1373 NPCF: NZA Moet Consument Beschermen

3
stelsel 36 9-2005 > zorg & financiering De invoering van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) is een van de laatste stappen in wijziging van het ziektekostenstel- sel. Voor patiënten en consumenten is het van groot belang dat de marktwerking gereguleerd en gecontroleerd wordt ingevoerd. Marktwer- king biedt kansen voor vraagsturing, maar er zijn ook risico’s aan verbonden voor de indivi- duele consument. De onderlinge concurrentie tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars moet leiden tot een kwalitatief betere zorg en een betere afstemming op de vraag. De Neder- landse Zorgautoriteit (NZa) moet daarom een toezichthouder worden met slagkracht en dui- delijke bevoegdheden om de consumentenbe- langen goed te kunnen beschermen. Dat schrijft de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) in een brief aan de VWS-com- missie van de Tweede Kamer. De NPCF ziet veel positieve punten in de WMG, zoals aandacht voor transparantie, informatie- voorziening en het tegengaan van kruissubsidie en koppelverkoop, maar brengt ook aantal kriti- sche punten naar voren. Consumentenbelang In de algemene bepalingen van artikel 3 lid 4 van de WMG staat dat de NZa bij de uitoefening van haar taken rekening houdt met de belangen van de consument. De NPCF wil dit uitgangs- punt verder uitgewerkt zien. De memorie van toelichting geeft hier namelijk geen uitsluitsel over en neemt van dit principe zelfs afstand. De NPCF wil heldere en toetsbare bepalingen over wat wordt verstaan onder het consumen- tenbelang en hoe dit meegewogen en toegepast wordt in de taakuitoefening van de NZa. De NPCF wil uitwerking van het meewegen van het consumentenbelang binnen de taakuitoefe- ning van de NZa. Gedragstoezicht De NPCF is bezorgd over de splitsing van bevoegdheden tussen de NZa en de Autoriteit Financiële Markten (AFM), waarbij het gedrags- toezicht op de zorgverzekeraars bij de AFM komt te liggen. Volgens de federatie geeft dat de volgende problemen: De scheidslijn tussen bijvoorbeeld het toe- zicht op de verstrekte informatie door de NZa en het toezicht op reclame-uitingen door de AFM is niet uit te leggen en veroorzaakt het ontstaan van een grijs gebied. Onduidelijk is welke toezichthouder waarvoor verantwoor- delijk is, met het risico dat men klachten naar elkaar gaat afschuiven. De taaksplitsing leidt tot het ontstaan van ver- schillende loketten voor klachten en daarmee tot grote onduidelijkheid voor consumenten. Daarnaast bestaat het risico dat de AFM alleen achteraf op gaat treden bij klachten omdat het gedragstoezicht van de zorgverzekeraars niet tot de kerntaken behoort. Binnen de taken van de AFM zal de aandacht voor de zorgsector beperkt zijn, met het risico dat bij het toekennen van capaciteit tussen de sectoren de zorgsector minder toegerust wordt. De NPCF wil één aanspreekpunt voor alle klach- ten rond de marktwerking voor de patiënt/con- sument. Het opdelen van verantwoordelijk- heden over verschillende toezichthouders strookt niet met de wens tot een krachtige Zorgautoriteit. Aanmerkelijke marktmacht De artikelen 24 en 27 Mededingingswet en arti- kel 42 WMG maken het mogelijk om markt- macht te beperken. Een duidelijke definitie van het begrip ‘aanmerkelijke marktmacht’ ont- breekt echter. Hierdoor moet in elk afzonderlijk geval aangetoond worden of daadwerkelijk spra- ke is van te veel marktmacht. Een dergelijk 1373 npcf: nza moet consument beschermen

Transcript of 1373 NPCF: NZA Moet Consument Beschermen

Page 1: 1373 NPCF: NZA Moet Consument Beschermen

stelsel

36 9-2005 > zorg & financiering

De invoering van de Wet marktordeninggezondheidszorg (WMG) is een van de laatstestappen in wijziging van het ziektekostenstel-sel. Voor patiënten en consumenten is het vangroot belang dat de marktwerking gereguleerden gecontroleerd wordt ingevoerd. Marktwer-king biedt kansen voor vraagsturing, maar erzijn ook risico’s aan verbonden voor de indivi-duele consument. De onderlinge concurrentietussen zorgaanbieders en zorgverzekeraarsmoet leiden tot een kwalitatief betere zorg eneen betere afstemming op de vraag. De Neder-landse Zorgautoriteit (NZa) moet daarom eentoezichthouder worden met slagkracht en dui-delijke bevoegdheden om de consumentenbe-langen goed te kunnen beschermen. Dat schrijftde Nederlandse Patiënten ConsumentenFederatie (NPCF) in een brief aan de VWS-com-missie van de Tweede Kamer.

De NPCF ziet veel positieve punten in de WMG,zoals aandacht voor transparantie, informatie-voorziening en het tegengaan van kruissubsidieen koppelverkoop, maar brengt ook aantal kriti-sche punten naar voren.

Consumentenbelang

In de algemene bepalingen van artikel 3 lid 4van de WMG staat dat de NZa bij de uitoefeningvan haar taken rekening houdt met de belangenvan de consument. De NPCF wil dit uitgangs-punt verder uitgewerkt zien. De memorie vantoelichting geeft hier namelijk geen uitsluitselover en neemt van dit principe zelfs afstand.De NPCF wil heldere en toetsbare bepalingenover wat wordt verstaan onder het consumen-tenbelang en hoe dit meegewogen en toegepastwordt in de taakuitoefening van de NZa.De NPCF wil uitwerking van het meewegen vanhet consumentenbelang binnen de taakuitoefe-ning van de NZa.

Gedragstoezicht

De NPCF is bezorgd over de splitsing vanbevoegdheden tussen de NZa en de AutoriteitFinanciële Markten (AFM), waarbij het gedrags-toezicht op de zorgverzekeraars bij de AFMkomt te liggen. Volgens de federatie geeft dat devolgende problemen:– De scheidslijn tussen bijvoorbeeld het toe-

zicht op de verstrekte informatie door de NZaen het toezicht op reclame-uitingen door deAFM is niet uit te leggen en veroorzaakt hetontstaan van een grijs gebied. Onduidelijk iswelke toezichthouder waarvoor verantwoor-delijk is, met het risico dat men klachten naarelkaar gaat afschuiven.

– De taaksplitsing leidt tot het ontstaan van ver-schillende loketten voor klachten en daarmeetot grote onduidelijkheid voor consumenten.

– Daarnaast bestaat het risico dat de AFM alleenachteraf op gaat treden bij klachten omdat hetgedragstoezicht van de zorgverzekeraars niettot de kerntaken behoort.

– Binnen de taken van de AFM zal de aandachtvoor de zorgsector beperkt zijn, met het risicodat bij het toekennen van capaciteit tussen desectoren de zorgsector minder toegerust wordt.

De NPCF wil één aanspreekpunt voor alle klach-ten rond de marktwerking voor de patiënt/con-sument. Het opdelen van verantwoordelijk-heden over verschillende toezichthoudersstrookt niet met de wens tot een krachtigeZorgautoriteit.

Aanmerkelijke marktmacht

De artikelen 24 en 27 Mededingingswet en arti-kel 42 WMG maken het mogelijk om markt-macht te beperken. Een duidelijke definitie vanhet begrip ‘aanmerkelijke marktmacht’ ont-breekt echter. Hierdoor moet in elk afzonderlijkgeval aangetoond worden of daadwerkelijk spra-ke is van te veel marktmacht. Een dergelijk

1373 npcf: nza moet consument beschermen

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 36

Page 2: 1373 NPCF: NZA Moet Consument Beschermen

algemeen

37zorg & financiering > 9-2005

terugkerend en tijdrovend onderzoek zou deslagkracht van de NZa aanzienlijk verkleinen.En juist slagkracht en snelheid is noodzakelijkvoor een goed functionerende NZa.De NPCF dringt aan op een heldere definitie vanhet begrip ‘aanmerkelijke marktmacht’ met eenpercentage (gezamenlijk) marktaandeel dat nietmag worden overschreden. Hierbij zou hetdocument ‘Richtsnoeren voor de zorgsector’ vande NMa (2002) als leiddraad kunnen dienen.Een tweede punt bij marktmacht is de positievan de patiënt/consument. Uitgangspunt bij hetbeperken van marktmacht vormen de mogelijknegatieve consequenties voor andere aanbie-ders. De consequenties van marktmacht voorpatiënten/consumenten worden daarentegenniet getoetst.De NPCF wil dat de NZa in staat wordt gesteldde marktmacht te beperken als deze leidt totongewenste effecten voor patiënten/consumen-ten.

Kwaliteit

Om te komen tot een bewust kiezende consu-ment is informatie over de prijs maar vooralinformatie over de geleverde kwaliteit van grootbelang. De NPCF staat dan ook positief tenopzichte van de ontwikkeling van de siteKiesBeter.nl. De NPCF juicht het toe dat in deWMG, artikel 36, verankerd is dat vergelijkendekwaliteitsinformatie wordt gepubliceerd. Voorhet grootste deel van de zorg zijn echter noggeen erkende kwaliteitsindicatoren ontwikkeld,wat vergelijking bemoeilijkt. Voor 1 januari 2006(invoering WMG) zal het traject van de ontwik-keling van kwaliteitsindicatoren nog niet afge-rond zijn. Het is aan de Minister om dit traject te(blijven) stimuleren en daarbij het belang vanpatiëntgerichte indicatoren te benadrukken.De NPCF vindt dat de Minister inzichtelijk moetmaken welke maatregelen hij neemt en welktijdspad hem daarbij voor ogen staat.In de memorie van toelichting bij artikel 36wordt verwezen naar kwaliteitsvergelijkende

informatiesites van andere organisaties. DeNPCF merkt op dat deze sites alleen een toege-voegde waarde hebben als de informatie vrij toe-gankelijk is voor het brede publiek.

Handhavingsplan

In artikel 69 WMG wordt melding gemaakt vanhet handhavingsplan van de NZa. Hierin zalweergegeven worden hoe de NZa denkt haartaken en bevoegdheden inzake handhaving tezullen gebruiken. De NPCF zou op dit puntgraag een toelichting van de Minister ontvan-gen. Binnen welke termijn worden meldingenbehandeld? Wanneer is vervolgens een primaireuitspraak te verwachten?

Belanghebbenden

Onder de WMG zijn twee soorten belangheb-benden aan te merken:a. degene die door een besluit rechtstreeks in

zijn belang is getroffen;b. betrokkenen in het geval van verplichtingen

opgelegd in het kader van aanmerkelijkemarktmacht.

Dit betekent dat op incidentele basis vastgesteldwordt of vertegenwoordigers van patiënten/con-sumentenorganisaties belanghebbend zijn.De NPCF wil dat vertegenwoordigers van patiën-ten/consumentenorganisaties structureel alsbelanghebbende partij erkend worden onder deWMG.

Toepassing Wet openbaarheid bestuur

Vanuit de NPCF is begrip voor het feit datbedrijfsgevoelige informatie niet via een proce-dure Wet openbaarheid van bestuur (WOB)opvraagbaar is (art. 61 WMG). Een deel van devia de WMG verkregen informatie is echter voorpatiënten relevant. De NPCF wil daarom eennuancering van artikel 61 WMG en een brederetoepassing van de WOB.Met de introductie van marktwerking in de zorg

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 37

Page 3: 1373 NPCF: NZA Moet Consument Beschermen

stelsel

38 9-2005 > zorg & financiering

komt de patiënt nog meer dan voorheen in derol van consument. Dit vergt aanpassing van allepartijen. Voor patiënten/consumenten is éénsterke, zorgspecifieke toezichthouder van grootbelang. Hierdoor zal het vertrouwen van consu-menten worden vergroot, wat bijdraagt aan hetlaten slagen van de beoogde veranderingen.Vooral het verkrijgen van de juiste marktprikkelsdie leiden tot innovatie en kwaliteitsverbeteringis voor patiënten/consumenten cruciaal. Markt-

werking en vraagsturing liggen tenslotte inelkaars verlengde. Dit betekent echter wel dat deNZa voldoende handvatten dient te krijgen omjuist de vraagsturing mede vorm te geven. Enom te kunnen toetsen in hoeverre de ingevoerdemarktprikkels gunstig uitpakken voor diezelfdepatiënten/consumenten.Bron: brief van de NPCF aan leden Vaste Tweede-Kamercommissie VWS, 26 oktober 2005<

De artsenorganisatie KNMG vindt dat het wets-voorstel Wet marktordening gezondheidszorg(WMG) onvoldoende specificeert welke rol deZorgautoriteit in de toekomst gaat spelen. DeKNMG stuurde op woensdag 26 oktober jl. eenbrief aan de Vaste Tweede-Kamercommissievoor VWS waarin zij haar zorgen uit over hetwetsvoorstel WMG.

Dit wetsvoorstel schetst hoe aan het nieuwebesturingsconcept van ‘gereguleerde marktwer-king’ voor de gezondheidszorg gestalte wordtgegeven en welke rol de Zorgautoriteit daarinspeelt als sectorspecifieke, integrale toezicht-houder op de markt van zorginkoop, van zorg-verzekering en van zorgverlening.Duidelijk en toetsbaar moet zijn wanneer en metwelk doel de Zorgautoriteit de aangereikte veel-heid aan instrumenten kan inzetten, vindt deKNMG. Met deze instrumenten kan de Zorg-autoriteit oneindig en ongekend veel gegevens(laten) verzamelen, gegevens koppelen, contro-leren en gebruiken voor het reguleren en trans-parant maken van de markt. De KNMG voorzietdaardoor niet alleen een extra zware administra-tieve belasting, onnodige bureaucratie en on-acceptabele kosten voor de zorgaanbieders; hetwetsvoorstel legt echter ook niet vast wat deZorgautoriteit allemaal met deze gegevens magdoen. De KNMG deelt de zorg van Zorgverze-

keraars Nederland dat partijen zo speelbal kun-nen worden van de Zorgautoriteit.

Privacy

Aandacht van de Zorgautoriteit voor de bescher-ming van de privacy is ook aan de orde bij de tenemen beslissingen over de prestatiebeschrij-vingen. De bescherming van de privacy is na-drukkelijk een punt van aandacht bij de Zorg-verzekeringswet, maar vraagt nu ook in hetkader van de WMG om specifieke waarborgen.De KNMG heeft met het Ministerie van VWSafgesproken dat vast komt te liggen dat presta-tiebeschrijvingen niet in strijd mogen zijn metde Wet bescherming persoonsgegevens. DeKNMG vindt dat in het wetsvoorstel WMG de rolvan het College Bescherming Persoonsgegevensmoet worden gespecificeerd.

Vaag

Het wetsvoorstel is volgens de KNMG veel tevaag. Dit is in lijn met de kritiek van de Raad vanState. Het wetsvoorstel maakt op geen enkelewijze duidelijk waarom het toezicht op de zorgop deze manier georganiseerd wordt en hoe hettoezicht feitelijk wordt vormgegeven. Het voor-stel geeft daarbij onvoldoende antwoord op devraag hoe het toezicht van de bestaande toe-

1374 knmg: rol zorgautoriteit in wmg onvoldoende uitgewerkt

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 38