99zorg & financiering > 9-2005

Het College tarieven gezondheidszorg/Zorg-autoriteit in oprichting (CTG/ZAio) heeft op17 oktober jl. besloten om de incidentele kor-tingsmaatregel, de zogenoemde ombuigingsbij-drage, voor een beperkt deel generiek terug tedraaien. Aanleiding voor het besluit is de recenteuitspraak van het College van Beroep voor hetBedrijfsleven (CBB) met betrekking tot een aan-tal tegen deze bijdrage aangespannen procedu-res, waaronder door het Rijnland Ziekenhuis.

Per 1 juli 2003 werd op aanwijzing van deMinister van VWS door CTG/ZAio een efficien-cykorting van 0,8 procent over het budget ende tarieven opgelegd aan alle zorgaanbieders.Over de tweede helft van dat jaar werd tevens

een incidentele korting van 0,8 procent opge-legd. Volgens de rechter is dit incidentele deelvan de korting onrechtmatig, omdat het in feitemateriële terugwerkende kracht per 1 januari2003 betreft. De structurele korting van 0,8 pro-cent vanaf 1 juli 2003 blijft overeind. Het besluitvan CTG/ZAio betekent dat ook indien belang-hebbenden zelf geen beroep hebben ingesteld,zoals in een deel van de ziekenhuizen en deAWBZ-instellingen, de incidentele kortings-maatregel wordt teruggedraaid. Op welkemanier de teruggave van deze korting, macrocirca 125 miljoen euro, in de tarieven dan welbudgetten wordt verwerkt wordt momenteelnog bekeken.Bron: persbericht CTG/ZAio, 19 oktober 2005<

> financiering> algemeen

1429 ctg/zaio draait incidentele kortingsmaatregel 2003 terug

Staatssecretaris Ross-van Dorp van VWS vindtde huidige vermogensgroei binnen de AWBZ-sector acceptabel. In een brief aan de TweedeKamer legt ze uit waarom.

In het Voortgezette Algemene Overleg Transpa-rante en integrale tarieven van 13 oktober 2005met de Vaste Commissie voor Volksgezondheid,Welzijn en Sport, had de Staatssecretaris toege-zegd de Kamer te informeren over de vermo-gensgroei in de AWBZ.

Feitelijke groei van het eigen vermogen

De gegevens van College tarieven gezondheids-zorg/Zorgautoriteit in oprichting (CTG/ZAio),zoals opgenomen in de enquête 2003, beslaanniet alle instellingen. Het absolute bedrag vaneigen vermogen van 1.134 miljoen euro in de carebetreft 842 zorginstellingen. Het extrapoleren

van de bestaande gegevens naar het totaal achtRoss onverantwoord, aangezien onduidelijk isof de gepresenteerde gegevens representatiefzijn.In onderstaande tabel wordt de ontwikkelinggepresenteerd van het eigen vermogen als per-centage van de aanvaardbare kosten, ofwel hetjaarbudget, in de AWBZ-instellingen. Daarnaaststaat het eigen vermogen van de in de enquêtebetrokken instellingen als bedrag in miljoeneneuro’s en het (gemiddelde) bedrag aan eigenvermogen in euro’s per instelling.

De tabel geeft een beeld van wat er aan de handis. In het algemeen groeien de eigen vermogens.De hoogte en de groei van de vrije reserve is eenzaak van het bestuur en de raad van toezicht bijinstellingen. Ross vertrouwt op de redelijkheidvan deze bestuurders.

1430 ross: vermogensgroei awbz acceptabel

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 99

financiering

100 9-2005 > zorg & financiering

Een forse groei van het eigen vermogen perinstelling vindt onder meer plaats bij de thuis-zorginstellingen en de verzorgingshuizen, die ineen meer risicovolle omgeving werken. Denkbijvoorbeeld aan het extramuraliseringsbeleiden de opheffing van de contracteerplicht voorextramurale zorg. Anderzijds zien we bij de ver-pleeghuizen en de psychiatrische ziekenhuizennagenoeg geen groei van het vermogen.

Stabiele financiering nodig

De opbouw van eigen vermogen is nodig vooreen stabiele financiering. Bij een stabiele finan-ciering kunnen instellingen zelfstandiger func-tioneren, en zelf ups en downs opvangen. Voor-delen hiervan zijn dat minder hoeft te wordengeleend (dus minder rentelasten) en dat de rentedie banken in rekening brengen voor vreemdvermogen lager wordt.Een zekere mate van groei van het eigen vermo-gen past bij het beleid dat erop is gericht omvan aanbodsturing tot vraagsturing te komen.Aspecten van versterking van marktwerking zijnde opheffing van de contracteerplicht voor intra-murale AWBZ-zorg en integrale tarieven inclu-sief huisvestingslasten. Dat brengt voor deinstellingen risico’s mee.

Op het terrein van extramurale zorg wordengrotere risico’s gelopen dan op het terrein vanintramurale zorg. Intramuraal is er nog steedsmeer vraag dan aanbod en tevens is het aanbodmet huisvesting niet zomaar uit te breiden doornieuwe aanbieders. Intramuraal wordt dus voor-lopig een laag risico gelopen. Bovendien is hetniet te verwachten dat de intramurale zorgsectorop korte termijn te maken krijgt met strengeresolvabiliteitseisen. De solvabiliteit is ook geenabsolute maatstaf. Minstens zo belangrijk is hetoordeel over de wijze waarop de ondernemingwordt bestuurd.Het is aan het management van de instelling omeen goede afweging te maken bij het opbouwenvan de reserves. Uiteraard geldt daarbij als rand-voorwaarde dat de geleverde zorg in omvang enin kwaliteit voldoende moet zijn. Op dit momentis er geen dringende noodzaak tot een versneldevermogensvorming. Bestuurders moeten zichdan ook niet laten opjagen door adviseurs op datpunt.Niet iedereen zal uiteraard eenzelfde afwegingmaken. De Staatssecretaris vindt de huidige ont-wikkeling echter acceptabel.Bron: Ministerie van VWS, Kamerstuk 4 november2005<

Eigen vermogen als % van het budget 2001 2002 2003 in mln. ¤ per

2003 instellingVerpleeghuizen 9% 9% 9% 116 1.195.876Verzorgingshuizen 13% 16% 19% 219 647.929Thuiszorg 10% 11% 13% 279 3.206.897Psychiatrische ziekenhuizen 9% 9% 10% 215 3.307.692Regionale instellingen beschermd wonen 7% 10% 13% 20 909.091Gehandicaptenzorg 8% 10% 11% 285 1.223.176Totaal 1.134

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 100