1383 Één Toegang Tot Indicaties Voor (Jeugd)Zorg En Onderwijsondersteuning

2
zorg 82 10-2006 > zorg & financiering > jeugdzorg 1382 verbeteragenda voor jeugdzorg De oorzaak van de knelpunten in de jeugdzorg ligt niet zozeer bij de Wet op de jeugdzorg als zodanig maar in de werking van de wet in de praktijk. Dit concludeert het bureau BMC (Bestuur & Management Consultants), dat naar aanleiding van de motie-Soutendijk de werking van de Wet op de jeugdzorg heeft onderzocht. Dit stuk is met een reactie van het kabinet naar de Kamer gestuurd. BMC benoemt in zijn rapportage de punten in de jeugdzorg die beter moeten: wacht- en door- looptijden, effectieve werkmethoden, kwaliteit van sturingsinformatie, de coördinatie van zorg aan gezinnen die meerdere problemen hebben en professionalisering van de zorg. Het veld- werk voor de evaluatie heeft plaatsgevonden in de periode oktober 2005 tot januari 2006. Verbeteringen In een reactie geven staatssecretaris Ross van VWS en minister Hirsch Ballin van Justitie namens het kabinet aan begin 2007 een verbe- teragenda te presenteren, waarin ook acties uit de jeugdzorgbrigade worden meegenomen. In deze agenda zal in hoge mate worden aangeslo- ten bij verbeteringen die al in gang zijn gezet. Zo werkt de MOgroep aan een uniforme indicatie- stelling, is extra geld uitgetrokken voor profes- sionalisering van beroepskrachten en zijn er proefprojecten gestart om samenwerking tussen de bureaus jeugdzorg, de Raad voor de Kinder- bescherming en de kinderrechter te verbeteren. Ook worden de wachttijden in de jeugdzorg met een aanvalsplan al fors teruggebracht. Wel moet de informatie over het aanwezige zorgaanbod, en de behoefte van cliënten, beter, zodat de meest geschikte zorg kan worden ingekocht. Het rapport en de aanbevelingen worden gedeeld door het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Zorgverzekeraars Nederland, het Lan- delijk Cliëntenplatform, MOgroep, GGZ-Neder- land, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en de Raad voor de Kinderbescherming. Tevreden In de evaluatie van BMC komt ook de mening van de cliënten aan bod. Daaruit blijkt dat tachtig procent van de cliënten die gebruikma- ken van jeugdzorg (redelijk) tevreden is over de instelling waar ze naar zijn doorverwezen. Twee op de drie cliënten vindt dat het bureau jeugd- zorg de problemen goed heeft aangepakt. Bron: ministerie van VWS, 29 november 2006< 1383 één toegang tot indicaties voor (jeugd)zorg en onderwijsondersteuning Kinderen die naast (jeugd)zorg ook steun nodig hebben bij het onderwijs, moeten voortaan met één toegang worden geholpen. De wachttijden kunnen daardoor omlaag en duizenden kinde- ren kunnen jaarlijks sneller zorg krijgen. Deze verwachting sprak staatssecretaris Ross uit, nadat ze het ‘Kader integraal indiceren’ had ontvangen van Steven van Eijck, commissaris jeugd- en jongerenbeleid van Operatie Jong. Dit kader is ontstaan uit experimenten in Drenthe, Brabant, Rotterdam, Overijssel en Amersfoort/ Utrecht waar samenwerking en afstemming

Transcript of 1383 Één Toegang Tot Indicaties Voor (Jeugd)Zorg En Onderwijsondersteuning

Page 1: 1383 Één Toegang Tot Indicaties Voor (Jeugd)Zorg En Onderwijsondersteuning

zorg

82 10-2006 > zorg & financiering

> jeugdzorg

1382 verbeteragenda voor jeugdzorg

De oorzaak van de knelpunten in de jeugdzorgligt niet zozeer bij de Wet op de jeugdzorg alszodanig maar in de werking van de wet in depraktijk. Dit concludeert het bureau BMC(Bestuur & Management Consultants), dat naaraanleiding van de motie-Soutendijk de werkingvan de Wet op de jeugdzorg heeft onderzocht.Dit stuk is met een reactie van het kabinet naarde Kamer gestuurd.

BMC benoemt in zijn rapportage de punten inde jeugdzorg die beter moeten: wacht- en door-looptijden, effectieve werkmethoden, kwaliteitvan sturingsinformatie, de coördinatie van zorgaan gezinnen die meerdere problemen hebbenen professionalisering van de zorg. Het veld-werk voor de evaluatie heeft plaatsgevonden inde periode oktober 2005 tot januari 2006.

Verbeteringen

In een reactie geven staatssecretaris Ross vanVWS en minister Hirsch Ballin van Justitienamens het kabinet aan begin 2007 een verbe-teragenda te presenteren, waarin ook acties uitde jeugdzorgbrigade worden meegenomen. Indeze agenda zal in hoge mate worden aangeslo-ten bij verbeteringen die al in gang zijn gezet. Zowerkt de MOgroep aan een uniforme indicatie-

stelling, is extra geld uitgetrokken voor profes-sionalisering van beroepskrachten en zijn erproefprojecten gestart om samenwerking tussende bureaus jeugdzorg, de Raad voor de Kinder-bescherming en de kinderrechter te verbeteren.Ook worden de wachttijden in de jeugdzorg meteen aanvalsplan al fors teruggebracht. Wel moetde informatie over het aanwezige zorgaanbod,en de behoefte van cliënten, beter, zodat demeest geschikte zorg kan worden ingekocht. Het rapport en de aanbevelingen wordengedeeld door het Interprovinciaal Overleg (IPO),de Vereniging van Nederlandse Gemeenten(VNG), Zorgverzekeraars Nederland, het Lan-delijk Cliëntenplatform, MOgroep, GGZ-Neder-land, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederlanden de Raad voor de Kinderbescherming.

Tevreden

In de evaluatie van BMC komt ook de meningvan de cliënten aan bod. Daaruit blijkt dattachtig procent van de cliënten die gebruikma-ken van jeugdzorg (redelijk) tevreden is over deinstelling waar ze naar zijn doorverwezen. Tweeop de drie cliënten vindt dat het bureau jeugd-zorg de problemen goed heeft aangepakt.Bron: ministerie van VWS, 29 november 2006<

1383 één toegang tot indicaties voor (jeugd)zorg en onderwijsondersteuning

Kinderen die naast (jeugd)zorg ook steun nodighebben bij het onderwijs, moeten voortaan metéén toegang worden geholpen. De wachttijdenkunnen daardoor omlaag en duizenden kinde-ren kunnen jaarlijks sneller zorg krijgen.

Deze verwachting sprak staatssecretaris Rossuit, nadat ze het ‘Kader integraal indiceren’ hadontvangen van Steven van Eijck, commissarisjeugd- en jongerenbeleid van Operatie Jong. Ditkader is ontstaan uit experimenten in Drenthe,Brabant, Rotterdam, Overijssel en Amersfoort/Utrecht waar samenwerking en afstemming

ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 82

Page 2: 1383 Één Toegang Tot Indicaties Voor (Jeugd)Zorg En Onderwijsondersteuning

83zorg & financiering > 10-2006

jeugdzorg

plaatsvindt op de indicaties voor jeugdzorg enspeciaal onderwijs enerzijds en AWBZ-zorg enspeciaal onderwijs. Ross wil zo snel mogelijkhet kader integraal indiceren bij wet verplichten,zodat afspraken tussen regio’s worden inge-voerd en jongeren sneller geholpen worden.‘Een snelle invoering van deze wijze van indice-ren is ontzettend belangrijk, want kinderen heb-ben hier veel profijt van.’Jongeren met handicaps of stoornissen hebbenvaak een combinatie nodig van extra jeugdzorgof AWBZ-zorg en onderwijsondersteuning. Omdeze verschillende soorten ondersteuning tekrijgen, moeten jongeren en ouders nu nogmeerdere indicatietrajecten doorlopen. Dit leidttot lange doorlooptijden, tot dubbel onderzoeken tot veel administratieve lasten voor de onge-veer tienduizend jongeren die nu in meerderesectoren hulp zoeken. De nieuwe werkwijzezorgt ervoor dat jongeren na binnenkomst bijeen loket van speciaal onderwijs, MEE (organi-satie voor mensen met een beperking), CentrumIndicatiestelling Zorg (CIZ) of bureau jeugd-zorg, een trajectbegeleider krijgen. Die traject-begeleider is aanspreekpunt van kind/ouders en

zorgt dat er een integrale indicatie wordt gele-verd.Ross verwacht dat al vanaf volgend jaar duizen-den jongeren profiteren van de afspraken dievolgen uit het kader integraal indiceren. De par-tijen die ervoor moeten zorgen, zoals IPO(Interprovinciaal Overleg), MOgroep (Maat-schappelijke Ondernemers Groep), MEE, WEC-raad (speciaal onderwijs), LCTI (LandelijkeCommissie Toezicht Indicatiestelling), CIZ enZN (Zorgverzekeraars Nederland), hebben inge-stemd met de invoering van de integrale indica-tiestelling. Ross ziet louter voordelen: ‘Jongerenen hun ouders hoeven nog maar één keer hunverhaal te vertellen. Ze worden niet meer door-verwezen naar een ander loket. De kwaliteit vanindicatiestelling zal verbeteren vanwege korteredoorlooptijden, administratieve lastenverlich-ting en integrale hulp. Dat is prettig voor de kin-deren en hun ouders, maar ook voor de indica-tieverleners; zij kunnen efficiënter werken endat motiveert natuurlijk.’Bron: persbericht ministerie van VWS, 21 november2006<

1384 van eijck: geldstromen voor jeugd bundelen

De versnipperde financiering van het jeugd-beleid moet teruggebracht worden naar driedomeinen. Ook moet er integraal toezichtkomen, met uniforme prestatie-indicatoren,waarop gemeenteraden hun wethouders kun-nen afrekenen.

Dat stelt voorzitter S. van Eijck van de OperatieJong, die 31 oktober jl. zijn vervolgadvies aanminister-president Balkenende overhandigde.Eerder al pleitte Van Eijck ervoor om het kindmeer centraal te stellen in het overheidsbeleid.Deel twee van Koersen op het kind gaat in op deinvoering en doet voorstellen om de versnipper-de geldstromen te bundelen.

De wirwar (nu gaan er soms wel vijftig geldstro-men naar de jeugdzorg in één gemeente) moetteruggebracht worden tot drie domeinen. Bij‘opvang, educatie en werk’ is een belangrijke rolweggelegd voor de zorgadviesteams in hetonderwijs. Er zou één kader moeten komen voorde opvang van nul- tot twaalfjarigen. Aan ge-meenten de taak om te zorgen dat alle 23-jari-gen een startkwalificatie hebben. De aanbeveling om Centra voor Jeugd en Gezinop te zetten, is al door veel gemeenten overge-nomen. Deze moeten uiteindelijk alle taken ophet domein ‘opvoeding en bescherming’ overne-men. Hier hoort ook een geïntegreerde indica-tiestelling thuis. Voor het derde domein ‘veilig-

ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 83