2012/035

43
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: /Nautische technieken/ scheepswerk- tuigkunde/ mechanica/elektromecha- nica/zeemanschap/ (PV Praktijk en TV) Specifiek gedeelte 18/18 lt/w Studierichting: Maritieme technieken Dek Studiegebied: Maritieme opleidingen Onderwijsvorm: TSO Graad: 2 graad Leerjaar: 1e en 2e leerjaar Leerplannummer: 2012/035 (vervangt 2001/043, 2001/042, 2001/045 en 2001/044) Nummer inspec- tie: 2012/593/1//D pedaGOgische begeleidingsdienst Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel

Transcript of 2012/035

Page 1: 2012/035

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Vakken: /Nautische technieken/ scheepswerk-tuigkunde/ mechanica/elektromecha-nica/zeemanschap/ (PV Praktijk en TV)

Specifiek gedeelte

18/18 lt/w

Studierichting: Maritieme technieken Dek

Studiegebied: Maritieme opleidingen

Onderwijsvorm: TSO

Graad: 2 graad

Leerjaar: 1e en 2e leerjaar

Leerplannummer: 2012/035

(vervangt 2001/043, 2001/042, 2001/045 en 2001/044)

Nummer inspec-tie:

2012/593/1//D

pedaGOgische begeleidingsdienst

Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel

Page 2: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 1 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

INHOUD

Visie ....................................................................................................................................... 2

Beginsituatie ......................................................................................................................... 3

Algemene doelstellingen ..................................................................................................... 4

Competenties / Leerplandoelstellingen .............................................................................. 5

STCW Sectie A-II/1 .................................................................................................................................. 5 STCW Sectie A-II/2 ................................................................................................................................14 STCW Sectie A-II/4 ................................................................................................................................16 STCW Sectie A-II/5 ................................................................................................................................19 STCW Sectie A-VI/1 ...............................................................................................................................26 STCW Sectie A-VI/2-1 ............................................................................................................................32 STCW Sectie A-VI/4-1 ............................................................................................................................35

Pedagogisch-didactische wenken .................................................................................... 37

Specifieke pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................37 Algemene pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................37

Minimale materiële vereisten ............................................................................................. 40

Evaluatie ............................................................................................................................. 41

Bibliografie ......................................................................................................................... 42

Page 3: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 2 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

VISIE

Visie op de studierichting

De studierichting ‘Maritieme technieken Dek’ bestaat uit een 2e en een 3e graad technisch secundair onderwijs. In deze studierichting worden de competenties bijgebracht die noodzakelijk zijn om een loopbaan te kunnen opbouwen in de sleep-, bagger- of zeevaart (tot 200 zeemijl uit een kust).

Leerlingen die deze studierichting beëindigen kunnen probleemloos verder studeren in een maritieme opleiding van het hoger beroepsonderwijs.

Diegene die kiest om in te stappen in de arbeidsmarkt zal aanvangen als scheepsgezel met mogelijk volgende loopbaan:

eerste 12 maanden: als scheepsgezel; dan wordt men maximaal tweede stuurman bevoegd als officier-wachtoverste op alle schepen, uitgezonderd tankers en passagiersschepen;

+ 12 maanden vaart: als stuurman-wachtoverste = 1e stuurman op alle schepen tot 3 000 Brutotonnage (BT), uitgezonderd tankers en passagiersschepen;

+ 12 maanden vaart: als 1e stuurman = kapitein op aannemersmateriaal binnen de 200 zee-mijl of op schepen tot maximum 3 000 BT.

De maritieme sector is gekenmerkt door een steeds evoluerende technologie en internationale regel-geving. Daarom is het nodig dat de leerinhouden die bij de competenties horen voortdurend geactuali-seerd worden in het kwaliteitshandboek van de school.

Visie op het leerplan

Dit leerplan vertrekt niet langer van aparte doelstellingen op het vlak van kennis, vaardigheden en attitudes maar is opgebouwd rond competenties. Een competentie kan omschreven worden als “de bekwaamheid om kennis, vaardigheden en attitudes in het handelen op een geïntegreerde wijze aan te wenden voor maatschappelijke activiteiten. Dit wil zeggen dat niet alleen kennis, alleen vaardighe-den of alleen attitudes belangrijk zijn, maar dat al deze verschillende componenten van een compe-tentie duidelijk en evenwichtig aan bod moeten komen. De onderliggende kennis, vaardigheden en attitudes binnen een competentie zijn bovendien onlosmakelijk met elkaar verbonden en spelen op elkaar in. Kennis heb je nodig om bekwaam te zijn in bepaalde vaardigheden, maar je hebt ook de juiste attitudes nodig om deze vaardigheden op een correcte en verantwoorde manier toe te passen.”

1

De bedoeling van dit leerplan is dat de leerlingen de nodige competenties verwerven om met een grotere kans op slagen de arbeidsmarkt te betreden. Zodra de elementaire kennis, vaardigheden en attitudes verworven zijn, wordt overgestapt naar een integrale aanpak waarbij de globale competentie centraal staat.

De competenties waaraan gewerkt wordt in dit leerplan zijn de minimum competenties zoals beschre-ven in ‘STCW 2010 as amended (Conference of Parties to the International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers)’. Deze competenties worden verdeeld over de tweede en derde graad zodat ze een leerlijn vormen. Een aantal competenties worden volledig in de tweede of derde graad gerealiseerd en van een aantal zijn de onderliggende doelstellingen verdeeld over de tweede en derde graad.

1 Uit “Mensen doen schitteren”, Eerste oriëntatienota hervorming secundair onderwijs, Pascal Smet, Vlaams

Minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel.

Page 4: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 3 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

BEGINSITUATIE

De leerlingen slaagden in een 1e graad die – conform toepasbare onderwijsregelgeving– toelaat om een 1e leerjaar van de 2e graad TSO te volgen.

Die leerlingen die voorheen opteerden voor een 1e graad ‘Maritieme technieken’ maakten reeds ken-nis met enkele aspecten van het beroep. Hierdoor kan er een enigszins gedifferentieerde beginsituatie in de klas vastgesteld worden.

Het is aangewezen dat de leraar meteen het beginniveau van zijn leerlingen vaststelt. Eventuele tekorten zullen zo vlug als mogelijk weggewerkt worden door binnenklasdifferentiatie of door inhaallessen buiten het normale lessenrooster.

Volgens de Belgische wetgeving moeten de leerlingen voldoen aan medische vereisten. De nodige toelichtingen hierover worden gegeven bij inschrijving. Eventueel wordt in het begin van het schooljaar een expert gevraagd om een korte toelichting te geven aangaande de medische vereisten. De leer-lingen worden medisch gekeurd in het begin van schooljaar.

Page 5: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 4 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

ALGEMENE DOELSTELLINGEN

Door het werken aan de leerplandoelstellingen wordt ernaar gestreefd om de leerling de noodzakelijke competenties bij te brengen om uiteindelijk te voldoen aan het profiel van de optie.

De tweede graad ‘Maritieme technieken Dek’, samen met de derde graad in dezelfde richting, dient de leerlingen voor te bereiden op een loopbaan in de maritieme sector. Zij zullen de mensen worden op verantwoordelijke en leidinggevende posten. De opleiding dient deze mensen daarop voor te berei-den, zowel naar een doorgedreven kennis als naar vaardigheden en attitudes. Het is een beroep dat meestal in een kleine groep op zee, dus geïsoleerd, wordt uitgeoefend en waarbij elk individu een bijzonder hoge verantwoordelijkheid draagt voor het leven van zijn collega’s, alsook voor het groot kapitaal dat aan de groep is toevertrouwd. Dat vereist voor het maritiem onderwijs de ontwikkeling van een eigen deontologie en groepsgevoeligheid.

Voor kennis betekent dit dat een zeer gespecialiseerde en doorgedreven opleiding nodig is in de nau-tische technieken, zeemanschap (brandveiligheid), zodat zij autonoom en zelfstandig een vaartuig kunnen voeren in de moeilijkste omstandigheden.

Gezien de finaliteit dienen uiteraard de beroepsgerichte attitudes verder te worden aangebracht, zo-als:

kunnen samenwerken in ploegverband,

aanvaarden van strikte gezagsstructuur,

respecteren van materiaal,

plichtsgetrouw uitvoeren van de opgelegde taken,

respect voor het milieu,

leren volhouden, vooral ook met het oog op lange zeereizen,

oog hebben voor veiligheidsregels,

nemen van verantwoordelijkheid,

zin voor orde en netheid,

ontwikkelen van een goede werkmethode,

respect hebben voor de collega's,

koelbloedigheid.

Ook moeten de leerlingen opgeleid worden voor verantwoordelijke functies. Dit betekent het trainen van:

leidinggevende vaardigheden,

organisatorische vaardigheden,

sterke flexibiliteit,

voldoende luisterbereidheid.

Tezelfdertijd dienen de leerlingen voorbereid te worden op het verder studeren in het hoger beroeps-onderwijs. Zij moeten zich op het einde van de derde graad een goede studiemethode en efficiënte studieplanning eigen gemaakt hebben. Een doorgedreven inspanning is vereist voor het ontwikkelen van de hiervoor vereiste attitudes als:

bereidheid tot volgehouden studie-inzet,

bereidheid tot studie-inspanning, zowel tijdens de studie als nadien om zich verder te blijven bijscholen.

Page 6: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 5 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

COMPETENTIES / LEERPLANDOELSTELLINGEN

STCW SECTIE A-II/1

In deze sectie worden de verplichte minimumeisen inzake vaarbevoegdheidsverlening voor officieren belast met de brugwacht op schepen met een bru-totonnage van 500 of meer behandeld.

STCW 2010 Competentie 1 Een reis plannen en uitvoeren en de positie van het schip bepalen

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/1 1.1 de positie van het schip bepalen door:

Oriëntatiepunten,

navigatiehulpmiddelen, zoals vuurtorens, bakens en boeien,

geschatte positiebepaling, rekening houdend met wind, getij, stromingen en de geschatte snelheid.

Positiebepaling met behulp van land- en navigatie-merken

Navigatie-instrumenten zoals:

kompas, echosounder,

radionavigatiemiddelen.

1.2 zeekaarten en publicaties, zoals zeilaanwijzingen, getijdentabellen, berichten aan zeevarenden, radionavigatie waarschuwingen en routering informatie voor schepen verklaren en gebruiken.

Zeekaarten, nautische publicaties en hun verbetering en onderhoud

Berichten aan zeevarenden

Kaartconstructies

Symbolen en afkortingen

1.3 informatie, bekomen van de meteorologische instrumenten aan boord, inter-preteren en gebruiken.

De verschillende weerselementen

Meteorologische instrumenten

1.4 de kenmerken van verschillende weersystemen, rapportageprocedures en registratiesystemen toelichten.

De verschillende weersystemen en hun kenmerken

1.5 de beschikbare meteorologische informatie toepassen. Weerberichten en stormwaarschuwingen

Synoptische weerkaart

Page 7: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 6 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 1 Een reis plannen en uitvoeren en de positie van het schip bepalen

Pedagogisch-didactische wenken

Voorbereiden en uitvoeren van korte vaarbeurten op zee of op simulator.

Page 8: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 7 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 2 Een veilige brugwacht handhaven

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/2 2.1 de inhoud, toepassing en de bedoeling van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, en wijzigingen verwoorden.

Internationaal betonningsstelsel

Internationaal aanvaringsreglement en zijn technische bijlagen:

algemeenheden,

uitwijkregels,

lichten en dagmerken,

geluids- en lichtseinen,

vrijstellingen.

2.2 de principes die in acht moeten genomen worden voor het wachtlopen op de brug verwoorden.

Richtlijnen en procedure en bijhorende checklists voor het wachtlopen:

organisatie brug,

reisvoorbereiding,

plichten van de officier van wacht,

gebruik en onderhoud van navigatieuitrusting.

Pedagogisch-didactische wenken

Voor deze competentie is het belangrijk om praktijkgericht met authentieke situaties te werken.

Observatie en beperkte deelname aan korte vaarbeurten en/of simulator.

Computer-based training is aanbevolen.

Tijdens de vaarbeurten observeren de leerlingen het navigatiewerk op de brug.

Page 9: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 8 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 3 Radar en ARPA gebruiken om de veiligheid van de scheepvaart te behouden

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/2 3.1 de basisprincipes van radar en de hulpmiddelen voor geautomatiseerde radar plotting (ATA) beschrijven en gebruiken.

ATA

Algemene principes van:

o werking,

o afstelling,

o mogelijke fouten.

Gebruik:

o waarneming en analyse informatie,

o veilige navigatie,

o beoordeling aanvaringsrisico.

Pedagogisch-didactische wenken

Voor deze competentie is het belangrijk om praktijkgericht met authentieke situaties of op simulator te werken.

Veel inoefenen is noodzakelijk om de nodige automatismen aan te kweken.

Het werken met ARPA komt in de derde graad aan bod.

Page 10: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 9 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 4 De standaardzinnen van de IMO SMCP gebruiken voor de maritieme communicatie en Engels gebruiken in schriftelijke en mondelinge vorm

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen in de maritieme Engelse voertaal Leerinhouden

Sectie A-II/2 4.1 kaarten en andere nautische publicaties gebruiken. Engelstalige zeekaarten en nautische publicaties

4.2 meteorologische informatie en berichten met betrekking tot de veiligheid en werking van het schip begrijpen en interpreteren.

Engelstalige weerberichten en stormwaarschuwingen

4.3 communiceren met andere schepen, kuststations en VTS centra. Engelstalige radiocommunicatie:

VHF,

VHF DSC.

4.4 de taken van een officier met een meertalige bemanning uitvoeren. Voldoende basiskennis van Engels om:

duidelijk en verstaanbaar communiceren met anderstaligen,

nautische informatie te verstaan, te interprete-ren en door te geven (schriftelijk en monde-ling).

4.5 de standaardzinnen in de maritieme communicatie (IMO SMCP) toepas-sen.

Standard Marine Vocabulary

Pedagogisch-didactische wenken

Deze doelstellingen worden gerealiseerd in samenwerking met het vak Engels uit de basisvorming.

Het is aangewezen om in functie van de cursusopbouw ‘Maritieme technieken Dek’ een leerlijn met Engelstalige maritieme woorden-schatlijst op te stellen. Het gebruik van het maritiem Engels kan niet beperkt worden tot de lessen Engels in de basisvorming.

Worden toegepast in de praktijk aan:

- de radiocommunicatiesimulator,

- de vaarsimulator,

- boord van vaartuigen.

Page 11: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 10 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 5 Zenden en ontvangen door middel van visuele signalen

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/2 5.1 het Internationaal Seinboek gebruiken. Gebruik van het Internationaal Seinboek en zijn bijla-gen voor:

noodsituaties,

ongevallen-schade,

navigatie,

manoeuvres,

meteo,

routering,

communicatie,

medische situaties.

5.2 volgende Morselichtsignalen zenden en ontvangen:

SOS noodsignaal, zoals omschreven in bijlage IV van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972 zoals gewijzigd, en bijlage 1 van het Internationaal Seinboek;

eenletterseinen zoals vermeld in het Internationaal Seinboek.

Noodsignalen

Eenletterseinen

Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in praktijksituatie of computer-based training.

Page 12: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 11 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 6 Handhaving van de zeewaardigheid van het schip

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/1 6.1 de belangrijkste structuuronderdelen van een schip beschrijven en de verschillende onderdelen benoemen en herkennen.

Structuur en onderdelen van het schip:

scheepsromp,

uitrusting,

voortstuwing,

machinekamer,

elektrische installaties,

roer en stuurinrichting,

anker- en meergerei,

laadgerei,

afsluitmiddelen.

Pedagogisch-didactische wenken

Een bezoek aan schepen en scheepswerven is aan te bevelen.

De constructiemogelijkheden en het onderhoud van verschillende schepen met elkaar vergelijken en toelichten in functie van het ge-bruik.

Maak gebruik van de actualiteit (voorbeeld scheepsongevallen) om deze inhouden te duiden.

Page 13: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 12 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 7 Toezicht op het naleven van de wettelijke verplichtingen

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/1 7.1 elementaire kennis van de relevante IMO-verdragen betreffende de veiligheid van mensenlevens op zee, veiligheid en bescherming van het maritieme milieu verwoorden.

Werking IMO:

besluitvorming,

verdragen,

codes,

resoluties.

Pedagogisch-didactische wenken

Het is niet de bedoeling elke reglementering ten gronde te bestuderen. Wat moet worden benadrukt is de algemene inhoud en het toepassingsveld van elke reglementering zodat de leerling doelgericht een reglement kan raadplegen, dus ‘wat moet ik opzoeken en waar kan ik het vinden’.

Een beperkt inoefenen op het schip.

Page 14: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 13 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 8 Bijdragen tot de veiligheid van personeel en schip

LEERPLANDOELSTELLINGEN

Sectie A-II/1 Deze competentie wordt hier enkel vermeld voor de volledigheid van de sectie A-II/1.

De doelstellingen worden beschreven in competentie 20, sectie A-VI/1.

Page 15: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 14 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW SECTIE A-II/2

In deze sectie worden de verplichte minimumeisen inzake vaarbevoegdheidsverlening voor kapiteins en eerste stuurlieden op schepen met een brutoton -nage van 500 of meer behandeld.

STCW 2010 Competentie 9 Reageren op noodsituaties in navigatie

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/2 9.1 afspraken voor noodslepen en sleepprocedures beschrijven. Noodsleepuitrusting

Procedures bij noodsituaties

Communicatie: frequenties (kanalen) en afspra-ken

Relevante informatie bij noodsituaties

Pedagogisch-didactische wenken

Voor deze competentie is het belangrijk om praktijkgericht met authentieke situaties of in simulatie te werken.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Page 16: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 15 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 10 Afstandsbedieningen gebruiken van voortstuwingsinstallaties en technische systemen en hulpmachines

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/2 10.1 werkingsprincipes van de machinevoortstuwingsinstallatie beschrijven. Dieselmotoren:

o onderdelen,

o werking.

Schroef en schroefas

Brugbediening

10.2 hulpmachines van schepen onderscheiden en beschrijven. Scheepsketels en warmtewisselaars

Drinkwaterproductie

Pompen en pompsystemen

Verbrandingsoven

10.3 de algemene terminologie uit de scheepswerktuigkunde hanteren. Terminologie uit 10.1 en 10.2

Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen op simulator of observatie tijdens een vaarbeurt.

Bezoek aan de machinekamer van een vaartuig of werkplaats is aangewezen.

Page 17: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 16 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW SECTIE A-II/4

In deze sectie worden verplichte minimumeisen inzake vaarbevoegdheidsverlening voor gezellen die deel uitmaken van de brugwacht behandeld .

STCW 2010 Competentie 11 Het schip besturen en ook voldoen aan de Engelstalige roercommando’s

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/4 11.1 het magnetische- en gyrokompas gebruiken. Afwijkingen op magnetische- en gyrokompassen

Schaalverdelingen

11.2 roercommando’s begrijpen en uitvoeren. Roercommando’s in Nederlands en Engels

Procedures bij het sturen

11.3 overschakelen van automatische piloot naar manuele besturing en omge-keerd.

Regelgeving

Procedures van het overschakelen

Pedagogisch-didactische wenken

Deze doelstellingen worden gerealiseerd in samenwerking met het vak Engels uit de basisvorming.

Het is aangewezen om in functie van de cursusopbouw ‘Maritieme technieken Dek’ een leerlijn met een Engelstalige maritieme woordenschatlijst op te stellen.

Het gebruik van het maritiem Engels kan niet beperkt worden tot de lessen Engels in de basisvorming. Gebruik deze taal tijdens vaarbeurten of op simulator.

Page 18: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 17 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 12 Handhaven van een goede wacht, zowel op zicht als op gehoor

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/4 12.1 de verantwoordelijkheden van een uitkijk omschrijven en uitvoeren, met inbegrip van het detecteren en rapporteren van de benaderde pei-ling van een geluidssignaal, lichtsignaal of elk ander object in graden of streken.

Verantwoordelijkheden en richtlijnen in verband met wachtlopen

Werkwijze bij het detecteren van objecten

Rapporteren in Nederlands en Engels

De schaalverdeling van het kompas (graden en streken)

Pedagogisch-didactische wenken

Laat de procedures veelvuldig oefenen in reële situaties of op simulator.

Aandacht voor de attitudes zoals zin voor verantwoordelijkheid, teamwerk, stiptheid …

Page 19: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 18 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 13 Bijdragen tot het toezicht op en de controle van een veilige wacht

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/4 13.1 scheepstermen en definities verwoorden. Scheepsterminologie

13.2 adequate interne communicatie- en alarmsystemen gebruiken. Intercom, telefoon en andere communicatiemiddelen Alarmsystemen

13.3 orders begrijpen en communiceren met de officier van wacht over za-ken die relevant zijn voor de taken van de wachtdienst.

Terminologie in verband met het wachtlopen

13.4 procedures voor de overdracht, het verzekeren en de aflossing van de wacht beschrijven en uitvoeren.

Richtlijnen en procedures in verband met de over-dracht, het verzekeren en aflossen van de wacht

13.5 informatie nodig voor het verzekeren van een veilige wacht doorgeven. Relevante informatie in verband met veilige wacht

13.6 elementaire procedures om de omgeving te beveiligen beschrijven en toe-passen.

Veilige omgeving:

beschrijving,

richtlijnen en procedures.

Pedagogisch-didactische wenken

Deze competentie wordt ingeoefend tijdens simulatie en vaarbeurten.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Page 20: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 19 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW SECTIE A-II/5

In deze sectie worden de verplichte minimumeisen inzake vaarbevoegdheidsverlening voor dekmatroos behandeld.

STCW 2010 Competentie 14 Bijdragen tot een veilige scheepswacht

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/5 14.1 Deze competentie wordt hier enkel vermeld voor de volledigheid van de sectie A-II/5.

De doelstellingen worden beschreven in competentie 13, sectie A-II/4. De doelstellingen 13.3, 13.4 en 13.5.

Zie competentie 13

Pedagogisch-didactische wenken

Laat de procedures veelvuldig oefenen in reële situaties of op simulator.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Aandacht voor de attitudes zoals zin voor verantwoordelijkheid, teamwerk, stiptheid …

Page 21: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 20 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 15 Bijdragen tot het aanmeren, verankeren en andere afmeeractiviteiten

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/5 15.1 in verband met praktische kennis van het afmeersysteem en aanver-wante procedures:

1. de werking van de afmeertouwen en sleepbootlijnen en hoe elke

lijn werkt in het volledige systeem beschrijven en verklaren;

2. de eigenschappen, veilige werkbelasting en breeksterkte van

afmeerapparatuur, inbegrepen afmeerlijnen, synthetische- en

vezel lijnen, lieren, ankerlieren, kaapstanders, beting, klampen en

bolders beschrijven en verklaren;

3. de procedures en volgorde van losmaken en vastmaken van

afmeer- en sleepbootlijnen en kabels, jaaglijnen inbegrepen,

beschrijven en toepassen;

4. de procedures en opeenvolgende handelingen bij het gebruik van

ankers in verscheidene situaties beschrijven en toepassen.

Meer- en ankergerei:

terminologie,

eigenschappen,

werkbelasting en breeksterkte,

werking en onderhoud,

veilige bediening,

veilige werkomgeving.

15.2 de procedures en volgorde van acties bij het afmeren aan een boei of boeien beschrijven.

Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in reële situaties en/of op simulator.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Aandacht voor het verwerven van veiligheidsattitudes.

Page 22: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 21 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 16 Bijdragen tot de behandeling van lading en voorraden

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/5 16.1 de procedures voor het veilig behandelen, stouwen en beveiligen van ladingen en voorraden, inbegrepen gevaarlijke, risicovolle en schade-lijke stoffen en vloeistoffen beschrijven.

Werkwijze en procedures voor de veilige behandeling van lading en voorraden

16.2 de in acht te nemen voorzorgsmaatregelen in verband met bepaalde soorten van lading en de identificatie van IMDG kwalificering beschrijven.

Gevaarlijke lading:

identificatie en classificatie,

risico’s en voorzorgsmaatregelen.

Pedagogisch-didactische wenken

Indien mogelijk illustreren aan de hand van authentieke praktijksituaties.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Bezoek aan een terminal.

Page 23: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 22 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 17 Bijdragen tot de veilige werking van de dekapparatuur en machines

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/5 17.1 de functie en het gebruik van kleppen en pompen, takels, kranen, gie-ken, en bijbehorende apparatuur verklaren.

de functie en het gebruik van lieren, ankerlieren, kaapstanders en aan-verwante apparatuur verklaren.

luiken, waterdichte deuren, poorten en aanverwante apparatuur bedie-nen.

touwen en staalkabel, kabels en kettingen, met inbegrip van de bouw, het gebruik, markeringen, onderhoud en de juiste opslag beschrijven en gebruiken.

fundamentele aanwijzingen voor de werking van dekapparatuur zoals lieren, ankerlieren, kranen en takels herkennen en verklaren.

de ankeruitrusting bedienen onder verschillende omstandigheden zoals ankeren, anker lichten, het zeewaardig maken.

de bediening van de ankeruitrusting in noodsituaties toelichten.

De dekuitrusting en zijn bediening:

kleppen en pompen,

laadgerei,

anker- en meergerei,

afsluitmiddelen,

tuigage.

17.2 een bootsmanstoel optuigen, onttuigen en in stelling brengen.

Pilot ladders, takels, ratschilden en loopplanken tuigen en onttuigen.

de Marlijnpriem gebruiken, zeemanschapsvaardigheden met inbegrip van het juiste gebruik van knopen, splitsen en stoppen toepassen.

Optuigen, onttuigen en in stelling brengen van:

bootmanstoel,

loodsladder,

takels,

ratschilden (Rat-guards),

loopplanken.

Schiemanswerk

17.3 het gebruik van luiken en luikdeksels, hellingen, zij-, boeg- en hekdeu-ren of liften beschrijven.

leidingsystemen, lens- en ballast zuigpijpen en putten beschrijven.

het gebruik van kranen, bokken en lieren beschrijven.

Gebruik van afsluitmiddelen en laadgerei

Lens- en ballastsysteem

Behandeling van gereedschap en uitrusting voor dek- en vrachtbehandeling

Page 24: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 23 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 17 Bijdragen tot de veilige werking van de dekapparatuur en machines

17.4 vlaggen hijsen en vieren.

De betekenis van de belangrijkste internationale seinvlaggen. (A, B, G, H, O, P, Q) verwoorden.

Seinvlaggen

Internationaal Seinboek

Procedures en vaardigheden

Pedagogisch-didactische wenken

Oefenen in reële situaties en/of op simulator.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Aandacht voor het verwerven van veiligheidsattitudes.

Page 25: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 24 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 18 Bedienen van een reddingsvaartuig en hulpverleningsboten

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/5 18.1 de werking van een reddings- en MOB-boot, tewaterlatingsmiddelen en regelingen, en hun uitrusting beschrijven.

Reddings-, MOB-boot, reddingsvlot en tewaterlatings-middelen:

beschrijving en uitrusting,

werking en procedures.

18.2 overlevingstechnieken op zee beschrijven. Gevaren voor een schipbreukeling

Overlevingstechnieken

Pedagogisch-didactische wenken

Het gaat hier over een eerste kennismaking, de praktijk komt in de derde graad aan bod.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Page 26: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 25 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 19 Bijdragen tot het onderhoud en reparatie aan boord van het schip

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-II/5 19.1 omgaan met verven, smeermiddelen en reinigingsmateriaal. Eigenschappen en veilig gebruik van:

verfsystemen,

smeermiddelen,

onderhoudsmiddelen.

19.2 routine-onderhoud en herstelprocedures toelichten en uitvoeren. Controles en onderhoudsprocedures volgens SOLAS

19.3 technieken voor voorbehandeling van oppervlakken beschrijven en toe-passen.

Voorbehandeling van oppervlakken:

handmatig,

machinaal.

19.4 veiligheidsvoorschriften van de fabrikant en instructies aan boord toe-lichten.

Veiligheidsvoorschriften en instructies in verband met:

smeermiddelen,

verven.

19.5 veilige verwijdering van afvalstoffen beschrijven en toepassen. Marpol Annex IV

19.6 het gebruik en onderhoud van hand- en elektrisch gereedschap be-schrijven en toepassen.

Gebruik van hand- en elektrisch gereedschap voor onderhoud aan dek:

gebruiksaanwijzing,

veiligheidsvoorschriften.

Pedagogisch-didactische wenken

Bij de toepassing van deze doelstellingen moet er aandacht besteed worden aan het duurzaam gebruik van de producten en afval.

In de veiligheidsvoorschriften zijn de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) mee opgenomen.

Het volstaat niet om enkel de theoretische kennis mee te geven, de attitude is een belangrijk onderdeel van de vorming.

Page 27: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 26 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW SECTIE A-VI/1

In deze sectie worden de verplichte minimumeisen betreffende het zich vertrouwd maken met de dienst aan boord, basisopleiding in en instructie over veiligheid behandeld.

STCW 2010 Competentie 20 Bijdragen tot de veiligheid van personeel en schip

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-VI/1 20.1 technieken inzake persoonlijke overleving beschrijven. Zie competentie 18.2 en 21.5

20.2 brandpreventie en het vermogen tot bestrijding en blussen van brand beschrijven.

Zie competentie 22.1 – 22.9, 23.1 – 23.2

20.3 elementaire eerste hulp beschrijven en toepassen. Zie competentie 24.1 – 24.3

20.4 persoonlijke veiligheid en sociale verantwoordelijkheden verwoorden. Noodsituaties:

inschatting risico,

gepaste maatregelen,

sociaal verantwoorde persoonlijke en groeps-houding.

Pedagogisch-didactische wenken

Het betreft hier een eerste kennismaking, de praktijk komt in de derde graad aan bod.

In de derde graad krijgen de leerlingen een safety-opleiding door bevoegde personen, eventueel door externen (VDAB, defensie …).

Page 28: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 27 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 21 Overleven op zee, in geval van het verlaten van het schip

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-VI/1 21.1 soorten noodsituaties die zich kunnen voordoen, zoals aanvaring, brand, zinken, herkennen en beschrijven.

Soorten noodsituaties o.a.:

aanvaring,

stranding,

brand,

lekkage.

21.2 soorten reddingsmiddelen die gewoonlijk op een schip aangetroffen worden, opsommen en beschrijven.

Basiskennis van LSA (life saving appliance code)

21.3 apparatuur in een reddingsvaartuig opsommen en beschrijven. Basiskennis van LSA (life saving appliance code)

21.4 de locatie van persoonlijke reddingsmiddelen opzoeken. Persoonlijke reddingsmiddelen

Veiligheidsplan

IMO-symbolen

21.5 principes betreffende overleving beschrijven. Waarde van opleiding en oefening

Persoonlijke beschermende kledij en uitrusting

Noodzaak om klaar te zijn voor elke noodsituatie

Acties te ondernemen bij oproep naar een reddingsvaartuig

Acties te ondernemen bij noodzakelijk het schip te verlaten

Acties te ondernemen wanneer men in het water ligt

Acties te ondernemen wanneer men aan boord is van een reddingsvaartuig

De belangrijkste gevaren voor overlevenden

Pedagogisch-didactische wenken

Het betreft hier een eerste kennismaking met de procedures, de praktijk komt in de derde graad aan bod.

Familiarisation aan boord tijdens vaarbeurten.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Page 29: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 28 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 22 Het risico op brand minimaliseren en het handhaven van de staat van paraatheid om te reageren op noodsitua-ties door brand

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-VI/1 22.1 de organisatie van brandbestrijding aan boord beschrijven. Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2

22.2 de locatie van brandblusapparatuur en vluchtwegen opzoeken. Veiligheidsplan

IMO-symbolen

22.3 de elementen van brand en explosie (de branddriehoek) opsommen en toelichten.

Branddriehoek

Brandvijfhoek

22.4 soorten en bronnen van ontsteking opsommen en detecteren. Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2

22.5 brandbaar materiaal beschrijven, brandgevaar beperken en de ver-spreiding van brand tegengaan.

Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2

22.6 de noodzaak van voortdurende waakzaamheid toelichten. Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2

22.7 de acties te ondernemen bij brand aan boord van een schip beschrij-ven.

Gebruik draagbare brandblusmiddelen

22.8 vuur- en rookdetectie en automatische alarmsystemen beschrijven. Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2

22.9 classificatie van brand en toepasselijke blusmiddelen beschrijven. Soorten branden:

classificatie,

brandbestrijdingsmiddelen.

Pedagogisch-didactische wenken

Het betreft hier een eerste kennismaking met de procedures, de praktijk komt in de derde graad aan bod.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Page 30: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 29 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 23 Bestrijden en blussen van brand

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen: Leerinhouden

Sectie A-VI/1 23.1 brandbestrijdingsmiddelen en hun plaats aan boord opzoeken. Veiligheidsplan

IMO-symbolen

23.2 brandbestrijdingsmiddelen beschrijven. 1. Vaste installaties 2. Uitrusting voor brandbestrijding 3. Persoonlijke uitrusting 4. Brandblusapparatuur en uitrusting 5. Brandblusmethoden 6. Brandblusmiddelen

7. Brandblusprocedures

8. Het gebruik van beademingsapparaten voor het bestrijden van branden en het uitvoeren van reddingen

Pedagogisch-didactische wenken

Het betreft hier een eerste kennismaking met de procedures, de praktijk komt in de derde graad aan bod.

Tijdens de familiarisation: herkennen van de verschillende brandblusmiddelen.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Page 31: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 30 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 24 Onmiddellijk actie ondernemen bij een ongeval of andere medische noodsituatie

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-VI/1 24.1 de behoeften van de slachtoffers en de bedreigingen voor de eigen veiligheid herkennen.

Benadering noodsituatie:

veiligheid slachtoffer en eigen persoon,

hulpdiensten,

psychologische benadering.

24.2 de basisbeginselen van anatomie en lichaamsfuncties beschrijven. Vitale en niet vitale functies

24.3 de onmiddellijke maatregelen die moeten genomen worden in geval van nood verklaren en toepassen.

Juiste positie slachtoffer

Beademingstechnieken

Controle bloedingen

De passende maatregelen te nemen voor de eerste hulp voor shock

De passende maatregelen te nemen in geval van brandwonden met inbegrip van verbrandingen door hete vloeistoffen en ongevallen veroorzaakt door elektriciteit

De redding en het vervoer van een gewonde

Het improviseren van verbandmiddelen en het gebruik van het materiaal in de noodset

Pedagogisch-didactische wenken

Het betreft hier een eerste kennismaking met de procedures, de praktijk komt voor in de derde graad.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

‘Help! Eerste hulp voor iedereen’ van het Rode kruis is een goede referentiebron.

Page 32: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 31 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 25 Voldoen aan de noodprocedure

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-VI/1 25.1 soorten noodgevallen die zich kunnen voordoen, zoals aanvaring, brand, zinken herkennen en beschrijven.

Soorten noodsituaties o.a.:

aanvaring,

stranding,

brand,

lekkage.

25.2 de rampenplannen aan boord voor noodsituaties aflezen en opvolgen. Basiskennis SMS (Safety Management System)

25.3 noodsignalen en specifieke signalen toegewezen aan de bemannings-leden op de alarmrol, verzamelplaatsen, correct gebruik van de per-soonlijke veiligheidsuitrusting beschrijven.

Basiskennis SOLAS hoofdstuk II.2 en III

PPE (Personal Protective Equipment)

25.4 de te nemen maatregelen bij het ontdekken van mogelijke noodgeval-len, met inbegrip van brand, aanvaring, zinken en binnendringen van water in het schip, raadplegen en beschrijven.

Basiskennis SMS (Safety Management System)

25.5 de te nemen maatregelen bij het horen van algemeen alarmsignalen beschrijven.

Acties bij musterlist (boordrol en brandrol)

25.6 de waarde van opleiding en oefening verwoorden en inzien. Periodieke oefeningen aan boord volgens SOLAS II.2 en III

25.7 de vluchtroutes, interne communicatie en alarmsystemen raadplegen en gebruiken.

Veiligheidsplannen

IMO-symbolen

Interne communicatie in verband met alarmering.

Alarmsystemen

Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

De praktijk komt in de derde graad aan bod.

Page 33: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 32 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW SECTIE A-VI/2-1

In deze sectie worden de verplichte minimumeisen betreffende de afgifte van bewijzen van bekwaamheid inzake het gebruik van reddingsmiddelen, hulp -verleningsboten en snelle hulpverleningsboten behandeld.

STCW 2010 Competentie 26 De leiding nemen van een reddingsvaartuig of reddingsboot tijdens of na het te water laten

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-VI/2-1 26.1 de bouw en inrichting van reddingsvaartuigen en hulpverleningboten en de bestanddelen van hun uitrusting beschrijven.

Reddings-, MOB-boot, reddingsvlot:

beschrijving,

uitrusting.

Zie LSA (Life Saving Appliance code)

26.2 bijzondere kenmerken en faciliteiten van reddingsvaartuigen en hulpverle-ningsboten beschrijven.

Bijzonderheden inzake MOB-boot

Zie LSA (Life Saving Appliance code)

26.3 verschillende soorten apparaten die gebruikt worden voor het te water laten van reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten opsommen en de werking ervan beschrijven.

Tewaterlatingssystemen:

beschrijving,

werking.

26.4 methoden om een reddingsvaartuig te water te laten bij ruwe zee toelich-ten.

Bijzondere procedures tewaterlating reddingsvaartuig bij ruwe zee

26.5 methoden om een reddingsvaartuig op te halen, beschrijven. Tewaterlatingssystemen:

beschrijving,

werking.

26.6 maatregelen te nemen na het verlaten van het schip verwoorden. Overlevingsprocedure na verlaten schip

26.7 methoden om hulpverleningsboten te water te laten en op te halen bij ruwe zee toelichten.

Bijzondere procedures tewaterlating MOB-boot bij ruwe zee

26.8 gevaren die verbonden zijn aan het gebruik van de on-load release appa-raten beschrijven.

On-load release:

werking,

voorzorgsmaatregelen en procedures gebruik.

Page 34: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 33 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 26 De leiding nemen van een reddingsvaartuig of reddingsboot tijdens of na het te water laten

26.9 de onderhoudsprocedures opsommen en toelichten. Basiskennis SOLAS Training Manual

Instructieboeken reddingsmiddelen

Pedagogisch-didactische wenken

Het betreft hier een kennismaking met de procedures; de praktijk komt aan bod in de derde graad.

Deze acties kunnen gedemonstreerd worden aan de hand van filmmateriaal.

Page 35: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 34 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 27 Bedienen van de motor van een reddingsvaartuig

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-VI/2-1 27.1 methoden om de motor van een reddingsvaartuig te starten en hem en zijn accessoires te bedienen, alsook het gebruik van de voorziene brandblusser beschrijven.

Startmethodes:

controle van de olie en de brandstof,

handstart,

elektrische start.

Pedagogisch-didactische wenken

Het betreft hier de volledige kennis en vaardigheden van het bedienen van de motor van een reddingsvaartuig.

Een reële situatie wordt gesimuleerd in de derde graad.

Page 36: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 35 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW SECTIE A-VI/4-1

In deze sectie worden de verplichte minimumeisen betreffende eerste hulp behandeld.

STCW 2010 Competentie 28 Eerste hulp aan overlevenden toedienen

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-VI/4-1 28.1 de EHBO-kit gebruiken en reanimatietechnieken toepassen. EHBO-Kit

Reanimatietechnieken

28.2 gewonden behandelen, met inbegrip van het stelpen van bloedingen en behandelen van shock.

Toepassing EHBO bij o.a.:

breuken,

brandwonden,

shock,

onderkoeling.

Pedagogisch-didactische wenken

Voor deze doelstellingen is het noodzakelijk om beroep te doen op iemand met de nodige opleidingen.

‘Help! Eerste hulp voor iedereen’ van het Rode kruis is een goede referentiebron.

Page 37: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 36 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

STCW 2010 Competentie 29 Toedienen van eerste hulp bij ongevallen of ziekte aan boord

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen Leerinhouden

Sectie A-VI/4-1 29.1 een EHBO-kit gebruiken. EHBO-Kit

29.2 anatomie en lichaamsfuncties beschrijven. Bouw van het lichaam (verschillende stelsels) komt aan bod in natuurwetenschappen eerste graad

29.3 toxicologische gevaren aan boord, met inbegrip van het gebruik van de Medische Eerste Hulp Gids bij gevaarlijke stoffen (MFAG) of een natio-nale equivalent beschrijven.

Detectie van en actie te nemen bij vergiftiging

Gebruik van de International Medical Guide for Ships en van de medische bijlage bij de IMDG Code

29.4 onderzoek van de gewonde of zieke persoon toepassen. Vitale en niet vitale functies

29.5 letsels aan de ruggengraat herkennen. Bijzondere breuken

29.6 brandwonden, met inbegrip van verbrandingen door hete vloeistoffen en effecten van hitte en koude herkennen en verzorgen.

Brandwonden

29.7 breuken, ontwrichtingen en spierletsels herkennen en verzorgen. Letsels van het bewegingsstelsel

29.8 medische zorg voor geredde personen verstrekken. Reanimatietechnieken

Zorg in functie van letsel

29.9 medische consultatie per radio beschrijven. Radiofrequentie

Noodzakelijk door te geven inlichtingen

29.10 farmacologie aan boord toelichten. Inhoud medicijnkast aan boord

29.11 sterilisatie beschrijven. Sterilisatie:

doel,

Werkwijze.

29.12 bij hartstilstand, verdrinking en verstikking de eerste hulp toedienen. Reanimatietechniek

Heimlich-manoeuvre

Pedagogisch-didactische wenken

Voor deze doelstellingen is het noodzakelijk om beroep te doen op iemand met de nodige opleidingen.

Help! Eerste hulp voor iedereen’ van het Rode kruis is een goede referentiebron.

Page 38: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 37 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

SAMENWERKING

Cursusmateriaal

Door het specifieke karakter van deze opleiding zijn er slechts enkele scholen die het studiegebied Maritieme opleidingen aanbieden. Het is dan ook aan te raden dat de leraren van deze scholen sa-menwerken om de competenties uit het leerplan te verwerken in degelijk cursusmateriaal. Deze cur-sussen beschrijven niet alleen de inhoud, maar vermelden ook de evaluatiecriteria, zoals normering en de evaluatiecontext zoals in de STCW vermeld. Het is aangewezen om het cursusmateriaal bij wijzigende wetgeving aan te passen. Het kwaliteitshandboek van de school vermeldt waar de cursussen ter beschikking staan.

Organisatie op schoolniveau

Het realiseren van de competenties in een geïntegreerde aanpak vereist een andere schoolorganisa-tie dan in een onderwijs met een vakkenindeling.

De vakkengroep/betrokken leraren overleggen samen met de schoolleiding over de aanpak en maken bindende afspraken over een verdeling van de mogelijke activiteiten.

Samenwerking met algemene vakken

Enkele competenties liggen in het verlengde van doelstellingen uit vakken van de basisvorming. Het is evident dat de leraren van de basisvorming nauw betrokken worden bij de uitwerking van deze com-petenties. Op deze manier wordt overlap vermeden en wordt de onderwijstijd efficiënt gebruikt.

ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

VOET

Wat en waarom?

Vakoverschrijdende eindtermen2 (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden

eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakover-schrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd.

De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen!

Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving.

Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per graad geformuleerd wordt.

Globaal:

een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden.

Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eind-termen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast.

zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:

lichamelijke gezondheid en veiligheid,

mentale gezondheid,

sociorelationele ontwikkeling,

omgeving en duurzame ontwikkeling,

2 In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien

zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.

Page 39: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 38 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

politiek-juridische samenleving,

socio-economische samenleving,

socioculturele samenleving.

Per graad:

leren leren,

ICT in de eerste graad,

technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO.

Een zaak van het hele team

De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning - vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlin-gen.

Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrij-dende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te geven.

Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET.

De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg heb-ben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspan-ning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt.

Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijk-heid om een leerlijn over de graden heen uit te werken.

ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering

Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter onder-steuning van het leren.

ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren:

zelfstandig oefenen in een leeromgeving.

Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze vol-doende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, dif-ferentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.

Zelfstandig leren in een leeromgeving.

Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leraar optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektroni-sche leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.

Creatief vormgeven.

Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en te-kenprogramma’s bieden.

Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie.

Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet.

Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren.

De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aan-gepaste vorm.

Page 40: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 39 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

Voorstellen van informatie aan anderen.

Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-onder-steuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder …

Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren.

Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of ver-strekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …

Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen.

De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …). Op basis hiervan kun-nen ze hun keuzes bijsturen.

Page 41: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 40 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN3

Voor een aantal competenties wordt in de tweede graad enkel een aanzet gegeven om pas in de derde graad tot de praktijk over te gaan. Om een theoretische benadering op een didactisch verant-woorde manier te kunnen doen is er nood aan audiovisueel en ict-materiaal (TV, multimediaprojector, filmmateriaal, digitaal bord, geschikte software … ). Dit materiaal kan aanwezig zijn in de klas of in het open leercentrum.

Technische documentatie, zeekaarten, didactische nautische boeken, getijdentafels, handleidingen, instructieboeken … moeten ter beschikking zijn alsook:

SOLAS,

MARPOL,

STCW–code (meest recente met addenda),

ISM-code.

Het praktisch gedeelte van de brandbestrijding dient te worden gegeven in een daartoe uitgerust brandweer opleidingscentrum, waar men dient te beschikken over het voorgeschreven equipement, zoals brandslangen en nozzles, poedersnelblussers en CO2-blussers, persluchtmaskers …

Navigatieapparatuur

Opstelling magnetisch kompas, kalibratie simulatie;

gyrokompas, demonteerbaar om de verschillende onderdelen te tonen;

radar aan boord van de opleidingsschepen;

plotting sheets;

peiltoestellen, diverse types.

Zee- en weerkunde

Meteorologische meetinstrumenten: thermometer, barometer, barograaf, psychrometer.

Zeevaartkunde

Steekpassers en pleischalen / parallellatten;

getijtafels en stroomatlassen.

Zeemanschap

Touwwerk, staaldraad en uitrusting voor schiemanswerk;

seinsleutel met licht en geluid, set seinvlaggen;

vaartuig voor opleiding met de nodige uitrusting en apparatuur om een veilige wacht te hou-den en een doeltreffende navigatie uit te voeren met meerdere leerlingen op de brug of si-mulator.

3 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:

- Codex,

- ARAB,

- AREI,

- Vlarem..

Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:

- de uitrusting en inrichting van de lokalen;

- de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.

Zij schrijven voor dat:

- duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;

- alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen;

- de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;

- de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.

Page 42: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 41 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

EVALUATIE

Zoals reeds aangehaald bevat het kwaliteitshandboek van de school uitgewerkte cursussen met evaluatiecriteria. De evaluatiecriteria komen overeen met de criteria zoals beschreven in de STCW-code.

Doelstelling van evalueren Evaluatie wordt beschouwd als de waardering van het werk waarmee leraar en leerlingen samen bezig zijn. Het is de bedoeling dat zowel de leraar als de leerling informatie krijgen over het bereiken van de leerplandoelstellingen en over het leerproces. Daarenboven is evaluatie – de evaluatie- en rapporteringspraktijk - een belangrijke pijler binnen de kwaliteitszorg van de school en als dusdanig spoort de evaluatie met de schoolvisie op leren. Omdat evaluatie naar de leerlingen toe eenvormigheid moet vertonen over de vakken en de leerjaren heen, is het logisch dat:

de school hierover haar visie ontwikkelt;

de betrokken leerkrachten deze visie concretiseren voor hun vak in de vakgroepwerking. Procesevaluatie Dit luik van evaluatie heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering van de realisatie van de kennis, de verschillende vaardigheden, de vakgebonden - en de leerattitudes om hun leertraject bij te sturen. In deze evaluatie staat het leerproces dat de leerlingen doorlopen centraal. De evaluatie moet aan de leerkracht de nodige feedback geven over zijn gehanteerde methode. De leerkracht beschikt daarvoor over de volgende middelen:

observatie in de klas,

reflectiegesprekken,

zelf-, peer-, co-evaluatie,

oefeningen en opdrachten die in de klas worden uitgevoerd, individueel of in groep,

mondelinge en schriftelijke overhoringen,

huistaken,

Het opvolgen van de attitudes hoort ook onder dit aspect van de evaluatie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vak- en leerattitudes. De vakgebonden attitudes staan expliciet in de leerplannen vermeld. De leerattitudes worden op schoolniveau bepaald en vormen de randvoorwaarden om te leren. Attitudes kunnen nauwelijks in cijfers worden uitgedrukt. Er kan best gewerkt worden met rubrieken (SAM-schalen) die de attitudes omzetten in waarneembaar gedrag. Bij de weging wordt dan niet zozeer het gedrag dan wel de evolutie in rekening gebracht. Productevaluatie Producten, zoals herhalingstoetsen en examens, beogen de evaluatie van het realiseren van de leerplandoelen. De verschillende vaardigheden en de onderliggende kenniselementen komen aan bod.

Rapporteren De geregelde rapportering heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering in het realiseren van de doelstellingen. De rapportering moet ook aandacht schenken aan remediëren. De school bepaalt de vorm en de frequentie van rapporteren.

Page 43: 2012/035

TSO – 2e graad – Maritieme technieken Dek 42 /Nautische technieken/scheepswerktuigkunde/mechanica/elektromechanica/zeemanschap/ (TV en PV Praktijk) (1e leerjaar: 18 lestijden/week, 2e leerjaar: 18 lestijden/week)

BIBLIOGRAFIE

Een geactualiseerde bibliografie met aanbevolen werken is terug te vinden in het kwaliteitshandboek van de school.