gekrulde letters metdikke en dunne lijnen, met prachtige rondingen, zezijn een lust voor het oog. Schrijven was vroeger eenelitaire bezigheid en wie het voorrecht had om temogen schrijven wilde het ook mooi doen. Wekennen kalligrafische hoogstandjes, maar ook degewone oude letters hebben een bekoring op zich.Het was natuurlijk de bedoeling dat de tekst gelezenwerd, maar dat is minder eenvoudig dan gewoonlijkgedacht wordt. Aan de tekst blijken allerlei hakenen verdwaalde tekens te hangen, waar de argelozelezer weinig van snapt.Hans van Laarschot heeft zich beijverd om het oudschrift dichter bij de mensen te brengen, met namevoor de leden van de heemkundekring. Dankzij deuitstekende voorbereiding en de toezegging van DeVonder om de afdrukken te verzorgen was er eenonverwacht groot aantal aanmelders. Die hebbenallemaal hun eigen achtergrond, waardoor de lessengevarieerd en geanimeerd verliepen. Menigeen hadwel een toevoeging of een aanvulling, die met veelverve verdedigd werd, het had soms iets van eenPoolse Landdag. De sfeer was prima en ieder lever­de zijn bijdrage.Persoonlijk vond ik de cursus oud schrift heel ver­rassend. De chaos die je in originele stukken aan­

              Achterbos 10 met muurankers 1874 en rechts eenstukje van nr 8. Foto Christ Warnar, collectieheemkundekring De Vonder.  Noten1.       Henk Beijers en Pieter Koolen, VlierdensVerleden, Deurne, 19962.       Transcriptie van de hand van Karel Leendersvan Nationaal Archief Den Haag, Archief van deRaad van State (toegang 1.01.19), Inventarisnum­mer: 2157.3.       Kadasterkaart 1832 gemeente Asten, sectie Cvan Voordeldonk, tweede blad. Te raadplegen viawww.watwaswaar.nl4.       Zie noot 1.5.       Belangrijkste bron is de verzameling aanteke­ningen uit diverse archiefstukken zoals Theo Meu­lendijks die samenstelde voor Asten. Theo H.Meulendijks, Historisch onderzoek naar huizen enveldnamen in Asten, 2009-2010. Te raadplegen op:http://www.saspeelland.nl/theomeulendijks/onderzoek-asten. Daarnaast is gebruik gemaakt van de trans­cripties van het rechterlijk Archief van Asten, zoalsdat op de website van heemkundekring De Vonderstaat: http://www.heemkundekringdevonder.nl/oud­schrift/asten.php.  

8

Page 9: 2015 Jaargang 21 nr. 2

treft blijkt toch weer zijn functie te hebben. Over­bodig geschrijf werd veelal voorkomen met vernuf­tige afkortingen die voor de buitenwereld een ‘slipof the pen’ lijken. Die afkortingen of contracties,samentrekkingen, vereisen een creatieve leesvaar­digheid. In de cursus werd een opstapje voor hetlezen geboden door de zogenaamde transscriptie,de overbrenging van de oude naar voor ons leesba­re, hedendaagse tekst. Hierdoor kun je de origineletekst beter volgen. Hoewel, de tekst goed begrijpenis nog een hele stap verder.De tekst werd voor ons enigszins herkenbaar instukken van eind 18e eeuw. Dat is ook de tijd dater in de regio nogal wat geschriften beschikbaarkwamen, vooral van de overheid. Als voorbeeld deregistratie van stemgerechtigden in Asten en Some­ren in 1798 en een verklaring waarmee men instem­de de Bataafse Republiek trouw te zullen zijn. Zokomen heel bekende namen in het vizier, en krijg jeeen kijk op de ontwikkeling van die tijd.Op het moment dat ik dit stukje schreef was decursus nog lang niet afgelopen, maar de eindcon­clusie kunnen we al vast leggen: het was een geslaagdinitiatief van de Heemkundekring. Met dank aande initiatiefnemers en Hans.

Verbinding met de historie:In de cursus zijn ook verbindingen te leggen met degeschiedkundige ontwikkeling van de regio. Eenvoorbeeld hiervan is de eerder genoemde registratievan de stemgerechtigden van Asten en Someren in1798 en de verklaring van de ingezetenen dat ze geenheil meer zien in het feodalisme van de verstardeRepubliek der Verenigde Nederlanden. In 1795 wasdie Republiek ten val gebracht door de Fransetroepen. Na de overwinning probeerde de BataafseRepubliek de democratie te grondvesten en de in­gezetenen van Asten en Someren kregen de gelegen­heid om die petitie te ondertekenen. Deze handte­keningen zijn nu nog erg interessant voor de mensenuit deze dorpen. Je ziet er namen terug van echtestamhouders maar ook namen die nu verdwenenzijn. Ook de leesbaarheid varieert, voor degenen dieniet konden schrijven werd volstaan met een kruis­je of een merkteken van de familie, anderen teken­den zwierig.Een historisch detail van die tijd was wel dat hetmaar de vraag was of Brabant Nederlands gebiedzou blijven. Voor de gewone Brabander was dat nogniet zo vanzelfsprekend, ze hadden slechte ervarin­gen. De Fransen installeerden in 1795 een voorlopigbewind om de in het zuiden veroverde gebieden te

besturen. Het gebied onder de grote rivieren. DeWaal zou dan de natuurlijke grens van het FranseRijk zijn, evenmin een prettig vooruitzicht. Het isaan de Tilburgse patriot Pieter Vreede te dankendat de Staat Brabant voor de nieuwe Bataafse Re­publiek behouden bleef. Het is niet toevallig dat ditte danken is aan een Tilburger. Tilburg was toen­tertijd het grootste van de Brabantse dorpen enbetrok als eerste het Brabantse platteland in depolitiek, die tot dan toe uitgemaakt werd door desteden ‘s-Hertogenbosch en Breda. Het Brabantse platteland kreeg stemrecht en telde weer mee.Brabant zou weer generaliteitsland worden, maarzou dan niet meer op de voet van wingewest behan­deld worden. Een nieuwe dageraad.Deze achtergronden maken oud schrift juist zo in­teressant. De politieke keuzes van de onderteke­naars van de petitie worden zichtbaar gemaakt inde handtekeningen die we mogen bestuderen.Eenzelfde verbinding kan te zijner tijd gemaaktworden met het ontstaan van het Koninkrijk derNederlanden, nu 200 jaar geleden, maar dat laat ikgraag aan andere heemkunde-liefhebbers over.Gerard ten Thije

9

Page 10: 2015 Jaargang 21 nr. 2

www.heemkundekringdevonder.nl

De molen Den EvertDe standaardmolen aan de Einhoutsestraat InleidingIn Groot-Someren hebben ooit 8 molens gestaan,twee watermolens (de Heugter watermolen nietmeegeteld) en zes windmolens. De meeste zijn he­laas verdwenen. Voor de Tweede Wereldoorlogwaren deze zes molens nog actief. Someren heeft nunog twee windmolens, de stenen beltmolen uit 1853in de Kerkstraat, de ”Victor” en de standaardmolenaan de Einhoutsestraat bij de Donck uit 1543.Deze heeft tot 1979 bij sluis 11 gestaan aan de As­tense Dijk, later de Schoolstraat.Bij zijn verplaatsing in 1979 kreeg hij voor het eersteen naam, Den Evert. De molen is een rijksmonu­ment en is een van de oudste standaardmolens vanNederland en stond in 1963 model voor een zomer­postzegel van 12 cent. Deze molen heeft een voorganger gehad. In eenwindbrief uit 1302 geeft hertog Jan II van Brabantaan het klooster van Postel toestemming om inSomeren een windmolen te bouwen. Waar? Opdezelfde plek of op de Molenberg? We weten hetniet. Standaardmolen ‘Den Evert’Deze halfgesloten standaardmolen werd in 1543door de abdij van Postel aan de baan van Somerenen Heeze naar Asten, de Astense Dijk (later School­straat genoemd) bij sluis 11 gebouwd. Hij deeddienst als korenmolen. Volgens Van Asten heeft demolen ook nog een koppel gehad voor een boek­weitmolen. Deze is later afgebroken.De molen werd verpacht o.a. aan de familie Hoef­fnagels, die de molen bijna twee eeuwen bemalenheeft. Daarna kwam hij in handen van heel watmulders, maar hij is uiteindelijk gekocht door Evertvan der Grinten.In 1973 is de molen gekocht door de gemeente So­meren en verplaatst naar de Donck aan de Einhout­sestraat. Deze straat kreeg zijn naam pas in de jaren50, hiervoor was de naam nog Groenstraat, die liepvan de Vaarselstraat naar de Eindhoutse hoeve.Door de komst van de Provinciale weg is de wegafgesloten en is ook de naam veranderd. De molen maakte ook indruk door zijn geschiede­nis, die in 1543 begon met oprichter/eigenaar deAbdij van Postel. De standaardmolen was een zo­

genaamde ban of dwangmolen. Dit betekende datde inwoners of onderhorigen van een heer, verplichtwaren hun granen uitsluitend op die molen te latenmalen. Sindsdien heeft de molen bij ‘Den Diep­steek’, nadien ook wel de molen van Sluis11 ge­noemd, heel wat meegemaakt. Zoals op de elfdejanuari van het jaar 1558:“Soe is opgeresen naeder middernachts een swaerevreeslicke wint, de welcke van wijle tot wijle sterckergeworden is, alzoe dat ontrent acht uren voormid­dach omme gewayt is de wintmoelen van Zoeme­ren”.De molen die met zijn wieken als het ware steeds dewind had uitgedaagd, had de strijd verloren. Deorkaan was een ramp voor Someren want behalvede molen waren er:‘Groote menichte van huysen ende scuren ommegewayt’.De molen lag geheel in stukken. Hij verrees echterweer op dezelfde plaats. Zoals ook in 1724 toen hij,na een blikseminslag grotendeels is afgebrand. Inopdracht van de rentmeester wordt de herbouw alop 5 augustus van hetzelfde jaar openbaar aanbe­steed. Het bovenwiel van de molen is bijzonder. Van allewindmolens in Nederland is dit het enige wiel datop deze manier gemaakt is. De timmerman, die in1738 dit ambachtelijke werkstuk op zijn maniermaakte was de in Someren geboren en in Mierlowonende Hendrik Deenen. Op het bovenwiel heefthij niet alleen zijn naam Deenen en het jaartal 1738aangebracht, maar ook de volgende inscriptie:‘Onze hulp comt van den geenen die hemel en aardegemaeckt heeft’.

10

Page 11: 2015 Jaargang 21 nr. 2

 Ruim 200-jaren later in september 1944 zou demolen, tijdens de bevrijding van Someren, oorlogs­schade oplopen.De molen bleef tot 1915 in het bezit van de familieVan der Grinten. Door allerlei gebreken raakte demolen echter buiten gebruik. Nadat Jan Peetersvanaf 1919 eigenaar / molenaar was geweest kwamde molen in 1949 in het bezit van de Veevoederfa­briek Koudijs. Omdat de molen niet meer werdgebruikt, overwoog men hem te slopen. De aan­vraag tot sloop in 1953 werd geweigerd en de molenwerd in 1954 gerestaureerd. Koudijs had geen be­lang bij de molen en wilde de molen in 1967 verko­pen. Na wat strijd, met behulp van de Verenigingde Hollandse Molen en het Comité tot behoudSomerense Molen, nam de gemeenteraad in 1973het besluit de molen te kopen. Hij werd gerestau­reerd door de firma H. Beijk uit Afferden en ver­plaatst naar De Donck, nabij het openluchttheaterin Someren. Vanaf 1982 draait hij weer met de en­thousiaste molenaar Leo Meeuws. Hiervoor werdde molen bemalen door Sjaak van Winkel uitEindhoven met Leo Meeuws als leerling. Gerrit vanRinsum is ook nog even molenaar geweest. Na hetoverlijden van molenaar Leo Meeuws in november2005, werd de molen om toerbeurt bemalen doormolenaars van de kring Peelland, Marc van Deur­sen, Geert Sturkenboom, Piet Meulendijks, HansTielemans, Frans Tullemans en Geert van Stekelen­burg. Thans zijn Mari Heesakkers en Riekus Meij­ering de molenaars. Is de naam van de molen ‘Den Evert’, die hij paskreeg in 1979, vernoemd naar Everard NicolausSmolerszoen, de eerste pachter en molenaar in 1543,of toch naar Everardus van der Grinten die in 1767als eerste particulier de molen kocht? Ik vind beideverklaringen relevant, maar de volgende mail geeftwellicht uitsluitsel:In december 1978 heeft de gemeente Someren eenprijsvraag uitgeschreven voor namen van de tot dantoe naamloze molens. De gebroeders Van Lieropwonnen met Den Evert en De Victor, zij het dat DenEvert een suggestie was van Dré Remery. In zijnambtelijk advies (voor de prijsvraag) stelde hij alvoor de naam Den Evert aan de standaardmolen tegeven.Hij onderbouwt dit met: "In 1767 kwam de molenvoor het eerst in zijn bestaan in handen van parti­culieren. Het was Everardus van der Grinten die demolen kocht waarna hij ongeveer 80 jaar in dezefamilie bleef. Den Evert verwijst dus naar deze

Everardus."Eigenlijk hebben de gebroeders Van Lierop denaam De Roovere voorgesteld. In zijn advies aanB&W draait Dré die naam in zijn richting: "Hoewelzij als naam voor de molen aan de Einhoutsestraat "De Roovere" inzonden, zaten zij zijdelings metEvert van der Grinten dan toch op het goede spoor."Een wonderlijke uitslag van de prijsvraag. Zie bij­gaand persbericht over de uitslag van de prijsvraag:"... Den Evert, zijnde afgeleid van de voornaam vande eerste particuliere bezitter van de molen: Ever­ardus van der Grinten en zijn familie -vanaf 1763-."Een formeel besluit van B&W van Someren van 25januari 1979.Aldus een mail van Hans van de Laarschot. Als toevoeging mag ook worden vermeld dat oud-­molenaar Tinus Berkers (van de molen in de Pos­telstraat) de naam ‘de Zwerver’ had voorgesteld,ook een toepasselijke naam voor een molen dieverplaatst is.Bij de heropening van de molen in 1979 werd eenplank met inscriptie aangebracht, met de namen vanhet toenmalige college van Burgemeester en Wet­houders van Someren.In 2008 moest de molen stilgezet worden, omdat destandaard in slechte staat verkeerde.In september 2009 werd de molenkast van stan­daardmolen Den Evert in zijn geheel van het onder­stel gehesen omdat de standaard flink was aange­tast. Een grondige restauratie was nodig om demolen, zonder gevaar nog draaiende te houden. Zois de standaard versterkt met een niet zichtbare ij­zeren paal om de historische bewerkte buitenkant,snijwerk uit de 19de eeuw, te kunnen behouden. Hetdak van de molenkap is vernieuwd, de buitenkantheeft een grondige schilderbeurt gehad en rondomde molen zijn bomen gerooid. Nu draait de molen weer, met een vlucht van 24,75meter regelmatig met molenaars Mari Heesakkersen Riekus Meijering aan de “wieken”. Someren magtrots zijn op deze prachtige standaardmolen. Eigenaren en pachters Eigenaren1543 - 1648 de Abdij van Postel1649 - 1767 de Republiek der VerenigdeNederlanden1767 - 1915 Fam. (Everardus, Evert) van der Grin­ten (tot 1818 in erfpacht, hierna eigenaars)

11

Page 12: 2015 Jaargang 21 nr. 2

www.heemkundekringdevonder.nl

1915 - 1919 Ferdinand van Stekelenburg (molenaar,geb. Asten)1919 - 1948 Jan Peeters (bakker-molenaar,Someren)1949 - 1953 Veevoederfabriek N.V. Koudijs1953 - heden Gemeente Someren Pachters/ molenaars1543 - 1553       Everard Nicolaus Smollerszoon1554 -ca.1589    Aert Jan Wouters en Jan Gort vanDuppenca.1589 -1648    Wouter Janssen Hoefnagels (Wou­ter de zoon van Jan (Wouters)1649 -  1662      Goordt Wouters Hoefnagels (G­oordt de zoon van Wouter (Janssen) genaamdHoefnagels]1663 - 1684     Joost Hoefnagels (Goordt zoon) ende wed. Joost Hoefnagels- Josina van Hove1692 - 1716     Goordt Hoefnagels (Joost zoon)1717 - 1722     Wed. Goordt Hoeffnagels1722 - 1724     Peter van Heeswijk (molen brandt af)1725 - 1740     Goort Willem Loomans (geb. Asten)1741-  1763     Goort Manders (geb. Asten)1764 - 1767     Evert van der Grinten uit Weert ( in1767 in erfpacht).Hierna zijn de eigenaren (met hun knechten) demolenaars.Onder N.V. Koudijs was o.a. Piet Meulendijksmolenaar op de molen.Na 1953 benoemde de gemeente de molenaars: VanRinsum, Leo Meeuws, Mari Heesakkers en RiekusMeijering. 1554-1723 blijft de molen in hetzelfde geslacht vanmolenaars Wouters-Janssen-Hoefnagels.Everardus van der Grinten en zijn nageslacht blij­ven van 1767 tot 1919 molenaar en eigenaar.Knechten waren onder andere Antoon Driessen,Willem van Oorschot (ook bakker) en Evert Victorvan Oorschot- de Bije. Bronnen.Zomeren in de archieven van Postel, Th. Welvaarts,1892.Geschiedenis van de molen van Someren, A. vanAsten, 1974.Hertog Jan en de Zummerse mens, Jean Coenen,2001.Archief schrijver, Internet en RHC Eindhoven Cees Verhagen 2013  

Te voet dur Aasten deel 24Verteld door Piet Feijen.In de jaren 80 van de vorige eeuw wandelden ledenvan de Bond voor Ouderen onder leiding van hunvoorzitter Piet Feijen, door Asten. Zij maakten eenoverzicht van Asten van ongeveer 1920 tot 1985.Velen van u zullen zich de mensen, hun beroepen enhun eigenaardigheden nog wel herinneren. Ook debehuizingen en straten van die tijd. Al is het nog nietzo lang geleden, er ligt hier misschien een taak totnavolging zodat het nageslacht aansluiting kan vin­den met het huidige Asten. Van wat verloren ging ener bij kwam Wâ gi d'n tijd toch vlug, hè ? Het is al wir twee maondgeléijen, dè ons vurige aflivvering verschenen is.Mer in dien tijd hebben we wel karnaval gevierd, enhoe ! 't Afscheid van Prinses Mieke I van "de ân­hààuwers" mi heurren Driek en keinder en klein­keinder in 't Dienstencentrum, wor ôk Prins Piet Ivan de "Plekkers" was mi z'nne voltallige raod van11 en huisorkest "de Twenty's". 't Was 'n schôn af­scheid van 'n schôn familie Welten. De verrassingvan d'n aovond was wel de nèèij Prinses van "de ân-hààuwers" Riek I. Dur 't jaor is ze gewoon Riek vanRijt-Kanters, van de Lienderweg 29, en ôk zij hâ d'rhele familie meegebraocht.  Mer dur ging erst wâgeheimzinnigheid ân vuraf. Vorstin Nel stond mid'r Wijze raod de nèèij Prinses al 'n tijdje op tewààchten, toen Riek mi d'r gevolg uit de St-Jozefkerk kwam, binnendur. Ze moesten dur nogal 'ntijdje gezeten hebben en of dè geweest is um 'n goeiregeringsperiode te vraogen of penitentie vuraf, isons nie bekèènd. Wel weten we, dè 't 'n schônPrinsessenbal is geweest en dè Riek 't ôk goe kanzeggen, mer dè hi ze geleerd van Vorstin Nel, zekerweten !'t Moet die aovond goe laat geworren zijn,zeggen ze, mer dè hebben wij nie meegemâkt, (wijmoeten van de vrouw op tijd thuis zijn).Heel Klot­land was in de ban van karnaval en d'n ene Prinswas al net zo schôn als d'n andere. En of 't naw FritsI, Piet I, Piet II of Toon II was, 't waren allemaolgoei, heel goei. In huize Bartholomeus was 't miPrins Toon II, Vorst Frans en gevolg ôk al schôn,natuurlijk ôk um de "Hofkapèèl De Klot" (wir) wasmeegekommen. Alles bijin was 't geweldig. Dur kanons verhaal nie ân tippen, mer toch gaon we nawwir gewoon dur. "Ok wij zijn ânhààuwers". En zôâs beloofd in de veurige aflivvering, gaon we dannaw de Wolfsberg in. Hier langs 't café van LienBakens, wônt Kobus Welten, worvan zoon Driek

12

Page 13: 2015 Jaargang 21 nr. 2

verkering hi mi Mientje Werts uit 't "Pèèijke. (Latertrouwde Driek met Anna van Bussel, van Koop vanBussel uit de Peel. Koop en zijn zoon's ontgonnenin de Peel woeste grond en stichte er enkele boerde­rijen. De familie van Bussel kwamen van de kantenvan het Limburgse Meijel-Roggel. Koop, 't zal welJacob moeten zijn, was de overgrootvader van dehuidige wethouder Frans van Bussel. Driek Weltenwoonde jarenlang op het stamhuis, nu autorijschoolTh.Joosten. Tiggenover Kobus Welten hi degraan-zaag-windmolen van Johan Cuppens gestao.Ik zal oew 'ns vertellen, hoe dè zakelijk drama zichafspeulde, zi Jan Vaalman, nog altijd de leidsman­gids. Op 'ne zötterdagaovond brak er brand uit, demanier           wôrop is nooit uitgekommen. Was er overdag ietswèèrm gedrèèijd, dè ân 't smeulen is gegao ? Kwam't van 'n onweersbuijke, dè wel wâ vuur en donderhâ laoten zien en heuren, mer anders niks ? Wezallen 't wel nooit weten zi Jan. Wâ wir wel wôr is,dè de meulen ineens in brand stond, hij brandeoveral. Ons vrijwillige brandweer was er gauw mide grötste spuit, (ze hân er ôk mer een) mer 't watermoest zô wijd kommen, dè hoe hard ze ôk pompten,en ôk dur dè de slangen hier en daor kapot waren,er gin water kwam. En mi emmers, was er gin be­ginnen ân. Toch waren de brandweerlui volop inaktie zi Jan, want vur de buurt stond de weindverkeerd en die moest, van veldwachter Vissers goein de gaten worden gehààuwen. Half Aasten waswel op de been en toen, nô later bleek, de vang wasdurgebrand en dur de straffe weind ôk nog dewieken gingen drèèijen, werd 't 'n schouw-spel umnooit te vergeten, mer dur de weind gevaarlijk vurde buurt. Van de pastorie was kapalaan Arnold (delatere bouwpastoor van de Antoniusparochie inHeusden) ôk ânwezig en die begon, vanwege dekritieke toestand, te bidden, dè de weind mer zoukeren. 't Werd 'n nachtelijke openluchtdemonstratievan 'n geleuvig, biddend volk, dè blijkbaar werdverheurd, want de weind keerde en de ramp beperk­

te zich tot de meulen, wâ op zich al erg genog was,want wie was er in die tijd verzekerd ? En hoe ? Tochkwam d'n herbouw er, weliswaar alleen as houtza­gerij, mer wel Stoomhoutzagerij Fa. Cuppens.(Later onder direktie van zoon Gerrit, heeft ditbedrijf nogal wat veranderingen ondergaan, maarde naam bleef fa. Johan Cuppens Houtzagerij enHoutindustrie).Het stoom is vervangen door Elec­tro en de directeur is weer Johan Cuppens. Er werdniet allen gezaagd, men maakte er ook diversehoutprodukten. Voor geintresseerden, en dat zijner nogal wat, Gerrit Cuppens was jarenlang wet­houder-raadslid, kerkmeester en bestuurslid vansociale verenigingen of instellingen, o.a. St.Vincen­tius. Een stoommachine, of welke moter dan ook,had geen geheimen voor hem en een grote lintzaagscherpen was maar 'n peulenschilletje. Johan Cup­pens woonde in de Fabriekstraat, nu Julianastraat,maar zoon Gerrit bouwde naast de stoomzagerijeen groot               herenhuis met overstekende kap. Omdat alles des­tijd ter plaatsen pasklaar werd gemaakt, zei bakkerLoomans,  Gerrit hè zeker de kap gemâkt gekòòchten de maoten wâ ruim opgegivven, of 't kan ôk zijn,dè tie mi uitbreiding van 't huis rekening hi gehààu­wen. Gerrit trouwde met Maria Bruijnen uit Meij­el.   Ze kregen 'n groot gezin. Daarnaast was Mariajarenlang (de goei vrouw), de vroedvrouw in Aas­ten. "Op d'n hoek daor langs 't Lijsterpad, dè in deKerkstraot uitkumt wônt de fam. Cortenbach, 'n

groot huishààuwen minogal wâ mansvolk.  (Nuis er slagerij Hoeben en

het Lijsterpad is Houtstraat geworren, vanwege dehoutzagerij). Voor een goed begrip nu enkele cijfersen wetenswaardigheden. De eerst wereldoorlog,1914-1918, loopt ten einde. België heeft het zwaar

13

Page 14: 2015 Jaargang 21 nr. 2

www.heemkundekringdevonder.nl

te verduren  en er komen steeds meer vluchtelingenen deserteurs naar Nederland. Zo had ene Juul, eenkerel als een boom als machinist werk gevonden bijde firma Cuppens. Maar dan slaat de epidemie "deSpaanse Griep" toe. Een der eerste slachtoffers wasde Cuppens machinist, d'n Bels Juul; in 2 dagengezond en dood. Buurman Janus Bakens werd erook 't slachtoffer van, evenals enkele andere uit debuurt. Het werd 'n rampjaar voor Asten. Er over­leden in één mand, let wel 52 volwassenen, meer dan1 procent van de bevolking, en de kinderen nietmeegerekend. In het dorp was de rijweg met zanden zaagsel bestrooid om voor de zieken het geluidvan karren en wagens te verzachten. Het stoffelijkoverschot kwam veelal niet meer in de kerk vanwe­ge het besmettings gevaar. Het werd ook 's-avondsbegraven, soms zelfs zonder familieleden erbij, ditalles vanwege het besmettingsgevaar. Er mochtengeen doodsklokkenmeer worden geluid.Er waren veel fami­lie's, die aan deSpaanse griep  eenzwaren tol hebbenbetaald. We wetendat het geen prettigeherinneringen zijn,maar omdat in deWolfsberg de eerste slachtoffers vielen, o.a. Juul,meenden we er goed aan te doen een en ander tememoreren. Hopelijk heeft de tijd de wonden ge­heeld. En nu verder met de voettocht. Langs de fam.Cortenbach kriegen we de fam.Ceelen, wôrvan in1913 zoon Piet tot Priester werd gewijd. Hij wasWitte Pater. Langs de Ceelen's wônt Willem (Klok)Klokgieters. (Willem was handelaaar in vodden enoud ijzer en kwam uit Helmond). Hier tiggenoverwonen de Boerenkampsen, pilwerkers en ze gaonde klot venten tot achter Eindhoven, mer wel miperd en kààr. Harde werkers, nimt dè mer van mijân, zi Jan. As Antoon Koolen ze gekèènd hâ, warenze zeker centrale figuuren geweest in zijn boekenover de Pìl. (Nu staan er in een blok van 3 nieuwewoningen, en in een ervan woont nog 'n kleindoch­ter).We hân gedààcht, dè we wijter de Wolfsberg inzouden gaon, mer um dè we nog al wâ gebuurt hân(Jan Vaalman hâ tijd genôg) en bij Cuppens ôk nog't stoomgemaal hân bekeken, waren we nie wijterkannen kommen. Mer we gaon wel dur, want weweten nog hil wâ van de Wolfsberg. Hawdoe.Wordt vervolgd.

De zaak van den LieropschenmaagdenroofIn de vierde editie van De Vonder 2014 stond eenbijdrage over een ontvoeringszaak in Lierop, dieaan het eind van de negentiende eeuw de landelijkepers haalde. De krantenberichten kwamen er opneer dat de minderjarige dochter van de plaatselijkeherbergier Giebels ergens in november 1894 metgebruikmaking van valse voorwendselen door eenman uit het ouderlijk huis was meegenomen.Het begon ermee dat de vreemdeling aanbood deaan een huidziekte lijdende zoon des huizes te be­geleiden naar een klooster, waar hij gegarandeerdvan de kwaal zou worden genezen. Hij kreeg dejongeman mee, maar liet hem in Weert in de steeken ging terug naar Lierop. Bij de ouders hing hij hetverhaal op dat hun zoon werd verpleegd en dat hijde kloosterlingen daar geld voor moest betalen. Zegaven hem 20 gulden, en de dochter (16 of 18 jaaroud, de krantenberichten verschillen) zou hem tercontrole begeleiden. Vervolgens kwam de zoon inzijn eentje weer thuis aan, maar waren de dochteren het geld spoorloos. De politie ging er achteraanen het spoor leidde naar Turnhout. Daar kon deman, die zich van een valse identiteit bediende enbeweerde Janssen te heten, door de politie wordenaangehouden. De Lieropse herbergiersdochter zouhij hebben achtergelaten in een bos. Heeft hij hetmeisje vermoord?, vroeg het Utrechts Nieuwsbladzich op 15 november bezorgd af. Dat bleek gelukkigniet het geval; De dochter wist aan haar ontvoerderte ontsnappen en veilig thuis te komen. In februari1895 zou de dader – geen Janssen, maar een zekereTits, afkomstig uit Antwerpen – zich moeten ver­antwoorden voor de rechtbank in Turnhout.Tot zover de in eerste instantie verhaalde geschie­denis. Toen het geval voor de rechter kwam, paktende kranten de kwestie weer energiek op.  hetNieuwsblad van het Noorden berichtte op 24 febru­ari in geuren en kleuren over de zaak van denLieropschen maagdenroof. “Men herinnert zich defeiten”, aldus de tekst: “Zekere Tits kwam te Lierop,een dorpje in Noord-Brabant, in een herberg, waarde zoon van den herbergier een wond aan den halshad. Tits gaf voor die wond te kunnen genezen,indien de jongen hem slechts volgen wilde. Aldusgeschiedde. Tits en de jongen reden langs verschil­lende gemeenten naar Achel, waar de genezing zouplaats hebben. Echter liet Tits spoedig daarop denjongen in den steek en kwam 's nachts den oudersvan den knaap te Lierop vertellen, dat hun zoon

14

Page 15: 2015 Jaargang 21 nr. 2

geheel genezen was. Hij vroeg f 15 voor die genezingen zeide dat hun dochter haar broer mee kon gaanhalen. De ouders, dankbaar in de grootste mate,betaalden de f 15 en vonden goed dat hun dochtermaar terstond meeging. De dochter zelf stemdedaarin onmiddellijk toe. In plaats echter van dengenezen broer te gaan halen, bracht Tits het meisjelangs Tilburg en Turnhout (België) naar Antwer­pen. Den volgenden dag kwamen beiden in Turn­hout terug, waar het spoorwegpersoneel den ont­voerder herkende. Zijn aanhouding was daarvanhet onmiddellijk gevolg. Toen gaf hij een valschennaam op en toonde papieren, die weldra bleken ookvalsch te zijn. Na eenige dagen opgesloten te zijngeweest, noemde hij zijn waren naam.” Al wijkt hetop details af, in grote lijn komt het verhaal overeenmet de eerder gepubliceerde artikelen.Over de inhoudelijke beoordeling door de Turn­houtse rechtbank van eerste aanleg konden dekranten geen mededelingen doen, want die behan­delde deze ‘meisjesroof’ gezien het kennelijk delica­te karakter met gesloten deuren. Wel wist de ver­slaggever een dramatisch feit op te tekenen. Hijnoteerde dat het meisje en haar moeder als getuigenpresent waren, maar niet de zoon. Toen aan demoeder werd gevraagd waarom hij ontbrak, barst­te zij in tranen los. Haar zoon was niet genezen,maar intussen gestorven.Een schrale troost voor de familie zal zijn geweestdat justitie de zaak bepaald niet lichtvaardig opvat­te, maar het wetboek napluisde op alle feitenwaarvoor de ontvoerder bestraft kon worden:Wegens het opgeven van een valschen naam: 1maand gevangenisstraf;wegens aftroggelarij 6 maanden gevangenisstraf en26 francs boete of 8 dagen gevangenis;wegens aanslagen op de eerbaarheid, voor één feit1 maand, voor een tweede feit 1 jaar gevangenis;wegens schaking 1 jaar gevangenis en 50 francsboete of 10 dagen gevangenis;wegens andere schandelijke feiten tot 5 jaar gevan­genisstraf;voorts: ontzegging van het uitoefenen zijner burger­lijke rechten, gedurende 10 jaar.Wat zich precies heeft afgespeeld tussen de Ant­werpse ontvoerder en het Lieropse meisje, vermel­den de publicaties niet. Maar de behandeling achtergesloten deuren en de vervolging voor ‘aanslagenop de eerbaarheid’ (een maand en een jaar) en‘andere schandelijke feiten’ (vijf jaar cel) geven eenrichting aan.Johan Otten 

De Halve Vrede 1944-1945Onder de titel ”Vijf bewogen jaren” verschenen in deedities 2010-2011 acht authentieke oorlogsverhalenvan de Boerdonkse zusters, uitmondend in de bevrij­ding van het klooster en van Asten. De oorlog gingechter door en werd nauwgezet gevolgd door de zus­ters. We hebben de lengte van dit laatste verslag ietsaangepast. Een eigentijdse documentaire.Gisteravond hoorden we een stukje uit “lost Bra­bant” over Roermond – de nu dode stad – waargeen enkele man meer op straat te zien is omdat zijallen naar Duitsland afgevoerd zijn. ‘t Is een roof­nest van Duitse Hitlerjugend, die alles wat ze nietdragen kunnen vernielen.Ook op krijgsterrein nieuwe kenteringen: de Duit­sers worden in België teruggeslagen, Rochefort enandere steden zijn weer heroverd. Bij Roermondhebben de Duitsers weer met geweld getracht delinies te doorbreken. Duizend bommenwerpersbombardeerden de frontlijnen. Aanvankelijkslaagden ze er in de Maas weer over te  trekken, zelfsmet vele tanks en kanonnen, maar de dappere Ca­nadezen hebben ze met veel moed teruggedreven engrote roem verworven.4 januari ’45:Een dicht wolkendek hing gisteravond laag over deaarde als een beschermend gordijn tegen de Duitsebommen. Dit keer kon je tenminste weer betrekke­lijk gerust het hoofd neerleggen. Ook het kanonge­daver in de verte is geslonken tot een vaag gedreun,herinnerend aan de vijand, die weer een middel heeftuitgevonden om zonder benzine zijn vliegtuigen aande gang te houden. Ook de V.1 en de V.2 richtennog altijd verwoestingen aan in ons toch al zo ge­teisterde land. Met echt Duitse opgeblazenheidhebben Hitler en zijn bende onlangs nog verklaard:“Wir kapitulieren nie! Wir werden den Sieg behal­ten!”. De manhaftige woorden zijn ongeloofwaar­dig, maar toch! Een van de verdwaalde Duitse pa­rachutisten, in de afgelopen dagen weer in de om­trek neergelaten, verklaarde in Liessel nog: “Overdrie weken zijn we weer hier”.6 januari ’45:Gisteren hebben we burengerucht gehad. OnzeOosterburen hebben ons met veel lawaai vergast opeen partijtje vliegende bommen. Ze gingen in derichting Eindhoven. We vertrouwen maar op demagneetstralen. Verder rustig, alleen horen we dater weer een hevige tegenaanval van de Duitsers teverwachten is aan de Maaslinie.

15

Page 16: 2015 Jaargang 21 nr. 2

www.heemkundekringdevonder.nl

8 januari ’45:Barre winter met sneeuwvlagen. De Tommiessjouwen onverpoosd met wagens en wagentjes,tanks en tankjes door weer en wind alsof hun zalig­heid er van afhangt. Ze hebben er nou natuurlijkook weer lucht van gekregen dat de vijand er ingeslaagd is weer een brug over de Maas te slaan, nutussen Venlo en Roermond. Zal de Schot hen tegen­houden of zou nu Amerika komen met zijn geheimewapen? We vertrouwen toch maar weer op onzeeigen Grote Veldheer.12  januari 45:” Grote tijden zijn meestal rampen voor de volkendie ze beleven”, staat ergens in ons geschiedenis­boek. En zo ooit, dan is dit nu waar voor het Ne­derlandse volk. Vanmiddag in de recreatie hoordenwe weer dat er in Rotterdam 52.000 mannen naarDuitsland zijn gevoerd, in een andere stad 10.000enzovoorts. Bij sabotage, onwilligheid of onge­hoorzaamheid worden de mensen bij tientallenneergeschoten. De lijken blijven als afschrikwek­kend voorbeeld op de straten liggen. Worden zelfsmet afgestompte barbaarsheid in etalages ten toongesteld. O, edele hoogstaande Duitse beschaving,wat een verademing als je denkt daarvan bevrijd tezijn.Vorst Michael, Wreker van Gods recht voor deslechten, Vredebrenger voor de goeden, verkort detijd van onze rampen, verhaast de dag van Godsbarmhartigheid en strijd voor ons, Sint Michael,strijd!

Rectificatie artikel over hetWapen van SomerenIn de Vonder van Jaargang 20 nr. 4 stond op pagi­na 7 een verhaal ‘Het Hof van Someren’, waarbijop pag.14 een uitleg was vermeld over het Wapenvan Someren.Deze uitleg is niet geheel correct. Op 16juli 1817 werd het Wapen van Someren ko­ninklijk goedgekeurd, nadat Nederland in 1815 eenkoninkrijk was geworden. Dat wapen, waarin vierklimmende leeuwen werden afgebeeld, was inge­diend door de toenmalige burgemeester van Some­ren. De betreffende leeuwen waren echter geenBrabantse, maar Limburgse leeuwen. Waarom hijhiervoor had gekozen is niet bekend.

 Begin 1989 ontving de gemeente Someren van deNoord-Brabantse commissie voor wapen- en vlag­genkunde een rapport ‘herziening van de wapensvan de gemeenten in Noord-Brabant’, waaruitbleek, dat de gemeente Someren een wapen voerdedat heraldisch niet juist was samengesteld. Door degemeenteraad werd toen een commissie samenge­steld waarin drie raadsleden werden benoemd:wethouder Wim Deelen, Remy Lammers en GerritSanders. Voorts twee ambtenaren: de heren Remeryen Ottenheim en als adviseur de heer Melsen, lidvan de Brabantse wapencommissie. Na een grondig onderzoek werd een zgn. wapendi­ploma opgesteld, waarin gekozen werd voor hethuidige gemeentewapen. Dit bestaat uit een gevie­rendeeld schild met twee Brabantse leeuwen en tweemolenijzers. De molenijzers hebben niets te makenmet de annexatie van Lierop met Someren maarkomen uit het Peellandse wapen.De officiële naam van een molenijzer is een rijn.Rembrandt van Rijn, de beroemde Nederlandseschilder was de zoon van een molenaar, vandaar denaam ‘rijn’.

 De uitleg van het Wapen van Someren luidt alsvolgt: In de kwartieren I en IV in sabel (zwart) eenleeuw van goud, getongd en genageld van keel(rood).In de kwartieren II en III in zilver drie molenijzersvan keel (rood), geplaatst twee en een. Het schild isgedekt met en gouden kroon van drie bladeren entwee parels. Op 1 Mei 1981werd het nieuwe wapen bij koninklijkbesluit goedgekeurd en officieel in gebruik geno­men.Ik heb gemeend de ware toedracht van dit wapenhiermee uit te leggen. Remy Lammers.

16

Page 17: 2015 Jaargang 21 nr. 2

Over leven en dood van Jan GordtSlegers in Meijel Deel 1Het moet in 1687 of 1688 geweest zijn dat een paarmannen uit Asten in Brabant over de grens wegtroknaar de vrijheerlijkheid Meijel. Dat dorp in de Peellag juist buiten Brabant.Die twee mannen waren Martin Lucas die in Meij­el ‘van Ostaijen’ werd genoemd en Jan Gordt Sle­gers. Waarom Martin Lucas van Ostaijen naarMeijel kwam is niet duidelijk, maar Peter Slegersheeft in zijn artikelen al duidelijk gemaakt dat hetJan Gordt Slegers te warm onder de voeten werddoor de processen rond de Ommelse vechtpartij.[i]1.     De eerste jaren in Meijel en op zoek naar eenwoningEven ging het in Meijel gelijk op met deze tweeAstensen. Waarschijnlijk werden ze knecht bij eenboer en trokken ze het dorp in. Martin Lucas kwamal snel Joanna, dochter van Jan Geverts en Christi­na, tegen en trouwde met haar. Jan Slegers waswaarschijnlijk samen met zijn vrouw HeylgundaJanssen over de grens getrokken.Ze hadden in 1690 nog geen huis of grond in Meij­el volgens het Bunderboek.[ii] Wel kregen beideechtparen in 1689 hun eerste in Meijel gedooptekind. Frans, de zoon van Jan Gordt Slegers enHeylgunda Janssen, werd gedoopt op 22 februari1689 en Jan, de zoon van de toen nog niet getrouw­de Martin Lucas en Joanna Jan Geverts, kreeg zijndoop op 28 maart 1689. Bij Frans kwamen dedoopgetuigen van ver, Jasper Janssen de molenaaruit Weert en Elisabeth Janssen uit Asten.[iii] Defamilies hielden een tijdlang met elkaar contact,gezien onder meer enige doopgetuigen, maar kregenheel verschillende ontwikkelingen. De nakomelin­gen van Martin Lucas en Joanna kwamen in Meij­el drie eeuwen voor, met uiteenlopende beroepenals boer, hulpje van een bendehoofdman, brouwers­knecht, bierverkoper, schapenhouder, snijder ofkleermaker, schoenmaker, koster, organist, zusteren pater, opperbrandmeester en leraar. Maar het verhaal gaat verder over de hoofdfiguurJan Gordt Slegers, wiens nakomelingen het inMeijel maar iets meer dan een halve eeuw uithiel­den. Op 14 maart 1696 leken Jan Gordt Slegers enhuisvrouw Heylken voor 52 pattacons de schuurmet ernaast 10 roeden grond te kunnen kopen, zoalsThomas Jan Ardts die van zijn vader Jan geërfd had.

Ze moesten behalve de koopsom ook nog eennieuwe broek voor Thomas leveren en een rok latenmaken van lakense stof die Thomas hun gaf.[iv] Janbetaalde, maar de koop ging niet door, omdatAnnaken Ardt Gordts niet wilde dat dit onroerendgoed uit de familie ging en ze naastte de koop ‘metklinckende ende blinckende geldt’.[v] Waar Jan Slegers met Heylken en hun drie kinderen,Frans van 1689, Jan van 15 januari 1692 en Jan van17 september 1693, tot 1703 gewoond hebben is inde archieven niet te vinden. Vanaf 1703 woondenze aan de Kurversweg, ongeveer waar nu de voet­balvelden van RKMSV liggen, achter het Startebos.Maar daar was wel een bijzondere koop voor nodig.

         Ongeveer hier aan de nog steeds zanderige Kurvers­weg woonde de familie Slegers Begin november 1703 zaten Jan Gordt Slegers enzijn huisvrouw Heylken bij Thijs Maessen en zijnhuisvrouw Handrisken, dochter van Peter de Kur­ver. Ze klaagden over de moeilijke omstandighedenvan wonen. Thijs Maessen zei, dat hij nog wel ietshad en dat hij het wilde ruilen. Het was de oudeboerderij van Peter de Kurver, de korvenvlechter,maar die was nauwelijks meer dan een bouwval, een'quaedt vervallen ende nedergeweyt huys' metdaarachter 4,25 roede land. Dat wilde hij wel aanJan en Heylken overdragen.Er was echter een probleem. De weduwe van GielJan Martens had nog het vruchtgebruik van panden grond. Als zij niet akkoord ging, kon de ruil nietdoorgaan.Jan Gordt Slegers ging naar de weduwe en kreeg nalang praten gedaan dat zij van het vruchtgebruikafzag, maar daar wilde ze wel wat voor terug. Janbood haar een mooi nieuw kleed en de zaak wasgeregeld.

17

Page 18: 2015 Jaargang 21 nr. 2

www.heemkundekringdevonder.nl

Thijs Maessen was zo gelukkig met deze afwikke­ling, dat hij aan Jan Slegers overdroeg 10,75 roedeland langs de Molenstraat en het huiske met degrond. Jan Slegers moest daarvoor betalen met eentrekos ‘met getuych’, een vimme of stapel stro en 18pattacons. Ze dronken op die ruil een halve ton bier.Maar Jan Slegers kreeg het gevoel dat mensen inMeijel hem opnieuw een streek wilden leveren. Hijwas niet zo gezien, mensen spraken achter zijn rugover zijn verleden in Asten en Ommel. Misschienwaren er nog schuldeisers, misschien waren er nogfamilieleden die de koop wilden verhinderen. Hijging naar pastoor Egbertus van Loon om te vragenof die drie zondagen op rij in de Meijelse kerk wildeafroepen, dat deze ruil gesloten zou worden en datmensen met bezwaren zich binnen veertien dagenkonden melden. Pastoor verwees hem door naarrichterbode Lennert Jan Gevers die zondags bij dekerk de afkondiging deed. Er kwam niemand be­zwaar maken of schulden opeisen, zodat Jan Slegerseigenaar werd van een nauwelijks bewoonbaarhuisje en 15 roede grond in Meijel, waar in de eeu­wigheid niemand over kon mopperen. MaartenGoorts schreef het op in het boek van de schepe­nen.[vi]

2.     Heulde Jan Slegers met de vijand?Een klein beetje geschiedenis van de tijd tussen 1702en 1713 is hier wel op z’n plaats om het verdereverhaal te kunnen volgen. Het kleine peeldorp Meijel kreeg in het begin vande achttiende eeuw ongewild een partij ellende overzich heen. Het lag vóór 1702 dan wel als Geldersleen in het Spaanse (Habsburgse) Rijk, maar daarmaalde niemand om. Eeuwenlang was de vrijheer­lijkheid Meijel een dorp waar alleen de heren vanGhoor het voor het zeggen hadden. Het was in 1648na de Tachtigjarige Oorlog niet ingelijfd bij deZeven Verenigde Provinciën, waartoe nabuurdor­

pen als Asten, Someren en Deurne in Brabant welbehoorden. Belasting en tiende gingen dus vooralnaar de heren van Ghoor, die in Meijel niemandboven zich erkenden. Een klein deel van de belas­tingen moest geleverd worden in Baarlo. De Meij­elsen waren echter vrijgesteld van doorvoerbelas­ting. Dat was heel belangrijk voor de inwoners,want er trokken nogal wat vervoerders over de enigeweg die in Meijel door het centrum van de peel liep.De herbergiers profiteerden er volop van. 

 Uit de zeeslag bij Vigo tijdens de SpaanseSuccessieoorlog Daar kwam vanaf 1702 verandering in. Toen stierfde Spaanse koning Karel II kinderloos en moest zijngrote Habsburgse Rijk verdeeld worden. Karel IIhad bepaald dat de kleinzoon van de Franse koningLodewijk XIV de Spaanse troon zou erven. Enge­land en de Republiek der Nederlanden waren daarabsoluut op tegen, want ze vonden dat Spanje enFrankrijk dan veel te machtig zouden worden inEuropa. Er kwam een oorlog, een opvolgings- ofsuccessieoorlog. De Republiek bracht 120.000 sol­daten in de strijd, maar in 1713 (200 jaar geleden)kreeg de bijna failliete Republiek van de VerenigdeProvinciën bij de Vrede van Utrecht maar heelweinig terug voor jarenlang vechten. Ze kreeg bij­voorbeeld de vesting Venlo en werd op een of an­dere manier na 1706 ook baas in Meijel, dat vanaf1713 bij het Oostenrijks Overkwartier van Gelrehoorde.Het is niet duidelijk waarom Meijel belasting, ookdoorvoerbelasting, moest betalen aan de vijand,aan de Republiek der Nederlanden dus. De belas­tingbetalingen aan de heer van Ghoor en aanBaarlo gingen ook gewoon door. En dan komt Jan Gordt Slegers weer in beeld, wanthij was in dienst getreden bij de Hoogmogende

18

Page 19: 2015 Jaargang 21 nr. 2

Heren Staten van de Zeven Verenigde Provinciënen stond dus volledig achter de extra belasting dieMeijel moest betalen aan de vijand. Waarschijnlijkheeft hij dat openlijk op verscheidene plaatsen inMeijel ook verkondigd en heeft hij gezegd datMeijel onderdanig moest worden aan Holland. Datblijkt uit processtukken van 1715, maar niet uit watgeschreven is over de tien zittingen van de Meijelsedingbank tussen 22 september 1712 en 6 maart1713.[vii]De Meijelse schout Carolus de Bellevaux had alsaanklager Jan Gordt Slegers voor de dingbank van22 september 1712 laten dagen door richterbodeLennert Jan Gevers. Vanaf het begin was duidelijkdat tenminste vier Meijelse schepenen tegen JanSlegers moesten getuigen: Peter Smits, Jan Willems,Peter Nijssen en Jan Thijssen. Omdat hij de belang­rijkste getuige was zou Peter Smits alias Peter JanThijssen den Smet als schepen afwezig zijn tijdensde zittingen. Ook de tijdelijk secretaris van deschepenbank J.G. Banneux wenste gehoord teworden, maar hij werd niet opgeroepen. Het werdeen spel van aanklachten, antwoorden en stapelspapier, waarbij Jan Slegers zich liet bijstaan doorprocureur Coppeneur en schout-aanklager Carolusde Bellevaux zich in 1713 liet vervangen door pro­cureur Jan Tobben. Maar van dat voor Meijelsebegrippen hoog gespeeld spel zijn alle rollen metduidelijke aanklachten en antwoorden verdwenen.Duidelijk is wel dat Jan Gordt Slegers alle zittingenzelf aanwezig was en dat hij op 6 maart 1713 ver­oordeeld werd tot het betalen van vier goudguldensen van de kosten van het proces. Voor wat het waardis.

 Het huis wat opgekalefaterd Duidelijk is ook, dat de Meijelsen Jan Slegers graagzagen vertrekken. Op 21 september 1712 dachtenze daarvoor een truc gevonden te hebben. Deschepenen van Meijel besloten dat iedereen die een

vreemde knecht in dienst nam of in Meijel liet woneneen borg van 300 gulden moest betalen. Dat gebeur­de zogenaamd om bij insolenten (aanmatigend ge­drag, onbeschoftheden, brutaliteiten van dievreemde bewoner) en andere misbruiken de borg tekunnen inhouden. Ze namen daarvoor een artikelop in de Ceuren ende Breucken, vergelijkbaar metde hedendaagse APV (Algemene Plaatselijke Ver­ordening). Voortaan zou iemand die deze regelovertrad ook een forse geldboete moeten betalen.Jan Slegers had zoveel geld niet, maar hij had welde niet-Meijelse Hendrick van Noijen als knecht indienst. De Meijelse schepenen hadden echter ver­keerd gegokt, want Jan Slegers vond zijn buurmanJan van den Steen bereid om de 300 gulden te beta­len.[viii]

Henk Willems, MeijelWordt vervolgd

Algemene informatie Redactie:Ad Verrijt, Hemelberg 59, 5721 CP, Asten0493-688388  [email protected] Blankennagel, Jac Jöris,Ricus van Neerven en Gerard ten Thije BESTUUR HEEMKUNDE:Voorzitter Jan van de Rijdt Tel. 0493-694957Secretariaat Harrie Wijnen Tel. 0493-493518Penningmeester Bert de Lau Tel. 0493-493137Leden: Cor Fransen Tel. 0493-693421Tom Waals Tel. 0493-693783Martien Aarts Tel. 0493-693477 Gezinsabonnementen HKK De Vonder€ 30,00 per jaarOpgeven bij het secretariaat of het HeemhuisMolenstraat 10 te SomerenISSN 1387-2079

19

Page 20: 2015 Jaargang 21 nr. 2

Vrienden van Heemkundekring de VonderAcfis Business Centrum,  Ter Hofstadlaan 75,  5711 VV SomerenRené Berkvens Bloemenarrangementen, Jan van Havenstraat 32, 5724 AV OmmelE T B Willem Bos, Trasweg 5, 5712 BBSomeren-EindCampanula Fysiotherapie,  Floralaan 22,  5721 CV AstenCortooms-Verberne Bouw-Timmerbedr,  Molenakkers 5,  5721 WR AstenDriessen Advies & Beheer Witvrouwenweg 12, 5711 CN SomerenDriessenbouw Asten BV, Postbus 90, 5720 AB AstenGeven Aannemersbedrijf BV, Ommelseweg 48, 5721 WV AstenGianotten Adviesbureau, Witvrouwenbergweg 8h, 5711 CN SomerenIsi & Peggy's Knipperij, Wilhelminaplein 15a, 5711 EK SomerenIsobouw Systems BV, Kanaalstraat 107, 5711 EG Somerenvan Kaam Netwerk Notarissen, Postbus 111, 5710 AC SomerenNotaris Kessels, Wilhelminastraat 30-32, 5721 KK AstenLarco Foods BV, Industrielaan 10, 5711 CX SomerenLeenen Someren Beheer BV, Dr. Einattenlaan 28, 5711 AW SomerenLeenen Steengoed, Vaarselstraat 34, 5711 RE SomerenGarage Linden, Ter Hofstadlaan 140, 5711 VZ SomerenVastgoedmaatschappij van der Loo bv, Markt 10, 5721 GE Asten.Partycentrum De Platte Vonder, Nieuwendijk 10, 5712EM Someren-EindFrank van Stekelenburg Assurantiën, Postbus 61, 5720 AB AstenMakelaardij Strijbosch , Hofstraat 24, 5721 BB AstenRudi Verbugt, Peelland ICT, Witvrouwenbergweg 8b, 5711 CN SomerenH.v.d.Vijver, Bosweg 7, 5754 PV ZeilbergHarrie Welten (Jumbo), Kuilvenweg 6, 5712GX SomerenWijnen Bouw en Service, Dorser 2, 5711 LE SomerenA. de Wit, Speelheuvelplein 4, 5711 AR SomerenP. v.d. Zanden, Jan v.d. Diesduncstraat 17, 5721 VN Asten

Vrienden van de Heemkundekring maken onze activiteiten mogelijk.Hebt u interesse ? Info: bestuur Heemkundekring De Vonder

Indien onbestelbaar: H. Wijnen, Dorpstraat 22, 5711 GP Someren