2013 Beschuldiging Van Plagiaat

download 2013 Beschuldiging Van Plagiaat

of 1

Transcript of 2013 Beschuldiging Van Plagiaat

  • 8/13/2019 2013 Beschuldiging Van Plagiaat

    1/1

    2013

    1. Onderwerp van de klachtBeschuldiging van plagiaat

    2. Korte omschrijving van de feiten .

    Bij de universiteit is, kort voor de geplande verdediging, een anonieme klacht ingediend overplagiaat in een proefschrift. Op grond van deze klacht is de verdediging van het proefschrifttot nader orde opgeschort en is een commissie ingesteld die de klacht heeft onderzocht.Gelet op de aard van de klacht heeft de commissie het gehele proefschrift gecontroleerd opplagiaat.

    3. Bevindingen commissie wetenschappelijke integriteitEen hoofdstuk van het proefschrift, dat al eerder in een tijdschrift is gepubliceerd, is volgensde auteur(s) mede tot stand gekomen op basis van een workshop. Bij deze workshop is aande deelnemers gevraagd overwegingen/oplossingen aan te dragen voor de besprokenproblematiek. (Een deel van) deze bijdrage van de deelnemers is in het hoofdstukopgenomen, echter zonder bronvermelding. Die deelnemers hebben daarbij kennelijk deelsgeput uit eerder eigen werk en/of geciteerd uit andere bronnen. Omdat in het hoofdstuk de

    gevolgde werkwijze niet wordt vermeld, krijgt de lezer de indruk dat de tekst afkomstig isvan de auteur(s) van het hoofdstuk, terwijl dat soms niet het geval is.In twee andere hoofdstukken van het proefschrift zijn teksten aangetroffen dieovereenkomen met eerder verschenen teksten, ook van anderen dan de promovendus. Doorbetrokkene(n) is aangevoerd dat een en ander het gevolg is van zelfcitaties, een werkwijzedie op de volgende twee manieren tot stand kan komen:Auteur A schrijft samen met auteur B in jaar X een artikel. Samen met auteur C schrijft Alater een nieuw artikel in jaar Y en neemt daarin, zonder dat te vermelden, een (ofmeerdere) passages op uit het artikel in jaar X. In jaar Z schrijft auteur C het proefschrift enneemt daarin passages over uit het gezamenlijke artikel uit jaar Y ook nu weer zonder enigebronvermelding.Volgens betrokkene(n) zou bovenstaande handelwijze geoorloofd zijn. De commissie deeltdat oordeel niet, o.a. omdat zo de bijdrage van B ten onrechte niet vermeld wordt. Voorts ishet gevolg van deze werkwijze namelijk dat er in de hoofdstukken van het proefschrift (in

    jaar Z) teksten voorkomen uit een artikel uit jaar X van de hand van B zonder dat deze bronwordt vermeld. De commissie is van mening dat in alle gevallen van hergebruik van eigenteksten (zelfcitatie) een verwijzing n aar de oorspronkelijke bron ter plekke opgenomendient te worden. Het verweer van de betrokkene(n) dat via een algemene voetnoot inhoofdstuk 1 van het proefschrift hierin is voorzien, acht de commissie niet overtuigend. Decommissie bestempelt deze van vorm van incorrecte bronvermelding, conform de geldenderegels, als plagiaat.

    4. Advies commissie wetenschappelijke integriteitOmdat de gehanteerde werkwijze wellicht het gevolg is van onvoldoende kennis van degeldende regels heeft de commissie geadviseerd de promovendus het proefschrift zodanig te

    laten bewerken dat de tekortkomingen, waaronder die in dit rapport genoemd, wordenhersteld. Vervolgens kan het proefschrift via de gebruikelijke procedure opnieuw wordeningediend en beoordeeld. Ten behoeve van een (nieuwe) onafhankelijke beoordeling van hetproefschrift geeft de commissie de promotor(en) in overweging zich als zodanig terug tetrekken.Verder beveelt de commissie aan om de taak van copromotoren bij de beoordeling vanproefschriften nog eens tegen het licht te houden en een plagiaatscan als standaardonderdeel van in de beoordelingsprocedure van proefschriften op te nemen.

    5. Oordeel college van bestuurHet CvB heeft het oordeel en het advies van de commissie in het geheel overgenomen.