2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel...

24

Transcript of 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel...

Page 1: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

Page 2: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

Page 3: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

Page 4: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

Page 5: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

Ginny Rorby

Dromen van dolfijnenVertaald door Annemarie de Vries

leopold / amsterdam

Page 6: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

Ter herinnering aan Suzanne Byerley

Eerste druk 2016

Copyright © 2015 by Ginny Rorby

Oorspronkelijke titel: How to Speak Dolphin. All rights reserved.

Published by arrangement with Scholastic Inc., 557 Broadway,

New York, NY 10012 USA.

© 2016 vertaling: Annemarie de Vries

Omslagontwerp: Ellen Duda

Omslagbeeld: Getty Images

Omslagbelettering: Appelblauwzeegroen

Uitgeverij Leopold, Amsterdam / www.leopold.nl

isbn 978 90 258 6968 7 / nur 283

Uitgeverij Leopold drukt haar boeken op papier met het fsc®-keurmerk.

Zo helpen we waardevolle boeken te behouden.

Page 7: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

7

DEEL I

HOOFDSTUK 1Panama City, Florida

Het eerste wat het dolfi jntje na haar geboorte merkt, is dat het wa-ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng door te bijten. Instinctief houdt de baby haar adem in en drijft ze langzaam van de lichte oppervlakte naar de donkere diepte. Aan het veilige duister is ze gewend.

Haar moeder verschijnt weer zo snel als ze verdwenen was, om haar jong met haar snuit in de richting van het verblindende licht aan de oppervlakte te duwen. Andere dolfi jnen, sommige met hun eigen kleintjes, zien hoe het pasgeboren dolfi jntje voor het eerst haar blaasgat opent en haar allereerste hap van de zware, warme lucht in-ademt.

In de buik van haar moeder kon ze alleen haar rug krommen. In het open water kan ze alle kanten op zwemmen, maar als vanzelf kruipt ze dicht tegen haar moeder aan en zoekt ze met haar bek naar een van de tepels. Er spuit een straal melk in haar bek, en nog een, en nog een, en nog een, tot de buik van de babydolfi jn helemaal vol zit.

Haar moeder zal haar nog een jaar lang voeden. Ondertussen zwerft de kleine groep dolfi jnen door de ondiepe wateren van de Golf van Mexico. Het duurt nog een halfjaar voordat het dolfi jntje van haar moeder leert hoe ze zelf haar vis moet vangen. Ze leert dat ze achter boten aan moet zwemmen, omdat de mensen aan boord hun vangst soms delen; ze gooien vel en vissenkoppen overboord zodat de dol-

Page 8: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

8

fijnen die kunnen opsnoepen. Dolfijnen die een beetje brutaler zijn weten hoe ze de vis van de lijnen moeten halen zonder de vissenkop en het haakje binnen te krijgen.

Zodra de zomer komt en het water warmer wordt, reizen de dol-fijnen naar een plek waar ook veel mensen in boten naartoe komen om naar de dolfijnen te kijken. AquaPlanet heet het daar. De mensen gillen het uit zodra ze de dolfijnen zien en de jonge dolfijn is doods-bang. Ze zwemt de boten voorbij en gaat van een afstandje liggen kij-ken. Er zijn grote en kleine mensen. Als de eerste mensen het water in gaan, zwemt de kleine dolfijn er meteen vandoor, totdat ze merkt dat ze helemaal alleen is. Haar moeder, tantes en neefjes en nichtjes laten zich allemaal aanraken door die mensen.

Ze komt wat dichterbij. Onder de oppervlakte ziet ze kleine been-tjes bungelen onder iets wat lijkt op een oranje spons, die het kleine mensje boven water moet houden. Het dolfijntje zwemt wat dichter naar hem toe. Met haar sonar ziet ze zijn hartje kloppen, terwijl hij daar met zijn kleine armpjes in het water spartelt.

Ze wordt nu toch wel nieuwsgierig en komt nog een beetje dich-terbij. Het gezicht van het kindje is helemaal vertrokken en rood. Grote druppels water hangen aan zijn kin. Hij tilt zijn armen op en begint te huilen.

De dolfijn laat zich een beetje bij hem vandaan drijven, maar zodra de jongen haar ziet, houdt hij meteen op met herrie maken. Hij laat zijn hoofd heen en weer wiegen, van links naar rechts, als zeewier dat op de stroming van de zee meedeint. Hij steekt zijn handje naar haar uit. Ze kijkt om naar haar moeder. Die drijft een eindje verderop, naast een ander kindje. Dan zal het wel veilig zijn. Haar moeder zou haar nooit in gevaar brengen. Ze laat zich weer naar de uitgestoken hand van het kind toe drijven.

Zodra haar snuit de handpalm van het kind raakt, gaat er een schok door haar heen; het kind voelt het ook. Opeens houdt hij zijn hoofd stil en hij schopt niet meer met zijn benen. Hij glimlacht en maakt een geluid dat klinkt als water dat over zand stroomt.

‘Dit is de eerste keer dat dit dolfijntje naar ons toe komt,’ zegt een

Page 9: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

9

van de mensen. ‘Daarom mag jij haar een naam geven.’ Het kind heeft zijn wang tegen die van het dolfijntje aan geduwd.

‘Hoor je dat, Owen?’ zegt een vrouw, die vlak bij het kind in het water drijft. ‘Jij mag een naam voor haar verzinnen.’

Het kind doet zijn mond open en probeert iets te zeggen. ‘Nor… Nor…’ Hij laat zijn hoofd voorovervallen, zomaar in het water. Zijn moeder helpt hem weer omhoog. Zijn ogen worden groot en hij be-gint weer te jammeren.

De kleine dolfijn brengt haar kop tot net onder het wateropper-vlak en begint belletjes uit haar blaasgat te blazen. De bubbels klap-pen uiteen, en daar moet het jongetje weer om lachen. Hij strekt zijn handje uit naar de dolfijn. ‘Nor...e...e...een.’

‘Hij zegt “Noreen”,’ legt de moeder lachend uit. ‘Zo heet zijn zus. We noemen haar Nori.’

‘Nor...e,’ zegt de jongen.

Page 10: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

10

HOOFDSTUK 2Miami, Florida

Vandaag is typisch zo’n dag dat ik wilde dat ik ergens anders naartoe kon. Naar het huis van een vriendin, of zo. Maar een vriendin ver-wacht natuurlijk dat je haar af en toe ook eens bij jou thuis uitnodigt, en er is niemand die ik vertrouw. Niemand die niet doorvertelt wat voor soort leven ik leid.

Het is mijn eigen schuld. Sinds mijn eerste jaar op de middelbare school doe ik niet meer mijn best om vrienden te maken. Ik heb ooit een meisje gevraagd om bij mij thuis te komen zwemmen. Mama leefde nog, en toen zij de kamer uit liep, begon dat kind mijn broer-tje uit te lachen. Dat was rond de tijd dat Adam voor het eerst vreemd ging doen. De volgende dag vertelde ze iedereen op school dat ‘die mongool’ de hele tijd zat te brabbelen en naar zijn vingers zat te sta-ren, die hij steeds voor zijn gezicht heen en weer bewoog. Ze vertelde dat hij helemaal verstijfde als mama hem optilde en dat hij het hele huis bij elkaar schreeuwde als de telefoon ging.

Op dit moment heeft Adam weer een aanval. Ik heb mezelf in mijn kamer opgesloten, maar zelfs met de deur dicht en met mijn kopte-lefoon op, kan ik hem horen schreeuwen. Op de klok van mijn com-puter zie ik dat die aanval al meer dan twee uur duurt.

Ik weet niet of Don, mijn stiefvader, geklopt heeft, maar ik weet wel dat hij binnen is gekomen, want Adams geschreeuw klinkt op-eens een stuk harder.

Hij gebaart naar me. ‘Kom.’

Page 11: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

11

‘Ik probeer mijn huiswerk te maken.’ Niet waar, natuurlijk, maar dat is de enige smoes die soms werkt.

‘Lily, ik heb echt je hulp nodig.’‘Waar is hoe-heet-ze?’ Hij heeft gisteren een nieuwe nanny aange-

nomen.‘Die heeft een uur geleden ontslag genomen.’In gedachten geef ik het mens een schouderklopje. Ze heeft het in

ieder geval langer volgehouden dan de vorige drie.‘Heb je zijn dolfijnenfilm opgezet?’ vraag ik. Als we het zouden

toelaten, zou Adam de hele dag naar zijn bekraste, plakkerige dvd kijken, dus bewaren we die tot het etenstijd is. Dan eet hij tenminste wat we in zijn mond proberen te stoppen.

‘Ik heb alles geprobeerd.’Ik loop achter Don aan de woonkamer in. Adam ligt op zijn rug in

de grote, met zachte stof beklede box die Don voor hem bij de die-renwinkel heeft gekocht. Hij ligt te trappelen en hij zwaait met zijn armen en hij heeft in zijn broek gepoept. De stank is afschuwelijk. Net als mijn leven, eigenlijk.

Don tilt Adam onder zijn oksels omhoog en houdt hem van zijn lichaam af, zodat hij niet getrapt kan worden. ‘Trek zijn broek uit.’

Ik moet bijna kokhalzen van de stank. Overal zit poep: op zijn ar-men, zijn benen, zijn rug en zelfs in zijn haar.

Met gestrekte armen draagt Don Adam naar de achtertuin. Ik pak de tuinslang, die opgerold in de zon ligt, zodat er warm wa-ter uit komt. Adam is helemaal schor, maar hij schreeuwt en trapt nog steeds, in een poging om weg te komen. Als ik met een schuin oog naar het huis van de buren kijk, zie ik mevrouw Walden door het keukenraam gluren. Volgens mij heeft ze haar tuinman speciaal opdracht gegeven om de heg zó te snoeien, dat ze bij ons in de tuin kan kijken. Ze neemt niet eens de moeite om net te doen alsof ze níét staat te gluren.

Don houdt Adams polsen stevig bij elkaar en tilt hem zo ver op dat hij alleen met zijn tenen bij de grond kan. Adam is dol op stromend water – op fonteinen, watersproeiers, keukenkranen – maar hij vindt

Page 12: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

12

het vreselijk om met de tuinslang afgespoeld te worden. Zodra het water zijn billen raakt, wordt zijn gekrijs helemaal oorverdovend.

Doordat het spuitgedeelte een beetje op mijn hand lekt, voel ik precies wanneer het warme water op is en het koud wordt. Ik draai het spuitstuk dicht. Don slaat een handdoek om Adam heen en draagt hem naar binnen; de gang door naar de badkamer. Ik loop achter hen aan.

Don houdt Adam tegen zich aan gedrukt, met één arm om zijn benen en met de andere stevig om Adams armen geklemd, terwijl ik het bad laat vollopen met warm water. Don houdt zijn ogen stijf dicht. Ik denk omdat Adam zo hard in zijn oor schreeuwt, maar mis-schien is het wel omdat zijn hart breekt.

Ik was zevenenhalf toen mama en Don erachter kwamen dat mama in verwachting was en dat ze een jongetje kregen. Don was er zó on-gelooflijk blij mee dat mama me aankeek en me verzekerde dat zíj liever nog een meisje had gehad. Alsof ze bang was dat ik anders ge-kwetst zou zijn. Het gevolg was dat ik me sindsdien afvroeg of mijn eigen vader soms ook liever een jongen had gehad.

Het bad is vol. Ik draai de kraan dicht en pak een grote badhand-doek die ik dubbelgevouwen tegen de wand in het bad leg, zodat Adam zich niet bezeert als hij met zijn hoofd begint te beuken.

Don laat hem in het warme water zakken. Eerst schreeuwt Adam alleen maar harder, alsof we hem in een hete frituurpan laten zak-ken, en dan is hij ineens stil. Zo plotseling als het drie uur geleden begon, is het nu voorbij. Hij begint te trappelen en met zijn armen te zwaaien alsof hij aan het zwemmen is.

Ik blijf bij hem zitten tot hij er genoeg van heeft om al zijn bad-speeltjes uit zijn plastic emmertje te halen, op de badrand te zetten en ze er vanaf te slaan, om ze er vervolgens weer op te zetten. Dan kies ik een badhanddoek uit waar zo veel wasverzachter in zit dat hij er bijna van glibbert. Ik til Adam uit het bad en begin hem af te dep-pen. Soms laat hij dat toe en andere keren schreeuwt hij moord en brand, alsof ik hem afdroog met schuurpapier. Ik weet nooit hoe hij reageert. Vandaag leunt hij over de badrand om met het water te spe-len terwijl ik zijn rug en benen afdroog.

Page 13: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

13

‘Mag ik een knuffel?’Adam draait zich niet met open armen om, zoals andere kinderen

zouden doen. Als hij een knuffel wil, dan loopt hij achteruit in mijn armen en leunt hij tegen me aan. Zoals nu. Ik droog zijn buik af en daarna zijn haar.

Adam praat niet meer, hij vindt het vreselijk om aangeraakt te worden en hij kijkt mensen nooit aan, zelfs ons niet. Bijna twee jaar geleden begon mama te vermoeden dat hij autistisch was. Toen ging ze dood, en ik denk dat Don te veel verdriet had om goede hulp voor Adam te zoeken. In plaats daarvan werkte hij een hele lijst met nanny’s en kinderopvangcentra af. Vorig jaar werd eindelijk officieel vastgesteld dat Adam zwaar autistisch is. Ik heb echt met Don te doen. Hij is arts, maar hij kan niets voor zijn zoon betekenen. Hij is oncoloog. Als Adam kanker had, dan kon hij hem misschien genezen.

De eerste reactie van alle nieuwe nanny’s als ze Adam in zijn be-klede box zien liggen, is een blijk van afschuw. Maar Adam voelt zich echt beter als hij opgesloten zit. Nou ja, opgesloten... Hij is veel rus-tiger als hij maar een beperkte ruimte heeft om te bewegen. Voordat mama doodging, liet ze hem in de onderste la van haar commode slapen, lekker veilig tussen haar oude truien en zijden sjaals. Don vond dat mama Adam verwende, en toen ze er niet meer was, liet hij dan ook niet meer toe dat Adam in de la sliep. Sindsdien wordt Adam ’s nachts dus weer om de haverklap wakker.

Don is ouder dan de meeste vaders. Daar had ik eigenlijk nooit over nagedacht, tot ik gistermiddag uit school kwam. Adam lag in zijn box te slapen. Don zat voorovergebogen in zijn luie stoel naar hem te kijken. Dat is het enige moment dat Adam echt rust heeft: als hij slaapt. Don zag me in de deuropening staan en bracht zijn vinger naar zijn lippen.

Inmiddels was ik zo dichtbij gekomen dat ik zag dat zijn ogen rood waren. ‘Wat is er?’

Hij schudde zijn hoofd.‘Heb je gehuild?’

Page 14: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

14

Hij zei geen ‘ja’ of ‘nee’. ‘Ik moest vanmorgen naar de stad voor een vergadering. Ik stond bij het stoplicht, je weet wel, onder aan de afrit, waar ze altijd je ramen proberen te wassen voor een kleine vergoeding.’ Don liet zijn hoofd zakken. ‘Ik weet niet of je er iets van snapt.’

‘Ik kan het altijd proberen.’‘Het regende. Niet hard, hoor, maar hard genoeg om de ruitenwis-

sers op de tussenstand te hebben. Opeens verschijnt er een jongeman bij mijn auto die de voorruit natspuit en begint te zemen. Ik probeer hem nog weg te wuiven, maar hij ziet me niet. Precies zoals Adam me niet ziet. Het licht springt op groen, en de mevrouw achter me begint meteen te toeteren. Die jongen trok precies hetzelfde gezicht als Adam als hij harde geluiden hoort. Ik zag dat hij die herrie vrese-lijk vond, maar hij ging toch door met poetsen, om alle druppels van mijn raam te krijgen.’

Ik wil Don op zijn schouder kloppen, maar ik doe het niet.‘Je weet hoe de mensen in Miami rijden: vijf seconden te laat weg

bij het stoplicht, en de hele rij staat te toeteren. Mijn ruitenwisser glijdt over het raam, en bij het teruggaan blijkt de doek van die jon-gen ertussen te zitten. Hij bleef daar maar staan kijken, zijn gezicht vertrokken van ellende van die claxonnerende mensen; zijn doek die ineens verdwenen was... Hij kon zich niet bewegen. Het leek wel of ik Adam zag, maar dan twintig of dertig jaar ouder.’ Don kijkt me aan. ‘Wat moet er van hem terechtkomen?’

‘Ik zorg wel voor hem.’‘Dat kun je nu makkelijk zeggen.’‘Ik meen het. Ik beloof het.’ Ondanks alles hou ik van mijn broertje.

Page 15: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

15

HOOFDSTUK 3

Ik weet niet of ik het wel meende, toen ik zei dat ik voor Adam zou zorgen. Sinds mama er niet meer is, verwacht Don dat ik haar plaats inneem. Ik ben dus niet Adams halfzus, maar meer zijn moeder. Maar als Don morgen het loodje legt, van het ene op het andere moment, net als mama, dan weet ik niet eens of ik wel voor mezelf kan zorgen, laat staan voor Adam. En ik moet ook aan mijn eigen leven denken.

Van alles wat mama zich bij haar huwelijk met Don had voorge-steld, is niets terechtgekomen. Hij is een goede arts en hij hield echt van haar. Ik had zelf geen speciale gevoelens over hun huwelijk. Mijn echte vader is in de oorlog in Irak om het leven gekomen toen ik twee was, en hoewel er overal bij ons thuis foto’s van hem stonden, kan ik me niets van hem herinneren.

Nadat mama met Don was getrouwd, verhuisden we van ons ap-partement, vlak bij het ziekenhuis waar mama als verpleegkundige werkte, naar een prachtig huis met een elektrisch hek en een zwem-bad. Het ligt op loopafstand van mijn school – een particuliere mid-delbare school die mama nooit voor me had kunnen betalen als ze niet met Don getrouwd was.

Ons nieuwe leventje was heerlijk, en mama en Don werden nog ge-lukkiger toen Adam geboren werd. Ik ook, trouwens. Maar tegen de tijd dat Adam een jaar oud was, begon mama zich zorgen te maken. Ze dacht dat er iets niet helemaal goed was met Adam. Don zei dat ze het zich verbeeldde. Aangezien hij arts is, zei mama er niets meer

Page 16: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

16

over tegen hem, maar wel tegen mij. Op internet vond ze een lijst met symptomen die ze in Adam herkende. ‘Kijk eens, Lily. Hij kijkt me niet aan als ik hem voed.’

‘Misschien is hij gewoon meer geïnteresseerd in waar hij wél naar kijkt.’

‘Hij lacht niet als ik naar hem lach. En hij reageert niet meer als ik zijn naam noem.’

‘Mam, Don zegt dat er niets met hem aan de hand is. Hij kan het weten.’

Mama keek me aan. ‘Hij heeft het mis, Lily. Ik weet het zeker. Adam is autistisch. Alle symptomen van dit lijstje heeft hij. Hier, moet je zien.’ Ze haalde een verfomfaaid briefje uit de zak van haar badjas en gaf het aan mij. Het was helemaal slap en beduimeld, zo vaak had ze het al gepakt en weer weggestopt. Er stonden tekentjes bij de symp-tomen die ze in Adam herkend had: maakt geen oogcontact; lacht niet terug als er naar hem gelachen wordt; reageert niet op zijn naam of op vertrouwde stemmen; slaapt niet goed; volgt voorwerpen niet met de ogen; wijst niet, zwaait niet gedag of gebruikt geen handge-baren om te communiceren; kijkt niet als je iets aanwijst; imiteert geen bewegingen of gezichtsuitdrukkingen; steekt zijn armen niet uit om opgepakt te worden...

Ik vouwde het briefje weer dicht en gaf het terug. Hoewel ik pas negen was, bleef ze me vol verwachting aankijken, om te zien of ik het met haar eens was. Dat was ik wel, maar ik wilde het ook niet geloven. Bij ons op school zat een jongen met autisme. ’s Ochtends volgde hij altijd speciale lessen, en de rest van de dag liep er een be-geleider achter hem aan. Hij deed rare dingen, zoals zijn handen te-gen zijn oren slaan, of blaffen als een hond als er te veel herrie was. Tijdens het middageten kon hij er niet tegen als verschillende etens-waren op zijn bord elkaar raakten. Als er geen begeleider of leraar in de buurt was, dan gooiden een paar pestkoppen zijn eten wel eens door elkaar, of dan hielden ze een rinkelende telefoon bij zijn oor.

‘Wat denk jij?’ vroeg mama.‘Ik weet het niet, mam. Ik ben pas negen.’

Page 17: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

17

‘Maar jij ziet toch ook dat al die dingen op dat lijstje kloppen?’‘Ik denk het wel, ja.’Op dat moment ging de telefoon. En begon Adam te schreeuwen.

Page 18: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

18

HOOFDSTUK 4

Don heeft een nieuwe nanny aangenomen. Ze heet Suzanne, en ze is al een week bij ons. Dat geeft hoop.

Als ik maandagochtend de keuken binnenkom, is ze de keuken-muur aan het afnemen. Het is duidelijk dat ze net Adam heeft ge-voerd. Glimlachend draait ze zich naar me om. Er zit een stukje corn-fl akes op haar wang. Ik wijs naar mijn eigen wang. ‘Jij zit ook onder.’

‘Hij is een druktemakertje,’ zegt ze grijnzend.Dat is zó zwak uitgedrukt dat ik in lachen uitbarst.Zij lacht met me mee.Van alle nanny’s die Don ooit heeft aangenomen, vind ik haar de

beste. Haar gezicht ziet er jong uit voor iemand van Dons leeftijd, maar ze heeft zilvergrijze haren, waardoor ze er meteen moederlijk uitziet. Grootmoederlijk zelfs.

Adams hoge stoel staat in een hoek van de keuken, zodat hij niet achterover kan klappen als hij zit te wiebelen. Suzanne en ik kijken samen naar hoe Adam heen en weer zit te zwaaien met zijn hoofd. Zo heeft hij al die klodders eten dus op de muren gekregen. Hij zit ook met iets hards en ronds op zijn blad te slaan.

Als ik naar hem toe loop, zie ik dat het het hoofd is van de pop die ik van mama kreeg toen ik vijf was. Zij had die pop ook al van kleins af aan. Die pop is betekent heel veel voor me – het enige speciale ding dat ik van mama heb. Ik probeer het van hem af te pakken, maar hij klemt zijn vuist stijf dicht.

Page 19: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

19

‘Geef dat eens aan mij.’ Een voor een probeer ik zijn vingers los te peuteren.

‘Straks gaat hij door het lint, hoor,’ waarschuwt Suzanne.‘Ik kan er niks aan doen. Dat is het hoofd van míjn pop.’‘Ben je niet een beetje te oud voor poppen?’‘Deze was van mijn moeder, en ik heb ’m van haar gekregen.’ Mijn

stem breekt.‘O, het spijt me,’ zegt Suzanne. ‘Hij zat in Adams speelgoeddoos,

dus ik dacht dat hij ermee mocht spelen.’ Ze loopt naar Adam toe en houdt zijn arm vast, terwijl ik zijn vingers lospeuter. Zodra ik het hoofd vastheb, zet Adam het op een schreeuwen.

‘Ga jij je maar lekker klaarmaken voor school, schat.’ Ze haalt een paar paarse oordoppen uit de zak van haar schort en stopt ze in haar oren. Dan gaat ze rustig verder met het afsoppen van de muren.

Het lijfje van mijn pop ligt in Adams box. Hij heeft het hoofd af-gebroken, én de armen en een been. Met de losse delen stevig tegen mijn borst gedrukt, en in gedachten foeterend op Don die de pop vast in Adams speeldoos heeft gegooid, loop ik naar mijn kamer.

Het poppenhoofd leg ik naast mijn computer; de losse delen stop ik in een la van mijn bureau. Net als ik de la wil dichtdoen, valt mijn oog op een klein, vierkant boekje. Het vingerpopboekje over een dol-fijn dat mama voor Adam kocht nadat we naar de dolfijnen waren gaan kijken op de Ocean Reef Club, waar Don lid van was. Het kar-tonnen boekje heeft een gat in het midden waar het donzig blauwe hoofdje van een dolfijn doorheen steekt. Mama heeft het wel duizend keer aan Adam voorgelezen. Voorzichtig snuffel ik eraan, om te zien of ik nog een vleugje van mijn moeder kan opvangen, maar het ruikt alleen maar muf.

Vroeger verstopte ik me weleens in mama’s kast, vooral als ik boos was op Don. Zomaar, tussen al haar kleren, die nog allemaal naar haar roken. Dat is al best lang geleden. Don heeft haar kleren weg-gegeven en hier in huis ruikt er niets meer naar mama.

Ik neem het boekje mee naar de keuken, waar Adam nog steeds zit te krijsen.

Page 20: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

20

‘Adam.’Suzanne staat met haar rug naar me toe de afwas te doen.‘Adam, kijk eens?’ Ik hou het boekje omhoog, terwijl ik met mijn

andere hand zijn kin omhoogduw, zodat hij wel moet kijken. Hij wordt meteen stil en grijpt het boek.

‘Hé!’ Suzanne draait zich om en doet haar oordoppen uit. ‘Hoe doe je dat?’

‘Dat is een boekje dat mama altijd voorlas. Ik had het niet meer gezien sinds ze dood is.’

Ze kijkt me lief aan. ‘Hoe lang is ze al dood?’Ik kijk naar mijn voeten. ‘Tweeëntwintig maanden.’Suzanne loopt naar me toe en slaat haar armen om me heen. Ik heb

de neiging om me helemaal tegen haar aan te vleien, maar in plaats daarvan verstijf ik. Wat gebeurt er als zij ook genoeg van ons krijgt en ervandoor gaat, net als al die anderen?

Adam steekt het boekje naar ons uit. Suzanne laat me los. ‘Ik lees het wel voor, schat.’ Ze doet haar

schort af en gaat bij Adam op de kruk zitten. ‘Ga jij je nou maar klaar-maken voor school.’

Page 21: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

21

HOOFDSTUK 5

Vanochtend vertelde Don me dat hij zijn assistent op het werk had gevraagd om onderzoek te doen naar opvangmogelijkheden voor au-tistische kinderen, en vanmiddag, als ik uit school kom, gaan we er-gens kijken. Hij vertelt niet waarom hij nu, na al die tijd, opeens wel een geschikte opvangplek voor Adam wil zoeken, maar ik denk dat zijn confrontatie met die jongen die zijn autoruit waste er iets mee te maken heeft. Ik wil er wel naar vragen, maar ik ben bang dat hij van gedachten verandert als ik te nieuwsgierig word. Hoe dan ook, ik vind het een geweldig plan.

Het eerste wat me opvalt als we de peuterafdeling van het Cutler Centrum, een kinderdagcentrum voor autisme, binnenlopen, is dat het er zo stil is. Overal staan schotten die de grote, overzichtelijke ruimte in kleinere ruimtes verdelen. Achter ieder schot hoor ik zach-te vrouwenstemmen instructies geven. Nergens wordt gegild.

Aan de enige tafel die niet achter een schot staat, zitten twee jongens die iets ouder zijn dan Adam, tegenover een begeleidster. Glimlachend kijkt ze naar ons op, maar geen van beide jongens geeft er blijk van ons gezien te hebben. Ze zitten met lijmstiften en dik papier in de vorm van bloemblaadjes, stengels en grassprieten een bloem te plakken, in navolging van de begeleidster.

Bang dat Don het op een lopen zal zetten als hij jongens bloemen ziet maken, kijk ik naar hem op, maar voordat hij iets kan doen, gaat er een deur van een kantoor open en komt er een jonge vrouw

Page 22: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

22

de ruimte in. Ze doet de deur achter zich dicht. Het is een knappe vrouw, en ze is erg lang. Bijna net zo lang als Don. Daar ben ik blij om, want dat betekent dat hij haar recht in haar ogen moet kijken en hij niet de kans krijgt om zijn ‘belangrijke-artsen-blik’ op haar los te laten.

‘Dr. Moran. U bent vroeg,’ zegt ze. ‘Ik ben Elisa.’ Ze steekt haar hand naar hem uit en daarna naar mij. Haar handdruk is stevig.

Het oudere jongetje aan de bloementafel begint heen en weer te wiegen en met zijn hoofd te schudden. ‘Daniel,’ zegt de begeleidster, ‘kijk eens naar mij.’ Ze pakt hem bij zijn kin. ‘Nu de blaadjes.’ Ze geeft hem een blaadje en laat op haar eigen blad zien waar hij dat moet plakken.

‘Kijk rustig even rond hoe het hier gaat, en als jullie vragen heb-ben, dan hoor ik het wel,’ gaat Elisa verder zodra we ons weer naar haar hebben omgekeerd. ‘Ik ben nog even in gesprek met een stu-dent, maar ik ben bijna klaar.’

‘Waarom zitten die jongens bloemen te maken?’ vraagt Don.Ik heb het gevoel dat Elisa direct doorheeft wat er door zijn hoofd

gaat. Ze glimlacht even naar hem. ‘Zo leren ze zich concentreren, en zien ze wat het oplevert als ze klaar zijn.’ Dan stapt ze haar kantoor weer binnen en doet ze de deur dicht.

Over het algemeen hebben mensen veel respect voor Don omdat hij nu eenmaal arts is, maar ik ken niemand die hem echt aardig vindt. Ik denk dat Elisa de eerste vrouw is die Don behandelt zoals hij zelf anderen behandelt. Ze was klaar met hem voordat hij klaar was met haar.

Ik wil dat Don even niet denkt aan de jongens die bloemen zitten te knutselen, maar dat hij hoort hoe stil het hier is. Er heerst hier een rust die thuis ver te zoeken is. ‘Kun jij je voorstellen dat Adam zo lang stil zou zitten?’ vraag ik fluisterend.

Don blijft naar de gesloten deur kijken, en geeft geen antwoord.De begeleidster zegt: ‘Nu moeten we de bloem in een vaas zetten.’

Ze houdt een stuk paars papier omhoog dat geknipt is in de vorm van een vaas. ‘Kijk eens, Daniel. Wat is dit?’

Daniel wiegt heen en weer. ‘Papier.’

Page 23: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

123456789

10111213141516171819202122232425262728293031323334

23

‘Is dit een vaas voor je bloem?’‘Paars.’ Hij begint heel hard met zijn hoofd te schudden, totdat

ook zijn schouders mee schudden en zijn hele lichaam heen en weer gaat. Als ik dat zie, gaat er een schok door me heen. Dat doet Adam ook als hij moe en gefrustreerd is.

De begeleidster steekt haar hand naar Daniel uit en pakt zijn kin vast. ‘Ja, dit is paars papier in de vorm van een vaas.’

‘Paars.’Don kijkt naar het plafond.‘Wat probeert u te bereiken?’ vraag ik haar, in de hoop dat Don

niet op de vlucht slaat voordat ze antwoord kan geven.‘Ik probeer hem te leren dat het papier een symbool is voor een

vaas.’Don leunt naar me toe. ‘Kom. We gaan,’ fluistert hij in mijn oor.‘Waarom?’‘We zijn hier klaar.’ Hij doet de deur open en loopt de gang in.Ik werp een blik over mijn schouder als ik achter hem aanloop. De

begeleidster kijkt ons na. ‘Wilt u tegen Elisa zeggen dat we geen tijd hadden om te wachten? We komen wel een andere keer terug.’ Alsof ik daar iets over te zeggen heb.

Ik stap in de auto en sla met een klap het portier dicht. ‘Waarom doe je dat nou? Adam heeft hulp nodig, en dit schijnt de beste plek voor hem te zijn.’

‘Ik zou niet weten waarom hij hier iets aan zou hebben.’‘Nee, natuurlijk niet. Je hebt ook helemaal niet om je heen geke-

ken. Je hebt het niet eens een kans gegeven.’ Ik ben wanhopig. Ergens ben ik bang dat als Don Adam hier niet naartoe stuurt, hij nooit de hulp gaat krijgen die hij nodig heeft.

‘Ik ben degene die dit besluit moet nemen, Lily. Ik denk niet dat dit de goede plek voor hem is.’

‘Wat zou dan wél een goede plek voor hem zijn?’Hij haalt zijn schouders op. ‘Ik ga niet bakken met geld uitgeven

aan een plek waar Adam bloemetjes leert plakken.’‘Dat slaat natuurlijk – Pas op!’

Page 24: 2 3 9 10 11 12 13 14 15beeld.boekboek.nl/LELP/p/9789025869687/rea9789025869687.pdf · ter zo veel kouder aanvoelt dan het lichaam van haar moeder. Haar moeder fl itst weg om de navelstreng

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334

24

Zonder te kijken of de weg vrij is, stuurt Don de auto de weg op, recht op een tegemoetkomende auto af. Aangezien dit een 30 kilome-terzone is, rijdt de auto heel langzaam, maar de bestuurder toetert toch. Ik kijk over mijn schouder naar degene die achter het stuur zit, en ze steekt haar middelvinger naar me op. Tuthola. Ik kijk naar mijn stiefvader. ‘Dit is niet eerlijk tegenover mij, of tegenover Adam.’

‘Hij is míjn zoon, Lily.’‘Hij is míjn broer, en de beslissingen die jij neemt hebben effect

op ons allebei.’ Opeens vraag ik me af of ik nu boos ben omdat ik het gevoel heb dat hij Adam benadeelt of mij. Wil ik dat Adam naar het dagcentrum gaat omdat dat beter is voor hém, of omdat ik dan zelf een beetje rust krijg?

Alsof Don mijn gedachten kan lezen, kijkt hij me vragend aan. ‘Denk je nu aan Adam of aan jezelf ?’

Aangezien ik het antwoord niet weet, zeg ik maar niets.‘Met Suzanne in huis gaat het goed,’ gaat Don verder. ‘Adam lijkt

haar ook graag te mogen en het gaat beter met hem. Laten we het daar maar bij laten.’

Ik pulk aan mijn nagel en moet me inhouden om niet uit te schreeuwen: Denk je nu echt dat Suzanne hem gaat leren dat het fijn is om te knuffelen? Of dat ze hem gaat leren praten? Maar zoals altijd ben ik daar te schijterig voor en zeg ik helemaal niets.