2010 08 17 Cobouw Werk Samen Aan Creatieve Oplossing

1
5 OPINIE · Dinsdag 17 augustus 2010 Cobouw 143 BESCHOUWING Kiloknallers in de woningbouw Afgezien van het feit dat het boeiend is om te zien hoe de publicitaire strijd door Wakker Dier en C1000 wordt gestreden, is het interessant om in te gaan op onderliggende keteneffecten. Immers, de redenering van Wakker Dier is dat zulke lage vleesprijzen in de supermarkt alleen mogelijk zijn doordat aan het begin van de keten het dierenwelzijn geweld wordt aangedaan. Over de keteneffecten van de kiloknallers valt heel veel te zeggen (Zijn de consumenten de schuldigen of de supermarkten? Krijgen de boeren bij hogere prijzen dan wel een “fair share”?), maar hier zouden we het willen hebben over het meer algemene probleem van aanbesteden en inkopen tegen de laagste prijs. Er bestaat een interes- sante paradox rond inkopen tegen de laagste prijs. Ons boerenverstand zegt, kort samengevat: “Maar geen cent te veel hoor”. Economische modellen, marktwerking en mededingingswetten centreren zich rond de voordelen van prijsconcur- rentie. Maar de kritiek op prijsdruk is ook van alle tijden. Net zoals kiloknallers kunnen leiden tot dierenleed, kan marktwerking in de zorg leiden tot ‘pyjamadagen’ en kan hevige concurrentie bij sportartike- len leiden tot kinderarbeid. Helaas gebeurt iets dergelijks ook binnen de Nederlandse woningbouwsector. Uit ons onderzoek over ketenmanage- ment in de woningbouw blijkt overduidelijk dat juist het aanbeste- den op basis van de laagste prijs leidt tot een versnipperde keten met daarin bedrijven die als gevolg van de prijsdruk uitsluitend voor het eigen belang gaan. Met als eindresul- taat veel opleverfouten, forse overschrijdingen van de afgesproken opleverdatum en gigantische faalkosten. Samenvattend: aanbeste- den of inkopen op basis van de laagste prijs leidt onherroepelijk tot ketenongelukken. Ongelukken in de voedselketen, in de zorgketen, in de sportartikelenketen en helaas ook in ook de bouwketen. Natuurlijk zitten we in onze sector niet te wachten op een stichting ‘Wakker Huis’ die ons gaat inpeperen dat het zo niet langer gaat. We zullen nu het nog kan het probleem zelf moeten oplossen. Waar te beginnen? Laten we eerst het onderliggende probleem analyseren. Waarom speelt in de aanbestedingen de prijs eigenlijk zo’n dominante rol? Waarom wordt als het puntje bij het paaltje komt de kwaliteitsas- pecten niet heel expliciet meegeno- men? In onze ervaring is misschien wel het belangrijkste probleem dat bij een aanbesteding of inkoop ‘kwaliteit’ vaak niet goed zicht- baar of meetbaar is. Hoe kan ik als consument zien of een mooi stukje vlees ook daadwerkelijk van koeien uit de wei komt? Hier ligt misschien ook wel een belangrijke oplossingsrichting. Voor wasmachines, auto’s en huizen kennen we de zogenaam- de energielabels. In de bouwsec- tor wordt inmiddels geëxperi- menteerd met standaarden voor productkwaliteit en leveranciers- en klanttevredenheid. Samenvat- tend: door kwaliteit heel expliciet meetbaar en zichtbaar te maken en hierover standaarden af te spreken kunnen we onze sector een grote stap voor uithelpen. Marcel Noordhuis en Jack van der Veen Respectievelijk directeur Deloitte Real Estate en hoogleraar supply chain optimization, universiteit van Amsterdam Soms is het goed een kijkje te nemen bij wat er gebeurt in andere sectoren. De Fast Moving Consumer Goods zijn een rijke bron van inspiratie. Recent in het nieuws is het verzet van Wakker Dier tegen de zogenaamde kiloknallers. Werk samen aan creatieve oplossing Het stadsdeel Oost in Amsterdam is bezig zijn duurzaamheidsambitie zo concreet mogelijk te maken. Het toonbeeld daarvan was de prijsvraag Duurzaam Drijvend Wonen begin dit jaar. Volgens Peter Minnema en Vincent van der Meulen van het winnende team 4D, is realisme het recept voor duurzaamheid. De vraagstelling van de prijsvraag was gedetailleerd en helder: maak een volledig autarkische drijvende woning voor een gezin met twee kinderen, die het hele jaar door functioneert en zowel esthetisch als economisch aantrekkelijk is. Met als eerste prijs de realisatie van het eigen ontwerp! Dat was een goede prikkel, bleek uit het grote aantal deelnemende partijen. Team 4D is hard aan de slag gegaan om uit te blinken tussen de meer dan zeventig concurrerende teams. Antwoorden De strategie voor deze prijsvraag was om zoveel mogelijk kennis aan tafel te krijgen in het ontwerpteam. Vooral geen mooie verhalen over vergezichten en concepten en andere hoogstandjes uit het architectuur- of marketingjargon. Maar antwoorden op eisen, onderbouwd met feiten, producten en offertes. Duurzaamheid begon in ons ontwerpteam bij realisme in ontwerp, bouwwijze en beschik- baar budget. Technische oplossin- gen zijn van groot belang om de consument comfort te bieden. Maar niet alleen de techniek telt, een steeds grotere groep consumenten is op zoek naar een totaalbeleving. Wij namen het belang van esthe- tiek, dat in betekenis zowel zintuiglijke ervaring als gevoel omvat, in het ontwerp daarom ook zeer serieus. De nieuwe bewoner koopt geen doos met duurzame technische gadgets, maar een totale duurzame omgeving. Draaien met de seizoenen, oriëntatie op de omgeving, tussenklimaten, waterkringlopen, energieverbruik en opwekking worden allemaal onderdeel van het leven in de drijvende woning! Lcd-schermen geven inzicht in het verbruik en de productie van water, warmte en elektriciteit .De bewoner ziet dus wat er gebeurt als een wolk voor de zon schuift of de wasmachine aanzet. De waterstofopslag wordt op gunstige tijden gevuld en wordt verbruikt als het nodig is. Geen enkel comfortverlies, wel beter inzicht, een nieuwe uitdaging en meer invloed op de eigen omge- ving. Een extra dimensie aan het wonen! Met bovenstaand concept won Team 4D de prijsvraag. Maar wonnen we op basis van onze ideeën of de manier waarop we tot een eindresultaat kwamen? Wij denken het laatste. De voorwaarden waren helder: ontwerp een woning binnen een serieus, hard en technisch eisenpakket. We besloten met vijf bedrijven samen te komen om deze uitdaging multidiscipli- nair aan te gaan. Belangrijkste besef hierbij was: iedereen is deel van de oplossing. Elk aspect moet worden belicht, niet alleen door één iemand, maar juist door de hele groep. Door aandacht aan het proces zelf te besteden en elkaar de juiste vragen te stellen was het mogelijk de eigen discipline te ontstijgen. Daardoor werd de groep meer dan de kennis van de indivi- duen en was het mogelijk samen creatieve oplossingen waar te maken. We kwamen zo tot een integraal ontwerp voor een zelfvoorzienende drijvende woning. Zowel comfortabel en aantrekkelijk als ook technisch en financieel haalbaar. Voorbeeldprojecten Het recept is dus tweeledig. Ten eerste het belang om een grote stap te maken naar een duurza- mere samenleving, zodat er meer vraag komt naar duurzame producten en gebouwen. Die vraag komt er niet zonder dat mensen kunnen voelen wat het betekent. Voorbeeldprojecten zijn een eerste stap en maken het mogelijk dat mensen de toegevoegde waarde en betekenis van duurzame gebou- wen beleven. Ten tweede is integrale kennis van techniek, esthetiek en proces onmisbaar, willen dit soort projecten niet blijven steken in schetsen en inspirerende verhalen. Door de gezamenlijke investering van de gemeente Amsterdam en de ontwerpteams konden we een grote stap te zetten. Klein in omvang, maar groot in beleving! Een doorwrocht ontwerp: con- creet, morgen te bouwen en realistisch. Realisme is dus het recept voor échte impact op duurzaamheid. Peter Minnema en Vincent van der Meulen Werkzaam bij respectievelijk Dura Vermeer en Kraaijvanger Urbis Namens PeperDuurzaam van De NieuwBouw COLUMN / REUSER Dit is de laatste bijdrage van een gastcolumnist. Vanaf volgende week zijn de reguliere columnisten weer terug van vakantie. CARTOON / TOM REAGEER OP COBOUW Martin Hoogelander, coördinator opinie Cobouw, stelt uw reacties zeer op prijs. U kunt e-mailen: [email protected] of bellen: 070-3780274. Ook op internet kunt u reageren. De rubriek ‘Opinie & Weblogs’ is te vinden onder Nieuws (www.cobouw.nl). Columns en artikelen op deze pagina moeten gelezen worden als de mening van de auteur zelf. Alleen commentaren geven de opvatting van de krant weer. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te weigeren dan wel te redigeren of in te korten en via internet of op andere wijze openbaar te maken. De risicomanager als betwetertje D e term risicomanagement is inmiddels al aardig ingeburgerd binnen de bouwwereld, de daadwerkelijke implementatie van het concept risicomanagement lijkt dat alles behalve. Talloze cursussen, congressen, samenwerkingsver- banden en ook specifieke risico- managementfuncties binnen een bedrijf worden geschapen om risicomanagement te integreren met projectmanagement. Dat dit alles nog amper het gewenste effect heeft, is niet zo verwonder- lijk. Risicomanagement heeft namelijk een hoog “slimste jongetje van de klas gehalte”; de risicomanager als betwetertje. Verplaats je weer eens in je onbezorgde, jeugdige (verre) verleden: je gaat met je vriendjes naar het zwembad, jij hebt dit georganiseerd, daar aangekomen blijkt het zwembad gesloten. • les 1: risicomanagement is een benadering om dergelijk teleur- stellingen te voorkomen. Al je vriendjes zullen zeggen: “Ja, dat had je toch kunnen weten?” of “waarom heb je dat niet ff gecheckt”, jij denkt “daar komen jullie nu lekker laat mee.” • les 2: benoem risico’s expliciet en dan wel graag voorafgaand aan een mogelijk optreden ervan. Het betwetertje zegt “zie nou wel, ik heb het je gezegd”, ook al is dat waar, het haalt het bloed onder je nagels vandaan. • les 3: probeer je niet af te laten leiden door die irritante betweter, maar doe er je voordeel mee. Jij reageert geïrriteerd: “Als je het zo goed weet, had het dan zelf gedaan!” • les 4: niet direct een pleidooi om het risicomanagement onder te brengen bij de projectmanager, maar nauwe samenwerking tussen beide is noodzakelijk. Als deze lessen ter harte zijn genomen, volgt de laatste, misschien wel belangrijkste stap: iedere medewerker in het project – van terreinveger tot projectdirec- teur – zou het betweterige in zichzelf naar boven moeten halen: iedereen bekijkt het project kritisch, benoemt zijn twijfels en onderneemt actie. Tot slot is een wekelijkse borrel wellicht aan te raden om de gemoederen enigszins te sussen. Roel Reuser Adviseur Contractering Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Transcript of 2010 08 17 Cobouw Werk Samen Aan Creatieve Oplossing

Page 1: 2010 08 17   Cobouw   Werk Samen Aan Creatieve Oplossing

5O P I N I E ·Dinsdag 17 augustus 2010 Cobouw 143

BESCHOUWING

Kiloknallers in de woningbouw

Afgezien van het feit dat het boeiend is om te zien hoe de publicitaire strijd door Wakker Dier en C1000 wordt gestreden, is het interessant om in te gaan op onderliggende keteneffecten. Immers, de redenering van Wakker Dier is dat zulke lage vleesprijzen in de supermarkt alleen mogelijk zijn doordat aan het begin van de keten het dierenwelzijn geweld wordt aangedaan. Over de keteneffecten van de kiloknallers valt heel veel te zeggen (Zijn de consumenten de schuldigen of de supermarkten? Krijgen de boeren bij hogere prijzen dan wel een “fair share”?), maar hier zouden we het willen hebben over het meer algemene probleem van aanbesteden en inkopen tegen de laagste prijs. Er bestaat een interes-sante paradox rond inkopen tegen de laagste prijs. Ons boerenverstand zegt, kort samengevat: “Maar geen cent te veel hoor”. Economische modellen, marktwerking en mededingingswetten centreren zich rond de voordelen van prijsconcur-rentie. Maar de kritiek op prijsdruk is ook van alle tijden. Net zoals kiloknallers kunnen leiden tot dierenleed, kan marktwerking in de zorg leiden tot ‘pyjamadagen’ en kan hevige concurrentie bij sportartike-len leiden tot kinderarbeid. Helaas gebeurt iets dergelijks ook binnen de Nederlandse woningbouwsector. Uit ons onderzoek over ketenmanage-ment in de woningbouw blijkt overduidelijk dat juist het aanbeste-den op basis van de laagste prijs leidt tot een versnipperde keten met daarin bedrijven die als gevolg van de prijsdruk uitsluitend voor het eigen belang gaan. Met als eindresul-taat veel opleverfouten, forse overschrijdingen van de afgesproken opleverdatum en gigantische faalkosten. Samenvattend: aanbeste-

den of inkopen op basis van de laagste prijs leidt onherroepelijk tot ketenongelukken. Ongelukken in de voedselketen, in de zorgketen, in de sportartikelenketen en helaas ook in ook de bouwketen. Natuurlijk zitten we in onze sector niet te wachten op een stichting ‘Wakker Huis’ die ons gaat inpeperen dat het zo niet langer gaat. We zullen nu het nog kan het probleem zelf moeten oplossen. Waar te beginnen? Laten we eerst het onderliggende probleem analyseren. Waarom speelt in de aanbestedingen de prijs eigenlijk zo’n dominante rol? Waarom wordt als het puntje bij het paaltje komt de kwaliteitsas-pecten niet heel expliciet meegeno-men? In onze ervaring is misschien wel het belangrijkste probleem dat bij een aanbesteding of inkoop ‘kwaliteit’ vaak niet goed zicht-baar of meetbaar is. Hoe kan ik als consument zien of een mooi stukje vlees ook daadwerkelijk van koeien uit de wei komt? Hier ligt misschien ook wel een belangrijke oplossingsrichting. Voor wasmachines, auto’s en huizen kennen we de zogenaam-de energielabels. In de bouwsec-tor wordt inmiddels geëxperi-menteerd met standaarden voor productkwaliteit en leveranciers- en klanttevredenheid. Samenvat-tend: door kwaliteit heel expliciet meetbaar en zichtbaar te maken en hierover standaarden af te spreken kunnen we onze sector een grote stap voor uithelpen.

Marcel Noordhuis en Jack van der VeenRespectievelijk directeur Deloitte Real Estate en hoogleraar supply chain optimization, universiteit van Amsterdam

Soms is het goed een kijkje te nemen bij wat er gebeurt in andere sectoren. De Fast Moving Consumer Goods zijn een rijke bron van inspiratie. Recent in het

nieuws is het verzet van Wakker Dier tegen de zogenaamde kiloknallers.

Werk samen aan creatieve oplossing Het stadsdeel Oost in Amsterdam is bezig zijn duurzaamheidsambitie zo concreet mogelijk te maken. Het toonbeeld daarvan was de prijsvraag Duurzaam Drijvend Wonen begin dit jaar. Volgens Peter Minnema en Vincent van der Meulen van het winnende team 4D, is realisme het recept voor duurzaamheid.

De vraagstelling van de prijsvraag was gedetailleerd en helder: maak een volledig autarkische drijvende woning voor een gezin met twee kinderen, die het hele jaar door functioneert en zowel esthetisch als economisch aantrekkelijk is. Met als eerste prijs de realisatie van het eigen ontwerp! Dat was een goede prikkel, bleek uit het grote aantal deelnemende partijen.Team 4D is hard aan de slag gegaan om uit te blinken tussen de meer dan zeventig concurrerende teams.

AntwoordenDe strategie voor deze prijsvraag was om zoveel mogelijk kennis aan tafel te krijgen in het ontwerpteam. Vooral geen mooie verhalen over vergezichten en concepten en andere hoogstandjes uit het architectuur- of marketingjargon. Maar antwoorden op eisen, onderbouwd met feiten, producten en offertes. Duurzaamheid begon in ons ontwerpteam bij realisme in ontwerp, bouwwijze en beschik-baar budget. Technische oplossin-gen zijn van groot belang om de consument comfort te bieden. Maar

niet alleen de techniek telt, een steeds grotere groep consumenten is op zoek naar een totaalbeleving. Wij namen het belang van esthe-tiek, dat in betekenis zowel zintuiglijke ervaring als gevoel omvat, in het ontwerp daarom ook zeer serieus. De nieuwe bewoner koopt geen doos met duurzame technische gadgets, maar een totale duurzame omgeving. Draaien met de seizoenen, oriëntatie op de omgeving, tussenklimaten, waterkringlopen, energieverbruik en opwekking worden allemaal onderdeel van het leven in de drijvende woning! Lcd-schermen geven inzicht in het verbruik en de productie van water, warmte en elektriciteit .De bewoner ziet dus wat er gebeurt als een wolk voor de zon schuift of de wasmachine aanzet. De waterstofopslag wordt op gunstige tijden gevuld en wordt verbruikt als het nodig is. Geen enkel comfortverlies, wel beter inzicht, een nieuwe uitdaging en meer invloed op de eigen omge-ving. Een extra dimensie aan het wonen! Met bovenstaand concept won Team 4D de prijsvraag. Maar wonnen we op basis van onze ideeën of de manier waarop we tot een eindresultaat kwamen? Wij denken het laatste. De voorwaarden waren helder: ontwerp een woning binnen een serieus, hard en technisch eisenpakket. We besloten met vijf bedrijven samen te komen om deze uitdaging multidiscipli-nair aan te gaan. Belangrijkste besef hierbij was: iedereen is deel van de oplossing. Elk aspect moet worden belicht, niet alleen door één iemand, maar juist door de hele groep. Door aandacht aan het proces zelf te besteden en elkaar de juiste vragen te stellen was het

mogelijk de eigen discipline te ontstijgen. Daardoor werd de groep meer dan de kennis van de indivi-duen en was het mogelijk samen creatieve oplossingen waar te maken. We kwamen zo tot een integraal ontwerp voor een zelfvoorzienende drijvende woning. Zowel comfortabel en aantrekkelijk als ook technisch en financieel haalbaar.

VoorbeeldprojectenHet recept is dus tweeledig. Ten eerste het belang om een grote stap te maken naar een duurza-mere samenleving, zodat er meer vraag komt naar duurzame producten en gebouwen. Die vraag komt er niet zonder dat mensen kunnen voelen wat het betekent. Voorbeeldprojecten zijn een eerste stap en maken het mogelijk dat mensen de toegevoegde waarde en betekenis van duurzame gebou-wen beleven. Ten tweede is integrale kennis van techniek, esthetiek en proces onmisbaar, willen dit soort projecten niet blijven steken in schetsen en inspirerende verhalen. Door de gezamenlijke investering van de gemeente Amsterdam en de ontwerpteams konden we een grote stap te zetten. Klein in omvang, maar groot in beleving! Een doorwrocht ontwerp: con-creet, morgen te bouwen en realistisch. Realisme is dus het recept voor échte impact op duurzaamheid.

Peter Minnema enVincent van der Meulen Werkzaam bij respectievelijk Dura Vermeer en Kraaijvanger UrbisNamens PeperDuurzaam van De NieuwBouw

COLUMN / REUSER

Dit is de laatste bijdrage van een gastcolumnist. Vanaf volgende week zijn de reguliere columnisten weer terug van vakantie.

CARTOON / TOM

REAGEER OP COBOUWMartin Hoogelander, coördinator opinie Cobouw, stelt uw reacties zeer op prijs. U kunt e-mailen: [email protected] of bellen: 070-3780274. Ook op internet kunt u reageren. De rubriek ‘Opinie & Weblogs’ is te vinden onder Nieuws (www.cobouw.nl). Columns en artikelen op deze pagina moeten gelezen worden als de mening van de auteur zelf. Alleen commentaren geven de opvatting van de krant weer. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te weigeren dan wel te redigeren of in te korten en via internet of op andere wijze openbaar te maken.

De risicomanager als betwetertje

D e term risicomanagement is inmiddels al aardig ingeburgerd binnen de

bouwwereld, de daadwerkelijke implementatie van het concept risicomanagement lijkt dat alles behalve. Talloze cursussen, congressen, samenwerkingsver-banden en ook specifieke risico-managementfuncties binnen een bedrijf worden geschapen om risicomanagement te integreren met projectmanagement. Dat dit alles nog amper het gewenste effect heeft, is niet zo verwonder-lijk. Risicomanagement heeft namelijk een hoog “slimste jongetje van de klas gehalte”; de risicomanager als betwetertje.Verplaats je weer eens in je onbezorgde, jeugdige (verre) verleden: je gaat met je vriendjes naar het zwembad, jij hebt dit georganiseerd, daar aangekomen blijkt het zwembad gesloten. • les 1: risicomanagement is een benadering om dergelijk teleur-stellingen te voorkomen.Al je vriendjes zullen zeggen: “Ja, dat had je toch kunnen weten?” of “waarom heb je dat niet ff gecheckt”, jij denkt “daar komen jullie nu lekker laat mee.” • les 2: benoem risico’s expliciet en

dan wel graag voorafgaand aan een mogelijk optreden ervan.Het betwetertje zegt “zie nou wel, ik heb het je gezegd”, ook al is dat waar, het haalt het bloed onder je nagels vandaan.• les 3: probeer je niet af te laten leiden door die irritante betweter, maar doe er je voordeel mee. Jij reageert geïrriteerd: “Als je het zo goed weet, had het dan zelf gedaan!”• les 4: niet direct een pleidooi om het risicomanagement onder te brengen bij de projectmanager, maar nauwe samenwerking tussen beide is noodzakelijk.Als deze lessen ter harte zijn genomen, volgt de laatste, misschien wel belangrijkste stap: iedere medewerker in het project –van terreinveger tot projectdirec-teur – zou het betweterige in zichzelf naar boven moeten halen: iedereen bekijkt het project kritisch, benoemt zijn twijfels en onderneemt actie. Tot slot is een wekelijkse borrel wellicht aan te raden om de gemoederen enigszins te sussen.

Roel ReuserAdviseur Contractering Twynstra Gudde Adviseurs en Managers