LIMINALITEITSFASE OVERHEID IN DE NETWERKSAMENLEVING

28 september 2015

Professionalisering van de Professionalisering

Hoe bouwen we aan een leerlandschap voor het publiek domein?

Birgit Dewez in gesprek met Bob Kassenaar en Yvonne Geerdink over Leren & Ontwikkelen bij het Rijk en de ontwikkeling van een leerlandschap voor Ambtelijk Vakmanschap 3.0, Dudok Den Haag

Rondom professionalisering van het ambtelijk vakmanschap is volop turbulentie. Het ministerie van Binnenlandse Zaken onderzocht het aanbod in Nederland en kwam tot onderstaande inventarisatie. Hoe te komen tot professionalisering van de professionalisering? Oftewel een leerlandschap voor het Ambtelijk Vakmanschap 3.0? Dat is de vraag die voor ligt op de bijeenkomst van VOM, VGS en IKPOB in café-restaurant Dudok, Den Haag ‘Is er wel behoefte aan professionalisering van de professionalisering?’ gooit Femke Haccou, CTO-office Amsterdam, de knuppel in het hoenderhok. ‘Het stellen van deze vraag komt onze groep voor als een top-down actie. Hoe bouw je nu een netwerk waarin je kunt uitwisselen waaraan behoefte is? Dat is wat ons betreft de vraag. Binnen dat grotere netwerk zouden er kleinere netwerkjes kunnen zitten, bijvoorbeeld voor kennisverdieping.’ ‘Hoe zorgen we er voor dat we het samenwerken aan de publieke zaak verbeteren? Daar gaat het ons om’, aldus Yvonne Geerdink, verslaglegger van groep 2. ‘Bijvoorbeeld door geld uit het grote budget voor opleidingen voor alle organisaties in Nederland, anders in te zetten. Niet verdelen over individuen door de HR-afdelingen, maar koppelen aan de verander- en ontwikkelvragen van de organisatie. Veel meer bottom up laten bepalen waar leren gewenst is en hoe. En echt durven luisteren naar degenen die horen waar de samenleving om vraagt. Suggesties: de omooc-collegereeks breder inzetten, vormen van leercommunities rondom het eigen vraagstuk. Geerdink: ‘En niet vergeten dat er al veel goed gaat.’

Rob Wetzels in gesprek met Nelleke Metselaar, Arno Murrer, Ellen ten Voorde en Maarten Zaane over de vraag of dit wel het goede tijdstip is voor professionalisering van de professionalisering.

‘Hier aan tafel zien we de potentie voor interessante netwerken’, aldus Maarten Zaane. ‘Onze zorg is dat veel praktijken aan het experimenteren zijn in het publiek domein, en dat dit vooral ook zo moet blijven. Ga je met professionaliseren van het professionaliseren niet teveel de beheerskant op? Onze vraag: hoe blijft leren voorop staan, terwijl je toch ook wilt valideren (Amsterdamse School)? Belangrijk dat het hele systeem in de leerstand staat, ook de sponsoren.’ Transitional Space ‘Kijk uit voor teveel abstracties, blijf bij de interessante leerpraktijk’, rapporteert Aik van Eemeren (CTO-Amsterdam) van de vierde groep. ‘Het is al erg lastig om met verschillend abstracties in de eigen organisatie te werken. Laat staan dat je dit wilt doen met meerdere partijen. Tussen organisaties leren, hoe doe je dat? En hoe ga je bijvoorbeeld als hogeschool zorgen dat je casuïstiek uit de wijk pakt?’

Wat is er nodig? Buddy’s in de eigen organisatie, transitional space, geïnspireerd worden door cases van collega’s elders in Nederland, ruimte voor kritische evaluatie, een professionele manier van dwarskijker, een believer van storytelling, lesson learned vertalen naar actie/ vervolg (brownpaper sessie) en een klachtenprocedure. Concluderend ‘Ik zie twee consistente lijnen in deze terugrapportage’, reageert Henk Wesseling, directeur IKPOB. ‘Professionalisering van de Professionalisering is de verkeerde term. Je moet juist ruimte geven aan. Dat netwerkmodel van Hans Vermaak is zo gek nog niet. Daarin versterken interne trajecten, netwerken en communities elkaar. Mits er aan bepaalde voorwaarden is voldaan, waaronder vertrouwen en tijd om hieraan deel te nemen. Alleen, organiseren binnen de eigen organisatie is al een hele klus. Dus hoe ga je nu zorgen dat dit ontstaat? De tweede lijn is het leer en ontwikkelbudget dat in Nederland aanwezig is. Hoe ga je dit budget nu ook inzetten om het lerend vermogen tussen organisaties en het publiek domein als geheel, te versterken? Zomaar geld anders alloceren heeft geen zin.’ Liane Pielanen, Aik van Eemeren, Rob van Daal, Ans Jansen, Fred Murau, Avelien Haan Kamminga en Davied van Berlo (niet op de foto) Pielanen: ‘Experimenteren is niet alleen van de uitvoering, bijvoorbeeld rapid prototyping kan nagenoeg bij elke taak. Denk aan zelfbouwkavelaars en samenwerking met kennisinstituten.’